De Wereld rondom ons.
Negentienhonderd en dertig loopt ten
einde! Als dit nummer van onze krant
onder uw oogen komt, zal het nog
slechts een kwestie van enkele uren zijn
en dan slaat de klok in uw huiskamer
twaalf slagen, dan dreunen twaalf zwa
re slagen over onze stad en omgeving,
dan verrijst een ieder van zijn zetel en
men wenscht elkaar „een gelukkig
nieuwjaar." Men hoopt op voorspoed en
vrede en men hoopt, dat het nieuwe
jaar brengen zal, waar men in het
voorbije tevergeefs op gewacht heeft:
geluk! Geluk, in al de beteekenissen, die
dit woordje heeft. t
Oudejaarsavond heeft één bijzonder
heid, die steeds weer naar voren dringt.
Men zit bij elkaar in familiekring en als
de wijzers van het uurwerk langzaam,
maar zeker naar de 12 loopen, dan
wordt men bijwijlen stil en men denkt
terug aan het verleden, aan de smart
Ook aan de vreugde, die 1930 bracht,
maar allereerst aan de smart, de stille,
schrijnende smart
En als wij ons neerzetten, om een
jaaroverzicht te schrijven, als wij onze
uitknipsels, welke wij dag in dag uit
verzamelden, rangschikken en een
schema opmaken van ons verhaal, dan
staan wij ook stil bij de smart, die de
wereld in 1930 gekend heeft. Dan gaan
ook onze gedachten het eerst naar de
vele, zeer vele rampen, die de wereld
geteisterd hebben, die rouw brachten in
tallooze gezinnen, die armoede brach
ten, waar eens rijkdom was
Het jaar der rampen.
t' 1930 is een jaar geweest, dat niet licht
/al worden vergeten. Het is een jaar
geweest van groote rampen, in vele lan
den, in bijna elk werelddeel. En dat
wij hier niet elke ramp noemen, men
duide het ons niet euvel. Waartoe is
het noodig, om alles weer op te halen?
(Waartoe dient het te weten, hoeveel
slachtoffers er gevallen zijn door ver
keersongevallen, door de onbewaakte
overwegen, door de neerstortende vlieg
tuigen, door de tegen elkaar botsende
auto's? Waartoe, vragen wij?
Wij zullen die lijst maar liever geheel
uitschakelen en ons enkel eenige oogen-
blikken bezig houden met de natuur
rampen en die. welke daar eenigszins
bij betrokken zijn.
En als we dan onze uitknipsels na
gaan, dan lezen we, dat in de eerste
week van Januari 1930 in Noord-China
een koudegolf heerschte, die in één en
kele provincie 15.000 menschenlevens
eischte. 15.000 menschenlevens werden
plots weggevaagd uit hun familiekring,
in een luttel tijdsbestek.
Dezelfde maand eischte nog meer
slachtoffers. In Perzië brak een ernsti
ge roodvonk-epidemie uif. die in twee
weken tijds meer dan 3000 slachtoffers
maakte.
Helaas, niet alleen Januari was een
maand van rampen; andere zouden vol
gen
Daar zijn de talrijke overstroomingen,
welke in bijna elk werelddeel haar
slachtoffers eischte. In Maart bijv.
vonden eenige honderden menschen in
Frankrijk den dood door het hooge wa
ter, in dezelfde maand verdronken er
te Natal eveneens eenige honderden,
terwijl in Juli Korea (Japan) een over-
stroomingsramp aanschouwde en
Nieuw-Zuid-Wales door een dergelijke
ramp zoo ernstig getroffen werd, dat
ongeveer 10.000 menschen dakloos wer
den.
We kunnen bij de overstroomingen
wel dadelijk de verschillende stormen
en wolkbreuken noemen, die ook al te
talrijke menschenlevens opeischten. En
voegen we de verschillende scheeps
rampen daar nog bij, dan gelooven we,
dat deze groep natuurrampen zeer ze
ker ook eenige duizenden dooden op
haar geweten heeft.
Eénige duizenden? Neen, het zijn er
veel meer. Denkt maar eens aan de
ontzettende ramp in San Domingo. Daar
bracht de maand September eerst een
orkaan, toen hongersnood, vervolgens
wolkbreuken en tenslotte de vreeselijke
typhus. En alleen op San Domingo
mogen we het aantal slachtoffers, dat
den dood vond bij die rampen, wel op
ruim 3000 schatten en het getal der ge
wonden op meer dan 10.000
o
Er zal zeker wel geen jaar geweest
zijn, waarin aardbevingen uitbleven.
Ook 1930 heeft aardbevingen gekend,
groote en kleine. We herinneren ons
allen nog, hoe in Juli van dit jaar in en
om Napels plotseling de aarde begon te
trillen met zoo'n heftigheid, dat geheele
wijken een ruïne werden. In enkele se
conden werden een paar duizend men
schenlevens vernietigd, werden trotsche
gebouwen tot een puinhoop gemaakt. En
alsof dat nog niet genoeg ware, trof
Zuid-Italië enkele weken later een
tweede ramp, toen Aquilona door een
bijna evenernstige aardbeving geheel
vernield werd.
Ook Azië weet mee te praten over
aardbevingen. In de tweede helft van
Augustus werd een groot deel van Cen-
traal-Azië door een dergelijke ramp ge
troffen, terwijl de vorige maand in Ja
pan ongeveer 200 menschen door de
zelfde oorzaak om het leven kwamen.
o
Maar w at de wereld misschien den
grootsten schok gaf, dat waren de
mijnrampen. Misschien voelen wij dat
zoo intens, omdat even over de Neder-
landsche grens een dergelijke catastro-
phe plaats vond.
De 21ste October zal een zwarte dag
zijn voor Duitschland. Immers, op
dien datum van dit jaar had een der
ernstigste mijnrampen plaats, die
Duitschland ooit gekend heeft. De och
tendploeg was vol levenslust in de mij
nen te Alsdorf neergedaald en had haar
werk aangevangen. Alles ging gewoon
zijn gang, totdat plotseling een ontplof
fing de mijnschacht ineen deed storten.
De eenige verbindingsweg met de bui
tenwereld was verbroken en vele hon
derden mijnwerkers waren als 'tware
opgesloten.
Wij weten niet, welke tooneelen zich
daar in die gangen hebben afgespeeld;
wij kunnen het alleen maar gissen.
Maar in gedachten zien we de menschen
krankzinnig worden van angst We
hooren jammeren en weeklagen; we
hooren vaders roepen om hun vrouw
en kinderen, jongeren om hun moeder.
Wij zien vertwijfeling en eindelijk....
den dood
Boven eenzelfde beeld. De achterge
blevenen, plots opgeschrikt door de vree
selijke mare, snellen naar de mijn en
verdringen zich voor de plaats van den
ramp. Angstige vragen worden ge
steld en het blijkt al te spoedig, dat de
vermoedens bewaarheid zijn: heele
huisgezinnen zijn in één enkel oogen-
blik vaderloos geworden. Elders weer
ontbreken de zoons, nog weer op een
andere plaats beide
De ramp te Alsdorf! Wie zal dezen
ooit vergeten? Wie zal over een jaar,
twee, zelfs tien, niet meer kunnen ver
tellen, dat meer dan 250 stoere werkers
hun leven verloren bij het verrichten
van hun taak?
De geriefelijkheid in huis wordt soms
te duur betaald Lezer, als u straks
dit leest, gezeten in een lekkere fauteuil
bij een vriendelijke haard of kachel, en
als U dan een schepje kolen op den
vuurgloed werpt, denkt dan eens even,
één enkel oogenblik maar, aan hen, die
voor U het slachtoffer werden
De ramp te Alsdorf werd gevolgd
door die bij Saarbrüchen. Juist op den
dag, dat men in Alsdorf zijn dooden ter
aarde bestelde (nog klinkt de sonore
stem van den omroeper der radio ons
in 'toor), juist op dat moment trof
Duitschland 'n tweede dergelijke ramp,
n.1. bij Saarbrücken. En al mag het
aantal slachtoffers dan in dit geval
„slechts" 100 geweest zijn, de ramp zelf
heeft even zwaar getroffen.
Het spreekt vanzelf, dat wij eenigs
zins uitvoerig deze twee rampen aan de
vergetelheid ontrukten. Maar naast de
ze twee zijn er, die bijna even erg wa
ren. Een mijnramp in de Oekraine
eischte den 19den Juli 35 dooden, den
8sten Juli werd Silezië door een mijn
ramp getroffen, die 150 menschenlevens
opeischte, den 28 Oct. had een mijngas-
ontploffing plaats in Oklahama en een
week later lieten bij een dergelijke ont
ploffing in Amerika 160 mijnwerkers
het leven.
o
Men merkt wel, dat we niet alle
ongevallen genoemd hebben. Het lijkt
ons zoo echter voldoende en we zullen
van dit onderwerp afstappen en over
gaan tot een andere rubriek, die ho
pen we! wat zonniger is!
We bedoelen de
Conferenties.
Een zonniger onderwerp, zeiden we!
Zeker, zoo is het. Conferenties toch
hebben meestal een politieken onder
grond en die wij bedoelen, zeer zeker.
En aangezien men dikwijls van een po
litieken hemel spreekt, waaraan zoo nu
en dan politieke wolken verschijnen,
mag men aannemen, dat er achter die
wolken ook een zon, een politieke dan!
schijnt.
We zullen U, lezer, heusch niet verve
len door al die eindelooze besprekin
gen opnieuw te volgen. We zullen zelfs
niet alle conferenties weer opnieuw
hier voor U neerschrijven. We willen
slechts enkele, heel enkele, even in her
innering brengen En dan beginnen wij
met de Londensche Vlootconferentie.
o
Het is met die Londensche vlootcon
ferentie een lange geschiedenis geweest,
die tot nog toe niet die vruchten afge
worpen heeft, welke men er oorspron
kelijk van verwachtte. De vijf groote
zeemogendheden, Engeland, Amerika,
Japan, Frankrijk en Italië hadden daar
in Londen haar vertegenwoordigers,
die hun best zouden doen om de bewa
pening ter zee niet alleen stop te zetten,
zoodat de wedijver in bewapening be
ëindigd zou worden, maar men was
zelfs de gedachte toegedaan, dat men
vermindering van bewapening moest
hebben. Dat zou dus een mooie stap
kunnen worden in de richting van in
ternationale ontwapening, waarin dus
de groote mogendheden zouden voor
gaan.
Helaas! de besprekingen waren niet
van dien aard, dat men van een slagen
der conferentie kon spreken. Zelfs
dreigde de conferentie een moment hee-
lemaal te mislukken, toen Frankrijk en
Italië beide op hun standpunt bleven
staan. Beide landen toch wilden wel
gedeeltelijke ontwapening, maar ook
wenschten beide de opperheerschappij
in de Middellandsche Zee te behouden.
Italië wilde zijn vloot niet kleiner
doen zijn, dan de Fransche, maar
Frankrijk merkte op, dat het niet al
leen de Zuidkust had te verdedigen,
maar ook de Westkust en dus een groo-
tere vloot moest hebben, om met Italië
in evenwicht te blijven.
Men ziet, dat beide landen ver van
elkaar stonden. De zoo gewenschte
toenadering is dan ook niet gekomen
en tot op heden zijn beide landen nog
precies zoo ver als voor de Londensche
Zeeconferentie.
Gelukkig hebben de drie overige zee
mogendheden zich niet geheel en al
laten afschrikken en zij besloten dan
gedrieën iets te doen, al was het niet
zoo veel. En zoo hebben deze drie mo
gendheden dan eindelijk een overeen
komst gesloten, waarin allerlei bepa
lingen gemaakt zijn over de duikbooten,
de bewapening der kruisers, de leef
tijdsgrens der oorlogsbodems, enz. enz.
en het slot is wel geen ontwapening, wel
niet dadelijk vermindering van bewape
ning, maar toch vermindering van
vlootuitgaven.
Wellicht, dat een volgende conferen
tie wat meer succes zal hebben!
o
Twee andere conferenties, die in
nauw verband staan met het bewape
ningsvraagstuk, waren de z.g. veilig
heids-conferentie en de voorbereidende
ontwapenings-conferentie. Over deze
laatste behoeven we thans niet te spre
ken, aangezien het nog slechts enkele
weken geleden is, dat deze langdurige
conferentie door Colijn werd gesloten.
Het wachten is nu op de eigenlijke ont
wapenings-conferentie, maar wanneer
deze bijeengeroepen zal worden, is nog
onbekend. Intusschen heeft de voorbe
reidende ontwapenings-conferentie ver
schillende moties aangenomen, waar
van we er een noemen: dat de ontwape-
nings-commissie t. z. t. niet alleen moet
zorgen voor beperking, maar ook voor
een vermindering der vloten.
Over de veiligheidscommissie valt
ook weinig te zeggen. Zij was bedoeld,
om middelen te bespreken ter voorko
ming van oorlogen. O. m. werd een
ontwerp-conventie aangenomen inzake
de financiëele hulpverleening aan aan
gevallen staten.
Als we dan nog even herinneren, dat
de 14de Intern. Arbeidsconferentie den
10 Juni den 7'A-urigen werkdag in de
mijnen aannam, en dat de Raad van den
Volkenbond weer de noodige zittingen
gehad heeft ter bespreking van diverse
aangelegenheden (o. m. het grootsche
plan van Briand, om een Vereenigde
Staten van Europa te stichten), dan mee-
nen we deze rubriek te mogen besluiten
met de conferentie, die thans nog in
vollen gang is: De Ronde Tafel-confe
rentie in Londen.
o
't Is echter noodig, om daarvoor even
terug te gaan tot het voorjaar van 1930.
Verder zelfs! Men kent Britsch-Indië
natuurlijk. Maar wat men wellicht niet
weet, is dat Britsch-Indië ongeveer 320
millioen zielen telt, waarvan pl.m
320.000 /Europeanen.
Van dat groot aantal millioenen zijn
er een 257 millioen, die Hindoes ge
noemd worden; verder 69 millioen, die
den Mohammedaanschen godsdienst
vereeren. Dan zijn er nog 12 millioen
Boeddhisten, 5 millioen Christenen en
3 millioan Sikhs, om het kleine getal
Joden en andere godsdienstige groepen
er maar buiten te laten. Men ziet dus,
welk een mengeling van gelooven.
Om te beginnen, kunnen de Moham
medanen en de Hindoes elkaar niet uit
staan. Deze Mohammedanen begrijpen
goed, dat hun „vrijheid" afhangt van
de macht van Engeland. Valt Enge-
land's macht, dan moeten ook zij buk
ken onder de grootere macht van Hin
doe.
Nu is er na den wereldoorlog onder
alle stammen een zucht tot bevrijding
opgegaan en ook in Br.-Indië zoekt men
die vrijheid. Het was een zekere
Gandhi, die de leiding had en deze Hin-
doër kreeg allengs grooteren invloed. Hij
en zijn volgelingen eischten vrijheid en
om die te winnen, gingen ze oproer ma
ken. Er kwamen vanzelfsprekend bot
singen en er vielen dooden. De Hindoes
boycotten de andersdenkenden en op
hun beurt werden zij weer geboycot. Er
werden redevoeringen gehouden, er
kwamen schermutselingen en het einde
was, dat Gandhi gevangen genomen
werd. Maar daarmee was de tegen
stand niet verbroken. Een nieuwe lei
der kwam en ook deze werd achter de
tralies gezet. Nummer drie verging het
even zoo. En steeds vielen er meer
slachtoffers, steeds werd de toestand ge
vaarlijker. Geweldige groote betoogin
gen werden in Bombay en andere ste
den gehouden en onlusten waren aan
de orde van den dag.
Zoo werden bijv. te Rangoon op een
dag 174 personen gedood en meer dan
1500 gewond. Een paar dagen later vie
len weer ettelijke dooden en gewonden
bij een aanval der Hindoes op een zout-
depöt. Arrestaties hadden bij honder
den tegelijk plaats.
De Engelsche regeering, die voor groo
te en moeilijke problemen stond, stuur
de toen de bekend geworden commissie-
Simon naar het woelige gebied, welke
commissie een verslag zou moeten uit
brengen betreffende het bestuursstelsel
van Br.-Indië. Deze commissie ging,
kwam, zag, en diende het bewuste rap
port in. Maar daarmee waren de onlus
ten niet geëindigd. Nieuwe botsingen
kwamen en werden regel en eigenlijk
kan men wel zeggen, dat het vanaf
Maart steeds onrustig geweest is in
Britsch-Indië. Het aantal slachtoffers is
in die maanden gestegen tot duizenden,
zonder dat de beweging een ander ver
loop kreeg.
Zoodat de Engelsche regeering be
sloot, een conferentie bijeen te roepen,
om den toestand te bespreken. Dit zou
de Ronde Tafel-conferentie worden,
waaraan zou worden deelgenomen door
Engelsche politieke partijen en de
Britsch-Indische nationalistische partij.
Welnu, deze conferentie is bijeengeko
men. heeft onderhandeld en heeft reeds
wat bereikt. Wat of de conferentie ten
slotte nog precies zal bereiken, kan mo
menteel nog niet gezegd worden, maar
dat is zeker, dat Br. Indië zelf-bestuur
zal krijgen. Dat is niets nieuws natuur
lijk, want Engeland had al lang dat
pian, alleen zal het door deze conferen
tie wellicht wat verhaast worden. Of
daarmee echter ook een einde zal ko
men aan de onlusten, is een andere
vraag. Want nog altijd kunnen de
groote groepen Hindoes en Mohamme
danen elkaar niet dulden.
o
We spraken in het begin van dit
hoofdstukje over de zon. Het blijkt nu
zeker wel, dat die zon dit jaar niet zoo
heel vaak geschenen heeft en in elk ge
val niet dikwijls vriendelijk heeft gela
chen. Laten wij hopen, dat de politieke
zon ons het volgend jaar van haar vrien
delijkste zijde laat zien en alle politieke
wolken zal kunnen verdrijven! Niet al
leen op internationale congressen, maar
ook in de
Verschillende rijken.
Mogen we van dit onderwerp aller
eerst uw aandacht vragen voor onze
oostefijke buren, Duitschland?
't Is duidelijk, dat we niet alle ge
beurtenissen kunnen nagaan, maar
slechts de allerbelangrijkste er uit zul
len pikken. Een van de belangrijkste
gebeurtenissen dan is de rijksdagverkie
zing geweest, welke den 14den Sept.
plaats had. De oorzaak tot die verkie
zing was niet nieuw en reeds in het
voorjaar had men de crisis kunnen
zien naderen. De malaise toch deed
zich in Duitschland gelden en veroor
zaakte ontevredenheid. En alsof dat
niet genoeg ware, moest de regeering
het z.g. „noodoffer" invoeren, wat oor
zaak was van een geweldig kritieken
politieken toestand.
Wel bracht de ontruiming van het
Rijnland eenige verlichting, maar spoe
dig was men dat heugelijke feit weer
vergeten en nu begon de politieke strub
beling eerst goed.
Den 20sten Juni trad Moldenhauer af
als minister en een opvolger was niet te
vinden. Een week later deed de rijks-
regeering voorstellen, om door nieuwe
maatregelen het tekort der begrooting
te dekken. Onmiddellijk daarop werd
een motie van wantrouwen tegen de re
geering ingediend, welke echter nog
juist verworpen werd. Toen echter ook
de dekkingsvoorstellen verworpen wer
den en dr. Bruening de z.g. „noodveror
dening" afkondigde, kon een kabinets
crisis niet uitblijven. De regeering was
toch in de minderheid gebleven. In
plaats echter van aftreden der regee
ring, werd de rijksdag naar huis ge
stuurd en nieuwe verkiezingen uitge
schreven.
Deze verkiezingen zullen niet licht
vergeten worden. Een weken-, neen,
maandenlange actie werd gevoerd en
toen de groote dag daar was, toen kwam
de eene verrassing na de andere en het
slot was, dat de nationaal-socialisten
van onbeduidende groepje in den Rijks
dag terugkwamen als een der grootste
partijen met een tienvoudig zetelaan
tal! Daarnaast hadden de communis
ten verschillende zetels gewonnen, ter
wijl de soc.-democraten verliezen leden.
De regeering Bruening leeft nog. De
nazzi's roeren zich flink. Maar de regee
ring houdt stond, mede door toedoen
der soc.-democraten, die liever geen
tweede nieuwe verkiezing zien, om nog
niet meer verkiezen te lijden. En zoo
kon het dan ook gebeuren, dat een motie
van wantrouwen, door de „nazzi's" inge
diend, werd verworpen.
Hoe lang deze toestand zal duren, is
niet te zeggen. Zeker is het, dat men in
Duitschland als in een roes leeft en op
gezweept wordt door ontelbare redevoe
ringen, door nog meer optochten en
door dewekelijksche relletjes en
botsingen, waarbij meestal communis
ten en nazzi's betrokken zijn.
Den 24sten Mei beleefde Duitschland
de sensatie van den dag. Toen toch werd
de beruchte Dusseldorfsche moorde
naar, Kürten, gearessteerd, de man, die
zich aan tal van moorden, brandstich
tingen en roofovervallen had schuldig
gemaakt.
Door deze arrestatie werd niet alleen
Dusseldorp, maar ook een wijde kring
om deze stad bevrijd van een individu,
dat helaas al te veel succes heeft gehad.
Een tweede sensatie heeft Berlijn ge
kend in de veroordeeling van den gewe
zen burgemeester Böss, indertijd be
trokken bij het berucht geworden Skla-
rek-schandaal. Böss werd ontslagen en
kreeg twee derde van zijn pensioen,
maar dit bedrag werd in October j.1. met
het restant verhoogd, zoodat Böss thans
zijn volledig pensioen kan genieten.
W ij mogen terloops nog even wijzen
op de geheimzinnige sterfgevallen te
Lubeck en op het ontzettende drama te
Coblenz tijdens de bevrijdingsfeesten en
dan stappen wij maar van Duitschland
af.
Van Duitschland naar Frankrijk,
ce nest quun pas. We behoeven maar
even den Rijn te overschrijden en we
zitten in het land, dat zoo rijk is aan
kabinetscrises en moties van vertrou
wen.
Natuurlijk kan het eigenlijk an
ders? heeft Frankrijk ook in 1930
zijn moties van wantrouwen en vertrou
wen in de Kamer geslingerd en even
natuurlijk heeft Frankrijk ook in 1930
zijn kabinetscrises gehad. De laatste
ligt nog in ieders herinnering (als het
tenminste de laatste is, want het kabi
net-Steeg kon nog wel eens tot aftreden
gedwongen worden, voordat dit jaar ten
einde is). Het laatste kabinet-Tardieu
dan viel door het beruchte Oustric-
schandaal. Oustric was een man, die in
den wereldoorlog vooral zijn slag heeft
geslagen. Hij werd toen rijk, dank zij
zijn leveranties aan het leger. Na den
oorlog richtte hij banken op en dezelfde
Oustric werd een van Frankrijks groot
ste bankiers, zij het dan niet op een
wijze, die geheel en al door den beugel
kon. Dit alles was voor de regeering
nog niet een reden geweest om af te
treden, ware het niet, dat eenigen tijd
geleden bleek, dat verschillende regee-
ringspersonen, o. w. twee onder-minis
ters, in het schandaal-Oustric betrok
ken waren.
Toen werd Tardieu aangevallen, en
hoewel deze geheel buiten het schandaal
stond, stelde hij de vertrouwenskwestie
en hij struikelde. Frankrijk had dus
weer zijn kabinetscrisis.
Nadat eenige politici getracht hadden,
een nieuw ministerie samen te stellen
gelukte dit eindelijk aan Steeg, die
thans een paar weken als premier fun
geert.
Dit was echter niet de eenige kabiuets-
verwisseling. Reeds had men in het voor
jaar een dergelijk geval mee gemaakt
In Februari n.1. was het kabinet-Tar.
dieu gevallen tengevolge van aanvallen
der oppositie, welke geleid werden dooi
de radicaal-socialisten. Het was juist in
de dagen der Londensche vlootconferen-
tie en Tardieu en Briand, die beiden in
Londen vertoefden, gingen snel naar
Parijs, om den toestand onder de oogen
te zien.
Veel heeft Tardieu toen niet gedaan
om de regeering te redden; het was. of
hij de steeds wederkeerende aanvallen
beu werd en de gedachte rijpte wellicht
bij hem, dat „die oppositie dan zelf maar
eens moest regeeren."
Chautemps, de leider der radicaal
socialisten werd Tardieu's opvolger en
hoewel Tardieu weigerde, aan de regee
ring deel te nemen, slaagde deze er toch
in, een kabinet samen te stellen. Een
dag of vier later stelde hij, Chautemps
zijn ministerie aan de Kamer voor, las
daarna de regeeringsverklaring voor
enkreeg de bons! De regeering had
slechts enkele oogenblikken geleefd!
Nu was het weer de beurt aan Tar
dieu om een kabinet te vormen. Hij
slaagde daarin en vanaf 1 Maart was
Tardieu weer premier. Dat bleef hij tot
aan het einde van dit jaar, toen Steeg
hem opvolgde. Maar weldra zal Tardiev
opnieuw minister-president zijn.
o
Frankrijk is zoo langzamerhand be
rucht geworden om zijn vliegongevallen
en hoewel we op deze plaats het vlieg,
wezen niet behandelen, meenen we toch,
er even de aandacht op te moeten vesti
gen, ciat de meeste vliegongevallen wel
in Frankrijk zullen voorkomen.
Andere rampen heeft Frankrijk echter
ook gekend, zooals de overstroomingen
in het Zuiden, de scheepsrampen aan de
West-kust en niet te vergeten de in
stortingen e Lyon.
We zullen ook daar nie' verder ovei
uit wijden, maar ons alleen nog even
bezig houden met de staking, die Frank
rijk dit jaar gekend heeft. In Noord-
Frankrijk n.1. brak dezen zomer een
werkstaking uit in de textielfabrieken,
welke s'aking duizenden arbeiders om
vatte .Het duurde lang, voordai het werk
weer hervat werd en n s in September
mocht men spreken van einde dei
r*-.king, die aan Frankrijk heel veel
g-'J heeft gekost zooals trouwens elke
staking geld kost.
Merwaardig is het ten slotte, dat ter
wijl in bijna elk land werkeloosheid
heerscht, daar in Frankrijk geen sprake
van is. Zelfs biedt het iand nog gele
genheid aan vreemdelingen om er werk
te vinden.
Waar ziet men dat elders op df
wereld?
o
Over onze Zuidelijke naburen, d«
Belgen, kunnen we kort zijn Belangrijke
politieke gebeurtenissen hebben zich
daar in den loop van 1930 niet afgespeeld
of het moest zijn de regeeringscrisis
welke België gekend heeft. In Novembet
toch traden de liberale ministers af en
de premier Jaspar diende toen zijn ont
slag in bij den koning Deze wilde ech
ter van geen ontslag weten en een paai
dagen later was alles weer in orde, zoo
dat Jaspar met hetzelfde ministerie weer
terug kwam.
Een meer belangrijke kwestie is ga
weest die der beide talen en dan wel
voornamelijk de Vlaamsche taal Reeds
jaren lang bestond er in België een ern
stige talenstrijd en vele Vlamingen wil
den de Nederlandsche taal als officieele
gebruiken. Men ging zelfs nog verder en
wenschte de Gentsche Hoogeschool ge
heel vervlaamscht te zien. Na veel strijd
is het den Vlamingen gelukt, de over
winning te behalen. Maar daarmee was
de kwestie niet uit. Men wilde ook, dat de
Vlaainsche soldaten in hun eigen taal
zouden worden gecommandeerd en toen
een der Vlaamsche militairen weigerde,
bevelen in 't Fransch op te volgen, had
men de poppen aan het dansen Er werd
een rechtzaak van gemaakt eneen
zekere de Leeuw werd vrijgesproken.
Vanaf dien tijd kan men zeggen, dat men
de Vlamingen zooveel mogelijk tegemoet
komt en om minder aangename verwik
kelingen te voorkomen, worden de Vla
mingen en Walen zoo veel mogelijk ge
scheiden.
België heeft dit jaar zijn 100-jarige on
afhankelijkheid herdacht met groote
feesten en twee wereldtentoonstellingen,
n.1 te Antwerpen en te Luik. De koning
heeft verschillende redevoeringen ge
houden en alle feesten zijn in de beste
orde verloopen.
Voo- ons land was het nog van betee*
kenis. dat er weer te veel geschreven is
over de Belgische militaire maatregelen
Zoo zouden in de richting Nederland
vanaf Antwerpen vier sporen gelegfl
wol-den, terwijl langs de Noord- en Oost
grens overal strategische punten werden
aangelegd Ten slotte heeft men een paar
weken geleden de wereld opgeschud doot
de geweldig groote plannen voor de ver
dediging der Oostgrens. Men zou forten
willen bouwen, die eenige honderden
millioenen francs zouden kosten. We
zullen maar hopen, dat deze forten nooit
zullen worden gebruikt.
o
Is België dus van groote schokkende
politieke gebeurtenissen verschoond ge*
bleven, geheel anders was het niet
Spanje, dat eigenlijk het geheele jaar de
aandacht op zich bleef vestigen.
In het begin van dit jaar was Primo de
Rivera nog aan het bewind, maar had
geducht te vechten tegen generaal Be-
renguer. Het eind van het liedje was, dat
Primo zijn ontslag indiende en ver'rv,
naar Parijs. Generaal Bereguer volgd
hem op.
Nog maar nauwelijks was Pri=^o 1"
Parijs aangekomen, of hijoverleed-
Men heeft zijn dooel wel in verband w'1
len brengen met een moordaanslag'