DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. HEI CHINEESCH-JHPANSCHE CONFLICT. S. KROM. rins bil STOOMERIJ VERVERIJ No. 247 DINSDAG 20 OCTOBER 1931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 133e Jaargang. SugeÜiksch OvevzicfU Buitengewoon belangrijke dagen voor den Raad van den Volkenbond, die thans moet toonen, dat de Volkenbond krachtig is. De Volkenbond en Japan. ïïxiUenlcutd HET CHINEESCH-JAPANSCHE CONFLICT. Stormachtige tooneelen. Telefoon 1523 (3 lijnen); EXPLOSIE IN KANALISATIE- SCHACHT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 2 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50- Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten abat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h, HERMs. COSTEI ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit drie blad;n r* t Het Chineesch-Japansche conflict houdt de gemoederen nu al wekenlang bezig. Telkens toch komen nieuwe tele grammen binnen, die vermelden, dat botsingen hebben plaats gehad, dat troe penconcentraties ontdekt zijn, dat dé boycott van Japansche goederen in Chi na steeds ernstiger gevolgen aanneemt, dat oorlogsschepen gereed worden ge maakt, dat Japan zelfs bezig moet zijn, om winterkwartieren in Mantsjoerije in te richten enz. enz. Uit dit alles blijkt, dat de mogelijkheid van een oorlog- tusschen deze twee Oostersche Volken lang niet gering is en misschien kan alleen de Volkenbonds raad een dergelijken oorlog verhinderen. De Volkenbond! Als er één lichaam is, dat sterk geïnteresseerd is bij dit Ooster sche geschil, dan is het wel de Volken bond. Engeland moge met belangstelling het conflict in het Oosten volgen, Ne derland mag hetzelfde doen, Frankrijk mag bedenken, dat haar koloniën al heel dicht bij China liggen, Rusland mag trachten bij een eventueel verder gaand ge-chil profijt te trekken en thans reeds propaganda voor het heilzame com munisme te maken, dat allemaal weegt niet op tegen de belangen van den Vol kenbond. Waarom, zal men zich afvragen. ,V« aarom is dit conflict nu zoo belangrijk voor den Volkenbond, althans belangrij ker, dan al die andere kwesties op inter nationaal politiek gebied, welke dit lichaam in den tijd van zijn bestaan be studeerd en besproken heeft. We willen trachten, de belangrijkheid in 't kort naar voren te brengen. De Volkenbond, die de vorige maand bijeen was voor een gewone zitting, kreeg vrij onverwachts de Chineesch- Japansche kwestie te behandelen. China toch had als lid van den Volkenbond, diens hulp ingeroepen, om de kwestie op te lossen en aangezien Japan even eens lid is, moest hier dus uitgemaakt worden, wie van de twee leden door den Volkenbondsraad op de vingers zou wor den getikt. De Vergadering te Genève heeft vrij uitvoerig stilgestaan bij het geschil, maar tot een definitieve beslissing kon men niet komen, zoodat het noodig bleek om een buitengewone zitting van den Raad bijeen te roepen. En deze Volken bondsraad heeft nu al weer ettelijke dagen vergaderd. Zooals men weet, voelde Japan niet zoo heel veel voor de inmenging van dit lichaam in het conflict en het heeft zelfs meerdere malen gedreigd. Nu eens wilde Japan zich niet houden aan een even- tueele beslissing, dan weer wilde het als lid bedanken, als het zijn zin niet kreeg. En hierin zit nu de belangrijkheid van het conflict. Het is wel heel mooi en hoogst nuttig, als men te Genève confe renties houdt over de Opiumhandel, over handelsverdragen, over Tolunies, enz., maar daarmee had de Volkenbond eigen lijk alleen getoond, dat hij nuttig was. Als het nu zoover kon komen, dat Japan tegen zijn zin, zich zou onderwerpen aan do beslissingen van den Volkenbond, dan zou deze daardoor toonen, ook sterk te zijn. Dat is van buitengewoon groot belang; immers, dan zou het oorlogsge vaar eensklaps minder worden, omdat de geschiedenis geleerd zou hebben, dat een sterk land als Japan, het niet aan durfde. om oorlog te voegen tegen de beslisc'ng van den Volkei bond in! Maar als Japan nu de beslissing van den Volkenbondsraad niet aanvaarden wil? Dan beteekent dat niets anders, dan dat het deze instelling als een onge vaarlijk lichaam beschouwt, dat zoo nu en dan wel eens iets bereikt, maar dat totaal afhankelijk is van den wil van elk groot sterk land. Maar tevens zou dat beteekenen, dat het gevaar van een oor log in het Verre Oosten voortdurend grooter zou worden; dat als het ware Europa (en vooral de koloniale mogend-, heden) zich steeds gereed moet houden, omdat elk oogenblik Japan kan trachten, zijn macht te vergrooten ten koste van de Europeesche bezittingen in Azië. Het is dus begrijpelijk, dat men thans met groote belangstelling de gebeurte nissen in Genève volgt. De Volkenbond heeft bekend gemaakt, dat het onder geen voorwaarde wil zwichten voor de dreigementen van Japan. Deze Volken- bondswil is kenbaar gemaakt in Japan en het schijnt, dat Japan wat schappelij ker wordt, Althans, de jongste nota van Japan aan den Volkenbondsraad, een nota, die de geschiedenis van het Chi neesch-Japansche conflict nog eens dui delijk uiteen zet, deze jongste nota dan is rustig en verzoenend gesteld. Tenslot te doet de Japansche delegatie in die nota een dringend beroep op den Vol kenbondsraad en op de openbare mee ning van de wereld, om zich een recht vaardig denkbeeld te vormen van den toestand in Mantsjoerije en geen licht vaardige beschuldigingen tegen Japan over diens optreden te uiten. De Japansche delegatie is om de woorden van den Geneefschen corresp. van de N. R. Ct te gebruiken evenals alle andere raadsleden en de openbare meening van oordeel dat thans gehan deld moet worden. Om echter op een wijze te handelen, die de Volkenbond waardig is moet men de omstandigheden beschouwen, zooals zij in werkelijk1 eid zijn. en zijn krachten op een constructief doel richten. De Japansche delegatie meent dat boven alles noodig is dat de Chineesche troepen zich van alle vijan delijkheden tegen de Japansche troepen in Mantsjoerije voor de bescherming: der Japansche belangen zullen onthouden Een tweede punt van essentieel belang is dat de Chineesche regeering en de plaatselijke autoriteiten het besluit zul len nemen de verdragsrechten van Ja pan te eerbiedigen en voldoende bewij- ztn van hun oprechtheid geven door een doeltreffende bescherming van levïn en goed de rJapansche bevolking, en door een vredelievende houding. De nota eindigt met het uitspreken van de vurige hoop, dat de Volkenbonds raad door den toestand in het licht der werkelijkheid te beschouwen, door een gematigd optreden, door een vertrouwen in de kracht van goeden wil en door een nauwkeurige waardeering van de om standigheden, een werkelijke bevredi ging zal helpen tot stand brengen, die allen wenschen. Daardoor zal in de oogen van de wereld een overtuigend bewijs gegeven worden van het zedelijk 8eza? van den Volkenbond, van zijn wijheid en zijn weldoenden invloed. o Deze gegevens, zoo zegt de correspon dent verder, wekken den indruk, een goed bedoelde poging van de Japansche zaak vooruit te helpen. Vooral uit de Volkenbondsdelagtie zelf te zijn om de laatste woorden schijnt te mogen worden afgeleid, dat Japan geen verdere Vol kenbondshulp bij de besprekingen tus schen China en Japan van de hand wijst. Dit zou inderdaad een belangrijke stap vooruit zijn. De eisch van directe be sprekingen tusschen Chinr. en Japan, geheel buiten den Volkenbond om, wordt niet langer herhaald. Aan den anderen kant is te betreuren dat de nota het door Briand aangevoerde denkbeeld van een toezicht door een Volkenbondscommis sie op de naleving door China van haar vurige gelofte, voor de Japansche bevol king na de ontruiming niet voldoende acht ,om op dien grond tot de ontrui ming te kunnen overgaan. Intusschen verklaart de nota, dat het zeer gelukkig zou zijn indien er middelen kunnen wor den gevonden om dit toezicht inderdaad doeltreffend te maken. Hier blijft dus de weg tot verdere besprekingen open. In bondsraad besloten de openbare raads- verband met deze nota heeft de Volken vergadering van Maandag, waarin China en Japan beide nogmaals hun standpunt over de mogelijke oplossing van net g - schil zouden uiteen zetten, en wa een mededeeling zou Seda*° over- dez%rn?.«e"é,,Jïï:3?no« een herziening zal kunnen onderwerpen Japan blijft in ieder geval lid van den Volkenbond. Volgens uit Tokio ontvangen berichten, heeft Maandag een zitting van het Japan sche kabinet plaats gehad, waarin werd be sloten dat Japan onder geen omstandigheden uit den Volkenbond zal treden. Evenwel is het kabinet van meening dat het voorstel van den Volkenbondsraad de Japan sche troepen binnen drie weken uit Mantsjoe rije terug te trekken, onaannemelijk is. Het kabinet is veeleer geneigd in de plaats van de thans gevolgde procedure onmiddellijke onderhandelingen te doen plaats hebben tus schen Japan en China, in aanwezigheid van neutrale waarnemers. De Japansche gezant bij Stimson. De Japansche gezant Debuchi heeft Maan dag een bezoek gebracht bij staatssecretaris Stimson. Hij verklaarde dezen, dat Tokio alle bezwaren tegen deelneming der V. S. aan de onderhandelingen te Genève laat vallen Hierbij legde de gezant er den nadruk op, dat Japan nog steeds den door den Volken bond inzake de uitnoodiging van Gilbert in geslagen weg afkeurt. Verder verzekerde Debuchi, dat het terug trekken der Japansche troepen uit Mantsjoe rije reeds aangevangen is. VERMINDERING DER DUITSCHE HERSTELBETALINGEN? Gisteren is van boord van de „Ile de France" een telegram gezonden naar de bladen te Parijs waarin gemeld wordt dat Amerika naar verluidt voornemen» zou zijn de Duitsche herstelbetalingen naar het Hoo- ver moratoriumjaar te verlagen tot 50 mil- lioen per jaar. De bizondere correspondent van de „Infor mation" Fernand de Brinon telegrafeert aan dit blad van boord jan de „Ile de France" een opmerkelijk overzicht over den vermoede- lijken inhoud der besprekingen van Washing ton. Volgens dit bericht is het niet zeer waar schijnlijk, dat president Hoover een eenvou dige verlenging van het in Juli ten einde loo- pende vacantiejaar zal vóorstellen. Tegen een dergelijke oplossing doet zich in parlemen taire kringen een sterke oppositie gelden. Een deel der Amerikaansche openbare meening schijnt in ieder geval een verder betalingsuit stel ten gunste van Duitschland te eischen. De schuldverplichtingen der andere staten ten opzichte van Amerika moeten evenwel niet worden opgeheven, doch naar rato der betalingscapaciteit der crediteuren worden bepaald, waarbij natuurlijk aan Frankrijk is gedacht. Andere groepen en wel in het bijzon der de goed ingelichte financiëele kringen bewerken hunnerzijds een handhaving der herstelbetalingen. Men kan er op rekenen dat een verlaging der schuldbetalingen zal worden goedgekeurd. In dit verband wordt gesproken van een annuïteit van 50 mil- lioen Men heeft reeds het voornemen van Duitschland zekere borgtochten in den vorm van bizondere betalingen te eischen. Wat de economische crisis en den inter nationalen financiëelen toestand betreft heeft men reden aan te nemen dat de regeering der Ver Staten behalve de gemeenschappe lijke maatregelen der emissiebanken bereid zal zijn te zamen met Frankrijk een plechti ge verklaring af te leggen inzake de hand having van den gouden standaard. HET RESULTAAT DER FRANSCHE VERKIEZINGEN. Léon Blum niet herkozen. Eerst thans zijn uit alle deelen van Frankrijk de definitieve uitslagen van den Zondag gehouden kantonnale en gemeente raadsverkiezingen ontvangen. Hieruit blijkt dat van een eigenlijke verschuiving niet ge sproken kan worden. De leiders der socialisten, Leon Blum, is niet gekozen. De radicaal-socialisten, d.i. de partij' van Herriot, en de linksrepublikeinen, d.i. de partij van Tardieu, hebben eenige successen geboekt. BIJ HET CALMETTE-PROCES. In het groote gymnastiekijgebouw van Lübeck, waar een gerechtszaal is inge richt, omdat de ruimte in het officieele gerechtsgebouw te klein was, is nu reeds, zooals men wet, een week lang de behandeling gaande van het zgn. Calt- mette-proces. Als voornaamste verdach te staat daar, zooals het Hbld. nog eens mededeelt, terecht prof. Deycke, de lei der van het algemeene ziekenhuis te Lübeck, waar verleden jaar 75 zuigelin gen zijn overleden na toediening van het Calmetteserum tegen tuberculose. De publieke belangstelling voor dit proces was onttzaglijk groot, maar daal de bij elke nieuwe zitting, natuurlijk omdat ter zitting vrijwel alleen ingewik kelde medische problemen ter sprake kwamen, die voor leeken niet te volgen waren. De zaak heeft echter ook n' ju ridische zijde en het is de moeilijke taak van de rechters om uit de verhooren, die steeds weer het karakter kregen van een medisch debat .die aanwijzingen te lichten, die ten slotte moeten leiden tot het rechterlijk vonnis, waarom gevraagd is. En, zooveel is zeker, de zeer gewik kelde zaak is in den loop der behande ling heel wat duidelijker geworden voor de aanwezige juristen, zij het dan na verscheidene stormachtige tooneelen, die zich ter zitting hebben afgespeeld. Kort geformuleerd schijnt de zaak, in het stadium waarin men thans gekomen is, hierom te gaan hoe komt het, dat de gebruikte entstof zóó virulent was, dat zij den dood der behandelde kinderen ten gevolge kon hebben? Men weet, dat Calmette de tuberculose bestreed met een serum bestaande uit avirulento tuberkelbacillen, verkregen door voortlurende over-entingen. Zijn de avirulente tuberkelbacillen in Lübeck virulent geworden door ze te kweeken in een verkeerden voedingsbodem, zijn ze door nalatigheid vermengd met viru lente bacillen uit een ander preparaat, öf en dat maakte een zéér gewichte vraag uit heeft prof. Deycke opzette lijk virulente bacillen bij zijn injectie's gebruikt, omdat hij zelf de meening was toegedaan dat tuberculose bestreden moest worden met virulente bacillen, in plaats van avirulente, zooals Calmette dat bedoelde. Zooals begrijpelijk, ging het in dit pro ces tot nog toe voornamelijk om de laat ste vraag. Dr. Deycke nu ontkent ten stelligste, het Calmette-serum naar eigen meening gewijzigd te hebben door Ongelukkigerwijze heeft hij zich bij het met virulente bacillen te vermengen, een verhoor eens de volgende woorden laten ontvallen: ,Het is mijn overtui ging, dat voor de ttherapie dood of avi- rulent materiaal gebruikt moet worden, voor immunn-maken daarentegen le vend of virulent materiaal. Het is mij bekend, dat ik door die meening afwijk van de heerschende leerstellingen.' Bij latere verhooren evenwel heeft hij be-list bestreden, de proeven met het Calmette-serum in het Lübecksche hos pitaal misbruikt te hebben als proeven om zijn opvatting over het immuun- ameken aan de practijk te toetsen. Intusschen hebben de advocaten van de mede-verdachten deze gelegenheid met graagte aangegrejen, om alle schuld op dr. Deycke te schuiven en de nalatig- he;d en slordigheid met preparaten, die deze medeijverdachten ten laste was ge legd, daarmee te verbloemen. Vanzelf sprekend gaf dit aanleiding tot heftig debat dat zó hoo gopliep, dat de zitting Zaterdag moest worden geschorst, na een treffende verklaring van den presi dent der rechtbank, dat, wanneer de ver dachte nwerkelij kzoo hoogstaande man nen der wetenschap waren, als zij voor- garven te zijn, zij niet zouden, trachten elkaar zoo zwart mogelijk te maken, maar eerder zouden bekennen, dat zij gedwaald hadden. Deze rede heeft blijkbaar den ge- wenschten indruk gemaakt. Toen ten minste gisteren de zitting wee rgeopend werd, verhief prof. Deycke zich en zeide: „Ik heb iets belangrijks te zeggen. Ik wensch hier te verklaren, dat ik bij de proeven met het Calmette-serum den indruk had, dat de behandeling niet al leen onschadelijk, maar ook doeltref fend was. Ik heb daarmee ongelijk ge had. Mijn dwaling was echter een we tenschappelijke dwaling. Meent de rechtbank, dat zij mij op grond van een wetenschappelijke dwaling moet veroor- deelen, welnu, dan ben ik bereid, de verantwoordelijkheid voor die dwaling te dragen. En die zal ik geheel alleen dragen, dus verzoek ik, de andere ver- duchten voor onschuldig te verklaren." HET ERNSTIG MIJNONGELUK IN DUITSCHLAND. Verhaal van een ooggetuige. Over het mijnongluk op de mijn „Mont Cenis" te Herne deelde een ooggetuige, een mijnbaas die op oogenblik van de ramp in dezelfde gang werkte, 't vol gende mede: Op de vijfde verdieping waren op het moment van de ontploffing 60 man aan het werk. Tegen half negen hoorde ik op ongeveer 50 meter afstand van de plaats waar ik werkte een doffe knal, waar ik echter geen groote beteekenis aan hecht te, aangezien men als mijnwerker aan dergelijke geluiden gewend is. Toen ech ter even daarna het bij een mijngasont- ploffing gebruikelijke gas kwam opzet ten, werden wij ons ervan bewust, in welk gevaar wij verkeerden. Allereerst zetten wij de steengruisbuis in werking, waardoor wij er in slaagden de op ver schillende plaatsen opduikende steek vlammen te verstikken en zoo een nieu- we ontploffing te voorkomen. De vergif tigde mannen, die nog teekenen van leven gaven, brachten wij naar de schacht. Toen korten tijd later de reddingsbri gade van „Mont Cenis" en van de nabu rige mijnen verscheen schoot het red dingswerk snel op. Met de zuurstofappa raten werd getracht de bewusteloozen bij te brengen. Niettemin moesten negen mannen het leven laten en werden 27 mannen ernstig vergiftigd. De dooden zijn bijna allen door gasvergiftiging om het leven gekomen, terwijl enkelen ern stige brandwonden opliepen. De middagploeg zal waarschijnlijk niet naar beneden gaan. De oorzaak van het ongeluk is nog niet bekend en het on derzoek duurt voort. Vast staat dat 1X uur voor het ongeval voor de laatste maaL geschoten is, zoodat een dyna- mietontploffing zeer onwaarschijnlijk is. Aan het reddingswerk werd deelgeno men door mijnwerkers van de mijnen „Shamrock", ,Rhein-Elbe-Alama", „Con- stantin" en „Erin". Nog drie slachtoffers. De mijngasontploffing in de mijn Mont- Cenis heeft nog drie slachtoffers geëischt, zoodat het aantal dooden is gestegen tot 12. In den afgeloopen nacht overleden drie van de in totaal 22 gewonden. Het onderzoek naar de oorzaak van de ramp is nog niet geëindigd. MATUSCHKA'S WANDADEN. Ook schuldig aan den aanslag op Csepel? Men herinnert zich, aldus het Hbld., dat in 1926 op Csepel, een eiland in de Donau bij Boedapest, een groot kruit magazijn in de lucht is gevlogen en dat men den dader van dezen aanslag nim mer heeft kunnen opsporen. Men ver denkt er thans Matuschka van, daar hij kort na de daad zijn huizen en zijn zaak te Boedapest heeft verkocht en naar Weenen is verhuisd. De kwestie der uitlevering. De Hongaarsche gezant te Weenen heeft in het Oostenrijksche dept. van justitie besprekingen gevoerd betreffen de de uitlevering van Matuschka. In de ze aangelegenheid zal binnenkort 'n be slissing worden genomen, doch naar het W. B. doet opmerken kan een uitle vering eerst geschieden nadat Matusch ka zijn straf in Oostenrijk zal hebben ondergaan. Hongarije zou daarbij den voorrang hebben boven Duitschland, daar Matuschka Hongaarsch staatsbur ger is. De Oostenrijksche autoriteiten zullen in zulk een geval zooals gebruikelijk is aan de uitlevering de voorwaarde ver binden, dat dj doodstraf aan Matuschka niet zal worden voltrokken, daar de Oostenrijksche wet deze niet kent. DE AANSLAG OP DEN BURGE MEESTER VAN CHORAYAB. Verschillende arrestaties. Uit Caïro wordt gemeld, dat de politie gis teren bijna gelijktijdig met een aanslag op Manmua Lufte Mansur, den burgemeester van Chorayab en den neef van den minister president Sidki Pasja, een samenzwering ontdekte tegen den rector van de Moslem- Universiteit te Caïro, die echter tijdig kon worden gewaarschuwd. Vier personen, die den voorbereiden aanslag wilden uitvoeren, zijn door de politie gearresteerd. Zij legden reeds een volledige bekentenis af. In verband met deze beide aanslagen zijn gisteren nog drie vooraanstaande personen en wel een voormalig gouverneur van een der provin cies, een oud-overste, een vroeger parlements. lid en een om zijn communistische neigingen bekend advocaat, gearresteerd. Volgens mededeelingen van de politie zal bij de aanslagen de wafdpartij een rol spe len. Gistermiddag te omstreeks drie uur is ia een schacht van het buizennet onder Parijs een gasleiding door tot nu toe onbekende oor zaak uit elkaar gesprongen. Twee werklieden liepen zulke ernstige brandwonden op, dat zij spoedig daarna in het ziekenhuis aan de ge volgen, zijn overleden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 1