DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VEILIG VERKEER.
Ko. 130
De Bond van Vrijwillige Verkeersinspectiën in Nederland houdt
morgen door het geheele land propaganda-tochten.
Het zou verkeerd zijn om het verkeerde verkeer
niet in veilig verkeer te doen verkeeren.
VHIJÜ4G 5 JU\I 1931
133e Jaargang.
BEZOEKT DE
lüt het JUideMMl
ZOIDAG 7 JI1I 3931.
HALF TWEE.
(62 inschrijving-en)
Alcmai'ia" V.V.V.
fiaqjeÜïksdi QxietzicM
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Dil nummer bestaat uit 2 bladen.
Leden van de Vrijwillige Verkeersin-
spectie zijn automobilisten, die op goe
den voet verkeeren met de verkeers
politie en die daarom een keer willen
brengen in het verkeerde verkeer.
Dat lijkt heel ingewikkeld, maar het
ls toch heel eenvoudig. Het zijn wegge
bruikers, die, juist omdat zij zoo vaak
achter het stuur zitten, maar al te goed
weten, dat de veiligheid op onze Neder-
landsche verkeerswegen nog zoo heel
veel te wenschen overlaat
Zij huldigen de opvatting, dat voor
komen nog altijd beter is dan genezen
en waar een groote categorie hunner
medemenschen zich georganiseerd heb
ben om de gevolgen van een verkeers
ongeval door snelle en doeltreffende
hulp zoo miniem mogelijk te doen zijn,
daar hebben zij zich georganiseerd om
,te trachten de weggebruikers een zoo'n
deugdelijke verkeersopleiding te geven,
dat de gevaren van den weg daardoor
belangrijk zullen verminderen.
Wij leven nu eenmaal in den tijd, dat
het snelverkeer zich vlugger ontwikkelt
dan de verandering welke de wegen
nooaig hebben om zich bij het moderne
verkeer aan te passer.. En waar eiken
dag de couranten nog een lange lijst van
ernstige ongelukken publiceeren, is het
duidelijk, ''at er nog wel iets hapert aan
de volksopvoeding wat het verkeers-
vraagstuk betreft en de veiligheid van
allen, die noodgedwongen dezelfde
wegen gebruiken, eischt daarom, dat er
niet alleen een verkeersorganisatie
moet zijn, die onderwijzend optreedt,
inaar die bovendien een controleerende
taak moet hebben zoodat zij niet alleen
theoretisch maar ook practisch tot een
ve'lig verkeer zal kunnen medewerken.
Dat lichaam is de Bond van Vrijwil
lige Verkeersinspectiën, die verschillen
de provinciale vereenigingen omvat.
De leden van dien bond zijn automo
bilisten, die op geregelde tijden hun
wagen voor een inspectie-tocht beschik
baar stellen en dan een Rijksveldwach
ter in politiek of uniform als gast
in hun wagen krijgen met wien zij een
tocht over de buitenweger maken en
die regelend en ingrijpend optreedt wan
neer de omstandigheden dat noodig
maken.
De automobilist zelf onthoudt zich
daarbij van elke actie en beide inzitten
den onthouden zich van verkeersinspec-
tie in de kom der gemeente, waar men
dit werk gerust aan het plaatselijke
politiecorps kan overlaten.
Men bepaalt zich dus tot de buiten
wegen maar juist hier, waar de wegge
bruikers zich veilig wanen voor het
speurend politie-oog, worden de erger
lijkste verkeersfouten gemaakt en na
eiken inspectietocht kan men dan ook
terug met de mededeoling, dat er weel
een groot aantal waarschuwingen en, in
ernstige gevallen, processen-verbaal zijn
gegeven.
De taak der politie is niet allereerst
straffend, maar inlichtend en waar
schuwend op te treden en zoo eenigszins
mogelijk vorder verkeerszondaren dan
•ok op hun fouten gewezen.
Blijkt echter, dat dit onderwijs niet
vruchtdragend is, of wordt opzettelijke
bemoeilijking van het verkeer gecon
stateerd dan is er geen pardon voor de
overtreders en zien zij plotseling een
man met een zakboek'e voor zich staan,
die zich bijzonder belangstellend toont
voor hun naam, woonplaats en allerlei
bijzonderheden om hun identiteit nauw
keurig te kunnen vaststellen.
Menige vrachtrijder, die met zijn
zwaarbeladen 'wagen rustig midden op
den weg bleef, die noch links noch
rechts eenige ruimte voor inhalen gaf
eu elk waarschuwingssein volkomen ne
geerde, heeft'al tot zijn schrik bemerkt,
dat de ongeduldige heer, met. wiens
machteloos claxongeloei hij zich een
fijdjo vermaakt had, zich eensklaps als
rijksveldwachter legitimeerde en onder
vond de financieele gevolgen welke de
kantonrechter gewoonlijk aan een der-
ge|ijke ontmoeting weet vast te kop
pelen.
Automobilisten, motorrijders, wielrij
ders, ruiters en voetgangers, die niet
rechts houden, die niet links inhalen, die
geen ruimte tot passeeren geven, die den
verkeersweg als racebaan gebruiken, die
onvoldoende of verblindende lichten ver-
toonen, die hun lichten niet tijdig doo-
ven, die het verkeer van rechts niet laten
voorgaan, kortom die zich in het alge
meen aan de verkeersregelen bezondi
gen, zij allen hebben te bedenken, dat
zij ook op de buitenwegen voortdurend
gecontroleerd worden.
Het symbool van de Vrijwillige Ver-
keersinspectie is een groot open oog, dat
men op gevaarlijke verkeerspunten ziet
aangeplakt en dat symbool wijst er reeds
op, dat geen verkeerszondaar ooit be
hoeft te verwachten, dat het gevaar dat
hij op den weg veroorzaakt onopgemerkt
en ongestraft zal blijven.
Zooals er tegenwoordig een moeder
dag en een vredesdag is, zoo is er ook
een verkeersdag, welke voor dit jaar op
morgen, Zaterdag 6^ Juni, is vastgesteld.
Dan zullen cjg raÉtkeersinspectiën uit
het geheele la in eigen provin
cie, groote tochtd1? ondernemen en over
al, op alle plaatsen welke men door-
tiekt, wordt »en verkeerscourant uitge
reikt welke voor deze gelegenheid in
meer dan 100.000 exemplaren gedrukt is.
In Noord-Holland worden in een twin
tigtal der voornaamste gemeenten mor
gen 10.000 exemplaren dezer verkeers
courant rondgedeeld. Op alle scholen,
tct in de kleinste gemeenten, wordt in de
twee hoogste klassen een verkeersver-
haal uitgereikt en den onderwijzers is
verzocht daarbij de noodige toelichting
te willen geven en aan caféhouders, win
keliers en allen, die daarvoor in aanmer
king komen, worden reclamecartons met
het opschrift „Kijk uit! Veilig Verkeer!"
verstrekt, welke zij in hun gelagkamers
en winkels kunnen ophangen.
In die verkeerscourant, uitgegeven
onder redactie van den heer C. J. van
Wijngaarden van Rees, secretaris van
de,. Bond van Vrijwillige Verkeersin
spectiën, wordt in een inleidend artikel
iedereen opgewekt om te ontwaken tot
het bewustzijn dat het ieders plicht is
om de leuze „Veilig Verkeer!" tot wer
kelijkheid te doen worden.
En verder vinden wij hierin bijdragen
van den voorzitter van den Bond, Baron
Schimmelpenninck van der Oye, van
den voorzitter van de A. N. W. B., van
den voorzitter van den Kon. Ned. Auto
mobielclub, van den Alg. voorzitter van
den Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland, van minister Reijmer, van
den Rotterdamschen Hoofdcommissaris
van Politie, van den burgemeester van
Utrecht en vele andere bijdragen
welke in tekst en illustratie nauwkeurig
aangeven wat men op den weg niet mag
doen, wat men wel moet doen en hoe
men dat moet doen.
Wij hebben menigmaal automobilisten
hooren verkondigen, dat zij veiliger in
Amsterdam dan in Alkmaar kunnen
rijden.
In een groote stad kent men de geva
ren van het verkeer en heeft men voor
een groot deel reeds geleerd zich daarbij
aan te passen.
Geen Amsterdammer zal den rijweg
oversteken voor zich overtuigd te heb
ben dat daarbij, voor zoover hij kan na
gaan, geen gevaar is. Hij steekt recht
over en schikt zich op alle kruispunten
volkomen naar de bevelen van den ver
antwoordelijken verkeersagent.
In plaatsen als Alkmaar komen ken
nissen elkaar midden op den rijweg
tegen en blijven daar een beetje praten.
Wie oversteekt doet dat gewoonlijk in
schuine richting en er zijn soms heel
wat waarschuwende signalen noodig
voor men er toe besluiten kan een beetje
op zij te gaan om een auto te laten pas
seeren.
Dank zij de gemakkelijke wijze waar
op het rijbewijs te verkrijgen is ge
brekkige automobilisten behocren niet
toe de zeldzaamheden en het feit, dat
de openbare vveg nog altijd noodgedwon
gen de plaats is waar men voor zijn
examen moet oefenen en de noodige
•routine moet verkrijgen, kunnen onge
lukken niet uitblijven. Het publiek ver
trouwt in het algemeen op de rij-capaci-
"""z"imijiMinnirr
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA-
»^w«mnnannaH^H
teit van de bestuurders en menigeen,
die rakelings door een auto gepasseerd
wordt, beseft niet hoe achter het stuur
daarvan dikwijls een nieuweling is geze
ten, die zich nog meer over den goeden
afloop verbaast dan de bijna overreden
voetganger.
De voorzitter van de Afdeeling Noord-
Holland die in haar jaarverslagen
steeds van bijzondere activiteit getuigt
de heer G. A. Conijn te Alkmaar en de
secretaris en vertegenwoordiger dier af
deeling, de heer C. Ch. Walraven, al
hier, hebben den propagandatocht in
deze provincie in tweeën gesplitst.
Een tocht wordt gemaakt vanuit Hil
versum vanwaar de deelnemers allen
leden der Vrijwillige Verkeerspolitie
naar Aalsmeer rijden waar geluncht zal
worden en een tocht begint morgen, voor
Noord-Holland boven het IJ in Alkmaar,
waar men om half tien vanuit de Kruis-
laan zal wegrijden om naar Hoorn te
gaan, waar geluncht wordt, waarna men
in den namiddag te Velserend allen bij
elkaar komt.
Beide groepen leggen morgen een
tocht van pl.m. 150 K.M. af bezoeken
ongeveer 100 gemeenten, en overal waar
zij doortrekken zullen op ruime schaal
de verkeerscouranten verspreid wor len
waarvoor de autoriteiten de meest moge
lijke medewerking toegezegd hebben.
Wanneer wij ten slotte nog mededee-
len, dat met het oog op dezen algemee-
nen verkeersdag de secretaris van den
Bond de heer C. J. van Wijngaarden van
Rees heden (Vrijdag)avond om kwart
voor acht een radiolezing zal houden
waarin hij op de beteekenis van den dag
van morgen zal wijzen, dan-maken wij
voor ditmaal een uitzondering op den
regel, dat wij geen gedichtjes publicee
ren en dan nemen wij uit de verkeers
courant het volgende versje over omdat
daarin in kort bestek zoo volledig wordt
weergegeven waaraan alle automobilis
ten zich hebben te houden.
Gaat gij uit met uw machine,
Vul water, olie en benzine.
Rijd nooit te snel en houd U klaar,
Want overal dreigt gevaar.
Zijt ge soms walt droef te moede,
Wees ter dege op uw hoede.
Maar let speciaal op, hoe ge rijdt,
Wanneer ge extra vroolijk zijt.
Tegenwoordigheid van geest
Behoeft men wel het allermeest.
Want raakt ge daad'lijk van uw stuk,
't Brengt U en and'ren ongeluk.
Achter 't stuur mag niets U hinderen;
Ga nooit alleen met hond of kind'ren.
Signaleer niet dan hóóg noodig,
Al dat lawaai is overbodig.
Geef bijtijds en duid'lijk aan
De richting, die gij wenscht te gaan.
Maar staat de pijl aan één kant uit,
Kom niet terug op uw besluit,
Ter wille van uw achterbuur,
Hij wendt terecht naar U zijn stuur.
Bij kruispunt raas niet roek'loos door,
Want wie van rechts komt, die gaat
voor.
Alleen de tram op vaste baan,
Mag ook van links het eerste gaan.
Een druk gesprek is uit den booze,
Nog grooter fout is: minnekoozen.
Verblind nooit door tè felle lichten,
't Is een van d'allereerste plichten.
Demp lampen tijdig bij 't passeeren,
Wat g' ook van and'ren zoudt be-
geeren.
Let goed op de verkeerspolitie.
Zij wijst U met zeer veel ambitie;
Gehoorzaam stipt haar manuaal,
Want anders volgt proces-verbaal.
En maakt soms een verkeersagent
U op onachtzaamheid attent,
Blijf rustig en beken uw fout,
Opdat men U als „heer" beschouwt.
Wie opspeelt en begint te razen,
Gooit altijd in zijn eigen glazen.
En houdt ge U aan al deez' wenken,
Het rijden zal U vreugde schenken.
Ge keert met enthousiasme weer
Ep zijt een voorbeeld voor 't verkeer.
Als dit gedichtje nu eens algemeen
van buiten geleerd werd en als alle auto
mobilisten zich eens voornamen de daar
in gegeven wenken steeds ter harte te
nemen, dan zouden wij met vreugde
constateeren, dat de Bond van Vrijwil
lige Verkeersinspectiën ontbonden zou
kunnen worden, niet omdat wij dien
Bond niet sympathiek vinden, maar eeif-
voudig omdat dit opvoedend en contro
leerend lichaam dan geen taak meer
zou hebben en dus doelloos zou zijn
geworden.
MOTORRACES te Alkmaar
Den Haag, 4 Juni 1931.
De Tweede Kamer heeft heden met 58
Iepen 6 stemmen verworpen een amendement
van den heer Knottenbelt op art. 19 van het
peldschietersontwerp-Van den Bergh om de
intrekking door B. en W. van een concessie
slechts dan te veroorloven, wanneer de be
trokkene binnen vijf jaar tweemaal is veroor
deeld wegens overtreding van de wet. Het
ontwerp eischte daarvoor geen rechtelijk
vonnis. Dit is de eenige keer dat er bij de be
handeling van het ontwerp is gestemd. Het
was verder een soort van stuivertje-wisselen:
nu eens werd een amendement door de voor
stellers overgenomen, dan weer werd een
amendement na bestrijding teruggenomen
en dat ging alles zoo genoeglijk, dat heden
in een paar uur de wetsvoordraacht was af
gehandeld en in stemming kwam. Dat is ook
al glad gegaan; de heer Snoeck Henkemans
(c.h.) verklaarde mede namens eenige partij-
genooten geacht te willen worden tegen ge
stemd te hebben, en bij wijze van compensatie
deelde de heer Knottenbelt (lib.) mede, dat
hij en zijn partijgenooten de wet wilden aan
vaarden. En toen is het ontwerp z.h.s. goed
gekeurd. De heer Van den Bergh is met dit
succes gelukgewenscht, terecht, want hel
is, voorzoover wij kunnen nagaan, de eerste
maal, dat een sociaal-democratisch wetsvoor
stel bij de Kamer genade vindt.
Nu moet het de spitsroeden passeeren bij
de Eerste Kamer, waarbij de heer Van den
Bergh krachtens opdracht van deze Kamer
als verdediger er van zal optreden en dan
moet het voorstel nog genade vinden bij de
regeering. In veilige haven is het voorloopig
dus nog niet.
Daarna heeft de Kamer zich gezet tot be
handeling van de wijziging van de Auteurs
wet met het oog op bemiddeling inzake het
muzikaal auteursrecht. De strekking van het
voorstel is aan het Nederlandsche bemidde
lingsbureau B.U.M.A. tot op zekere hoogte
een monopolie op dit gebied te verschaffen en
tevens aan het bureau S.A.C.E.M., dat van
Fransche herkomst is, het leven hier te lande
vrijwel onmogelijk te maken.
Dat de zaak in de kunstwereld heel wat
beroering heeft gewekt, was af te leiden uit
de lange lijst van adressen, waarvan het ka
merlid Van Dijk een resumeerend overzicht
gaf als inleiding tot de besprekingen. Het
was daarentegen opmerkelijk, hoe schaars de
leden aanwezig waren bij de besprekingen.
Het debat werd geopend door twee dames;
mevr. mr. Bakker—Nort (v.d.) en mej. mr.
Frieda Katz (c.h,), die geen van beiden
bijzonder gunstig over het wetsvoorstel dach
ten. Eerstgenoemde vond het vooruitzicht
voor muzikaal Nederland om te staan tegen
over een monopolie, dat zoowat met iedereen
overhoop ligt, niet aanlokkelijk en achtte het
oogenblik gunstig om S.A.C.E.M. en B.U.
M. A. te bewegen een combinatie aan te gaan.
Mej. mr. Katz achtte de voorgedragen rege
ling te vaag, terwijl haar juridisch hart in
opstand kwam tegen het opdringen van een
bepaalden gevolmachtigde voor de hand
having van eenig recht. De rechthebbende
moet vrijheid hebben om tot gevolmachtigde
aan te wijzen, wien hij geschikt acht.
Ook zij sprak niet vriendelijk over B.U.
M.A. en meende, dat het volstrekt niet vast
staat, dat deze onderneming ten onder zal
gaan, wanneer dit ontwerp niet wordt aange
nomen. Het eerste gevolg van aanneming van
het voorstel zal zijn, dat de belanghebbenden
duurder uit zullen zijn. De spreekster vond
het ontwerp in strijd met geest en letter van
ae Berner Conventie en drong er bij den mi
nister van justitie op aan het voorstel terug
te nemen.
Daarop volgden twee mannelijke voorstan
ders: de heeren Van Dijk (a.r.) en Rutgers
van Rozenburg (c.h.) De eerste kenmerkte het
voorstel als een noodwet ten einde de Neder
landsche instelling B.U.M.A. te redden
tegenover de overmacht van S.C.E.M., welke
een ongeoorloofd overwicht uitoefent. Zijns
inziens is dat een verkeerde toestand, waar
aan de wet een einde'behoort te maken. On
geveer in denzelfden geest sprak de Rutgers
van Rozenburg, die daarbij iri het bijzonder
werkte op het vaderlandslievende gevoel zij
ner hoorders.
Morgen worden de beraadslagingen voort
gezet.
Aan den heer Oud (v.d.) is verlof verleend
op een nader te bepalen dag de regeering te
interpelleeren over de toepassing van de
Tarwewet. Intusschen zal de heer Wijnkoop
(comm.) van zijn recht gebruik maken om
morgenmiddag een paar vragen tot den mi
nister van Binnenlandsche Zaken te richten
over de uitvoering van dezelfde wet.
DE CONSOLIDATIE VAN DEN
WERELDVREDE.
Een lange redevoering van Henderson.
Gisteravond heeft de Engelsche minister
van buitenlandsche zaken, Henderson, een
groote redevoering gehouden over de „Con
solidatie van den Wereldvrede". In deze rede
voering zette Henderson o.a. het volgende
uiteen;
Ten opzichte van iedere vooruitstrevende
politiek is gedurende de laatste ovaalf jaren
de openbare meening der volkeren steeds
verder gegaan dan dat, wat de regeeringen
bereid waren te doen. Gelijk het gegaan is
met de moreele ontwapening, evenzoo zou
het volgens sprekers overtuiging gaan met
de daadwerkelijke ontwapening. De volkeren
daarentegen zijn bereid tot alles en meer dan
alles wat de regeeringen willen toestaan. Wat
de waarheid.ook moge zijn omtrent de re
geeringen, de volkeren ten minste, zijn er van
overtuigd dat de vrede geenszins verzekerd
kan worden door een wedstrijd in bewape
ningen. De volkeren daarentegen zijn bereid
tot alles en meer dan alles wat de regeeringen
willen toestaan. Wat de waarheid ook mog*
zijn omtrent de regeeringen, de volkeren ten
minste, zijn er van overtuigd dat de vre le
geenszins verzekerd kan worden door een
wedstrijd in bewapeningen. De volkeren zijn
begonnen de fundamenteele waarheid te be
grijpen, dat geen natie op zich zelf alleen kan
bestaan. Zij zijn bereid zich door hun staats
lieden te laten leiden naar een nieuwe wereld,
waaruit de oorlog verdreven is. Sprekers
eenige vrees is, dat de volkeren niet zullen
begrijpen, welke kans hun de ontwapenings
conferentie van het volgende jaar biedt en dat
zij hun regeeringen er niet toe zullen brengen
te begrijpen dat haar delegaties ter confe
rentie niet bout genoeg kunnen zijn en niet
ver genoeg kunnen gaan. „Persoonlijk vrees
ik, dat de volkeren de regeeringen niet tijdig
zullen toonen, dat zij kunnen rekenen op
steun voor alle beperkingen hoe drastisch
ook, waarover de conferentie het eens zou
kunnen worden".
In den aanvang van zijn redevoering had
Henderson reeds uiteengezet dat de staats
lieden en volkeren eeuwenlang slechts nega
tief gedacht hadden aan vrede, n.1. als inter-
mezzi in de conflicten der volkeren. Thans
moet de opvatting tot hen doordringen dat
de vrede het groote opbouwende ideaal is,
dat ijverig moet worden nagestreefd. De
wereld moet worden georganiseerd voor den
vrede, gelijk zij georganiseerd is geweest
voor den oorlog en de stichters van den
vrede moeten de krachten der openbare mee
ning richten naar wel verwogen voorbereide
en zorgvuldig afgestemde inspanning, wan
neer men de vreeselijke ramp van een nieuwe
wereldtragedie uitgevochten onder nog
vreeselijker omstandigheden dan de vorige,
wil afwenden. In dit verband wees Hender
son op de versterking van het algemeene
gezag en prestige van den Volkenbond en
verklaarde dat de dag, zooal niet reeds ge
komen, dan toch nabij was, waarop het on
denkbaar zou zijn, dat een natie zou weige
ren, haar twistpunten voor te leggen aan
hetzij den Volkenbondsraad, hetzij aan het
Permanente Hof van Internationale Justitie.
Het wezen van die verandering ligt niet in
het groeien van het gezag, dat de Volken
bond kan doen gelden, maar eerder in de
verandering van den geestestoestand, welke
de regeeringen thans toonen, d.w.z. een ont
wikkeling van den gemeenschapszins onder
de volkeren der wereld. Het verwonderlijke
in verband met de pogingen van den kant der
volkeren om hun militaire voorbereidingen
en allianties als maatregelen van zelfverdedi
ging is het uitblijven van een waardeering
voor het gevaar dat onafscheidelijk verbon
den is met groote bewapeningen. De er
varing toont aan dat de wereldvrede niet
langer gewaarborgd kan worden door be
wapeningen en dat de moderne wijze van
oorlogvoeren niet langer kan worden gelo-
caliseerd.
Zoo verschrikkelijk de laatste oorlog ge
weest is, iedere volgende oorlog moet on
eindig vreeslijker zijn.
„Vergist U niet. Tenzij door successieve en
misschien langs geleidelijke stadia wij de ont
wapening van de wereld tot stand kunnen
brengen, zal het onschuldige volk he4
slachtoffer worden van doodelijke aanvalwa
uit de lucht".
Spr. was er van overtuigd, dat de volkeren
overal verlangen naar ontwapening en wan
neer de conferentie van het volgend jaar
slaagt, zal een zucht van verlichting en dank
opstijgen en het vertrouwen en de veiligheid
zullen groeien en meer tot stand brengen,
dan elke andere afzonderlijke factor bij hef
overwinnen van de huidige economie*?*
crisis.
O