DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Uit het Parlement Buitenland Uio. VRIJDAG 2$ VOVER HEK 193© 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. SOKOLNIKOW EN DE GPOE. „Gasten" uit Moskou als ge vangenen in de ambassade te Londen? ROOVERS IN NEW-YORK IN ACTIE. Een moedig politieagent. TARDIEU OVER ZIJN POLITIEK. Discipline, standvastigheid en doorzicht, plicht der meerder- heid. HET DREIGENDE MIINCONFLICT IN ENGELAND. Verwachting in breede krin gen dat een stopzetting zal worden vermeden. KANTONRECHTER IN DUITSCH- LAND DOODGESCHOTEN. Door een krankzinnige. EEN GERUCHTMAKENDE MISDAAD. NOODLOTTIGE BENZINE ONTPLOFFING IN MEXICO. Dertien dooden, zestien gewott> den. Leeuwen losgebroken. Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en Feeatdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post» giro 37060. Telei. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAS. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 27 November 1930. Het is met het wetsontwerp op de Winkel sluiting geloopen gelijk reeds gister te voor spellen viel: de Eerste Kamer heeft het aan vaard en wel met de niet onbelangrijke meer derheid van 25 tegen 13 stemmen. Tegen stemden de Liberalen, de Christelijk-Histori- schen met uitzondering van den heer Abra ham van der Hoeven, alsmede de katholiek Dobbelman. Minister Verschuur begon hedenmorgen zijn verdediging van het voorstel met een voor deze Kamer overbodig betoog, dat win kelsluiting een zeer gewenschte regeling was, om daarna het goed recht van een regeling bij wet te verdedigen. Deze was volgens hem verkieselijker dan een algemeene wet, die aan de gemeenteraden de verplichting zal opleg gen een winkelsluitingsverordening in het le ven te roepen. Juist ten einde te voorkomen, dat daarbij niet voldoende rekening was ge houden met de plaatselijke omstandigheden, was in art. 9 de mogelijkheid geopend voof gemeentebesturen om onder goedkeuring van hoogerhand regelingen te treffen, afwijkende van de wettelijke regeling. Volgens den mi nister komen de oude Zondagswet en de voorgedragen regeling niet met elkander in botsing, zij raken elkander zelfs niet. Alleen op het punt van venten op Zondag is er kans op incongruiteit, maar de minister meende dit niet als ernstig te moeten beschouwen. Het zou dwaasheid zijn te wachen op de tot standkoming van een nieuwe Zondagswet, daar dit nog jaren lang zou kunnen duren. Naar aanleiding van het verzoek om met de invoering van de nieuwe wet in ieder geval te wachten tot er betere tijden zijn aangebroken, deelde de Minister mede, dat het zeker wel negen maanden, zoo niet een jaar zal duren, eer de wet kan ingevoerd worden, daar de ge meenten haar verordeningen op de winkel sluiting in overeenstemming met de wet moeten brengen. In dien tusschentijd kan de toestand, belangrijk veranderen. Na enkele opmerkingen werd daarop tot stemming overgegaan, met het hier boven gemelde gevolg. De Kamer is daarop tot nadere bijeenroe ping weer uiteengegaan. In de hedenmiddag voortgezette vergade ring van de Tweede Kamer is men voortge gaan met de algemeene beschouwingen over de Begrooting van onderwijs. Op de vijftien sprekers van gister zijn heden nog enkele gevolgd, waaronder de heer De Visser (comm.) die een motie indiende ten gunste van een algemeene verhooging van de onder wijzerssalarissen. Ten slotte kwam de minister van onder wijs, de heer Terpstra aan het woord, en de ze heeft in een even vlotte als beknopte rede, alleen moeielijk te verstaan op de tribune, alle sprekers te woord gestaan. Hij erkende, dat zijn begrooting zes millioen hooger is dan verleden jaar, waarvan vier millioen op het lager onderwijs valt, maar hij ontkende ten stelligste, dat er op weelderige wijze met het geld werd rondgesprongen. De klachten over onnoodige splitsing zijn zeer overdreven. Het is echter zeer moeielijk daaromtrent met cijfers te komen. Een wettelijke regeling van het voorbereidend onderwijs zou in de eerste plaats aan de gemeenten veel geld kosten en het rijk zöu eenige millioenen moeten subsi dieeren. Voor verlenging van den leerplicht, b.v. tot het 15de jaar, zijn de tijden thans te on gunstig. De zaak van den bouw van een nieuw Conservatoriumgebouw in Den Haag zal de minister overwegen. Met zijn circulaire inzake het spelling vraagstuk heeft de minister geen weten schappelijk stelsel willen geven. Hij wilde alleen bij de examens de meest gebruikelijke afwijkingen veroorloven en in onderwijskrin gen is zijn streven zeer gewaardeerd. Wat de salarismoties betreft, de onderwijzers kloosterlingen ontvangen nu al 8i/2 pCt. minder dan de anderen. Hoe de ambtenaar zijn geld besteedt, gaat buiten de regeering om. Intusschen wil de meester nog wel eens nagaan, in hoever er meer rekening kan ge houden worden met het behoefte-element in de salarissen der onderwijzers-kloosterlin gen. De Kamer heeft hierop de moties-Lingbeek en Groeneweg betreffende de salarissen van onderwijzers-kloosterlingen verworpen, even als vervolgens de hierboven genoemde motie- De Visser Bij de afdeeling Hooger Onderwijs, die hierna aan de orde kwam, heeft o.a. de heer van Wijnbergen (r.k.) aangedrongen op sub- sidieering vaif het bijzonder hooger onder wijs. Mevr. Van Itallie—Van Embden (v.d.) drong o.a. op leerstoelen in de moderne ta len aan alle openbare universiteiten. De heer Duymaer van Twist (a r.) vroeg d? benoeming van een professor in de ho- mceopathie. De heer v. d. Waerden (s.d.a.p.) protes teerde tegen te veel benoemingen van bui tenlanders tot hoogleeraar. De heer Tilanus (c.h.) verklaarde dat de klachten over het tandheelkundig instituut te Utrecht nog steeds voortduren. Hij vreesde, dat de 5 ton voor verbetering niet doeltreffend zouden zijn besteed. Morgenmiddag zal de minister antwoor den. Hedenavond komt de begrooting van bin- nenlandsche zaken aan de orde. EEN CONSERVATIEVE AANVAL OP DE ENGELSCHE REGEERING. Een motie van afkeuring van Baldwin. Wat de regeering verzuimt heeft. Den laatsten tijd is er nog al eens een poging gedaan, om een eind te maken aan het Labour-bewind en als een der laatste pogingen daartoe mag men de motie van afkeuring van Baldwin be schouwen. Deze motie luidde: Het La gerhuis spreekt zijn afkeuring uit over het feit, dat de regeering in gebreke is gebleven, doeltreffende voorstellen te formuleeren voor de uitbreiding van den rijkshandel en heeft geweigerd de voorstellen, door de dominions gedaan, te aanvaarden. Bij het over de motie gevolgde debat verklaarde Baldwin o.a.: Ik ben er vast van overtuigd, dat ind'en wij niet be ginnen een geest van economische een heid binnen de grenzen van het rijk aan den dag te leggen, de eenheid groot ge vaar loopt. Talloos zijn degenen, die meenen, dat het gevaar bestaat, dat het ijk uiteen valt, indien de economische banden niet worden gesmeerd, om ons bijeen te houden, indien het moederland niet bereid is, met de dominions schik kingen te treffen. De dominions zullen onderling schikkingen treffen en zullen vrij zijn economische overeenkomsten met vreemde landen te sluiten, en om deze reden is de tijd, dien wij tot onze beschikking hebben, kort. De stemming zal waarschijnlijk in het nadeel der oppositie uitvallen, doch uit het Lager huis zullen wij 'n beroep doen op 't land en de zaak, waarvoor wij strijden, zal worden gesteund door een meerderheid van helderdenkende menschen. Van-den draadloozen dienst ontleent het Hbld. over deze kwestie nog de vol gende bijzonderheden: Thomas zeide, dat Canada wel bereid was de preferentie te vergrooten, doch niet om ook maar eenige belasting op te heffen. Hij uitte zijn groote waardeering voor den geest, waarin de preferentieele rechten door de dominions waren ver leend, doch indien zij tot niet anders dan ëen koophandel waren verlaagd, was hij er zeker van dat zij noodlottige gevolgen zouden hebben gehad. De regeering be vestigde van harte het beginsel dat rijks preferentie van groote waarde was, doch preferentieele tariefrechten waren niet de eenige-mogelijke rijkspreferentieele rechten. Wat betreft de bestaande preferentiee le tariefrechten was de regeering tege moet gekomen aan gerechtvaardigden twijfel, door een waarborg te geven voor hun continuiteit, een bereidwillig gege ven verzekering zonder loven of bieden. Andere kanten van het werk der con ferentie besprekend, zeide Thomas dat zij het tegenwoordig gebied van de eco nomische commissie had verruimd en een poging had gedaan om een nieuw secretariaat voor het rijk te vestigen. Ofschoon ongelukkigerwijze het laatst genoemde niet was gelukt, zoo geloofde hij toch dat deze politiek in de toekomst vruchten zou afwerpen. De conferentie had ook nauwgezet aandacht geschon ken aan het contingenteeringsstelsel, terwijl aankoop in het groot en invoer- commissies, die werden onderzocht, verder onderwerp van onderzoek uit maken in den wensch iets practisch te bereiken. Thomas verwierp de meeding dat de dominions teleurgesteld waren over de resultaten der conferentie, waar zij hun bestaande positie hadden geconsolideerd en den weg hadden geëffend voor de be handeling van alle economische proble men, die den handel des rijks zouden helpen. Thomas, die namens de regeering ant woordde, noemdede voorstellen der dominions voor Groat-Britannië onbil lijk. Zij verplichten Groot-Britannië belasting te heffen van (buitenlandsche) voedingsmiddelen, waartegenover de Dominions eenvoudig toestemden in het vergrooten van de Britsche referentie voor producten, in Groot-Brittannië ver vaardigd en naar Canada uitgevoerd. De andere dominions zouden rechten heb- bèn moetert betalen, terwijl voor de Brit sche uitvoeren naar Argentinië geen rechten worden betaald. Baldwin had' zich bij de jongste algemeene verkiezin- ger verbonden, geen belastingen te leg gen op voedingsmiddelen. Baldwin zou derhalve evenmin als de regeering de voorstellen der dominions hebben kun nen aanvaarden. De oppositie stelde een motie van afkeuring voor alvorens een volledig verslag van de beraadslagingen der conferentie te hebben gevraagd. Sir Herbert Samuel zeide dat de libe ralen van meening waren, dat de regee ring ter rijksconferentie den goeden weg had gevolgd. Zooals elders in dit nummer te lezen is, werd de motie-Baldwin ten slotte verworpen, zoodat de regeering ook deze klip weer omzeild heeft. Er dreigt ech ter ook nog een mijnwerkscrisis en hoe wel die niet dadelijk in verband ge bracht behoeft te worden met regee- ringsmoeilijkheden, zou het toch wel eens kunnen gebeuren, dat deze crisis de regeering voor nieuwe moeilijkheden plaatst. DE GEBEURTENISSEN IN OOST-OPPER-SILEZIE. Het Duitsche protest tegen de gebeurtenis sen in Oost-Opper-Eilezië zal, naar men in welingelichte kringen te Londen aanneemt, de Volkenbondsovereenkomst inzake Opper- Silezië als juridische basis bezigen. Daar deze overeenkomst binnen enkele jaren expireert zal er wellicht tevens aanleiding bestaan om de vraag, wat de verdere toe komst van dit gebied zal zijn, te berde te brengen. De Engelsche regeering heeft door haar ambassadeur te Warschau onverwijld een rapport laten uitbrengen over de voorvallen in Oost-Galhcië. Dit rapport wordt door de bevoegde instanties bestudeerd, teneinde na te gaan of Engeland aanleiding kan vinden om dienaangaande stappen bij den Volken bond te ondernemen. De Engelsche consul te Kattowitz Ross heeft instructie ontvangen materiaal te verzamelen en dit door bemidde ling van het gezantschap te Berlijn naar Londen te zenden. CONSERVATIEVE AANVAL OP DE BRITSCHE REGEERING. Conservatieve motie van wan trouwen verworpen. In het Engelsche Lagerhuis is een conser vatieve motie van wantrouwen tegen de re geering van MacDonald, verworpen met 299 tegen 234 stemmen. DE NOBELPRIJS VOOR DEN VREDE. De Nobel-commissie van het Noorsche Storting heeft beslist over de toekenning van den Nobelprijs voor den vrede. De prijs voor 1930 werd toegekend aan den Zweedschen Aartsbisschop Nathan Sö derblom, en die voor 1929 aan den vroegeren Amerikaanschen Minister van Buitenland sche Zaken Kellogg. De „Daily Mail" komt met een sensationeel verhaal over een mislukte poging om den Russischen ambassadeur te Londen, Sokolni- kow, naar Rusland te brengen. Er zouden zoo luidt het verhaal door de Gpoe brie ven en documenten onderschept zijn door den sovjetambassadeur te Londen aan Rykow en andere tegenstanders van Stalin gezonden. Op grond dezer ontdekking zouden in het begin der vorige week drie afgezanten naar Londen gestuurd zijn met de opdracht om den ambassadeur Sokolnikow mee terug te nemen naar Moskou. Door vrienden voor de komst dezer afge zanten gewaarschuwd, zou Sokolnikow zeke re voorzorgsmaatregelen genomen hebben die hem in staat stelden de „gasten" uit Mos kou gevangen te houden in de ambassade. Ze zouden er volgens het blad nog zijn en zou den eerst worden vrijgelaten als er meer klaarheid is gekomen in den toestand in Rus land. Dit is, volgens de D. M., de derde ervaring van Sokolnikow wat betreft inmenging van de Gpoe in zijn werk als ambassadeur. Den eersten keer kreeg hij bezoek van het hoofd der buitenlandsche sectie van de Gpoe, Roisemann, die hem gelastte rapport te gaan uitbrengen in Moskou. Sokolnikow ge hoorzaamde en ging naar Moskou, vergezeld van zijn bekoorlijke vrouw, die, altijd volgens de „Daily Mail", het hoofd is van de Gpoe in Londen. Blijkbaar was hij in staat zijn ge schillen met Stalin bij te leggen en ten slotte keerde hij naar Londen terug om naar het heette handelsverdragen te sluiten. Enkele weken later kwamen er weer twee afgezanten naar Londen die hem gelastten onmiddellijk naar Rusland terug te keeren. Hij deed een beroep op Litwinow, die toen juist opnieuw tot commissaris van buiten landsche zaken was benoemd, en door diens interventie kreeg hij verlof in Londen te blij ven. Vier roovers drongen met de revolver in de hand een onwettig drankhuis te New-York binnen, dat zij wilden plunderen. Een in den wapenhandel zeer bedreven politieagent kwam tusschenbeide. die achtereeftvolgens met revolverschoten de vier roovers verwond de en deze daarna arresteerde. Vier andere roovers stalen dertigduizend dollars uit een plaatselijke bankinstelling te Hawthorne, in New-Jersey. Reddingsbrigades werken voortdurend om het leed te verzachten. Tardieu, die het woord voerde in een ver gadering van militante republikeinen, gaf een uitvoerig overzicht van het werk der re geering. Hij critiseerde de houding der op positie, die in alle vraagstukken van belang voor de regeering stemde, doch haar tevens heftig bestreed niet in groote slagen met open vizier, doch uit een hinderlaag. Tardieu, sprekende over de wet op de nationale outil lage, betreurde het dat de oppositie een stemming vertraagde met duizend kunstmid delen en betoogde dat de schatkist in uitmun tenden toestand verkeerde en veel beter was dan in 1926 met een begrooting zonder nieu we lasten voor het land. De president van den ministerraad zette uitvoerig uiteen wat hij verstond onder de kwestie der concentra tie, die niet ten volle verwezenlijkt was door het tegenwoordige kabinet ten gevolge van de houding der radicaal-socialisten, die na hun uittreding uit het kabinet-Poincaré, Briand en hemzelf hun medewerking hadden gewei gerd. Hij voegde hieraan toe, dat het jam mer was, dat zij hun medewerking niet ver leenden. Tardieu schetste de rol van de meerderheid, die een essentieele taak had te vervullen, voor Frankrijk het benijdenswaardige voor deel van stabiliteit te bewaren, evenals de moeilijke taak, de strikken te ontwarren, Frankrijk gespannen. Hij zette de houding der regeering uiteen in de parlementaire com missie van onderzoek inzake de betrekkingen tusschen politiek en financiën. De regee ring, zeide hij, zal alles doen om te bewerk stelligen, dat het onderzoek afdoend en volle dig zijn zal. Zij aanvaardde het onder voorwaarde dat het niet werd onttrokken aan de justitie. Tardieu deed tenslotte een beroep op de meerderheid, wier plicht, zeide hij, is: disci pline, standvastigheid en doorzicht. fn breede kringen wordt volgens den Brit- schen draadloozen dienst aan het Hbld., ver wacht dat de bedreiging van een stopzetting van het steenkolenbedrijf de volgende week in Z.-Wales en Schotland zal worden opge heven. Van beide kanten is men vol hoop. Vandaag vergadert de nationale loonraad over het conflict in Z.-Wales en morgen komt de gedelegeerdenconferentie der mijnwerkers bijeen. In sommige kringen wordt te verstaan gegeven dat aan deze conferentie zal worden gevraagd om een voorstel te overwegen om toe te stemmen in een „spread-over" van den werktijd (45 uur per week of 90 uur per veertien dagen 'in plaats van 7uur per dag) of in een uitstel van den korteren weekdag tot de afzetstelsels in werking zijn. Inmiddels is de centrale raad voor het afzetstelsel, waarin de mijneigenaars van alle disticten vertegenwoordigd zijn, bijeen gekomen om de productie-tonnage vast te stellen die voor het eerste kwartaal van 1931 aan ieders district zal worden toegewezen. De raad heeft besloten dat, gezien de vermin derde vraag naar steenkool, de cijfers voor het maximum der productie in de verschil lende districten aanzienlijk beneden die van de overeenkomende periode van dit jaar moe ten zijn. Deze cijfers worden aan de districts-be- stuursraden meegedeeld omdat deze ze over de afzonderlijke mijnen verdeelen. Er werd overeenstemming bereikt zonder dat men zijn toevlucht behoefde te nemen tot de arbitrage-procedure in het stelsel opge nomen. ZELFMOORD OP HET TOONEEL Tijdens een proefvoorstelling in het Buda» pester Operettehaus heeft de jeugdige acteur Arpad Deak zelfmoord gepleegd door zicfc op het tooneel een kogel door het hoofd t« schieten. AARDSCHOKKEN IN CHILI. Uit Coquimbo in Chili wordt gemeld, dat aldaar gisteren eenige krachtige aardschok ken werden waargenomen. Eenige gebouwen werden beschadigd en er ontstond 'n brand waardoor een der grootste zakengebouwen van de stad geheel werd vernield. Persoon lijke ongevallen kwamen niet voor. DE AARDBEVINGSRAMP IN JAPAN. Het aantal slachtoffers thans 250. In een mededeeling van de Japansche am bassade te Londen wordt bekend gemaakt dat het aantal dooden, tengevolge van de aardbeving op het schiereiland Izu thans 250 bedraagt. De aardschokken duren voort. De bevolking brengt den nacht in de openlucht door. Hoewel men gelooft dat het ergste voorbij is, duren in het geteisterde gebied de aard schokken nog voort. Het observatorium meldt dat er sedert de eerste aardbeving 850 lichte schokken en tallooze kleinere trillingen zijn waargenomen. Uit vrees voor nieuwe schokken hebben de bew oners van het getroffen gebied den nacht m. de openlucht doorgebracht Te Eberswalde is de kantonrechter van het kantongerecht aldaar door een waanzinnige, den barbier Bornstein, doodgeschoten. De dader had op den kantonrechter, dr Görcke, geloerd, toen deze het kantongerecht verliet om een lezing te houden. Voor het ge bouw schoot de barbier met een revolver den kantonrechter in den rug. Ondanks direct operatief ingrijpen kon de zwaar gewonde niet worden gered. De reeds dikwijls naar zijn geestestoestand onderzochte Bornstein stond algemeen be kend als niet goed bij het hoofd, doch aange zien hij niet gevaarlijk werd geacht, kon hij vrij rondloopen. De man had jaren geleden eens een proces verloren, waarbij de uit spraak in eerste instantie was gedaan door dr. Görcke. Sedert dien tijd had de man den kantonrechter voortdurend vervolgd met be zwaarschriften, klachten, enz. AANSLAG OP DEN SNELTREIN BERLIJN—STOCKHOLM. Gelukkig niet gelukt. Woensdagavond te 21.50 uur is op den D- trein Berlijn—Stockholm, die des avonds te 8 uur uit Berlijn vertrekt tusschen de sta tions Sechausen en Prenzlau een aanslag ge daan, die gelukkig geen ernstige gevolgen had. Een anderhalf centenaar wegende kilome- terpaal was uit den grond gehaald en met eenige brokstukken hout over de rails gelegd. De locomotief ruimde echter met den baan- schuiver de hindernis op zij, die gedeeltelijk werd verpletterd. Zonder oponthoud kon de trein zijn weg vervolgen. Te Angermünde is inmiddels een persoon gearresteerd, die van den aanslag wordt verdacht Voor het hof van gezworenen der Seine heeft Woensdag mevrouw Bouquillon terecht gestaan, een vrouw van de wereld, die na twintig jaar van onberispelijk huwelijksleven de echtelijke woning verliet om samen te gaan wonen met een jongeren man, zoon van een arbeider, rijk geworden en reeds samenlevend met zijn minnares. De drie menschen leefden in het zelfde huis, de man nam van mevrouw Bouquillon een groot bedrag in effecten aan. In de rechtzaal deelde mevrouw Bouquillon onder snikken mede, dat de toestand, waarin zij was geraakt, haar walgde, zij wilde een eind aan haar leven maken en kocht een re volver. Maar zij heeft met dit wapen niet zich zelf gedood. Zij heeft haar minnaar in zijn slaap doodgeschoten en vervolgens haar mede-minnares, die op het geluid der schoten kwam toesnellen, met twee schoten in de borst gedood. Na de dubbele misdaad is de vrouw in den kouden Novembernacht in nachtge waad de straat opgeloopen, de revolver in de hand. Waarheen? Naar het door haar verla ten huis. Zij belt aan, maar er wordt niet open gedaan. Zij klimt naar de kamers van het personeel, vraagt om den huissleutel, maar krijgt dien niet. Dan, om vijf uur in den morgen, gaat zij, nog steeds in nachtge waad, met het uiterlijk van een krankzinnige, naar een politiebureau. Tot de gisteren gehoorde getuigen behoor de de oude vader der beklaagde, een man van tachtig jaar, die schreide; voorts de verlaten man, gekomen om de vrouw te verdedigen, die voor hem plotseling een abnormale zieke was geworden. Het getuigenis van den echtge noot was, volgens den verslaggever der Figa ro, zeer nobel en zeer smartelijk. In de recht zaal was de ontroering algemeen, vertelt de N. R. C. „Twintig jaar lang, zeide de getui ge, is zij een volmaakte echtgenoote geweest, in alle opzichten respectabel. Hoe ter we reld is zij in dezen poel terecht gekomen? Ik heb getracht haar terug te brengen; wat er gebeurd is, is zoo onwaarschijnlijk, zoo ab normaal voor deze huiselijke vrouw, die zoo goed was, zoo nobel. Zij ging weinig uit. Twintig jaar geluk. Ik heb geprobeerd uit te vinden in wat voor handen zij was gevallen. Ik heb alles gedaan wat een verlaten man („un pauvre diable de mari") kon doen. Deze laatste woorden verwekten groote ontroering. Mevrouw Bouquillon moet een zeer knappe zijn. Zij is acht en veertig jaar oud. De correspondent van de „Associated Press" te Mexico bericht dat Woensdagoch tend in het dorp Guadeloupe bij Irapuato door een benzine-ontploffing 13 personen werden gedood en 16 gewond. Tengevolge van de ontploffing braken een aantal wilde dieren, waaronder enkele leeu wen, van een circus los en maakten het dorp onveilig, totdat zii doodgeschoten werden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 3