DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De opening van liet Engelsche Parlement.
Uit den Alkmaarschen Raad
SxtgeCiiksch Ovevzicht
No. Ut*
Directeurs C. KRAK.
WOEVIDAG 9 iEPTEMBER 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
133e Jaargang.
Heeftomen in den geest van den heer Thomsen gehandeld door
de wethoudersverkiezing zonder debat te doen plaats hebben
De heer Van de Vall heeft den Heiloosehen Raad goede manieren geleerd. Het
is niet onmogelijk, dat hijopdenduurookln Alkmaar eenig succes zal boeken.
De wereld moet overtuigd worden, dat het
pond sterling onaantastbaar is»
KRACHTIGE REDE VAN MACDONALD.
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten .abat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMs. COSTEI ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Was het omdat de Raad op een avond ver
gaderde, omdat een voorstelling in de zaal
onzer vroedschap gratis toegankelijk is en
er niet eens vermakelijkheidsbelasting wordt
geheven, was het omdat het binnen warm
en buiten guur was,' of was het omdat men
in verband met de wethoudersverkiezing een
geweldig politiek steekspel verwachtte, dat de
tribunes zoo overvuld waren en daarbuiten
op de hooge stoep nog velen ongeduldig aan
de deur rammelden in de hoop ook nog te
worden binnen gelaten?
Wij weten het niet en kunnen alleen met
zekerheid zeggen, dat de toeschouwers niet
gekregen hebben wat zij verwacht hadden
en dat een bureaulist zoo er al een ge
weest was een slechte kas zou gehad heb
ben omdat de meesten zonder twijfel hun
entreegeld weer terug gevraagd zouden heb
ben.
Een wethoudersbenoeming zonder debat
ten, een lange waschlijst vol ingekomen stuk
ken, die bijna één voor één gelezen en be
sproken moesten worden, leeraars- en com-
missiebenoemingen en ten slotte de aanbie
ding van een gemeentebegrooting waarvin
de cijfers al gepublicéerd zijn, het vormde
alles tesamen een buitengewoon onaantrek
kelijke agenda en de buitenstaanders hebben
zich er werkelijk niet over te beklagen, dat
de deur onwrikbaar vast zat en dat de bode
niet te bewegen was hen nog in het heilige
der heiligen toe te laten.
Een wethoudersverkiezing zonder debat
ten, dat is in Alkmaar waarschijnlijk nog
niet voorgekomen of het moet in dien goeden
ouden tijd geweest zijn toen de politiek nog
niet was uitgevonden en alle raadsleden het
altijd over de belangen van onze stad roe
rend eens waren
Het „Noord Hollandsch Dagblad" had de
gedachte gelanceerd uit eerbied voor het over
leden raadslid den heer Thomsen nu maar
niet verder over de wethoudersverkiezing te
spreken en de burgemeester had de kern dier
gedachte overgenomen en was met de fractie
voorzitters dienaangaande blijkbaar tot over
eenstemming gekomen, waarna de Raad er
zonder verdere discussie mee accoord ging.
gezien als weinige oogenblikken voor het
noodlottig oogenblik waarop hij uit de rij
zijner geestverwanten helaas zoo plotseling
werd weggenomen.
Was het zijn wensch, ging het in de rich
ting van zijn verlangen, dat de oppositie
zich thans tot een werkeloos toezien zou be
palen, of was hij de vaandrig, die door een
schot geveld het vaandel aan zijn strijdmak
kers zou overgeven en hen zou aanvuren
voorwaarts te gaan op den weg dien hij niet
meer kon beëindigen?
In den geest van den overledene is dit of
fer van de oppositie niet geweest en daarom
was er geen enkele reden ter wille van zijn
nagedachtenis het politieke debat te staken
Wij kunnen ons voorstellen, dat op het
oogenblik van een schokkende gebeurtenis
zelfs scherp tegenover elkaar staande poli
tieke figuren elkander de hand drukken en
zwijgen, maar zoo was de toestand Maan
dagavond zeker niet meer. Er was geen spra
ke van een vergadering die in het teeken van
rouw stond, er is over allerlei futiliteiten op
humoristische wijze van gedachten gewis
seld, er zijn grapjes gemaakt, er was blijk
baar geen enkele reden waarom niet overal
over gediscusieerd kon worden, tot zelfs over
het voorzitterschap van de veiling. Alleen
niet over de wethoudersbenoeminguit
eerbied voor den heer Thomsen.
Men heeft zelfs de mogelijkheid niet onder
het oog gezien de persoon en de rede van den
heer Thomsen. bij de verdere bespreking uit
te schakelen en het moet ons eerlijk van het
hart, dat wij het gevoel hebben, dat de oppo
sitie zich onder den indruk der gebeurtenis
sen, op insfignatie van het „Noord-Holl. Dag
blad", wel wat al te gemakkelijk bij deze
voor Alkmaar zoo beteekenisvolle kwestie
het zwijgen heeft laten opleggen.
Op gevaar van het verwijt, dat wij de na
gedachtenis van den heer Thomsen niet vol
doende in eere zouden houden, kunnen wij
toch niet anders verklaren dan dat deze be
slissing ons niet alleen onnoodig maar ook
onlogisch lijkt. Er zijn twee groote groepen,
de R.K. en de S.D.A.P., die, met uitsluiting
van alle anderen, besloten hebben de vacan
te wethoudersplaatsen samen te deelen en
die weten dat zij dit ongestraft kunnen doen
omdat zij in den Raad een meerderheid vor
men.
Deze groepen hebben geen belang bij een
discussie daarover. Integendeel, hoe minder
men van de overzijde daarop in het openbaar
critiek levert, hoe minder scherp deze machts
daad ten eigen bate belicht wordt, hoe liever
het hun zijn moet.
Dat is trouwens wel gebleken uit de zeer
korte verklaring welke de heer Venneker op
1 September heeft afgelegd en uit de nog
kortere van de zijde van den fractie-voorzitter
der S.D.A.P., die alleen maar hééft meege
deeld, dat hij met de woorden van den heer
Venneker volkomen accoord ging.
Niet aan die zijde bestond er behoefte de
wethoudersverkiezing te bespreken, maar
wel aan de zijde der oppositie, waar men
zich miskend en gepasseerd wist, waar men
een woord van protest tegen deze negatie
wilde laten hooren en waar men de samen
stelling van het nieuwe college aan gerecht
vaardigde critiek wilde onderwerpen.
Moest er dus door sluiting der debatten
een offer gebracht worden zoo werd het
althans voorgesteld dan werd dit offer
uitsluitend van de zijde der oppositie ge
vraagd.
De vraag die men zich nu mag stellen is
deze: waarom moest dat offer eigenlijk ge
bracht worden?
Mert zegt uit deferentie voor den heer Thom
sen en wij zouden ons dat alles heel goed
kunnen indenken wanneer de heer Thomsen
een an was geweest, die op de samenstelling
van het nieuwe college liefst zoo weinig mo-
«ijk aandacht had willen vestigen.
Maar in wezen is de zaak toch eigenlijk
Prec'e® andersom en was de heer Thomsen
juist degene, die er als leider der oppositie
aar verlangd had daarover een vernieti
gde critiek te laten hooren. Zelden heb-
W'J hem zoo krachtig en Verontwaardigd
Enfin, soit, zou Buziau zeggen, het debat
dat trouwens aan de benoemingen toch
niets veranderd zou hebben, maar dat doet
er ten slotte niet toe is uitgebleven en de
vier wethouders zagen zich even later weer
voor vier jaren of korter! ingehuurd
en waren er als de kippetjes bij om hun
oude plaatsen weer te bezetten.
De burgemeester heeft de heeren op de
hem eigen vriendelijke wijze gecomplimen
teerd met hun schitterende benoeming en
natuurlijk hebben alle vier gekozenen dade
lijk verklaard, dat zij deze benoeming
wenschten te aanvaarden.
Opmerkelijk is zeker, dat de heer Klaver
twee stemmen minder kreeg dan zijn bond-
genooten waarbij niet alleen een stem op
den heer Ringers maar zelfs een op den heer
Keesom was uitgebracht en waar dit noodza
kelijk een katholieke stem moet geweest zijn,
krijgt men onwillekeurig de gedachte, dat de
meerderheidsgroep toch niet zoo hecht in
elkaar zit als de vereenigde roode en zwarte
politici wel willen doen gelooven.
De heer Venneker, die thans voorzitter
van de R.K. raadsfractie'is geworden, heeft
dezer dagen in onze courant een rekensom
metje uitgewerkt waaruit moest blijken in
welk een buitengewoon gunstige positie de
regeeringsgroepen de leden der oppositie bij
het benoemen in diverse raadscommissie's
geplaatst hadden.
Hij kwam daarbij tot een aantal van 74
plaatsen waarvan de 13 leden van de regee-
ringsgroep er slechts 43 zouden bezetten en
de 8 leden der oppositie niet minder dan 31.
Men kwam dan tot een verhouding van
drie en vier-dertiende tegen drie en zeven
achtste ten gunste der oppositie.
Zoo goedgeefsch zijn wij nu eenmaal, zegt
de heer Venneker, maar het is al meer ge
bleken, dat er aan de goedgeefschheid van
meerderheidsgroepen wel eens een politiek
luchtje zit en het blijkt ook thans, dat de
heer Venneker een geheel verkeerde voor
stelling van zaken heeft gegeven
Heeft hij dat opzettelijk gedaan of wist hij
niet beter? De keuze uit beide vragen is
moeilijk, maar men mag van den leider der
grootste raadsfractie toch zeker niet ver
wachten, dat hij zich vergist heeft, vooral
niet als hij zooiets ongevraagd in twee plaat
selijke dagbladen gaat publiceeren.
Bovendien heeft de heer Venneker de wet
houders bij de verdeeling meegeteld, terwijl
toch vaststaat, dat deze geen plaats als lid
der commissie kunnen innemen.
De toestand is dus in werkelijkheid zoo,
dat 9 leden der meerderheid beslag leggen
op 44 commissieplaatsen en er 30 overlaten
voor 8 leden der oppositie, zoodat de ver
houding vier en acht-negende tegen drie en
zes-achtste ten gunste van de meerderheid is
geworden.
Bedenkt men bovendien dat in verreweg
de meeste commissies een wethouder als voor
zitter zal optreden en dat deze wethouders
volgens de veranderde gemeentewet thans
ook stemrecht daarin hebben, dan blijft er
van al de mooie woorden van den heer Ven
neker niet veel meer over.
In werkelijkheid is de toestand zoo, dat
thans in de meeste commissies twee leden
van de oppositie zitten tegenover vier leden
van de vereenigde R.K. en Soc.-Dem. groepen
zoodat het voorstel van den heer Sietsma om
in December dé commissies slechts uit vier
leden te doen bestaan en de verhouding daar
door drie tegen twee te maken uit billijk
heidsoogpunt zeker een nadere overweging
waard is.
Tot onze groote vreugde kunnen wij hier
mededeelen, dat wij eindelijk een stadgenoot
ontdekt hebben, die openlijk verklaard heeft,
dat hij eerbied voor den Raad heeft.
Het is de heer Van de Vall, het nieuw ge
kozen Soc.-Dem raadslid en al sluit de eer
bied voqr den Raad dus ook nog wel eenige
zelfverheerlijking in, ten slotte is ook een
man, die zich zelf respecteert een opmerkens
waardige figuur en wij kunnen dan ook niets
anders doen dan verklaren, dat wij dit tee
ken van hernieuwd ontzag voor ons hoogste
stadscollege ten zeerste toejuichen.
De heer Van de Vall is namelijk de eenige
die tijdens zijn redevoering uit zijn zetel is
opgestaan en daarbij heeft mededegedeeld,
dat hij dit voortaan altijd zal doen uit eer
bied voor zijn onjgeving.
Men verzekeriöc dat hij dit ook in
Heiloo gedaan heeit en dat zijn beleefdheid
daar zooveel indruk gemaakt heeft, dat de
andere raadsleden niet voor hem wilden on
derdoen zoodat de debatten daar ten slotte
alle in staande houding gevoerd werden.
Wij betwijfelen of hij in dit bonte gezel
schap ook zooveel geestdriftige volgelingen
zal vinden tot dusver in zijn illuster voor
beeld althans nog niet nagevolgd maar
Verwisseling van namen komt herhaalde
lijk voor, het is geen zeldzaamheid, dat een
juffrouw voor de handwerken door het
vluchtig inkijken van een verkeerde bijlage
een stem krijgt als er een leerares in het
Grieksch of een docent in de Staatsinrichting
moet benoemd worden.
Wat de heer Hoijtink betreft is men blijk
baar van de veronderstelling uitgegaan, dat
de Raad van Arbeid te dezer stede, die op
het oogenblik niet minder dan drie raads
leden van verschillende politieke pluimage
heeft geleverd, ook wel in staat zal zijn een
leeraar in de natuurkunde af te geven, van
welke gedachtengang de heer Hoijtink dan
de dupe is geworden.
Overigens is hij onder onze vroede vade
ren inderdaad een der meest natuurlijken in
zooverre dat hij zich niet mooier voordoet
dan hij werkelijk is en dat hij zich door niets
en niemand laat verleiden om het voor hem
afgebakende politieke pad te verlaten.
Als de Raad v~'i Arbeid bij een volgende
verkiezing nog meer raadsleden levert, ho
pen wij, dat zij althans van hetzelfde politie
ke gehalte zullen blijken.
Last not least maken wij melding van de
sympathieke rede welke de burgemeester naar
aanleiding van het overlijden van den heer
Donath heeft gehouden.
Het is te betreuren, dat tijdens de nieuwe
zittingsperiode nog elke raadszitting in het
teeken van den dood gestaan heeft. Alkmaar
heeft het verlies van mannen van de oude
garde te betreuren, van bestuurders, die hun
beste krachten ook gaven in het tijdperk toen
onze vroedschap nog het cachet van een ze
kere gereserveerdheid droeg.
De heer Donath, die onder bijzonder moei
lijke omstandigheden destijds het secretaris*
ambt aanvaard heeft, leeft in aller herinne
ring voort als een bijzonder kundig hoofd
ambtenaar, die door zijn wellevendheid en
welwillendheid in breeden kring vrienden
heeft verworven.
Wij hebben, nu de commissies benoemd
zijn, een en ander nog eens nageteld en dan
blijkt al dadelijk, dat de verhouding tusschen
de plaatsen van de oppositie en die van de
regeeringsmeerderheid niet 31 tegen 43 .is,
maar 30 tegen 44.
met een beetje goeden wil kan er heel wat
bereikt worden en wanneer de Soc.-Dem.
straks het voorbeeld geven zullen zelfs de
scherpste interrupties voortaan door eerbie
dige houdingen en nog eerbiediger blikken
eenigszins verzacht kunnen worden.
Het is geen wonder dat de heer Bakker
verbaasd was, dat de Raad thans geen enkele
reden meer zag waarom een gedelegeerde bij
de veiling niet tevens voorzitter van deze
onderneming mocht wezen.
Bij zijn scherpe critiek op de toestanden
aan de exportveiling heeft de heer Van Dru-
nen toen de heer Thomsen nog voorzitter
daarvan was nadrukkelijk op het verkeer
de van deze combinatie gewezen en wij kre
gen destijds den indruk, dat de Raad daar
mede volkomen accoord ging.
Wij zelf trouwens ook omdat een gedele
geerde van de gemeente bij een onderneming
aan welker levensvatbaarheid men wel eens
twijfelt en waarin een groot bedrag aan ge
meentegeld is gestoken, allereerst tot taak
heeft op de bestuurshandelingen toe te zien
en te waarschuwen als daar besluiten wor
den genomen, welke niet evenwijdig loopen
met het belang der gemeente. Het is te be
treuren, dat de statuten der veiling blijkbaar
voorschrijven, dat de gedelegeerde bestuurs
lid moet zijn, het is nog minder juist hem tot
voorzitter te maken omdat een voorzitter die
zich voor zijn vereeniging interesseert in een
tweeslachtige positie kan komen, daar hij
zoowel voor de belangen van de veiling als
voor die der gemeente moet waken en deze
niet altijd zullen samengaan.
Thans wordt de toestand nog ingewikkel
der omdat de heer Van Slingerland, die als
gedelegeerde is gekozen, niet alleen vrij blijft
het voorzitterschap van de instelling te aan
vaarden, maar tevens nog voorzitter is van
de commissie van onderzoek naar de toe
standen aan die veiling.
Men mag beweren, dat dit onderzoek reeds
0 - - - - wiiUVitVUIV X
is beëindigd en dus over een afgesloten pe-
ride heeft geloopen, straks zal de heer Van
Slingerland wellicht concludeeren, dat er aan
de veiling heel wat gewijzigd moet worden
- q, «viuvu
en wij benijden hem zijn voorzittersplaats
niet als blijkt, dat zijn mede-veilfhgsbestuur-
deren daarmede dan niet accoord gaan en
hij in de bestuursvergaderingen dus in de
minderheid zal blijven, ofwel de stok achter
de deur zal moeten zetten de gemeente als
boeman zal moeten gebruiken.
Dat de heer Hoijtink de stem van een zij
ner medeleden kreeg toen er een leeraar in
de natuurkunde aan het Gymnasium be
noemd moest worden, is een bewijs van den
ernst waarmede dergelijke benoemingen ge
woonlijk in onze raadszaal geschieden.
Gisteren dan is wij hebben het reeds in
ons overzicht medegedeeld het Engelsche
parlement geopend met een boodschap van
den koning en een rede van den premier
MacDonald.
Nadat de speaker de zitting voor geopend
had verklaard, las hij een boodschap van
den koning voor, waarin deze de noodzake
lijkheid van de bijeenroeping voor een extra
zitting erkent en het parlement verzoekt een
suppletoire begrooting op te stellen en door
bezuinigingen aan de moeilijke financieele
positie van het land tegemoet te komen.
Nadat op voorstel van den premier. Mac
Donald, Sir Herbert benoemd was tot voor
zitter van de Werkcommissie en de oppositie
had afgezien van haar recht, om over deze
kwestie te vragen, nam de premier het woord
voor zijn met zooveel spanning tegemoet ge
ziene redevoering.
MacDonald zette allereerst het werkpro
gram der regeering uiteen en deelde mede
dat de minister van Financiën, Snowden,
Donderdag zijn nieuwe belastingvoorstellen
zal bekend maken, terwijl Vrijdag de be
zuinigingsvoorstellen in tweede lezing in be
handeling zullen komen.
Komende tot de gebeurtenissen der laatste
weken, verklaarde MacDonald dat hij den
8sten Augustus, tijdens zijn verblijf in Schot
land van de Bank of England een mededee-
ling had ontvangen, waarin zijn aandacht
werd gevestigd op het dreigend gevaar van
de voortdurende goudafvloeiïngen en hij er
op opmerkzaam werd gemaakt dat het mo
gelijk zou zijn dat een ernstige financieele
crisis zou intreden.
Den daaropvolgenden Maandag is Mac
Donald naar Londen teruggekeerd, waar hij
zich onmiddellijk met de leiders der andere
partijen heeft in verbinding gesteld. Tusschen
13 en 30 Juli, aldus Mac Donald, heeft de
Bank of England ongeveer 34 millioen
verloren en de credieten die werden opgeno
men om de afvloeiingen te compenseeren,
waren in de derde week van Augustus ge
heel opgebruikt. Op dezen grond bleek een
nieuwe leening noodzakelijk ten einde het
pondsterling op goudbasis te houden. Met de
oude socialistische regeering kon MacDonald
niet tot overeenstemming komen, weshalve
hij de opdracht van den koning een nieuw
kabinet te vormen, aanvaardde.
Voorts verklaarde MacDonald dat alle
problemen, dat wil zeggen, die van het bank
wezen, de oorlogsschulden en de herstelbe
talingen aan een nieuw onderzoek moeten
worden onderworpen, zoodra de huidige cri
sis ten einde is.
De wereldcrisis met de werkloosheid
welke er het gevolg van is, heeft het deficit
op de staatsbegrooting veroorzaakt. Enge
land moet op zijn hoede zijn, wil het niet ge
dwongen worden of zijn invoer uit zijn kapi
taal of met in waarde verminderd papiergeld
te betalen, want deze crisis heeft bewezen
dat zelfs het groote internationale geldcen-
trum Londen is blootgesteld geweest aan de
pretenties van het buitenland.
Nóch de haute-affaire nóch de andere or
ganisaties hebben het recht de politiek van
een natie beslissend te beïnvloeden. Aan den
anderen kant evenwel kan men ook niet van
de bankiers eischen dat deze uit politieke mo
tieven methoden toepassen, waardoor zij hun
eigen graf delven.
De mogelijkheid van een grootere werk
loosheid in den winter, benevens een aan
zienlijk tekort op de begrooting verzwakt
de positie van Engeland.
Indien Engeland een leening wil aangaan,
moet zijn begrooting in evenwicht worden
gebracht en de steun aan de werkloozen op i
een gezonde basis staan. Indien men eenige
weken geleden gemeend mocht hebben, dat
Engeland geen leening noodig heeft, zou de
crisis Engeland den nek hebben gebroken.
MacDonald besprak vervolgens in het kort
de bezuinigingsvoorstellen der regeering.
Hij zeide hierbij zelf liever 1000 tractement
jaarlijks minder te ontvangen dan toe te
zien dat de Engelsche valuta ineenstort.
Er is niet direct sprake van een gebrek aan
nationale geldmiddelen, doch van een direct
gebrek aan vertrouwen.
De minister-president beëindigde zijn rede
met het Huis te verzoeken de regee
ring bij haar werkzaamheden
te steunen. Het is de plicht
van het kabinet op zijn post
te blijven en het is de plicht
van het Huis het kabinet aan
het bewind te laten tot de
wereld er eens te meer van
overtuigd is dat het pond
sterling onaantastbaar is.
Met deze krachtige woorden eindigde Mac«
Donald zijn rede. Herhaaldelijk was hij door
de oppositie geïnterrumpeerd, zonder dat hij
zich daardoor echter van streek liet brengen.
Na deze rede was het woord aan Hender
son, den leider der oppositie. Henderson viet
de Nationale regeering scherp aan. Zij ver-
dient, aldus de leider der oppositie, door
haar samenstelling of door de wijze, waarop
zij tot stand is gekomen, niet den naam van
„nationaal". De poging om de begrooting in
evenwicht te brengen is verkeerd, daar het
ook in het tegenwoordig maatschappelijk stel
sel onjuist is deze kosten te verhalen op de
onbemiddelde bevolkingsgroepen. Scherp cri-
tiseerde Henderson een verlaging der sociale
uitgaven. Het Labourkabinet was van plan
besparingen in te voeren van 56 millioen pdy
sterling, doch de Conservatieven en de Libe
ralen, aldus hadden Mac Donald en Snow-
den hem medegedeeld, hadden verdere bezui
nigingen van 24 tot 30 millioen pond ster-1
ling verlangd. Hier werd Henderson door
den leider der Liberalen Sir Herbert Samuel
onderbroken, die opmerkte, dat deze bewering
onjuist was. Henderson staafde echter zijn
uiteenzettingen met beroep op zijn vroegere
minister-collega's, en deelde verder mede, dat
hij en zijn fractiegenooten een vastbesloten
oppositie tegen de nieuwe regeering zouden
voeren.
Nadat vervolgens Churchill nog enkele
woorden gesproken had en Baldwin hulde
aan MacDonald gebracht had, die den moed
bezat, om het lana te redden en daarmee zijn
politieke vrienden te verliezen, en nadat
Masley en Alexander verder nog aan het
woord geweest waren, diende MacDonald
zijn motie van vertrouwen in bij het Lager
huis. Met 309 tegen 250 stemmen verklaarde
het Lagerhuis de regeering in haar moeilijk
werk te zullen steunen. Vóór de regeering
stemden alle conservatieven en liberalen en
verder 12 socialisten (7 soc. ministers en 5
soc. afgevaardigden) en vier onafhankelijken.
Tegen de regeering stemden de overige so
cialisten, vier nationalisten (de z.g. Mosley-
groep) en drie onafhankelijken, terwijl drie
socialisten zich van stemming onhielden.
Daarmee was de regeering dus gered. 1
KORTE BERICHTEN.
Minister Deckers zal zich heden naar
Harderwijk begeven ter bijwoning van een ge
deelte van de feestelijkheden ter viering van
het 700-jarig bestaan als stad.
Het Leger des Heils heeft van een onbe
kende en gift van 5000 ontvangen voor den
opbouw van de nieuwe kweekschool, waarvoor
nog een tekort was van 40.000. y