DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Uit het Parlement
Buitenland
Uio.
VRIJDAG 2$ VOVER HEK 193©
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
SOKOLNIKOW EN DE GPOE.
„Gasten" uit Moskou als ge
vangenen in de ambassade te
Londen?
ROOVERS IN NEW-YORK IN ACTIE.
Een moedig politieagent.
TARDIEU OVER ZIJN POLITIEK.
Discipline, standvastigheid en
doorzicht, plicht der meerder-
heid.
HET DREIGENDE MIINCONFLICT
IN ENGELAND.
Verwachting in breede krin
gen dat een stopzetting zal
worden vermeden.
KANTONRECHTER IN DUITSCH-
LAND DOODGESCHOTEN.
Door een krankzinnige.
EEN GERUCHTMAKENDE MISDAAD.
NOODLOTTIGE BENZINE
ONTPLOFFING IN MEXICO.
Dertien dooden, zestien gewott>
den. Leeuwen losgebroken.
Deze Conrant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en
Feeatdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post»
giro 37060. Telei. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAS.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 27 November 1930.
Het is met het wetsontwerp op de Winkel
sluiting geloopen gelijk reeds gister te voor
spellen viel: de Eerste Kamer heeft het aan
vaard en wel met de niet onbelangrijke meer
derheid van 25 tegen 13 stemmen. Tegen
stemden de Liberalen, de Christelijk-Histori-
schen met uitzondering van den heer Abra
ham van der Hoeven, alsmede de katholiek
Dobbelman.
Minister Verschuur begon hedenmorgen
zijn verdediging van het voorstel met een
voor deze Kamer overbodig betoog, dat win
kelsluiting een zeer gewenschte regeling was,
om daarna het goed recht van een regeling
bij wet te verdedigen. Deze was volgens hem
verkieselijker dan een algemeene wet, die aan
de gemeenteraden de verplichting zal opleg
gen een winkelsluitingsverordening in het le
ven te roepen. Juist ten einde te voorkomen,
dat daarbij niet voldoende rekening was ge
houden met de plaatselijke omstandigheden,
was in art. 9 de mogelijkheid geopend voof
gemeentebesturen om onder goedkeuring van
hoogerhand regelingen te treffen, afwijkende
van de wettelijke regeling. Volgens den mi
nister komen de oude Zondagswet en de
voorgedragen regeling niet met elkander in
botsing, zij raken elkander zelfs niet. Alleen
op het punt van venten op Zondag is er kans
op incongruiteit, maar de minister meende
dit niet als ernstig te moeten beschouwen.
Het zou dwaasheid zijn te wachen op de tot
standkoming van een nieuwe Zondagswet,
daar dit nog jaren lang zou kunnen duren.
Naar aanleiding van het verzoek om met de
invoering van de nieuwe wet in ieder geval te
wachten tot er betere tijden zijn aangebroken,
deelde de Minister mede, dat het zeker wel
negen maanden, zoo niet een jaar zal duren,
eer de wet kan ingevoerd worden, daar de ge
meenten haar verordeningen op de winkel
sluiting in overeenstemming met de wet
moeten brengen. In dien tusschentijd kan de
toestand, belangrijk veranderen.
Na enkele opmerkingen werd daarop tot
stemming overgegaan, met het hier boven
gemelde gevolg.
De Kamer is daarop tot nadere bijeenroe
ping weer uiteengegaan.
In de hedenmiddag voortgezette vergade
ring van de Tweede Kamer is men voortge
gaan met de algemeene beschouwingen over
de Begrooting van onderwijs. Op de vijftien
sprekers van gister zijn heden nog enkele
gevolgd, waaronder de heer De Visser
(comm.) die een motie indiende ten gunste
van een algemeene verhooging van de onder
wijzerssalarissen.
Ten slotte kwam de minister van onder
wijs, de heer Terpstra aan het woord, en de
ze heeft in een even vlotte als beknopte rede,
alleen moeielijk te verstaan op de tribune, alle
sprekers te woord gestaan. Hij erkende, dat
zijn begrooting zes millioen hooger is dan
verleden jaar, waarvan vier millioen op het
lager onderwijs valt, maar hij ontkende ten
stelligste, dat er op weelderige wijze met het
geld werd rondgesprongen. De klachten
over onnoodige splitsing zijn zeer overdreven.
Het is echter zeer moeielijk daaromtrent met
cijfers te komen. Een wettelijke regeling van
het voorbereidend onderwijs zou in de eerste
plaats aan de gemeenten veel geld kosten en
het rijk zöu eenige millioenen moeten subsi
dieeren.
Voor verlenging van den leerplicht, b.v. tot
het 15de jaar, zijn de tijden thans te on
gunstig.
De zaak van den bouw van een nieuw
Conservatoriumgebouw in Den Haag zal de
minister overwegen.
Met zijn circulaire inzake het spelling
vraagstuk heeft de minister geen weten
schappelijk stelsel willen geven. Hij wilde
alleen bij de examens de meest gebruikelijke
afwijkingen veroorloven en in onderwijskrin
gen is zijn streven zeer gewaardeerd. Wat
de salarismoties betreft, de onderwijzers
kloosterlingen ontvangen nu al 8i/2 pCt.
minder dan de anderen. Hoe de ambtenaar
zijn geld besteedt, gaat buiten de regeering
om. Intusschen wil de meester nog wel eens
nagaan, in hoever er meer rekening kan ge
houden worden met het behoefte-element in
de salarissen der onderwijzers-kloosterlin
gen.
De Kamer heeft hierop de moties-Lingbeek
en Groeneweg betreffende de salarissen van
onderwijzers-kloosterlingen verworpen, even
als vervolgens de hierboven genoemde motie-
De Visser
Bij de afdeeling Hooger Onderwijs, die
hierna aan de orde kwam, heeft o.a. de heer
van Wijnbergen (r.k.) aangedrongen op sub-
sidieering vaif het bijzonder hooger onder
wijs.
Mevr. Van Itallie—Van Embden (v.d.)
drong o.a. op leerstoelen in de moderne ta
len aan alle openbare universiteiten.
De heer Duymaer van Twist (a r.) vroeg
d? benoeming van een professor in de ho-
mceopathie.
De heer v. d. Waerden (s.d.a.p.) protes
teerde tegen te veel benoemingen van bui
tenlanders tot hoogleeraar.
De heer Tilanus (c.h.) verklaarde dat de
klachten over het tandheelkundig instituut
te Utrecht nog steeds voortduren.
Hij vreesde, dat de 5 ton voor verbetering
niet doeltreffend zouden zijn besteed.
Morgenmiddag zal de minister antwoor
den.
Hedenavond komt de begrooting van bin-
nenlandsche zaken aan de orde.
EEN CONSERVATIEVE AANVAL OP
DE ENGELSCHE REGEERING.
Een motie van afkeuring van Baldwin.
Wat de regeering verzuimt heeft.
Den laatsten tijd is er nog al eens een
poging gedaan, om een eind te maken
aan het Labour-bewind en als een der
laatste pogingen daartoe mag men de
motie van afkeuring van Baldwin be
schouwen. Deze motie luidde: Het La
gerhuis spreekt zijn afkeuring uit over
het feit, dat de regeering in gebreke is
gebleven, doeltreffende voorstellen te
formuleeren voor de uitbreiding van
den rijkshandel en heeft geweigerd de
voorstellen, door de dominions gedaan,
te aanvaarden.
Bij het over de motie gevolgde debat
verklaarde Baldwin o.a.: Ik ben er vast
van overtuigd, dat ind'en wij niet be
ginnen een geest van economische een
heid binnen de grenzen van het rijk aan
den dag te leggen, de eenheid groot ge
vaar loopt. Talloos zijn degenen, die
meenen, dat het gevaar bestaat, dat het
ijk uiteen valt, indien de economische
banden niet worden gesmeerd, om ons
bijeen te houden, indien het moederland
niet bereid is, met de dominions schik
kingen te treffen. De dominions zullen
onderling schikkingen treffen en zullen
vrij zijn economische overeenkomsten
met vreemde landen te sluiten, en om
deze reden is de tijd, dien wij tot onze
beschikking hebben, kort. De stemming
zal waarschijnlijk in het nadeel der
oppositie uitvallen, doch uit het Lager
huis zullen wij 'n beroep doen op 't land
en de zaak, waarvoor wij strijden, zal
worden gesteund door een meerderheid
van helderdenkende menschen.
Van-den draadloozen dienst ontleent
het Hbld. over deze kwestie nog de vol
gende bijzonderheden:
Thomas zeide, dat Canada wel bereid
was de preferentie te vergrooten, doch
niet om ook maar eenige belasting op te
heffen. Hij uitte zijn groote waardeering
voor den geest, waarin de preferentieele
rechten door de dominions waren ver
leend, doch indien zij tot niet anders dan
ëen koophandel waren verlaagd, was hij
er zeker van dat zij noodlottige gevolgen
zouden hebben gehad. De regeering be
vestigde van harte het beginsel dat rijks
preferentie van groote waarde was, doch
preferentieele tariefrechten waren niet
de eenige-mogelijke rijkspreferentieele
rechten.
Wat betreft de bestaande preferentiee
le tariefrechten was de regeering tege
moet gekomen aan gerechtvaardigden
twijfel, door een waarborg te geven voor
hun continuiteit, een bereidwillig gege
ven verzekering zonder loven of bieden.
Andere kanten van het werk der con
ferentie besprekend, zeide Thomas dat
zij het tegenwoordig gebied van de eco
nomische commissie had verruimd en
een poging had gedaan om een nieuw
secretariaat voor het rijk te vestigen.
Ofschoon ongelukkigerwijze het laatst
genoemde niet was gelukt, zoo geloofde
hij toch dat deze politiek in de toekomst
vruchten zou afwerpen. De conferentie
had ook nauwgezet aandacht geschon
ken aan het contingenteeringsstelsel,
terwijl aankoop in het groot en invoer-
commissies, die werden onderzocht,
verder onderwerp van onderzoek uit
maken in den wensch iets practisch te
bereiken.
Thomas verwierp de meeding dat de
dominions teleurgesteld waren over de
resultaten der conferentie, waar zij hun
bestaande positie hadden geconsolideerd
en den weg hadden geëffend voor de be
handeling van alle economische proble
men, die den handel des rijks zouden
helpen.
Thomas, die namens de regeering ant
woordde, noemdede voorstellen der
dominions voor Groat-Britannië onbil
lijk. Zij verplichten Groot-Britannië
belasting te heffen van (buitenlandsche)
voedingsmiddelen, waartegenover de
Dominions eenvoudig toestemden in het
vergrooten van de Britsche referentie
voor producten, in Groot-Brittannië ver
vaardigd en naar Canada uitgevoerd. De
andere dominions zouden rechten heb-
bèn moetert betalen, terwijl voor de Brit
sche uitvoeren naar Argentinië geen
rechten worden betaald. Baldwin had'
zich bij de jongste algemeene verkiezin-
ger verbonden, geen belastingen te leg
gen op voedingsmiddelen. Baldwin zou
derhalve evenmin als de regeering de
voorstellen der dominions hebben kun
nen aanvaarden. De oppositie stelde een
motie van afkeuring voor alvorens een
volledig verslag van de beraadslagingen
der conferentie te hebben gevraagd.
Sir Herbert Samuel zeide dat de libe
ralen van meening waren, dat de regee
ring ter rijksconferentie den goeden weg
had gevolgd.
Zooals elders in dit nummer te lezen
is, werd de motie-Baldwin ten slotte
verworpen, zoodat de regeering ook deze
klip weer omzeild heeft. Er dreigt ech
ter ook nog een mijnwerkscrisis en hoe
wel die niet dadelijk in verband ge
bracht behoeft te worden met regee-
ringsmoeilijkheden, zou het toch wel
eens kunnen gebeuren, dat deze crisis
de regeering voor nieuwe moeilijkheden
plaatst.
DE GEBEURTENISSEN IN
OOST-OPPER-SILEZIE.
Het Duitsche protest tegen de gebeurtenis
sen in Oost-Opper-Eilezië zal, naar men in
welingelichte kringen te Londen aanneemt, de
Volkenbondsovereenkomst inzake Opper-
Silezië als juridische basis bezigen.
Daar deze overeenkomst binnen enkele jaren
expireert zal er wellicht tevens aanleiding
bestaan om de vraag, wat de verdere toe
komst van dit gebied zal zijn, te berde te
brengen.
De Engelsche regeering heeft door haar
ambassadeur te Warschau onverwijld een
rapport laten uitbrengen over de voorvallen
in Oost-Galhcië. Dit rapport wordt door de
bevoegde instanties bestudeerd, teneinde na
te gaan of Engeland aanleiding kan vinden
om dienaangaande stappen bij den Volken
bond te ondernemen. De Engelsche consul te
Kattowitz Ross heeft instructie ontvangen
materiaal te verzamelen en dit door bemidde
ling van het gezantschap te Berlijn naar
Londen te zenden.
CONSERVATIEVE AANVAL OP DE
BRITSCHE REGEERING.
Conservatieve motie van wan
trouwen verworpen.
In het Engelsche Lagerhuis is een conser
vatieve motie van wantrouwen tegen de re
geering van MacDonald, verworpen met
299 tegen 234 stemmen.
DE NOBELPRIJS VOOR DEN VREDE.
De Nobel-commissie van het Noorsche
Storting heeft beslist over de toekenning van
den Nobelprijs voor den vrede.
De prijs voor 1930 werd toegekend aan
den Zweedschen Aartsbisschop Nathan Sö
derblom, en die voor 1929 aan den vroegeren
Amerikaanschen Minister van Buitenland
sche Zaken Kellogg.
De „Daily Mail" komt met een sensationeel
verhaal over een mislukte poging om den
Russischen ambassadeur te Londen, Sokolni-
kow, naar Rusland te brengen. Er zouden
zoo luidt het verhaal door de Gpoe brie
ven en documenten onderschept zijn door den
sovjetambassadeur te Londen aan Rykow en
andere tegenstanders van Stalin gezonden.
Op grond dezer ontdekking zouden in het
begin der vorige week drie afgezanten naar
Londen gestuurd zijn met de opdracht om
den ambassadeur Sokolnikow mee terug te
nemen naar Moskou.
Door vrienden voor de komst dezer afge
zanten gewaarschuwd, zou Sokolnikow zeke
re voorzorgsmaatregelen genomen hebben
die hem in staat stelden de „gasten" uit Mos
kou gevangen te houden in de ambassade. Ze
zouden er volgens het blad nog zijn en zou
den eerst worden vrijgelaten als er meer
klaarheid is gekomen in den toestand in Rus
land.
Dit is, volgens de D. M., de derde ervaring
van Sokolnikow wat betreft inmenging van
de Gpoe in zijn werk als ambassadeur.
Den eersten keer kreeg hij bezoek van het
hoofd der buitenlandsche sectie van de Gpoe,
Roisemann, die hem gelastte rapport te
gaan uitbrengen in Moskou. Sokolnikow ge
hoorzaamde en ging naar Moskou, vergezeld
van zijn bekoorlijke vrouw, die, altijd volgens
de „Daily Mail", het hoofd is van de Gpoe in
Londen. Blijkbaar was hij in staat zijn ge
schillen met Stalin bij te leggen en ten slotte
keerde hij naar Londen terug om naar het
heette handelsverdragen te sluiten.
Enkele weken later kwamen er weer twee
afgezanten naar Londen die hem gelastten
onmiddellijk naar Rusland terug te keeren.
Hij deed een beroep op Litwinow, die toen
juist opnieuw tot commissaris van buiten
landsche zaken was benoemd, en door diens
interventie kreeg hij verlof in Londen te blij
ven.
Vier roovers drongen met de revolver in de
hand een onwettig drankhuis te New-York
binnen, dat zij wilden plunderen. Een in
den wapenhandel zeer bedreven politieagent
kwam tusschenbeide. die achtereeftvolgens
met revolverschoten de vier roovers verwond
de en deze daarna arresteerde.
Vier andere roovers stalen dertigduizend
dollars uit een plaatselijke bankinstelling te
Hawthorne, in New-Jersey.
Reddingsbrigades werken voortdurend om
het leed te verzachten.
Tardieu, die het woord voerde in een ver
gadering van militante republikeinen, gaf
een uitvoerig overzicht van het werk der re
geering. Hij critiseerde de houding der op
positie, die in alle vraagstukken van belang
voor de regeering stemde, doch haar tevens
heftig bestreed niet in groote slagen met open
vizier, doch uit een hinderlaag. Tardieu,
sprekende over de wet op de nationale outil
lage, betreurde het dat de oppositie een
stemming vertraagde met duizend kunstmid
delen en betoogde dat de schatkist in uitmun
tenden toestand verkeerde en veel beter was
dan in 1926 met een begrooting zonder nieu
we lasten voor het land. De president van
den ministerraad zette uitvoerig uiteen wat
hij verstond onder de kwestie der concentra
tie, die niet ten volle verwezenlijkt was door
het tegenwoordige kabinet ten gevolge van de
houding der radicaal-socialisten, die na hun
uittreding uit het kabinet-Poincaré, Briand
en hemzelf hun medewerking hadden gewei
gerd. Hij voegde hieraan toe, dat het jam
mer was, dat zij hun medewerking niet ver
leenden.
Tardieu schetste de rol van de meerderheid,
die een essentieele taak had te vervullen,
voor Frankrijk het benijdenswaardige voor
deel van stabiliteit te bewaren, evenals de
moeilijke taak, de strikken te ontwarren,
Frankrijk gespannen. Hij zette de houding
der regeering uiteen in de parlementaire com
missie van onderzoek inzake de betrekkingen
tusschen politiek en financiën. De regee
ring, zeide hij, zal alles doen om te bewerk
stelligen, dat het onderzoek afdoend en volle
dig zijn zal. Zij aanvaardde het onder
voorwaarde dat het niet werd onttrokken
aan de justitie.
Tardieu deed tenslotte een beroep op de
meerderheid, wier plicht, zeide hij, is: disci
pline, standvastigheid en doorzicht.
fn breede kringen wordt volgens den Brit-
schen draadloozen dienst aan het Hbld., ver
wacht dat de bedreiging van een stopzetting
van het steenkolenbedrijf de volgende week
in Z.-Wales en Schotland zal worden opge
heven. Van beide kanten is men vol hoop.
Vandaag vergadert de nationale loonraad
over het conflict in Z.-Wales en morgen komt
de gedelegeerdenconferentie der mijnwerkers
bijeen. In sommige kringen wordt te verstaan
gegeven dat aan deze conferentie zal worden
gevraagd om een voorstel te overwegen om
toe te stemmen in een „spread-over" van den
werktijd (45 uur per week of 90 uur per
veertien dagen 'in plaats van 7uur per dag)
of in een uitstel van den korteren weekdag
tot de afzetstelsels in werking zijn.
Inmiddels is de centrale raad voor het
afzetstelsel, waarin de mijneigenaars van
alle disticten vertegenwoordigd zijn, bijeen
gekomen om de productie-tonnage vast te
stellen die voor het eerste kwartaal van 1931
aan ieders district zal worden toegewezen.
De raad heeft besloten dat, gezien de vermin
derde vraag naar steenkool, de cijfers voor
het maximum der productie in de verschil
lende districten aanzienlijk beneden die van
de overeenkomende periode van dit jaar moe
ten zijn.
Deze cijfers worden aan de districts-be-
stuursraden meegedeeld omdat deze ze over
de afzonderlijke mijnen verdeelen.
Er werd overeenstemming bereikt zonder
dat men zijn toevlucht behoefde te nemen tot
de arbitrage-procedure in het stelsel opge
nomen.
ZELFMOORD OP HET TOONEEL
Tijdens een proefvoorstelling in het Buda»
pester Operettehaus heeft de jeugdige acteur
Arpad Deak zelfmoord gepleegd door zicfc
op het tooneel een kogel door het hoofd t«
schieten.
AARDSCHOKKEN IN CHILI.
Uit Coquimbo in Chili wordt gemeld, dat
aldaar gisteren eenige krachtige aardschok
ken werden waargenomen. Eenige gebouwen
werden beschadigd en er ontstond 'n brand
waardoor een der grootste zakengebouwen
van de stad geheel werd vernield. Persoon
lijke ongevallen kwamen niet voor.
DE AARDBEVINGSRAMP IN JAPAN.
Het aantal slachtoffers thans 250.
In een mededeeling van de Japansche am
bassade te Londen wordt bekend gemaakt
dat het aantal dooden, tengevolge van de
aardbeving op het schiereiland Izu thans
250 bedraagt.
De aardschokken duren voort.
De bevolking brengt den nacht in de
openlucht door.
Hoewel men gelooft dat het ergste voorbij
is, duren in het geteisterde gebied de aard
schokken nog voort. Het observatorium meldt
dat er sedert de eerste aardbeving 850 lichte
schokken en tallooze kleinere trillingen zijn
waargenomen.
Uit vrees voor nieuwe schokken hebben de
bew oners van het getroffen gebied den nacht
m. de openlucht doorgebracht
Te Eberswalde is de kantonrechter van het
kantongerecht aldaar door een waanzinnige,
den barbier Bornstein, doodgeschoten.
De dader had op den kantonrechter, dr
Görcke, geloerd, toen deze het kantongerecht
verliet om een lezing te houden. Voor het ge
bouw schoot de barbier met een revolver den
kantonrechter in den rug. Ondanks direct
operatief ingrijpen kon de zwaar gewonde
niet worden gered.
De reeds dikwijls naar zijn geestestoestand
onderzochte Bornstein stond algemeen be
kend als niet goed bij het hoofd, doch aange
zien hij niet gevaarlijk werd geacht, kon hij
vrij rondloopen. De man had jaren geleden
eens een proces verloren, waarbij de uit
spraak in eerste instantie was gedaan door
dr. Görcke. Sedert dien tijd had de man den
kantonrechter voortdurend vervolgd met be
zwaarschriften, klachten, enz.
AANSLAG OP DEN SNELTREIN
BERLIJN—STOCKHOLM.
Gelukkig niet gelukt.
Woensdagavond te 21.50 uur is op den D-
trein Berlijn—Stockholm, die des avonds te
8 uur uit Berlijn vertrekt tusschen de sta
tions Sechausen en Prenzlau een aanslag ge
daan, die gelukkig geen ernstige gevolgen
had.
Een anderhalf centenaar wegende kilome-
terpaal was uit den grond gehaald en met
eenige brokstukken hout over de rails gelegd.
De locomotief ruimde echter met den baan-
schuiver de hindernis op zij, die gedeeltelijk
werd verpletterd. Zonder oponthoud kon de
trein zijn weg vervolgen.
Te Angermünde is inmiddels een persoon
gearresteerd, die van den aanslag wordt
verdacht
Voor het hof van gezworenen der Seine
heeft Woensdag mevrouw Bouquillon terecht
gestaan, een vrouw van de wereld, die na
twintig jaar van onberispelijk huwelijksleven
de echtelijke woning verliet om samen te gaan
wonen met een jongeren man, zoon van een
arbeider, rijk geworden en reeds samenlevend
met zijn minnares. De drie menschen leefden
in het zelfde huis, de man nam van mevrouw
Bouquillon een groot bedrag in effecten aan.
In de rechtzaal deelde mevrouw Bouquillon
onder snikken mede, dat de toestand, waarin
zij was geraakt, haar walgde, zij wilde een
eind aan haar leven maken en kocht een re
volver. Maar zij heeft met dit wapen niet
zich zelf gedood. Zij heeft haar minnaar in
zijn slaap doodgeschoten en vervolgens haar
mede-minnares, die op het geluid der schoten
kwam toesnellen, met twee schoten in de borst
gedood. Na de dubbele misdaad is de vrouw
in den kouden Novembernacht in nachtge
waad de straat opgeloopen, de revolver in de
hand. Waarheen? Naar het door haar verla
ten huis. Zij belt aan, maar er wordt niet
open gedaan. Zij klimt naar de kamers van
het personeel, vraagt om den huissleutel,
maar krijgt dien niet. Dan, om vijf uur in
den morgen, gaat zij, nog steeds in nachtge
waad, met het uiterlijk van een krankzinnige,
naar een politiebureau.
Tot de gisteren gehoorde getuigen behoor
de de oude vader der beklaagde, een man van
tachtig jaar, die schreide; voorts de verlaten
man, gekomen om de vrouw te verdedigen, die
voor hem plotseling een abnormale zieke was
geworden. Het getuigenis van den echtge
noot was, volgens den verslaggever der Figa
ro, zeer nobel en zeer smartelijk. In de recht
zaal was de ontroering algemeen, vertelt de
N. R. C. „Twintig jaar lang, zeide de getui
ge, is zij een volmaakte echtgenoote geweest,
in alle opzichten respectabel. Hoe ter we
reld is zij in dezen poel terecht gekomen? Ik
heb getracht haar terug te brengen; wat er
gebeurd is, is zoo onwaarschijnlijk, zoo ab
normaal voor deze huiselijke vrouw, die zoo
goed was, zoo nobel. Zij ging weinig uit.
Twintig jaar geluk. Ik heb geprobeerd uit te
vinden in wat voor handen zij was gevallen.
Ik heb alles gedaan wat een verlaten man
(„un pauvre diable de mari") kon doen. Deze
laatste woorden verwekten groote ontroering.
Mevrouw Bouquillon moet een zeer knappe
zijn. Zij is acht en veertig jaar oud.
De correspondent van de „Associated
Press" te Mexico bericht dat Woensdagoch
tend in het dorp Guadeloupe bij Irapuato
door een benzine-ontploffing 13 personen
werden gedood en 16 gewond.
Tengevolge van de ontploffing braken een
aantal wilde dieren, waaronder enkele leeu
wen, van een circus los en maakten het dorp
onveilig, totdat zii doodgeschoten werden.