DAGBLAD VQOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit den Alkmaarschen Raad, STOOMERIJ en VERVERIJ S. KROM. Mo. 15 nAA\l)4fi 19 JA1I AKI 1931 133e Jaargang. De jaarlijksche politieke schoonmaak is weer achter den rug. Rood en zwart schijnen toch wel comp lemtaire kleuren te zijn. Oaggelijksch overzicht, VAN =s= Mevrouw, Profiteert nu nog ynn den korten tijd van de 20 °|0 prijsverlaging. BinnenSant ALKMAAR Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door bet geheele Rijk f 2.50. Losse onmmers 5 cents. PRIJS DER GEWONE AD VERTE NTIEN Per regel 9.25, bij groot* contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V, Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. roSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telei. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA- Dit nummer bestaat uit 2 bladen. De taak van een overzichtschrijver is verre van benijdenswaardig. Als na een zestal raadsvergaderingen de hamer van den voorzitter het einde der be sprekingen aankondigt en overal een zucht van verlichting opstijgt, omdat de jaarlijk sche politieke schoonmaak weer achter den rug is, als de verslaggevers met stijf-geschre- ven vingers de laatste blaadjes copie in de enveloppe schuiven en eendrachtig verklaren, dat zij zin in een grocje en een paar cro- quetjes hebben gekregen, dan wordt het tijd voor een overzichtschrijver om zich op het ergste te gaan voorbereiden. Dan begint zijn arbeid eigenlijk pas, om dat het bijwonen van al die vergaderingen maar voorbereidend werk is. Dan zet hij zich een of twee dagen later in zijn bureaustoel en verdiept zich in een onoverzienbare hoeveel heid leesbare en half leesbare aanteekenin- gen, zorgvuldig verzamelde moties en cou ranten-verslagen. En als hij dat alles voor zich uitgespreid heeft en nog eens een blik heeft geslagen in een schier eindelooze verzameling algemeene beschouwingen, netelige vragen, handige antwoorden, toezeggingen en overwegingen in eerste en tweede instantie, replieken en duplieken en als hij geconstateerd heeft dat het ondoenlijk is dat alles op den voet te vol gen, dan schuift hij met een zucht van ver lichting al die paperassen van zich af en be gint eenvoudig op zijn herinnering en in drukken te werken. Er is een. tijd geweest hoe kort nog maar geleden dat er een elftal in den Raad was, dat door de heeren aan de overzijde als een ramp voor de stad beschouwd werd. Want dat elftal, gebonden aan een geheim zinnig program, kende, met volkomen negee ring van de meeningen dér sociaal- en vrijzin nig democraten, geen hoogeren moreelen plicht dan over de financiën der gemeente te waken. Geld speelde de hoogste rol in alles wat ge daan en wat niet gedaan werd en het gevolg was, dat men voor eenige duizenden zilverlin gen het onderwijs verslechterde, nuttige so ciale instellingen deed verdwijnen en onze wegen en straten in een zoodanigen toestand bracht, dat Alkmaar als verkeersobstakel min of meer berucht is geworden. Wij citeeren hier natuurlijk de meening van de dames en heeren van de overzijde, die van elk mederegeeren volkomen waren uitgeslo ten, wat wij ten slotte altijd als de grootste fout van het elftal gezien hebben Toen dit elftal door allerlei oorzaken, die wij nu maar niet verder zullen bespreken, in duigen was gevallen en een politieke orkaan in etn week tljds twee of drie wethouders uit hun zetels had geblazen, kwam de politieke wind plotseling uit een heel andere richting. Het deftige college, een keurcorpsje uit oude en eerbiedwaardige partijen samenge steld, was verdwenen, de democratie was met onweerstaanbare kracht naar boven gedreven en een zwart-rood college op zuiver democrn- tischen grondslag was weldra gereed om voor te lang genegeerde en genegerde bevolkings groepen nog te redden wat er te redden was Vrijheid, gelijkheid en broederschap, dat was de leuze, die ook bij deze kleine politieke revolutie is aangeheven, vrijheid om alles le doen wat met de beschikbare middelen nog voor het onderwijs tot stand zou kunnen ko men, gelijkheid ten opzichte van nieuwe scho len en subsidies voor diverse politieke organi saties en broederschap in het gezamenlijk uitvoeren van een op democratischen leest geschoeid programma^ De eenige zwarte vlek in het nieuwe col lege was de heer Klaver. Immers, nog maar weinige weken geleden, toen de heeren aan de overzijde in de mee ning verkeerden, dat het oude college gehand haafd zou blijven en dat alleen wethouder Ringers zou worden vervangen, in den tijd dus, dat het elftal in naam nog een hechte regeeringsmeerderheid vormde, hebben de sociaal-democraten eens precies gezegd, hoe zijn eigenlijk over den heer Klaver dachten Dat was nou de meest reactionnaire figuur, die er op Gods aardbodem rondwandelde, een aartsconservatief van wie het proleta riaat niet het minste te verwachten had en de slechtste van het heele elftal, die men voer een wethoudersportefeuille zou kunnen aan wijzen. Maar de politieke orkaan nam onverwachts in kracht toe. Weg waren plotseling de fun- I damenten van het oude college, er moest een rood-zwarte combinatie gevormd worden en omdat de katholieken halsstarrig aan den heer Klaver bleven vasthouden, werd hij mee aan boord van het regeeringsscheepje geno men en kapitein Westerhof koerst nu in zui ver democratische richting en schijnt er niet de minste zorg meer over te hebben, dat zijn onvrijwilligen eersten stuurman zoo nu en dan eens stilletjes een duwtje aan het roer zal kunnen geven. Rood en zwart hebben elkaar gevonden en beide groepen zijn er alleen nog maar ver baasd over, dat dit niet veel vroeger gebeurd is. Daar hebben zij nu drie jaar tegenover el kander gezeten en het verderfelijke van elkan ders politieke leerstellingen verkondigd en nu blijkt zoowaar, dat zij het in de practijk op perbest met elkander kunnen vinden. Het is alleen maar een kwestie van geven en nemen, een beetje ruilen, een school voor een school en een subsidie voor een subsidie, maar ove-" rigens is deze combinatie even goed als iedere andere, omdat men immers bij principieele vraagstukken volkomen vrij blijft en zich alleen aan afspraken en aan de noodzakelijke solidariteit heeft te houden. Natuurlijk kruipt het bloed waar het niet gaan kan en wanneer eenmaal op aarde de heilstaat bereikt is, waarin de leeuw en het lam samen in een hok slapen, dan zal het in den allereersten tijd nog wel eens gebeuren, dat de leeuw bij vergissing een klauwigen poot naar het lam uitsteekt voor het tot hem doordringt, dat dergelijke natuurlijke driften voortaan uit den booze zullen wezen. Als de katholieken het over hun democra tie hebben, dan steekt de heer Westerhof de ooren op als een oud cavaleriepaard, dat een trompet hoort, dan vergeet hij wel eens een oogenblik, dat de politieke vrede is geteekend en het is volkomen begrijpelijk, dat een so ciaal-democratisch partijpropagandist, die nog dagelijks den volke de zegeningen van eigen en de verderfelijkheden van andere par tijen onder het oog houdt, zich wel eens voor bij praat: De democratie der R.K. kerk is voortreffe lijk, daar blijft de heer Westerhof af, maar de navolging in allerlei staatkundige colleges en bij de groote groep der katholieke in- dustrieelen, daarop is, naar hij verzekert, heel wat aan te merken. Er zijn katholieke industrieelen, vooral in het Noorden, die zich zeer menschlievend be toond hebben, maar er zijn er ook, vooral in het Zuiden, in wier fabrieken en werkplaatsen de sociale voorzieningen veel te wenschen overlaten. Er zijn er, die een premie op het ongeorga niseerd zijn gesteld hebben, die vaders met groote gezinnen op straat zetten, die hun werklieden in alle opzichten tot slaven ge maakt hebben. De. heer Westerhof citeert het alles uit boekjes en brochures en hij is het een oogen blik later met zijn nieuwe politieke vrienden volkomen eens, dat de wereld voor de helft met goede en voor de andere helft met slechte menschen gevuld is en dat die slechte men- schen zich niet alleen in de R.K. staatspartij bevinden. Het zou daarom dwaasheid zijn te ontken nen, dat er ook slechte R.K. industrieelen zijn vooral als blijkt, dat de heer Westerhof zoo handig is om de vernietigende uitspraken over deze werkgevers uit een brochure van een vooraanstaanden Katholieken econoom voor te lezen. Dus betreuren zoowel katholieken als soc. dem. gemeeschappelijk het bestaan van der gelijke ongezonde toestanden en daarmede is de eenheid dan weer hersteld, al geeft de heer Venneker stiekum wel eens een knipoogje in de richting van den uit het land van belofte verdreven heer Hoiitink en vergat hij zich zelts een keer zoo bedenkelijk, dat hij de hoop uit sprak, met dezen geloovige binnen afzien- baren tijd weer in hetzelfde politieke schuitje te dobberen. Het is slechts een kwestie van tijd en wan neer straks de politieke weerberichten het „Weest op Uw hoede" laten hooren, staat elke groep klaar om met welke andere groep ook een politieke meerderheid te vormen en worden alle verschilpunten weer tijdelijk naar het. Rijk der fabelen verwezen. Wie dit alles nagaat, komt al spoedig tot de overtuiging, dat regeeren niet moeilijk is Regeeren is stemmen tellen en de meeste stemmen gelden, net als in de kinderspel letjes.. Het elftal breekt een school af en het veer tiental bouwt er weer een of twee bij en het js alleen maar te betreuren. we eb'v-n dat nog van eiken wethouder van financiën ge hoord dat men een gulden maar éénmaal kan uitgeven. Er is een grens van alle belastingen en wanneer de schroef zoo hard aangedraad is, dat de slachtoffers zich niet langer zonder protest laten uitpersen, dan is er tevens een eind gekomen aan den toevloed van gel den, waaruit de betrokken wethouder de huis houding der gemeente zal moeten bekostigen r £>at geldt voor elke politieke partij en een soc. dem. wethouder laat dan ook hetzelfde ge luid hooren als zijn vrijheidbondschen voor ganger. De wil is er wel om van alles en nog wat ten bate der kleine luyden te doen, maar de gelden ontbreken. Zeker, ook het nieuwe col lege zou gaarne gevolg geven aan allerlei nuttige wenken en practische raadgevingen, maar de heer Westerhof had eens in stilte opgeteld hoeveel het wel kosten zou als hij alles toezegde wat hem gevraagd werd en hij verkondigde met nadruk, dat hij eenvoudig niet wist, waar hij die twee ton vandaan zou moeten halen. Een nieuw college, een oud geluid. Men kan een gulden maar eenmaal uit geven. Maar, zoo zeide de heer Westerhof, er is toch nog verschil h o e die gulden wordt uit geven en wat hem betreft zal er voortaan een veel grooter deeltje van eiken gulden ten bate der minder kapitaalkrachtigen besteed wor den. Zelfs de heer Klaver heeft gezwegen en de heeren schijnen op dit punt dus tot een com promis te zijn gekomen. Nog kort geleden zou het voorstel om sub sidie aan het Instituut voor Arbeidersontwik keling te geven, aan de ziide van het elftal met een medelijdend glimlachje ontvangen zijn. Een subsidie ten bate van een cursus in ver- derfelijkheidsleer zcu iets onbestaanbaars ge weest zijn en wij zouden met belangstelling naar de woorden van den heer Westerhoi hebben geluisterd als er een gemeentelijke toe lage voor een specifiek katholieken oplei dingscursus gevraagd was. Nu vonden beide groepen dat alles nog zoo dwaas niet. Wie erkent, dat de maat schap uit heterogene deelen is opgebouwd en daarbij de gelijkstelling op onderwijsgebied aanvaardt, geeft daarmede te kennen, dat elk dier deelen voor zijn eenzijdige ontwikkeling recht op overheidssteun heeft en de heeren be- groepen daarom niet hoe verstandige mannen als Sietsma, Vogelaar en Hoijtink daarin nu ooit iets verkeerds konden ontdekken. Het nieuwe college heeft het bijzonder ge makkelijk, want het heeft de begrooting van het oude overgenomen. Wordt B. en W. een complimentje ge maakt, dan nemen de heeren dat dankbaar in ontvangst en treft hun een verwijt, dan ver wijzen zij eenvoudig naar het oude college. Waarom zijn er scheuren gekomen in de fundamenten van de Rotorenbrug? De hee ren weten het niet, maar het kan hen volko men koud laten, want die fundamenten zijn gescheurd onder het oude college en niemand kan verwachten, dat wethouders, die een paar weken aan het bewind zijn, reeds alles her steld zullen hebben wat er onder een driejarig wanbeheer in disorde is gekomen. Alles wat er in deze gemeente verkeerd is, is de schuld van het oude college en den heer Vogelaar werd duidelijk gemaakt, dat men de begrooting slechts noodgedwongen had overgenomen, omdat het technisch onmogelijk bleek nu nog nieuwe belastingbronnen aan te boren. Het oude college had heel wat op zijn kerf stok en omdat de heer Leesberg geen lid van den Raad meer is, de heer Ringers nog altijd Jungfrauen en Sint Gothards bestijgt en ae heer Thomsen een groot deel van den verga de ringstijd verhinderd was aanwezig te zijn, werden allerlei vervelende dingen op den rug van het oude college geschoven zonder dat van die zijde zelfs een spoor van protest werd vernomen. Er is een oppositie, maar wat voor een op positie! Er wordt niet afkeurend gefloten, er wordt zelfs niet met inktkokers of stinkboomen ge worpen en de heer Westerhof, die zich een voudig niet kan begrijpen, dat een oppositie zoo tam en zoo mak kan wezen, ziet telkens weer voor een revolutionnaire daad aan wat niet anders dan een eenvoudig verzoek of een doodonschuldige opmerking beteekent. Als de raadsleden Thomsen en Govers een week tijd vragen om zich over de antwoor den van het college te kunnen beraden, dan vindt de heer Westerhof dat de oppositie te ver gaat ook al verzekeren beide heeren, dat hun verzoek met eenige oppositiepoging in geen enkel verband staat. En als de heer Thomsen zich met een fijn lachje een ondeu gende opmerking over een minder gelukkig voorstel van de rood-zwarte combinatie ver oorlooft en er dus werkelijk een zwakke po ging tot oppositioneele critiek te ontdekken is, werpen alle rood-zwarte kopstukken zich een drachtelijk op hem en krijgt men onwillekeu rig den indruk, dat de heele politiemacht op de been wordt geroepen, omdat een kleine jon gen het gewaagd heeft een steentje tegen de ruiten van het bureau aan te gooien. Dat alles is na een zestal vergaderingen wel duidelijk geworden. Alle raadsleden hebben, zoowel wat de wethouderscrisis ais wat de vorming van het r.ieuve college betreft, precies gezegd wat zij op het hart hadden en de heer Ventreker, die zich büjkbaar nog het minst met de nieuwe combinatie kon vereenigen, heeft zelfs een brochure te berde gebracht, waarin allerlei voor de soc. dem. minder prettige uitspraken worden gegeven. Maar de heer Westerhof had gelukkig de beschikking over een nog veel grooter aantal gunstige qualificaties, zoodat elke vrees voor een minder geslaagde wethouderscombinatie volkomen kon worden uitgeschakeld. Toen alle kwesties en hun gevolgen aan zooveel kanten bekeken en besproken waren, dat r totaal niets meer over te zeggen viel, is de meer practische politiek aan de orde ge komen en zijn er waschlijsten vol klachten en opmerkingen over allerlei toestanden in onze gemeente ter tafel gebracht, waarover we in een of meer volgende artikelen nog wel eens het een en ander naar voren willen brengen. 18 JANUARI 1871—18 JANUARI 1931. De herdenking van het 60-jarig bestaan van het Duitsche rijk, 18 Januari 1871. De Duitsche legers staan voor Parijs en zullen precies 10 dagen later de stad innemen, ondanks pogingen van Gambetta en anderen, om de stad te ontzet ten. En terwijl de kanonnen bulderen, de slachtoffers bi] tien-, neen honderdtallen vallen, heeft in de Spiegelzaal van het slot te Versailles een merkwaardige plechtigheid plaats. Daar zijn de vorsten van de verschil lende Duitsch landen bijeen met de hoogst geplaatste politieke kopstukken en straks zal koning Wilhelm van Pruisen tot keizer van het Duitsche rijk geproclameerd worden Het had veel moeite gekost, Wilhelm te be wegen den keizerstitel aan te nemen. Hij achtte de geërfde koningskroon oneindig hooger. Teen hij dan eindelijk toegaf, ver langde hij, dat de titel zou luiden „Keizer van Duitschland" en niet „Duitsche keizer", wat de Duitsche vorsten, die niet in hun souvereiniteitsrechten beperkt wilden wor den en Bismarck wenschten. Een heftig too- neel viel tusschen Bismarck en Wilhelm voor, maar de eerste hield, zooals altijd, voet bij stuk en morrend schikte Wilhelm zich. Na de voorlezing der proclamatie betref fende de uitroeping van het keizerrijk, in welk staatsstuk geen titel voorkwam, ont ging de groothertog van Baden, die het „hoch'' op den keizer zou uitbrengen, de moeilijkheid, door uit te roepen: „Leve keizer Wilhelm!" Na afloop der plechtigheid negeerde de keizer Bismarck; terwijl hij de gelukwen- schen in ontvangst nam van de aanwezige vorsten, staatslieden en bevelhebbers, ging hij Bismarck voorbij, zonder hem de hand te reiken, 't Duurde evenwel niet lang of de keizer toonde den kanselier weer de oude hoogachting. Duitschland was dus nu een keizerrijk. En de jaren, welke volgden, zouden met gulden letters in de geschiedboeken worden opgeteekend Duitschland zou een groot en machtig rijk worden, dat jaren later den strijd zou voeren tegen Engeland en Frank rijk samen. Duitschland zou een leger krij gen dat als het beste van Europa kon wor den beschouwd; zijn vloot zou een concur rent worden van de Engelsche, kortom, Duitschland zou een machtig rijk worden. De handel en nijverheid bloeiden als nooit te voren; overal verschenen de Duitsche han delsschepen, de heele wereld werd over stroomd met Duitsche producten Wilhelm I werd opgevolgd via zijn zoon door Wilhelm II. En ook deze zou zijn rijk regeeren onder gelukkige omstandigheden, totdat de wereldoorlog uitbrak. Het zou een strijd op leven en dood zijn. Duitschland verloor den strijd en Wilhelm vluchtte naar Nederland. Maar het Duitsche rijk was in al die jaren zoo hecht geworden, dat het intact bleef. Het viel niet uiteen, zooals velen ver wachtten het bleef, zooals het was, al moest de keizer plaats maken voor een president. Gisteren was het 60 jaar geleden, dat Duitschland een homogene eenheid werd. En dit feest is overal in Duitschland herdacht. Van alle openbare gebouwen en van tal van particuliere woningen en zakengebouwen woeien de vlaggen in de oude en nieuwe kleuren. Na een plechtigen kerkdienst in den Ber- Iiner Dom, waar ook de Rijkspresident von Hindenburg aanwezig was, begon de her denkingsfeestelijkheid in den Rijksdag. Deze was op waardige wijze, eenvoudig versierd, zelfs minder feestelijk, dan bij vroegere plechtigheden wel het geval is geweest. In drukwekkend was binnen deze eenvoudige versiering het met lauweren versierde borst beeld van Bismarck, opgesteld tusschen bloe men en vlaggen, waaronder ook vele der vlaseen. die in den Spiegelzaal te Versailles hadden gehangen ten tijde van het stichten van het Duitsche Rijk. Onder borstbeeld, bloemen en vlaggen was de spreuk aange bracht: „Eenheid en recht en vrijheid". De zaal was tot op den laatsten plaats bezet, ondanks het feit, dat de nationaal-so- cialisten niet aanwezig waren Onder de aanwezigen bevonden zich ook 7 veteranen uit den Fransch-Duitschen oor log van 1870'71, waarvan 4 de proclama tie van de Duitsche eenheid in den spiegel zaal te Versailles hadden bijgewoond. De Rijksregeering was bijna voltallig aanwezig. Nadat Rijkspresident von Hin denburg, Rijksdagpresident Loebe, Rijks- weerminister Groener en de minister van binnenIandsche zaken Wirth in de presiden- tieele loge hadden plaats genomen, speelde het Berliner Funkorchester het Brandenbur- gische Conzert van Bach. Hierna nam Ge- heimrat Kahl het woord, die de senior is der afgevaardigden van den Rijksdag en die ook aanwezig geweest is, toen voor 60 jaar te Versailles de eenheid van Duitschland werd beklonken. Spr. verhaalde tal van persoon lijke herinneringen en gaf vervolgens een overzicht van de geschiedenis van de Rijks gedachte. Hierna speelde het orkest de Vijfde Symphonie van Beethoven, waarna het woord gevoerd werd door Rijkskanselier Bruning, die er den nadruk op legde, dat men voor de toekomst ook alles in het werk zou stellen om wat met de proclamatie van Versailles was begonnen, voort te zetten tot heil van de nationale welvaart en vrijheid. De plechtigheid in den Rijksdag was hier mede ten einde. Onder stormachtig gejuich van het aan wezige publiek inspecteerde president von Hindenburg vervolgens onder de tonen der muziek de opgestelde Reichswehr. Enkele kreten van nationaal-socialisten: „Deutschland erwache" werden geheel over stemd. Niet alleen in Berlijn, ook op andere plaatsen werd het 60-jarig bestaan van het Duitsche rijk plechtig herdacht en het merk waardigste is, dat nergens zich incidenten voordeden. Alleen moesten in Berlijn een 30-tal communisten gearresteerd worden. In Geneve, waar de gedelegeerden van de meeste landen bijeen zijn, huldigde de Duit sche consul-generaal in een receptie te zijnen huize een huldigingsrede, waarna dr. Cur- tius dank zegde, in zijn rede schetste dr. Curtius in groote trekken de geschiedenis van de rijksgedachte. Daar het, aldus spre ker, in den na-oorlogstijd gelukt was, na den oorlog de eenheid te redden, moeten wij ons thans in onze ergsten economischen en poli- tieken nood scharen om het Rijk als hoogste nationaal bezit. Opnieuw moest het Rijk worden opgebouwd, doch wij hadden de be schikking over het bestaande. Onze weg ligt verre van radicalisme en illussie. Wat wif noodig hadden was een vaste verbinding en de gehoorzaamheid van allen die zich hun verantwoordelijkheid bewust zijn Hierbij was in de eerste plaats noodig een vast ver trouwen in de toekomst. Bij de moeilijke on derhandelingen hier te Geneve, zijn alle Duitsche deelnemers zich bewust van hun nationale verantwoordelijkheid. Zij werden gesterkt bij hun gedachten aan het Rijk en zijn besloten hun plicht te doen. De Duitsche minister van buitenlandsche zaken eindigde zijn toespraak met een „Hoch" op het Vaderland, waarna de aan wezigen het Deutschland Lied zongen. NATIONAAL VERBOND VAN GEMEENTEAMBTENAREN IN NEDERLAND Gister kwam het Nationaal Verbond vat» Gemeente-ambtenaren in vergadering in het Jaarbeursgebouw te Utrecht bijeen ter her denking van het 25-jarig bestaan van het Ver bond. Nadat hoofdbestuur en afgevaardigden te 12 uur door het Gemeentebestuur in de St. Michaelskapel officieel waren ontvangen, opende de Bondsvoorzitter, de heer A. van Geelen Wzn. van Utrecht, directeur van de Gemeentelijke en Districtsarbeidsbeurs, de bijeenkomst met het uitspreken van een her denkingsrede. Gisteravond is ir. de Vinkenstraat te Am sterdam een vrouw, mej. J. W. B., in brand geraakt. 1 oen toesnellende buren de vlammen hadden gedoofd, bleek zii'ernstige kwetsuren te hebben opgeloopen. Zij is ter verpleging in het Binnengasthuis opgenomen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1