i DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN Overheidszorg en de gas- en stroomprijzen. ÏATERÜAG 14 1 EBKl AKI 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, 133e Jaargang. Er zijn apen, die uit liefde hun jongen dooddrukken. Er is ook een overheidszorg die er op berekend is, de inwoners zooveel mogelijk te laten betalen. Uit het Parlemenf ALKMAARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. iSS PRIJS DER GEWONE ADVERTENTEN: Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. ,lo. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Vadertje Staat heeft al zijn kinderen even lief maar laat aan de gemeenten toch meer in het bijzonder de zorg voor haar eigen in woners over. Vandaar dat elke gemeente in een reeks politieverordeningen vastlegt hoe ieder zich persoonlijk en hoe allen zich tegenover el kaar moeten gedragen, hoeveel belasting wij moeten opbrengen om van de diensten van allerlei gemeentelijke instellingen te kunnen profiteeren en last not least wat wij zullen moeten betalen voor de in dezen tijd onmis bare producten als water, gas of electrischen stroom. De Alkmaarders hebben het twijfelachtige genoegen, dat zij hun water van een Provin ciale instelling betrekken en daardoor moeten meebetalen aan de kosten welke aan de levering in de slechtst bevolkte deelen der provincie zijn verbonden maar voor gas en electrischen stroom zorgt de gemeen te zelf en het is alweer de vraag of wij veel reden hebben om ons voor deze overheids zorg bijzonder dankbaar te toonen. Men kan natuurlijk redeneeren, dat gas en stroom in elk huisgezin onontbeerlijk zijn ge worden en dat de gemeente als een liefheb bende moeder over haar kinderen waakt door maatregelen te treffen, dat de inwoners van Alkmaar voortaan niet te veel moeten betalen. Het is zelfs niet zeker of er industrieelen gevonden worden, die het aandurven hier een gasfabriek of electriciteitsbedrijf te stich ten, zoodat de mogelijkheid bestaat dat de Alkmaarders van gas of stroom verstoken zouden blijven en al was dit niet zoo, dan nog zouden particulieren zulke hooge prij zen kunnen berekenen, dat de bewoners daardoor ten zeerste gedupeerd zouden wor den. Dus neemt de gemeente een en ander zelf ter hand en de argelooze stadgenoot voelt zich heel wat geruster, overtuigd als hij is, dat de gemeente als fabrikant zich toch aller eerst ten doel zal stellen, het gemaakte pro duct zoo voordeelig mogelijk voor haar in gezetenen beschikbaar te stellen. Helaas is dit in den loop der jaren theorie geworden. De gemeente bouwt een gasfabriek en treedt als verkoopster van electrischen stroom op en zij schakelt daarmede alle con currentie op dit gebied uit; zij behoudt het monopolie. Buiten de gemeente om zijn de door haar geleverde producten hier bij geen enkele fa briek meer te krijgen. Oorspronkelijk hebben waarschijnlijk de materieele en financieele belangen der ingezetenen voorgezeten, maar al spoedig is de een of andere wethouder van financieën, die zijn begroo ting niet sluitend kon maken, tot de ontdek king gekomen, dat met het monopolie voor gas- en stroomfabricage een aardig winstje te maken zou zijn. De oorspronkelijke bedoeling overheids zorg werd verdrongen door de zucht om winst te maken en waar de afnemers een voudig te betalen hebben wat men hun in rekening wenscht te brengen, heeft dit koop manschap van overheidswege reeds jaren lang de bevolking een zware belasting op gelegd. Belastingheffing is altijd onprettig. De in woners beginnen gewoonlijk het bedrag, dat zal geheven worden te vergelijken met dat van een vorig jaar en zij uiten hun veront waardiging op alle mogelijke wijzen als blijkt, dat de heffingen steeds hooger wor den. Daarbij komt, dat een betrekkelijk lage be lastingheffing in den tegenwoordigen con currentiestrijd der gemeenten een propagan damiddel voor het vestigen van nieuwe be woners is geworden en elke gemeente stelt er dus prijs op in de overzichtstaatjes welke den belastingdruk aangeven een zoo gunstig mogelijke plaats in te nemen. Maar intusschen zijn de kosten van het gemeentelijk huishouden zoo opgedreven, dat er steeds meer geld beschikbaar moet zijn wat men ten slotte eenvoudig uit de winst der gemeentelijke bedrijven heeft genomen Vroeger waren de sociaal-democraten het met ons volkomen eens, dat bedrijfswinst niets anders dan een verkapte belasting is en daarenboven een belasting van de slecht ste soort omdat zij niet progressief wordt geheven, maar voor alle categorieeën gas- en stroomverbruikers even hoog is en daar om naar verhouding het zwaarst op de kleine verbruikers drukt. Sinds evenwel wethouder Wibaut in Am sterdam de bedrijfswinsten niet meer missen kon, heeft men zich van soc.-dem. zijde op het standpunt gesteld, dat zij veroorloofd zijn mits de kwaliteit van het product goed is en het bedrijf geen ongunstige arbeids voorwaarden heeft geschapen. Aan beide voorwaarden wordt in Alk maar voldaan en de Raad sanctioneert elk jaar weer de gas- en stroomprijzen en keurt goed, dat een zeer groot bedrag van de daardoor op de inwoners behaalde winst voor dekking van de tekorten der begrooting gebruikt wordt, waardoor de directe belas tingen niet noemenswaard verzwaard behoe ven te worden. Van overheidszorg kan thans niet meer worden gesproken, hoogstens van overheids- koopmanschap en het is de vraag hoe de in woners zelf tegenover dat alles staan. Elke wethouder van financiën stelt den raad bij de behandeling der begrooting een voudig voor het feit, dat hij de bedrijfswin sten niet missen kan zoodat er weer enkele tonnen gouds hieruit verkregen in de schat kist vloeien en als gevolg van deze nood zakelijke winsten de prijzen der producten niet noemenswaard verlaagd kunnen wor den. Voor afschaffing van de o.i. hoogst on billijke meterhuur gevoelt de meerderheid van den raad en de sociaal-democratische wethouder van de Lichtbedrijven zou naast de meterhuur voor het gas ook die- voor de electriciteit willen afschaffen als de wethou der van Financiën hem niet reeds gewaar schuwd had, dat hij een dergelijk bedrag op de begrooting in haar tegenwoordigen vorm niet kan missen. Van verschillende zijden, voornamelijk door den middenstand, wordt inmiddels op verlaging van de prijzen voor gas- en stroom aangedrongen en men hoort daar zelfs beweren, dat men liever den gasprijs met een cent per Kubieke Meter verlaagd ziet dan dat de meterhuur wordt afgeschaft, wat vol komen begrijpelijk is als men bedenkt, dat dit voor deze betrekkelijk groote verbruikers natuurlijk meer direct voordeel zal geven. Wij zouden de afschaffing van de meter huur niet ongedaan willen maken, maar wij zijn daarnaast met deze middenstanders van meening, dat de gas- en stroomprijzen nog heeL wat verlaagd kunnen worden, al zal dit geleidelijk moeten gebeuren om te groote verschillen in den druk der directe belasting te voorkomen. Er zijn thans bij den Raad een drietal adressen van een der middenstandvereeni- gingen ingekomen. In het eerste wordt er op aangedrongen om niet allereerst tot afschaf fing van de meterhuur over te gaan maar liever den gasprijs te verlagen. Er wordt daarbij aan herinnerd, dat de bezitters van gashaarden bij een verbruik tot en met 200 M3 per maand slechts 8 cent per M3 betalen en daarboven slechts 5 cent, maar dat zij, die gas voor hun industrie noo dig hebben niet van een practisch voordeel gevend tarief kunnen profiteeren. Wel is be- ?^d,wdoatJv00r een verbruik van minstens -oOO M3 door B. en W. een verminderde prijs kan worden gesteld, maar dit minimum is zoo hoog, dat verreweg de meeste bedrii- niet kunner* profiteeren. Zij verzoeken daarom een tarief, dat gelijk is aan dat voor ruimteverwarming en ver wachten. dat de afname dan heel wat groo- ter zal kunnen worden. VVij kunnen daarin volkomen meegaan, althans als de afschaffing van de meterhuur daardoor niet in het gedrang zal komen. Wie de kwitanties van de gasfabriek be kijkt, ziet daarop, dat hetzelfde product door de gemeente voor 10 cent, voor 8 cent, voor 5 cent en voor 4 cent kan geleverd worden. Wij weten niet of er hier ter stede afnemers zijn, die siechts 4 cent per M3 betalen. Wat de bedragen der retributie betreft blijkt me nigmaal, dat de gemeente voor de zelfstandig geworden bedrijven allesbehalve een moeder lijke zorg heeft en toch zou het o.i. alleen verantwoord zijn bij de thans vastgestelde prijzen het gas het allergoedkoopst voor de gemeente of haar bedrijven zelf te leveren omdat van verminderde huishoudkosten ten slotte alle inwoners zullen profiteeren. Wordt het gas voor 4 cent per M3 aan den Keuringsdienst geleverd men beweert het, maar wij konden dit niet controleeren dan bevoordeelt men daarmede een lichaam, dat niet alleen voor Alkmaar maar ook voor andere gemeenten werkt en zou deze bevoorrechting met het allerlaagste ta rief tegenover de Alkmaarsche gasverbrui- kers niet te verdedigen zijn. Dit alles natuurlijk in de veronderstelling, dat 4 cent de uiterste prijs was of zelfs nog beneden den kostprijs zou zijn. Het wil er bij ons niet in, dat de fasfabriek, waar of onder welke omstandigheden dan ook, het gas beneden den kostprijs zou leve ren, wat tot de conclusie leidt, dat er bij een verkoop a 4 cent dus nog winst gemaakt wordt. In allen gevalle is dit zoo bij een ver koop a 5 cent per M3., wat voor ruimtever warming boven de 200 M3. per maand ge rekend wordt, want er is geen enkele reden waarom het gas voor gaskachels aan parti culieren beneden den kostprijs zou worden geleverd. Maar wanneer de kostprijs van het gas nog geen 4 of 5 cent bedraagt, dan is de hef fing van 10 cent per M3., die dus een winst van meer dan 100 toestaat veel te hoog en is het volkomen begrijpelijk, dat algemeen op verlaging van gasprijzen wordt aangedron gen. Wanneer een particulier een biljart of een auto heeft, wordt dit ztvaar door de directe belasting getroffen, maar wanneer een hotel houder er een biljart en een auto voor zijn zaak op na houdt, wordt er rekening mede gehou den, dat dit geen luxe is en is de belasting veel minder drukkend. Met het gas-belasting gaat het in Alkmaar precies andersom. Wanneer een particulier zijn kamers met gashaarden verwarmt, betaalt hij een laag tarief en wanneer de middenstand gas voor de bedrijven noodig heeft, stellen B. en W. een zoo hoog verbruiksminimum als voorwaarde voor een laag tarief, dat men er eenvoudig niet aan toekomt. En nu kan men van overheidszijde dit tarief voor ruimteverwarming wel verdedigen door er op te wijzen, dat dit een soort propa ganda voor gasverbruik is en dat de omzet van de fabriek er door zal stijgen, maar welk voordeel hebben alle andere verbruikers daar van als de door hun betaalde prijzen toch niet noemenswaard verminderen? Het tweede middenstandsadres gaat over het vastrecht-tarief voor electriciteit voor ver lichting van winkels. Men wijst er op, dat het van plaatselijk be lang is, dat de etalages in de avonduren ver licht zijn, temeer omdat na het in werking treden van de winkelsluitingswet de verkoop na 8 uur zal zijn uitgesloten en menige win kelier bij de thans geldende hooge prijzen dan zal overwegen zijn etalageverlichting te dooven, waardoor de stad een doodsch en on gezellig aspect zal krijgen. Men verzoekt dus een tarief voor electri- sche etalageverlichting vast te stellen, waar bij de winkeliers tot b.v. 's avonds elf uur tegen gereduceerden prijs hun etalages ver licht kunnen houden. Met den verkoop van electriciteit is het iets anders dan met den verkoop van gas, omdat het laatste product steeds bewaard kan wor den en bruikbaar blijft, terwijl het eerste op vele uren van dag en nacht nutteloos weg vloeit. Vandaar dat men hier wel degelijk rekening met de zoogenaamde sper-uren dient te houden en men b v. in vele gemeenten des nachts voor een zeer miniem tarief stroom voor tankverwarming of andere doeleinden kan verkrijgen. Ook in Alkmaar is er prijsverschil in ver band met de gebruiksuren, maar algemeen wordt geklaagd, dat de tarieven hier nog zoo hoog zijn, dat van eenige practische toepas sing van electriciteit in tal van bedrijven geen sprake kan zijn. Volgens de kwitanties verkoopt Alkmaar stroom voor 24 cent, voor 8 cent en voor 15 cent uitsluitend voor kracht en er is dus ook hier nog al keuze. Voor particuliere wo ningen is in 1928 het zoogenaamde vastrecht tarief ingevoerd en dit bestaat sinds 1929 ook voor winkels, gelagkamers enz. De stroom- prijs hiervoor bedraagt 8 cent per K.W.IJ. waarboven een bepaald jaarlijksch bedrag is verschuldigd, gebaseerd op het verbruik van het voorgaande jaar Deze voor de middenstanders gunstige regeling vervalt op 1 Juli a.s. tenzij tot hand having daarvan wordt besloten en wii kunnen alleen maar hopen, dat wat dan vervallen zal door een nog gunstiger regeling zal worden vervangen, omdat verlichting van etalages ook na sluitingstijd niet alleen een midden stands- maar tevens een algemeen stadsbe lang is. Ten slotte verzoeken deze middenstanders een speciaal dagtarief voor stroomlevering, omdat zij in hun zaken en werkplaatsen veel al overdag licht noodig hebben en diverse be drijven daarvoor het volle pond moeten beta len, terwijl voor krachtverbruik wel een spe ciaal dagtarief vastgesteld is. De billijkheid van dit verzoek springt in het oog. Er is geen reden het eene bedrijf meer dan het andere te bevoordeelen en hei zal de gemeente, waar men juist buiten de sper-uren nog heel wat klanten kan bedienen, onverschillig blijven of men den afgenomen stroom voor kracht of voor licht wil gebrui ken. Zij loopt daarbij slechts de kans, dat door een lager tarief het verbruik belangrijk zal kunnen stijgen. Het is niet doenlijk hier alle tarieven weer te geven, welke de gemeente in de laatste jaren zoowel voor gas, als voor stroom, in allerlei variaties, zoowel voor particulieren als voor bedrijven heeft vastgesteld. Zeker is, dat vergeleken bij de inkoopsprij zen van stroom en bij den productieprijs voor gas, deze door de gemeente geleverde artike len veel te hoog genoteerd zijn. De gemeente profiteert eenvoudig van het monopolie. Zij verwijt het waterleidingbedrijf wel eens, dat dit geen offer ten bate der ge meenschap wil brengen als dit offer eenig risico met zich meebrengt b.v. aansluiting van veraf gelegen woningen maar zij doet zelf niet anders, omdat het beginsel van over heidszorg reeds lang door het stelsel van winstmaking is verdrongen. Zij propageert gasverbruik voor ruimteverwarming tegen lage tarieven voor hen, die het gas ook mis sen kunnen, maar handhaaft de hooge be dragen voor middenstanders en industrieelen, die van haar afhankelijk zijn en eenvoudig hebben te betalen wat hun gevraagd wordt. In 1929 het laatste jaar waarvan de rekening bekend is was na ruime aféchrij- vingen en reserves de zuivere winst op den stroomprijs niet minder dan 147449 71, terwijl het bedrijf bovendien nog een extra uitkeering van 40 000 moest opbrengen. Voor het gasbedrijf was dit een bedrag van 70.350.19 aan winst met een extra uitkee ring van 36.000 en wie deze bedragen ziet en bedenkt, dat al dit geld zuivere winst op de door de gemeente aan hare inwoners ge leverde producten is, begrijpt wel hoezeer het kwaad reeds is voortgewoekerd. Men rekent reeds op belangrijke winsfen en in post 522 van de zoo juist goedgekeurde gemeentebe grooting wordt voor het enorme tekort bij de opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds belasting eenvoudig medegedeeld, dat daar voor een uitkeering van de bedrijfswinsten be stemd is. Zegt men, dat de prijzen dezer producten veel te hoog zijn, dan kijkt de gemeente niet naar den kostprijs, maar legt eenvoudig een staatje over van wat in andere gemeenten betaald moet worden en zoo daar deze in directe belasting even hoog of nog hooger is, acht men zich volkomen verantwoord dezelf de practijken toe te passen. Het zal moeilijk zijn op den ingeslagen weg nog terug te keeren. Het zal langzaam en geleidelijk moeten gebeuren om te groote schokken in de gemeentelijke belastingheffing te voorkomen, maar wanneer men voortaan elk jaar wat meer aan directe belasting heft en wat lagere gas- en stroomprijzen vast stelt, zal men ten slotte weer op een gezonde basis terug moeten komen. Dan zal een hoogst onbillijke indirecte be lasting door een heffing naar draagkracht worden vervangen en zullen de inwoners weer het gevoel krijgen, dat de overheid er is om hen te beschermen en niet om van hen te pro fiteeren. Den Haag, 13 Febr. 1931. De besprekingen over de interpellaties be treffende de werkeloosheid nemen een onge- wonen omvang aan De vergadering van hedenmiddag is er geheel aan gewijd geweest en het zal nog de vraag zijn, of zij Dinsdag ten einde kunnen worden gebracht De eerste van' de acht sprekers, welke we heden hebben gehoord, was de tweede inter- jjellant, de heer Van den Tempel (s.d.a.p.), die wel dankbaar was voor het antwoord van minister Ruys, doch niet vol daan. Onder meer keurde hij het af, dat de regeering passief blijft in zake het overleg met de bedrijven en aan geen verlenging van den leerplicht denkt. De onderscheiding tus- schen crisis- en andere werkeloozen, door den minister gemaakt was onhoudbaar en wille keurig, de steunregeling mag niet geschie den met aanzien des persoons, wil zü gfgn bedeeling worden en ten slotte wenschte hij, dat in ieder geval 50 percent van den steun aan de gemeenten wordt vergoed. Aan het slot van zijn rede diende hij twee moties in. <n de eerste wordt gevraagd alle werklozen kassen in staat te stellen de uitkeeringen met 6 weken te verlengen, de tweede vraagt her ziening der veelbesproken circulaire van den Min. v. Binnenl. Zaken aan de gemeenter opdat al wat bedeeling kan heeten er uit ver dwijnt en bovendien de gelegenheid wordt gegeven om steun te verleenen aan vrou wen, kostwinners en pas gehuwden, terwijl aan de gemeenten 50 percent der uitkeerin gen moet worden vergoed. De volgende spreker, de heer S n o e c k Henkemans (c.h.) nam een zeer wel willende houding aan tegenover de regee ring. Hij hoopte evenwel dat het gevolg van deze crisis zal zijn, dat men zal begrijpen, hoe noodig het is een behoorlijke loonreserve aan te kweeken. De spreker vroeg uitdrukkelijk aan de re geering welke maatstaf moet worden aange legd voor de onderscheiding van de verschil lende soorten van werkeloosheid, welke hij niet recht begreep. Hij vond de gelegenheid ten slotte tevens gunstig om in een gemoede lijk woord een eenvoudiger levenswijze aan te prijzen. De heer Smeenk (a.r.) maande tot voorzichtigheid aan bij het critiseeren van de regeeringsmaatregelen. Thans den leerplich tigen leeftijd te verhoogen achtte hij ongera den. Het zou zeer gewenscht zijn zoo de re geering nieuwe afzetgebieden wist te bezor gen maar te veel moet men daarvan niet ver wachten ook al mocht zij geneigd zijn tot garantie voor exportcredieten. Dat aan een werklooze, die weigert bij de werkverschaffing te arbeiden alle steun wordt geweigerd, sprak z.i. vanzelf. Van geen der beide moties-v. d. Tempel was de spr. gediend. De heer J o e k e s (v.d.) drong er in de eerste plaats op aan, dat er wat betreft de onderneming van nieuwe werken wat for- scher zou worden te werk gegaan, zoowel door de regeering als door de gemeenten. Dan drong hij er op aan, dat de regeering met name bij post en telegraaf de 48-urige werkweek strenger zou doorvoeren. Daar door zou meer joersoneel in dienst moeten worden genomen. In de tweede plaats moest de regeering aan de ondernemingen verzoe ken aan de arbeiders met behoud van het oude loon minder arbeid te geven. Is dan meer personeel noodig, dan kan de regeering steun uit de staatskas geven. Ook vroeg de heer Joekes een wettelijke regeling van de werkeloosheidsverzekering, alsmede een be hoorlijke crisisvoorziening daar anders het gevaar bestaat, dat de werkloosheidsverze kering ontaardt in steun in plaats van ver zekering. Uitdrukkelijk verzocht hij het oor deel van minister Verschuur, die tot nog toe zwijgend had zitten luisteren, over dat denk beeld. De spreker gaf wijders in overweging de contactcommissie, waarvan minister Ruys gister gewaagde (de heeren Van de Walle, Nijkamp en Kruithof) aan te vullen met een vertegenwoordiger van de neutrale Alge- meene Vakcentrale, al is deze ook kleiner dan de groote vakcentrales, waarvan genoemde heeren de vertegenwoordigers zijn. Tegen de benepen regeling van de steun aan werkloozen kwam de heer Joekes met kracht op. (Later heeft zijn partijgenoote, me vrouw B a k k e r-N o r t in het bijzonder ge protesteerd tegen de uitsluiting van de vrouw van de steunregeling). De spr. verklaarde ten slotte, dat zijn fractie voor de tweede mo- tie-v. d. Tempel zou stemmen. De heer Bongaerts (r.-k.) kwam met het eenigszins zonderlinge denkbeeld aanzet ten om de werkgevers te overreden meer werklieden aan te stellen onder belofte dat uit de staatskas 't loon van de extrakrach ten zou worden betaald. Zijn partijgenoot Hermans gaf de voorkeur aan andere middelen: verlaging van de spoorwegtarie ven, bouw van woningen op groote schaal, betere regeling van de gemeentelijke werkver schaffing met rijkssubsidie, wering van bui- tenlandsche werkkrachten (ook dienstmeis jes) enz. De woordvoerder der liberale fractie, Dr. Vos, heeft na eerst aangedrongen te heb ben op de gewenschte verlenging van de werkloosheidsvoorziening, ook al mocht het in de millioenen loopen, een forsch pleidooi gehouden voor het ondernemen van produc tieve werken, in de eerste plaats aanleg van wegen en bouw van bruggen, welke z.i. broodnoodig zijn. Hij besloot met de indie ning van een motie waarbij gevraagd werd bespoediging van den aanleg van wegen en bruggen. De laatste spreker van den dag was de heer Vander Meys( (r.-k.) die pleitte voor inwilliging van de wenschen vervat in de tweede motie van den heer Van den Tem pel. Wanneer hij dit namens zijn fractie heeft gedaan, bestaat er zeker wel kans op aanneming van die motie. Dinsdag wordt de bespreking voortgezet. Er zijn reeds zeven sprekers daarvoor inge schreven! -Ur

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1