DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
BLOEMETJESDAG.
Ho. I<>9 Directeur: C. KRAK.
ZATEHDAG 9 MEI 1931
133e Jaargang.
De stormen des levens hebben menig scheepje ontredderd
en stuurloos aan wind en golven prijs gegeven.
Wie zou er niet gaarne medewerken om al die
scheepjes in veilige haven te brengen.
W.M.H. PÉLS&Zn., Alkmaar
Uit het ParBeitienf
ALKMAARSGHB COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voer Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTEKTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Op Dinsdag 26 Mei a.s., den dag die door
zoo velen in deze streek nog als derden Pink
sterdag gevierd wordt, zal door een Comité
te Alkmaar den wandelaars een bloemetje
worden aangeboden en vlij willen er desge
vraagd gaarne toe medewerken, de opbrengst
van dien bloemetjesdag zoo groot mogelijk te
doen zijn.
Die opbrengst is namelijk bestemd voor het
eenige neutrale Nederlandsche gesticht voor
lijders aan vallende ziekte, een stichting, die
haar onvolprezen arbeid uitsluitend door
particuliere bijdragen, contributies, legaten
enz. moet bekostigen, die nu reeds vijftig
jaren door eigen inspanning het hoofd boven
water heeft gehouden, maar die van tijd tot
tijd toch eens een beroep op liefdadige land-
genooten moet doen om haar kas te stijven en
voortzetting van haar arbeid daardoor mo
gelijk te maken.
Toen wij ons bereid verklaard hadden den
koop van dit bloemetje aan te bevelen, heb
ben wij gaarne gebruik gemaakt van de ge
legenheid met een der Alkmaarsche leden
van «het comité een tocht naar de stichting
te maken, om ons persoonlijk van het werk
dezer organisatie op de hoogte te stellen.
Op een mooien voorjaarsavond zijn wij
naar de stichting Meer en Bosch te Heemste
de gereden, waar de besturende broeder, de
heer F. H. Jonker, een oud-Alkmaarder, zich
beijverd heeft om ons van alles wat op zijn
arbeid betrekking heeft een zoo volledig mo
gelijk overzicht te geven.
Even voorbij het kerkje waar Nicolaas
Beets eiken Zondag zijn getrouwen toe
spraak en langs de pastorie waar hij ver
blijf hield en die wonderlijk genoeg daarvan
geen enkel opschrift of gedenksteen ver
toont, komt de bezoeker aan een mooie, van
den hoofdweg afgescheiden laan aan de
voormalige buitenplaats Het Paradijs, een
stijlvol heerenhuis, dat destijds door de
Christelijke Vereeniging voor de verpleging
van lijders aan vallende ziekte gekocht is om
er haar tehuis voor jongens en mannen 'te
vestigen.
De Vereeniging, die weldra haar 50-jarig
bestaan hoopt te vieren zij werd namelijk
gesticht op 26 Januari 1882 is destijds
opgericht omdat er geen enkele inrichting in
ons land bestond waar lijders aan vallende
ziekte verpleging konden vinden. Wanneer
zij niet langer in den huiselijken kring kon
den blijven moesten zij noodgedwongen naar
Duitschland worden overgebracht of wel
men bracht ze in krankzinnigengestichten
waar men er toen nog een heel andere ver
pleging op nahield dan dit thans het geval
is en waar deze ongelukkigen natuurlijk vol
komen misplaatst waren.
Freule Teding van Berkhout, bijgestaan
door Ds. Heldring en Dr. Barger, huurde
toen een klein huisje in Haarlem, dat Zöar
gedoopt werd en waar men eenige vrouwe
lijke patiënten verpleegde. Er werd een
stichtingsbestuur gevormd en later was men
ln hetzelfde huisje ook op de verpleging van
®en'ge jongens aangewezen, wat zulke groo-
to moeilijkheden met zich meebracht, dat
Hen, ook al doordat het aantal aanvragen
steeds grooter werd, naar een andere behui-
2lng voor mannen moest omzien.
Eerst werden toen patiënten verpleegd in
hot heerenhuis aan de Hazepaterslaan te
Heemstede, daarna werd ook de vele malen
Verbouwde tuinmanswoning in gebruik ge-
nomen en toen de stichting steeds bleef
Snoeien verrezen paviljoens als Salem en
Eben Haëzer. Men kocht het oude gebouw
van het voormalige Scheepvaarthuis, dat
naar den tuin van de stichting, welke thans
don naam Meer en Bosch had verkregen,
overgebracht werd, er werd een fraaie kapel
gebouwd en ten slotte kwam de afdeeling
Hieuw Zoar tot stand1 met een kinder- en
klasse-afdeeling, goed ingerichte werkplaat
sen en alles wat voor een doeltreffende ver-
P'eging noodzakelijk is gebleken.
Deze geboifwen zijn omgeven door een
Praehtigen tuin met een bijenstal en een goed
onderhouden moestuin waar de patiënten,»
d'o zich daarvoor interesseeren dagelijks in
e vrije lucht arbeid kunnen verrichten.
"ot vrouwenhuis groeide uit tot de stich-
'ng Bethesda-Sareptn te Haarlem, waar
hans onder leiding van zuster-diakones
red_a-—Kleynenberg een 225-tal vrouwen en
'o'sjes zijn opgenomen, terwijl de stichting
eer en Bosch te Heemstede een 200-tal
hhnen en jongens huisvest.
Eerst bij een bezoek aan een dergelijke
stichting dringt het goed tot den belangstel
lende door welk een zegenrijk werk hier ver
richt wordt.
Lijders aan vallende ziekte, epileptici, zijn
ongelukkigen, die als het ware buiten het
maatschappelijk leven zijn gesloten. Aange
tast door deze vreeselijke en hardnekkige
ziekte kunnen zij ieder oogenblik een aanval
krijgen waarbij het bewustzijn plotseling
v/ordt uitgeschakeld, de patiënt zonder eenige
waarschuwing neervalt en zich dus ernstig
kan verwonden. Wij zullen niet verder op de
ziekte ingaan, wie wel eens een dier onge
lukkigen in een aanval gezien heeft begrijpt
dat lichaam en geest een geduchten knauw
krijgen en verwondert er zich niet meer over
als hij bij het overgroote deel dezer patiënten
daarvan de duidelijke kenteekenen consta
teert. Zij hebben iets van zwakzinnigen en
toch teekent zich op het gelaat der meesten
nog een blijmoedige berusting af, een vol
daanheid, die den indruk maakt dat zij heel
goed weten hoe het met hen gesteld is en
ten volle waardeeren dat er op deze manier
voor hen gezorgd wordt.
Het was een reciteerclub van jeugdige lij
ders, welke wij onder leiding van Broeder-
Diakoon Jonker het eerst bezocht hebben.
Gezellig om tafeltjes geroepeerd zaten een
dertigtal jongeren met een kopje thee en een
versenboekje en om beurten kregen zij ge
legenheid den bezoekers te toonen, dat zij
zich ook op het gebied der schoone kunsten
durven bewegen.
Dat ging alles heel ernstig en de broeder
die met zijn twee assistenten hier de leiding
had, was in het bezit van een voorzitters
hamer. Hij opende de bijeenkomst en gaf
heel officieel het woord aan een met name
genoemden verpleegde, die dan als een pauw
zoo fier naar het spreekgestoelte stapte, zijn
boekje op de met groen laken bekleede cathe-
der legde en zich rustig tot het gezelschap
richtte.
„Mijnheer de voorzitter, geachte vergade
ring", begon de inleider, „het gedicht dat ik
U zal voordragen is getiteld „Voorjaar".
En dan werd een eenvoudig versje van
tien, twaalf regels voorgelezen, dat door het
auditorium in volkomen stilte aangehoord
werd.
Als het applaus verstomd was en de spre
ker weer naar zijn plaats was teruggekeerd,
nam de voorzitter van deze bijeenkomst an
dermaal het woord.
„Ik geef nu aan de vergadering gelegen
heid aan- of opmerkingen op deze voor
dracht te maken. Wie mag ik daarvoor het
woord verleenen?"
Twee, drie vingers gingen dan geregeld
omhoog, een van een jongen, die onverander
lijk te kennen gaf, dat hij het heel mooi had
gevonden en dat z.i. de voordrager er erg
zijn best op gedaan had.
Maar de critiek was ook wel eens minder
mild, er kwamen opmerkingen, dat het te
vlug gelezen was, dat de spreker niet genoeg
op de komma's gelet had, dat hij te veel bin
nensmonds gesproken had en nog heel wat
meer, wat elke voordrager berustend in ont
vangst had te nemen.
Versjes van ernstige strekking wisselden
andere af en het is zeker teekenend voor het
gevoel dezer misdeelden, dat er in dat geval
niet geapplaudiseerd werd. Een jongen
bracht zelfs het dezer dagen gepubliceerde
gedichtje van Clinge Dcorenbos naar voren,
het versje op den jeugdigen Rotterdamschen
moordenaar, die tot levenslange gevangenis
straf is veroordeeld en onwillekeurig moesten
wij er aan denken, dat vrijwel al deze jonge
mannen ook levenslang in een gesticht zul
len blijven, maar hoeveel zonniger en vrien
delijker toch hun bestaan in deze omgeving
is te noemen.
Een dominé's zoontje sprak over de nach
tegaal. Hij spreidde de armen bij sommige
passages wijd uiteen en hief de gevouwen
handen bij den uitroep „O, Nachtegaal", bid
dend naar den hemel, een doofstomme bracht
vrijwel onverstaanbaar, met den vinger bij
wijzend, een versje ten gehoore en „Toon
tje", een 37-jarige verpleegde, die hier al een
cud gediende is, stak zijn grijnzend gezicht
naar voren en reciteerde van de jonge meis
jes waarmee hij zijn wagen had volgeladen
en die hij voortaan altijd weer op zijn kar
retje zou willen hebben. Hij applaudiseer-
de nog veel harder dan het auditorium en
het toppunt van algemeene vroolijkheid werd
■"'reikt toen gelegenheid tot critiek werd ge
geven en een der toehoorders verklaarde, dat
hij vond, dat de voordrager we-we-wel een
bee-beetje moei-moei-moeilijk uit zijn woo-
woorden was ge-gekomen.
Er was te veel wat nog bezocht en bekeken
moest worden om nog langer bij deze groep
te kunnen vertoeven. Wij zagen het mooie
kerkje, hoog en ruim met overal glas-in-lood
ramen waar zich des Zondags allen vereeni
gen en waar op feestavonden de voordragers
en musici een plaatsje op een afzonderlijk
platform vinden. Wij bezochten de slaapza
len, tot in de puntjes verzorgd, elk bed een
toonbeeld van zindelijkheid, met paarden
haren kussens, omdat een patiënt die een
„stil" toeval krijgt het gelaat in het kussen
kan drukken en.er dan geen gevaar bestaat
dat hij daarbij kan stikken.
Op de recreatiezaal waren eenige mannen
aan het oefenen op allerlei koperen blaas
instrumenten, want de Haarlemsche dirigent
zou weldra verschijnen en er moest krachtig
gerepeteerd worden om binnenkort bij het
vijftigjarig bestaan een jubileummarsch te
kunnen blazen.
Er waren werkplaatsen voor houtbewer I
kers, kleermakers enz., voor allen, die een vak
willen beoefenen, niet alleen om voor de
stichting nuttig werkzaam te zijn, maar bo
venal om daardoor mede te arbeiden aan
eigen herstel.
Er zijn' inderdaad soms patiënten, die ds
aan de stichting verbonden arts voor her
steld verklaart en die weer in de maatschap
pij terugkeeren, maar het grootste deel zijn
blijvende gasten, omdat hun physieke en
psychische toestand van dien aard is, dat zij
niet meer op voet van gelijkwaardigheid mee
hun medemenschen kunnen verkeeren.
In de groote paviljoens, waarvan de afdee
ling Nieuw Zoar in het bijzonder voor de
hulpbehoevenden bestemd is, heerst overal de
grootste netheid, trappen zijn breed en ge
makkelijk en aan den zijkant voorzien van
dichte afsluitingen om ie voorkomen, dat een
patiënt, wanneer hij plotseling een toeval
krijgt, door de spijlen naar beneden zou val
len. Wij bezochten o.a. leerkamers, met ban
ken en schoolborden, een bibliotheek, een on-
derzoekskamer, een kinderkamer, waar een
der vrouwlijke verplegers als tweede moeder
van deze misdeelde kleintjes optreedt en een
17-jarige poes, die niet meer loopen kan, zieh
beschikbaar stelt om door de patiëntjes om
beurten in het zonnetje te worden gedragen,
wij wandelden door den keurigen in Engel-
schen stijl aangelegden tuin, bezochten de
klas-afdeeling waar een zevental heeren van
diversen leeftijd genoegelijk rookend en pra
tend bij elkaar zaten en belandden vervolgens
in het rustvertrek der zusters-diakonen, die
v/eldra bewezen, dat zij niet alleen het verple
gen van patiënten, maar ook het zetten van
koffie met bijzondere toewijding en deskun
digheid op zich kunnen nemen.
In Januari zal het vijftigjarig bestaan her
dacht worden en tegelijkertijd wordt dan het
jubileum van den oudsten patiënt gevierd,
die veertig jaren in de inrichting verblijf heeft
gehouden.
Met het geld, dat hij in dien tijd met schoen
poetsen verdiend heeft, en dat inmiddels een
bedrag van 2300 is geworden, wil hij' iets
bijzonders doen en hij heeft te kennen gege
ven, dat hij de stichting dan een nieuw orgel
voor het kerkgebouw zal aanbieden.
Aan dezen maecenas, die niet van zijn plan
af te brengen is, heeft een der gebouwen reeds
een fraaie ganglamp te danken, een cadeau
dat de schenker zelf zoo mooi vindt, dat hij
heele avonden op de trap zit om er naar te
kijken, al maar uitroepen van bewondering
slakend en iedereen die voorbijkomt aanhou
dend om op zijn geschenk te wijzen en te vra
gen of dat niet iets moois is.
Wij hebben zoo'n stil vermoeden, dat hij
niet van zijn orgel zal weg te krijgen zijn als
de groote dag van zijn veertigjarig jubileum
eenmaal is aangebroken.
Wij hebben bij het bezoeken van krankzin
nigengestichten meermalen het verlangen
van vele patiënten opgemerkt om uit het
tehuis weg te komen, om zich weer vrij in de
maatschappij te kunnen bewegen.
Die zucht naar vrijheid vindt men in Meer
en Bosch niet, integendeel, alle patiënten
zouden niets liever dan voor goed in deze in
richting willen blijven. In de maatschappij
gevoelen deze ongelukkigen zich niet meer op
hun plaats, bevreesd als zij zijn ieder oogen
blik weer een aanval te kunnen krijgen. Hier
hebben zij dén schrik of het medelijden van
'hun omgving niet te vreezen, hier behoeven
zij zich niet te onthouden van sport en spel,
maai- wordt lichaamsbeweging, welke voor
hen geschikt blijkt, juist krachtig aangemoe
digd, hier kunnen zij in eiken vredelievenden
strijd als gelijkwaardige mededingen, hier is
<reen spot 'en verachting hun deel omdat allen
minderwaardig zijn en de broeders hun best
doen dit den patiënten zoo weinig mogelijk te
laten bemerken.
Er zijn vogels van zeer diverse pluimage,
vertelde broeder Jonker, toen wij op zijn ar
tistieke kamer al het vluchtig bekekene nog
eens de revue lieten passeeren. Er is o.a. een
Hongaarsch gravenzoontje, die in den oor
log zijn vader en moeder ijeeft verloren en
van wien niemand zich buiten het gesticht
meer iets aantrekt en er is een jeugdige baron,
die gekleed als alle anderen, zich in niets
van hen meer onderscheidt. Er zijn menschen,
die met deze vreeselijke ziekte geboren wor
den, en er zijn er, die na een val of zenuw-
inspanning eerst op lateren leeftijd de ver
schijnselen daarvan bespeuren. Voor sommi
gen, voornamelijk de klassepatiënten, wordt
betaald, voor verreweg de meesten moet het
suppletiefonds worden aangesproken. Hoe
veel epileptici blijven er niet hulpeloos achter
als vader en moeder gestorven zijn en de
familie zich niets meer van hen aantrekt. En
waar zou hun plaats anders zijn dan in dit
gesticht, de eenige neutrale inrichting er s
tegenwoordig nog een dergelijk katholiek
gesticht in Limburg waar men zich hun
lot aantrekt en hen liefderijk opneemt tot de
dood hen komt verlossen.
Elke patiënt kost de stichting gemiddeld
15 per week aan verpleegkosten en waar
zoo velen dit niet inbrengen, is er een supple
tiefonds noodig, waaruit altijd maar weer ge
put moet worden om de stichting in haar
tegenwoordigen omvang in stand te kunnen
houden.
Zoo ergens dan wordt hier de macht van
het kleine gedemonstreerd, want overal in
den lande zijn toegewijde belangstellenden
begonnen een zoogenaamd halve-stuivers-
fonds te vormen, een groepje plaatsgenooten
om zich te verzamelen, die bereid zijn elke
week voor dit werk een bedrag van 2 Yi cent
af te stadn. En ziet, uit deze halve stuivers
wordt een bedrag van bijna 100.000 per
jaar gevormd, de hoofdbron van bestaan voor
deze stichting, die, zonder eenige subsidie
van Rijk, Provincie of Gemeente, anders
reeds lang haar deuren had moeten sluiten
Nu denkt men zelfs aan uitbreiding, omdat
er nog een soort epileptici is, de onrustige
patiënten, die een afzonderlijk tehuis behoe
ven, daar zij in de krankzinnigengestichten,
waar men ze thans onderbrengt, niet thuis
behooren.
Er zijn vele liefdadige landgenooten, die
zich een der patiënten uitzoeken om speciaal
voor hem of haar te zorgen, hen op hun ver
jaardag te bezoeken en het gevoel te geven,
dat zij buiten het gesticht nog niet door ieder
vergeten zijn.
Eenmaal per jaar worden alle belangstel
lenden, deelnemers in het halve-stuiversfonds,
in de gelegenheid gesteld de stichting te be
zoeken. Dan komen er wel duizend gasten en
hebben de meisjes, die in haar van de modern
ste machines voorziene keukens verblijf hou
den, den geheelen breekbaren inventaris noo
dig om een zoodanig gezelschap een lunch te
kunnen aanbieden.
Wie het zegenrijke werk van deze stichting
aanschouwd heeft, wie de zorg en toewijding
heeft gezien waarmede de kleintjes op de
slaapzalen worden toegedekt, wie geconsta
teerd heeft hoe onder alle patiënten een geest
van vriendschap en door het gezamenlijk ge
dragen leed, van saamhorigheid is geboren,
wie bovenal de toewijding van het verplegend
personeel ziet, dat onder leiding van den be
minden besturenden broeder met liefde en
geduld zijn moeilijke taak vervult, die begrijpt
wel hoe onmisbaar een stichting als deze is
geworden en zal door het koopen van een
bloempje er zeker toe willen medewerken, den
financieelen basis waarop dit liefdewerk rust
zoo krachtig mogelijk te maken.
Ook de bisschop van Haarlem, monseigneur
Aengenent, heeft zijn instemming met deze
inzameling betuigd.
Wij brengen hier gaarne in herinnering, dat
mevrouw Hak hier'ter stede, met eenige haar
behulpzame dames, de zorg voor het halve-
stuiversfonds op zich heeft genomen en dat
zij en de heer Grondsma, als samenstellers
van het thans opgerichte comité, van harte
hopen, dat de Alkmaarsche bloemetjesdag in
alle opzichten een succes zal mogen worden.
Daarom had hij een amendement voorgesteld
om die verplichte splitsing in een facultatieve
te veranderen en dat wel op die wijze, dat de
houder van een tapvergunning, die ook wil
gaan slijten, dit zal kunnen doen in een daar
voor ingerichte localiteit, die van den open
baren weg af voor het publiek toegankelijk
zal moeten zijn, maar overigens onmiddellijk
naast de andere inrichting zal mogen gele
gen zijn. De minister gevoelde daarvoor ech
ter niet veel, omdat wanneer een slijterij vlak
naast een tapperij is gelegen en beiden door
denzelfden persoon worden geexploiteerd, de
toestand allicht zoo wordt, dat wie schijnbaar
naar de slijterij gaat in het verborgene de
tapperij bezoekt en dat moet vermeden wor
den. De heer Kortenhorst gaf evenwel niet
spoedig kamp hij vond het billijk in het bij
zonder in de kleine gemeenten den verkoopers
van sterken drank aldus het leven minder
lastig te maken en eerst toen hij begreep,
dat de Kamer zijn amendement niet wilde,
nam hij het terug.
Roode Bordeaux f 0 85 pr. fl.
Oporto- en Samoswijnen f 0.95
Spaansche Wijn f 1.30
Korting bij afname van 12, 24, 48 fl.
resp. 5 7 10
DEN HAAG, 8 Mei 1931.
Na het voorpostengevecht van enkele da
gen in den vorm van algemeene beraadsla
gingen, heeft de Tweede Kamer gistermiddag
den strijd over de nieuwe Drankwet ingezet
met de behandeling der artikelen.
Het zal minister Verschuur in den beginne
nogal mede zijn gevallen. Immers er moge
lang gestreden oftewel gepraat zijn over het
eerste artikel der wet, ten slotte is hij als
overwinnaar uit het strijdperk getreden.
Dat artikel 1 geeft een omschrijving van
een aantal begrippen, welke in de nieuwe wet
voorkomen. Daarop waren drie amendemen
ten ingediend. De eerste omschrijving welke
art. 1 geeft is dat ondier „sterken drank"
wordt verstaan drank, die voor vijftien of
meer procent uit alcohol bestaat, met uit
zondering van wijn.
De heer Boon (Lib.) had als amende
ment voorgesteld te lezen, dat dit percen
tage moet zijn geconstateerd bij een tempera
tuur van 4 gr. Celsius.
De minister had uiteraard geen bezwaar
tegen deze bij wetenschappelijke onderzoekin
gen zeer gebruikelijke bepaling en nam haar
over.
Een tweede amendement was van den heer
Kortenhorst (R.K.) De nieuwe wet on
derscheidt „tapvergunningen" en „slijtver-
gunningen". Dit is een nieuwigheid, welke
dec heer Kortenhorst blijkbaar te ver ging.
Dat heeft ook de heer Van der Heide
(S D.A.P.) gedaan met zijn amendement
strekkende om een ander onderscheid tusschen
sterken drank en zwak-alcoholischen drank te
maken dan de regeering had voorgesteld
De regeering had voorgesteld onder sterken
drank te verstaan drank met 15 en meer per
centen alcohol, onder zwak-alcoholische
dranken wijn, bier, vruchtenwijn en andere
dranken, die minder dan 15 percent bevatten.
De heer Van der Heide had bij amendement
voorgesteld als sterken drank te beschouwen
eiken drank met alcohol, al bedraagt dit ook
slechts één percent, met uitzondering evenwel
van bier en wijn, ook al zijn deze hoog aan
alcoholgehalte. De noodzakelijkheid van deze
Vijziging zag niemand der vele sprekers, die
er het woora over voerden, in, wel begreep
men dat dit tot zonderlinge consequenties
zou kunnen leiden en de minister Tiet niet na
daarop te wijzen. De heer Van dor Heide is
ten slotte toen hij zag, dat zijn voorstel geen
kans had, zoo wijs geweest het weer in te
trekken, waarop art. 1 zonder stemming en
onveranderd werd goedgekeurd.
Dat was een eerste overwinning voor mi
nister Verschuur, doch hij kon hecken nog
een tweede boeken.
In art. 3 wordt vastgelegd het begrinsel,
dat wie sterken drank in het klein wil ver-
koopen van B. en W. daartoe een vergun ning
moet hebben, terwijl een hotelvergunning of
sociëteitsvergunning bij Gedeputeerden n^oet
worden aangevraagd. Aangegeven wo'rdt
wat er in een desbetreffend verzoekschrift
behoort te staan en o.a. is bepaald: „Bij h jet
verzoekschrift wordt gevoegd het bewijs, d. at
de verzoeker de beschikking over die local. t-
teiten zal hebben, wanneer hem de vergun*-
ning zal zijn verleend". H
Dit was den heer Van Hellenberg
H u b a r (R K.) te machtig met het oog op
het feit, dat het jaren en jaren kan duren
eer een vergunning kan verleend worden en
ook de heer Boon (Lib.) meende dat de
minister met die voorwaarde te ver was ge
gaan. Ook hij had een amendement ingediend
om dat te schrappen, doch hij trok zijn voor
stel voor dat van den heer Hellenberg in.
Het heftigst verzette zich de heer Oud
(V.-D.) tegen het amendement, omdat hij
meende, dat door die bepaling een einde zou
komen aan de tallooze vergunningsaanvra
gen, welke onder de tegenwoordige Drankwet
worden ingediend en die niets anders zijn als
speculatie zonder dat de aanvrager er ook
maar een oogenblik aan denkt zelf een ver
gunningszaak ooit te drijven. Men zal nu
lijsten van enkel serieuze aanvragen krijgen,
die bovendien van veel bescheidener omvang
zullen zijn dan de tegenwoordige. De minis
ter schaarde zich naast den heer Oud, doch
de heer Be urn er (A.-R.) meende, dat de
heer Hellenberg het gelijk aan zijn zijde
had, de voorwaarde, dat men misschien reeds
jaren tevoren zich de beschikking over een
perceel moet verzekeren vond hij irrationeel
en onwettig.
Minister Verschuur trachtte in over
eenstemming met een door den heer Oud ge
opperde gedachte den heer Van Hellenberg
Hubar te bewegen zijn amendement in te
trekken door de belofte in een overgangsbe
paling een regeling te treffen, waarbij de
oude lijsten van aanvragers zouden worden
vervangen door nieuwe, waarop dan enkel
serieuze vergunningscandidaten zouden voor
komen, maar de voorsteller gaf er de voor
keur aan, dat er over zijn amendement zou
worden gestemd. En de minister mocht met
vreugde constateeren, dat het met 41 tegen 14
stemmen werd verworpen. Het art. 3 is daar
op alweer zonder stemming goedgekeurd
Art. 4 bepaalt, dat er geen vergunning
noodig is voor internationale treinen met
restauratiewagens en voor de cantines der
soldaten.
De heer Van der Heide (S.D.A.P.)
wilde de laatste bepaling geschrapt zien als
buiten dan tijd. Er is daarover nog heel wat
te doen geweest, doch een beslissing er over
valt eerst Dinsdag, -