99 Nov. Het Steun-Comité, natuur ramp 12 Juni 1930, ontving dezer dagen de mededeeling van den commissaris der koningin in deze provincie, dat het Nationaal Storm-Comité 1927 de door bovengenoemd Steun-Comité te vergoe den schade, geheel zal uitkeeren. Necrologie. Muziek. Tooneelbeschouwing. Landbouw. Te Bergen overleden de heer J Sterken, verdienstelijk burger dier ge meente. 23 Nov. Texel door het hoog loopen van het zeewater bedreigd. Te Cocks- (jorp aldaar een dijk bezweken. Het totaal uit te keeren bedrag is groot 47958.37, verdeeld over de na te noemen gemeenten: Harenkarspel 14238.50; Koedijk 9493.50; de Lan- gendijk, omvattende de gemeenten Oud- karspel, Noord- en Zuid-Scharwoude en Broek op Langendijk 7531; Sint Maar ten 7015 en Schagen 7015. 1 Dec had in den Wieringermeerpol- der ten Zuiden van Wieringen ongeveer 5 tot 6 K.M. uit de kust de officieele opening plaats van het eerste hulppost kantoortje aldaar. 17 Dec. Door Prov. Staten aangeno men z. h. s. de voordracht om over te gaan tot aanleg van de kanalen Stol pen—Schagen, Schagen—Kolhorn, Alk maar— Huigendijk, Omval—Huigendijk, Huigendijk—Oudkarspel en Oudkarspel Kolhorn en tot verbetering van den vaarweg over het Alkmaardermeer. De heer Kooiman (Ged. Staten) l:on met de meeste beslistheid herhalen, dat Ged. Staten voornemens zijn, met de grootste kracht ernaar te streven, dat bet geheele plan uitgevoerd zal kunnen worden. Ged. Staten blijven vasthou den aan het enkele jaren geleden geno men besluit wat betreft de deelneming der directe belanghebbenden voor een zesde in de kosten. Zij wanhopen er niet aan, de heele zaak voor elkaar te brengen. Men zal tenslotte wel tot de overtuiging komen, dat het eigen belang meebrengt, dat het geheele plan wordt uitgevoerd. Het voorstel om van de H. IJ. S. M. voor 54.500 aan te koopen de tram baan SchogenWognum eveneens door Prov. Staten aangenomen. 18 Dec. De Staten van Noord-Hol land hebben het voorstel om een half miljoen beschikbaar te stellen voor aankoop van gronden voor de totstand koming van een natuurreservaat in het Gooi z.h.s. aangenomen. Crisisvergadering te Schagen, bij gewoond door 500 boeren. Besloten wordt, de regeering steun voor den landbouw te verzoeken en tevens te vra gen, betere verdeeling van lasten voor het wegen-onderhoud. 19 Dec. De Raad te Koedijk besluit een motie aan den Min. van Waterstaat te zenden, waarin met nadruk verzocht wordt, afdoende maatregelen te nemen voor verbetering van de Vlotbrug. De Raad te Koedijk besluit, gedu rende 40 jaar een bijdrage varrf 200 te verleenen voor het kanaal Oudkarspel Alkmaar. Provincie. 5 Jan. Ds. Cramer von Baumgarten, em pred. te Hoorn. 20 Jan. Te Bloemendaal is, 62 jaren oud, overleden dr. G. Romijn, oud inspecteur van de volksgezondheid in het keuringsgebied Alkmaar. 20 Febr. J. van der Knaap, notaris te Wieringerwaard. 21 Febr. J. Ph. van Amstel, secr. hoog heemraadschap Noordhollands Noor derkwartier. 25 Febr. P. G. J. Jung, 48 jaar 1 Maart. T. Jaape, jachtopziener te Eg- mond. 8 Maart. W. Kos, bekend schaatsenrijder, te Oudkarspel, 26 jaar. 13 Maart. Prof. J. A. Korteweg, oud hoogleeraar, te Bergen overleden, 78 jaar oud. 23 Maart. Te Bergen overleden de heer C. Th. Pool, vroeger notaris te Groote broek, doch sinds 1922 wonende te Bergen. 7 April. P. J. Kroon, een bekend ingeze tene van Hoorn, overleden. 14 April. Te Beverwijk overleden de heer M. Donker, notaris. 25 April. Te Castricum overleden pastoor Engering. 24 Mei. Th. van der Klei, 67 jaar; was bekend om zijn vele werk op het ter rein van armenzorg. K. Hoogeboom, lid van den gemeente raad, 37 jaar. 26 Mei. Te Haarlem overleden de heer G. J. ter Plegt, oud-gemeente-secreta ris en -ontvanger te Warmenhuizen. 4 Juli. De heer J. Visser, directeur van het G. E. B. te Heiloo, overleden. 7 Juli. De heer J. Bijlo, vader in het weeshuis, overleden, 60 jaar oud. 20 Juli. Mr. D. Sluis, 51 jaar, overleden Burgemeester Dibbits van Zwaag overleden. 31 Juli. Te Hilversum overleden mr. v van Houweninge, die tot 13 Maart pre sident was van de Alkm. rechtbank. 8 Sept. De heer P. Ris, een der °udst® kaasdragers, lid van het Blauw Veem, overleden. 1 23 Sept. Te Den Helder gestorven pastoor B F. de Jong, die tot 2~ Sept 1923 te Heiloo was. 9 Oct. Oud-notaris W. J- B. M. Witte overleden, 58 jaar oud. 7 Nov. D. H. Prins, lid hoofdbestuur Witte Kruis, overleden. 2 Dec. Overste G. Snellen overleden. 11 Dec Ds. H. Westra overleden. 20 Dec. Gep. penei aal-majoor inf. lnd. leger D. Ph. Bouróan, 89 jaar. Het, cp het gebied van muziekuitvoe ringen. belangrijk nieuwe voor Alkmaar in 1930 was de komst van de Italiaan- sche opera uit Amsterdam die, met het voliedige gezelschap solisten, koor, •-rkest, eigen decors in de Harmonie een opvoering gaf van „Madame Butter fly van Puccini. Signor Parenti, de eerste dirigent, leidde deze opvoering. De Alkmaarsche Operetteclub, diri gent Joh. Gerritsen, kwam op drie ach tereenvolgende Zondagen met de opera- comique „Si j'etais roi", van Adam. strijkorkest en piano waren voor de be geleiding aangewezen. Corn. Jonker's koorklassen voerden drie maal de operette „Hans Drift" op. n Tooneelwerk van 2 stadgenooten. Eli Prins schreef den tekst, Jb. Prins com poneerde de muziek. Voor de dansen had men de medewerking van mej. Han- sa Pelva, uit Amsterdam. Ook hier strijkorkest en de componist als pianist, die het instrumentale gedeelte der ope rette vertolkten. De kinderclub „Jong Leven", onder-af- deehng van den A. N. G. O. B., had onder leiding van mej. Ooijkaas de operette „Repelsteeltje" van mej. Joh. Veth inge studeerd, en kwam er mee voor het voet licht in de zaal van ,,'t Gulden Vlies". Begeleiding piano en viool). Op dien avond liet zich ook de mondharmonica club van N. de Waard hooren. De Kamermuziekvereeniging liet ver schillende artisten naar hier komen, n.1. Raya en Sylvia Garbousova, violon cel en piano; het Budapester strijkkwar tet Hauser, Roisman, Ipoly, Son met een Beethoven-avond; Poldi Mildner, de 16- jarige Oostenrijksche pianiste. Andere buitenlandsche artisten of ge zelschappen van buiten Alkmaar, die ons bezochten waren: het Wiener Weiss- kwartet 4 dames Sven Scholander- liederen met de luit, die uitgenoodigd was door het comité voor tooneelvoor- stellingen; de Utica Jubilee Singers vijf negers met „Spiritnels"; de Ku- bankozakken onder leiding van Semion Ignatieff; het operette-gezelschap van Gosschalk en Schakels met de succes operette „Rose Marie"; het Nieuw Ned. Operette-gezelschap met „de Klokken van Corneville" van Planquette als ju- bilé-voorstelling voor den heer Guus Kiehl (55 jaar werkzaam)'n opera concert van Italiaansche artisten, be- hoorende bij het gezelschap der Italiaan sche opera van dit seizoen. „Toonkunst", dir. J. Henri Oushoorn, bood aan het oratorium „Elias", van Mendelssohn met de solisten Di Moorlag, Annie Veenenbos, Willem Ravelli, Piet Zwager, begeleiding Alkmaarsch strijk orkest en mej. Oort, pianiste. Verder deden zich hooren het r. k. gemengd koor, dir. J. N. Al, met grootere koorwerken en solisten; De stem des Volks, en het kinderkoor „De kleine Stem", dir. P. A. Blaauw, met „Das Lied von der Glocke", van Romberg. Mede werkenden: Mevr. Beeldman—Ren^ing, J. Hogervorst, A. Roest, mevr. Ohlen Bosman, 'n strijkorkest; de „Kleine Stem" zong kinderliederen, mej. G. Claa- sen begeleidde. De tweede Toonkunstuitvoering gaf te hooren: Psalm 13, van Siszt, Concerto Gros- so no. 8 van Corelli (voor strijkorkest, en de opera „Freischütz, van Weber in concert- vorm. Solisten mej. Truus Klaassen, so praan (Hoorn), mevr. C. A. van Staa—Be versluis, sopraan (Arnhem), Jac. van Kem pen, tenor (Bloemendaal), Dick Weiman, bas (Amsterdam), I. Roest, bariton en N. Land man, tenor, beiden van hier, benevens enkele dames Koorleden. Begeleiding strijkorkest met piano. Vervolgens waren er concertavonden waarop meer dan één vereeniging optraden De christelijke muziekvereeniging „Soli Deo Gloria", dir. Leo Koning, met de Chris telijke zangvereeniging „Asaf", dir. Dorland en de heer Grondsma, als declamator, de ar- beidersmuziekvereeniging „Excelsior", dir. G. Anderson, met het dubbeimannenkwar- tet „Zang en Vriendschap", dir. C. Jonker, 'n soiree van het mannenkoor „de Vereenigde Zangers", dir. Jac. Jansen, met het strijkor kest „Trinitas", dir. Joh. van Engelen. Trini- tas musiceerde ook met „Zang en Vriend schap (deze avond was de laatste dat mej. Jansen bij het orkest als pianiste optrad). St. Caecilia, dir. D. N. Joosen, concerteer de zelfstandig, als ook Trinitas, in Decem ber, met mej. Corry Bijster, zangeres uit Haarlem en van Engelen, pianist als solis ten. Noteeren we verder een Nutsavond waar op de heer A. Alt uit Bolsward een toelich ting en verklaring gaf van „Parsifal" van Wagner. Joh. Blok gaf een vioolrecital, ge assisteerd door Jan Coucee; de zangklassen van Joh. Kuiper voerden „Jantje in Modder- stad" van mevr. v. d. Linden van Snelre- waardBoudewijns, op Als kerkconcerten hadden we, in de eer ste plaats de reeks orgelvoordrachten door Jan Zwart, voorts een uitvoering van het mannenkoor „Orpheus" met jongenskoor, di rigent Nico Hoogerwerf en mej. Annie Woud sopraan uit Haarlem, P. A. van Langen, or ganist uit Alkmaar, als solisten. „Immanuël", christelijk gemengd koor en kinderkoor, dir. W. Keizer met Klaas Pieket- Weezerik als orgelsolist. 'n Acht October-concert, uitgevoerd door een klein gemengd koor, dir. W. H. Slinger, mej. Jeanne Bacilek (sopraan), Boris Lens- ky (viool), beiden uit Amsterdam, en W. H. Slinger (orgel). J Het Ned. Herv. Kerkkoor, dir. J. F. de Haas, gaf een concert ter herdenking der Kerkhervorming, mej. v. Groenou en Pieket- Weezerik gaven zang- en orgelsoli. Volkszang gaf in het afgeloopen jaar blijk van een opgewekt leven. Bij de verschillende, goed bezochte avonden, onder leiding van den heer Sixma, geassisteerd door mevr. Ohlen—Bosman, als pianiste, traden op: mej. v. Doornik (viool), de dames Sleebe (zang en piano), J. van 't Woud (viool), me vrouw Priester (zang), de heer Dorgelo (vio loncel) en Elie Prins (declamatie): P. A. Blaauw (viool), mevr. Elte( viool), de heer Grondsma (declamatie) een kinderkoor van Corns. Jonker. We verlaten nu den concertzaal en bege ven ons naar den Muziektuin. De uitvoerin gen werden aangevangen met die van het Stedelijk Muziekcorps, dir. H. A. Maas. Bij de eerste uitvoering herdacht men het 25- jarig lidmaatschap van C. Ofman( cornet pistons). De heer Ohlen, voorzitter van de commissie van toezicht sprak hem toe, en bood hem een geschenk aan. Deze concerten werden afgewisseld door middagen of avonden van de na te noemen vereenigingen: 'n Zangersfeest van de S.D A.P., waarop verschenen 12 gemengde ko ren, één mannen en één kinderkoor; het da meskoor „Pro Arte", dir. Jac Jansen, soliste mej. Veenenbos. Orpheus met jongenskoor, solist Marcus Plooyer. Jonker met zijn ge mengde koren uit Koedijk en Schoorl, z'n kin derkoren uit die plaatsen, en de koorklassen uit Alkmaar, Bergen's mannenkoor, het dub belmannenkwartet „Zang en Vriendschap", Alkmaar; het mannenkoor „De Vereenigde Zangers", dir. Jac. Jansen, met mej. Jo Im- mink, alt uit Amsterdam en Hogervorst, te nor uit Heiloo; het Stedelijk muziekcorps uit Enkhuizen, dir. Frans van Diepenbeek; „Tri nitas", met Corry Bijster en Jan Molen; de „Stem des Volks" met kinderkoor „De Klei ne Stem", begeleidster mej. Claassen; de Chr. Zangvereeniging „Immanuël" en kin derkoor, begeleider Pieket-Wezerik„Soli Deo Gloria" met een marschprogramma dubbelmannenkwartet „Zang en Vriend schap" (12^-jarig bestaan), gratis concert, soliste mej. Jeanne Bacilek. Op dezen avond werden bloemen aangeboden door den be schermheer van het kwartet, den heer Mr. C. J. de Lange; Bergens mannenkoor (Ju- pijn), dubbelmannenkwartet Apollo (van Seggelen), „Orpheus" (v. Beek) en door den heer P. Hecker. 'n A.V.R.O.-avond door het omroeporkest, onder leiding van Nico Treep, en met den heer Vogt als spreker; Soli Deo Gloria, uit Noord-Scharwoude; Hallelujah en de Lof- stem uit Broek op Langendijk; Looft den Heer van St. Pancras, waarvan de Lofstem, mannenkoor is, en de andere koren getneng de zijn.. De leiding berust bij den heer Paul Kok Dan nog de R.K. zangvereeniging, dir. B. Alen na nog vermeld te hebben, dat tot de laatste muziekuitvoeringen in zalen be- hooren het tweede lustrum van Soli Deo Gloria, waarop bloemen en geschenken wer den aangeboden door de Chr. muziekveree niging te Broek op Langendijk, St. Louis, Excelsior, St. Caecilia, het Sted. Muziekcorps, de heeren Ruygrok, ter Hall en Bres, en eeni- ge telegrammen werden voorgelezen; een vioolrecital van Misscha Weisbord en Geza Frid, de gemengde zangvereeniging „Asaf" met een strijkorkest, piano en de solisten mevr. Greta de Knegt—ter Haar, uit'Delft: de heeren Joh., v. d. Ploeg, uit Rotterdam, en Chr. Vasbinder uit Alkmaar en een opvoering van Verdi's „Traviata" door de Italiaansche opera in het Gulden Vlies, dan ben ik aan het einde van dit overzicht gekomen. A. K. Weinig werk van beteekenis. Het decentralisatie-gevaar. Toestand te Alkmaar en te Bergen. Eenige tijd geleden heeft in de Amster- damsche Raad een van de meest extreem- linksche heeren zich erover beklaagd, dat de groote gesubsidieerde gezelschappen zoo weinig belangrijks brengen en zich te veel richten naar de wansmaak van het publiek. Men vraagt zich bij het lezen van derge lijke ontboezemingen in verbijstering af, wat dergelijke menschen doen in een lichaam, dat zich toch in hoofdzaak heeft bezig te houden met de practische kanten van het leven. Want een uiting als de bedoelde getuigt wel van een volslagen onkunde van het wezen van het tconeeL Weet deze vroede vader dan niet, dat het drama zich helaas niet anders dan kan richten naai wat het publiek verlangt, wil het staande blijven? Is er wel één kunst, die meer afhankelijk is van het louter ver- maakzoekend deel van de massa? We zijn er zoo langzamerhand aan ge wend en we weten niet beter, maar het is toch eigenlijk een elk jaar weer terugkeerende ergernis, dat onze eerste tooneelkunstenaars zien in de zamermaanden wekenlang moeten verlagen tot het prostitueeren van hun talent voor een schare botte, vaak halfdronken ker- misgangers. Natuurlijk, er is geen enkele kunst, die zich geheel los kan maken van de materie, maar niet één is er in dit opzicht zoo erg aan toe als de tooneelspeelkunst. Stel je 's voor, dat we op de Nieuwe Sloot tus- schen de Kop van Jut en het Theater met de levendige maar aan den lijve minder sym pathieke beestjes, ee is een tentje vonden met de nieuwste picturale „Schlagers" van Col- not of Wiegman, of dat de Hobbelende Geit op het Hof eens niet verscheen, omdat Men gelberg met zijn muziektent d'r was voor geweest! 't Zou anders net in het kader van de gemeente-controle passen, want de autori teiten moeten het toch al lang met leede oogen hebben aangezien, dat ze hun vijfde penning totnogtoe alleen maar aan de too- neel- en letterkundige voordrachtkunst heb ben kunnen afdwingen, terwijl alle andere vermakelijkheden, als daar heb je schilder-, beeldhouw- en dichtkunst (de muziek hebben ze gelukkig ook nog net te grazen kunnen krijgen) zoo maar vrijuit gaan. Maar dat wordt wel beter. De tijd is neusch niet zoover meer, dat we aangeslagen worden in de ver makelijkheidsbelasting bij aankoop van een roman of bundel gedichten. U vindt dat overdreven? Is dat dan zooveel dwazer dan dat van de gulden, die we betaald hebben om Lotje Kohier over Dostojewski, of Musch over Scheltema te hooren twintig centen in de gemeentekas moeten worden gestort? Men vergeve mij deze afdwaling, de gele genheid was te verleidelijk haar niet even te plaatsen. In onze zoekende, tastende, weifelende tijd, zonder bewuste positieve levenshouding, is groot tooneel onmogelijk, 't Is dan ook ken schetsend voor die tijd, dat bij het betere deel van het publiek nog het meest gehoor vinden, de schrijvers van het drama der dialektiek, van de redeneerkunst, van gees tige paradox, in het kort, het cerebrale, intel- lectueele drama. Shaw en Pirandello, zij be- hooren ten slotte tot het beste moderne too neel. Gf dat werkelijk „groot" tooneel is, of het klassiek zal worden, dat valt te betwijfe len. Hoe dan ook, de holle, valsche romantiek van een vorig geslacht bceit ons niet meer, de kunstig bedachte gevalletjes tusschen in dividuen, die alleen voor zichzelf belangrijk zijn, hebben ook zoo langzamerhand afge daan; waar we op wachten, is het spel, dat, hetzij in comedie of tragedie, de strijd van de mensch als geheel weergeeft, gezien door dedichterlijke visie van een schrijver, die op zijn beurt weer de psyche reflecteert van een krachtige, bewust levende tijd En in afwach ting daarvan, moeten we ons maar blijven vergenoegen met in hoofdzaak onbenullige kluchten (al dan niet „gered" door een groot acteur) of kippevel bezorgende sensatiestuk ken. Een enkel, een heel enkel maal, komt er eens iets uit, dat erop wijst, dat we hoewel tergend langzaam de goeie kant uitgaan. Evreinof's „Comedie van het Geluk' dat voor het eerst door het nu reeds weer ter ziele zijnde Gost-Nederlandsch Tooneel werd opgevoerd in een bijzonder gelukkige bezetting en daarbij (en dat stemt hoopvol) niet slechts door pers, maar ook door publiek, zeer gunstig werd ontvangen, is daar een, helaas maar al te geïsoleerd staand voor beeld van. Is een tooneeloverzicht-schrijven op zich zelf dus al een vrij lugubere taak, voor ons land is het dat wel zeer speciaal. Ons volk is, in vergelijking met ancere naties, voor een groot deel, waar het tooneel betreft, volkomen onverschillig, de uitgaande massa heeft een smaak om van te rillen. Voeg daarbij de typisch-Hollandsche de- centralisatieneiging, het verlangen van bijna ieder tooneelspeler, die iets is gaan beteeke- nen, om „voor zichzelf te beginnen", waar door we hier veel te veel gezelschappén heb ben voor het uiteraard beperkt aantal goede tooneelspelers in een klein land als het onze, en voor het scheppen van de mogelijkheid al die artisten een bestaan te geven, een kun stenaarwaardig. Het natuurlijk gevolg is, dat we bijna nooit een opvoering zien, waar van de bezetting als geheel aan redelijke eischen voldoet en verder, dat de bestaande gezelschappen, om ook maar eenigszins te kunnen rendeeren, een afjakker-systeem moe ten volgen, dat niet anders dan fnuikend kan zijn voor de groei van een normaal, artistiek leven. Dat deze en dergelijke moeilijkheden in nog veel sterker mate hier in Alkmaar wor den gevoeld, daarop heb ik in deze kolommen reeds herhaaldelijk gewezen. Twee „schouw burgen", die wat tooneelinrichting betreft, niet aan de meest bescheiden moderne eischen kunnen voldoen (een voorstelling van b.v. „De Comedie van het Geluk" is daardoor al direct uitgesloten), een ge meente, die, in dit opzicht, de meest bekrom pen en kortzichtige politiek volgt door een loodzwaar drukkende cijns te heffen van iets, dat juist gesteund diende te worden als een factor, die de beteekenis en aantrekkelijk heid van een plaats niet weinig zou kunnen verhoogen en een buitengewoon moeilijk te bevredigen publiek. O ja, ik weet en erken het dankbaar, dat er een kern (helaas maar al te kleine kern) is van getrouwen, bij de abonnementsvoorstellingen, die begrijpen, dat de omstandigheden het hier nu eenmaal onmogelijk maken, dat alles op eenmaal zoo zou zijn, als men het graag zou zien, en die zich niet direct bij de eerste de beste tegen slag uit het veld laten slaan. Ik heb mij wel eens verontschuldigd bij menschen, die we genoodzaakt waren een minder prettige zit plaats aan te bieden en kreeg dan blijmoedig ten antwoord: „Nou ja, daar is nu eenmaal niets aan te doen, een volgend maal beter" Diezelfden verklaarden ook wel eens, dat een bepaald stuk niet heelemaal naar hun smaak was, maar vonden daarin geenszins aanlei ding maar onverwijld demonstratief te deser- teeren, omdat ze inzagen, dat wat de een mooi vindt door de ander nog niet behoeft te worden gewaardeerd en dat het welslagen van een voorstelling vaak afhangt van om standigheden, die men niet steeds kan beheer- schen. Deze menschen beschouwen het als een soort burgerplicht een onderneming te steunen, die, zoo goed ze dat kan en, rekening houdend met ieders wenschen, tracht te voor komen, dat onze gemeente weer in haar artis tiek isolement van voor eenige jaren terug valt. Maar zoo zijn er niet veel! Een groot deel kankert voortdurend en is haast nooit tevreden. Het summum is in dit opzicht be reikt na de voorstelling van „Uitkomst" ver leden jaar, een voorstelling, die (ik geef dat grif toe) verre van vlekkeloos was, voorna melijk echter als gevolg van tegenslagen en ongelukjes op de avond zelve en van de on mogelijkheid in de jammerlijke omgeving hier de voor dit stuk (dat in de groote ste den een reeks succesvolle vertooningen boek te) zoo onontbeerlijke sfeer te scheppen. Weet U, dat mij eenige dagen daarna in alle ernst werd meegedeeld, dat er een „Comité van Actie in wording was om te protesteeren tegen de opvoering van dergelijke stukken"! alsof het hier gold de een of andere scabreu ze viezigheid inplaats van een der fijnste werken van onze eerste dramaturg? De halfgaren in wier hersenresidu een dergelijk plan geconcipieerd werd, schijnen ten slotte maar van de uitvoering ervan te hebben afgezien en daardoor voorkomen, dat ze zichzelf en de plaats hunner inwoning on gelooflijk belachelijk hadden gemaakt. Maar ze zijn bij bosjes weggeloopen en hoe jammer dit aan één kant voor de „kas" is, we geven dergelijke elementen het heilige kruis na; nu de Harmonie wat ruimer geworden is, hopen we in de toekomst hun plaats te kunnen doen innemen door menschen, die misschien wat minder kunnen betalen, maar wier kunst zinnige opvattingen iets verder verwijderd zijn van die onzer viervoetige voorvaderen. Ook in Bergen tracht de Kunstkring zijn leden driemaal gedurende de winter van het beste te geven, dat het tooneelseizoen ople vert. Op zichzelf is dit niet anders dan toe te juichen, immers hoe meer men hier en in de directe omgeving van goed tooneel kan genieten, hoe beter. Toch is de kwestie niet zoo eenvoudig als ze er op het eerste gezicht uitziet. Men vergete allereerst niet, dat de verhouding tusschen de Berger Kunstkring en het Alkmaarsch Comité een geheel andere is dan b.v. tusschen soortgelijke ondernemin gen in het Gooi, die geheel los en onafhanke lijk van elkaar staan, elk met een eigen pu bliek. Hier is de zaak zoo. dat Alkmaar, voor een deel voorloopig althans nog, van Bergen afhankelijk is en omgekeerd is voor het financiéel welslagen der Bergensche voorstellingen bezoek uit Alkmaar ge- wenscht. Dit zou ten slotte volstrekt niet hin deren, integendeel, wanneer het aantal ge schikte en betaalbare stukken zoo groot was, dat men in beide plaatsen inderdaad, zon der elkaar wederkeerig stukken af te snoepen, het allerbeste van het onder de omstandighe den bereikbare kon blijven geven. Dit nu blijkt in de praktijk niet alüjd mogelijk. Da', zag men reeds verleden jaar, toen men in Alkmaar gaarne het succesblijspel „Elias weet het beter" had willen geven, maar daar van heeft afgezien, omdat Bergen reeds eer der had afgesloten. Men heeft hier toen noodgedwongen zijn keus moeten bepalen tot Shaw's „Helden", dat als voorstelling aller minst superieur was te noemen. Ook pas geleden nog dreigden even moeilijkheden, toen beide ondernemingen het oog hadden laten vallen op Pirandello's „Beter dan Vroeger" en door een misverstand de Berge- naren meenden, dat Alkmaar ze onder de duiven had geschoten. In een vriendschappe lijk verloopen bespreking is dit misverstand volkomen opgehelderd en heeft Alkmaar aan Bergen „De Baas in Huis", met Musch in de hoofdrol overgelaten (aangenomen, dat mer dat stuk daar mocht wenschen). Het gevolg echter is, dat de Alkmaarden deze groote acteur, die we hier jaren niet in een stuk hebben gezien, ook nu weer niet zul len krijgen, want het is sterk te betwijfelen of hij in dit seizoen nogmaals in een vooi onze plaats geschikt werk zal optreden. De oplossing zou natuurlijk te vinden zijr, in een fusie, dus door één krachtige onder neming. Het ligt voor de hand, dat die in de grootste plaats, met het ruimste en beste ac comodatievermogen zou moeten gevestigd zijn en nu zijn de bedenkingen, die men in Bergen hiertegen aanvoert maar niet zonder meer van de hand te wijzen. Ten eerste zegt men daar, dat men er niets voor voelt naar Alkmaar te trekken, zoolang men zich daar met een omgeving moet vergenoegen, die zeker niet aangenamer is dan in Bergen zelf. Nu zal wel geen enkele onbevooroor deelde willen volhouden, dat de zaal van „De Rustende Jager" èn wat accomodatie, èn wat tooneelinrichting betreft aan moderne eischen voldoet. Trouwens, men kan dat bil lijkheidshalve ook niet verwachten. Maar als men er in Bergen tevreden mee is, heeft nie mand zich daar verder mee te bemoeien; bo vendien (ik heb dat zelf immers tot in den treure betoogd) de toestand was hier totnog toe zeker niet beter. Ik zeg totnogtoe, want de Harmoniezaal heeft, wat de toeschouwers ruimte betreft tenminste, een groote verande ring ten goede ondergaan en er zijn ernstige plannen ook het tooneel zóó te verbeteren, dat de opvoering van stukken, die nu nog moeten worden uitgeschakeld, in de toekomst mogelijk wordt. Een tweede bezwaar is, dat het aantal leden van de beide ondernemingen te zamen zoo groot is, dat de Alkmaarsche zaal ze niet allen zou kunnen bevatten Dit bezwaar lijkt mij niet zoo ernstig, omdat, zoodra men voor één avond te veel belangstelling heeft de mogelijkheid van een tweede avond (di rect daaropvolgend) is te overwegen, wat daarenboven de kosten belangrijk zou ver minderen. Van het allergrootste belang lijken mij echter, de twee volgende ounten: „Wij behoe ven hier", zegt men in Bergen „geen reke ning te houden met bepaalde overtuigingen. Hierdoor hebben wij successtukken als „De Heilige Vlam" en „Heeft Constance gelijk?" kunnen geven, die voor Alkmaar niet in aan merking kwamen". En last not least „Wij be sparen hier op elke voorstelling 20 pCt., die jullie in Alkmaar moeten afdragen en die jullie elk jaar op een kleine duizend gulden komen". Dit ziin ongetwijfeld argumenten, die, (dt eene meer, de andere minder) pleiten voor een goed bestaansrecht van de Bergensche voorstellingen. Ik heb deze aangelegenheid gemeend hier eenigszins in den breede te moeten bespre ken, omdat ze nie' maar een interne kwestie is. maar een van vitaal belang voor de beide plaatsen Bij de zooeven aangeroerde bespre king tusschen Alkmaar en Bergen heeft men ook gepoogd een modus te vinden, waardooi een samenwerken mogelijk blijft zonder dat een van beiden zijn toevlucht zal behoeven te nemen tot werkeri, die niet tot de beste be- hooren, welke voor opvoering in aanmerking komen, want dit moet allereerst vast staan O een overeenkomst is aanvaardbaar, die dreigt het peil van het gebcdene ook maar eenigszins te verlagen. Bij een zoo beperkt aantal avonden heeft zoowel Alkmaar als Bergen recht op het beste van het beste. Of nu, met inachtneming van deze eisch, het overeengekomen systeem in de praktijk uit voerbaar zal blijken, moet de toekomst leeren. Blijkt dit niet te vunnen, dan is het voor beide ondernemingen per saldo het beste, dat ieder onafhankelijk van de ander zijn eigen weg gaat met zijn eigen publiek. Laat ons echter het nieuwe jaar niet al te pessimistisch ingaan en de hoop en verwachting uitspre ken, dat de dramatische productie in de toe komst zoo vruchtbaar moge blijken, dat we hier twee bloeiende, samenwerkende onderne mingen zullen kunnen in stand houden. Nie mand zal zich daarover oprechter verheugen dan ondergeteekende' J. B. VAN AMERONGEN. Ter economische conferentie te Gé» nève gaf een Engelschman van het be grip „landbouw" de volgende definitie „landbouw is geen vak, het is een leef wijze!" Deze Engelschman kende de si tuatie goed. Onze jagende, visschende en veehoudende voorzaten mochten, op bepaalde voorwaaiden, hunne produc ten ten verkoop aanbieden in stad en dorp, waar betrokkenen bij handel en bedrijf economisch hunne meerdei-en bleven. Zoolang hunne productie ver band hield met plaatselijke behoefte, zullen zij hun deel van de welvaart wel hebben gekregen en was hun neiging om eenvoudig te leven de reden van het ontstaan van zekeren welstand die, in tijden van dalende conjunctuur, een ze ker weerstandsvermogen uitmaakte. Gunstige ligging te midden van machti ge industrielanden heeft geleir- tot uit breiding van de productie door den ex port van zuivel, vleesch, groenten en handelsgewassen. Op den duur kreeg deae export te strijden tegen concurrentie qit srehtede^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 15