DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad Westerlicht SIMON TRIJBETZ %o. 252 ZATERDAG \OVEJIHER 1930 132e Jaargang. Het elftal is in stukken gevallen, maar de dader ligt op het politieke kerkhof. Klavertje-vier is een geluksblaadje, maar niet voor de belastingbetalers. den geheelen dag geopend. Weinig* merken evenaren. KOORSTRAAT 49-51. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND behalvi Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. jft§ PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/K. HERMs. KOSTER 4 ZOON, Voordam C 0, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. sigwaeeajiLiJiJiiaiMBBBSSHi Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Di' nummer bestaat uit vier bladen. Tezelfder tijd, dat te Rotterdam twee raadsleden elkaar in de haren vliegen en door hun medebestuurderen van elkaar ge trokken moeten worden en dat in Berlijn niet minder dan vijftig edelachtbare communisten met gummiestokken uit de zaal der vroed schap worden geranseld, wordt er in Alk maar over de verkiezing van niet minder dan vier wethouders gedebatteerd en de ge heele discussie verloopt zoo tam en zoo aller- ijsselijkst kalm, dat de op een relletje beluste bezoekers van de publieke tribune zich voor hun tijd en moeite zeker bekocht gevoeld hebben. Zij hebben urenlang als haringen in een ton staan wachten op al de dingen, die ko en zouden en zij zijn teleurgesteld weer naar huis getrokken omdat zij zelfs geen enkele onparlementaire uitdrukking konden opvan- gen. Zelfs de mijnheer met de ruitjespet, welke hij ook in de raadszaal op zijn hoofd hield en die zich met de armen over de leuning een eerste rangs plaatsje had verzekerd, heeft zich bij gebrek aan eenige opwindende ge beurtenis maar met zich zelf vermaakt en met drie vingers in zijn mond hardnekkig aan een zijner kiezen gewrikt zonder hem er uit te kunnen krijgen en hij is na een slaperigen blik op het edelachtbaar gezelschap met het hoofd op zijn wijduitgespreide armen gaan liggen, blijkbaar in de verwachting, dat men hem wel wakker zou maken als het debat in het stadium van de gummiestokken en knup- oels zou zijn gekomen. Als bezoekers, die als levende vaatjes bus kruit zijn binnengewandeld na twee uren raadsdebat meer slaap dan belangstelling in een het politieke steekspel demonstreeren, behoeven wij niet meer te verzekeren, dat de debatten een uiterst tam karakter hebben ge dragen. Dat was te voorzien, want er was voor de diverse democraten, die eindelijk het „Le jour de gloire est arrivé" konden aanheffen, gfen enkele reden om zich ergens over op te winden. Integendeel, het rood-zwarte karre tje liep een zandweg en er was niets dan vreugde en voldoening op de gezichten van de leden der aanstaande regeeringsmeerder- heid bij de gedachte, dat de beste van hen zoo dadelijk zouden worden opgeroepen om op den hoogsten zetel der eere te worden ge plaatst. En de oppositie? Die werd gevormd door een vijftal, dat 2'ch tot dusver juist heeft doen kennen door de rust en de bezadigdheid, die in overeen stemming zijn met den leeftijd dezer afge vaardigden of de ouderwetsche degelijkheid hunner diverse politieke partijen. Het is eenvoudig ondenkbaar, dat Vrij- heidsbonders van geposeerden leeftijd het respect, dat zij aan zich zelf of aan hun partij verschuldigd zijn zoozeer uit het oog zouden verliezen, dat zij elkaar in de edel achtbare haren zouden vliegen, noch dat Christelijk Historischen of Anti-Revolution- nairen zich ook maar in eenig opzicht aan handtastelijkheden te buiten zouden gaan. Ligt in het woord Antirevolutionnair niet opgesloten, dat de afgevaardigde dezer par tij een man is wien elk onwettig optreden een gruwel moet zijn! Neen, met de oppositie van een dergelijk vijftal zijn in de raadszaal allerminst uit getrokken haren of gescheurde colbertjes te verwachten. Als het nog eens tot scherpe woorden komt, dan zal dat tusschen de heeren demo craten onderling zijn. Niet dadelijk natuurlijk, want de heeren hebben zich juist eendrachtelijk om de groene tafel geschaard om de politieke erfe nis van hun voorgangers te verdeelen, maar het is van algemeene bekendheid, dat juist dergelijke verdeelingen, vooral als de familie- eden elkaar niet zoo erg nauw verwant zijn, gevaarlijk voor de rust en den vrede kunnen Werden. Trouwens, de heer Govers is daar nu al zeker van. Hij heeft voorspeld, dat er in de naaste toekomst ruzie zal komen en als een kat, die naar een muizengaatje loert zit hij geduldig op de komende gebeurtenissen te wachten. T>e woordvoerder der oppositie is de heer -ogelaar en hoewel de tonen, die hij laat nooren niet meer op het zoet gefluit lijken waarmede hii zijn voormalige elftalgenooten tot dusver in zijn richting wist te krijgen, toch heeft hij ook als lid van deze royale oppositie een voorzichtige woordenkeus en getuigen zijn beschouwingen meer van stil verwijt dan van heftige verontwaardiging. Op de brokstukken van het eens zoo hechte elftal wijzend heeft hij met een traan in zijn stem betoogd, dat de katholieken dat willens en wetens kapot hebben geslagen. Zij wisten, dat er een afspraak was om bij het vaststel len van de loonen in werkverschaffing aan de subsidie van Rijk en Provincie vast te houden en zij hebben zich daaraan niet ge houden met de zekerheid, dat een porte feuille-kwestie daar het onvermijdelijke ge volg van zou worden. Neen, zeggen de katholieke democraten van het voormalige elftal, niet wij dragen de schuld, maar het vijftal, dat ons in den steek heeft gelaten. Het College wist immers wel, dat de subsidie ook bij het voorstel-Wolden- dorp niet verloren zou gaan en men had er dus niet zoo halsstarrig aan moeten vast houden. En bovendien was er dan immers nog de kwestie van den heer Ringers, die de Christe- lijk-Historische kiesvereeniging als ware er niets gebeurd maar weer met de portefeuille van Publieke Werken op zijn zetel zou willen zetten. Kon men dan niet begrijpen, dat dit onmogelijk was, even onmogelijk als een te rugkomen op de eenmaal vastgestelde loonen in werkverschaffing? Neen, aldus redeneerde men aan katholieke zijde, als er schuld is, dat de brokstukken van het oude elftal niet meer aan elkaar ge lijmd kunnen worden, dan ligt die schuld bij de vijf opposanten waarvan wethouder Thomsen het ditmaal noodig achtte om voor een peuleschilletje van tienduizend gulden de portefeuillekwestie te stellen en dan ligt die schuld zeer zeker niet bij de Katholieken. Van Sociaal- en Vrijzinnig democratische zijde heeft men dat alles glimlachend aange hoord en er zich slechts toe bepaald het be toog van verschillende heeren zoo nu en dan door een uitroep van afkeuring of in stemming te onderstreepen. Twee honden vochten daar om een been en aan de overzijde wist men met zekerheid, dat de helft van die politieke kluif en lang niet de kleinste helft zoo straks voor de linksche heeren democraten bestemd was. En niemand begreep of scheen te begrij pen, dat de schuld voor alle gebeurtenissen niet alleen bij de halsstarrigheid van den heer Ringers of bij de koppigheid van den heer Thomsen gezocht moest worden, maar hoofdzakelijk in de omstandigheid, dat de samenwerking in het heterogene elftal door den tijd en door het daaruit verdwijnen van de leidende figuren zoozeer verzwakt was, dat deze politieke groepen op de ondermijnde fundamenten ten slotte ineen zouden moeten storten. Slechts de heer Klaver heeft van Katho lieke zijde laten uitkomen, dat hij tot op het laatste oogenblik bezig geweest is reddings boeien naar het verlaten vijftal te werpen en wij gelooven hem gaarne. Als de meest reac- tionnaire der katholieken heeft hij zich in het oude elftal meer op zijn plaats gevoeld dan in een combinatie die nu eens zal toonen, dat ook de arbeiders in deze maatschappij hun rechten kunnen laten gelden. Men spreekt reeds van wederzijdsche be loften voor nieuwe scholen en wij kunnen ons indenken, dat menigen belastingbetaler dezer dagen de schrik om het hart is gesla gen. Zal wethouder Westerhof op den duur de koorden van de beurs even strak kunnen houden als zijn zwijgende voorganger dat gedaan heeft? Zal hij ook reservepotjes en steenen spaarvarkentjes te voorschijn kunnen tooveren of zal het geld zoo naar alle kan ten wegrollen, dat weldra de bodem van de portemonnaie te voorschijn zal komen? Een ding is zeker, het ziet er voor de werk loozen heel wat rooskleuriger dan vroeger uit als zij straks weer bij den Raad om de traditioneele Kerstverrassingen zullen aan kloppen. Wanneer de burgemeester uitstedig is. zal de heer Westerhof, tot voor weinige dagen nog een machtelooze opposant, in zijn kabinet resideer en. Zoo gaat het nu eenmaal in de politiek Wie vandaag onder zit, komt morgen boven en omgekeerd, Le roi est mort, vive le roizoo gaat het ook met de wethouders en waarom zou iemand er ten slotte om treuren. De burgemeester aanvaardt zonder morren wat de Raad goed vindt hem te presenteeren en onmiddellijk na het dankwoord, dat den scheidenden wethouders gebracht werd en waarmee wij ons volkomen kunnen vereenigen, klonk dan ook reeds «n woord van welkom en deed de burgemeester in een toepasselijk speechje uitkomen, dat hij er blij om was nu weer een college te hebben, dat op een vaste meerderheid in den Raad kan steunen. Zoo lang als het duurt, zal hij er wel bij- gedacht hebben. Maar dat zei hij natuurlijk niet. Vol verwachting klopt ons hart, wat er nu verder zal gebeuren. Het oude elf ral heeft voor de rust niet on aardig gespeeld, maar het is verzwakt door verschillende invallers. Nu is het spel naar de overzijde van het veld verplaatst en er is een geheel andere combinatie van spelers. Voor zoover wij kunnen nagaan is hier thans het eerste zuivere zwart-rooae blok in actie en het zal ons verwonderen hoe lang het zal kunnen standhouden. Onze goede burgervader zit nu in het col lege tusschen twee zwarte en twee roode wet houders en het zou ons niet verbazen als hij zich tusschen deze kleuren van de Amster- damsche weeskinderen op den duur zelf een beetje eenzaam en van zijn beste vrienden verlaten zal gevoelen. Vier wethouders met den heer Klaver als pater familias, dat is een klavertje-vier, dat wel eens een geluksblaadje genoemd wordt, maar of het in dit geval den armen belasting betalers niets dan geluk zal brengen, durven wij niet te voorspellen. Er zullen er meerderen zijn als de heer Govers, die met kattengeduld naar de voor teekenen van den eerstvolgenden politieken storm zitten te kijken. Omdat B. en W. dat blijkbaar zoo graag wilden, heeft de nieuwe raadsmeerderheid de opnieuw door het college beschikbaar gestel de gelden voor werkverschaffing maar aan genomen, hoewel ze niet noodig werden ge oordeeld. Men zal er nu nog maar wat meer werk voor laten verrichten en de heeren Van Slin gerland en Westerhof drongen er op aan de bepaling, dat men als werklooze niet boven negentig procent van het oude loon zal mo gen komen, zoo soepel mogelijk toe te passen. Zoowel wethouder Ringers als zijn partij genoot de heer Vogelaar verdedigden de stel ling, dat een verordening er is om uitge voerd te worden, maar de heer Westerhof heeft nu de portefeuille van Sociale aange legenheden in handen gekregen en hij be schikt over een groot aantal losse mouwen, die overal aangepast kunnen worden, al zal men, zoolang er nog Rijkssubsidie in 't zicht is, wel net doen of men de werkloozen hier zoo krachtig mogelijk het vel over de ma gere ooren wil halen. Er is in een der vorige raadsvergaderin gen uitvoerig gedebatteerd over een renteloos voorschot voor het behoud van een gevel in de Sint Annastraat, welke op de Monumen tenlijst geplaatst is en waarvoor de Vereeni- ging Oud Alkmaar zich in het bijzonder schijnt te interesseeren. Men heeft er toen over geklaagd, dat de moderne pui zich in geen enkel opzicht bij het bovenstuk aanpast en B. en W. hebben daarna hun voorstel teruggenomen om het opnieuw eens te kunnen bekijken. Zij kwamen thans met een geheel ander plan, waarbij voor enkele honderden guldens de pui weer echt antiek gemaakt was en waarbij zelfs een luifel op de teekening was verschenen. Maar het pand blijft volgens den heer Westerhof een bastaard uit het huwelijk van verschillende bouwstijlen en de gevel zal nie mand opvallen tenzij men op vier meter af- stands tegen een muur gaat staan en dan schuin naar boven zal willen kijken. De luifel werd in deze smalle straat hinderlijk voor het verkeer geoordeeld en hoewel de heer Sietsma verkondigde, dat de echte gebouwen- liefhebbers juist in dergelijke straatjes naar historische vondsten komen zoeken, werd het algemeen betreurd, dat de steenen gedenktee- kenen uit ons glorierijk verleden hier ter stede zoo verspreid liggen, dat geen vreemde ling ze zal kunnen ontdekken. Ze allemaal naar het zelfde plein te ver rollen zou te kostbaar worden en dus besloot de Raad met tien tegen negen stemmen den gevraagden steun maar te weigeren en het risico te aanvaarden, dat het oude pand bin nen afzienbaren tijd in stukjes geklopt over onze buitenwegen zal gestrooid worden. Sic transit gloria mundi, het is niet de eer ste maal, dat Alkmaar een tastbaar stukje ge schiedenis aan de eischen van dezen tijd ten offer ziet vallen. Raadsleden zijn goed beschouwd eigenlijk naïve menschen, die soms kinderlijke vragen kunnen stellen. Als het stormt en waait en het water tegen de ruiten klettert is een raadslid in staat om de nuchtere vraag te stellen: Is het B. en W- bekend, dat het regent? Terwijl de couranten kolommen vol over den overlast van het water op het Sportpark hebben geschreven en verteld hebben, dat zelfs een brandspuit er aan te pas is geko men om dat water weer weg te zuigen, vraagt de heer Van Drunen kinderlijk naïf of het B en W. bekend is, dat het Sportpark nat is en zoo ja, of het waar is, dat er een brandspuit geweest is en zoo ja wat B. en W. verder den ken te doen om het Sportpark weer droog te maken. Het bleek, dat het B. en W. werkelijk be kend was, dat het den laasten tijd nog al ge regend heeft en ook, dat het Sportpark niet de eenige plek in ons land is, waar men op het oogenblik over hoog water heeft te kla gen. Het meest afdoende middel zou eigenlijk zijn het heele Sportpark maar te overkappen, precies als dat met de graanbeurs gebeurd is, maar zoowel deze maatregel als een doelma tige waterafvoer bleken door allerlei omstan digheden onuitvoerbaar te wezen. De heer Sietsma, die als ambtenaar van het Hoogheemraadschap waterbouwkundige connecties heeft, had de zaak in theorie prachtig voor elkaar. Hij wou er een molentje neerzetten, dat bij hoog water het Sportpark droog en bij laag water het park weer nat maalt. Het leek op het beroemde ei van wijlen Columbus, maar de heeren Klaver en Govers hebben als pluim veehouders ook verstand van eieren en beiden beweerden, dat het uitgemalen water ten slotte in Schermerboezem terecht komt en dat het polderbestuur een maalgebod uitvaardigt juist op de tijden dat het molentje van den heer Sietsma zijn wieken moet laten draaien. Vragen stellen is altijd gemakkelijker dan vragen beantwoorden en de nieuwe wethou ders moeten het partijgenoot Van Drunen maar eens duidelijk maken, dat hij zich in de eerstvolgende negen maanden niet zoo'n enfant terrible moet toonen. Zelfs een verstokte geheelonthouder als de heer Westerhof, die voor algeheele droogleg ging strijdt, zal, wat het Sportpark betreft, weldra moeten erkennen, dat zijn krachten hier toch te kort zijn geschoten. Zie Alkmaarsche Crt. 18 Nov. Zie advertentie in deze courant. Uit het Parlement Den Haag, 28 November 1930. De beraadslagingen in de vergadering der Tweede Kamer op gisteravond hebben bijna uitsluitend geloopen over de relletjes bij de staking te Maastricht in het jaar 1929. Men zal zich herinneren, dat het daarbij op 16 October van dat jaar tot ongeregeldheden is gekomen, waarbij de politie als uit een hin derlaag de stakers heeft overvallen en waar bij geschoten is, zelfs een doode is gevallen. De zaak is reeds meer ter sprake gekomen en van wege de regeering heeft de advocaat- generaal bij het Gerechtshof te 's-Hertogen- bosch een onderzoek ingesteld en daarover een rapjoort opgesteld, dat ter visie van de Kamer heeft gelegen en waaruit het sociaal democratische kamerlid Drop zonder ver gunning eenige gedeelten heeft gepubliceerd. De heer Vliegen had vergeefs getracht over die ongeregeldheden een interpellatie te hou den, maar in de avondvergadering van gister bij de algemeene beschouwingen over de be groeting van Binnenlandsche Zaken heeft hij de zaak uitvoerig ter sprake kunnen brengen. Uit de medegedeelde feiten is gebleken, dat op den bewusten löden October 1929 een detachement van politie inderdaad van uit een hinderlaag een troep stakers is te lijf ge gaan en dat dit een gevecht ten gevolge heeft gehad, waarbij gewonden en, gelijk we reeds zeiden, een doode zijn gevallen. Wisten de burgemeester en de commissaris van politie iets van die hinderlaag? Neen. Maar ze had den er van moeten afweten, meende de regee- ring en zij diende den beiden ambtenaren een vermaning of berisping toe wegens hun slap pe houding. Bovendien werd gisteravond door minister Ruys er op gewezen, dat de po litie door de terreur, van sociaal-democrati sche zijde op de bevolking uitgeoefend, in zenuwachtigen toestand verkeerde en daar door onhandig men kan ook een ander woord gebruiken was opgetreden. Van sociaal-democratische zijde werd ech ter een andere voorstelling van zaken gege ven. Er was geen sprake van een terreur, maar de katholieke geestelijkheid zat er ach ter en had de agenten tot dergelijk ontactisch optreden verleid. Daarover is gisteravond lang en breed gesproken, waarbij mej. Katz (c.-h.), die alle stukken had bestudeerd, mis schien wel het dichtst bij de waarheid is geko men. Zij ontkende, dat er werkelijk van een terreur sprake was geweest en betreurde her, dat de advocaat-generaal in zijn rapport bur gemeester en politie-commissaris had veroor deeld zonder hen vooraf te hooren. Maar tevens erkende zij, dat de geestelijkheid op krachtige maatregelen had aangedrongen, zonder dat zij daartoe recht of reden had Maar de hinderlaag is gelegd buiten voor kennis van de politie-autoriteiten; ook de Langestraat 47 MORGEN (Zondag) politie-inspecteur wist er niet van. Daarbij wees zij op het verband tusschen de katho lieke organisaties en het politiepersoneel. Maar met dat al verklaarde zij het gebeurde ten zeerste te betreuren, hoewel er blijkbaar een harder woord op haar lippen lag. De besprekingen, waaraan ook de commu nist De Visser deel nam, omdat hem dit de gelegenheid gaf zich aan enkele onbetaam- lijkheden aan het adres van de regeering te buiten te gaan, zoodat de voorzitter hem tot gematigdheid moest vermanen, hebben geen praktisch resultaat opgeleverd. De beraadsla gingen zijn geëindigd zonder dat de heer Vliegen zich geroepen gevoelde een motie in te dienen en om kwart voor éénen gingen de leden ten bedde. In het begin van den avond had de heer Braat zijn zooveelste motie ten gunste van de afschaffing van den Zamertijd ingediend. Zij zal in de vergadering van heden verwor pen worden. GEEN IS BETER DAN: pels' advocaat vanaf f 1.85 per fl. Tel. 207. ALKMAAR. De Tweede Kamer is heden haar vergade ring begonnen met verwerping van de motie- Braat tot opheffing van den zomertijd. Ze kreeg slechts zes stemmen. Daarna is voortgegaan met de behandeling van de begrooting van onderwijs, afd. Hoo- ger Onderwijs. Minister Terpstra. Daar de luidspreker inrichting nog steeds defect is, viel de minis ter zeer moeilijk te volgen. Wij hebben onder meer gehoord, dat de regeering volstrekt niet bij voorkeur buitenlanders benoemt; het ge schiedt slechts bij uitzondering, wanneer een uitnemende kracht is te verkrijgen. Tegen de benoeming van hoogleeraren in moderne ta len aan alle hoogescholen verzetten zich de financiën. Er zijn trouwens niet voldoende studenten voor. Van subgidieering van bijzondere universi teiten kan zonder wetswijziging geen sprake zijn. Een leerstoel in homoeopathie wil de regeering niet instellen, maar de vereeniging voor homoeopathie kan wellicht trachten een bijzonderen leerstoel er voor in het leven te roepen. De minister heeft nog velerlei meer gesproken, maar was absoluut niet te volgen. Bij de behandeling der artikelen pleitte de heer Severijn (a.r.) voor de verbetering en uit breiding van het onderricht in de orthopedie. Spr. durft echter niet aandringen op de be noeming van een specialen hoogleeraar. De Annakliniek te Leiden doet uitstekend werk, maar is niet voldoende en spr. vroeg steun voor haar. De heer van Wijnbergen (r.k.) ondersteun de dit. Daar de zaak niet in de stukken is voorbe reid, wilde de minister niet te stellig antwoor den; hij wilde echter het verzoek in gunstige overweging nemen. Mevr. Van ItallieVan Embden (v.d.) klaagde over de slechte huisvesting van de medische faculteit te Utrecht. Ook de toestand van de bibliotheek laat te wenschen. Deze beschikt over geheel onvol doende geldmiddelen. De heer Van Wijnbergen (r.k.) ondersteun de dit. Mevr. de Vries—Bruins (s. d. a. p.) klaag de dat het nog niet in orde is met de tandheel kundige klinieken te Utrecht en drong aan op uitbreiding van het onderwijzend personeel. De heer Mol Ier (r. k.) vroeg, hoe het staat met de verbetering van het ooglijdersgesticht te Utrecht. De Minister antwoordde, dat slechts gelei delijk de plannen van verbouwing te Utrecht kunnen worden uitgevoerd. Men oefene dus wat geduld. Wat de universiteitsboekerijen betreft, de regeering heeft voor alle bibliothe ken meer gelden uitgetrokken dan verleden jaar. Voor de verbetering van het ooglijders gesticht heeft spr. nog geen voorstellen ont vangen. Er bestaan nog geen vaste plannen. De heer Moller (r. k.) informeerde, waar om aan de Groningsche hoogeschool het lec toraat in 't Friesch niet tot professoraat is gemaakt, maar aan den hoogleeraar in het Duitsch het onderwijs in het oud-Frieseh is opgedragen. Mevr. de Vries—Bruins (s. d. a. p.) klaag de over de inrichting van het Groningsche academisch ziekenhuis. De heer Van Wijnbergen (r. k.) klaagde over de moeielijkheid om goede assistenten te krijgen en te behouden. Een betere bezoldi ging zou dit kwaad verhelpen. De heer Van der Heide (s. d. a p.) onder steunde de opmerkingen van den heer MoRgr.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1