DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
EN
OMSTREKEN
kunstsubsidies.
N
IEUWJAARSWENSCHEN.
Hit hei JUtdemetU
T)xiQ£Üiksch Oveczicht
^Buitenland
Ho. 292
133e Jaargang.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Directeur: C. KRAK.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten abat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij vil. HERMs. COSTEI ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
VRIJ» tG II DECEMBER «931 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
BB
Dit nummer bestaat uit drie. blad in.
De Raad komt op voor de autonomie der gemeenten, maar laat zich
eigen rechten uit handen nemen.
De kunst moet driedubbel betaald worden, wanneer de vereeniging,
die zp beoefent zich in de protectie van het College mag verheugen.
Nu uit het adres, dat de Kon Rederij kers-
nu im aan den Raad heeft
kamer j, dujdejp blijkt, dat ook deze
feZ«»«ri?anisatie zich volkomen in staat acht
SVolksvoorstellingen te geven of te doen
g€ven en daarom eenzelfde financieele
tegemoetkoming verzoekt als het Comité voor
Tooneeluitvoering heeft gekregen, is deze
kwestie zeker in een stadium gekomen, dat
zij wel eens iets meer belicht en iets langer
besproken mag worden.
Het is daarvoor noodzakelijk een klein
stukje politieke geschiedenis te releveeren,
waarbij wij niet verder terug behoeven te
gaan dan omstreeks half Januari van dit
jaar toen in de Alkmaarsche raadszaal de
gemeentebegrooting voor 1931 werd
behandeld.
Bij de besprekingen over die begrooting
kwam, zooals te doen gebruikelijk was, ook
het Stedelijk Muziekkorps weer naar voren,
het korps, dat men in deze tijden van
amateurisme niet meer noodzakelijk achtte
wanneer het als specifiek stedelijke organi
satie een zoo groot bedrag aan onderhouds
kosten vereischte.
Het korps, dat elk jaar weer gereed was
den Marche Funèbre te blazen, maar op het
laatste oogenblik die sombere partituren tel
kens weer voor die van fanfare-muziek kon
verwisselen, is in Januari van dit jaar zoo
verrassend snel van het tooneel verdwenen,
dat het al opgeheven was voor de muzikan
ten eigenlijk beseften, dat de tijd voor blazen
voorbij was.
Het was namelijk de heer Bakker, als
eerste onderteekenaar, die met Mevrouw Hel
leman, den heer Van Drunen en den heer
Bulens een motie in den Raad bracht waarin
de Raad besloot over te gaan tot opheffing
van het Stedelijk Muziekkorps, van de Stede
lijke Muziekschool en tot het op wachtgeld
stellen van den directeur van beide instel
lingen
Mede werd daarbij besloten, dat aan de
muziekvereenigingen, die de door de gemeen
te gewaarborgde concerten in den Stedelij
ken Muziektuin zouden overnemen, elk
250 per jaar subsidie zou worden verleend
en dat de rest van het geld er zou voor
dit jaar een bedrag van f 5610 voor Kunsten
en Wetenschappen op de begrooting gezet
worden bestemd zou worden voor
Kunsten en Wetenschappen in algemeenen
zin.
Al is dat laatste een beetje vaag geformu
leerd, het is toch te begrijpen, dat de Raad
daaruit de conclusie mocht trekken, dat men
over de bestemming van de overblijvende gel
den nader zou beraadslagen en dat waar
niervoor natuurlijk vele gegadigden zouden
zijn de Raad alsnog te beslissen zou krij
gen hoe en over welke vereenigingen het
resteerende subsidiebedrag zou worden be
steed.
Dat werkelijk raadsleden, ook nu nog, die
naïeve gedachte gehad hebben, kan zeker blij
ken uit het afdeelingsverslag voor de nieuwe
gemeentebegrooting waarin wij o.a. lezen:
,,De door het opheffen van het Sted. Muziek
korps vrijgekomen gelden behooren naar het
oordeel van verschillende leden in deze tijden
niet aan anderen te worden uitgegeven, doch
dienen te worden bespaard". Andere ieden
huldigen blijkbaar het oud-Hol landsche
spreekwoord, dat de kunst betaald moet wor-
aen en „zouden graag weten op welke wijze
deze gelden zullen worden besteed".
Welke meening men ook moge toegedaan
Zj'jn, uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat
de Raad althans de hier aan het woord
zijnde leden van oordeel is, dat een be
slissing over de nadere bestemming dier gel
den niet bij B. en W., maar bij den Raad
thuis behoort, welk standpunt ons volkomen
normaal schijnt.
Volgnummer 445 van de nieuwe gemeente
begrooting blijkt onder de qualificatie „ove-
tige uitgaven voor kunstdoeleinden" een be-
flrag van 2800 beschikbaar te hebben.
Een normale gang van zaken lijkt ons nu,
dat de Raad zal beslissen ten eerste of dit
tjedrag in deze tijdsomstandigheden zal wor-
f*nj bespaard en zoo niet, hoe het zal worden
steed en welke Alkmaarsche organisaties
arvoor dan in aanmerking kunnen komen.
«p a 's ^an d0'' voor velen een zeer verras-
bimpn n?fded€eling geweest, dat B. en W-,
om raadsoverleg om, besloten hebben
dpr V^n c'eze f 2800 een bedrag van niet min-
Com-i-n '000 te bestemmen voor het
sW f vo.or Toneeluitvoeringen hier ter
te «e ^'ude daarvoor één volksvoorstelling
le organiseerea,
Wij gelooven, dat voor een dergelijke ver-
dee'iing nog afgescheiden van het feit, dat
de Raad er totaal niet in gekend is geen
enkel motief bestaat.
Hoevele gegadigden zijn er hier ter stede
niet voor deze 2800 als men ze dan toch
wil besteden, hoevele op kunst of wetenschap
gebaseerde organisaties zouden in deze moei
lijke tijden niet graag hun berooide kas met
een gemeentelijke tegemoetkoming zien aan
gevuld, vereeniging als b.v. Physica,
Volksuniversiteit, Openbare Leeszaal, Kamer-
muziekvereenigingen, het Teekengenoot
schap, tooneel-, zang- en muziekveree
nigingen, die geen of weinig subsidie krij
gen en dezen ruggesteun heel best zouden
kunnen gebruiken.
Zij hebben wellicht nog niet geadresseerd,
maar zij konden op dergelijke voorbarige be
sluiten ook niet voorbereid zijn en zullen,
evenals „Bilderdijk" dit deed, zeker nog
gaarne voor de behandeling der begrooting
een adres zenden als er kans bestaat, dat
van de voor kunsten en wetenschappen be
stemde gelden ook hun iets kan worden toe
gewezen.
Nemen wij bijvoorbeeld een lichaam als de
Openbare Leeszaal en Boekerij, waarvan
duizenden jaarlijks profiteeren, een organi
satie, die door absoluut noodzakelijke perso-
neelsvermeerdering en de verplichting tot
aanstelling van geëxamineerde krachten, den
Raad om een hoogere subsidie van 1200
heeft moeten vragen, omdat zij anders ge
dwongen zal zijn haar deuren een belangrijk
deel van den dag te moeten sluiten.
Wil men een cultureele instelling als deze
op peil houden, dan zal toch van het beschik
bare bedrag voor kunstdoeleinden alleen
hiervoor een beduidend percentage moeten
worden afgezonderd. Er zijn wellicht meer
vereenigingen, die in dergelijke moeilijke om
standigheden verkeeren en vanwaar zal de
hulp moeten komen als B. en W. alvast op
eigen initiatief 1000 van de 2800, die zij
willen besteden aan een Comité voor Too-
neeluitvoeringen geven om er één zegge
en schrijve één volksvoorstelling voor te
laten geven.
Wij zullen ons op dit oogenbiik niet ver
diepen in de vraag of de keuze van een stuk
als Pygmalion dat door het Comité zelf
geschiedde een gelukkige is geweest, om
dat men evengoed een ander stuk had kun
nen uitzoeken en de keuze van het stuk zelf
met de feiten, die wij thans bespreken slechts
in verwijderd verband staat.
Vast staat, dat in dezen tijd, nu zoovele
vereenigingen tevergeefs om overheidssteun
vragen, een bedrag van ruim een derde ge
deelte van de voor kunstdoeleinden bestemde
gelden door B. en W. op eigen initiatief voor
één avond van volkstooneel aan onze stede
lijke schatkist wordt onttrokken.
Als men nagaat hoe door plaatselijke be
lasting, door hooge huren, door allerlei
voorschriften, het bestaan van vereenigingen
op het gebied van wetenschap en kunst voort
durend bedreigd wordt, hoe algemeen bekend
is, dat men van de gemeente toch nooit het
volle pond krijgt, dan is deze royaliteit ten
opzichte van het Comité voor Tooneeluitvoe-
ringen eenvoudig onbegrijpelijk.
Hier is geen sprake van het vasthouden
der beurskoorden, integendeel, men presen
teert 1000 voor één enkele tooneeluitvoe
ring, terwijl men weten kan wat trouwens
ook uit het adres van „Bilderdijk" blijkt
dat die voorstelling geen 1000 zal kosten
en dat men voot hetzelfde geld er wel drie
zal kunnen geven.
Met andere woorden, men bevoorrecht dit
Comité op een zoo in het oog loopende wijze,
dat het geen wonder is, dat andere organisa
ties daartegen een woord van afkeuring en
protest laten hooren.
Natuurlijk adresseert men thans ook van
andere zijde. Men vraagt, als de gemeente
dan toch kunsten en wetenschappen wil steu
nen, afschaffing of vermindering van de
drukkende belasting op de „openbare verma
kelijkheden", waarmee niet een enkele, maar
vele vereenigingen gebaat zouden zijn.
Men protesteert tegen willekeurige bevoor
rechting en vraagt gelijkstelling, maar is er
bij deze partijcombinatie in den Raad en net
College uit rechtsvaardigheidsoogpunt iets te
verwachten?
Wij vreezen, dat kunsten en wetenschap
pen, althans dit jaar, de dupe van a -
heerschende partijpolitiek zullen wor
dupe van de omstandigheid, dat er nog te vee.
volksvertegenwoordigers zijn, die, welke mee
ning zij ook persoonlijk mogen hebben, zich
niet durven onttrekken aan de vermaning ter
wille van de politieke eenheid en tot behoud
der verkregen meerderheid, de voetstappen
van hun wethouders en fractieleiders te druk
ken.
Heeft niet wij meenen bij de behande
ling van de aanvrage van Volkshuisvesting
een der opposanten den heer Bakker ver
weten, dat deze de kwestie vroeger anders
bekeek en heeft toen niet de heer Bakker de
monstratief uitgeroepen, dat men maar eens
moest afwachten hoe hij ten slotte zou stem
men.
Met dertien tegen acht stemmen ook die
van den heer Bakker is de Raad toen met
de meerderheid van het College meegegaan
en na dezen uitslag is het zeker wel ieder
duidelijk geworden, dat men aan eigen in
zicht en zelfstandig oordeel bij de meerder
heid van dezen Raad heel weinig heeft te ver
wachten.
Het is alles een gevolg van de nooit vol
prezen politiek, zich uitende in bondgenoot
schappen en voorbereid eenparig inzicht,
maar het is duidelijk, dat het gemeentebelang
daardoor niet gebaat wordt.
Zal men thans ook van de zijde der ver
bonden meerderheidspartijen, protesteeren te
gen het willekeurig optreden van B. en W
die bang zijn voor aantasting der gemeente
lijke autonomie, maar intusschen de rechten
van den Raad met voeten treden?
Zullen er buiten de leden der oppositie nog
anderen zijn, die zich over deze onverdedig
bare subsidieverleening in afkeurenden zin
uitlaten, die alsnog zullen trachten de reeds
door B. en W. genomen beslissing ongedaan
te maken.
Wij zullen, met de besturen van vele orga
nisaties, afwachten welke verrassingen de
komende begrootingsbesprekingen kunnen
brengen, maar wij vreezen, dat wij niet al
leen den uitslag der stemmingen, maar ook
het aantal der voor- en tegenstemmers nu
reeds met vrij groote zekerheid kunnen publi-
ceeren.
Het spreekwoord, dat de kunst betaald
moet worden is in'Alkmaar alleen op de aan
B. en W. welgevallige vereenigingen van toe
passing.
Den Haag, 10 December 1931.
De schrik sloeg ons toch hedenmiddag
even om het hart, toen wij uit den mond des
voorzitters moesten hooren, dat voor de be
sprekingen over de afdeeling Landbouw van
de Begrooting van Binnenlandsche Zaken in
de Tweede Kamer reeds ruim twintig spre
kers waren ingeschreven, zoodat hij den
spreektijd moest rantsoeneeren en op een
kwartier voor eiken spreker moest vaststel
len. Aangenomen dat daarbij geen nieuwe
sprekers bij zouden komen, beteekende dat
toch een spreektijd in eerste instantie van
goed vijf uur. Zou het mogelijk zijn, dat die
reeks van sprekers op de middagvergadering
werd afgewerkt, terwijl de Kamer des avonds
om acht uur weer bijeen zou moeten komen
voor de afhandeling van andere onderwer
pen? Het leek ons ondenkbaar, maar vol
goeden moed zetten we ons aan het luisteren
naar de wijsheid van twintig volksvertegen-
woordigers over één punt: den noodlijdenden
landbouw. We hebben het niet tot het bittere
einde kunnen bijwonen, het was haast zoo
eentonig als het beruchte verhaal van de buf
fels van den vader van Saidjah, maar we
hebben wel als algemeenen indruk mee kun
nen nemen, dat men het in de Kamer waar
deert zooals de regeering haar best doet om
aan de nooden van den landbouw tegemoet te
komen, maar dat men ook algemeen erkent,
dat van de regeering het onmogelijke niet is
tc eischen.
Alleen de heer Braat (plattel.) was onver
deeld ontevreden over het regeeringsbeleid:
de landbouw is over alle linies noodlijdend en
moet dus ook over alle linies ondersteund
worden en een ondersteuning als de bieten
teelt ondervindt is ten eenenmale onvol
doende.
Zij die minder veroordeelend over de regee
ring dachten, hadden intusschen toch ette
lijke wenschen op het hart. Zoo drong de heer
Ebels (v.d.) aan op verlaging van de spoor
wegtarieven, en zorgvuldig toezicht der
regeering op onzen uitvoer van land- en tuin
bouwproducten, desnoods zal ingrijpen ten
einde de zaak te bevorderen.
De heer Loerakker (r.k.) drong aan op
steun aan de vlasindustrie, de heer J. H I.
Vos (r.k.) deed hetzelfde en vroeg tevens
ernstig toezicht op den uitvoer met het oog
cp het roest in het gaan enz. De heer Biere-
ma (lib.) was nog al goed te spreken over de
regeeringsmaatregelen, maar wenschte con-
tingenteering wat onzen veestapel betreft en
een regeling van den uitvoer van onze zuivel
producten.
De heer Bakker (c.h.) kwam met een ver
zoek om steun aan de cichoreiverbouwing
aanzetten, de heer Van Rappard (lib.) dron»
er op aan, dat de regeering het vraagstuk
van het landbouwcrediet ter hand zou nemen
en zette uiteen, welke een gunstige gelegen
heid zich voor onzen exporthandel open door
de behoefte van Frankrijk aan poot aardap-
Evenals vorige jaren is ook dit jaar weer gelegenheid voor het
plaatsen van Nieuwjaarsgroeten in ons nummer van 31 Decem
ber. De prijs bedraagt 50 cent voor een enkele advertentie van
5 regels, a contant.
U zoudt onze administratie ten zeerste verplichten door nu
reeds Uw Nieuwjaarswensch aan ons bureau Voordam 9, op te
geven.
Ook kunt U ons Uwe advertentie doen toekomen door tus-
schenkomst van onze agenten en van H.H. Boekhandelaren.
pelen. Ook verzocht hij maatregelen tegen
den verkoop van Deensch vleesch onder het
mom van Nederlandsch vleesch.
De heer Hiemstra (s.d.a.p.) nam het op
voor de zuivelfabrikanten en diende een motie
in, waarbij de regeering wordt verzocht steun
te verleenen aan het propagandafonds voor
de zuivelfabricage, welke steun minister Ruys
intusschen reeds van de hand heeft gewezen.
Er volgden nog meer sprekers, waaronder de
heer Van den Heuvel (a.r.), die aardappel
meel in ons brood gemengd wilde zien, ge
lijk in de dagen van den Wereldoorlog. Maar
toen zette de voorzitter de besprekingen stop,
daar de heeren anders niet op tijd ter avona-
zitting zou kunnen verschijnen. Morgen
voortzetting, indien ten minste de ontwerpen
die ook voor morgen aan de orde zijn gesteld,
er nog voldoende tijd voor overlaten.
HOOVER, AMERIKA EN EUROPA.
Nieuwe belastingen in Amerika noodig.
De buitenlandsche politiek.
De president der Vereenigde Staten van
Amerika, de heer Hoover, heeft dezer dagen
in een vereenigde zitting van de beide regee-
ringshuizen van het rongres zijn jaarlijksche
boodschap voorgele n, een boodschap, die
we niet beter kunnen betitelen als een troon
rede in ons land. Er werd dus een overzicht
gegeven over het afgeloopen jaar en daar
naast werd een blik in de toekomst gewor
pen.
Het is met Amerika ook al misère. Volgens
berekeningen wordt een totaal van 4442 mil-
lioen dollar aan tekorten geschat van de
jaren 1931/1933 Deze tekorten moeten ge
dekt worden en de Amerikaansche regeering
zal dit waarschijnlijk trachten te doen door
het invoeren van nieuwe belastingen en door
het verhoogen van andere belastingen. Zoo
zal de inkomstenbelasting van 114, 3 en 5 fj,
worden verhoogd tot 2. 4 en 6 terwijl de
belastingopcenten voor de hooge inkomens
zullen worden verhoogd tot 100. Speciale be
lastingen zullen geheven worden op automo
bielen, radiotoestellen, gramofoons en hun
onderaeelen.
Dit zijn allemaal noodmaatregelen, zeide
Hoover, en ze duren tot uiterlijk Juli 1934,
terwijl zij in werking zullen treden in Juli
1932.
o
Sprekende over den Europeeschen toestand
zeide Hoover o.a. „De economische crisis in
Duitschland en Midden-Europa nam in Juli
j.1. den vorm aan van een algemeene paniek,
waaruit bleek, dat deze volken zonder vreem
de hulp zouden moeten ineenstorten. De
vrees voor een dergelijke ineenstorting bracht
onze producten- en effectenmarkt in verwar
ring en bedreigde ook andere volken, waar
door nieuwe gevaren voor ons geschapen
werden. De ncodzakelijkheid van onze mede
werking om het Duitsche volk voor een ter
stond te verwachten catastrophe te bescher
men, was daarom van de grootste beteekenis,
opdat het zijn belangrijk aandeel aan de sta
biliteit der wereld zou kunnen handhaven.
Uit deze overwegingen heeft Amerika het
Moratoriumjaar en de Stillhalte-overeen-
komst aan de orde gesteld".
Wat verder de buitenlandsche politiek be
treft, de boodschap van Hoover beval drie
hoofdpunten: Hij vraagt de ratificatie van
het schuldenjaar voor 15 December; voorts
stelt hij wederinstelling van de oorlogs-
schuldcommissie voor, terwijl hij de nood
zakelijkheid van verdere concessies consta
teerde. Tegelijkertijd echter zegt Floover, dat
hij een schrapping der schulden niet kan
goedkeuren, terwijl hij tenslotte wijst op de
noodzakelijkheid van verdere bewapenings
beperking (de begrooting van Amerika voor
leger en vloot wordt geschat op 767 mil-
lioen!)
o
Het schuldenvacantiejaar, verklaarde Hoo
ver, heeft een algemeene economische paniek
voorkomen en was daarom een noodzakelijke
stap. De depressie in het economisch wereld
leven heeft de Eurooeesche volken erger ge
troffen dan Amerika. Het schuldenvacantie
jaar heeft tot doel de debiteuren-naties de
gelegenheid tot herstel te geven. Ik beveel,
zeide Hoover, het Amerikaansche volk in zijn
eigen belang aan een verstandige crediteur
van goede buren te zijn.
Hoover constateerde met nadruk, dat de
Vereenigde Staten zonder oogmerk bij de al
gemeene reparatiebetalingen of de verdeeling
der Duitsche koloniën en het Duitsche par
ticuliere eigendom betrokken waren. De rege
lingen met de geallieerde debiteuren zijn op
een basis getroffen, welke niets met de DuitJ
sche reparaties uitstaande heeft, De herstel
kwestie is daarom een zuiver Europeesche
aangelegenheid, waaraan Amerika niet deel
neemt. Hoover herhaalde zijn verklaring,
welke hij in Juni bij het voorstellen van het
vacantiejaar had gegeven en constateerde
daarbij, dat de politiek der Amerikaansche
regeering geen verandering heeft ondergaan.
Hoover vermeed evenwel aan te geven, welke
taak de oorlogsschuldencommissie, welke hij
weer wil instellen, zal hebben. Intusschen
wees hij er op, dat in eenige gevallen nog
verdere tijdelijke schikkingen noodzakelijk
zijn, daar vaststaat, dat een aantal debiteu-
renregeering en tot verdere volledige betalin
gen aan Amerika niet in staat is, zoolang de
economische toestand der betrokken volken
niet beter is geworden. De oorlogsschulden
commissie zou deze kwesties moeten onder
zoeken en haar conclusie en aanbevelingen
aan het congres voorleggen.
Hoover herinnerde daarop aan het bezoek
van Laval en aan dat van Grandi, welke
bezoeken aan de betrokken regeeringen de
zeer welkome gelegenheid hadden geboden
wederzijdsche opvattingen te leeren kennen.
De Mantsjoerijsche kwestie besprekend,
zeide Hoover, dat de Vereenigde Staten als
medeonderteekenaar van het Kelloggpact en
van het negen-mogendhedenverdrag de mede-
verantwoordelijkheid droegen ten aanzien
van de handhaving van de integriteit van
China en van den vrede in het Verre Oosten.
Het was in het belang van de Amerikaansche
politiek geweest den Volkenbond bij zijn be
moeiingen tot bijlegging van het conflict te
ondersteunen en mede te beraadslagen, in-
P'aats van onafhankelijk er buiten te blijven.
Intusschen heeft de Amerikaansche regeering
zich steeds volledige vrijheid van handelen
en beoordeelen met betrekking tot de te nemen
maatregelen voorbehouden.
SPAANSCH WETSONTWERP TOT
ONTEIGENING VAN DE
AMERIKAANSCHE TELEFOON MIJ.
Groote opwinding in Ameri
kaansche knngen.
De ministerraad heeft besloten de na
tionale vergadering een wetsontwerp voor te
leggen, waarbij de Spaansche telefoonmaat
schappij, die onder Primo de Rivera door
Amerikaansche ingenieurs en met Ameri-
kaansch kapitaal is ingericht, onwettig
wordt verklaard en zal worden onteigend.
In Amerikaansche kringen heerscht over
dit regeeringsbesluit groote opwinding.
DE POLITIEKE BESPREKINGEN IN
HESSEN
Het antwoord van het Centrum.
In verband met de publicatie van de na-
tionaal-socialistische twaalf punten inzake
de vorming van de regeering in Hessen,
wordt van Centrum-zijde het volgende ver
klaard:
Het Centrum heeft geen gebruik gemaakt
van den inhoud van het nationaal-socialis-
tisch schrijven, dat zonder medeweten van
den ontvanger voorbarig gepubliceerd is.
Wanneer in enkele bladen van het Centrum
en in andere dagbladen vermoedens over de
nationaal-socialistische eischen werden uit
gesproken, dan geschiedde dat buiten mede
weten en zonder voeling te houden met de
partijinstanties. Dat blijkt ook hieruit, dat
de berichten der bladen niet overeenstemden
met de eischen der nationaal-socialisten, ter
wijl evenmin het Centrum inzake het ant
woord, opgaven heeft verstrekt. Daarom kon
het Centrum dit al niet doen, daar dit ant
woord pas in de slotbesprekingen van gister