J MIJNKARDT'S TABLETTEN Zenuw Laxeer Hoofdpijn Kiespijn »E AM OMTIÜIM VAM EEN X EHH EERSA €IA 'I' J E. BEHANDELING VAN DE GEBEENTE- BEGRfOTING TE CASTRICUN3. ■H kaarsjes aangestoken, die op tafel, op 't kastje en den schoorsteenmantel ston den. Die kaarsjes stonden in 'n kerst kransje en kandelaartjes die Annie ge- muakt had, toen ze nog op Zondags school was ze werden zorgvuldig be waard en ieder jaar weer gebruikt. Va der had 's middags met de jongens wat sparregroen uit 't bosch gehaald, waar mee de kamer versierd was. Ieder jaar wist moeder het zoo zuinig aan te leg gen dat ze toch met Kerstmis iets extra's kon hebben, in de eerste plaats de kaarsjes en dan iets lekkers bij de thee; zelfs dit jaar had ze er afgenomen. Toen de kaarsjes juist waren aange stoken en ze allemaal even stil waren van 't ongewone, werd er gebeld Annie deed open en kwam binnen met een mandje „Voor Geertje". „Voor mij?" „Ja. met een brief er bij". Zenuwachtig brak Geertje den brief open, 't was stil in de kamer, iedereen keek vol verwachting naar Geertje. Toen ze 't gelezen had gaf ze den brief aan vader met schitterende oogen: „Lees maar eens". Vader en moeder lazen sa men den brief, hij was van Geertje's me vrouw, ze schreef da.t 's middags 't ge sprek gekomen was cp de groote werke loosheid .daardoor ook op Geertje's fami lie. Een kennis van mevrouw, directeur van een groot bedrijf, had toen gezegd dat hij voor eenige maanden enkele goe de werkkrachten kon gebruiken, nu raadde mevrouw Geertje's vader aan da delijk na de feestdagen er heen te'gaan. hoogstwaarschijnlijk zou hij wel aange nomen worden. Verder hoopte ze dat Geertje spoedig beter zou zijn en dat ze allemaal genieten zouden van den in houd van het mandje. 't Werd uitgepakt, de oogen van de jongens begonnen te stralen; dat zou nog eens een fijne Kerstmis worden. En 't werd een fijne kerstavond voor allemaal, maar niet door den inhoud van het mandje. Geertje en vader en moeder waren in de echte kerststem ming gekomen door den brief, waaruit ze begrepen dat mevrouw niet kwaad was en veel op had met Geertje, dat ook zij den geest van Kerstmis kende en er naar wist te handelen. CATr. M. GROOT. Algemeene beschouwingen door de heeren Aukes, de Vries, de Nijs en Heb linga. Beantwoording door den voor zitter. Een fonds voor reserve-doeleinden ge vormd met een grondbedrag van 6000. Het salaris van de wethouders voor ieder op 400 gesteld. Hel presentiegeld voor de raadsleden op f 5 per lid, per zitting. Oeen subsidie aan den Vrijwilligen Landstorm. De raad van oordeel, dat het wapenen van volksgroepen tegen andere volksgroepen niet tot orde, maar tot wanorde leidt. 15 subsidie aan den Bond van Be drijfsautohouders. Asphalteering van de Dorpsstraat spoedig nabij. Een vierde gemeente-werkman zal wor den aangesteld en een vuilnisauto aange schaft. B. en W. zeggen een onderzoek toe om het kermisterrein des winters tot ijsbaan voor de jeugd in te richten. De subsidie voor het fanfarecorps D. U. U. met f 50 verhoogd, die voor het Patronaat met 100. Het B. A. voortaan Maatschappelijk Hulpbetoon. Strenger toezicht op overtredingen van de arbeidswet. De subsidie voor Castricum-Vooruil op f 600 gebracht. De agenda van de Maandag te Castricum gehouden raadsvergadering bevatte een 13- tal punten, waarvan de behandeling der ge meente-begrooting 1931, die van de lichtbe- drijven en van het B. A. de hoofdschotel mag worden genoemd. De raad kwam reeds om 9 uur bijeen en werd om 12 uur geschorst en om half twee heropend. Toen om half zeven de begrooting was afgehandeld vonden wij het welletjes. Dadelijk na de opening werd aangevangen met het behandelen van de begrooting, die vergezeld ging van een memorie van toelich ting van 20 getypte folio's en een rapport van den raad als commissie met een beant woording door B. en W., hetgeen 9 folio's bedroeg. Over niet minder dan 45 punten was door de commissie met B. en W. van gedachten gewisseld. In ons verslag zullen wij ons alleen tot die punten bepalen die daarna nog in open bare zitting tot bespreking aanleiding ga ven. Algemeene beschouwingen De algemeene beschouwingen werden ge opend door den heer Aukes, die aanving met een woord van hulde over het beleid van B. en W., waarmede hij zich in het al gemeen wel kon vereenigen. Spr. had enkele bedenkingen en noemde dit ook gelukkig. Wel willen wij allen hetzelfde, doch aange zien wij verschillende levensopvattingen huldigen, bewandelen wij onwillekeurig ver schillende wegen. Spr. hoopt door besprekin gen tot hetzelfde resultaat te komen. De praktijk had z.i. geleerd, dat het nood zakelijk was, dat stukken aan den raad on middellijk ter visie werden gelegd en daar na al of niet om prae-advies aan B. en W. worden gezonden. Er bestaat een raadsbe sluit, bepalende, dat subsidie-aanvragen al leen bij de begrooting behandeld zullen wor den. Dit jaar gaf dit tot moeilijkheden aanlei ding, waarbij bleek, dat subsidieaanvragen in behandeling kwamen, toen de zaken waar voor ze gevraagd werden al achter de rug waren. Spr. betreurde het, dat de rekening over 1929, waarop de begrooting was gebaseerd, nog niet door den raad was nagezien en goedgekeurd. De indiening van de begrooting, die 1 Augustus had moeten plaats hebben en in Nov. bij Ged. Staten moest zijn ingediend, geschiedde pas half Dec. In een kleine ge meente vond spr. dit zeker niet noodzake lijk. Ook oordeelde spr. een meer uitgebreide memorie van toelichting wenschelijk. Spr. constateerde, dat er bij de R.K. bevolking in de gemeente een zekere vrees bestaat, dat door de verlaging van andersdenkenden, de R.K. meerderheid in de gemeente verloren zal gaan. Zelfs de pastoor wekt daarom zijn parochianen op om lid te worden van de R.K. kiesvereeniging. Door de toename van de bevolking wijzigen zich alhier allerlei toe standen en'juist daarop hebben de raadsle den weinig kijk. Zij kunnen dit niet alleen uit de begrooting leeren. Spr. vond het daar om gewenscht, dat de gemeente op het eind van het jaar een verslag uitgeeft, waarin allerlei gegevens worden opgenomen over den toestand van de gemeente. Nimmer zag spr. een balans van de bela&tjpgen en toch kon hij zich voorstellen, dat het gewenscht is, dat iemand weet hoeveel menschen er in de gemeente wonen tot een zeker inkomen. Ook wat de raad door hun verslag welke ver- eenigingen er in de gemeente zijn en wat die doen. Vergelijkingen zijn dan op verschillend mogelijk. Ook vond spr. het wenschelijk, dat er iets aan een soort statistiek gedaan werd, om dat de raadsleden in vergelijking met vroe ger vergelijkingen kunnen maken. De heer D e V r i e s sloot zich bij de door den heer Aukes geuitte woorden van waar deering over het beleid van het college aan. Spreker meende de aandacht te moeten ves tigen op de crisis, waarvan de gemeente de nadeelen ook reeds ondervindt. In het land en tuinbouwbedrijf is geen sprake meer van een loonend bedrijf en ook het bollenbedrijf gaat een bedenkelijke kant uit met veel werk loosheid. Velen zijn reeds werkloos en de el lende is niet te overzien. Waar deze men schen niet in werkloozenkassen georgani seerd zijn dient de gemeente te steunen en anderzijds dient de gemeente in overleg met de provincie de werkverruiming te bevorde ren. Dit leidt tot financieele lasten voor de gemeente en in dit verband brengt spr. het college dank, omdat dit niet alleen een geyvo- ne post voor werkloosheidbestrijding op de begrooting hebben gebracht maar ook een post voor het bestrijden van crisiswerkloos heid. Naast dit sombere woord meent spr. ook op de gunstige toestand te moeten wij zen waarin de gemeente, in vergelijking met andere plattelandsgemeenten, verkeerd. Cas tricum telt n.1. een groot aantal inwoners met een vast inkomen. Menschen die bij ver schillende overheidslichamen werken. Spr. weet wel, dat er wel eens minder gunstig over deze categorie wordt gesproken, maar het kan niet ontkent worden, dat door hen juist het gunstige evenwicht in de gemeente wordt bewaard. De neringdoenden en mid denstanders zullen dit zeker niet ontkennen. Door hen beschikt de gemeente over vaste belastingbetalers. Tenslotte merkte spr. nog op, dat de begrooting niet benauwd was op gezet en een duidelijk beeld toont van de nieuwe wet regelende de financieele verhou ding tusschen het rijk en de gemeente, die voor Castricum zeker niet onvoordeelig is. Spr. merkte nog op, dat het electrisch be drijf ec.i gezonde kern vertoont, hetgeen te danken is aan een zuinig en economisch be- hee en waardoor het mogelijk is om de avondstroomprijs met 3 cent per K.W.U. te verminderen en dit ondanks de exhorbitant hooge tarieven die het P.E.N. ons oplegt. Het P.E.N. maakte, volgens zijn verslag over 1928 een winst van 120.000, waarvan 30000 uit eigen concessiegebied. 1929 was ongunstiger, maar toch een winst van 54.000. Toch geeft het bedrijf aan de ge meente geen billijker contracten, maar stelt, misbruik makende van macht, die contrac ten vast. Spr. is overtuigd, dat daarmede het alge meen belang niet is gediend. Die onbillijkheid springt tegenover Castri cum nog meer in het oog, wanneer men weet, dat er gemeenten zijn die de helft minder aan inkoopsprijs betalen dan Castricum. De eenige troost is, dat met Castricum er nog 13 andere gemeenten zijn die dit ook moeten betalen. Spr. hoopt, dat het prov. bestuur hieraan aandacht zal schenken en spoedig een billijker en milder regeling zal stellen. Het algemeen belang zal daardoor zeker ge- dient zijn, al was het alleen maar doordat er beter over dit overheidsbedrijf zal wor den geoordeelt. Komende tot het gasbedrijf kon spr. ook niet anders verklaren dan dat het uitste kend wordt beheerd. In 1919 werkte de fa briek, onder leiding van den vorigen direc teur, met een verlies van 10.000 en werd er met een gasprijs van 27 cent per M3 in to taal 40.000 verloren. Vanaf den tijd dat de tegenwoordigen directeur in de desolaten toestand kwam werd het tarief billijker en het verlies weggewerkt en kan de fabriek met den kostprijs tegen de grootste concur- reeren. Spr. meent dan ook, dat een woord van waardeering aan den directeur van de lichtbedrijven op zijn plaats is. De heer D e N ij s sloot zich eveneens aan bij de gesproken woorden van waardeering en de gebrachte hulde aan het college. Het zielental ging de laatste jaren belangrijk vooruit met als gevolg een vermeerdering van werkzaamheden voor het college en een toename van de verantwoordelijkheid. Voor al de komende periode van werkloosheid ver zwaard de taak van het college. Door de electrificatie van de spoorwegen verwacht spr. een toename van de forensebevolking. Ook wijst hij er op, dat de gemeente als bad plaats zich ontwikkeld. Ook de verschillende besluiten van Prov. Staten wijzen er op, dat de gemeente in de goede richting gaat. Bij de ontwikkeling van de gemeente wordt ten zeerste het uitblijven van een uitbreidings plan gevoeld Spr. vraagt het college hier mede spoed te betrachten Overigens heeft spr. voor den wethouder vaji openbare werken alle lof. Gezien de uit gebreidheid mogen de wegen goed worden genoemd. Het kermisterrein was een fiasco gebleken en eischte verbetering. Wanneer de feestweek een vasteren vorm kriigt, dan zou spr. het college in overweging villen geven, de kermis te verschuiven, omdat het niet ge wenscht is, dat die 14 dagen daarna wordt gehouden. Gezien de crisis in den land- en tuinbouw, kon spr. niet anders doen dan toejuichen, dat Prov. Staten daarvoor een flink bedrag beschikbaar hebben gesteld voor werkver ruiming op het Prov. landgoed. Gaarne ziet spr., dat B. en W. aandacht blijven schen ken aan het werkloozenvraagstuk. Ook spr. constateerde, dat de verslagen van de lichtbedrijven een mooi perspectief in de toekomst toonen. De resultaten van de be drijven mogen alleszins bevredigend worden genoemd. 408 376 M3 gas werden in 1929 afgegeven en op de tegenwoordige begroo ting is de afname geraamd op 440.000 M3; 10 jaar geleden werd nog slechts 120.C00 M3 afgenomen. De laatste jaren is ,er een toename van 30.000 M3. Spr. meent dan ook, dat den directeur een woord van hulde gebracht mag werden. Met het nieuwe ta rief kan de prijs van het gas voor de groot verbruikers de toets van critiek doorstaan en wij kunnen gerust zeggen, dat de gasfa briek op een gezonde fundeering berust. Wat het electriciteitsbedrijf betreft, onte genzeggelijk zijn de thans bestaande tarie ven aan den hoogen kant. Een normaal beeld is daar pas mogelijk, wanneer de in koop billijker geregeld zal worden. Spr. ver trouwt erop, dat de Prov. spoedig een betere regeling zal invoeren en hij meent, dat de ge meente zal moeten blijven protesteeren tegen het machtsmisbruik door de directie van het P.E.N. vertoond en zal moeten blijven aan dringen op een tariefsverlaging, die het rechtsgevoel bevredigt. De vermeerdering van de afname in de gemeente bedroeg 5000 K.W.U. en is niet te onderschatten. Dit mag evenwel geen argument zijn om aan het on billijke contract vast te houden. Men zegt wel eens, dat een klein bedrijf niet tegen een groot bedrijf op kan. Het groote water leidingsbedrijf van de Prov. leert wat an ders. In vergelijking met andere waterlei dingbedrijven is dit water zeer duur. Spr. weet niet, hoe het contract luidt, maar acht het in ieder geval gewenscht, dat de ge meente hierop de aandacht vestigt. Spr. oordeelde voorts, dat de gemeente zich gelukkig mocht achten, dat de begroo ting op grond van de financieele uitkomsten niet sober behoefde te worden opgezet. Voor een groot deel is dit te danken aan de nieu we wet, regelende de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeente. Wanneer de financieën zoo blijven, dan kan men voor de gemeente de toekomst gerust tegemoet zien. De heer H e 11 i n g a wilde niet in herha lingen treden. Wie de begrooting bestu deerd heeft, kon zien dat er een optimisti sche toon heeft geheerscht bij B. en W. Wie ziet, hoe het karakter van plattelandsgemeen te zich in Castricum wijzigt zal moeten er kennen, dat het daaraan te danken is, dat dit in een tijd van depressie ben den land bouw mogelijk was en dat daardoor deze begrooting kon worden ingediend. De begrooting vangt aan met een saldo, dat wij enkele jaren geleden nooit hebben kunnen vermoeden. Geconstateerd mag wor den, dat het de gemeente goed gaat en ook spr. meent, dat daarvoor een woord van hulde aan B. en W. over hun beleid niet mag worden onthouden. In groote trekken kan dit aller instemming hebben. Natuurlijk zijn er verschillende dingen in den Raad aan de orde gekomen, waarover men wel eens hevig tegen elkander botste, maar in het algemeen verheugde spr. zich erover, dat de verhou dingen in den Raad zelf niet zoo scherp zijn Spr. schrijft dit toe aan de persoonlijke eigenschappen van de raadsleden, die weten, op welke manier zij tegenover elkander moe ten staan. Toch zijn er dingen voorgekomen, die wij zen op een trachten naar verscherpingen van de verhouding in de gemeente. De heer Aukes liet daarover reeds een klacht hooren en spr. zou de wenk willen geven, dat men in de gemeente meer rekening houdt met dat deei van de bevolking, dat er andere denkbeeld:n op na houdt dan de meerderheid. Ook spr. heeft hierbij, evenals de heer Aukes, het oog op het plaatselijke blad. De beantwoording door het College. De voorzitter verzekerde, dat B. en W. dankbaar zijn voor de geuitte woorden van waardeering, zij beschouwen dit meer als een formaliteit. Juist nu de gemeente meer In beroering komt, waardeeren zij dit als een groote ruggesteun. Zij weten thans, dat de Raad, die de geheele bevolking vertegen woordigt, achter het College staat. Met den heer Aukes acht spr. het geluk kig, dat er bedenkingen bestaan tegen de wijze, waarop B. en W. hun taak vervullen. Dit voorkomt, dat men inslaapt. Juist de be hoorlijke wijze, waarop de kleine bedenkin gen naar voren zijn gebracht, is een aanspo ring om de taak behoorlijk te blijven vervul len. tabletten flutiff 75 ct. I tabletten I I^Dooi^éO^ctJ l tabletten Bols)? 30 en 60 ct. tabletten' Bnlijc 30 ra 60 ct. Dcic artikelen rij» .oort.cn van den onna Mijnh»"" "erk.i,flb««t b,| Apoth.cn Drogen, Spr. zegt, dat het College geen bezwaar heeft om de ingekomen stukken in den eerst- volgenden Raad ter kennisse van de Raads leden te brengen. De Raad kan dan die stukken in handen van B. en W. stellen om prae-advies, ze naar de begrooting verwijzen of ze desnoods direct in behandeling nemen. Het College zal ook z'n best doen, de begroo ting zooveel mogelijk op tijd in te dienen. Men moet echter niet vergeten, dat men in grootere gemeenten, voor iedere afdeeling over meer personeel beschikt. De rekening over het afgeloopen jaar heeft ditmaal lang op zich laten wachten door bi- zondere omstandigheden. Maatregelen zul len worden genomen om de rekening over 1930 op tijd klaar te krijgen en de volgende bcgrooting op tijd bij den Raad in te dienen De Memorie van Toelichting, spr. erkent het, is niet vet, maar dit is niet gedaan uit vre;3, dat de Raad een digestie zal krijgen, maar, omdat 't College weet, daf in den regel de begrooting uitvoerig wordt besoroken en daarom een schriftelijke behandeling daar van wilde voorkomen. Bovendien moet men niet vergeten, dat de begrooting juist valt in den drukken tijd van het jaar. B. en W. houden daar de toelichting zoo kort, maar desondanks zoo duidelijk mogelijk. Posten, waarover geen andere gegevens bestaan dan de uitgaven van het vorige jaar, blijven altijd ramingen. Wat het plaarielijk blad betreft, dit wordt niet door B. en W. geredigeerd Die kunnen daar niets aan doen en dragen daar ook geen verantwoordelijkheid voor. De belastingkohieren zijn voor de raadsle den geheim. Van het totaal-belastbaar inko men kan de Raad op de hoogte zijn. Daar over verstrekken B. en W. uitvoerige gege vens. Een gemeenteverslag bestaat, al is het geen verslag in den zin als door den heer Aukes bedoeld. B. en W. zullen overwegen of het gemeentebelang vordert, het door den heer Aukes gewilde gemeenteverslag in te voeren. Ook B. en W. weten, dat er een crisis be staat. De erkenning daarvan kan men in ce begrooting vinden, door het uittrekken van een post voor werkloosheidsbestrijding en zelfs een post voor het bestrijden van crisis werkloosheid. Hetgeen de heer De Vries zeide ovef de crisis in de bloembollencultuur, onder schrijft spr. niet. Sur. verwijst den lieer De Vries naar het artikel van den heer Krelage. den kenner van het bedrijf, die juist schreef, dat dit bedrijf kerngezond is. Bij de behandeling van de begrooting over de lichtbedrijven, zal spr. nader ingaan op hetgeen daarover naar voren is gebracht. B. en W. zijn zeker bereid, aan het ver zoek over het uitbreidingsplan te voldoen. Alle mogelijke spoed zal betracht worden, dit voor elkander te krijgen. Het zal niet zoo lang meer duren, of dit zal de Raad berei ken. B. en W. willen verschuiving van de ker mis overwegen als de feestweek doorgaat De opmerking over het Waterleidingbedrijf kan alleen bedoeld zijn als een voorbeeld, aangezien de gemeente daarover elke zeg gingschap mist. De optimistische toon in de begrooting geeft spr. toe. Men moet dit echter niet zoo uitleggen, dat B. en W. te licht denkende zijn. Ook zij hebben er verbaasd over ge staan, dat de gemeente er zoo goed is afge komen. De heer Aukes dankte voor de gedane toezeggingen. Spr. zou een motie willen stel len of een voorstel willen do*n, om het be sluit in te trekken, waarbij bepaald werd, dat subsidieaanvragen alken bij de begroo ting worden behandeld. De voorzitter acht een motie over bodig, doch heeft er geen formeel bezwaar tegen. Ieder stuk komt echter nu in den Raad en de Raad is bevoegd, er zelfs direct een be slissing op te nemen. Spr. meent, wel te moe ten adviseeren, daarbij groote voorzichtig heid te betrachten, omdat bij het vaststellen van de begrooting niet op onbekende subsi dies is gerekend. De heer Aukes had dit slechts als voor beeld gegeven. Spr. heeft het verslag gewild, omdat hij graag in allerlei opzicht met c:e toestanden in de gemeente op de hoogte wil zijn en in de tweede plaats, omdat z.i. de ver keerde voorstellingen in de plaatselijke pers alleen tegengegaan kunnen worden door be sprekingen in den Raad. De algemeene beschouwingen werden hier op gesloten. Artikelsgewijze behandeling. Bij het voorstel om een gedeelte van het batig saldo van den dienst '29 te reserveeren voor bizondere doeleinden, stelde de heer Twisk voor, om dit bedrag, groot 6000, in de rekening te verwerken" en het saldo daarmee te verhoogen. De voorzitter voerde hiertegen aan, dat de Raac. altijd net beschikkingsrecht houdt over dit be 'rag. De heer De Nijs zegt, dat de heer Twisk, die de belasting zoo laag mogelijk wil, vergeet, dat juist door een reserve het mogelijk wordt, wanneer het inkomen van een groep burgers te zeer geschokt is, belas- tir.cverhooging te Voorkomen. 5e voorzitter zegt, dat het geld daarvoor kan worden gebruikt, maai wijst erop, da het daarvoor alleen in ck vei ordening geen bestemming zal krijgen. Het voorstel-lwisk, gesteund door de» heer Res, werd hierop met 7 tegen 4 stemmen verworpen Vóór stemden de heeren Res Keus en van Twisk en mevr. Keus—Piepers' Bij het voorstel om het salaris van de wet houders voor ieder op 400 te stellen, verlie- ten de wethouders de vergadering. De heer Res kon zich noch met het voor stel om het salaris van de wethouders, noch met dat om het presentiegeld van Jen Raad te verhoogen en op 5 te stellen, vereenigen. Spr. acht den crisistijd daarvoor niet ge schikt. Wij moeten, aldus spr., meeleven met de menschen, die in de malaise zitten. De heer A u k c s herinnerde eraan, dat bij de vorige hegrooting de geheele Raad had uitgesproken, dat net salaris van de wethou ders te laag was. De regeling werd uitge steld tot de volgende begrooting De toelage lijkt in verbanc, met den arbeid naar niets en spr. oordeelt het argument van den heer Res een gezocht argument Reeds jarcn'ang is de gemeente tegenover de wethouders te kort geschoten en spr. meent, dat men daarover niet meer discussieeren moet. De heer Twisk achtte het wel mogelijk, dat de meerderheid van den Raad dit gezegd heeft, maar de g°heele Raad neeft dit niet gedaan. De heer De Vries onderschreef de woorden van den heer Aukes. Z.i. zijn de genen, die niet willen verhoogen, slecht op de hoogte met de werkzaamheden aan het ambt verbonden. Wanneer men een arbeioer beknibbelt op zijn loon, dan mag men het dezen niet kwalijk nemen, dat hij niet met volle ambitie werkt. Wie het ambt van wethouder serieus opvat, vervult geen sine- cuurtje. Door tegen de verhooging te zijn, volgt men een zuinigheid, die de wijsheid be driegt. Ook het presentiegeld van 5 voor de raadsleden is billijk. De raadsleden wonen tal van commissievergaderingen bij, waar voor ze geen vergoeding ontvangen en heb ben bovendien uitgaven voor periodieken en inlichtingen, die zij inwinnen De heer Keus was vol lof over het werk van de wethouders. Hij wil de crisis echter niet uit het oog verliezen Door de crisis zijn er menschen, die geen brood in huis hebben Niemand is gedwongen wethouder of raadslid. De crisis-slachtoffers zijn dit wel. Spr. is het eens, dat de wethouders meer verdienen, maar gezien den toestand, wil hij liever dit geld voor werkloosheids bestrijding geven. De heer H e 11 i n g a vond het misplaatst om de crisis en de armoede in verband te brengen met de salarissen van de wet houders Vuii een belooning voor het ge presteerde werk is zelfs nog geen sprake. Ook spr. behoort onder de eersten, die wil trachten, behoeften te lenigen Wat de ver zorging van de werkeloozen betreft daarin kan Castricum aan andere gemeenten tol voorbeeld gesteld woiden. Spr zal vóór het voorstel stemmen. De voorzitter was ook van oordeel, dat uien de crisis en de werkeloosheid niet in verband mag brengen met de wethouders salarissen. Het voorstel werd hierop aangenomen met 3 stemmen tegen. Tegen de heeren Keus, Rts en TwisK. Deze sttmden ook tegen het voorstel om het presentiegeld voor de raads leden op 5 per lid en per zitting te brengen, zoo:;at ook dit voorstel werd aangenomen. Bij het hoofdstak Openbare Veiligheid, be toogde de heer Aukes dat daarover in den laatsten tijd in Castricum niet valt te roemen. Het politiepersoneel te Castricum bestaat uit slechts één man en die kan niet dag en nacht over alles waken. Dat op verschil lende dingen toezicht aoodig is. geeft spr. aan, wijzende op het snelle auto-rijden bij de scholen en het ia groepen fieisen op den Zeeweg, terwijl daar eer, fietspad is. Ook dient erop te- worden toegezien, dat de vuilnisemmers van een s.uitend deksel zijn voorzier.. Spr. wil door uitbreiding van de politie tot een meer behoorlijk toezicht komen. De voorzitter wijst erep, dat er in Casiricuni ook twee rijksveldwachters ziin en dat de verhouding tusschen ^emeeute- en rijkspolitie een zeer goede is. Bovendien oefent de rijksveldwacht van tijd tot tijd ook in Castricum een amouianten dienst uit. Met uit- 341. Ook een poesje en een muisje zouden aan den wed strijd meedoen. Keesie deelde de lampjes uit. De poes keek met een meewarig gezicht naar het muisje, alsof ze zeggen wou: „Dat win ik zeker en anders eet ik je op, ik lust je wel rauw"# - -U-LU,*»,. 342. Het sein werd gegeven cn daar begon de strijd tus schen haas en eekhoorn. Al dadelijk verloren de paarde bloemen tal van pluisjes, want er werd hard feloopen. Keesie, die bij de streep stond, had gezorgd, dat beiden '«gelijk afgingen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6