HET SPORTJAAR 1930.
waar de voorwaarden tot productie van
onze goederen ook gunstig waren. Bij
de hierdoor ontstane concurrentie in
intensiveering der bedrijven is Neder
land niet achter gebleven.
Tot den wereldoorlog in 1914 is dit
proces niet ten nadeele van den Neder-
landschen landbouw verloopen. De oor
log bracht door hoogconjunctuur stij
gende productenprijzen, waaraan loo-
nen. pachten en bedrijfskosten zich
slechts langzaam aanpasten. Hierdoor
kwam de landbouw aanvankelijk in
goede conditie. Echter sloten landprij-
zen, kosten van het bedrijf enz. zich la
ter bij den nieuwen toestand aan. Deze
kon zich uiteraard niet voor altijd hand
haven. Dit openbaarde zich het eerst in
een daling van de prijzen der producten.
Er was geen enkele reden waarom zich
deze prijzen zouden handhaven. Intus
schen was het geheele burgerlijke leven
op de hoogconjunctuur ingesteld, de
productiekosten gestegen en ieders leven
duur geworden.
Hierdoor kwam de landbouw reeds in
1921 in den verkeerden hoek te staan.
In het economisch leven is altijd een
reeks factoren bezig om verhoudingen
te scheppen. In deze periode zijn er
vele die ongunstig op het bedrijf inwer
ken. Een verarmde wereld die zich
tracht te herstellen. Landen, welke in
eigen behoefte kunnen voorzien, sluiten
practisch de grenzen door een eigen
economisch huishouden op te zetten.
Dit wordt noodlotig voor een landje dat
zijn aantal bewoners in 40 jaar tijds zag
i verdubbelen, dat op invoer van goede
ren is aangewezen die het zelf niet
voortbrengt, dat een bevolking heeft die
zich met energie heeft toegelegd op ex
port naar welvarende buren. Rijke bu
ren die het telen van groenten voor een
goed deel aan anderen overlieten. Deze
buren trachten dit thans zelf te doen en
meenen dit door invoerrechten te kun
nen bereiken. Doeltreffende middelen
om dit tegen te gaan, zonder een of an
dere groep te schaden, bezit ons land tot
heden niet. Ons handelsgewas bietsui
ker kampt met de rietsuiker tegen da
lenden wereldprijs. Zelfs een fiscale
voorsprong door middel van het suiker
wetje van 2.40 komt onvoldoende bo
ven den wereldsuikerprijs om pacht of
koopwaarde van den grond boven de
bedrijfskosten mogelijk te maken. Ove
rigens zit de Ned. suikerbietenteler op
het kleine eilandje waar andere suiker
telers hun beschermd productie-over
schot op de markt werpen. Het hoofd
gewas tarwe deelt in de algemeene
prijsdaling van goederen, bovendien in
de gevolgen van mislukte pogingen in
de Vereenigde Staten en Canada om
kunstmatig tarweprijzen te kunnen sti-
muleeren. Een natuurlijke prijsdaling,
als gevolg van verbeterde techniek en
hooger productie, langs den weg van
vraag en aanbod, is tegengehouden
door het ophouden van* groote voor
raden.
Toen deze positie financieel tóp-
zwaar werd, kwam aanbod uit alle
graanlanden los, de prijzen overal in
dezen val medesleepende. Dit werd nog
versterkt door regeeringssteun aan den
graanbouw in de Vereenigde Staten die
bij het bederven van de Europeesche
markt steun van hun regeering ontvin
gen, dus dumpend dreigden te werken.
Sommigen hebben gemeend dat Rus
land; waar vermoedelijk niet alles in
het honderd loopt en dat weer met graan
op de markt komt, dumping zou heb
ben toegepast. Wel is een feit dat dit
land door hooge invoerrechten, veel ha
vens voor den invoer van zijn graan ge
sloten vindt. Daardoor richt de graan-
stroom zich naar de landen van vrijen
invoer. Er is voldoend gebleken dat het
aanbod uit Noord- en Zuid-Amerika het
meest tot de daling der prijzen heeft
bijgedragen. Weet men dat de met
graan en bieten te betelen oppervlakte
geen uitzicht biedt op pacht of koop-
waarde van den bodem, dan is de aan
drang om tijdel ijken steun van de ge
meenschap wel te verklaren. De graan-
teler herinnert zich nog dat hij in oor
logstijd goed genoeg werd geacht om
de gemeenschap van voedingsmiddelen
te mogèn voorzien. Nu hij in den knel
zit, en niet door eigen schuld, is zijn
stemming bitter geworden. Noch de re
geering, noch iemand anders staat sterk
met de bewering dat alleen vraag en
aanbod den graanbouwer in de knel
hebben gebracht juist nu de Staat op
meer dan een gebied de vrije werking
van vraag en aanbod gaat uitschakelen,
voornemens is op dien weg verder te
gaan en trusts en kastels vrijlaat het
publiek te brandschatten.
Voor hen die niet vermogen in te zien
waar totale inzinking van een belang
rijken tak van landbouw op moet uit-
loopen is de geschiedenis van den En-
gelschen landbouw leerzaam.
In sommige tijden verviel deze tot
den meest extensieven vorm. van scha
penhouderij, een bedrijfsvorm die voor
ons land zou uitloopen op nog grooter
surplus aan valide arbeiders dan heden
het geval is. Met groote belangstelling
wordt afgewacht of het proces zal over
slaan op de producten van zuivelberei
ding, van veeteelt en handelsgewassen
en zoo ja, in welke mate.
In 1891 heette de waardedaling van
het zilver met betrekking tot het goud
als grondslag voor het muntstelsel één
der oorzaken van de toenmalige malai
se. Inderdaad waren toen de z.g. zilver-
landen er het slechtst aan toe. Thans
wordt van bevoegde zijde betwijfeld of
de goudproductie voldoend gelijken
tred houdt met de waarde der te finan
cieren goederen en is dit vraagstuk bij
den volkenbond in studie genomen. Ook
is de vraag in hoever vooruitgang van
de techniek, b.v. de stikstoffabricage uit
de lucht, van invloed is geweest op
grooter productie en aanbod van graan.
Hetzelfde geldt voor verbeterde techniek
bij massateelt. Dat Ford's tractoren het
grootst afzetgebied vonden in Rusland,
geeft te denken. Bedenkt men dat de
achter ons liggende hoogconjunctuur
evengoed abnormaal genoemd kan wor
den als het tegenovergestelde, dan leert
deze crisis wel dat men met het begrip
„normaal" nimmer te voorzichtig kan
zijn.
In dit verband bezien behooren alle ver
houdingen die op hoog-conjuctures zijn in
gesteld zich aan gewijzigde omstandigheden
aan te passen. Hier zit de groote moeilijk
heid. Ondanks deze waarheid weet ieder,
die in het maatschappelijk leven heeft rond
gezien, dat geen enkele groep van de bevol
king geneigd is zich vrijwillig neer te leggen
bij aanpassing die voor haar toevallig scha
delijk is. Uit talrijke voorbeelden blijkt dat,
alle mooie redeneeringen ten spijt, de zooge
naamd afgezworen individueele zelfzucht
zich in groepsverband onverkort weet te
handhaven. Wat intusschen niemand behoeft
te verwonderen. Dit is de oorzaak van de
heerschende onrust in de wereld, een onrust
die licht kan leiden tot verdere ontreddering
en vernietiging zooals bijvoorbeeld in Chi
na. Gelukkig de landen waar degelijke en
verstandige leiders van alle gezindten en
partijen de leiding weten te nemen en te
houden. Onder deze omstandigheden is te
verklaren, dat in de eerste plaats de graan-
bouwers vraagt om verzachting van de ge
volgen van deze crisis Sommigen hebben
gemeend iets te moeten zien in eene verbeter
de pachtwet, thans door de 2e Kamer van de
Staten Generaal aangenomen.
In deskundige kringen verwacht men, dat
de getroffen regeling bij voortzetting van
meerjarige huurcontracten zal leiden tot on-
gewenschten dwang op den eigenaar. Het
gevolg zou zijn het sluiten van één-jarige
contracten, een nadeeligen vorm voor goed
landgebruik, ook al heeft die bij sterke wis
seling van conjunctuurs ook wel zijn goede
zijde. Vermoedelijk heeft deze wet wel po
litieke dus propagandistische, waarde Er
bestaat echter meer kans op het bederven
van goede, dan kans op verbetering van
slechte verhoudingen. Ook kan geen enkele
pachtwet de positie van den met hypotheek
belasten eigenaar verbeteren, integendeel
zeer wel belangrijk schaden.
Anderen zien een passend middel in de
invoering van invoerrechten. De tegenwoor
dige regeering aarzelt om op dit denkbeeld
in te gaan. Overtuigd als ze is dat hierbij
het succes voor den één meestal slechts is te
bereiken ten koste van den ander. Ondanks
deze wetenschap roepen sommigen nog om
toepassing van dit middel in de stille hoop,
dat althans hun belang hier bij gebaat
wordt
Hetzelfde geldt voor het veel gevraagde
middel van onderhandelingsobjecten in den
vorm van hooge en lage tarieven. Treft dit
middel eventueel geen doel dan volgt toe
passing en staat allerminst vast welke groep
hiervan de nadeelen zal treffen.
Een ander reeds toegepast, middel is de
weigering om bepaalde goederen te betrek
ken uit landen die b.v. met de toepassing
van de meestbegunstiging de hand lichten.
n.1. den boycot. Dit middel kan doeltreffend
zijn maar eischt voorzichtige toepassing.
Het kan andere groepen geweldig schaden.
De in dit jaar door den Fed. Ned. Zuivel-
bond uitgeschreven boycot van Duitsche ma
chines is niet zonder resultaat gebleven. Het
heeft de Duitsche industrie herinnerd aan
hare kwetsbare positie welke zij uit het oog
had verloren bij het toegeven aan den eisch
van agrarische zijde om allen import van
onzen zuivel te weren en dat nog wel met
zeer laakbare middelen. Er zullen thans be
sprekingen volgen naar aanleiding van het
forsche geluid, dat onze regeering te Gené-
ve heeft laten hooren, n.1. dat Nederland
wel bereid blijft om de meestbegunstiging toe
te passen mits men in de betrokken landen
wat meer waardeering voor dat systeem
denkt te betoonen.
Met groote belangstelling heeft de graan
bouwer uitgezien naar het lot van de zoo
genaamde tarwewet die inmiddels in de 2de
Kamer isaangenomen. In landbouwkringen
is dit met instemming vernomen, zij het ook
dat men allerminst gesticht is over het geble
ken volslagen gemis van inzicht in land
bouwvraagstukken. Ware de regeering niet
grondig overtuigd geweest, dat iets positiefs
moest gebeuren om bouwgrond voor braak-
liggen te behoeden, de oppositie zou zich
gespitst hebben op verbeteringen die alle
verbetering uitstelden tot na het faillisse
ment van eigenaar, pachter en arbeider op
die gronden. Onmiskenbaar bleek verband te
bestaan tusschen het milieu waar kiezer en
afgevaardigde hun woonplaats hadden.
Dit wetje bedoelt le teelt mogelijk te ma
ken van een artikel waarvan Nederland 80
pCt. moet importeeren, met het doel em
plooi te geven aan grond die onder deze
oirctandigheden geen gebru ikswaar-
d e bezit, niet binnen bekwamen tijd voor
veeteelt is te gebruiken en waarop zeer bin
nenkort boer en arbeider tot p a u p e r i s -
m e vervallen, 2de het gevaar te ontgaan van
duur veevoeder, dat bij het heffen van in
voerrechten voor zuivelbereiding en veeteelt
zou ontstaan. Ook om te ontkomen aan den
onmogelijk in te willigen eisch van garantie
prijzen voor de producten.
3e te bereiken dat de prijs van bruikbare
inlandsche tarwe op plm. 12 zou komen
door verplicht mengen van zeker percentage
inlandsche tarwe door de ingevoerde, met
een maximum van 25 pCt. De voorgestelde
teeltpremie kon niet in aanmerking komen
omdat deze zou kunnen leiden tot ongemoti
veerde opdrijving van de teelt en waarschijn
lijk tot achteruitgang van de kwaliteit, beide
niet noodzakelijk.
Als bezwaren werden aangevoerd le duur
der brood. Hiertegen werd aangevoerd: Als
de prijsdaling van tarwe van 12 tot bijna
de helft van dien prijs niet heeft kunnen
leiden tot verlaging van den broodprijs van
eenige beteekenis, moet dan de veel kleinere
verhooging, welke het gevolg zal zijn van
menging met 1/7 ad 12, wel tot verhoo
ging van den broodprijs voeren? Van niet
meer kracht was het 2e argument „slecht
brood", dat practisch reeds lang weerlegd
is. Het 3e bezwaar is, dat de maatregel moei
te en eenige kosten,zou meebrengen voor der
den. Dit is ongetwijfeld zoo, maar, vraagt
de landbouw: is tijdelijken steun aan bank
instellingen, aan scheepvaartmaatschappijen,
aan werkloosheidsvoorziening die loonen op
peil houdt, aan werkloozen dan geen steun
en als zoodanig ppq opoffering? Alleen to
tale onbekendheid met het landbouwvraag
stuk is een excuus voor de grievende beoor
deeling die hier den landbouw soms is ten
deel gevallen.
Het mag verwondering wekken, dat dit
niet algemeen wordt ingezien bij verwante
groepen in den landbouw, die zelf hopeloos
in den knel zitten en van steun allerminst
afkeerig zijn. Wel blijken de groepen in onze
maatschappij ver van elkaar te staan! Zelfs
de belangen van onze Nederlandsche kippen
diende ter bestrijding van de tarwewet. De
noteering van tarwe te Rotterdam was op
24 December 1930 voor levering Januari,
Maart, Mei en Juli, resp. 4.52%, f 4.75
5.00 en 5.10 per 100 K G Deze puike
tarwe en de inlandsche zachte blijven ter be
schikking van de kippen. Deze kunnen ge
rust zijn, ook de deurwaarders, die werk
zullen hebben aan faillissementen van tal
van graanboeren. Heele kringen, die nim
mer schromen den staat en de gemeenschap
voor hunne belangen te spannen spraken van
duur en slecht brood en konden zich niet op
werken tot het besef welk belang hier op het
spel stond.
Hoe ongerijmd in gewone tijden de
voorgestelde regeling moge schijnen, ze is
het niet voor hem die het ongewone van den
toestand kan zien.
Er zijn tijden aangebroken waarin econo
mische stellingen over de nuttige werking
van vraag en aanbod getoetst dienen te wor
den aan de vraag wat het zwaarste weegt,
n.1. de ondergang in kort proces van de ak
kerbouwers of de handhaving van schoone
theorieën.
Het jaar 1930 eindigt voor deze menschen
met de hoop, dat een krachtige regeering de
teelt van enkele hoofdgewassen op den <rens
van juist loonend zal weten te brengen. De
energie zal dan zorgen dat gepoogd wordt
met andere cultures daarboven te komen. In
dit geval maakt de steun zich zelf overbo
dig-
Zoolang de zon opkomt op zoodanige tij
den, dat de jaargetijden en daarmede de le
vensvoorwaarden blijven bestendigd, zoolang
behoeft de energie niet te verdwijnen, zij het
ook dat die onder gewijzigde omstandighe
den toepassing moet vinden. De uitspraak
van bovenbedoelde Engelschman zal dan
richtsnoer moeten worden van hen die doof
strijd met ongunstige omstandigheden heb
ben aan te binden.
Stompetoren, 31 Dec. '30.
D. DE BOER Dz.
Natuurlijk hoort in een „Öuwejaars-
krant", zooals men bij ons het nummer
van den 31sten December placht te noe
men, ook een overzicht over de sport
thuis. Want de sport in 't algemeen
neemt een zeer belangrijke plaats in ons
leven in. Duizenden beoefenen de een of
andere tak van sport, nog veel meer dui
zenden bezoeken week in week uit de
verschillende wedstrijden. In alle lagen
dor bevolking is de sport langzamerhand
doorgedrongen en heeft er een plaats
veroverd, die het niet licht weer zal ver
liezen.
Sport in alle lagen der maatschappij!
Zoo is het en zoo moet het, omdat de
sport veredelend kan werken, de men
schen dichter bij elkaar kan brengen;
omdat de sport het verschil in rang en
stand voor een wijle doet vergeten. Als
een Nederlandsch elftal tegen een ander
land speelt, wat doet het er toe, wie dat
elftal vormen? Men moet de besten van
het land hebben, onverschillig, of men
nu een jonkheer of een eenvoudige ar
beider is. En diezelfde jonker en diezelf
de arbeider zwoegen samen voor hun
land. Ze helpen elkaar, ze steunen
elkaar, ze zijn één, zij zijn Nederlan
ders!
o
Zoo kan de sport verbroederend wer
ken. En daarom is het zoo jammer, dat
ook de politiek en de godsdienst hun
intrede in de sport hebben gedaan.
Zeker, we kunnen begrijpen, dat er ve
len zijn, die sport op Zondag afkeuren
en dus geen wedstrijden willen spelen
op den dag, dat zij hun kerkelijke plich
ten wenschen te vervullen. Wij eerbiedi
gen dat, maar is het daarom noodig, om
geheel apart te blijven? Kijk eens naar
het korfbalspel. Wij kennen een korfbal
club, waarvan de leden liever niet op
Zondag willen spelen. Welnu, zij behoe
ven dat niet. Zij spelen hun wedstrijden
op Zaterdagen, maar zij blijven in het
verband van den N. K. B.
Zoo moet het zijn. Geen afscheiding,
geen verdeeling.
En toch gaat het dien kant op. We
hebben nu al eenige jaren een R. V. B.,
die hetzelfde beoogt als de K. N. V. B.
Het doel is dus hetzelfde: beoefening der
sport door het spelen van wedstrijden.
En elke week worden er wedstrijden ge
speeld, onder dezelfde regels als de K. N.
V. B. ze heeft. Maar waarom moet die
scheuring bestaan?
Hetzelfde is het geval met den arbei
derssportbond. Ook in dezen bond speelt
men onder dezelfde reglementen als in
den grooteren, neutralen bond en ook
hier vragen wij ons af: waarom die
scheuring? Waarom moet de sport be
smet worden met de politiek? Moet men
op de sportvelden ook al tegenover
elkaar staan als politieke vijanden? Is
er in de neutrale bonden geen plaats
meer voor hen, die aan politiek doen?
Wij kunnen deze scheidingen niet be
wonderen. Integendeel, we betreuren ze
en wij kunnen slechts medelijden heb
ben met deze kleinzieligheid.
Wij zouden hier nog heel wat over
kunnen schrijven, echter meenen wij,
dat het volkomen nutteloos is. Slechts
een ding staat vast: het spelkwaliteit
van de kleinere, afgescheiden bonden
staat ver beneden dat van de grootere,
neutrale bonden en de belangstelling er
voor van de zijde van het publiek is nog
steeds uiterst gering.
o
Belangstelling! Onze voetbalsport
heeft steeds groote massa's tot zich ge
trokken en 1930 heeft in dit opzicht geen
verandering gebracht. Bij duizenden
trok men naar de wedstrijden en tijdens
de buitengewone spannende kampioens
competitie waren er tienduizenden, die
getuige zijn van de meest sensatio-
neele competitie, die Nederland ooit ge
kend heeft. Die sensatie heeft men in
hoofdzaak te danken aan het Groninger
Velocitas, dat na een heel ongelukkig
debuut (een 80 nederlaag tegen Ajax!)
vriend en vijand verraste met overwin
ningen en gelijke spelen, daar, waar
men nederlagen verwachtte. Het gevolg
was, dat de strijd geheel open bleef en
de laatste Zondag de beslissing moest
brengen. En zoo werd eindelijk Go Ahead
kampioen van Nederland, yoor Ajax,
Velocitas, Willem II en Blauw Wit.
Go ahead ging toen naar het interna
tionale tournooi in Genève, maar was
haar spel totaal kwijt en verloor daar
met groote cijfers al haar wedstrijden.
Het bleek naderhand, dat ze „over
speeld" was en deze funeste slag was ze
nog niet te boven, toen de competitie
weer begon. Hetzelfde aïreu we een jaar
geleden bij P. S. V., dat ook overspeeld
was en in de volgende competitie eerst
een reeks nederlagen te slikken kreeg,
waardoor haar achterstand zoo groot
werd, dat den kampioenstitel haar voor
bij ging. Deze feiten wijzen er o.i. op,
dat de competities te lang zijn en meer
dan ooit is het noodig, een gesloten sei
zoen van minstens drie a vier maanden
te krijgen. Wij raken hier echter een
kwestie, welke in een jaaroverzicht niet
thuis hoort.
Waar wc het nog wel over willen heb
ben is het spelpeil. Ook 1930 bracht voor
Nederland geen verandering t.o.v. de in
ternationale ontmoetingen. Zelfs zou
men van een algeheele depressie kunnen
spreken na de nederlagen in Boedapest
en Zwitserland. Er is vooral in de sport-
periodieken herhaaldelijk over het spel
peil geschreven en men is het nog lang
niet met elkaar eens. Over 't algemeen is
men wel de meening toegedaan, dat ons
spelpeil niet achteruit gegaan is, maar
dat het in andere landen veel meer voor
uit gegaan is. Dat is nu wel een pleister
op de wonde, maar op die manier komt
men er niet. Een feit toch is het, dat we
niet meer het voetballand zijn, met welk
men'rekening moet houden. De tijd, dat
Engeland geklopt werd, is reeds lang
voorbij. De tijd, dat we tegen de landen
van Europa's vasteland spannende ont
moetingen leverden, waarvan de uitsla
gen niet zeker waren, voor de allerlaat
ste minuut, ligt ook al achter ons. Wsj
verliezen tegenwoordig, verliezen met
onfeilbare zekerheid.
Hoe daarin verandering te brengen?
Er gaan weer stemmen op, om een
hoofdklasse in te voeren. Of het lukken
zal? We gelooven niet, dat de clubs daar
gemakkelijk aan willen. En de zeker
heid, dat het peil dan omhoog gevoerd
zal worden, bestaat evenmin, al is de
kans daarop niet nihil. Een ander mid
del tracht men te vinden in een nauwer
contact tusschen K. N. V. B. en pers, die
samen een eerste vergadering gehad
hebben. Of dat middel dan zal helpen?
Wij gelooven het niet, al juichen wij
dat contact toe.
Hoe het zij, de voetbalsport zelf bloeit,
het spelpeil is nog steeds behoorlijk,
maar staat achter bij dat van andere
landen. Moge 1931 daarin verandering
brengen!
o
We stappen van de voetbalsport af en
nemen eens een kijkje bij de athletiek.
Dit stiefkindje begint langzamerhand
wat beter behandeld te worden door het
publiek, al kan dat nog veel en veel
beter.
De auiletiek heeft een goed jaar achter
den rug. In een lange lijst, die we eeni-
gen tijd geleden publiceerden, heeft men
kunnen lezen, hoeveel records er ver
beterd zijn, er, hoe aanzienlijk de succes
sen waren, in het buitenland behaald
We zullen al deze successen en re
cords hier niet meer noemen, maar even
stil staan bij een paa» feiten, welke ons
deze successen en records brachte.i.
Naast de oudere cracks, zoowel vrou
welijke als mannelijke, heeft 1930 ons
twee athleten van groote capaciteiten
gebracht, n.1. mej. Schuurman en den
beer Berger.
Mej. Schuurman leefde ergens in de
buurt van Leeuwa-den rustig en kalm.
Ze kwam zeker wel eens op de sj crtvel-
den, om te kijken, wat men daar deed,
heeft misschien zelf wel eens „voor
de aardigheid" een baantje geloopen,
maar zij en haar omgeving wisten niet,
hoe mej. Schuurman loopen kon Dat
heeft de bekende sportjournalist Streng-
holt ontdekt. Hij kwam eens toevallig
in de Noordelijke regionen van ons land,
zag het jonge Friezinnetje en bracht
haar naar ue Nederlandsche kampioen
schappen yoor heeren te Groningen. Na
tuurlijk niet, om haar daar te laten
vechten tegen Berger c.s., maar om haar
een invitatiewedstrijd te laten loopen.
opdat anderen konden zien, wat of dat
Friezinnetje presteerde.
elnu, zij liep, maar.erg, erg ouder-
wetsch. Geen knielende start, geen goed-
ïngestudeerde stijl! Waar zou ze die van
daan halen? Ze kende ze niet. Ze liep
maar heel gewoon, als een natuurkind
-Maar ze won.
Toen kwam ze op de dameskampioen
schappen Ze kwam, zag. en.overwon,
ondanks die slechte start en stijl! En
meteen liet ze het Nederlandsch record
over de 100 M. duikelen en bracht dat
gelijk met het wereldrecord! Want het
meiske liep in een der series zoo snel ten
zoo leelijk!dat haar tiid het wereld
record evenaarde.
Ze ging met andere meisjes naar Boe
dapest, naar de Europeesche kampioen
schappen. En ook daar stelde ze niet te
leur, al won ze dan ook geen eerst n
ppijs En nu zijn de oogen der sportwe
reld in Nederland gericht op het jonge
Friezinnetje, dat in 1931 zeer zeker over
al successen zal behalen!
Berger kenden we ook in 1929 al. Toen
echter was zijn clubgenoot v. d. Berge
nog nummer één. Maar 1930 bracht Ber
ger aan den spits. Hij werd kampioen
over de 100 er 200 M hij verbeterde de
records over die afstanden, deed zelfs
een poging, om het wereldrecord over
100 M. te verbeteren, en hij ging naar het
buitenland, won in Engeland, won in
België, won in Parijs.
Berger heeft zich in 1930 opgewerkt
tot een internationale kracht, die niet
gemakkelijk te slaan zal zijn, hier niet
en in het buitenland niet.
Berger en mej. Schurman. zij hebben
onze driekleur buiten de landsgrenzen
hoog gehouden. Op hen is de hoop geves
tigd, niet alleen in 1931, maar ook lp
1932, in Los Angelos, op dj Olympische
S,-elen!
o
De lezer zal bemerkt hebben, dat wij
beide bovengenoemds takken van sport
slecnts in groote lijnen gevolgd hebben.
Dat zullen we ook met de andere takken
van sport doen. Zoo bijv de korfbal*
sport. De korfbalsport bloeit nog steeds
in de meeste provincies en al is er nog
altijd een Westelijke hegemonie, het
spelpeil van Oost en No< rd wordt telkens
opgevoerd en de kampioenscompetities
worden daardoor steeds spannender.
Kampioen van Nederland werd Het Zui
den. Tegen België werden weer twee
wedstrijden gespeeld, die beiden in groo
te overwininngen voor Nederland ein
digden.
De hockeysport neemt ook nog steeds
in belangstelling toe. Overal verrijzen
hockeyclubs, zoowel voor dames als hee
ren. Kampioen van Nederland werd H.
D M. Op internationaal gebied konden
wij niet meer die successen behalen,
welke Nederland 'n het Olympische jaar
mocht noteeren. Wel werd België twee
keer geklopt, maar tegen Duitschland en
Engeland beten de onzen leelijk in het
zand (resp. met 70 en 91).
Het Ned. dameselftal won van West-
Duitschland (30), maar kreeg klop van
de Australische meisjes (31).
Op xoeigebied hebben de wedstrijder
te Luik, waar de Europeesche roeikam-
pioenschappen verroeid werden, evenals
de Hollandia-wedstrijden bewezen, dat
we het buitenland slechts heel matigjes
partij kunnen geven. Te Sloten, op de
nationale kampioenschappen, brak Tri
ton het record ongestuurde vier met
ruim 6 sec. en bracht dit op 6 min 52 4
sec. Op het Noordzee-kauaal werd de
Varsitv gehouden, terwijl verder de Ko
ninklijke- en Hollandiawedstrijden weer
gehouden .zijn, maar vooral te Sloten
stond het peil niet erg hoog.
Ook op het gebied van zwemmen moe
ten we nederig blijven. Weliswaar .telt
Nederland op zvvemgebied mee, maar
het zijn onze zwemsters, die het doen,
vooral Zus Braun, mej. Klapwijk. Coba
Huybers en mej. Grendel. Een belangrijk
feit was de Zuiderzeetocht van mevr.
Brouwer, vopr wie echter het Kanaal een
onoverkomelijk bezwaar bleek. Om het
zwemmen onder de schooljeugd te be
vorderen is een speciale propag.-com-
missie benoemd, waarin zitting hebben
de heeren Meerum Terwogt en Nijland
Te Gouda zijn de kampioenschappen ge
houden, waarvoor echter maal heel so-
bei ingeschreven is
Zus Braun heeft intusschen in dit jaar
weer eenige wereldrecords gewoon ver
nield. Dat op de 400 M. vrije slag bracht
zij van 5 min. 53.6 sec. op 5 min. 46.3 sec.
te Brussel vestigde zij een nieuw wa
reldrecord op de 500 M vrije slag.
Ten slotte wijzen we er nog op, dat het
kleine groepje Nederlandsche zwemsters
onder leiding van mevr. Braun een
„toer" maakt door Zuid-Afrika en daar
zeer veel succes heeft.
o
Moeten we in 't algemeen bescheide;
zijn, wat betreft de prestatities tegel,
buitenlanders, gelukkig begint onze na
tionale^ sport bij uitnemendheid weer op
te bloeien. We willen daarmee niet zeg
gen, dat de belangstelling voor deze
sport (ieder begrijpt, dat we het schaat
senrijden bedoelen!) verzwakte; integen
deel, nog altijd is de Nederlander op het
ijs een ander mensch dan in zijn gewo
ne doen en laten. En zoo gauw er enkele
centimeters ijs in de slooten en vaarten
liggen, worden de dunne ijzers onder de
schoenen gegespt en vliegt de Nederlan
der frank en vrij over de spiegelgladde
vloer, zooals onze vliegers vrij en frank
door de lucht snellen.
Maar onze reputatie op internationaal
gebied was al jaren danig geknakt. Als
onze vertegenwoordigers op internatio
nale wedstrijder, uitkwamen, dan eindig
den ze op de een of andere plaats, welke
steeds ver van de bovenste verwijderd
was.
Echter, de K. N. S. B. heeft hard ge
werkt in de laatste jaren. En hij kreeg
hulp van verschillende landen Zoo wer
den op meerdere plaatsen de jongelui
binnenshuis getraind, opdat ze niet eerst
eenige dagen moesten oefenen op het ijs,
voordat ze tot hun volle kracht gekomen
waren. Deze oefeningen hebber, natuur
lijk succes gehad. Maar daarnaast wer
den verschillende opkomende krachten
naar het buitenland uitgezonden, naar
Zwitserland en Noorwegen, om daar in
tens te oefenen.
Het resultaat was verheugend,, want
v. d. Scheer c.s. hebben den afgeloopen
winter bewezen, dat Nederland weer be
gint mee te tellen, v. d. Scheer zelf werd
kampioen in de Akademische winterspe
len, hij eindigde als nummer drie op de
wereldkampioenschappen en als num
mer vier op de Europeesche kampioen
schappen. En zijn partners veroverde.'»
eveneens behoorlijke plaatsen, zoodat
momenteel de rijders uit liet Noorden de