Landbouw tuurlJjk allereerst de financiëele kwes ties. Het kwam met voorstellen, om belastingen te verhoogen en om salaris sen te verlagen. Een gevolg van dit was onder nieer, dat op de vloot ernstige ongeregeldhe den plaats hadden, omdat de man schappen de salarisverlaging verre van billijk vonden, 't Conflict werd echter opgelost, maar daarmee was de flnan- ciëele kwestie niet van de baan! Men zou nog iets anders, iets sensationeelers beleven! Laten wij deze sensatie even rusten en kijken, wat er met de regeering zelf gebeurde. Het spreekt welhaast van zelf. dat de Labour-partiJ niet bepaald vriendelijk gezind was jegens MacDo- nald c.s. 'tVVas dan ook heelemaal geen verrassing, dat er een splitsing kwam en dat de twee vrienden, MacDonald en Henderson, tegenover elkaar kwamen te staan. MacDonald, Snowden, Tho mas en Lord Sankey, eertijds Labour- aanhangers, werden uit de partij gezet en verzocht, hun mandaten ter beschik king van de kiesdistricten te stellen. De genoemde leden weigerden dit, maar vonden een andere oplossing, die trou wens voor de hand lag en die ook in het vooruitzicht gesteld was, toen de nieu we regeering aan het bewind kwam: het uitschrijven van nieuwe verkiezingen, waaraan vooraf ging de parlementsont- binding. Den 26sten October hadden dan die groote verkiezingen plaats en zelden zal een partij zoo verpletterend versla gen zijn als toen de Labourpartij. Van regeeringspartij tot oppositie overgesla gen, verloor zij bij de verkiezingen een geweldig aantal zetels, meest ten gunste van de conservatieven. En thans is er een groepje van een 50 leden, die onder aanvoering van Henderson, de oppositie vormt. En MacDonald in zijn kiesdistrict herkozen, is premier gebleven, zonder lat hij lid van een partij is... o Tenslotte de grootste verrassing: de capitulatie van het pond! Den 21sten September kwam het to taal onverwachte bericht, dat Engeland afstand had gedaan van den gouden standaard en dat de Londensclië beurs gesloten was! Engeland, het rijke land, eens de beheerscher der wereld, eens de machtigste van alle landen, Engeland stond voor een financieele crisis! En het zeide den gouden standaard vaarwel! 't Gevolg bleef niet uit. Amsterdam sloot de beurs, Berlijn deed evenzoo, en vele andere steden wisten niet anders te doen. Feitelijk bleef alleen de Parij- sche beurs geopend* Het pond zakte en duizenden guldens verlies werd plotseling geleden. Niet al leen in Engeland, maar in de geheel e wereld. Een oogenblik was het geheele vertrouwen in het bankwezen verdwe nen. Gelukkig bleek, dat Amsterdam de beurs gesloten had uit vrees voor een paniek, maar toen die achterwege bleef, was spoedig de effectenhandel weer in vollen gang. Maar toch, de stemming bleef gedrukt en het besluit van Enge land, om afstand te doen van den gou den standaard, is door vele landen ge volgd; het laatst door Japan, zooals wij een veertien dagen geleden nog mede deelden. Welke gevolgen deze ernstige crisis nog zal hebben, is niet te zeggen. Wij moeten dat alles overlaten aan het lot. Alleen dit is zeker: het bankwezen hangt meer dan ooit innig samen met de politieke gebeurtenissen in de wereld en met het spreekt vanzelf de eco nomische toestanden. Zoo zagen wij dus, dat zelfs het sterke Engeland geen voldoende weerstand kon bieden aan de funeste gevolgen van de wereldcrisis. Hoe in Spanje 1931 voorbij ging. Toen wij onze aanteekeningen begon- ften te maken en onze dagelijksche noti ties veranderden in wekelijksche en deze laatste weer in maandelijksche, toen wij zoo langzamerhand een over zicht kregen over alles, wat er gebeurd was, toen bleek ons, dat in verschillen de landen betrekkelijk weinig was ge weest, dat thans nog de moeite waard was om het te releveeren. Andere lan den daarentegen hadden een zoo rijke „jaargeschiedenis", dat ze wel terdege nader beschouwd mochten worden. Een voorbeeld? Daar was Italië, het land, dat in den regel nog al eens van zich laat hooien, maar dat in het thans voorbije jaar merkwaardig kalm was. Daartegenover stond Spanje, waar juist dit jaar zeer veel gebeurde, waar dit jaar zelfs de regeeringsvorm geheel ver anderde. Spanje, een der oudste koninkrijken van Europa, Snanje is dit jaar in een republiek veranderd en Alfonso XIII is mede opgenomen in de rij van ex- vorsten. Het broeide al lang in dit Zuid-Weste lijke Schiereiland. Reeds het vorig jaar bleek de dictatuur onhoudbaar en moest koning Alfonso verschillende concessies doen. Maar in 1931 keerde de zoo noodige rust niet terug. Eerder werd alles nog ernstiger. Herhaaldelijk kwamen onlusten voor en het volk, aan gevoerd door repubHkeinsch gezinden er studenten, verzette zich o. m. steeds heftiger tegen de herhaaldelijk uitge stelde algemeene verkiezingen. Zelfs moest op verschillende plaatsen de staat van beleg worden afgekondigd en krachtige regeeringsmaatregelen wor den genomen, om den dreigenden op stand tegen te gaan. Arrestaties van anarchisten en studenten waren aan de orde van den dag, tal van officieren, vij anden van het bestaande regime, kwa men voor den krijgsraad en werden tot zware straffen veroordeeld en het was nog maar nauwelijks Februari gewor den, toen een kabinetscrisis uitbrak, 't Was niet gemakkelijk, om een nieuwe regeering te vormen en reeds gingen geruchten over een nieuwe dictatuur door het land. Deze geruchten waren fnuikend voor de regeering, want over al heerschte groote opwinding. Stakin gen braken uit, de trams in Madrid ble ven in de remises, de treinen liepen niet meer; het portret van Alfonso werd in het openbaar verbrand; kortom, Spanje stond aan den rand van een burgeroor log. Zoover kwam het gelukkig niet, want nadat de gemeenteraadsverkiezingen in April van dit jaar groote overwinningen voor de republikeinen waren geworden, deed koning Alfonso, die begreep, dat de toestand onhoudbaar was geworden, afstand van de regeering (14 April 1931) en vertrok met zijn familie naar Frank rijk. Op hetzelfde oogenblik werd de re publiek uitgeroepen en Zamorra, de leider der republikeinen, tot voorloopig president benoemd. Zooals steeds in dergelijke gevallen, werd ook hier amnestie verleend aan alle politieke gevangenen. En wat ook steeds het geval is er heerschte groote vreugde over deze „verlossing". Het volk meende, dat de nieuwe, betere toekomst was aangebroken en overal werd feest gevierd. De 1 Mei werd een nationale feestdag o De nieuwe regeering ging flink aan 't werk, maar moest geducht oppassen. Allereerst waren er de monarchisten, die een oogenblik trachtten het oude re gime te herstellen, maar deze poging werd onderdrukt. Verder had de nieu we regeering bijna onmiddellijk moei lijkheden met de communisten, die gloedvolle meetings hielden, stakingen proclameerden en botsingen uitlokten. Maar nog ernstiger was het conflict met de Roomsche kerk. De nieuwe regeering had n.1. als een van haar eerste daden de scheiding tusschen Staat en Kerk ingevoerd en kwam daardoor in conflict met de gees telijkheid. Gevaarlijk werd de toestand, toen verschillende kloosters in brand werden gestoken en kardinaal Segura uit het land werd verbannen. Steeds scherper werd het conflict, en zelfs werd de monniken aangeraden, hun be zittingen te verkoopen, omdat men nog meer onheil vreesde. Dit conflict heeft maandenlang ge duurd. Verschillende nota's werden met het Vaticaan gewisseld en einde lijk, in October, kwam er eenige verbe tering in den toestand. Hoewel het conflict niet geheel opgelost is, mocht men toen toch tot een voorloopige over eenstemming komen. o Intusschen was de regeering doorge gaan met het invoeren van nieuwe maatregelen. Zoo werd het ambtenaren corps tot op de helft vei-minderd en zoo werd het leger geheel gerorganiseerd. Tenslotte moest men nog rekening hou den met Catalonië en de Baskische pro vincies, waar zelfstandige republieken werden uitgeroepen, die echter wat het staatsbelang en de buitenlandsche politiek betrof, met Spanje zouden sa menwerken. Er is dus dit jaar heel wat gebeurd in Soanje. Van koninkrijk is het republiek digd van hoogverraad, is vogelvrij ver- geworden en koning Alfonso, beschul- klaard. We zullen afwachten, of deze nieuwe republiek beter is dan het oude konink- n;k. Voorloopig moet men echter den ken, dat nieuwe bezems schoon vegen Gebeurtenissen in andere Europeesche landen. Wij kunnen de andere Europeesche landen wel in een hoofdstukje behan delen, omdat er zoo weinig gebeurd is, dat vermeldenswaardig is, dat het ïxiet mogelijk is, elk land afzonderlijk te noemen. Allereerst Italië. In het voor gaande hoofdstukje wezen we er al op, dat Italië zich vrij rustig hield in het afgeloopen jaar. Van belang is feitelijk alleen het conflict dat gerezen is tus schen de Staat en de Kerk. Het was in het laatst van Mei, dat Mussolini een einde wilde maken aan bijeenkomsten van katholieke jeugdclubs, omdat hij sterk vermoedde, dat in deze clubs pro paganda werd gemaakt tegen het zoo gezegende fascisme. Verschillende huiszoekingen werden gedaan en zooge naamd bezwarend materiaal in beslag genomen. Het spreekt vanzelf, dat Mussolini in ernstig conflict kwam met het Vaticaan, vooral, toen hij het lidmaatschap van de fascistische partij onvereenigbaar ver klaarde met dat der katholieke actie. Verschillende nota's werden gewisseld, en het slot van het liedje was, dat het conflict eindigde met een wederzijdsche toenadering. Wat al weer niet betee- kende, dat de kwestie geheel is opge lost! Het fascisme werd ook op andere wij ze aangevallen. In October verscheen n.1. een vliegtuig boven Rome, dat anti fascistische pamfletten rondstrooide, tot groote schrik van de volgelingen van Mussolini. De vliegenier vond den dood in zijn toestel, maar het schijnt, dat zijn dood anderen heeft aange spoord, om de actie voort te zetten. Voorloopig evenwel zonder succes. We mogen er verder nog op wijzen, dat Italië aan Albanië een renteloos voorschot verstrekte van 10 millioen goudfrancs per jaar voor den tijd van 10 jaar. Hetgeen natuurlijk beteekent, dat Italiës invloed in het nabije Oosten weer danig toeneemt! o Vervolgens Oostenrijk. Oosten rijk heeft dit jaar een korte kabinets crisis gehad, welke spoedig werd opge lost. zoodat op dit oogenblik het kabi- net-Buresch aan de regeering is. Wij hebben de kwestie van de Duitsch- Oostenrijksche Tolunie reeds bij Duit chland besproken, zoodat we t. o. d. daarnaar kunnen verwijzen. Alleen moeten we dus nog even her inneren aan de z.g. Putsch-beweging, welke Oostenrijk den 13den September meemaakte. De Heimwehren hadden op dien datum n.1. de regeering willen om ver werpen, maar hoewel de actie goed was voorbereid, mislukte ze toch, dank zij het krachtig ingrijpen der regeering. Verschillende leiders, o. w. dr. Pfrie- mer, werden gearresteerd en juist twee weken geleden is het proces begonnen tegen deze leiders. Dit proces was een waar succes voor de aanhangers van de Heimwehren. Immers, toen de uitspraak viel, bleken alle beklaagden te zijn vrij gesproken! De heeren kunen dus gerust nog eens een kansje wagen! België heeft een korte kabinets crisis gehad, maar de heer Renkin slaagde er in, een nieuw kabinet samen te stellen, dat op dit oogenblik nog steeds aan de regeering is. Het land is verschillende keeren op geschrikt door de relletjes tusschen de Vlaamsch gezinde Belgen en het ander deel, dat niets wil weten van een offici- eele Vlaamsche taal. Deze kwestie zal nog wel niet zoo heel spoedig opgelost worden! Verder hebben wij kunnen lezen, hoe in het Maasdal ernstige vergiftigings- gevallen plaats vonden, waarschijnlijk te wijten aan gassen der fabrieken, of aan vergiftige bestanddeelen in den rook der groote fabrieksschoorsteenen. Hiermee is dus ongeveer alles gezegd, wat de moeite waard is, om gememo reerd te worden. We zeggen Europa dus vaarwel en gaan even een kijkje nemen bij de Staten, die het Verre Oosten vor men: China en Japan! Het is natuurlijk weer het Verre Oos ten, da^ de aandacht trok. Bijna zou den we kunnen zeggen, dat er de tra ditie getrouw! weer naar hartelust gevochten is in China en dat duizenden slachtoffers zijn gevallen door de onrust in het land, door de steeds weer her haalde roofovervallen en door de steeds weer naar macht hunkerende generaals, die elkander met hun legers bestrijden. China heeft dit jaar wel heel erg te lijden gehad. Allereerst waren het de communisten, die het land onveilig maakten en waartegen Chineesche le gers moesten oprukken. Men fluisterde (heel hoorbaar!) dat Russisch geld niet vreemd was aan de steun der commu nistische agitatie. Nog maar nauwelijks was het grootste gevaar van communistische zijde ver dwenen (de Chineesche legers toch had den de drie voornaamste communisti sche bolwerken weten te veroveren), of de nationale regeering werd ernstig be dreigd door de troepen van Sjantoeng en SJonsi. En nog was deze onrust niet ten goede gekeerd, of een ernstig Chi- neesch-Japansch conflict brak uit. Het was in September, dat Japansche troepen naar Moekden oprukten en deze stad bezetten. Wie eigenlijk begonnen was, is nooit recht duidelijk geworden, omdat beide landen elkaar de schuld gaven. Maar een ding is zeker: Japan zoekt, een afzetgebied en terrein, waar zijn overtollige bevolking kan worden gehuisvest. En al mag nu van Japan sche zijde beweerd worden, dat het maatregelen moest nemen, om zijn landgenooten en bezittingen iix Mants- joerije te beschermen, de vergrooting der Japansche grenzen zal wel een der voornaamste reden zijn geweest van het conflict. De opmarsch der Japansche troepen zette kwaad bloed bij de Chineezen, en terwijl de legers van het eeuwenoude keizerrijk vochten tegen de modern uit- gei'uste Japansche troepen, werden overal in China anti-Japansche betoo gingen gehouden en werd op verschil lende plaatsen de boycot over Japan sche goederen uitgesproken. De kwestie werd ter tafel gebracht op de Volkenbondsvergadering en deze zag den toestand zoo ernstig in, dat de Raad na beëindiging der zitting op nieuw bijeen kwam te Parijs, om te trachten, het conflict in goede banen te leiden. Het resultaat is, na langdurige besprekingen, geweest, dat Japan be loofde zijn troepen terug te trekken en inderdaad is daar ook een begin mee ge maakt. Helaas, 't bleef bij een begin, want op het oogenblik dat wij dit schrij ven, zijn de gevechten weer in vollen gang en is het onmogelijk te zeggen, hoe dat daar in het verre Oosten zal afloopen. De sombere lijst Het jaar 1931 is helaas ook al weer niet vrij van natuurrampen geweest en het jaar 1931 heeft op het gebied van moord- en doodslag zelfs een schrikba rend figuur geslagen. Ziehier een kort, maar somber lijstje, dat lang niet volledig is: Januari: typhoon op de Philippijnen; 150 dooden; aardbeving op Ecuador; 170 dooden; koude in China; honderden dooden; storm op de Zwarte Zee; 300 schepen vergaan hongersnood in Brazilië; honderden dooden aardbeving in Mexico; enorme ver woestingen aardbeving op Nieuw-Zeeland; honder den dooden; twee steden verdwenen; F ebruari: scheepsramp in China; 100 dooden; stormen in China; eenige honderden dooden; Maart: scheepsramp in China; 200 dooden; aardbeving op Nicaragua; 2500 dooden; April: aardbeving in Transkaukasië; 100 doo den; Juni: scheepsramp in Frankrijk (Loire); 550 dooden; Augustus: overstrooming te Hankau; 1000 dooden; overstrooming der Jangtse; 250.000 dooden. En tenslotte een ontzettende moord partij in China, w aarbij niet minder dan 30.000 Chineezen werden vermoord. Als we dan nog herinneren aan de vele treinaanslagen in Midden-Europa, aan de dagelijksche verkeersongevallen met zijn vele dooden, aan de kleinere mijnrampen, de kleinere scheepsram pen, aan de vele, zeer vele enkelingen, die vermoord werden, dan komen wij tot een ontzettend groot getal; een getal, dat tot nadenken zet Tot besluit. Ons slot kan kort zijn. In boven staande kolommen hebben wij getracht een kort overzicht te geven van het be langrijkste, dat er in 1931 gebeurde. Men zal gemerkt hebben, dat de groote economische crisis een belangrijke rol heeft gespeeld in 1931. Als wij dan ook een wensch mogen uitspreken, dan is het wel deze: een algemeene verbete ring van de wereld op economisch ge bied. Wat 1932 ons zal brengen, weten wij niet. Slechts dit is bekend: straks, als het nieuwe jaar een maand oud is, zal de groote ontwapeningsconferentie wor den gehouden. Dan zullen de gedele geerden van alle landen beraadslagen over de legers en vloten en dan zullen zij Maar neen, wij durven onzen wensch niet uitspreken, omdat wij vreezen, dat onze wensch niet vervuld zal worden. Moge 1932 brengen, waarop wij in 1931 tevergeefs wachtten! J. W. Wie iets over landbouw zegt of schrijft, dient rekening te houden met het nieuws wat de laatste post brengt, wat vaak van groot belang is voor alle vakken van het be drijfsleven. Met zware zorg ziet men een werelddepressie doorwerken die Nederland als landoouw-exportland tijdelijk of blijvend dreigt uit te schaken. Een tijdelijke wel vaart heeft, in ons land, verhoudingen ge schapen welke met een handomdraaien niet kunnen te niet worden gedaan. Verhoudingen waarop geldelijk beheer van den Staat en zijne organen, leefwijze en mentaliteit van de bevolking tijdelijk zijn in gesteld. Of hierdoor sinds 1914 het weer standsvermogen op economisch gebied is toegenomen, mag betwijfeld. Weelderige feriodes kweeken nu eenmaal geen kracht, let zijn thans niet de nationale doch de in ternationale verhoudingen die de mogelijk heid van het bestaan van 8 miljoen zielen op dezen bodem bepalen. Verwoesting en vernietiging van eenmaal geschapen waarden noodzaakt een groot deel van de wereld de ontstane verliezen aan te vullen. Het behoeft niet te verwonderen dat bij de hier ontstane concurrentie eene inmiddels sterk verbeterde techniek een bui tengewone rol gaat spelen. Bij het uitblij ven van spoedig herstel scheen men in alle landen tot de conclusie te komen dat de wel vaart slechts een schijnwelvaart kon zijn ge weest. Met dit besef werd een vertrouwens crisis ingeluid die als een ziekte om zich heen grijpt en wordt verscherpt doordat het aanpassingsvermogen aan gewijzigde om standigheden nu eenmaal traag werkt. Hier op volgt een algemeene inzinking een „sauve qui peut"!. Evenals in 1890—92 zoekt men naar een oorzaak bij de basis van de betaal middelen. De meeningen zijn ook thans ver deeld over de vraag of goud de basis tot dekking der waarde van de betaalmiddelen zal moeten blijven en, zoo ja, tot welk per centage. Een vraag die niet afdoend schijnt beantwoord te kunnen worden is of meerdere of mindere goudschaarschte met betrekking tot de hoeveelheid en waarde van te finan cieren goederen zich zou doen gevoelen in de koopkracht van de betaalmiddelen of (en) van de prijzen der goederen. Van belang is het feit dat de herstelbetalingen van Duitsch land dit land voor ons als exportland sterk benadeelen. De overwinnaars uit den oorlog, met name Engeland, zijn al bijna even arm, zij het ook door andere oorzaken. In dezen toestand hebben alle staten de neiging zich eene zelfstandige positie te scheppen. Geld gebrek belet hen om met anderen om de wel- }e v^c^^n- Men kiest andere middelen. Men tracht zich van anderen af te sluiten. Dit bekomt niet allen even goed. De struc tuur van een staat dient zich hiertoe te lee- nen, alsook de energie van een bevolking. Slechts enkele landen kunnen een bevolking \oeden, kleeden en een dragelijk bestaan verschaffen zonder in- en uitvoer. Meenend hierdoor welvaart te scheppen tracht men dit doel te benaderen door het verbieden van invoer, invoer te contingenteeren of invoer door hooge rechten tegen te houden, door luxe te beperken door middel van deviezen- verordeningen, uitvoer te bevorderen door premiën of dumping. Hierdoor moet ons land eenzijdig ingesteld op uitvoer, het slachtoffer worden. Het landb-uwbedriif dat tot heden geen feitelijke bescherming heeft begeerd, zal op deze wijze spoedig op eigen markt zijn aangewezen. Blijft de koopkracht in andere landen achterwege dan volgt inkrimping van onze productie en komt de gebruiker van den bodem bij den staat vragen om een boterham, als zooveel anderen. Dat onder deze omstandigheden de struc- 'tuur van ons land grondige wijziging komt te ondergaan is duidelijk voor hem die de beteekenis van den landbouwexport voor onze betalingsbalans weet te beoordeelen Dit alles is het gevolg van de wereldde pressie. Als een werelddictator, met de noo dige kracht en wijsheid begiftigd, in deze materie regelmaat kon brengen, zou hij een dankbare ontvangst verdienen, gesteld dat hij zich gehoor kon verschaffen en dat ieder land met de toegewezen portie vrede zou willen nemen. De ervaring, opgedaan in den Volkenbond, wijst op het slagen van slechts die maatre gelen welke weinig ingrepen in de belangen der Staten. Het zonder mankeeren misluk ken van maatregelen die ingrijpend waren laat weinig verwachting voor het slagen van welke wereldregeling dan ook. De juist bekend geworden uitsla T besprekingen te Bazel bevestigt de dat men daar ingrijpend werk, als hme?nin§ nationale regeling van ruilverkeer Inter" juist omdat er zeer tegengestelde bei'=,„°ni2e.I,t zijn betrokken. De staten blijken zoover tot overleg bereid als hun naal^®-.-1" gend belang medebrengt na3stbijhg. De staten blijken hier een trouwe af geling te zijn van de individuen waarna®* enkele gunstige uitzonderingen vooiW. Het bedrijfsleven in den Nederlands^' landbouw zit hopeloos in de knel Het\ te betwijfelen of onder deze omstandighwEL 8 miljoen Nederlanders een bestaan kunn vinden zooals ze dit in de laatste 15 jaar wend zijn. Voor dit aantal gaat de spoelin» dunner worden. Het nationaal vermoei» voor zoover rendabel, verdwijnt als sneeuw voor de zon en is spoediger opgeteerd da velen verwacht hebben. Zelfs de 800 mn joen metaal, bij de Nederlandsche bank al," dekking aanwezig, dus 100— per bew'" ner, is spoedig opgesoupeerd bij te verwach ten nadeelige verschillen van onze betaling balans. De Nederlandsche bevolking komt voor de vraag hoe een algemeen versoberd bestaan door allen tezamen dient te worden gedragen, hoe dit zal worden verdeeld Over die verdeeling bestaat reeds thans ernstig verschil van meening, waarbij het natuurlijk egoïsme zich nergens verloochent, zoomin bij groep als individu. Voorshands troost een meerderheid zich met de fameuze rede neering dat ruim geld uitgeven de circulatie bevordert en daardoor een probaat middel i« om tot welvaart te komen! Men brengt dit middel bij provincie en ge. meente lustig in praktijk, niettegenstaande enkele verstandige menschen uit bijna alle partijen er anders over denken. Zij zijn van de meening dat individu of gemeenschap eerst dienen te ontvangen a|. vorens te kunnen uitgeven. Deze meerderheid wenscht niet in te zien dat rentebetaling en aflossing van bedragen die men gemakshalve in miljoenen uitdrukt' óf tot St. Juttemis verschoven óf moeten ein digen in een Staatsbankroet. Vermoedelijk wordt deze ordinaire vorm niet gekozen bij gebreke aan een orgaan dat zich met deze soort van faillissementen bezig houdt. 'Wel belandt men bij het meer gebruikelijke en vuile middel waartoe onze overzeesche buren in New-foundl-land zijn gekomen, n.1. onge limiteerde verwatering van het betaalmiddel, den weg waarop ze door Scandinavië en Ja pan zijn gevolgd. De volle beteekenis van dit middel zal tot de bevolking doordringen als alle waarden, in het betaalmiddel uitge drukt, de verwoestende werking van inflatie zullen hebben ondergaan. Wanneer de fondsen, gesticht krachtens invaliditeits- en ouderdoms-, ongevallen- en ziektewetten, fondsen van instellingen, hypotheken, lijfren ten, inkomens, salarissen en loonen in den maalstroom van inflatie ondergaan, zal men hier den Duitscher begrijpen die, door bittere ervaring geleerd, zich in hoogen nood tegen dit middel poogt te verzetten. De Oudejaarsavond is misschien een geschikt moment om zich deze zaken voor oogen te stellen zooals ze zijn. Juist tegen Kerstmis is door 5 Nederlandsche landbouw-organisa- ties dringend overleg gepleegd met de re geering om als noodmaatregel een verreke ning met een naburig land te treffen dat neiging toont om op te houden onze uitvoer- producten te betalen. De industrie van dat land geeft zeer lange credieten bij invoer in Nederland. Dit schept crediet in ons land en beteekent dus kapitaalvlucht. Hetzelfde land neemt, ten behoeve van eigen invoer crediet in die mate dat een débacle dreigt. Men vraagt dus van onze regeering me dewerking aan een soort van clearing, waren tegen waren met aanvulling op goudwaarde voor het land dat een uitvocrsaldo heeft Het begin van handel in primitieven vorm, nood zakelijk doordat dit land zuivel en groente niet of met moeite kan betalen. Engeland sluit de deur door prohibitieve invoerrechten en inflatie, Duitschland pleegt dumping en houdt invoer tegen, Scandinavië verwatert het ruilmiddel, Amerika is practisch afgeslo ten door hooge invoerrechten, Frankrijk con- tingenteert den invoer, zelfs België gaat zich isoleeren. Rusland heeft met geweldige krachtsinspanning zijn economische hulp bronnen aangeboord en getracht deze renda bel te maken door geforceerden collectieven afzet. De ontreddering van West-Europa is deels door het Russische systeem van afzet te verklaren en geeft een harden dobber voor de plannen van dit merkwaardige land zelf. Het is te verklaren dat de Nederland sche landbouw zich tot den Staat heeft ge wend om de bedrijven voor geheelen onder gang te bewaren, niettegenstaande velen niet dan noodgedwongen hieraan hun sym pathie konden geven. Men herinnert zich hoe wijlen mr. Treub in 1914 door forsche maatregelen, op korten termijn, het bedrijfsleven op gang trachtte te houden. Een figuur van deze kracht ont breekt in onze regeering thans ten eenen- male. Dit met alle waardeering voor hen die het roer van Staat in handen hebben en op wier plaats iemand met verantwoorde lijkheidsgevoel niet gaarne zou zitten. Het vindt groote ontstemming dat de re geering niet tijdig initiatief heelt willen ne men tegen de gevolgen van den invoer van Deensch vleesch en den invoer van Russi sche boter, niets deed tegen dumping ,ult Duitschland en tegen de bewuste uitholling van de meestbegunstigingsclausule. De regeering huldigde hier de meening ult kringen die liever een vitaal bedrijf j® gronde laten gaan dan één haar breed af wijken van de meest doctrinaire toepassing van het vrijhandelsbeginsel. Voor vrij 13®* gen tijd zal bij landbouw de sympthie ver speeld zijn voor die economen welke de fu»' camenteele beteekenis van dit bedrijf niet 1 hunne beschouwingen vermochten op te men. In wier hooggeleerde beschouwingen g® plaats was voor de mogelijkheid dat de p dein de kosten van boven water houden w kon dekken met alle gevolgen van dien voo den Staat en zijn huishouding. J Eigenlijk mag d^ landbouw nog dank.na zijn dat de regeering bij eenige partijen., meerderheid heeft gevonden voor =-■ len die bedoelen den landbouw voor a i heele inzinking te bewaren. De veel kj smade en tegengewerkte tarwewet bes <- een deel van den bodem voor een nog 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 26