ROOKT vROSSEH5 XIII. aan te wijzen als gedeelte van een weg overeenkomstig artikel 8 der Motor- en Rijwielverordening, waar het verboden is op bepaalde dagen een motorrijtuig op meer dan twee wielen onbeheerd te laten staan (parkeeren): VOLKSTELLING. De begrooting van de lichtbedrijven te Castricum en het Prov- Eioctr, bedrijf. PER PAKJE DE ATOITIIBU VAEEN VER HEERS 4 GENTJi E g- deelte van de laan parallel loopende aan den Geesterweg tusschen de uit rit voor autobussen aldaar en den Westerweg (de Emauslaan); de standplaatsen voor autobussen aan den Stationsweg, nabij den Geesterweg; bij de Friesche brug, en aan den Nieuwlandersingel; XII. aan te wijzen als wegen oj gedeelten van wegen, overeenkomstig artikel 8 der Motor- en Rijwielverordening, waar het verboden is een mctorriituig op meer dan twee wielen onbeheerd te laten staan (parkeeren): Schoutenstraat, Hoogstraat, Pastoor- steeg, Achterstraat, Payglop, Boterstr., Mient, Kraanbuurt, Huigbrouwerstraat, Koorstraat, Ritsevoort, Vrouwenstraat, Lindengracht, Z. Z., Ciarissenbuurt, Scheteldoekshaven, Zevenhuizen, Kerk plein, behalve aan de zijde der woon huizen en aan de zijde van het Land- bouwhuis, Paternosterstraat, St. Lau- rensstraat, Schoolstraat, Dubbelebuurt, Doelenkluft, Lombardsteeg, Koningstr., Pietersrtaat, Peperstraat, Houttil, Marktstraat (alleen op marktdagen), Waagplein (alleen op marktadgen), Voordam, Kaarsemakersgracht, Achter- dam, Zijdam, Heerenstraat, Torenbrug Wortelsteeg, Luttik-oudorp, Heiligland, Verdronkenoord, Fnidsen (tusschen Bierkade en St. Annastraat), St. Anna- straat, Zoutstraat, Kapelsteeg Hof straat, Vijvertje, Zilverstraat, Geester singel (tusschen Geesterweg en Kanaal kade), Snaarmanslaan, (tusschen Spoor straat en Scharloo); op Zon- en Feestdagen, zoomede op dagen van wedstrijden en andere openbare vermakelijkheden in het ge meentelijk sportpark: de Nieuw- poortslaan, de Nieuwpoortssteeg, de Zuiderhoutlaan, en den Kennemer- straatweg tusschen de Kruislaan en de Regulierslaan de Noordzijde van de Langestraat, dit*is aan de zijde der even straat nummers op de oneven dagen der maand, de Zuidzijde van de Lange straat, dit is de zijde der oneven straatnummers, op de even dagen der maand. C. en voorts de navolgende bruggen gesloten te ver klaren voor motorrijtuigen en aanhang wagens, voor zoover hunne grootste wielbelasting het achter elke brug ver melde maximum overschrijdt: a. I. Naam der brug: Nieuwlanderbrug Zandersbrug Turfmarktbrug Kooltuinbrug Bokkebrug Dijkbrug Schapenbrug Spekbrug Platte Steenenbrug Verdr. Oord Eenhoornsbrug St. Annabrug Kuipersbrug Dambrug Zoutkeetbrug Werfbrug Popmansbrug Baanbrug Hofstraatbrug Ridderstraatbrug Brillesteegbrug Wagenaarsbrug Verlaatjesbrug Bleekerslootbrug Costerbrug Houtbrug Metiusbrug Lindenbrug Max. wiel belasting. 2030 K.G. 1170 K.G 1790 K.G. 1000 -K.G. 2014 K.G. 1900 K.G. 2200 K.G. 1200 K.G. 1960 K.G. 1050 K.G. 650 K.G. S60 K.G. 800 K.G. 570 K.G. 330 K.G. 270 K.G. 2320 K.G. 370 K.G. 2000 K.G. 625 K.G. 1470 K.G. 2060 K.G. 1440 K.G. 265 K.G. 2200 K.G. 1125 K.G. 705 K.G. ten II. onverminderd het bepaalde onder aanzien van de hiervoor genoemde brug gen, alsmede ten aanzien van de volgen de bij de gemeente in beheer zijnde bruggen, de Beltbrug, de Houtvaart- brug, de PelmolenbruLr en de Bosmolen- brug, de maxi mum-snel heid, door motorrijtui gen en aanhangwagens, waarvan de grootste wielbelasting 1200 K.G. over schrijdt, in acht te nemen bij het rijden over de beide hiervoor bedoelde groepen bruggen, vast te stellen op 10 Kilometer per uur. De inwerkingtreding van de hiervoor on der A., B. en C. genoemde voorschriften is vastgesteld op 1 januari 1931. Alkmaar, 22 December 1030. Burgemeester en Wethouders voornoemd, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOEL MA, Secretaris. Binnen enkele dagen zal op de geheele be volking van Nederland een beroep worden gedaan om mee te werken aan de elfde Volks telling. Het Centraal Bureau voor de Sta tistiek doet ons daaromtrent onderstaand; mededeelingen. Wanneer men ze bewaart ea de volgende week naast de in te vullen kaar ten legt, dan zullen ze het werk gemakkelijker kunnen maken. Het ondeelbare moment, waarop het iaar 1931 zijn voorganger opvolgt, is het tijdstip der elfde volkstelling. Dit wil zeggen, dat deze telling beoogt, een overzicht te krijgen van de bevolking, zooals zij op dat midder nachtelijk tijdstip is samengesteld. Het bevolkingscijfer, dat bij benadering wel bekend is, zoo nauwkeurig mogelijk vast te stellen, is noodzakelijk, omdat het den wet tel ijken grondslag vormt voor de berekening van de bijdragen van het Rijk in de kosten der gemeentelijke huishoudingen. De bevolkingsregisters vormen een niet genoeg te waardeeren bron voor de kennis van dit steeds veranderlijke cijfer, maar geen menschenwerk is onfeilbaar en de bevolkings registers zijn afhankelijk van de nauwgezet heid, waarmee de bevolking de voorgeschre ven aangiften doet. Een controle eens in de tien jaren is niet te veel. Maar bovendien heeft de nauwkeurige vaststelling van het bevolkingscijfer nog an der practisch en ook wetenschappelijk be lang, en wordt in alle landen de Volks stelling benut om enkele gegevens te verzame len over de samenstelling der bevolking, hare samenwoning, de beroepen, welke hare leden uitoefenen en zoo meer. Voor het ver krijgen van gegevens voor belastingaansla gen dient de Volkstelling niet. In de laatste dagen van December worden de Volkstellingkaarten huis aan huis afge geven, in omslagen, welke er één bevatten voor afzonderlijk levende personen, een aan tal voor gezinnen. Aan de gezinshoofden in dit laatste geval de taak om ze in te vuil in. Is een lid van het gezin afwezig, dan vult het gezinshoofd niettemin diens kaart in. Heeft hij gasten of tijdelijk inwonenden, dan worden hem, behalve de gele en witte kaar ten (mannen en vrouwen), ook oranje en (of) rose kaarten voor tijdelijk aanwezigen uitge reikt. Is het geheele gezin afwezig en treft de teller dus als hij de kaarten wil afgeven nie mand aan, dan zorgt het Gemeentebestuur voor de verdere afwerking. Begin Januari worden de kaarten weer op gehaald. De invuller heeft dus een paar da gen tijd om te doen, wat van hem verlangd wordt. Zoo dikwijls hij zich voor een vraag gesteld ziet, waarop het antwoord niet eens voor al vaststaat, moet hij nagaan: hoe is de toestand op 31 December te middernacht; wie maken op dat moment deel uit van mijn gezin; wat zijn op dat moment de beroepen van mij en van mijn gezinsleden en zoo ver der. Ziehier de beteekenis van het „tijdstip der telling", het nul uur nul tusschen oud en nieuw. De kaarten bevatten drieërlei. Op de voorzijde, heel bovenaan, staan vra gen, welke reeds door het Gemeentebestuur zijn beantwoord; men moet ze nazien en, waar noodig, duidelijk zichtbaar verbeteren. Alleen de leeftijd moet er nog worden bijge zet. Het „onderdeel" der Gemeente, waar men geboren is, hoeft in hoofdzaak belang voor de Friesche gemeenten. Aan denzelfden kant is, onder de dubbele streep, een reeks vragen gesteld, waarop ant woord moet worden gegeven. Vragen beant woorden is lastig, maar vragen stellen niet minder. Om een en ander te vergemakkelij ken, zijn aan de achterzijde der kaarten toe lichtingen gegeven. De eerste vragen betreffen het gezin. Uit de toelichting blijkt, dat gezin is op te vatten als „huishouding". Met „inwonend" dienst personeel wordt bedoeld personeel dat nacht verblijf heeft in het huis van het gezinshoofd. Bestaat dit personeel uit een gehuwd paar, dan vormt dit paar (al of niet met kinderen) een afzonderlijk gezin. Hun kaarten behoo- ren in een afzonderlijken omslag te liggen en door het hoofd van dit gezin te worden inge vuld. Voor inwonende familieleden wordt door het gezinshoofd opgegeven in welke be trekking ze tot hem staan (moeder, schoon zuster, enz.). Bij den burgerlijken staat moeten gehuwden, ook. als ze niet in dezelfde woning wonen, invullen „gehuwd". Zijn ze krachtens rech terlijke uitspraak „geschieden van tafel en bed'dan vullen ze dit laatste in. Bij de vraag naar de kerkelijke gezindten is een reek officieel bekende kerkgenootschap pen en zelfstandige kerkelijke gemeenten in de toelichting opgegeven. Daarom moet nog worden toegevoegd het, na het afdrukken van de kaarten bekend geworden, kerkgenoot schap „Gereformeerde Kerken in hersteld verband". In geval van twijfel omtrent den juisten naam van het kerkgenootschap, waar toe men behoort, kan men opgeven, bij wie;i men ter kerke gaat of welke kerk men be zoekt; de Gemeentesecretarie zal er dan den juisten naam bij kunnen zetten. Wie niet tot een kerkgenootschap gerekend wil worden, geeft op „geen kerkgenootschap". Beantwoor ding met „onverschillig" kan tot misver stand aanleiding geven, invulling met een streepje tot twijfel. Het een noch het ander is geoorloofd. De beantwoording der vragen naar de be zetting der beschikbare woonruimten ver- eischt oplettendheid en juist inzicht. De eerste van deze vragen is alleen voor gezinshoofden bestemd; bij de aantallen, in het antwoord in te vullen, en aangevende de samenstelling van het gezin, hebben zij zich zelf mee te lellen. De volgende vragen zijn zoowel voor gezinshoofden als voor alleen wonende personen. Onder de voor bewoning bestemde ver trekken moeten slaapvertrekken wel worden meegeteld, die dan ook nog eens afzonder lijk worden opgegeven, doch mogen bijvoor beeld bergzolders en -kelders niet worden meegerekend, zelfs al is men door gebrek aan voldoende woonruimte gedwongen zoo'n bergzolder of -kelder als woon- of slaap- ruimte te gebruiken. Men vindt in dit geval twee afzonderlijke vragen daarvoor aan het slot van deze rubriek. Gangen, portalen, vestibules zijn even min voor bewoning bestemde vertrekken; dwingt te krappe behuizing bijvoorbeeld een portaal als nachtverblijf in te richten, dan geldt hiervoor weer hetzelfde als voor de bergzolders. Evenzoo wanneer een hall als wachtkamer wordt gebruikt. Daarentegen moeten een badkamer waarin geslapen wordt of die als linnenkamer wordt gebruikt, of een serre dit tot slaapvertrek dient, wel bij de woonvertrekken meegesteld. Het onderscheid is hier niet zoo groot als bij een bergzolder of -kelder. In het algemeen tellen badkamers mee als woonvertrek, tenzij ze slechts bestaan in een afgeschoten ruimte b.v. onder een trap met douche of waschgelegenheid. Bedsteden, welke als kast of zoo worden gebruikt, tellen niet mee. Een voorbeeld: een gezinshoofd heeft voor zich en voor zijn gezin beschikking over 3 voor bewoning bestemde vertrekken, waarvan er 1 dient als slaapvertrek: in zijn woning is 1 bedstee, als zoodanig in gebruik. Boven dien heeft hij beschikking over 2 eigenlijk niet voor bewoning bestemde ruimten, wel ke echter noodgedwongen toch bewoond moeten worden en wel 1 daarvan als slaapvertrek. De opvolgende vragen geven gelegenheid al deze cijfers in de genoemde volgorde in te vullen. Tot de lastige vragen behooren die, welke het beroep betreffen, omdat zich op dit ge bied zooveel verscheidenheid voordoet en het te doen is om een zoo gespecialiseerd mogelijk overzicht te krijgen van alle beroepen weue in ons land worden uitgeoefend. Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aanzien van hen, wier werkzaamheid ligt op het gebied van zaken, ondernemingen, bedrijven of in stellingen een SOlitsina le «naVo- jn yjej- z0o- genaamde beroepsposities: a. personen, die in hun beroep als „zelfstandigen" moeten worden beschouwd; dit zijn zij, die eigenaar zijn van een zaak, een onderneming, een be drijf of een instelling, of die voor eigen reke ning zonder personeel hun beroep uitoefenen; b. personen, die als bedrijfshoofden zijn te beschouwen, b.v. Directeuren van Naamlooze vennootschappen of van Coöperatieve instel lingen in het algemeen dus personen die aan het hoofd van zaken enz. staan, zonder dat zij daarvan eigenaar zijn; c. personen, die in meer ondergeschikte positie in een zaak enz. werkzaam zijn en belast zijn met toezicht over het gewone personeel (b.v. bedrijfsleider, opzichter, meesterknecht, depót- of filiaal houder, winkelchef e.d.); d. personen, die als het gewone personeel zijn te beschouwen en dus geen der onder a, b en c cschreven posi ties innemen (arbeiders, waaronder ook voor mannen, employé's beambten en derg. in een zaak enz. werkzaam). Om het mogelijk te maken de verschillende door de bevolking uitgeoefend beroepen in een aantal groote bearijfsklassen en deze wederom in kleinere bedrijfsgroepen in te dee- len, wordt voorts gevraagd de aard van de zaak, de onderneming, 't bedrijf of de instel ling op te geven waarin men werkzaam is. Vermelding van de afdeeling waarin men werkzaam is, is in vele gevallen onmisbaar om een juiste kennis van den aard van het opgegeven beroep te verkrijgen, bijv. in een machinefabriek de afdeeling bankwerkerij Opgave van de bijzondere, in gebruik zijnde benaming van de werkzaamheid strekt al mede om het juiste inzicht in den aard van het beroep te bevorderen. Naam en adres van de zaak, waar men werkzaam is, worden gevraagd om gelegen heid te openen tot het vragen van nadere in lichtingen, ingeval de beantwoording onvol doende is voor een juiste rangschikking. Beantwoording met algemeene bewoordin gen als „arbeider" of „werkman" is het blijkt wel uit het bovenstaande geheel on voldoende. Wederom een voorbeeld: een „sterker" in de N. V. Textielmaatschappij „Twente" heeft op te geven, dat hij is „sterker"; in dienst van een ander? „ja" en wel bij „de N. V- Textielmaatschappij Twente" te „Hengelo", „Textielfabriek", afdeeling „weverij". Be stuurder, „neen", belast met toezicht „neen". Personen die meer dan één beroep uitoefe nen, vermelden alleen hun hoofdberoep, na melijk dat hetwelk de voornaamste dagtaak vormt. Gepensionneerden geven op: „zonder beroep" wanneer zij tenminste geen be roepswerkzaamheden meer verrichten. Doen zij dit wel dan geven ze deze werkzaamheden als beroep op, ook al vormen ze geen volle dige dagtaak. Wie uitsluitend leeft van rente, uitkeerin- gen en dergelijke, vermeldt: „zonder beroep". Wie hoofdzakelijk leeft van huizenbezit (ver huren) geeft op: „huizenexploitant". Bijzondere moeilijkheden geeft het tellen van schippers en woonwagenbewoners. Een afzonderlijke regeling is getroffen voor deze personen zonder vaste woonplaats. Wanneer voor hen of door hen telkaarten zijn inge vuld en ingeleverd, wordt hun daarvoor een ontvangbewijs uitgereikt, dat zij gedurende de maanden Januari, Februari en Maart 1931 moeten toonen aan eiken ambtenaar van het Openbaar Gezag, die daarom vraagt. Het is van belang dat zij er op letten dit be wijs gedurende drie maanden goed te bewa ren. In de omslagen bevinden zich ook groene kaarten Deze dienen voor de Bedrijfstelling welke gelijktijdig met de Volkstelling zal wor den gehouden. Hierover wordt een afzonder lijke mededeeling uitgegeven. De Raad vol waardeering voor den Directeur van de lichtbedrijven. die een man van uitnemende technische en com mercie ele bekwaamheid en een hoog staand mensch geacht werd, wiens rap porten het volste vertrouwen verdienen. De geste van het P. E. N. sterk gelaakt. De Raad van oordeel, dat er geen reden is om zich voor overname van het net tot de Prov. tee wenden en dat verwacht mag worden, dat Prov. St. zullen eischen juist door de Directie te worden inge licht. Het gasbedrijf in de gemeente kernge zond. Belangrijke gasprijsverlaging, als mede verlaging van den electrischen stroemprijs. De Raad te Castricum vergaderde gister ten 9 ure ter behandeling van de gemeente- begrooting en die van de bedrijven Met het oog op het meer dan plaatselijke belang van de kwestie tusschen de gemeente Castricum en de leiding van het Prov. Electr. Bedrijf, laten wij het verslag van het gesprokene over de bedrijven hieronder af zonderlijk volgen. De eerste spreker was de heer A u k e s, die het niet noodig vond, erop te wijzen, dat in den laatsten tijd stemmen zijn opgegaan die zich voor een andere wijze van voorzie ning verklaren. Hij herinnerde aan de ver gadering van „de Hanze" maar de directeur de heer Verhoeve zoo'n uitstekende rede hield en waar spr. versterkt werd in zijn eerbied voor den directeur als technisch en economisch leider. Wij hebben in hem de juiste man voor beide bedrijven. De kwestie gas- en electricteitsvoorziening is meermalen in den raad geweest. Overgaande tot '•et electriciteitsbedrijf ge loofde spr., dat de raad in zijn geheel sterk afkeurt de geste van het prov. bedrijf, dat weigerde bij het afloopen van het contract over een nieuw in onderhandeling te treden Spr. herinnert aan de eerste besprekingen hierover, waarbij hij gevraagd had of er nog geen andere wijze van stroomlevering over wogen diende te worden. B. en W. weigerden daarover in onderhandeling te treden. In de vergadering bleek, dat ingezetenen verlangen naar een directe levering door het P. E. N. De burgemeester zegde daar toe, dat het onderzoek zou worden ingesteld, naar de le vering van het gas door de hoogovens, doch ten aanzien van het electrisch deed hij de toezegging niet. Spr. begrijpt dit niet. De levering direct aan de ingezetenen dient onderzocht te wor den, al gelooft spr. dat men tot het resultaat zou komen, evenals met het gas, dat het beter is om het gemeentebedrijf te hand haven. Spr. vraagt waarom dit onderzoek niet werd toegezegd en als het antwoord niet be vredigend is. wil hij de vraag stellen dit als nog in te stellen. Spr. juicht het toe een deel van de winst in de gemeentekas te storten, omdat de di recteur in de vergadering duidelijk heeft ge maakt, dat het behalen van winst geen doel is. De winst is behaald omdat het hier ge maakte goede product gezocht wordt. De gemeente betaalt goede salarissen, die de menschen verdienen, maar wij maken geen andere kosten en heffen geen recognitie voor het leggen van de buizen in de gemeen tegronden. Juist daarom maakt spr. er geen bezwaar tegen om van de toevallige winst een gedeelte te storten in de kas voor alge meen nut en een deel te zetten op de nieuwe rekening. De heer R e s was het rapport van den directeur bekend. Hij vertrouwde dit, maar wilde toch een commissie van deskundigen en een onderzoek. Hij meende dat dan er gerustheid zal komen en dat het publiek dat roept „er zit zooveel winst aan" tot de con clusie zal komen, dat het rapport van den bekwamen directeur in orde is en dat het voordeel van de gemeente daar ligt om het bedrijf in deze goede handen te laten. De heer de Vries verwonderde zich over het voorstel van den heer Res, terwijl hij als lid van de commissie weet, dat de kostprijs van ons gas nog. beneden dat in den gashouder te Beverwijk is. Hoe wil de heer Res dit terwille van een steleltje menschen? De heer de N ij s was aan de hand van het verslag te werk gegaan. Hij had het ge zien als een opbloei van het bedrijf met een mooie toekomst, niet alleen voor het gas maar ook voor het electrisch. Spr. meende, dat de gemeente niet bij de pakken moest gaan neerzitten, doch moest ageeren tegen de tarievenpolitiek van het P. E. N. De statenleden moeten ingelicht worden over hetgeen de P. E. N.-directie doet. Hij oordeelt daarvoor de tijd niet gunstig om thans het P. E. N. te vragen voor hoeveel zij het electra hier wil leveren. dea De gasexploitatie kan schitterend toets met andere gemeenten doorstaan. Spr. vindt, dat in deze tijden, waar ge zegd wordt: „wij kunnen goedkooper", men ook de 1000 winst onder de verbruikers te distribueeren. De bcgrooting heeft een saldo van 15000 en het is dus niet noodig- die 1000 er bij te doen. Hij wil de matige gebruikers daarmede dienen omdat die geen beurt hebben bij de nieuwe regeling, omdat zij niet boven het verbruik van 20 M' in de maand komen. Gezien de gister in de ge meente acht spr. hetgeen hij voorstelt wen- schelijk. De heer H e 11 i n g a speet het dat hij niet in de gelegenheid gesteld was om de ver gadering van ..De Hanze" bij te wonen. De vergadering schijnt bii velen niet ophelde rend te hebben gewerkt of ze hebben bij voorbaat geen vertrouwen gesteld in hetgeen de directeur had gegeven. Spr. noemt dit kleine dorpspolitiek en meende, dat zoo lang de opposanten niet aantoonen dat het bestuur niet goed is, men geen aan lacht schen ken aan deze menschen De raad is unaniem overtuigt, dat het bestuur goed is. Principieel is er in den raad geen bezwaar tegen directe levering door het P E. N.. doch wel tegen de manier, waarop het P E N ons bedrijf in handen tracht te krijgen Deze zaak kunnen wij niet op'essen, doch in de staten zullen de beschuldigers, die de burgemeester en de geste van het college amokmakerii noemde, deze beschuldiging waar moeten maken Spr heeft de overtuiging, dat dit wel gevorderd za! worden. Hij vond het voorts beter om de f 1000 te- reserveeren om aan te wenden ten behoeve van de kieingebruikers. De 1000 zal men er dan mee kunnen helpen om in korteren tiid tot verlaging te komen. De heer Kuis gebruikt geen 30 M®. en hij heeft berekend dat het hem 3 60 kost en in Beverwijk f 3. die gaat echter door met 10 cent en de meterhuur is dezelfde. Het wordt hier verandert De menschen gebruiken ech ter nog te veel petroleum. Hij doet alles op gas, zijn vrouw wascht er op en toch gebruikt hij niet meer dan 27 M® in de maand. Hij beweert dus dat Castricum goedkoop is. Spr heeft de overtuiging, dat de rapporten goed zijn. Het gaat er bij den heer Res om. om de praatjes voor goed de kop in te drukken. Een krachtig woord van den voorzitter. De voorzitter wilde uitdrukkelijk splitsen, het electra en het gas In antwoord aan den heer Aukes zeide spr. op den voorgrond te stellen dat B en W. zich nooit op het standpunt hebben gestekf: geen rechtstreeksche stroomlevering door de provincie. Zij hebben deze stelling opgebouwd „Indien hei voor de electrische voorziening voor Noord-Holland en voor den bloei van het P. E. N. een onafwendbare eisch is. dat de Prov. rechtstreeks aan huis levert, dan zullen de gemeenten in gezamenlijk overleg met de provincie hiertoe hebben mede te werken". Spr. oordeelt déze stelling: overleg tus schen de gemeente-besturen en het prov bestuur voor niemand aanvechtbaar. In ver band hiermede constateert spr. dat nóch het Prov. bedrijf, nóch de directeur ervan nóch Ged. Staten, ooit bij het gemeentebestuur van Castricum ook maai eenige poging heb ben aangewend om met het bestuur van Cas tricum tot een bespreking te komen over de overname van het bedrijf van Castricum De Directie is nooit bij B en W geweest Ged. Staten hebben nooit aan B. en W gevraagd: „Hoe staat U tegenover dat standpunt?" Niettegenstaande zij dit nooit gevraagd hebben, achtte de vooizitter aan den Raad van Toezicht, lid van Ged. Staten zich ge rechtigd om burgers uit de gemeente, die geen verantwoordelijkheid dragen, geen enkele openbare positie bekleeden. vooi te lichten en inlichtingen te geven om in de gemeente actie te gaan voeren tegen het College van B. en W over de overname van het bedrijf. Ik meen. dat het moeilijk is woorden te vinden die deze houding van een bepaald lid van Ged. Staten juist zouden omschrijven In de staten heeft dat lid gezegd dat de burgemeester van Castricum en de directeur van het Bedrijf relletjes en amokmakers zijn. Aan iedei weldenkende laat ik gaarne de be- oordeeling over. aan we'ke zijde de beschul diging van amok uiaker behoori te staan Wij zijn niet positief tegen directe levering aan huis door de Prov Men zal vragen: „Waarom geen onderzoek?" Bij de oplossing van die vraag moet voor ons enkel en alleen gelden het gemeente belang en nu wil ik wel dit zeggen, cat er voor het gemeentebelang, gezien Je cijfers, geen enkele reden bestaat om te bevorderen, dat wij naar de Prov gaan met de vraag: „Wil je met ons praten?" Maar ik voeg daar tevens aan toe, Jat wanneer Ged. Staten het een belang van de Prov. achten, over de overname met Castricum te piaten, dat de 339. Nu kwam een eekhoorntje, dat mededingen wilde naar een prijs. Het houdt het lampje in zijn bek, wat ook was toegestaan. Het was natuurlijk de groote kunst om te zorgen, dat het lampje heel bleef tijdens den wedloop- Dat begreep de kikvorsch heel goed en die was zoo jeep om een groot blad van een lelie voor het lampje te houden, zoodat het geen last van den wind had en heele- maal heel bleef.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6