i
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN
Overheidszorg en de gas- en
stroomprijzen.
ÏATERÜAG 14 1 EBKl AKI 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA,
133e Jaargang.
Er zijn apen, die uit liefde hun jongen dooddrukken.
Er is ook een overheidszorg die er op
berekend is, de inwoners zooveel
mogelijk te laten betalen.
Uit het Parlemenf
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
iSS
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTEN:
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
,lo.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Vadertje Staat heeft al zijn kinderen even
lief maar laat aan de gemeenten toch meer
in het bijzonder de zorg voor haar eigen in
woners over.
Vandaar dat elke gemeente in een reeks
politieverordeningen vastlegt hoe ieder zich
persoonlijk en hoe allen zich tegenover el
kaar moeten gedragen, hoeveel belasting wij
moeten opbrengen om van de diensten van
allerlei gemeentelijke instellingen te kunnen
profiteeren en last not least wat wij zullen
moeten betalen voor de in dezen tijd onmis
bare producten als water, gas of electrischen
stroom.
De Alkmaarders hebben het twijfelachtige
genoegen, dat zij hun water van een Provin
ciale instelling betrekken en daardoor
moeten meebetalen aan de kosten welke aan
de levering in de slechtst bevolkte deelen der
provincie zijn verbonden maar voor
gas en electrischen stroom zorgt de gemeen
te zelf en het is alweer de vraag of wij veel
reden hebben om ons voor deze overheids
zorg bijzonder dankbaar te toonen.
Men kan natuurlijk redeneeren, dat gas en
stroom in elk huisgezin onontbeerlijk zijn ge
worden en dat de gemeente als een liefheb
bende moeder over haar kinderen waakt
door maatregelen te treffen, dat de inwoners
van Alkmaar voortaan niet te veel moeten
betalen.
Het is zelfs niet zeker of er industrieelen
gevonden worden, die het aandurven hier
een gasfabriek of electriciteitsbedrijf te stich
ten, zoodat de mogelijkheid bestaat dat de
Alkmaarders van gas of stroom verstoken
zouden blijven en al was dit niet zoo, dan
nog zouden particulieren zulke hooge prij
zen kunnen berekenen, dat de bewoners
daardoor ten zeerste gedupeerd zouden wor
den.
Dus neemt de gemeente een en ander zelf
ter hand en de argelooze stadgenoot voelt
zich heel wat geruster, overtuigd als hij is,
dat de gemeente als fabrikant zich toch aller
eerst ten doel zal stellen, het gemaakte pro
duct zoo voordeelig mogelijk voor haar in
gezetenen beschikbaar te stellen.
Helaas is dit in den loop der jaren theorie
geworden.
De gemeente bouwt een gasfabriek en
treedt als verkoopster van electrischen
stroom op en zij schakelt daarmede alle con
currentie op dit gebied uit; zij behoudt het
monopolie.
Buiten de gemeente om zijn de door haar
geleverde producten hier bij geen enkele fa
briek meer te krijgen. Oorspronkelijk hebben
waarschijnlijk de materieele en financieele
belangen der ingezetenen voorgezeten,
maar al spoedig is de een of andere
wethouder van financieën, die zijn begroo
ting niet sluitend kon maken, tot de ontdek
king gekomen, dat met het monopolie voor
gas- en stroomfabricage een aardig winstje
te maken zou zijn.
De oorspronkelijke bedoeling overheids
zorg werd verdrongen door de zucht om
winst te maken en waar de afnemers een
voudig te betalen hebben wat men hun in
rekening wenscht te brengen, heeft dit koop
manschap van overheidswege reeds jaren
lang de bevolking een zware belasting op
gelegd.
Belastingheffing is altijd onprettig. De in
woners beginnen gewoonlijk het bedrag, dat
zal geheven worden te vergelijken met dat
van een vorig jaar en zij uiten hun veront
waardiging op alle mogelijke wijzen als
blijkt, dat de heffingen steeds hooger wor
den.
Daarbij komt, dat een betrekkelijk lage be
lastingheffing in den tegenwoordigen con
currentiestrijd der gemeenten een propagan
damiddel voor het vestigen van nieuwe be
woners is geworden en elke gemeente stelt
er dus prijs op in de overzichtstaatjes welke
den belastingdruk aangeven een zoo gunstig
mogelijke plaats in te nemen.
Maar intusschen zijn de kosten van het
gemeentelijk huishouden zoo opgedreven, dat
er steeds meer geld beschikbaar moet zijn
wat men ten slotte eenvoudig uit de winst
der gemeentelijke bedrijven heeft genomen
Vroeger waren de sociaal-democraten het
met ons volkomen eens, dat bedrijfswinst
niets anders dan een verkapte belasting is
en daarenboven een belasting van de slecht
ste soort omdat zij niet progressief wordt
geheven, maar voor alle categorieeën gas-
en stroomverbruikers even hoog is en daar
om naar verhouding het zwaarst op de kleine
verbruikers drukt.
Sinds evenwel wethouder Wibaut in Am
sterdam de bedrijfswinsten niet meer missen
kon, heeft men zich van soc.-dem. zijde op
het standpunt gesteld, dat zij veroorloofd
zijn mits de kwaliteit van het product goed
is en het bedrijf geen ongunstige arbeids
voorwaarden heeft geschapen.
Aan beide voorwaarden wordt in Alk
maar voldaan en de Raad sanctioneert elk
jaar weer de gas- en stroomprijzen en keurt
goed, dat een zeer groot bedrag van de
daardoor op de inwoners behaalde winst
voor dekking van de tekorten der begrooting
gebruikt wordt, waardoor de directe belas
tingen niet noemenswaard verzwaard behoe
ven te worden.
Van overheidszorg kan thans niet meer
worden gesproken, hoogstens van overheids-
koopmanschap en het is de vraag hoe de in
woners zelf tegenover dat alles staan.
Elke wethouder van financiën stelt den
raad bij de behandeling der begrooting een
voudig voor het feit, dat hij de bedrijfswin
sten niet missen kan zoodat er weer enkele
tonnen gouds hieruit verkregen in de schat
kist vloeien en als gevolg van deze nood
zakelijke winsten de prijzen der producten
niet noemenswaard verlaagd kunnen wor
den.
Voor afschaffing van de o.i. hoogst on
billijke meterhuur gevoelt de meerderheid
van den raad en de sociaal-democratische
wethouder van de Lichtbedrijven zou naast
de meterhuur voor het gas ook die- voor de
electriciteit willen afschaffen als de wethou
der van Financiën hem niet reeds gewaar
schuwd had, dat hij een dergelijk bedrag op
de begrooting in haar tegenwoordigen vorm
niet kan missen.
Van verschillende zijden, voornamelijk
door den middenstand, wordt inmiddels op
verlaging van de prijzen voor gas- en stroom
aangedrongen en men hoort daar zelfs
beweren, dat men liever den gasprijs met
een cent per Kubieke Meter verlaagd ziet dan
dat de meterhuur wordt afgeschaft, wat vol
komen begrijpelijk is als men bedenkt, dat
dit voor deze betrekkelijk groote verbruikers
natuurlijk meer direct voordeel zal geven.
Wij zouden de afschaffing van de meter
huur niet ongedaan willen maken, maar wij
zijn daarnaast met deze middenstanders van
meening, dat de gas- en stroomprijzen nog
heeL wat verlaagd kunnen worden, al zal
dit geleidelijk moeten gebeuren om te groote
verschillen in den druk der directe belasting
te voorkomen.
Er zijn thans bij den Raad een drietal
adressen van een der middenstandvereeni-
gingen ingekomen. In het eerste wordt er op
aangedrongen om niet allereerst tot afschaf
fing van de meterhuur over te gaan maar
liever den gasprijs te verlagen.
Er wordt daarbij aan herinnerd, dat de
bezitters van gashaarden bij een verbruik
tot en met 200 M3 per maand slechts 8 cent
per M3 betalen en daarboven slechts 5 cent,
maar dat zij, die gas voor hun industrie noo
dig hebben niet van een practisch voordeel
gevend tarief kunnen profiteeren. Wel is be-
?^d,wdoatJv00r een verbruik van minstens
-oOO M3 door B. en W. een verminderde
prijs kan worden gesteld, maar dit minimum
is zoo hoog, dat verreweg de meeste bedrii-
niet kunner* profiteeren.
Zij verzoeken daarom een tarief, dat gelijk
is aan dat voor ruimteverwarming en ver
wachten. dat de afname dan heel wat groo-
ter zal kunnen worden.
VVij kunnen daarin volkomen meegaan,
althans als de afschaffing van de meterhuur
daardoor niet in het gedrang zal komen.
Wie de kwitanties van de gasfabriek be
kijkt, ziet daarop, dat hetzelfde product door
de gemeente voor 10 cent, voor 8 cent, voor
5 cent en voor 4 cent kan geleverd worden.
Wij weten niet of er hier ter stede afnemers
zijn, die siechts 4 cent per M3 betalen. Wat
de bedragen der retributie betreft blijkt me
nigmaal, dat de gemeente voor de zelfstandig
geworden bedrijven allesbehalve een moeder
lijke zorg heeft en toch zou het o.i. alleen
verantwoord zijn bij de thans vastgestelde
prijzen het gas het allergoedkoopst voor de
gemeente of haar bedrijven zelf te leveren
omdat van verminderde huishoudkosten ten
slotte alle inwoners zullen profiteeren.
Wordt het gas voor 4 cent per M3 aan
den Keuringsdienst geleverd men beweert
het, maar wij konden dit niet controleeren
dan bevoordeelt men daarmede een
lichaam, dat niet alleen voor Alkmaar maar
ook voor andere gemeenten werkt en zou
deze bevoorrechting met het allerlaagste ta
rief tegenover de Alkmaarsche gasverbrui-
kers niet te verdedigen zijn.
Dit alles natuurlijk in de veronderstelling,
dat 4 cent de uiterste prijs was of zelfs nog
beneden den kostprijs zou zijn.
Het wil er bij ons niet in, dat de fasfabriek,
waar of onder welke omstandigheden dan
ook, het gas beneden den kostprijs zou leve
ren, wat tot de conclusie leidt, dat er bij een
verkoop a 4 cent dus nog winst gemaakt
wordt. In allen gevalle is dit zoo bij een ver
koop a 5 cent per M3., wat voor ruimtever
warming boven de 200 M3. per maand ge
rekend wordt, want er is geen enkele reden
waarom het gas voor gaskachels aan parti
culieren beneden den kostprijs zou worden
geleverd.
Maar wanneer de kostprijs van het gas
nog geen 4 of 5 cent bedraagt, dan is de hef
fing van 10 cent per M3., die dus een winst
van meer dan 100 toestaat veel te hoog en
is het volkomen begrijpelijk, dat algemeen op
verlaging van gasprijzen wordt aangedron
gen.
Wanneer een particulier een biljart of een
auto heeft, wordt dit ztvaar door de directe
belasting getroffen, maar wanneer een hotel
houder er een biljart en een auto voor zijn zaak
op na houdt, wordt er rekening mede gehou
den, dat dit geen luxe is en is de belasting
veel minder drukkend.
Met het gas-belasting gaat het in Alkmaar
precies andersom.
Wanneer een particulier zijn kamers met
gashaarden verwarmt, betaalt hij een laag
tarief en wanneer de middenstand gas voor
de bedrijven noodig heeft, stellen B. en W. een
zoo hoog verbruiksminimum als voorwaarde
voor een laag tarief, dat men er eenvoudig
niet aan toekomt.
En nu kan men van overheidszijde dit
tarief voor ruimteverwarming wel verdedigen
door er op te wijzen, dat dit een soort propa
ganda voor gasverbruik is en dat de omzet
van de fabriek er door zal stijgen, maar welk
voordeel hebben alle andere verbruikers daar
van als de door hun betaalde prijzen toch niet
noemenswaard verminderen?
Het tweede middenstandsadres gaat over
het vastrecht-tarief voor electriciteit voor ver
lichting van winkels.
Men wijst er op, dat het van plaatselijk be
lang is, dat de etalages in de avonduren ver
licht zijn, temeer omdat na het in werking
treden van de winkelsluitingswet de verkoop
na 8 uur zal zijn uitgesloten en menige win
kelier bij de thans geldende hooge prijzen
dan zal overwegen zijn etalageverlichting te
dooven, waardoor de stad een doodsch en on
gezellig aspect zal krijgen.
Men verzoekt dus een tarief voor electri-
sche etalageverlichting vast te stellen, waar
bij de winkeliers tot b.v. 's avonds elf uur
tegen gereduceerden prijs hun etalages ver
licht kunnen houden.
Met den verkoop van electriciteit is het iets
anders dan met den verkoop van gas, omdat
het laatste product steeds bewaard kan wor
den en bruikbaar blijft, terwijl het eerste op
vele uren van dag en nacht nutteloos weg
vloeit. Vandaar dat men hier wel degelijk
rekening met de zoogenaamde sper-uren dient
te houden en men b v. in vele gemeenten des
nachts voor een zeer miniem tarief stroom
voor tankverwarming of andere doeleinden
kan verkrijgen.
Ook in Alkmaar is er prijsverschil in ver
band met de gebruiksuren, maar algemeen
wordt geklaagd, dat de tarieven hier nog zoo
hoog zijn, dat van eenige practische toepas
sing van electriciteit in tal van bedrijven geen
sprake kan zijn.
Volgens de kwitanties verkoopt Alkmaar
stroom voor 24 cent, voor 8 cent en voor 15
cent uitsluitend voor kracht en er is dus
ook hier nog al keuze. Voor particuliere wo
ningen is in 1928 het zoogenaamde vastrecht
tarief ingevoerd en dit bestaat sinds 1929 ook
voor winkels, gelagkamers enz. De stroom-
prijs hiervoor bedraagt 8 cent per K.W.IJ.
waarboven een bepaald jaarlijksch bedrag is
verschuldigd, gebaseerd op het verbruik van
het voorgaande jaar
Deze voor de middenstanders gunstige
regeling vervalt op 1 Juli a.s. tenzij tot hand
having daarvan wordt besloten en wii kunnen
alleen maar hopen, dat wat dan vervallen zal
door een nog gunstiger regeling zal worden
vervangen, omdat verlichting van etalages
ook na sluitingstijd niet alleen een midden
stands- maar tevens een algemeen stadsbe
lang is.
Ten slotte verzoeken deze middenstanders
een speciaal dagtarief voor stroomlevering,
omdat zij in hun zaken en werkplaatsen veel
al overdag licht noodig hebben en diverse be
drijven daarvoor het volle pond moeten beta
len, terwijl voor krachtverbruik wel een spe
ciaal dagtarief vastgesteld is.
De billijkheid van dit verzoek springt in
het oog. Er is geen reden het eene bedrijf
meer dan het andere te bevoordeelen en hei
zal de gemeente, waar men juist buiten de
sper-uren nog heel wat klanten kan bedienen,
onverschillig blijven of men den afgenomen
stroom voor kracht of voor licht wil gebrui
ken. Zij loopt daarbij slechts de kans, dat
door een lager tarief het verbruik belangrijk
zal kunnen stijgen.
Het is niet doenlijk hier alle tarieven weer
te geven, welke de gemeente in de laatste
jaren zoowel voor gas, als voor stroom, in
allerlei variaties, zoowel voor particulieren
als voor bedrijven heeft vastgesteld.
Zeker is, dat vergeleken bij de inkoopsprij
zen van stroom en bij den productieprijs voor
gas, deze door de gemeente geleverde artike
len veel te hoog genoteerd zijn.
De gemeente profiteert eenvoudig van het
monopolie. Zij verwijt het waterleidingbedrijf
wel eens, dat dit geen offer ten bate der ge
meenschap wil brengen als dit offer eenig
risico met zich meebrengt b.v. aansluiting
van veraf gelegen woningen maar zij doet
zelf niet anders, omdat het beginsel van over
heidszorg reeds lang door het stelsel van
winstmaking is verdrongen. Zij propageert
gasverbruik voor ruimteverwarming tegen
lage tarieven voor hen, die het gas ook mis
sen kunnen, maar handhaaft de hooge be
dragen voor middenstanders en industrieelen,
die van haar afhankelijk zijn en eenvoudig
hebben te betalen wat hun gevraagd wordt.
In 1929 het laatste jaar waarvan de
rekening bekend is was na ruime aféchrij-
vingen en reserves de zuivere winst op den
stroomprijs niet minder dan 147449 71,
terwijl het bedrijf bovendien nog een extra
uitkeering van 40 000 moest opbrengen.
Voor het gasbedrijf was dit een bedrag van
70.350.19 aan winst met een extra uitkee
ring van 36.000 en wie deze bedragen ziet
en bedenkt, dat al dit geld zuivere winst op
de door de gemeente aan hare inwoners ge
leverde producten is, begrijpt wel hoezeer het
kwaad reeds is voortgewoekerd. Men rekent
reeds op belangrijke winsfen en in post 522
van de zoo juist goedgekeurde gemeentebe
grooting wordt voor het enorme tekort bij de
opcenten op de hoofdsom der gemeentefonds
belasting eenvoudig medegedeeld, dat daar
voor een uitkeering van de bedrijfswinsten be
stemd is.
Zegt men, dat de prijzen dezer producten
veel te hoog zijn, dan kijkt de gemeente niet
naar den kostprijs, maar legt eenvoudig een
staatje over van wat in andere gemeenten
betaald moet worden en zoo daar deze in
directe belasting even hoog of nog hooger is,
acht men zich volkomen verantwoord dezelf
de practijken toe te passen.
Het zal moeilijk zijn op den ingeslagen
weg nog terug te keeren. Het zal langzaam
en geleidelijk moeten gebeuren om te groote
schokken in de gemeentelijke belastingheffing
te voorkomen, maar wanneer men voortaan
elk jaar wat meer aan directe belasting heft
en wat lagere gas- en stroomprijzen vast
stelt, zal men ten slotte weer op een gezonde
basis terug moeten komen.
Dan zal een hoogst onbillijke indirecte be
lasting door een heffing naar draagkracht
worden vervangen en zullen de inwoners weer
het gevoel krijgen, dat de overheid er is om
hen te beschermen en niet om van hen te pro
fiteeren.
Den Haag, 13 Febr. 1931.
De besprekingen over de interpellaties be
treffende de werkeloosheid nemen een onge-
wonen omvang aan De vergadering van
hedenmiddag is er geheel aan gewijd geweest
en het zal nog de vraag zijn, of zij
Dinsdag ten einde kunnen worden gebracht
De eerste van' de acht sprekers, welke we
heden hebben gehoord, was de tweede inter-
jjellant, de heer Van den Tempel
(s.d.a.p.), die wel dankbaar was voor het
antwoord van minister Ruys, doch niet vol
daan. Onder meer keurde hij het af, dat de
regeering passief blijft in zake het overleg
met de bedrijven en aan geen verlenging van
den leerplicht denkt. De onderscheiding tus-
schen crisis- en andere werkeloozen, door den
minister gemaakt was onhoudbaar en wille
keurig, de steunregeling mag niet geschie
den met aanzien des persoons, wil zü gfgn
bedeeling worden en ten slotte wenschte hij,
dat in ieder geval 50 percent van den steun
aan de gemeenten wordt vergoed. Aan het
slot van zijn rede diende hij twee moties in.
<n de eerste wordt gevraagd alle werklozen
kassen in staat te stellen de uitkeeringen met
6 weken te verlengen, de tweede vraagt her
ziening der veelbesproken circulaire van den
Min. v. Binnenl. Zaken aan de gemeenter
opdat al wat bedeeling kan heeten er uit ver
dwijnt en bovendien de gelegenheid wordt
gegeven om steun te verleenen aan vrou
wen, kostwinners en pas gehuwden, terwijl
aan de gemeenten 50 percent der uitkeerin
gen moet worden vergoed.
De volgende spreker, de heer S n o e c k
Henkemans (c.h.) nam een zeer wel
willende houding aan tegenover de regee
ring. Hij hoopte evenwel dat het gevolg van
deze crisis zal zijn, dat men zal begrijpen,
hoe noodig het is een behoorlijke loonreserve
aan te kweeken.
De spreker vroeg uitdrukkelijk aan de re
geering welke maatstaf moet worden aange
legd voor de onderscheiding van de verschil
lende soorten van werkeloosheid, welke hij
niet recht begreep. Hij vond de gelegenheid
ten slotte tevens gunstig om in een gemoede
lijk woord een eenvoudiger levenswijze aan
te prijzen.
De heer Smeenk (a.r.) maande tot
voorzichtigheid aan bij het critiseeren van de
regeeringsmaatregelen. Thans den leerplich
tigen leeftijd te verhoogen achtte hij ongera
den. Het zou zeer gewenscht zijn zoo de re
geering nieuwe afzetgebieden wist te bezor
gen maar te veel moet men daarvan niet ver
wachten ook al mocht zij geneigd zijn tot
garantie voor exportcredieten.
Dat aan een werklooze, die weigert bij de
werkverschaffing te arbeiden alle steun wordt
geweigerd, sprak z.i. vanzelf.
Van geen der beide moties-v. d. Tempel
was de spr. gediend.
De heer J o e k e s (v.d.) drong er in de
eerste plaats op aan, dat er wat betreft de
onderneming van nieuwe werken wat for-
scher zou worden te werk gegaan, zoowel
door de regeering als door de gemeenten.
Dan drong hij er op aan, dat de regeering
met name bij post en telegraaf de 48-urige
werkweek strenger zou doorvoeren. Daar
door zou meer joersoneel in dienst moeten
worden genomen. In de tweede plaats moest
de regeering aan de ondernemingen verzoe
ken aan de arbeiders met behoud van het
oude loon minder arbeid te geven. Is dan
meer personeel noodig, dan kan de regeering
steun uit de staatskas geven. Ook vroeg de
heer Joekes een wettelijke regeling van de
werkeloosheidsverzekering, alsmede een be
hoorlijke crisisvoorziening daar anders het
gevaar bestaat, dat de werkloosheidsverze
kering ontaardt in steun in plaats van ver
zekering. Uitdrukkelijk verzocht hij het oor
deel van minister Verschuur, die tot nog toe
zwijgend had zitten luisteren, over dat denk
beeld.
De spreker gaf wijders in overweging de
contactcommissie, waarvan minister Ruys
gister gewaagde (de heeren Van de Walle,
Nijkamp en Kruithof) aan te vullen met een
vertegenwoordiger van de neutrale Alge-
meene Vakcentrale, al is deze ook kleiner dan
de groote vakcentrales, waarvan genoemde
heeren de vertegenwoordigers zijn.
Tegen de benepen regeling van de steun
aan werkloozen kwam de heer Joekes met
kracht op. (Later heeft zijn partijgenoote, me
vrouw B a k k e r-N o r t in het bijzonder ge
protesteerd tegen de uitsluiting van de vrouw
van de steunregeling). De spr. verklaarde
ten slotte, dat zijn fractie voor de tweede mo-
tie-v. d. Tempel zou stemmen.
De heer Bongaerts (r.-k.) kwam met
het eenigszins zonderlinge denkbeeld aanzet
ten om de werkgevers te overreden meer
werklieden aan te stellen onder belofte dat
uit de staatskas 't loon van de extrakrach
ten zou worden betaald. Zijn partijgenoot
Hermans gaf de voorkeur aan andere
middelen: verlaging van de spoorwegtarie
ven, bouw van woningen op groote schaal,
betere regeling van de gemeentelijke werkver
schaffing met rijkssubsidie, wering van bui-
tenlandsche werkkrachten (ook dienstmeis
jes) enz.
De woordvoerder der liberale fractie, Dr.
Vos, heeft na eerst aangedrongen te heb
ben op de gewenschte verlenging van de
werkloosheidsvoorziening, ook al mocht het
in de millioenen loopen, een forsch pleidooi
gehouden voor het ondernemen van produc
tieve werken, in de eerste plaats aanleg van
wegen en bouw van bruggen, welke z.i.
broodnoodig zijn. Hij besloot met de indie
ning van een motie waarbij gevraagd werd
bespoediging van den aanleg van wegen en
bruggen.
De laatste spreker van den dag was de
heer Vander Meys( (r.-k.) die pleitte
voor inwilliging van de wenschen vervat in
de tweede motie van den heer Van den Tem
pel. Wanneer hij dit namens zijn fractie
heeft gedaan, bestaat er zeker wel kans op
aanneming van die motie.
Dinsdag wordt de bespreking voortgezet.
Er zijn reeds zeven sprekers daarvoor inge
schreven!
-Ur