HET SPORTJAAR 1930. waar de voorwaarden tot productie van onze goederen ook gunstig waren. Bij de hierdoor ontstane concurrentie in intensiveering der bedrijven is Neder land niet achter gebleven. Tot den wereldoorlog in 1914 is dit proces niet ten nadeele van den Neder- landschen landbouw verloopen. De oor log bracht door hoogconjunctuur stij gende productenprijzen, waaraan loo- nen. pachten en bedrijfskosten zich slechts langzaam aanpasten. Hierdoor kwam de landbouw aanvankelijk in goede conditie. Echter sloten landprij- zen, kosten van het bedrijf enz. zich la ter bij den nieuwen toestand aan. Deze kon zich uiteraard niet voor altijd hand haven. Dit openbaarde zich het eerst in een daling van de prijzen der producten. Er was geen enkele reden waarom zich deze prijzen zouden handhaven. Intus schen was het geheele burgerlijke leven op de hoogconjunctuur ingesteld, de productiekosten gestegen en ieders leven duur geworden. Hierdoor kwam de landbouw reeds in 1921 in den verkeerden hoek te staan. In het economisch leven is altijd een reeks factoren bezig om verhoudingen te scheppen. In deze periode zijn er vele die ongunstig op het bedrijf inwer ken. Een verarmde wereld die zich tracht te herstellen. Landen, welke in eigen behoefte kunnen voorzien, sluiten practisch de grenzen door een eigen economisch huishouden op te zetten. Dit wordt noodlotig voor een landje dat zijn aantal bewoners in 40 jaar tijds zag i verdubbelen, dat op invoer van goede ren is aangewezen die het zelf niet voortbrengt, dat een bevolking heeft die zich met energie heeft toegelegd op ex port naar welvarende buren. Rijke bu ren die het telen van groenten voor een goed deel aan anderen overlieten. Deze buren trachten dit thans zelf te doen en meenen dit door invoerrechten te kun nen bereiken. Doeltreffende middelen om dit tegen te gaan, zonder een of an dere groep te schaden, bezit ons land tot heden niet. Ons handelsgewas bietsui ker kampt met de rietsuiker tegen da lenden wereldprijs. Zelfs een fiscale voorsprong door middel van het suiker wetje van 2.40 komt onvoldoende bo ven den wereldsuikerprijs om pacht of koopwaarde van den grond boven de bedrijfskosten mogelijk te maken. Ove rigens zit de Ned. suikerbietenteler op het kleine eilandje waar andere suiker telers hun beschermd productie-over schot op de markt werpen. Het hoofd gewas tarwe deelt in de algemeene prijsdaling van goederen, bovendien in de gevolgen van mislukte pogingen in de Vereenigde Staten en Canada om kunstmatig tarweprijzen te kunnen sti- muleeren. Een natuurlijke prijsdaling, als gevolg van verbeterde techniek en hooger productie, langs den weg van vraag en aanbod, is tegengehouden door het ophouden van* groote voor raden. Toen deze positie financieel tóp- zwaar werd, kwam aanbod uit alle graanlanden los, de prijzen overal in dezen val medesleepende. Dit werd nog versterkt door regeeringssteun aan den graanbouw in de Vereenigde Staten die bij het bederven van de Europeesche markt steun van hun regeering ontvin gen, dus dumpend dreigden te werken. Sommigen hebben gemeend dat Rus land; waar vermoedelijk niet alles in het honderd loopt en dat weer met graan op de markt komt, dumping zou heb ben toegepast. Wel is een feit dat dit land door hooge invoerrechten, veel ha vens voor den invoer van zijn graan ge sloten vindt. Daardoor richt de graan- stroom zich naar de landen van vrijen invoer. Er is voldoend gebleken dat het aanbod uit Noord- en Zuid-Amerika het meest tot de daling der prijzen heeft bijgedragen. Weet men dat de met graan en bieten te betelen oppervlakte geen uitzicht biedt op pacht of koop- waarde van den bodem, dan is de aan drang om tijdel ijken steun van de ge meenschap wel te verklaren. De graan- teler herinnert zich nog dat hij in oor logstijd goed genoeg werd geacht om de gemeenschap van voedingsmiddelen te mogèn voorzien. Nu hij in den knel zit, en niet door eigen schuld, is zijn stemming bitter geworden. Noch de re geering, noch iemand anders staat sterk met de bewering dat alleen vraag en aanbod den graanbouwer in de knel hebben gebracht juist nu de Staat op meer dan een gebied de vrije werking van vraag en aanbod gaat uitschakelen, voornemens is op dien weg verder te gaan en trusts en kastels vrijlaat het publiek te brandschatten. Voor hen die niet vermogen in te zien waar totale inzinking van een belang rijken tak van landbouw op moet uit- loopen is de geschiedenis van den En- gelschen landbouw leerzaam. In sommige tijden verviel deze tot den meest extensieven vorm. van scha penhouderij, een bedrijfsvorm die voor ons land zou uitloopen op nog grooter surplus aan valide arbeiders dan heden het geval is. Met groote belangstelling wordt afgewacht of het proces zal over slaan op de producten van zuivelberei ding, van veeteelt en handelsgewassen en zoo ja, in welke mate. In 1891 heette de waardedaling van het zilver met betrekking tot het goud als grondslag voor het muntstelsel één der oorzaken van de toenmalige malai se. Inderdaad waren toen de z.g. zilver- landen er het slechtst aan toe. Thans wordt van bevoegde zijde betwijfeld of de goudproductie voldoend gelijken tred houdt met de waarde der te finan cieren goederen en is dit vraagstuk bij den volkenbond in studie genomen. Ook is de vraag in hoever vooruitgang van de techniek, b.v. de stikstoffabricage uit de lucht, van invloed is geweest op grooter productie en aanbod van graan. Hetzelfde geldt voor verbeterde techniek bij massateelt. Dat Ford's tractoren het grootst afzetgebied vonden in Rusland, geeft te denken. Bedenkt men dat de achter ons liggende hoogconjunctuur evengoed abnormaal genoemd kan wor den als het tegenovergestelde, dan leert deze crisis wel dat men met het begrip „normaal" nimmer te voorzichtig kan zijn. In dit verband bezien behooren alle ver houdingen die op hoog-conjuctures zijn in gesteld zich aan gewijzigde omstandigheden aan te passen. Hier zit de groote moeilijk heid. Ondanks deze waarheid weet ieder, die in het maatschappelijk leven heeft rond gezien, dat geen enkele groep van de bevol king geneigd is zich vrijwillig neer te leggen bij aanpassing die voor haar toevallig scha delijk is. Uit talrijke voorbeelden blijkt dat, alle mooie redeneeringen ten spijt, de zooge naamd afgezworen individueele zelfzucht zich in groepsverband onverkort weet te handhaven. Wat intusschen niemand behoeft te verwonderen. Dit is de oorzaak van de heerschende onrust in de wereld, een onrust die licht kan leiden tot verdere ontreddering en vernietiging zooals bijvoorbeeld in Chi na. Gelukkig de landen waar degelijke en verstandige leiders van alle gezindten en partijen de leiding weten te nemen en te houden. Onder deze omstandigheden is te verklaren, dat in de eerste plaats de graan- bouwers vraagt om verzachting van de ge volgen van deze crisis Sommigen hebben gemeend iets te moeten zien in eene verbeter de pachtwet, thans door de 2e Kamer van de Staten Generaal aangenomen. In deskundige kringen verwacht men, dat de getroffen regeling bij voortzetting van meerjarige huurcontracten zal leiden tot on- gewenschten dwang op den eigenaar. Het gevolg zou zijn het sluiten van één-jarige contracten, een nadeeligen vorm voor goed landgebruik, ook al heeft die bij sterke wis seling van conjunctuurs ook wel zijn goede zijde. Vermoedelijk heeft deze wet wel po litieke dus propagandistische, waarde Er bestaat echter meer kans op het bederven van goede, dan kans op verbetering van slechte verhoudingen. Ook kan geen enkele pachtwet de positie van den met hypotheek belasten eigenaar verbeteren, integendeel zeer wel belangrijk schaden. Anderen zien een passend middel in de invoering van invoerrechten. De tegenwoor dige regeering aarzelt om op dit denkbeeld in te gaan. Overtuigd als ze is dat hierbij het succes voor den één meestal slechts is te bereiken ten koste van den ander. Ondanks deze wetenschap roepen sommigen nog om toepassing van dit middel in de stille hoop, dat althans hun belang hier bij gebaat wordt Hetzelfde geldt voor het veel gevraagde middel van onderhandelingsobjecten in den vorm van hooge en lage tarieven. Treft dit middel eventueel geen doel dan volgt toe passing en staat allerminst vast welke groep hiervan de nadeelen zal treffen. Een ander reeds toegepast, middel is de weigering om bepaalde goederen te betrek ken uit landen die b.v. met de toepassing van de meestbegunstiging de hand lichten. n.1. den boycot. Dit middel kan doeltreffend zijn maar eischt voorzichtige toepassing. Het kan andere groepen geweldig schaden. De in dit jaar door den Fed. Ned. Zuivel- bond uitgeschreven boycot van Duitsche ma chines is niet zonder resultaat gebleven. Het heeft de Duitsche industrie herinnerd aan hare kwetsbare positie welke zij uit het oog had verloren bij het toegeven aan den eisch van agrarische zijde om allen import van onzen zuivel te weren en dat nog wel met zeer laakbare middelen. Er zullen thans be sprekingen volgen naar aanleiding van het forsche geluid, dat onze regeering te Gené- ve heeft laten hooren, n.1. dat Nederland wel bereid blijft om de meestbegunstiging toe te passen mits men in de betrokken landen wat meer waardeering voor dat systeem denkt te betoonen. Met groote belangstelling heeft de graan bouwer uitgezien naar het lot van de zoo genaamde tarwewet die inmiddels in de 2de Kamer isaangenomen. In landbouwkringen is dit met instemming vernomen, zij het ook dat men allerminst gesticht is over het geble ken volslagen gemis van inzicht in land bouwvraagstukken. Ware de regeering niet grondig overtuigd geweest, dat iets positiefs moest gebeuren om bouwgrond voor braak- liggen te behoeden, de oppositie zou zich gespitst hebben op verbeteringen die alle verbetering uitstelden tot na het faillisse ment van eigenaar, pachter en arbeider op die gronden. Onmiskenbaar bleek verband te bestaan tusschen het milieu waar kiezer en afgevaardigde hun woonplaats hadden. Dit wetje bedoelt le teelt mogelijk te ma ken van een artikel waarvan Nederland 80 pCt. moet importeeren, met het doel em plooi te geven aan grond die onder deze oirctandigheden geen gebru ikswaar- d e bezit, niet binnen bekwamen tijd voor veeteelt is te gebruiken en waarop zeer bin nenkort boer en arbeider tot p a u p e r i s - m e vervallen, 2de het gevaar te ontgaan van duur veevoeder, dat bij het heffen van in voerrechten voor zuivelbereiding en veeteelt zou ontstaan. Ook om te ontkomen aan den onmogelijk in te willigen eisch van garantie prijzen voor de producten. 3e te bereiken dat de prijs van bruikbare inlandsche tarwe op plm. 12 zou komen door verplicht mengen van zeker percentage inlandsche tarwe door de ingevoerde, met een maximum van 25 pCt. De voorgestelde teeltpremie kon niet in aanmerking komen omdat deze zou kunnen leiden tot ongemoti veerde opdrijving van de teelt en waarschijn lijk tot achteruitgang van de kwaliteit, beide niet noodzakelijk. Als bezwaren werden aangevoerd le duur der brood. Hiertegen werd aangevoerd: Als de prijsdaling van tarwe van 12 tot bijna de helft van dien prijs niet heeft kunnen leiden tot verlaging van den broodprijs van eenige beteekenis, moet dan de veel kleinere verhooging, welke het gevolg zal zijn van menging met 1/7 ad 12, wel tot verhoo ging van den broodprijs voeren? Van niet meer kracht was het 2e argument „slecht brood", dat practisch reeds lang weerlegd is. Het 3e bezwaar is, dat de maatregel moei te en eenige kosten,zou meebrengen voor der den. Dit is ongetwijfeld zoo, maar, vraagt de landbouw: is tijdelijken steun aan bank instellingen, aan scheepvaartmaatschappijen, aan werkloosheidsvoorziening die loonen op peil houdt, aan werkloozen dan geen steun en als zoodanig ppq opoffering? Alleen to tale onbekendheid met het landbouwvraag stuk is een excuus voor de grievende beoor deeling die hier den landbouw soms is ten deel gevallen. Het mag verwondering wekken, dat dit niet algemeen wordt ingezien bij verwante groepen in den landbouw, die zelf hopeloos in den knel zitten en van steun allerminst afkeerig zijn. Wel blijken de groepen in onze maatschappij ver van elkaar te staan! Zelfs de belangen van onze Nederlandsche kippen diende ter bestrijding van de tarwewet. De noteering van tarwe te Rotterdam was op 24 December 1930 voor levering Januari, Maart, Mei en Juli, resp. 4.52%, f 4.75 5.00 en 5.10 per 100 K G Deze puike tarwe en de inlandsche zachte blijven ter be schikking van de kippen. Deze kunnen ge rust zijn, ook de deurwaarders, die werk zullen hebben aan faillissementen van tal van graanboeren. Heele kringen, die nim mer schromen den staat en de gemeenschap voor hunne belangen te spannen spraken van duur en slecht brood en konden zich niet op werken tot het besef welk belang hier op het spel stond. Hoe ongerijmd in gewone tijden de voorgestelde regeling moge schijnen, ze is het niet voor hem die het ongewone van den toestand kan zien. Er zijn tijden aangebroken waarin econo mische stellingen over de nuttige werking van vraag en aanbod getoetst dienen te wor den aan de vraag wat het zwaarste weegt, n.1. de ondergang in kort proces van de ak kerbouwers of de handhaving van schoone theorieën. Het jaar 1930 eindigt voor deze menschen met de hoop, dat een krachtige regeering de teelt van enkele hoofdgewassen op den <rens van juist loonend zal weten te brengen. De energie zal dan zorgen dat gepoogd wordt met andere cultures daarboven te komen. In dit geval maakt de steun zich zelf overbo dig- Zoolang de zon opkomt op zoodanige tij den, dat de jaargetijden en daarmede de le vensvoorwaarden blijven bestendigd, zoolang behoeft de energie niet te verdwijnen, zij het ook dat die onder gewijzigde omstandighe den toepassing moet vinden. De uitspraak van bovenbedoelde Engelschman zal dan richtsnoer moeten worden van hen die doof strijd met ongunstige omstandigheden heb ben aan te binden. Stompetoren, 31 Dec. '30. D. DE BOER Dz. Natuurlijk hoort in een „Öuwejaars- krant", zooals men bij ons het nummer van den 31sten December placht te noe men, ook een overzicht over de sport thuis. Want de sport in 't algemeen neemt een zeer belangrijke plaats in ons leven in. Duizenden beoefenen de een of andere tak van sport, nog veel meer dui zenden bezoeken week in week uit de verschillende wedstrijden. In alle lagen dor bevolking is de sport langzamerhand doorgedrongen en heeft er een plaats veroverd, die het niet licht weer zal ver liezen. Sport in alle lagen der maatschappij! Zoo is het en zoo moet het, omdat de sport veredelend kan werken, de men schen dichter bij elkaar kan brengen; omdat de sport het verschil in rang en stand voor een wijle doet vergeten. Als een Nederlandsch elftal tegen een ander land speelt, wat doet het er toe, wie dat elftal vormen? Men moet de besten van het land hebben, onverschillig, of men nu een jonkheer of een eenvoudige ar beider is. En diezelfde jonker en diezelf de arbeider zwoegen samen voor hun land. Ze helpen elkaar, ze steunen elkaar, ze zijn één, zij zijn Nederlan ders! o Zoo kan de sport verbroederend wer ken. En daarom is het zoo jammer, dat ook de politiek en de godsdienst hun intrede in de sport hebben gedaan. Zeker, we kunnen begrijpen, dat er ve len zijn, die sport op Zondag afkeuren en dus geen wedstrijden willen spelen op den dag, dat zij hun kerkelijke plich ten wenschen te vervullen. Wij eerbiedi gen dat, maar is het daarom noodig, om geheel apart te blijven? Kijk eens naar het korfbalspel. Wij kennen een korfbal club, waarvan de leden liever niet op Zondag willen spelen. Welnu, zij behoe ven dat niet. Zij spelen hun wedstrijden op Zaterdagen, maar zij blijven in het verband van den N. K. B. Zoo moet het zijn. Geen afscheiding, geen verdeeling. En toch gaat het dien kant op. We hebben nu al eenige jaren een R. V. B., die hetzelfde beoogt als de K. N. V. B. Het doel is dus hetzelfde: beoefening der sport door het spelen van wedstrijden. En elke week worden er wedstrijden ge speeld, onder dezelfde regels als de K. N. V. B. ze heeft. Maar waarom moet die scheuring bestaan? Hetzelfde is het geval met den arbei derssportbond. Ook in dezen bond speelt men onder dezelfde reglementen als in den grooteren, neutralen bond en ook hier vragen wij ons af: waarom die scheuring? Waarom moet de sport be smet worden met de politiek? Moet men op de sportvelden ook al tegenover elkaar staan als politieke vijanden? Is er in de neutrale bonden geen plaats meer voor hen, die aan politiek doen? Wij kunnen deze scheidingen niet be wonderen. Integendeel, we betreuren ze en wij kunnen slechts medelijden heb ben met deze kleinzieligheid. Wij zouden hier nog heel wat over kunnen schrijven, echter meenen wij, dat het volkomen nutteloos is. Slechts een ding staat vast: het spelkwaliteit van de kleinere, afgescheiden bonden staat ver beneden dat van de grootere, neutrale bonden en de belangstelling er voor van de zijde van het publiek is nog steeds uiterst gering. o Belangstelling! Onze voetbalsport heeft steeds groote massa's tot zich ge trokken en 1930 heeft in dit opzicht geen verandering gebracht. Bij duizenden trok men naar de wedstrijden en tijdens de buitengewone spannende kampioens competitie waren er tienduizenden, die getuige zijn van de meest sensatio- neele competitie, die Nederland ooit ge kend heeft. Die sensatie heeft men in hoofdzaak te danken aan het Groninger Velocitas, dat na een heel ongelukkig debuut (een 80 nederlaag tegen Ajax!) vriend en vijand verraste met overwin ningen en gelijke spelen, daar, waar men nederlagen verwachtte. Het gevolg was, dat de strijd geheel open bleef en de laatste Zondag de beslissing moest brengen. En zoo werd eindelijk Go Ahead kampioen van Nederland, yoor Ajax, Velocitas, Willem II en Blauw Wit. Go ahead ging toen naar het interna tionale tournooi in Genève, maar was haar spel totaal kwijt en verloor daar met groote cijfers al haar wedstrijden. Het bleek naderhand, dat ze „over speeld" was en deze funeste slag was ze nog niet te boven, toen de competitie weer begon. Hetzelfde aïreu we een jaar geleden bij P. S. V., dat ook overspeeld was en in de volgende competitie eerst een reeks nederlagen te slikken kreeg, waardoor haar achterstand zoo groot werd, dat den kampioenstitel haar voor bij ging. Deze feiten wijzen er o.i. op, dat de competities te lang zijn en meer dan ooit is het noodig, een gesloten sei zoen van minstens drie a vier maanden te krijgen. Wij raken hier echter een kwestie, welke in een jaaroverzicht niet thuis hoort. Waar wc het nog wel over willen heb ben is het spelpeil. Ook 1930 bracht voor Nederland geen verandering t.o.v. de in ternationale ontmoetingen. Zelfs zou men van een algeheele depressie kunnen spreken na de nederlagen in Boedapest en Zwitserland. Er is vooral in de sport- periodieken herhaaldelijk over het spel peil geschreven en men is het nog lang niet met elkaar eens. Over 't algemeen is men wel de meening toegedaan, dat ons spelpeil niet achteruit gegaan is, maar dat het in andere landen veel meer voor uit gegaan is. Dat is nu wel een pleister op de wonde, maar op die manier komt men er niet. Een feit toch is het, dat we niet meer het voetballand zijn, met welk men'rekening moet houden. De tijd, dat Engeland geklopt werd, is reeds lang voorbij. De tijd, dat we tegen de landen van Europa's vasteland spannende ont moetingen leverden, waarvan de uitsla gen niet zeker waren, voor de allerlaat ste minuut, ligt ook al achter ons. Wsj verliezen tegenwoordig, verliezen met onfeilbare zekerheid. Hoe daarin verandering te brengen? Er gaan weer stemmen op, om een hoofdklasse in te voeren. Of het lukken zal? We gelooven niet, dat de clubs daar gemakkelijk aan willen. En de zeker heid, dat het peil dan omhoog gevoerd zal worden, bestaat evenmin, al is de kans daarop niet nihil. Een ander mid del tracht men te vinden in een nauwer contact tusschen K. N. V. B. en pers, die samen een eerste vergadering gehad hebben. Of dat middel dan zal helpen? Wij gelooven het niet, al juichen wij dat contact toe. Hoe het zij, de voetbalsport zelf bloeit, het spelpeil is nog steeds behoorlijk, maar staat achter bij dat van andere landen. Moge 1931 daarin verandering brengen! o We stappen van de voetbalsport af en nemen eens een kijkje bij de athletiek. Dit stiefkindje begint langzamerhand wat beter behandeld te worden door het publiek, al kan dat nog veel en veel beter. De auiletiek heeft een goed jaar achter den rug. In een lange lijst, die we eeni- gen tijd geleden publiceerden, heeft men kunnen lezen, hoeveel records er ver beterd zijn, er, hoe aanzienlijk de succes sen waren, in het buitenland behaald We zullen al deze successen en re cords hier niet meer noemen, maar even stil staan bij een paa» feiten, welke ons deze successen en records brachte.i. Naast de oudere cracks, zoowel vrou welijke als mannelijke, heeft 1930 ons twee athleten van groote capaciteiten gebracht, n.1. mej. Schuurman en den beer Berger. Mej. Schuurman leefde ergens in de buurt van Leeuwa-den rustig en kalm. Ze kwam zeker wel eens op de sj crtvel- den, om te kijken, wat men daar deed, heeft misschien zelf wel eens „voor de aardigheid" een baantje geloopen, maar zij en haar omgeving wisten niet, hoe mej. Schuurman loopen kon Dat heeft de bekende sportjournalist Streng- holt ontdekt. Hij kwam eens toevallig in de Noordelijke regionen van ons land, zag het jonge Friezinnetje en bracht haar naar ue Nederlandsche kampioen schappen yoor heeren te Groningen. Na tuurlijk niet, om haar daar te laten vechten tegen Berger c.s., maar om haar een invitatiewedstrijd te laten loopen. opdat anderen konden zien, wat of dat Friezinnetje presteerde. elnu, zij liep, maar.erg, erg ouder- wetsch. Geen knielende start, geen goed- ïngestudeerde stijl! Waar zou ze die van daan halen? Ze kende ze niet. Ze liep maar heel gewoon, als een natuurkind -Maar ze won. Toen kwam ze op de dameskampioen schappen Ze kwam, zag. en.overwon, ondanks die slechte start en stijl! En meteen liet ze het Nederlandsch record over de 100 M. duikelen en bracht dat gelijk met het wereldrecord! Want het meiske liep in een der series zoo snel ten zoo leelijk!dat haar tiid het wereld record evenaarde. Ze ging met andere meisjes naar Boe dapest, naar de Europeesche kampioen schappen. En ook daar stelde ze niet te leur, al won ze dan ook geen eerst n ppijs En nu zijn de oogen der sportwe reld in Nederland gericht op het jonge Friezinnetje, dat in 1931 zeer zeker over al successen zal behalen! Berger kenden we ook in 1929 al. Toen echter was zijn clubgenoot v. d. Berge nog nummer één. Maar 1930 bracht Ber ger aan den spits. Hij werd kampioen over de 100 er 200 M hij verbeterde de records over die afstanden, deed zelfs een poging, om het wereldrecord over 100 M. te verbeteren, en hij ging naar het buitenland, won in Engeland, won in België, won in Parijs. Berger heeft zich in 1930 opgewerkt tot een internationale kracht, die niet gemakkelijk te slaan zal zijn, hier niet en in het buitenland niet. Berger en mej. Schurman. zij hebben onze driekleur buiten de landsgrenzen hoog gehouden. Op hen is de hoop geves tigd, niet alleen in 1931, maar ook lp 1932, in Los Angelos, op dj Olympische S,-elen! o De lezer zal bemerkt hebben, dat wij beide bovengenoemds takken van sport slecnts in groote lijnen gevolgd hebben. Dat zullen we ook met de andere takken van sport doen. Zoo bijv de korfbal* sport. De korfbalsport bloeit nog steeds in de meeste provincies en al is er nog altijd een Westelijke hegemonie, het spelpeil van Oost en No< rd wordt telkens opgevoerd en de kampioenscompetities worden daardoor steeds spannender. Kampioen van Nederland werd Het Zui den. Tegen België werden weer twee wedstrijden gespeeld, die beiden in groo te overwininngen voor Nederland ein digden. De hockeysport neemt ook nog steeds in belangstelling toe. Overal verrijzen hockeyclubs, zoowel voor dames als hee ren. Kampioen van Nederland werd H. D M. Op internationaal gebied konden wij niet meer die successen behalen, welke Nederland 'n het Olympische jaar mocht noteeren. Wel werd België twee keer geklopt, maar tegen Duitschland en Engeland beten de onzen leelijk in het zand (resp. met 70 en 91). Het Ned. dameselftal won van West- Duitschland (30), maar kreeg klop van de Australische meisjes (31). Op xoeigebied hebben de wedstrijder te Luik, waar de Europeesche roeikam- pioenschappen verroeid werden, evenals de Hollandia-wedstrijden bewezen, dat we het buitenland slechts heel matigjes partij kunnen geven. Te Sloten, op de nationale kampioenschappen, brak Tri ton het record ongestuurde vier met ruim 6 sec. en bracht dit op 6 min 52 4 sec. Op het Noordzee-kauaal werd de Varsitv gehouden, terwijl verder de Ko ninklijke- en Hollandiawedstrijden weer gehouden .zijn, maar vooral te Sloten stond het peil niet erg hoog. Ook op het gebied van zwemmen moe ten we nederig blijven. Weliswaar .telt Nederland op zvvemgebied mee, maar het zijn onze zwemsters, die het doen, vooral Zus Braun, mej. Klapwijk. Coba Huybers en mej. Grendel. Een belangrijk feit was de Zuiderzeetocht van mevr. Brouwer, vopr wie echter het Kanaal een onoverkomelijk bezwaar bleek. Om het zwemmen onder de schooljeugd te be vorderen is een speciale propag.-com- missie benoemd, waarin zitting hebben de heeren Meerum Terwogt en Nijland Te Gouda zijn de kampioenschappen ge houden, waarvoor echter maal heel so- bei ingeschreven is Zus Braun heeft intusschen in dit jaar weer eenige wereldrecords gewoon ver nield. Dat op de 400 M. vrije slag bracht zij van 5 min. 53.6 sec. op 5 min. 46.3 sec. te Brussel vestigde zij een nieuw wa reldrecord op de 500 M vrije slag. Ten slotte wijzen we er nog op, dat het kleine groepje Nederlandsche zwemsters onder leiding van mevr. Braun een „toer" maakt door Zuid-Afrika en daar zeer veel succes heeft. o Moeten we in 't algemeen bescheide; zijn, wat betreft de prestatities tegel, buitenlanders, gelukkig begint onze na tionale^ sport bij uitnemendheid weer op te bloeien. We willen daarmee niet zeg gen, dat de belangstelling voor deze sport (ieder begrijpt, dat we het schaat senrijden bedoelen!) verzwakte; integen deel, nog altijd is de Nederlander op het ijs een ander mensch dan in zijn gewo ne doen en laten. En zoo gauw er enkele centimeters ijs in de slooten en vaarten liggen, worden de dunne ijzers onder de schoenen gegespt en vliegt de Nederlan der frank en vrij over de spiegelgladde vloer, zooals onze vliegers vrij en frank door de lucht snellen. Maar onze reputatie op internationaal gebied was al jaren danig geknakt. Als onze vertegenwoordigers op internatio nale wedstrijder, uitkwamen, dan eindig den ze op de een of andere plaats, welke steeds ver van de bovenste verwijderd was. Echter, de K. N. S. B. heeft hard ge werkt in de laatste jaren. En hij kreeg hulp van verschillende landen Zoo wer den op meerdere plaatsen de jongelui binnenshuis getraind, opdat ze niet eerst eenige dagen moesten oefenen op het ijs, voordat ze tot hun volle kracht gekomen waren. Deze oefeningen hebber, natuur lijk succes gehad. Maar daarnaast wer den verschillende opkomende krachten naar het buitenland uitgezonden, naar Zwitserland en Noorwegen, om daar in tens te oefenen. Het resultaat was verheugend,, want v. d. Scheer c.s. hebben den afgeloopen winter bewezen, dat Nederland weer be gint mee te tellen, v. d. Scheer zelf werd kampioen in de Akademische winterspe len, hij eindigde als nummer drie op de wereldkampioenschappen en als num mer vier op de Europeesche kampioen schappen. En zijn partners veroverde.'» eveneens behoorlijke plaatsen, zoodat momenteel de rijders uit liet Noorden de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 16