DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
.58juUetdand
fDxtqdiihsch Overzicht
LBiiwwfauid
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon-
er Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENs
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groot*
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA,
BLOEDIGE BOTSINGEN OP EEN
NATIONAAL SOC. GOUWDAG.
DRIE KINDEREN IN EIFELDORP
OVERREDEN EN GEDOOD.
ERNSTIG SPOORWEGONGELUK IN
OPPER-SILEZIE.
ERNSTIGE VLIEGONGELUKKEN IN
ROEMENIE.
DE BRAND IN HET GLAZEN PALEIS
TE MUNCHEN.
De brand een ramp.
INDRUKWEKKEND MILITAIR
SCHOUWSPEL IN ENGELAND.
Vaandelparade te Londen.
COMMUNISTEN IN ITALIË
VEROORDEELD.
Gevangenisstraffen wegens aan
slag op den Koning.
ALKMAARSCHE COURANT.
lo. 133
MAA1DAG 8 JUXI 1931
133e Jaargang.
Oit nummer bestaat uit 2 bladen.
HET BEZOEK DER DUITSCHERS
TE LONDEN.
Verschillende besprekingen tusschen de
Engelsche en Duitsche ministers.
Zaterdagmiddag te ruim 12 uur zijn te
Duitsche rijkskanselier dr. Brüning en
cle Duitsche rijksminister van buiten-
landsche zaken, dr. Curtius, vergezeid
van den. legatie-raad von Plessen en dr.
Schmidt, per auto naar The Checquers
vertrokken, nadat zij een uur te voren
in de Duitsche ambassade de leden van
de Duitsche kolonie hadden ontvangen
Daar heeft dr. Brüning een rede
gehouden, waarin hij de 200 aan
wezigen aan den bizonder moeilijken
•economischen toestand herinnerde,
waarin het vaderland verkeert. Hij ge
waagde van de groote offers, welke door
het Duitsche volk worden gebracht en
gebracht zijn om de zware lasten uit het
buitenland, welke op hen drukken, op te
brengen en om ook de eigen financiën
in orde te brengen. Spr. was naar Enge
land gekomen om openlijk met de En
gelsche staatslieden te spreken, in de
hoop dat hij hier een houding van be
grijpen en tegemoetkoming vinden zal.
Na deze rede begaven de gasten zich
op het terras van de ambassade ten
einde den terugkeer van de koninklijke
familie gade te slaan.
Toen ging het naar The Checquers,
waar MacDonald zijn gasten een maal
tijd aanbood. Daarna trokken zich de
Duitsche en Engelsche ministers terug
in de bibliotheek en maakten zij een
aanvang met de besprekingen van ver
schillende door de Duitsche ministers
ter sprake gebrachte vraagstukken. Het
onderhoud duurde den geheelen middag
er. had in het bijzonder betrekking op
den financieelen toestand van Duitsch
land. Voor den avondmaaltijd maakten
de aanwezigen een kleine wandeling
door het park. Na het diner werden de
gedachtenwisselingen voortgezet,
Des Zondags werd allereerst een mis
bijgewoonr in Aylesburg, waarna het
noenmaal op Checquers gebruikt werd.
Daaraan namen deel, behalve den gast
heer en de Duitsche gasten, de Engelsche
minister van Buitenlandsche Zaken en
echtgenoote, en Graham, de minister van
Handel.
Voorts de permanente secretaris van
Buitenlandsche Zaken, Sir Robert Vaa-
cittart, Sir Lee Ross van het ministerie
van financiën, de minister van Marine
Alexander en echtgenoote, de gouver
neur van de Bank of England, Montagu
Norman, de nieuwbenoemde particulie
re secretaris van den Koning, Sir Cleve
Wigrarn en echtgenoote en de kinderen
van MacDonald.
Verder waren aanwezig de Duitsche
gezant, Freiherr van Neurath en de eer
ste gezantschapsraad, graaf Bernstorff.
MacDonald had bovendien Bernard
Shaw en echtgenoote uityenoodigd.
Na het noenmaal hadden wederom be
sprekingen plaats die tot ongeveer had
vijf duurden. Hierna zijn de Duitsche
ministers gezamenlijk met den Duit-
schen gezant naar Londen teruggekeerd,
van buitenlandsche zaken hebben zich
De Rijkskanselier en de Rijksminister
begeven naar het Duitsche gezantschap,
waar de vertegenwoordigers van de
Duitsche pers aanwezig w:ren. De njks-
kanselier nam aan de persbesprekingen
echter geen deel. Dr. Curtius las het op
gestelde commünique voor en verklaar
de, dat hij geen verdere besprekingen
wenschte.
Allereerst vermeldde dr. Curtius oe
buitengewoon hartelijke ontvangst op
Chequers. Van Dutische zijde is de drin
gende wensch geuit deze gastvrijheid
zoo poedig mogelijk in Duitschland te
kunnen reciproceeren.
Omtrent den inhoud van het commu
niqué zeide dr. Curtius nog, dat hij ei
nogmaals den nadruk op wilde leggen,
dat hij niet terugkeerde van een confe
rentie,' doch van een vriendschappelijk
bezoek. De Duitschers hebben een be
spreking gezocht en gevonden. Het is
hun gelukt gedetailleerd dc financieole,
de binnenlandschc en buitenlandsche
positie van Duitschland te bespreken.
Zij hebben een vriendschappelijk begrij
pen gevonden. Hierdoor is de uitwisse
lingen van gedachten ook vriendschap
pelijk geworden.
Op sen vraag deelde dr. Curtius nog
mede, dat de principieele betrekkingen
tusschen Duitschland en Engeland, ge
lijk aeze het laatst in het Locarnover-
drag vermeid zijn, niet ter sprake zijn
gekomen. Het woord „Locarno" is niet
Renoemd. De ontwapeningskwestie, zei-
de de minister op «en verdere vraag, is
slechts even aangestipt. Het was on
vermijdelijk, bij de besprekingen ook de
mogelijke houding van Amerika onder
het oog te zien. Verder deelde Curtius
nog mede, dat zoowel industrieels ais
handelspolitieke problemen ter sprake
zijn gebracht. Omtrent de woorden in het
communiqué „er bestaa wederzijdsclie
overeenstemming" verklaarde de mi
nister van buitenlandsche zaken nog, dat
geenerlei vaste overeenkomsten zijn ge
sloten.
Dr. Curtius verklaarde ten slotte nog,
dat van Engelsche ziidc zeer krachtig
was gewezen op de eigen moeilijkheden
tegenover de Duitsche.
In verband met het bezoek van de
Duitsche ministers aan Chequers werd
gisteravond officieel verklaard, dat eeni-
ge maanden geleden reeds schikkingen
waren getroffen voor dit bezoek als
middel om persoonlijk contact te vesti
gen en gelegenheid te geven tot vriend
schappelijke besprekingen omtrent de
positie van het Duitsche Rijk en andere
industriestaten.
Door de Duitsche ministers is speciaal
de aandacht gevestigd op de moeilijk
heden waarin het Duitsche Rijk zich be
vindt en de noodzakelijkheid deze uit
den weg te ruimen.
De Britsche ministers hunnerzijds leg
den den nadruk op den omvang der
economische depressie, in het bizonder
op haar invloed op Groot Britannië.
Beide partijen waren het er over eens,
dat behalve van de pogingen en maat
regelen van nationaal karakter een her
leving van het vertrouwen en de wel
vaart afhankelijk is van internationale
samenwerking.
In dezen geest zullen beide regeerin
gen trachten de huidige crisis in nauwe
samenwerking met andere regeeringen
het hoofd te bieden.
„ES IST EINE ALTE GESCHICHTE...."
De „Kamerheer van den prins".
Te Berlijn is, zoo vertelt het I.bid., op
het laatste oogenblik een gevaarlijk op
lichter ontmaskerd die onder den naam
baron Edgar von Alten, Kamerheer van
prins Friedrich Wilhelm van Pruisen,
toegang had weten te krijgen tot een be
kende Berlijnsche familie en tot een
grootbedrijf. De ontmaskering geschied
de toen hij in tegenwoordigheid van een
notaris de algeriieene volmacht voor een
groote onderneming zou krijgen.
Eenige maanden geleden had een jon
ge dame, de erfgename van een zeer
groote onderneming in Berlijn, in een
gazelschap een gedistingeerd er uitziend
heer van ongeveer 40 jaar leeren ken
nen, die zich als kamerheer baron Ed
gar von Alten voorstelde.
Hij wist het jonge meisje weldra ge
heel voor zich te winnen en werd door
haar familie met open armen ontvangen.
De baron vertelde dat hij bij de doods
hoofdhuzaren gediend had en sedert
nauwe betrekkingen met den kroonprins
onderhield. Volgens zijn bewering bezat
hij groote landgoederen bij Rostock die
hij echter ter wille van zijn verloofde
wilde verkoopen om zich geheel en al
aan' het industrieele bedrijf dat het
meisje geërfd had te kunnen wijden.
Natuurlijk raakte de „baron", die van
zijn schoonmoeder ter gelegenheid der
verloving een auto ter waarde van
40.000 M. gekregen had door den verkoop
der landgoederen in moeilijkheden en
even vanzelfsprekend kreeg hij een cre-
diet van meer -an 100.000 M. toegestaan
om de moeilijkheden te boven te komen.
Hij had de feestelijkheden ter gelegen
heid van het huwelijk, dat bij zijn ver
wanten in Mecklenburg zouden plaats
vinden, tot in de kleinste kleinigheden
geregeld. De trouwkoets zou door een
zesspan worden getrokken, de rijtuigen
der familie van zijn verloofde door een
vierspan-
De aanstaande schoonmoeder die
noch naar. de landgoederen van den ba
ron noch naar zijn werkzaamheden bij
prns Friedrich Wilhelm van Pruisen
ook maar in de geringste mate infor
meerde, droeg aan den heer Von Alten
de geheele leiding van de zeer groote
firma over en eenige dagen geleden werd
de notaris ntboden om den aanstaanden
schoonzoon algemeene volmacht te ver-
leenen.
De procuratiehouder der firma had
evenwel achterdoch gekregen tegen den
„kamerheer" en aan een particulier re
chercheur opgedragen inlichtingen in te
winnen over den zoogenaamen baron,
welke inlichtingen kortweg vernieti
gend waren. De ontmaskering van den
oplichter geschiedde daarop op zeer dra
matische wijze.
Juist op het oogenblik dat de handtee-
kening zou worden gezet, trad de procu
ratiehouder met een reeheurcheur bin
nen, Welke laatste den „kamerheer" zon
der veel plichtplegingen bij den arm
nam én met hem naar het hoofdbureau
vin politie reed.
De bedrieger, die tot het laatste oogen
blik ontkend had, viel bij het zien van ae
tralievensters op de binnenplaats van
het hoofdbureau door de mand en er
kende dat hij een 42-jarig werkloos bak
kersgezel was.
Hij had voor dergelijke oplichterijen
reeds een paar maal gevangenisstraf on
dergaan. Hij was eenige jaren bediende
in het kasteel van prins Friedrich Wil
helm van Pruisen geweest en had daar
herhaaldelijk den naam van een rit
meester Von Alten gehoord, wiens naam
hij later bij zijn zwendelarijen bezigde.
Ter gelegenheid van de gister te Chemnitz
gebouwen Gouwdag der Nationaal Socialis
ten, is het in de morgenuren op den Bruehl
tot een bloedige botsing gekomen tusschen
Nationaal Socialisten en communisten. Uit
den kelder van een huis werden eenige scho
ten gelost.
Volgens mededeeling van de politie werd
een persoon gedood. Volgens particuliere
medeaeelingen bedraagt het aantal dooden 2,
terwijl tien a twaalf personen door messteken
en revolverschoten min of meer ernstige ver
wondingen bekwamen. De politie heeft tal
rijke personen gearresteerd.
In de nabijheid van het Eifeldorp Buechel
is en ontzettend ongeluk gebeurd. Een boer
reed hier met zijn drie nog zeer jongen kin
deren op het veld. Plotseling sloegen de
paarden op hol, zoodat twee 'kinderen resp.
4 en 5 jaar oud van de wagen vielen, over
reden werden en op slag dood waren. De
wagen botste ten slotte tegen een anderen
wagen aan, waarbij ook het derde kind van
den wagen geslingerd en gedood werd.
Laat in den avond van Zondag zijn op het
baanvak Beut'henBrynnek twee personen
treinen met elkaar in botsing gekomen. Daar
bij werden, voor zoover reeds bekend' is, 12
personen zwaar en 15 licht gewond. Vooral
het personeel, dat op de locomotieven aan
wezig was, werd hevig gewond, evenals eeni
ge reizigers uit de voorste wagens. De voor
ste wagens zelve werden zwaar beschadigd.
Spoedig na het ongeval arriveerde een hulp-
trein en talrijke saniteitscolonnes en brand
weer en politie.
Over den oorzaak is nog niets bekend.
Te Klausenburg zijn gister twee ernstige
vliegongelukken gebeurd. Bij een poging om
van een hoogte van ongeveer 2000 M. met
een parachute te dalen, weigerde de para
chute te openen, zoodat de parachutist, een
ingenieur, omkwam. Verder kwam een vlieg
tuig, waarin twee officieren gezeten waren,
tijdens de landing in botsing met een boom,
met het gevolg, dat de beide inzittenden
zware verwondingen bekwamen.
De politie heeft ook Zondag de afzettingen
in de omgeving van het verwoeste glazen
paleis gehandhaafd.
,De beroepsbrandweer is sinds Zaterdag
avond ingerukt, daarentegen wordt de na-
blussching verricht door een wacht van vrij
willigers, bestaande uit 12 man, die met 2
slangen ter plaatse zijn. Zondag moest zij
nog eenige malen daadwerkelijk optreden,
aangezien nog eenige kleine brandjes plaats
hadden, waardoor veel rook werd ontwikkeld,
hoewel Zaterdagavond en in den nacht op
Zondag een zeer hevige regen den brand,
naar het scheen, volledig had gebluscht.
De directie der Münchener politie heeft
gister nog niet het verwachte rapport uitge
geven, daar, blijkbaar, het onderzoek nog
niet beëindigd is. De autoriteiten zijn het er
over eens, dat direct hulp moet worden ge
boden. Zij zullen daartoe alles doen, wat in
hun macht is, ten einde de door het ongeluk
getroffenen zoo veel mogelijk schadeloos te
stellen, en zoo spoedig mogelijk nieuwe ten
toonstellingsruimten te verschaffen. De meest
dringende taak zal zijn de door de cata-
strophe in hun bestaan bedreigde artisten
zoo spoedig mogelijk materieele hulp te ver
schaffen.
Omtrent den brand, die het glazen Paleis
in de asch heeft gelegd, kan nog worden ge
meld, dat het hier een nationale catastrophe
geldt voor de Duitsche kunst. In totaal zijn
75 tentoonstellingszalen met ongeveer 3000
schilderijen verwoest Gered werden slechts 80
schilderstukken. Bij het blusschingswerk wer
den 20 brandweerlieden gewond, die in de
chirurgische kliniek zijn opgenomen.
De telegraafagentschappen maken mel
ding van de schitterende jaarlijksche vaandel
parade, welke Zaterdag op de Horse Guards
Parade het terrein voor Whitehall te Lon
den) is gehouden in tegenwoordigheid des
konings, die er voor het eerst sedert zijn
ziekte wederom bij tegenwoordig was. Een
ontzaglijke menigte sloeg het kleurige
schouwspel gade, hetgeen eveneens door
koningin Mary, prinses Mary en de hertogin
van York werd bijgewoond. Ook alle klein
kinderen des konings waren aanwezig.
Toen koning George te paard naar 't ter
rein reed, vergezeld van zijn zoons, de prins
van Wales, de hertog van Vork en de hertog
van Gloucester, steeg een luid gejuich uit de
menigte op. Ook Lord Harewood, schoon
zoon van den koning (echtgenoot van prinses
Mary), alsmede 's konings neef, prins Arthur
van Connaught, en de Earl of Athlone,
broeder der koningin, reden in den stoet
mede.
Tot de buitenlandsche persoonlijkheden,
die de parade bijwoonden, behoorden dr.
Brüning, de Duitsche rijkskanselier en dr.
Curtius, de Duitsche minister van buiten
landsche zaken; zij sloegen het schouwspel
van uit een der op de Horse Guards Parade
uitziende vensters der Duitsche ambassade
gade.
In het geheel namen ongeveer 1800 man
troepen aan de plechtigheid deel.
Zaterdag werd te Rome vonnis gewezen in
het proces tegen de communisten, die onge-
van drie jaren geleden een bomaanslag op
den Koning hebben beraamd en uitgevoerd.
Drie der beklaagden werden tot twaalf
jaar gevangenisstraf veroordeeld, terwijl drie
andere tot straffen van 3 tot 6 jaren wer
den veroordeeld.
De aanslag was destijds gepleegd, toen de
koning de jaarbeurs te Milaan zou inwijden.
De bommen ontploften evenwel, voordat de
koning ter plaatse was, richtten echter onder
de aanwezige toeschouwers een afgrijselijk
bloedbad aan. Twtingtig personen werden
toen gedood, veertig gewond.
alle beschrijving te boven Tot zoover
deze brief.
Het slot van de historie was aldus: Toen
het meisje na een kwartier nog niet terug
was, vonden de politiemannen het raadzaam
in te grijpen. Men belde aan, doch.kreeg
geen gehoor, ook op herhaald bellen niet. De
mannen der wet achtten toen den tijd geko
men, de deur open te laten breken. In de villa
bleek niemand meer aanwezig te zijn.
Op het naderen der politiemannen waren de
bewoners blijkbaar door een achtertuin ge
vlucht; het huis was leeg. Evenwel uit een
vertrek klonken klagende vrouwenstemmen
zwakjes naar boven, en toen men ook hier eer.
deur forceerde, ontdekte men, dat achter deze
deur een 7-tal jonge vrouwen en meisjes op
gesloten zaten, waarbij ook reeds de bezoek
ster van daareven. Welk een vreeselijk lot
deze jonge vrouwen heeft bedreigd, laat zich
denken. Men den'ke zich eens even in, in
welken toestand deze meisjes tijdens haar op
sluiting moeten hebben verkeerd. Of de poli
tie er in geslaagd is, de illustre bewoners der
villa te achterhalen vermeldt de historie niet
STAKING OPGEHEVEN.
De staking in de steenfabriek te Angeren
is geëindigd. Het conflict betrof, gelijk be
kend, een eisch om loonsverhooging. Men is
nu tot overeenstemming gekomen door het
zelfde loon te handhaven, doch bij iedere
groep arbeiders een arbeidskracht meer in
dienst te nemen, zoodat de werkzaamheden
thans lichter zijn geworden.
Op deze voorwaarden is de arbeid hervat.
GEVAREN, DIE MEISJE BEDREIGEN.
Zeven slachtoffers van vrouwen
handelaars bevrijd.
Aan welke gevaren alleenreizende dames
en meisjes bloot staan en hoezeer de uiterste
voorzichtigheid is geboden, vooral in inter
nationale treinen, blijkt wel uit het avontuur,
dat een 22-jarge onderwijzers uit Nijmegen
overkwam op een vacantie-uitstapje naar
Keulen. De „Graafschapsbode" publiceert
een gedeelte van een brief, waarin zij vertelt,
wat haar is overkomen:
„In den trein naar Keulen, die dicht 'bezet
was, raakte ik ongemerkt in gesprek met een
paar charmante vriendelijke heeren, die zich
zeer correct en hoffelijk gedroegen. Toen zij
bemerkten, dat mijn reis naar Keulen ging,
vertelden zij mij, dat zij in de buurt van het
station Keulen een spoedbrief hadden af te
geven, die via de posterijen niet meer tijdig
ter plaatse kon zijn, en daarom eigenhandig
bezorgd moest orden. Jammer vonden zij het,
hierdoor genoodzaakt te zijn de prachtige
sneltreinverbinding met een verder gelegen
stad te moeten prijs geven. Zij vroegen mij
toen langs een omweg, of ik het ook onbe
scheiden zou vinden, •als men mij verzocht
den brief in Keulen even te willen afgeven,
desgewenscht gaarne tegen royale vergoe
ding. De groote belangen, die zij zeiden, bij
tijdige bezorging te hebben, rechtvaardigden
die in alle opzichten. Waar het adres van be
zorging vrij dicht bij het station was, liet ik
mij bepraten, bedoelde heeren dezen dienst
zonder eenige belooning te bewijzen. Er werd
mij toen echter nadrukkelijk verzocht den
brief niet in de bus te stoppen, doch af te
geven uitsluitend aan „een dame" die zou
open doen en zoo het geen dame was, die
open deed, dan in geen val den brief af te
geven, doch in dat geval even naar die dame
te willen vragen, opdat zij toch vooral per
soonlijk den brief in handen zou krijgen. Hel
heele geval leek mij wel eenigszins vreemd,
doch ik had het op mij genomen en zou dus
aan den wensch der beide heeren voldoen.
Toen ik even later in Keulen uitstapte, tikte
een pater, die bij ons in den coupé gezeted
hadrmij op den schouder en waarschuwde:
„Weest u voorzichtig met die boodschap,
dame- Het kan mogelijk geen kwaad, maar
het heele geval komt mij min of meer ver
dacht voor. Neemt u zich in acht. Men kan
nooit weten!" Mijn Keulsche vriendin, die mij
afhaalde, vertelde ik natuurlijk aanstonds het
heele relaas en toen ook zij het eigenlijk maar
half vertrouwde, besloten wij voor alle zeker
heid de politie eens te raadplegen. Op het
politiebureau vond men het aanvankelijk een
vrij onschuldig geval. Niettemin vond men
het evenwel gewenscht, een oogje in het zeil
te houden. Het aangegeven adres werd nage
zocht en bleek een riante villa te zijn. Beslo
ten werd, dat mijn vriendin aan het hek zou
wachten, terwijl een paar agenten zich ver
dekt zouden opstellen. Aldus geschiedde.
Toen ik aanbelde, deed een allerbeminnelijk
ste dame open, die haar bijzondere blijdschap
over het bezorgen van den brief te kennen
kaf. Zij noodigde mij allervriendelijkst uit,
even binnen te willen komen, op een dusdanig
vriendelijken toon, dat ik het onbeleefd vond
tfi weigeren. Maar wat toen gebeqrde, gaaj
INBRAKEN TE GOOR EN OMGEVING.
Door de marechaussee te Goor werd in
den nacht van Vrijdag op Zaterdag een goede
vangst gedaan. Zij hield een zwervenden
Duitsoher aan, zekeren M. Hausmann, die niet
in het bezit van papieren was.
Bij overbrenging naar de kazerne zagen de
politiemannen, dat H. een voorwerp weg
wierp, later bleek het een portemonnaie te
zijn. Zaterdagmorgen werden zij gewaar
schuwd door den heer J. Terpstra, directeur
der coöp. Zuivelfabriek Weddehoen, dat er
bij hem was ingebroken en hij o.m. een porte
monnaie vermiste.
Daar den laatsten tijd te Goor en om
streken herhaaldelijk werd ingebroken, zal
nog moeten worden onderzocht of H. de
dader is.
LOONSVERLAGING IN DE MIJN- v
INDUSTRIE.
Protest van den Alg. Ned. Mijn
werkersbond.
Door den Aalgemeenen Nederlandschen
Mijnwerkersbond is een brief aan de Con
tact-commissie voor de Mijnindustrie verzon
den, waarin erop wordt gewezen, dat het
bondsbestuur in Bei berichten bereikten, dat
aan vrijwel het geheele personeel der Oranje-
Nassaumijnen en aan een deel der arbeiders
van de overige particuliere mijnondernemin
gen, loonsverlaging was aangezegd, terwijl
ook thans aan een deel van het personeel der
Staatsmijnen loonsverlaging is gegeven.
Tegen deze aangekondigde loonsverlaging
wordt door het hoofdbestuur van den Neder-
i landschen Mijnwerkersbond ernstig gepro
testeerd en intrekking gevorderd. 1
In den brief aan de Contact-commissie
wordt erop gewezen, dat uit de gepubliceer
de balansen der verschillende mijnonderne
mingen is gebleken, dat over 1930 groote
winsten zijn gemaakt, zoodat een loonsverla
ging allerminst is gemotiveerd, en dit temeer,
omdat de loonen der mijnwerkers in verhou
ding tot die in andere Nederlandsche bedrij
ven zeer laag zijn en de belooning zeker niet
in overeenstemming is met den gevaarvollen
en gezondheidsloopenden arbeid, dien de
mijnwerkers moeten verrichten. Van loonen,
die voor een deel der volwassen arbeiders
niet eens twintig gulden per week bedragen,
kan naar de meening van het hoofdbestuur
niets af.
Dat desondanks, ofschoon de mijnonderne
mingen over het afgeloopen jaar een bruto
winst van ruim twintig millioen gulden be
haalden, men dergelijke lage loonen zonder
overleg met de vakbonden wl verlagen, heefi
groote verontwaardiging en verbittering bij
de arbeiders verwekt.
Het hoofdbestuur van den Ned Mijnwer
kersbond meent dan ook intrekking, der opge
legde loonsverlagingen te moeten vorderen
JONGEN VERDRONKEN.
Een drie-tal jongens uit het dorpje Wolter-
sum (Gron.) had gisteren den geheelen mid
dag gevoetbald en ging na afloop in de
Woltersumsche Ee, aldaar, zwemmen. De af
koeling is vrij zeker te plotseling geweest,
althans de 14-jarige J. Meedema verdween
in de diepte. Een poging van den 17-jarigen
boerenknecht G. Velthuis om den knaap te
redden mislukte. Met veel moeite gelukte het
ten slotte den boerenknecht op het droge te
brengen. De vader van J. Meedema was
spoedig ter plaatse, doch moest, omdat hii
niet kon duiken, van reddingspogingen af
zien. Spo.edig arriveerde de heer W. R. van
der Meer, arts te Ten Boer, die zich te water
begaf en er bij een tweede poging in mocht
slagen den jongen boven te brengen. Kunst
matige ademhaling leverde evenwel geen re
sultaat meer op. De arts kon slechl* den
flaod constateren, t