DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Alkmaarschen Raad
Westerlicht
SIMON TRIJBETZ
%o. 252
ZATERDAG \OVEJIHER 1930
132e Jaargang.
Het elftal is in stukken gevallen, maar de dader
ligt op het politieke kerkhof.
Klavertje-vier is een geluksblaadje, maar niet
voor de belastingbetalers.
den geheelen dag geopend.
Weinig* merken evenaren.
KOORSTRAAT 49-51.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND behalvi Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
jft§
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/K. HERMs. KOSTER 4 ZOON, Voordam C 0, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
sigwaeeajiLiJiJiiaiMBBBSSHi
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Di' nummer bestaat uit vier bladen.
Tezelfder tijd, dat te Rotterdam twee
raadsleden elkaar in de haren vliegen en
door hun medebestuurderen van elkaar ge
trokken moeten worden en dat in Berlijn niet
minder dan vijftig edelachtbare communisten
met gummiestokken uit de zaal der vroed
schap worden geranseld, wordt er in Alk
maar over de verkiezing van niet minder
dan vier wethouders gedebatteerd en de ge
heele discussie verloopt zoo tam en zoo aller-
ijsselijkst kalm, dat de op een relletje beluste
bezoekers van de publieke tribune zich voor
hun tijd en moeite zeker bekocht gevoeld
hebben.
Zij hebben urenlang als haringen in een
ton staan wachten op al de dingen, die ko
en zouden en zij zijn teleurgesteld weer naar
huis getrokken omdat zij zelfs geen enkele
onparlementaire uitdrukking konden opvan-
gen.
Zelfs de mijnheer met de ruitjespet, welke
hij ook in de raadszaal op zijn hoofd hield
en die zich met de armen over de leuning een
eerste rangs plaatsje had verzekerd, heeft
zich bij gebrek aan eenige opwindende ge
beurtenis maar met zich zelf vermaakt en met
drie vingers in zijn mond hardnekkig aan
een zijner kiezen gewrikt zonder hem er uit
te kunnen krijgen en hij is na een slaperigen
blik op het edelachtbaar gezelschap met het
hoofd op zijn wijduitgespreide armen gaan
liggen, blijkbaar in de verwachting, dat men
hem wel wakker zou maken als het debat in
het stadium van de gummiestokken en knup-
oels zou zijn gekomen.
Als bezoekers, die als levende vaatjes bus
kruit zijn binnengewandeld na twee uren
raadsdebat meer slaap dan belangstelling
in een het politieke steekspel demonstreeren,
behoeven wij niet meer te verzekeren, dat de
debatten een uiterst tam karakter hebben ge
dragen.
Dat was te voorzien, want er was voor de
diverse democraten, die eindelijk het „Le
jour de gloire est arrivé" konden aanheffen,
gfen enkele reden om zich ergens over op te
winden. Integendeel, het rood-zwarte karre
tje liep een zandweg en er was niets dan
vreugde en voldoening op de gezichten van
de leden der aanstaande regeeringsmeerder-
heid bij de gedachte, dat de beste van hen
zoo dadelijk zouden worden opgeroepen om
op den hoogsten zetel der eere te worden ge
plaatst.
En de oppositie?
Die werd gevormd door een vijftal, dat
2'ch tot dusver juist heeft doen kennen door
de rust en de bezadigdheid, die in overeen
stemming zijn met den leeftijd dezer afge
vaardigden of de ouderwetsche degelijkheid
hunner diverse politieke partijen.
Het is eenvoudig ondenkbaar, dat Vrij-
heidsbonders van geposeerden leeftijd het
respect, dat zij aan zich zelf of aan hun
partij verschuldigd zijn zoozeer uit het oog
zouden verliezen, dat zij elkaar in de edel
achtbare haren zouden vliegen, noch dat
Christelijk Historischen of Anti-Revolution-
nairen zich ook maar in eenig opzicht aan
handtastelijkheden te buiten zouden gaan.
Ligt in het woord Antirevolutionnair niet
opgesloten, dat de afgevaardigde dezer par
tij een man is wien elk onwettig optreden
een gruwel moet zijn!
Neen, met de oppositie van een dergelijk
vijftal zijn in de raadszaal allerminst uit
getrokken haren of gescheurde colbertjes te
verwachten.
Als het nog eens tot scherpe woorden
komt, dan zal dat tusschen de heeren demo
craten onderling zijn.
Niet dadelijk natuurlijk, want de heeren
hebben zich juist eendrachtelijk om de
groene tafel geschaard om de politieke erfe
nis van hun voorgangers te verdeelen, maar
het is van algemeene bekendheid, dat juist
dergelijke verdeelingen, vooral als de familie-
eden elkaar niet zoo erg nauw verwant zijn,
gevaarlijk voor de rust en den vrede kunnen
Werden.
Trouwens, de heer Govers is daar nu al
zeker van. Hij heeft voorspeld, dat er in de
naaste toekomst ruzie zal komen en als een
kat, die naar een muizengaatje loert zit hij
geduldig op de komende gebeurtenissen te
wachten.
T>e woordvoerder der oppositie is de heer
-ogelaar en hoewel de tonen, die hij laat
nooren niet meer op het zoet gefluit lijken
waarmede hii zijn voormalige elftalgenooten
tot dusver in zijn richting wist te krijgen,
toch heeft hij ook als lid van deze royale
oppositie een voorzichtige woordenkeus en
getuigen zijn beschouwingen meer van stil
verwijt dan van heftige verontwaardiging.
Op de brokstukken van het eens zoo hechte
elftal wijzend heeft hij met een traan in zijn
stem betoogd, dat de katholieken dat willens
en wetens kapot hebben geslagen. Zij wisten,
dat er een afspraak was om bij het vaststel
len van de loonen in werkverschaffing aan
de subsidie van Rijk en Provincie vast te
houden en zij hebben zich daaraan niet ge
houden met de zekerheid, dat een porte
feuille-kwestie daar het onvermijdelijke ge
volg van zou worden.
Neen, zeggen de katholieke democraten
van het voormalige elftal, niet wij dragen de
schuld, maar het vijftal, dat ons in den steek
heeft gelaten. Het College wist immers wel,
dat de subsidie ook bij het voorstel-Wolden-
dorp niet verloren zou gaan en men had er
dus niet zoo halsstarrig aan moeten vast
houden.
En bovendien was er dan immers nog de
kwestie van den heer Ringers, die de Christe-
lijk-Historische kiesvereeniging als ware er
niets gebeurd maar weer met de portefeuille
van Publieke Werken op zijn zetel zou willen
zetten. Kon men dan niet begrijpen, dat dit
onmogelijk was, even onmogelijk als een te
rugkomen op de eenmaal vastgestelde loonen
in werkverschaffing?
Neen, aldus redeneerde men aan katholieke
zijde, als er schuld is, dat de brokstukken
van het oude elftal niet meer aan elkaar ge
lijmd kunnen worden, dan ligt die schuld
bij de vijf opposanten waarvan wethouder
Thomsen het ditmaal noodig achtte om voor
een peuleschilletje van tienduizend gulden de
portefeuillekwestie te stellen en dan ligt die
schuld zeer zeker niet bij de Katholieken.
Van Sociaal- en Vrijzinnig democratische
zijde heeft men dat alles glimlachend aange
hoord en er zich slechts toe bepaald het be
toog van verschillende heeren zoo nu en
dan door een uitroep van afkeuring of in
stemming te onderstreepen.
Twee honden vochten daar om een been
en aan de overzijde wist men met zekerheid,
dat de helft van die politieke kluif en lang
niet de kleinste helft zoo straks voor de
linksche heeren democraten bestemd was.
En niemand begreep of scheen te begrij
pen, dat de schuld voor alle gebeurtenissen
niet alleen bij de halsstarrigheid van den
heer Ringers of bij de koppigheid van den
heer Thomsen gezocht moest worden, maar
hoofdzakelijk in de omstandigheid, dat de
samenwerking in het heterogene elftal door
den tijd en door het daaruit verdwijnen van
de leidende figuren zoozeer verzwakt was,
dat deze politieke groepen op de ondermijnde
fundamenten ten slotte ineen zouden moeten
storten.
Slechts de heer Klaver heeft van Katho
lieke zijde laten uitkomen, dat hij tot op het
laatste oogenblik bezig geweest is reddings
boeien naar het verlaten vijftal te werpen en
wij gelooven hem gaarne. Als de meest reac-
tionnaire der katholieken heeft hij zich in het
oude elftal meer op zijn plaats gevoeld dan
in een combinatie die nu eens zal toonen, dat
ook de arbeiders in deze maatschappij hun
rechten kunnen laten gelden.
Men spreekt reeds van wederzijdsche be
loften voor nieuwe scholen en wij kunnen
ons indenken, dat menigen belastingbetaler
dezer dagen de schrik om het hart is gesla
gen.
Zal wethouder Westerhof op den duur de
koorden van de beurs even strak kunnen
houden als zijn zwijgende voorganger dat
gedaan heeft? Zal hij ook reservepotjes en
steenen spaarvarkentjes te voorschijn kunnen
tooveren of zal het geld zoo naar alle kan
ten wegrollen, dat weldra de bodem van de
portemonnaie te voorschijn zal komen?
Een ding is zeker, het ziet er voor de werk
loozen heel wat rooskleuriger dan vroeger
uit als zij straks weer bij den Raad om de
traditioneele Kerstverrassingen zullen aan
kloppen.
Wanneer de burgemeester uitstedig is. zal
de heer Westerhof, tot voor weinige dagen
nog een machtelooze opposant, in zijn kabinet
resideer en.
Zoo gaat het nu eenmaal in de politiek
Wie vandaag onder zit, komt morgen boven
en omgekeerd,
Le roi est mort, vive le roizoo gaat het
ook met de wethouders en waarom zou
iemand er ten slotte om treuren.
De burgemeester aanvaardt zonder morren
wat de Raad goed vindt hem te presenteeren
en onmiddellijk na het dankwoord, dat den
scheidenden wethouders gebracht werd en
waarmee wij ons volkomen kunnen vereenigen,
klonk dan ook reeds «n woord van welkom
en deed de burgemeester in een toepasselijk
speechje uitkomen, dat hij er blij om was nu
weer een college te hebben, dat op een vaste
meerderheid in den Raad kan steunen.
Zoo lang als het duurt, zal hij er wel bij-
gedacht hebben.
Maar dat zei hij natuurlijk niet.
Vol verwachting klopt ons hart, wat er nu
verder zal gebeuren.
Het oude elf ral heeft voor de rust niet on
aardig gespeeld, maar het is verzwakt door
verschillende invallers.
Nu is het spel naar de overzijde van het
veld verplaatst en er is een geheel andere
combinatie van spelers.
Voor zoover wij kunnen nagaan is hier
thans het eerste zuivere zwart-rooae blok in
actie en het zal ons verwonderen hoe lang
het zal kunnen standhouden.
Onze goede burgervader zit nu in het col
lege tusschen twee zwarte en twee roode wet
houders en het zou ons niet verbazen als hij
zich tusschen deze kleuren van de Amster-
damsche weeskinderen op den duur zelf een
beetje eenzaam en van zijn beste vrienden
verlaten zal gevoelen.
Vier wethouders met den heer Klaver als
pater familias, dat is een klavertje-vier, dat
wel eens een geluksblaadje genoemd wordt,
maar of het in dit geval den armen belasting
betalers niets dan geluk zal brengen, durven
wij niet te voorspellen.
Er zullen er meerderen zijn als de heer
Govers, die met kattengeduld naar de voor
teekenen van den eerstvolgenden politieken
storm zitten te kijken.
Omdat B. en W. dat blijkbaar zoo graag
wilden, heeft de nieuwe raadsmeerderheid de
opnieuw door het college beschikbaar gestel
de gelden voor werkverschaffing maar aan
genomen, hoewel ze niet noodig werden ge
oordeeld.
Men zal er nu nog maar wat meer werk
voor laten verrichten en de heeren Van Slin
gerland en Westerhof drongen er op aan de
bepaling, dat men als werklooze niet boven
negentig procent van het oude loon zal mo
gen komen, zoo soepel mogelijk toe te passen.
Zoowel wethouder Ringers als zijn partij
genoot de heer Vogelaar verdedigden de stel
ling, dat een verordening er is om uitge
voerd te worden, maar de heer Westerhof
heeft nu de portefeuille van Sociale aange
legenheden in handen gekregen en hij be
schikt over een groot aantal losse mouwen,
die overal aangepast kunnen worden, al zal
men, zoolang er nog Rijkssubsidie in 't zicht
is, wel net doen of men de werkloozen hier
zoo krachtig mogelijk het vel over de ma
gere ooren wil halen.
Er is in een der vorige raadsvergaderin
gen uitvoerig gedebatteerd over een renteloos
voorschot voor het behoud van een gevel in
de Sint Annastraat, welke op de Monumen
tenlijst geplaatst is en waarvoor de Vereeni-
ging Oud Alkmaar zich in het bijzonder
schijnt te interesseeren.
Men heeft er toen over geklaagd, dat de
moderne pui zich in geen enkel opzicht bij
het bovenstuk aanpast en B. en W. hebben
daarna hun voorstel teruggenomen om het
opnieuw eens te kunnen bekijken.
Zij kwamen thans met een geheel ander
plan, waarbij voor enkele honderden guldens
de pui weer echt antiek gemaakt was en
waarbij zelfs een luifel op de teekening was
verschenen.
Maar het pand blijft volgens den heer
Westerhof een bastaard uit het huwelijk van
verschillende bouwstijlen en de gevel zal nie
mand opvallen tenzij men op vier meter af-
stands tegen een muur gaat staan en dan
schuin naar boven zal willen kijken. De luifel
werd in deze smalle straat hinderlijk voor
het verkeer geoordeeld en hoewel de heer
Sietsma verkondigde, dat de echte gebouwen-
liefhebbers juist in dergelijke straatjes naar
historische vondsten komen zoeken, werd het
algemeen betreurd, dat de steenen gedenktee-
kenen uit ons glorierijk verleden hier ter
stede zoo verspreid liggen, dat geen vreemde
ling ze zal kunnen ontdekken.
Ze allemaal naar het zelfde plein te ver
rollen zou te kostbaar worden en dus besloot
de Raad met tien tegen negen stemmen den
gevraagden steun maar te weigeren en het
risico te aanvaarden, dat het oude pand bin
nen afzienbaren tijd in stukjes geklopt over
onze buitenwegen zal gestrooid worden.
Sic transit gloria mundi, het is niet de eer
ste maal, dat Alkmaar een tastbaar stukje ge
schiedenis aan de eischen van dezen tijd ten
offer ziet vallen.
Raadsleden zijn goed beschouwd eigenlijk
naïve menschen, die soms kinderlijke vragen
kunnen stellen.
Als het stormt en waait en het water tegen
de ruiten klettert is een raadslid in staat om
de nuchtere vraag te stellen: Is het B. en W-
bekend, dat het regent?
Terwijl de couranten kolommen vol over
den overlast van het water op het Sportpark
hebben geschreven en verteld hebben, dat
zelfs een brandspuit er aan te pas is geko
men om dat water weer weg te zuigen, vraagt
de heer Van Drunen kinderlijk naïf of het B
en W. bekend is, dat het Sportpark nat is en
zoo ja, of het waar is, dat er een brandspuit
geweest is en zoo ja wat B. en W. verder den
ken te doen om het Sportpark weer droog te
maken.
Het bleek, dat het B. en W. werkelijk be
kend was, dat het den laasten tijd nog al ge
regend heeft en ook, dat het Sportpark niet
de eenige plek in ons land is, waar men op
het oogenblik over hoog water heeft te kla
gen.
Het meest afdoende middel zou eigenlijk
zijn het heele Sportpark maar te overkappen,
precies als dat met de graanbeurs gebeurd is,
maar zoowel deze maatregel als een doelma
tige waterafvoer bleken door allerlei omstan
digheden onuitvoerbaar te wezen.
De heer Sietsma, die als ambtenaar van
het Hoogheemraadschap waterbouwkundige
connecties heeft, had de zaak in theorie
prachtig voor elkaar.
Hij wou er een molentje neerzetten, dat bij
hoog water het Sportpark droog en bij laag
water het park weer nat maalt. Het leek op
het beroemde ei van wijlen Columbus, maar
de heeren Klaver en Govers hebben als pluim
veehouders ook verstand van eieren en beiden
beweerden, dat het uitgemalen water ten
slotte in Schermerboezem terecht komt en dat
het polderbestuur een maalgebod uitvaardigt
juist op de tijden dat het molentje van den
heer Sietsma zijn wieken moet laten draaien.
Vragen stellen is altijd gemakkelijker dan
vragen beantwoorden en de nieuwe wethou
ders moeten het partijgenoot Van Drunen
maar eens duidelijk maken, dat hij zich in de
eerstvolgende negen maanden niet zoo'n
enfant terrible moet toonen.
Zelfs een verstokte geheelonthouder als de
heer Westerhof, die voor algeheele droogleg
ging strijdt, zal, wat het Sportpark betreft,
weldra moeten erkennen, dat zijn krachten
hier toch te kort zijn geschoten.
Zie Alkmaarsche Crt. 18 Nov.
Zie advertentie in deze courant.
Uit het Parlement
Den Haag, 28 November 1930.
De beraadslagingen in de vergadering der
Tweede Kamer op gisteravond hebben bijna
uitsluitend geloopen over de relletjes bij de
staking te Maastricht in het jaar 1929. Men
zal zich herinneren, dat het daarbij op 16
October van dat jaar tot ongeregeldheden is
gekomen, waarbij de politie als uit een hin
derlaag de stakers heeft overvallen en waar
bij geschoten is, zelfs een doode is gevallen.
De zaak is reeds meer ter sprake gekomen en
van wege de regeering heeft de advocaat-
generaal bij het Gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch een onderzoek ingesteld en daarover
een rapjoort opgesteld, dat ter visie van de
Kamer heeft gelegen en waaruit het sociaal
democratische kamerlid Drop zonder ver
gunning eenige gedeelten heeft gepubliceerd.
De heer Vliegen had vergeefs getracht over
die ongeregeldheden een interpellatie te hou
den, maar in de avondvergadering van gister
bij de algemeene beschouwingen over de be
groeting van Binnenlandsche Zaken heeft hij
de zaak uitvoerig ter sprake kunnen brengen.
Uit de medegedeelde feiten is gebleken, dat
op den bewusten löden October 1929 een
detachement van politie inderdaad van uit
een hinderlaag een troep stakers is te lijf ge
gaan en dat dit een gevecht ten gevolge heeft
gehad, waarbij gewonden en, gelijk we reeds
zeiden, een doode zijn gevallen. Wisten de
burgemeester en de commissaris van politie
iets van die hinderlaag? Neen. Maar ze had
den er van moeten afweten, meende de regee-
ring en zij diende den beiden ambtenaren een
vermaning of berisping toe wegens hun slap
pe houding. Bovendien werd gisteravond
door minister Ruys er op gewezen, dat de po
litie door de terreur, van sociaal-democrati
sche zijde op de bevolking uitgeoefend, in
zenuwachtigen toestand verkeerde en daar
door onhandig men kan ook een ander
woord gebruiken was opgetreden.
Van sociaal-democratische zijde werd ech
ter een andere voorstelling van zaken gege
ven. Er was geen sprake van een terreur,
maar de katholieke geestelijkheid zat er ach
ter en had de agenten tot dergelijk ontactisch
optreden verleid. Daarover is gisteravond
lang en breed gesproken, waarbij mej. Katz
(c.-h.), die alle stukken had bestudeerd, mis
schien wel het dichtst bij de waarheid is geko
men. Zij ontkende, dat er werkelijk van een
terreur sprake was geweest en betreurde her,
dat de advocaat-generaal in zijn rapport bur
gemeester en politie-commissaris had veroor
deeld zonder hen vooraf te hooren. Maar
tevens erkende zij, dat de geestelijkheid op
krachtige maatregelen had aangedrongen,
zonder dat zij daartoe recht of reden had
Maar de hinderlaag is gelegd buiten voor
kennis van de politie-autoriteiten; ook de
Langestraat 47
MORGEN (Zondag)
politie-inspecteur wist er niet van. Daarbij
wees zij op het verband tusschen de katho
lieke organisaties en het politiepersoneel.
Maar met dat al verklaarde zij het gebeurde
ten zeerste te betreuren, hoewel er blijkbaar
een harder woord op haar lippen lag.
De besprekingen, waaraan ook de commu
nist De Visser deel nam, omdat hem dit de
gelegenheid gaf zich aan enkele onbetaam-
lijkheden aan het adres van de regeering te
buiten te gaan, zoodat de voorzitter hem tot
gematigdheid moest vermanen, hebben geen
praktisch resultaat opgeleverd. De beraadsla
gingen zijn geëindigd zonder dat de heer
Vliegen zich geroepen gevoelde een motie in
te dienen en om kwart voor éénen gingen de
leden ten bedde.
In het begin van den avond had de heer
Braat zijn zooveelste motie ten gunste van de
afschaffing van den Zamertijd ingediend.
Zij zal in de vergadering van heden verwor
pen worden.
GEEN IS BETER DAN:
pels' advocaat
vanaf f 1.85 per fl.
Tel. 207. ALKMAAR.
De Tweede Kamer is heden haar vergade
ring begonnen met verwerping van de motie-
Braat tot opheffing van den zomertijd. Ze
kreeg slechts zes stemmen.
Daarna is voortgegaan met de behandeling
van de begrooting van onderwijs, afd. Hoo-
ger Onderwijs.
Minister Terpstra. Daar de luidspreker
inrichting nog steeds defect is, viel de minis
ter zeer moeilijk te volgen. Wij hebben onder
meer gehoord, dat de regeering volstrekt niet
bij voorkeur buitenlanders benoemt; het ge
schiedt slechts bij uitzondering, wanneer een
uitnemende kracht is te verkrijgen. Tegen de
benoeming van hoogleeraren in moderne ta
len aan alle hoogescholen verzetten zich de
financiën. Er zijn trouwens niet voldoende
studenten voor.
Van subgidieering van bijzondere universi
teiten kan zonder wetswijziging geen sprake
zijn. Een leerstoel in homoeopathie wil de
regeering niet instellen, maar de vereeniging
voor homoeopathie kan wellicht trachten een
bijzonderen leerstoel er voor in het leven te
roepen. De minister heeft nog velerlei meer
gesproken, maar was absoluut niet te volgen.
Bij de behandeling der artikelen pleitte de
heer Severijn (a.r.) voor de verbetering en uit
breiding van het onderricht in de orthopedie.
Spr. durft echter niet aandringen op de be
noeming van een specialen hoogleeraar.
De Annakliniek te Leiden doet uitstekend
werk, maar is niet voldoende en spr. vroeg
steun voor haar.
De heer van Wijnbergen (r.k.) ondersteun
de dit.
Daar de zaak niet in de stukken is voorbe
reid, wilde de minister niet te stellig antwoor
den; hij wilde echter het verzoek in gunstige
overweging nemen.
Mevr. Van ItallieVan Embden (v.d.)
klaagde over de slechte huisvesting van de
medische faculteit te Utrecht.
Ook de toestand van de bibliotheek laat te
wenschen. Deze beschikt over geheel onvol
doende geldmiddelen.
De heer Van Wijnbergen (r.k.) ondersteun
de dit.
Mevr. de Vries—Bruins (s. d. a. p.) klaag
de dat het nog niet in orde is met de tandheel
kundige klinieken te Utrecht en drong aan op
uitbreiding van het onderwijzend personeel.
De heer Mol Ier (r. k.) vroeg, hoe het staat
met de verbetering van het ooglijdersgesticht
te Utrecht.
De Minister antwoordde, dat slechts gelei
delijk de plannen van verbouwing te Utrecht
kunnen worden uitgevoerd. Men oefene dus
wat geduld. Wat de universiteitsboekerijen
betreft, de regeering heeft voor alle bibliothe
ken meer gelden uitgetrokken dan verleden
jaar. Voor de verbetering van het ooglijders
gesticht heeft spr. nog geen voorstellen ont
vangen. Er bestaan nog geen vaste plannen.
De heer Moller (r. k.) informeerde, waar
om aan de Groningsche hoogeschool het lec
toraat in 't Friesch niet tot professoraat is
gemaakt, maar aan den hoogleeraar in het
Duitsch het onderwijs in het oud-Frieseh is
opgedragen.
Mevr. de Vries—Bruins (s. d. a. p.) klaag
de over de inrichting van het Groningsche
academisch ziekenhuis.
De heer Van Wijnbergen (r. k.) klaagde
over de moeielijkheid om goede assistenten te
krijgen en te behouden. Een betere bezoldi
ging zou dit kwaad verhelpen.
De heer Van der Heide (s. d. a p.) onder
steunde de opmerkingen van den heer MoRgr.