ROOKT
vROSSEH5
XIII. aan te wijzen als gedeelte van een weg
overeenkomstig artikel 8 der Motor- en
Rijwielverordening, waar het verboden
is op bepaalde dagen een motorrijtuig
op meer dan twee wielen onbeheerd te
laten staan (parkeeren):
VOLKSTELLING.
De begrooting van de lichtbedrijven te
Castricum en het Prov- Eioctr, bedrijf.
PER PAKJE
DE ATOITIIBU VAEEN VER HEERS 4 GENTJi E
g-
deelte van de laan parallel loopende
aan den Geesterweg tusschen de uit
rit voor autobussen aldaar en den
Westerweg (de Emauslaan);
de standplaatsen voor autobussen
aan den Stationsweg, nabij den
Geesterweg; bij de Friesche brug, en
aan den Nieuwlandersingel;
XII. aan te wijzen als wegen oj gedeelten
van wegen, overeenkomstig artikel 8 der
Motor- en Rijwielverordening, waar het
verboden is een mctorriituig op meer dan
twee wielen onbeheerd te laten staan
(parkeeren):
Schoutenstraat, Hoogstraat, Pastoor-
steeg, Achterstraat, Payglop, Boterstr.,
Mient, Kraanbuurt, Huigbrouwerstraat,
Koorstraat, Ritsevoort, Vrouwenstraat,
Lindengracht, Z. Z., Ciarissenbuurt,
Scheteldoekshaven, Zevenhuizen, Kerk
plein, behalve aan de zijde der woon
huizen en aan de zijde van het Land-
bouwhuis, Paternosterstraat, St. Lau-
rensstraat, Schoolstraat, Dubbelebuurt,
Doelenkluft, Lombardsteeg, Koningstr.,
Pietersrtaat, Peperstraat, Houttil,
Marktstraat (alleen op marktdagen),
Waagplein (alleen op marktadgen),
Voordam, Kaarsemakersgracht, Achter-
dam, Zijdam, Heerenstraat, Torenbrug
Wortelsteeg, Luttik-oudorp, Heiligland,
Verdronkenoord, Fnidsen (tusschen
Bierkade en St. Annastraat), St. Anna-
straat, Zoutstraat, Kapelsteeg Hof
straat, Vijvertje, Zilverstraat, Geester
singel (tusschen Geesterweg en Kanaal
kade), Snaarmanslaan, (tusschen Spoor
straat en Scharloo);
op Zon- en Feestdagen, zoomede op
dagen van wedstrijden en andere
openbare vermakelijkheden in het ge
meentelijk sportpark: de Nieuw-
poortslaan, de Nieuwpoortssteeg, de
Zuiderhoutlaan, en den Kennemer-
straatweg tusschen de Kruislaan en
de Regulierslaan
de Noordzijde van de Langestraat,
dit*is aan de zijde der even straat
nummers op de oneven dagen der
maand, de Zuidzijde van de Lange
straat, dit is de zijde der oneven
straatnummers, op de even dagen der
maand.
C. en voorts
de navolgende bruggen gesloten te ver
klaren voor motorrijtuigen en aanhang
wagens, voor zoover hunne grootste
wielbelasting het achter elke brug ver
melde maximum overschrijdt:
a.
I.
Naam der brug:
Nieuwlanderbrug
Zandersbrug
Turfmarktbrug
Kooltuinbrug
Bokkebrug
Dijkbrug
Schapenbrug
Spekbrug
Platte Steenenbrug
Verdr. Oord
Eenhoornsbrug
St. Annabrug
Kuipersbrug
Dambrug
Zoutkeetbrug
Werfbrug
Popmansbrug
Baanbrug
Hofstraatbrug
Ridderstraatbrug
Brillesteegbrug
Wagenaarsbrug
Verlaatjesbrug
Bleekerslootbrug
Costerbrug
Houtbrug
Metiusbrug
Lindenbrug
Max. wiel
belasting.
2030 K.G.
1170 K.G
1790 K.G.
1000 -K.G.
2014 K.G.
1900 K.G.
2200 K.G.
1200 K.G.
1960 K.G.
1050 K.G.
650 K.G.
S60 K.G.
800 K.G.
570 K.G.
330 K.G.
270 K.G.
2320 K.G.
370 K.G.
2000 K.G.
625 K.G.
1470 K.G.
2060 K.G.
1440 K.G.
265 K.G.
2200 K.G.
1125 K.G.
705 K.G.
ten
II. onverminderd het bepaalde onder
aanzien van de hiervoor genoemde brug
gen, alsmede ten aanzien van de volgen
de bij de gemeente in beheer zijnde
bruggen, de Beltbrug, de Houtvaart-
brug, de PelmolenbruLr en de Bosmolen-
brug,
de maxi mum-snel heid, door motorrijtui
gen en aanhangwagens, waarvan de
grootste wielbelasting 1200 K.G. over
schrijdt, in acht te nemen bij het rijden
over de beide hiervoor bedoelde groepen
bruggen, vast te stellen op 10 Kilometer
per uur.
De inwerkingtreding van de hiervoor on
der A., B. en C. genoemde voorschriften is
vastgesteld op 1 januari 1931.
Alkmaar, 22 December 1030.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOEL MA, Secretaris.
Binnen enkele dagen zal op de geheele be
volking van Nederland een beroep worden
gedaan om mee te werken aan de elfde Volks
telling. Het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek doet ons daaromtrent onderstaand;
mededeelingen. Wanneer men ze bewaart ea
de volgende week naast de in te vullen kaar
ten legt, dan zullen ze het werk gemakkelijker
kunnen maken.
Het ondeelbare moment, waarop het iaar
1931 zijn voorganger opvolgt, is het tijdstip
der elfde volkstelling. Dit wil zeggen, dat
deze telling beoogt, een overzicht te krijgen
van de bevolking, zooals zij op dat midder
nachtelijk tijdstip is samengesteld.
Het bevolkingscijfer, dat bij benadering
wel bekend is, zoo nauwkeurig mogelijk vast
te stellen, is noodzakelijk, omdat het den wet
tel ijken grondslag vormt voor de berekening
van de bijdragen van het Rijk in de kosten
der gemeentelijke huishoudingen.
De bevolkingsregisters vormen een niet
genoeg te waardeeren bron voor de kennis
van dit steeds veranderlijke cijfer, maar geen
menschenwerk is onfeilbaar en de bevolkings
registers zijn afhankelijk van de nauwgezet
heid, waarmee de bevolking de voorgeschre
ven aangiften doet. Een controle eens in de
tien jaren is niet te veel.
Maar bovendien heeft de nauwkeurige
vaststelling van het bevolkingscijfer nog an
der practisch en ook wetenschappelijk be
lang, en wordt in alle landen de Volks
stelling benut om enkele gegevens te verzame
len over de samenstelling der bevolking,
hare samenwoning, de beroepen, welke hare
leden uitoefenen en zoo meer. Voor het ver
krijgen van gegevens voor belastingaansla
gen dient de Volkstelling niet.
In de laatste dagen van December worden
de Volkstellingkaarten huis aan huis afge
geven, in omslagen, welke er één bevatten
voor afzonderlijk levende personen, een aan
tal voor gezinnen. Aan de gezinshoofden
in dit laatste geval de taak om ze in te
vuil in. Is een lid van het gezin afwezig, dan
vult het gezinshoofd niettemin diens kaart in.
Heeft hij gasten of tijdelijk inwonenden, dan
worden hem, behalve de gele en witte kaar
ten (mannen en vrouwen), ook oranje en (of)
rose kaarten voor tijdelijk aanwezigen uitge
reikt. Is het geheele gezin afwezig en treft de
teller dus als hij de kaarten wil afgeven nie
mand aan, dan zorgt het Gemeentebestuur
voor de verdere afwerking.
Begin Januari worden de kaarten weer op
gehaald. De invuller heeft dus een paar da
gen tijd om te doen, wat van hem verlangd
wordt. Zoo dikwijls hij zich voor een vraag
gesteld ziet, waarop het antwoord niet eens
voor al vaststaat, moet hij nagaan: hoe is de
toestand op 31 December te middernacht;
wie maken op dat moment deel uit van mijn
gezin; wat zijn op dat moment de beroepen
van mij en van mijn gezinsleden en zoo ver
der. Ziehier de beteekenis van het „tijdstip
der telling", het nul uur nul tusschen oud en
nieuw.
De kaarten bevatten drieërlei.
Op de voorzijde, heel bovenaan, staan vra
gen, welke reeds door het Gemeentebestuur
zijn beantwoord; men moet ze nazien en,
waar noodig, duidelijk zichtbaar verbeteren.
Alleen de leeftijd moet er nog worden bijge
zet. Het „onderdeel" der Gemeente, waar
men geboren is, hoeft in hoofdzaak belang
voor de Friesche gemeenten.
Aan denzelfden kant is, onder de dubbele
streep, een reeks vragen gesteld, waarop ant
woord moet worden gegeven. Vragen beant
woorden is lastig, maar vragen stellen niet
minder. Om een en ander te vergemakkelij
ken, zijn aan de achterzijde der kaarten toe
lichtingen gegeven.
De eerste vragen betreffen het gezin. Uit
de toelichting blijkt, dat gezin is op te vatten
als „huishouding". Met „inwonend" dienst
personeel wordt bedoeld personeel dat nacht
verblijf heeft in het huis van het gezinshoofd.
Bestaat dit personeel uit een gehuwd paar,
dan vormt dit paar (al of niet met kinderen)
een afzonderlijk gezin. Hun kaarten behoo-
ren in een afzonderlijken omslag te liggen en
door het hoofd van dit gezin te worden inge
vuld. Voor inwonende familieleden wordt
door het gezinshoofd opgegeven in welke be
trekking ze tot hem staan (moeder, schoon
zuster, enz.).
Bij den burgerlijken staat moeten gehuwden,
ook. als ze niet in dezelfde woning wonen,
invullen „gehuwd". Zijn ze krachtens rech
terlijke uitspraak „geschieden van tafel en
bed'dan vullen ze dit laatste in.
Bij de vraag naar de kerkelijke gezindten
is een reek officieel bekende kerkgenootschap
pen en zelfstandige kerkelijke gemeenten in
de toelichting opgegeven. Daarom moet nog
worden toegevoegd het, na het afdrukken van
de kaarten bekend geworden, kerkgenoot
schap „Gereformeerde Kerken in hersteld
verband". In geval van twijfel omtrent den
juisten naam van het kerkgenootschap, waar
toe men behoort, kan men opgeven, bij wie;i
men ter kerke gaat of welke kerk men be
zoekt; de Gemeentesecretarie zal er dan den
juisten naam bij kunnen zetten. Wie niet tot
een kerkgenootschap gerekend wil worden,
geeft op „geen kerkgenootschap". Beantwoor
ding met „onverschillig" kan tot misver
stand aanleiding geven, invulling met een
streepje tot twijfel.
Het een noch het ander is geoorloofd.
De beantwoording der vragen naar de be
zetting der beschikbare woonruimten ver-
eischt oplettendheid en juist inzicht.
De eerste van deze vragen is alleen voor
gezinshoofden bestemd; bij de aantallen, in
het antwoord in te vullen, en aangevende de
samenstelling van het gezin, hebben zij zich
zelf mee te lellen. De volgende vragen zijn
zoowel voor gezinshoofden als voor alleen
wonende personen.
Onder de voor bewoning bestemde ver
trekken moeten slaapvertrekken wel worden
meegeteld, die dan ook nog eens afzonder
lijk worden opgegeven, doch mogen bijvoor
beeld bergzolders en -kelders niet worden
meegerekend, zelfs al is men door gebrek aan
voldoende woonruimte gedwongen zoo'n
bergzolder of -kelder als woon- of slaap-
ruimte te gebruiken. Men vindt in dit geval
twee afzonderlijke vragen daarvoor aan het
slot van deze rubriek.
Gangen, portalen, vestibules zijn even
min voor bewoning bestemde vertrekken;
dwingt te krappe behuizing bijvoorbeeld een
portaal als nachtverblijf in te richten, dan
geldt hiervoor weer hetzelfde als voor de
bergzolders. Evenzoo wanneer een hall als
wachtkamer wordt gebruikt.
Daarentegen moeten een badkamer waarin
geslapen wordt of die als linnenkamer wordt
gebruikt, of een serre dit tot slaapvertrek
dient, wel bij de woonvertrekken meegesteld.
Het onderscheid is hier niet zoo groot als bij
een bergzolder of -kelder.
In het algemeen tellen badkamers mee als
woonvertrek, tenzij ze slechts bestaan in een
afgeschoten ruimte b.v. onder een trap met
douche of waschgelegenheid.
Bedsteden, welke als kast of zoo worden
gebruikt, tellen niet mee.
Een voorbeeld: een gezinshoofd heeft voor
zich en voor zijn gezin beschikking over 3
voor bewoning bestemde vertrekken, waarvan
er 1 dient als slaapvertrek: in zijn woning is
1 bedstee, als zoodanig in gebruik. Boven
dien heeft hij beschikking over 2 eigenlijk
niet voor bewoning bestemde ruimten, wel
ke echter noodgedwongen toch bewoond
moeten worden en wel 1 daarvan als
slaapvertrek. De opvolgende vragen geven
gelegenheid al deze cijfers in de genoemde
volgorde in te vullen.
Tot de lastige vragen behooren die, welke
het beroep betreffen, omdat zich op dit ge
bied zooveel verscheidenheid voordoet en het
te doen is om een zoo gespecialiseerd mogelijk
overzicht te krijgen van alle beroepen weue
in ons land worden uitgeoefend.
Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aanzien van
hen, wier werkzaamheid ligt op het gebied
van zaken, ondernemingen, bedrijven of in
stellingen een SOlitsina le «naVo- jn yjej- z0o-
genaamde beroepsposities: a. personen, die
in hun beroep als „zelfstandigen" moeten
worden beschouwd; dit zijn zij, die eigenaar
zijn van een zaak, een onderneming, een be
drijf of een instelling, of die voor eigen reke
ning zonder personeel hun beroep uitoefenen;
b. personen, die als bedrijfshoofden zijn te
beschouwen, b.v. Directeuren van Naamlooze
vennootschappen of van Coöperatieve instel
lingen in het algemeen dus personen die aan
het hoofd van zaken enz. staan, zonder dat
zij daarvan eigenaar zijn; c. personen, die in
meer ondergeschikte positie in een zaak enz.
werkzaam zijn en belast zijn met toezicht
over het gewone personeel (b.v. bedrijfsleider,
opzichter, meesterknecht, depót- of filiaal
houder, winkelchef e.d.); d. personen, die als
het gewone personeel zijn te beschouwen en
dus geen der onder a, b en c cschreven posi
ties innemen (arbeiders, waaronder ook voor
mannen, employé's beambten en derg. in een
zaak enz. werkzaam).
Om het mogelijk te maken de verschillende
door de bevolking uitgeoefend beroepen in
een aantal groote bearijfsklassen en deze
wederom in kleinere bedrijfsgroepen in te dee-
len, wordt voorts gevraagd de aard van de
zaak, de onderneming, 't bedrijf of de instel
ling op te geven waarin men werkzaam is.
Vermelding van de afdeeling waarin men
werkzaam is, is in vele gevallen onmisbaar
om een juiste kennis van den aard van het
opgegeven beroep te verkrijgen, bijv. in een
machinefabriek de afdeeling bankwerkerij
Opgave van de bijzondere, in gebruik zijnde
benaming van de werkzaamheid strekt al
mede om het juiste inzicht in den aard van
het beroep te bevorderen.
Naam en adres van de zaak, waar men
werkzaam is, worden gevraagd om gelegen
heid te openen tot het vragen van nadere in
lichtingen, ingeval de beantwoording onvol
doende is voor een juiste rangschikking.
Beantwoording met algemeene bewoordin
gen als „arbeider" of „werkman" is het
blijkt wel uit het bovenstaande geheel on
voldoende.
Wederom een voorbeeld: een „sterker" in
de N. V. Textielmaatschappij „Twente" heeft
op te geven, dat hij is „sterker"; in dienst
van een ander? „ja" en wel bij „de N. V-
Textielmaatschappij Twente" te „Hengelo",
„Textielfabriek", afdeeling „weverij". Be
stuurder, „neen", belast met toezicht „neen".
Personen die meer dan één beroep uitoefe
nen, vermelden alleen hun hoofdberoep, na
melijk dat hetwelk de voornaamste dagtaak
vormt. Gepensionneerden geven op: „zonder
beroep" wanneer zij tenminste geen be
roepswerkzaamheden meer verrichten. Doen
zij dit wel dan geven ze deze werkzaamheden
als beroep op, ook al vormen ze geen volle
dige dagtaak.
Wie uitsluitend leeft van rente, uitkeerin-
gen en dergelijke, vermeldt: „zonder beroep".
Wie hoofdzakelijk leeft van huizenbezit (ver
huren) geeft op: „huizenexploitant".
Bijzondere moeilijkheden geeft het tellen
van schippers en woonwagenbewoners. Een
afzonderlijke regeling is getroffen voor deze
personen zonder vaste woonplaats. Wanneer
voor hen of door hen telkaarten zijn inge
vuld en ingeleverd, wordt hun daarvoor een
ontvangbewijs uitgereikt, dat zij gedurende
de maanden Januari, Februari en Maart
1931 moeten toonen aan eiken ambtenaar
van het Openbaar Gezag, die daarom vraagt.
Het is van belang dat zij er op letten dit be
wijs gedurende drie maanden goed te bewa
ren.
In de omslagen bevinden zich ook groene
kaarten Deze dienen voor de Bedrijfstelling
welke gelijktijdig met de Volkstelling zal wor
den gehouden. Hierover wordt een afzonder
lijke mededeeling uitgegeven.
De Raad vol waardeering voor den
Directeur van de lichtbedrijven. die een
man van uitnemende technische en com
mercie ele bekwaamheid en een hoog
staand mensch geacht werd, wiens rap
porten het volste vertrouwen verdienen.
De geste van het P. E. N. sterk gelaakt.
De Raad van oordeel, dat er geen reden
is om zich voor overname van het net
tot de Prov. tee wenden en dat verwacht
mag worden, dat Prov. St. zullen eischen
juist door de Directie te worden inge
licht.
Het gasbedrijf in de gemeente kernge
zond. Belangrijke gasprijsverlaging, als
mede verlaging van den electrischen
stroemprijs.
De Raad te Castricum vergaderde gister
ten 9 ure ter behandeling van de gemeente-
begrooting en die van de bedrijven
Met het oog op het meer dan plaatselijke
belang van de kwestie tusschen de gemeente
Castricum en de leiding van het Prov.
Electr. Bedrijf, laten wij het verslag van het
gesprokene over de bedrijven hieronder af
zonderlijk volgen.
De eerste spreker was de heer A u k e s,
die het niet noodig vond, erop te wijzen, dat
in den laatsten tijd stemmen zijn opgegaan
die zich voor een andere wijze van voorzie
ning verklaren. Hij herinnerde aan de ver
gadering van „de Hanze" maar de directeur
de heer Verhoeve zoo'n uitstekende rede
hield en waar spr. versterkt werd in zijn
eerbied voor den directeur als technisch en
economisch leider. Wij hebben in hem de
juiste man voor beide bedrijven.
De kwestie gas- en electricteitsvoorziening
is meermalen in den raad geweest.
Overgaande tot '•et electriciteitsbedrijf ge
loofde spr., dat de raad in zijn geheel sterk
afkeurt de geste van het prov. bedrijf, dat
weigerde bij het afloopen van het contract
over een nieuw in onderhandeling te treden
Spr. herinnert aan de eerste besprekingen
hierover, waarbij hij gevraagd had of er nog
geen andere wijze van stroomlevering over
wogen diende te worden. B. en W. weigerden
daarover in onderhandeling te treden.
In de vergadering bleek, dat ingezetenen
verlangen naar een directe levering door het
P. E. N.
De burgemeester zegde daar toe, dat het
onderzoek zou worden ingesteld, naar de le
vering van het gas door de hoogovens, doch
ten aanzien van het electrisch deed hij de
toezegging niet.
Spr. begrijpt dit niet. De levering direct
aan de ingezetenen dient onderzocht te wor
den, al gelooft spr. dat men tot het resultaat
zou komen, evenals met het gas, dat het
beter is om het gemeentebedrijf te hand
haven.
Spr. vraagt waarom dit onderzoek niet
werd toegezegd en als het antwoord niet be
vredigend is. wil hij de vraag stellen dit als
nog in te stellen.
Spr. juicht het toe een deel van de winst
in de gemeentekas te storten, omdat de di
recteur in de vergadering duidelijk heeft ge
maakt, dat het behalen van winst geen doel
is. De winst is behaald omdat het hier ge
maakte goede product gezocht wordt.
De gemeente betaalt goede salarissen, die
de menschen verdienen, maar wij maken geen
andere kosten en heffen geen recognitie
voor het leggen van de buizen in de gemeen
tegronden. Juist daarom maakt spr. er geen
bezwaar tegen om van de toevallige winst
een gedeelte te storten in de kas voor alge
meen nut en een deel te zetten op de nieuwe
rekening.
De heer R e s was het rapport van den
directeur bekend. Hij vertrouwde dit, maar
wilde toch een commissie van deskundigen
en een onderzoek. Hij meende dat dan er
gerustheid zal komen en dat het publiek dat
roept „er zit zooveel winst aan" tot de con
clusie zal komen, dat het rapport van den
bekwamen directeur in orde is en dat het
voordeel van de gemeente daar ligt om het
bedrijf in deze goede handen te laten.
De heer de Vries verwonderde zich
over het voorstel van den heer Res, terwijl
hij als lid van de commissie weet, dat de
kostprijs van ons gas nog. beneden dat in den
gashouder te Beverwijk is.
Hoe wil de heer Res dit terwille van een
steleltje menschen?
De heer de N ij s was aan de hand van
het verslag te werk gegaan. Hij had het ge
zien als een opbloei van het bedrijf met een
mooie toekomst, niet alleen voor het gas
maar ook voor het electrisch.
Spr. meende, dat de gemeente niet bij de
pakken moest gaan neerzitten, doch moest
ageeren tegen de tarievenpolitiek van het
P. E. N. De statenleden moeten ingelicht
worden over hetgeen de P. E. N.-directie
doet. Hij oordeelt daarvoor de tijd niet
gunstig om thans het P. E. N. te vragen
voor hoeveel zij het electra hier wil leveren.
dea
De gasexploitatie kan schitterend
toets met andere gemeenten doorstaan.
Spr. vindt, dat in deze tijden, waar ge
zegd wordt: „wij kunnen goedkooper", men
ook de 1000 winst onder de verbruikers
te distribueeren. De bcgrooting heeft een
saldo van 15000 en het is dus niet noodig-
die 1000 er bij te doen. Hij wil de matige
gebruikers daarmede dienen omdat die geen
beurt hebben bij de nieuwe regeling, omdat
zij niet boven het verbruik van 20 M' in de
maand komen. Gezien de gister in de ge
meente acht spr. hetgeen hij voorstelt wen-
schelijk.
De heer H e 11 i n g a speet het dat hij niet
in de gelegenheid gesteld was om de ver
gadering van ..De Hanze" bij te wonen. De
vergadering schijnt bii velen niet ophelde
rend te hebben gewerkt of ze hebben bij
voorbaat geen vertrouwen gesteld in
hetgeen de directeur had gegeven. Spr. noemt
dit kleine dorpspolitiek en meende, dat zoo
lang de opposanten niet aantoonen dat het
bestuur niet goed is, men geen aan lacht schen
ken aan deze menschen De raad is unaniem
overtuigt, dat het bestuur goed is. Principieel
is er in den raad geen bezwaar tegen directe
levering door het P E. N.. doch wel tegen de
manier, waarop het P E N ons bedrijf in
handen tracht te krijgen Deze zaak kunnen
wij niet op'essen, doch in de staten zullen de
beschuldigers, die de burgemeester en de geste
van het college amokmakerii noemde, deze
beschuldiging waar moeten maken Spr heeft
de overtuiging, dat dit wel gevorderd za!
worden.
Hij vond het voorts beter om de f 1000 te-
reserveeren om aan te wenden ten behoeve
van de kieingebruikers. De 1000 zal men er
dan mee kunnen helpen om in korteren tiid tot
verlaging te komen.
De heer Kuis gebruikt geen 30 M®. en
hij heeft berekend dat het hem 3 60 kost en
in Beverwijk f 3. die gaat echter door met
10 cent en de meterhuur is dezelfde. Het wordt
hier verandert De menschen gebruiken ech
ter nog te veel petroleum.
Hij doet alles op gas, zijn vrouw wascht er
op en toch gebruikt hij niet meer dan 27 M®
in de maand. Hij beweert dus dat Castricum
goedkoop is. Spr heeft de overtuiging, dat
de rapporten goed zijn. Het gaat er bij den
heer Res om. om de praatjes voor goed de
kop in te drukken.
Een krachtig woord van den voorzitter.
De voorzitter wilde uitdrukkelijk
splitsen, het electra en het gas
In antwoord aan den heer Aukes zeide
spr. op den voorgrond te stellen dat B en W.
zich nooit op het standpunt hebben gestekf:
geen rechtstreeksche stroomlevering door de
provincie.
Zij hebben deze stelling opgebouwd
„Indien hei voor de electrische voorziening
voor Noord-Holland en voor den bloei van
het P. E. N. een onafwendbare eisch is. dat
de Prov. rechtstreeks aan huis levert, dan
zullen de gemeenten in gezamenlijk overleg
met de provincie hiertoe hebben mede te
werken".
Spr. oordeelt déze stelling: overleg tus
schen de gemeente-besturen en het prov
bestuur voor niemand aanvechtbaar. In ver
band hiermede constateert spr. dat nóch het
Prov. bedrijf, nóch de directeur ervan nóch
Ged. Staten, ooit bij het gemeentebestuur
van Castricum ook maai eenige poging heb
ben aangewend om met het bestuur van Cas
tricum tot een bespreking te komen over de
overname van het bedrijf van Castricum De
Directie is nooit bij B en W geweest Ged.
Staten hebben nooit aan B. en W gevraagd:
„Hoe staat U tegenover dat standpunt?"
Niettegenstaande zij dit nooit gevraagd
hebben, achtte de vooizitter aan den Raad
van Toezicht, lid van Ged. Staten zich ge
rechtigd om burgers uit de gemeente, die geen
verantwoordelijkheid dragen, geen enkele
openbare positie bekleeden. vooi te lichten en
inlichtingen te geven om in de gemeente
actie te gaan voeren tegen het College van
B. en W over de overname van het bedrijf.
Ik meen. dat het moeilijk is woorden te
vinden die deze houding van een bepaald
lid van Ged. Staten juist zouden omschrijven
In de staten heeft dat lid gezegd dat de
burgemeester van Castricum en de directeur
van het Bedrijf relletjes en amokmakers zijn.
Aan iedei weldenkende laat ik gaarne de be-
oordeeling over. aan we'ke zijde de beschul
diging van amok uiaker behoori te staan
Wij zijn niet positief tegen directe levering
aan huis door de Prov Men zal vragen:
„Waarom geen onderzoek?"
Bij de oplossing van die vraag moet voor
ons enkel en alleen gelden het gemeente
belang en nu wil ik wel dit zeggen, cat er
voor het gemeentebelang, gezien Je cijfers,
geen enkele reden bestaat om te bevorderen,
dat wij naar de Prov gaan met de vraag:
„Wil je met ons praten?" Maar ik voeg
daar tevens aan toe, Jat wanneer Ged. Staten
het een belang van de Prov. achten, over de
overname met Castricum te piaten, dat de
339. Nu kwam een eekhoorntje, dat mededingen wilde
naar een prijs. Het houdt het lampje in zijn bek, wat ook
was toegestaan. Het was natuurlijk de groote kunst om
te zorgen, dat het lampje heel bleef tijdens den wedloop-
Dat begreep de kikvorsch heel goed en die was zoo
jeep om een groot blad van een lelie voor het lampje te
houden, zoodat het geen last van den wind had en heele-
maal heel bleef.