Landbouw
tuurlJjk allereerst de financiëele kwes
ties. Het kwam met voorstellen, om
belastingen te verhoogen en om salaris
sen te verlagen.
Een gevolg van dit was onder nieer,
dat op de vloot ernstige ongeregeldhe
den plaats hadden, omdat de man
schappen de salarisverlaging verre van
billijk vonden, 't Conflict werd echter
opgelost, maar daarmee was de flnan-
ciëele kwestie niet van de baan! Men
zou nog iets anders, iets sensationeelers
beleven!
Laten wij deze sensatie even rusten
en kijken, wat er met de regeering zelf
gebeurde. Het spreekt welhaast van
zelf. dat de Labour-partiJ niet bepaald
vriendelijk gezind was jegens MacDo-
nald c.s. 'tVVas dan ook heelemaal geen
verrassing, dat er een splitsing kwam
en dat de twee vrienden, MacDonald en
Henderson, tegenover elkaar kwamen
te staan. MacDonald, Snowden, Tho
mas en Lord Sankey, eertijds Labour-
aanhangers, werden uit de partij gezet
en verzocht, hun mandaten ter beschik
king van de kiesdistricten te stellen.
De genoemde leden weigerden dit, maar
vonden een andere oplossing, die trou
wens voor de hand lag en die ook in het
vooruitzicht gesteld was, toen de nieu
we regeering aan het bewind kwam: het
uitschrijven van nieuwe verkiezingen,
waaraan vooraf ging de parlementsont-
binding.
Den 26sten October hadden dan die
groote verkiezingen plaats en zelden
zal een partij zoo verpletterend versla
gen zijn als toen de Labourpartij. Van
regeeringspartij tot oppositie overgesla
gen, verloor zij bij de verkiezingen een
geweldig aantal zetels, meest ten
gunste van de conservatieven. En thans
is er een groepje van een 50 leden, die
onder aanvoering van Henderson, de
oppositie vormt.
En MacDonald in zijn kiesdistrict
herkozen, is premier gebleven, zonder
lat hij lid van een partij is...
o
Tenslotte de grootste verrassing: de
capitulatie van het pond!
Den 21sten September kwam het to
taal onverwachte bericht, dat Engeland
afstand had gedaan van den gouden
standaard en dat de Londensclië beurs
gesloten was! Engeland, het rijke land,
eens de beheerscher der wereld, eens de
machtigste van alle landen, Engeland
stond voor een financieele crisis! En het
zeide den gouden standaard vaarwel!
't Gevolg bleef niet uit. Amsterdam
sloot de beurs, Berlijn deed evenzoo, en
vele andere steden wisten niet anders
te doen. Feitelijk bleef alleen de Parij-
sche beurs geopend*
Het pond zakte en duizenden guldens
verlies werd plotseling geleden. Niet al
leen in Engeland, maar in de geheel e
wereld. Een oogenblik was het geheele
vertrouwen in het bankwezen verdwe
nen.
Gelukkig bleek, dat Amsterdam de
beurs gesloten had uit vrees voor een
paniek, maar toen die achterwege bleef,
was spoedig de effectenhandel weer in
vollen gang. Maar toch, de stemming
bleef gedrukt en het besluit van Enge
land, om afstand te doen van den gou
den standaard, is door vele landen ge
volgd; het laatst door Japan, zooals wij
een veertien dagen geleden nog mede
deelden.
Welke gevolgen deze ernstige crisis
nog zal hebben, is niet te zeggen. Wij
moeten dat alles overlaten aan het lot.
Alleen dit is zeker: het bankwezen
hangt meer dan ooit innig samen met
de politieke gebeurtenissen in de wereld
en met het spreekt vanzelf de eco
nomische toestanden.
Zoo zagen wij dus, dat zelfs het sterke
Engeland geen voldoende weerstand
kon bieden aan de funeste gevolgen van
de wereldcrisis.
Hoe in Spanje 1931 voorbij ging.
Toen wij onze aanteekeningen begon-
ften te maken en onze dagelijksche noti
ties veranderden in wekelijksche en
deze laatste weer in maandelijksche,
toen wij zoo langzamerhand een over
zicht kregen over alles, wat er gebeurd
was, toen bleek ons, dat in verschillen
de landen betrekkelijk weinig was ge
weest, dat thans nog de moeite waard
was om het te releveeren. Andere lan
den daarentegen hadden een zoo rijke
„jaargeschiedenis", dat ze wel terdege
nader beschouwd mochten worden.
Een voorbeeld? Daar was Italië, het
land, dat in den regel nog al eens van
zich laat hooien, maar dat in het thans
voorbije jaar merkwaardig kalm was.
Daartegenover stond Spanje, waar juist
dit jaar zeer veel gebeurde, waar dit
jaar zelfs de regeeringsvorm geheel ver
anderde.
Spanje, een der oudste koninkrijken
van Europa, Snanje is dit jaar in een
republiek veranderd en Alfonso XIII is
mede opgenomen in de rij van ex-
vorsten.
Het broeide al lang in dit Zuid-Weste
lijke Schiereiland. Reeds het vorig
jaar bleek de dictatuur onhoudbaar en
moest koning Alfonso verschillende
concessies doen. Maar in 1931 keerde
de zoo noodige rust niet terug. Eerder
werd alles nog ernstiger. Herhaaldelijk
kwamen onlusten voor en het volk, aan
gevoerd door repubHkeinsch gezinden
er studenten, verzette zich o. m. steeds
heftiger tegen de herhaaldelijk uitge
stelde algemeene verkiezingen. Zelfs
moest op verschillende plaatsen de staat
van beleg worden afgekondigd en
krachtige regeeringsmaatregelen wor
den genomen, om den dreigenden op
stand tegen te gaan. Arrestaties van
anarchisten en studenten waren aan de
orde van den dag, tal van officieren, vij
anden van het bestaande regime, kwa
men voor den krijgsraad en werden tot
zware straffen veroordeeld en het was
nog maar nauwelijks Februari gewor
den, toen een kabinetscrisis uitbrak,
't Was niet gemakkelijk, om een nieuwe
regeering te vormen en reeds gingen
geruchten over een nieuwe dictatuur
door het land. Deze geruchten waren
fnuikend voor de regeering, want over
al heerschte groote opwinding. Stakin
gen braken uit, de trams in Madrid ble
ven in de remises, de treinen liepen niet
meer; het portret van Alfonso werd in
het openbaar verbrand; kortom, Spanje
stond aan den rand van een burgeroor
log.
Zoover kwam het gelukkig niet, want
nadat de gemeenteraadsverkiezingen in
April van dit jaar groote overwinningen
voor de republikeinen waren geworden,
deed koning Alfonso, die begreep, dat
de toestand onhoudbaar was geworden,
afstand van de regeering (14 April 1931)
en vertrok met zijn familie naar Frank
rijk. Op hetzelfde oogenblik werd de re
publiek uitgeroepen en Zamorra, de
leider der republikeinen, tot voorloopig
president benoemd.
Zooals steeds in dergelijke gevallen,
werd ook hier amnestie verleend aan
alle politieke gevangenen. En wat
ook steeds het geval is er heerschte
groote vreugde over deze „verlossing".
Het volk meende, dat de nieuwe, betere
toekomst was aangebroken en overal
werd feest gevierd. De 1 Mei werd een
nationale feestdag
o
De nieuwe regeering ging flink aan
't werk, maar moest geducht oppassen.
Allereerst waren er de monarchisten,
die een oogenblik trachtten het oude re
gime te herstellen, maar deze poging
werd onderdrukt. Verder had de nieu
we regeering bijna onmiddellijk moei
lijkheden met de communisten, die
gloedvolle meetings hielden, stakingen
proclameerden en botsingen uitlokten.
Maar nog ernstiger was het conflict
met de Roomsche kerk.
De nieuwe regeering had n.1. als een
van haar eerste daden de scheiding
tusschen Staat en Kerk ingevoerd en
kwam daardoor in conflict met de gees
telijkheid. Gevaarlijk werd de toestand,
toen verschillende kloosters in brand
werden gestoken en kardinaal Segura
uit het land werd verbannen. Steeds
scherper werd het conflict, en zelfs
werd de monniken aangeraden, hun be
zittingen te verkoopen, omdat men nog
meer onheil vreesde.
Dit conflict heeft maandenlang ge
duurd. Verschillende nota's werden
met het Vaticaan gewisseld en einde
lijk, in October, kwam er eenige verbe
tering in den toestand. Hoewel het
conflict niet geheel opgelost is, mocht
men toen toch tot een voorloopige over
eenstemming komen.
o
Intusschen was de regeering doorge
gaan met het invoeren van nieuwe
maatregelen. Zoo werd het ambtenaren
corps tot op de helft vei-minderd en zoo
werd het leger geheel gerorganiseerd.
Tenslotte moest men nog rekening hou
den met Catalonië en de Baskische pro
vincies, waar zelfstandige republieken
werden uitgeroepen, die echter wat
het staatsbelang en de buitenlandsche
politiek betrof, met Spanje zouden sa
menwerken.
Er is dus dit jaar heel wat gebeurd in
Soanje. Van koninkrijk is het republiek
digd van hoogverraad, is vogelvrij ver-
geworden en koning Alfonso, beschul-
klaard.
We zullen afwachten, of deze nieuwe
republiek beter is dan het oude konink-
n;k. Voorloopig moet men echter den
ken, dat nieuwe bezems schoon vegen
Gebeurtenissen in andere Europeesche
landen.
Wij kunnen de andere Europeesche
landen wel in een hoofdstukje behan
delen, omdat er zoo weinig gebeurd is,
dat vermeldenswaardig is, dat het ïxiet
mogelijk is, elk land afzonderlijk te
noemen.
Allereerst Italië. In het voor
gaande hoofdstukje wezen we er al op,
dat Italië zich vrij rustig hield in het
afgeloopen jaar. Van belang is feitelijk
alleen het conflict dat gerezen is tus
schen de Staat en de Kerk. Het was in
het laatst van Mei, dat Mussolini een
einde wilde maken aan bijeenkomsten
van katholieke jeugdclubs, omdat hij
sterk vermoedde, dat in deze clubs pro
paganda werd gemaakt tegen het zoo
gezegende fascisme. Verschillende
huiszoekingen werden gedaan en zooge
naamd bezwarend materiaal in beslag
genomen.
Het spreekt vanzelf, dat Mussolini in
ernstig conflict kwam met het Vaticaan,
vooral, toen hij het lidmaatschap van de
fascistische partij onvereenigbaar ver
klaarde met dat der katholieke actie.
Verschillende nota's werden gewisseld,
en het slot van het liedje was, dat het
conflict eindigde met een wederzijdsche
toenadering. Wat al weer niet betee-
kende, dat de kwestie geheel is opge
lost!
Het fascisme werd ook op andere wij
ze aangevallen. In October verscheen
n.1. een vliegtuig boven Rome, dat anti
fascistische pamfletten rondstrooide,
tot groote schrik van de volgelingen
van Mussolini. De vliegenier vond den
dood in zijn toestel, maar het schijnt,
dat zijn dood anderen heeft aange
spoord, om de actie voort te zetten.
Voorloopig evenwel zonder succes.
We mogen er verder nog op wijzen,
dat Italië aan Albanië een renteloos
voorschot verstrekte van 10 millioen
goudfrancs per jaar voor den tijd van
10 jaar. Hetgeen natuurlijk beteekent,
dat Italiës invloed in het nabije Oosten
weer danig toeneemt!
o
Vervolgens Oostenrijk. Oosten
rijk heeft dit jaar een korte kabinets
crisis gehad, welke spoedig werd opge
lost. zoodat op dit oogenblik het kabi-
net-Buresch aan de regeering is.
Wij hebben de kwestie van de Duitsch-
Oostenrijksche Tolunie reeds bij
Duit chland besproken, zoodat we t. o. d.
daarnaar kunnen verwijzen.
Alleen moeten we dus nog even her
inneren aan de z.g. Putsch-beweging,
welke Oostenrijk den 13den September
meemaakte. De Heimwehren hadden op
dien datum n.1. de regeering willen om
ver werpen, maar hoewel de actie goed
was voorbereid, mislukte ze toch, dank
zij het krachtig ingrijpen der regeering.
Verschillende leiders, o. w. dr. Pfrie-
mer, werden gearresteerd en juist twee
weken geleden is het proces begonnen
tegen deze leiders. Dit proces was een
waar succes voor de aanhangers van de
Heimwehren. Immers, toen de uitspraak
viel, bleken alle beklaagden te zijn vrij
gesproken!
De heeren kunen dus gerust nog eens
een kansje wagen!
België heeft een korte kabinets
crisis gehad, maar de heer Renkin
slaagde er in, een nieuw kabinet samen
te stellen, dat op dit oogenblik nog
steeds aan de regeering is.
Het land is verschillende keeren op
geschrikt door de relletjes tusschen de
Vlaamsch gezinde Belgen en het ander
deel, dat niets wil weten van een offici-
eele Vlaamsche taal. Deze kwestie zal
nog wel niet zoo heel spoedig opgelost
worden!
Verder hebben wij kunnen lezen, hoe
in het Maasdal ernstige vergiftigings-
gevallen plaats vonden, waarschijnlijk
te wijten aan gassen der fabrieken, of
aan vergiftige bestanddeelen in den
rook der groote fabrieksschoorsteenen.
Hiermee is dus ongeveer alles gezegd,
wat de moeite waard is, om gememo
reerd te worden. We zeggen Europa dus
vaarwel en gaan even een kijkje nemen
bij de Staten, die het Verre Oosten vor
men:
China en Japan!
Het is natuurlijk weer het Verre Oos
ten, da^ de aandacht trok. Bijna zou
den we kunnen zeggen, dat er de tra
ditie getrouw! weer naar hartelust
gevochten is in China en dat duizenden
slachtoffers zijn gevallen door de onrust
in het land, door de steeds weer her
haalde roofovervallen en door de steeds
weer naar macht hunkerende generaals,
die elkander met hun legers bestrijden.
China heeft dit jaar wel heel erg te
lijden gehad. Allereerst waren het de
communisten, die het land onveilig
maakten en waartegen Chineesche le
gers moesten oprukken. Men fluisterde
(heel hoorbaar!) dat Russisch geld niet
vreemd was aan de steun der commu
nistische agitatie.
Nog maar nauwelijks was het grootste
gevaar van communistische zijde ver
dwenen (de Chineesche legers toch had
den de drie voornaamste communisti
sche bolwerken weten te veroveren), of
de nationale regeering werd ernstig be
dreigd door de troepen van Sjantoeng
en SJonsi. En nog was deze onrust niet
ten goede gekeerd, of een ernstig Chi-
neesch-Japansch conflict brak uit.
Het was in September, dat Japansche
troepen naar Moekden oprukten en deze
stad bezetten. Wie eigenlijk begonnen
was, is nooit recht duidelijk geworden,
omdat beide landen elkaar de schuld
gaven. Maar een ding is zeker: Japan
zoekt, een afzetgebied en terrein, waar
zijn overtollige bevolking kan worden
gehuisvest. En al mag nu van Japan
sche zijde beweerd worden, dat het
maatregelen moest nemen, om zijn
landgenooten en bezittingen iix Mants-
joerije te beschermen, de vergrooting
der Japansche grenzen zal wel een der
voornaamste reden zijn geweest van het
conflict.
De opmarsch der Japansche troepen
zette kwaad bloed bij de Chineezen, en
terwijl de legers van het eeuwenoude
keizerrijk vochten tegen de modern uit-
gei'uste Japansche troepen, werden
overal in China anti-Japansche betoo
gingen gehouden en werd op verschil
lende plaatsen de boycot over Japan
sche goederen uitgesproken.
De kwestie werd ter tafel gebracht
op de Volkenbondsvergadering en deze
zag den toestand zoo ernstig in, dat de
Raad na beëindiging der zitting op
nieuw bijeen kwam te Parijs, om te
trachten, het conflict in goede banen te
leiden. Het resultaat is, na langdurige
besprekingen, geweest, dat Japan be
loofde zijn troepen terug te trekken en
inderdaad is daar ook een begin mee ge
maakt. Helaas, 't bleef bij een begin,
want op het oogenblik dat wij dit schrij
ven, zijn de gevechten weer in vollen
gang en is het onmogelijk te zeggen,
hoe dat daar in het verre Oosten zal
afloopen.
De sombere lijst
Het jaar 1931 is helaas ook al weer
niet vrij van natuurrampen geweest en
het jaar 1931 heeft op het gebied van
moord- en doodslag zelfs een schrikba
rend figuur geslagen.
Ziehier een kort, maar somber lijstje,
dat lang niet volledig is:
Januari:
typhoon op de Philippijnen; 150 dooden;
aardbeving op Ecuador; 170 dooden;
koude in China; honderden dooden;
storm op de Zwarte Zee; 300 schepen
vergaan
hongersnood in Brazilië; honderden
dooden
aardbeving in Mexico; enorme ver
woestingen
aardbeving op Nieuw-Zeeland; honder
den dooden; twee steden verdwenen;
F ebruari:
scheepsramp in China; 100 dooden;
stormen in China; eenige honderden
dooden;
Maart:
scheepsramp in China; 200 dooden;
aardbeving op Nicaragua; 2500 dooden;
April:
aardbeving in Transkaukasië; 100 doo
den;
Juni:
scheepsramp in Frankrijk (Loire);
550 dooden;
Augustus:
overstrooming te Hankau; 1000 dooden;
overstrooming der Jangtse; 250.000
dooden.
En tenslotte een ontzettende moord
partij in China, w aarbij niet minder dan
30.000 Chineezen werden vermoord.
Als we dan nog herinneren aan de
vele treinaanslagen in Midden-Europa,
aan de dagelijksche verkeersongevallen
met zijn vele dooden, aan de kleinere
mijnrampen, de kleinere scheepsram
pen, aan de vele, zeer vele enkelingen,
die vermoord werden, dan komen wij
tot een ontzettend groot getal; een getal,
dat tot nadenken zet
Tot besluit.
Ons slot kan kort zijn. In boven
staande kolommen hebben wij getracht
een kort overzicht te geven van het be
langrijkste, dat er in 1931 gebeurde.
Men zal gemerkt hebben, dat de groote
economische crisis een belangrijke rol
heeft gespeeld in 1931. Als wij dan ook
een wensch mogen uitspreken, dan is
het wel deze: een algemeene verbete
ring van de wereld op economisch ge
bied.
Wat 1932 ons zal brengen, weten wij
niet. Slechts dit is bekend: straks, als
het nieuwe jaar een maand oud is, zal
de groote ontwapeningsconferentie wor
den gehouden. Dan zullen de gedele
geerden van alle landen beraadslagen
over de legers en vloten en dan zullen
zij
Maar neen, wij durven onzen wensch
niet uitspreken, omdat wij vreezen, dat
onze wensch niet vervuld zal worden.
Moge 1932 brengen, waarop wij in
1931 tevergeefs wachtten!
J. W.
Wie iets over landbouw zegt of schrijft,
dient rekening te houden met het nieuws
wat de laatste post brengt, wat vaak van
groot belang is voor alle vakken van het be
drijfsleven. Met zware zorg ziet men een
werelddepressie doorwerken die Nederland
als landoouw-exportland tijdelijk of blijvend
dreigt uit te schaken. Een tijdelijke wel
vaart heeft, in ons land, verhoudingen ge
schapen welke met een handomdraaien niet
kunnen te niet worden gedaan.
Verhoudingen waarop geldelijk beheer
van den Staat en zijne organen, leefwijze en
mentaliteit van de bevolking tijdelijk zijn in
gesteld. Of hierdoor sinds 1914 het weer
standsvermogen op economisch gebied is
toegenomen, mag betwijfeld. Weelderige
feriodes kweeken nu eenmaal geen kracht,
let zijn thans niet de nationale doch de in
ternationale verhoudingen die de mogelijk
heid van het bestaan van 8 miljoen zielen op
dezen bodem bepalen.
Verwoesting en vernietiging van eenmaal
geschapen waarden noodzaakt een groot
deel van de wereld de ontstane verliezen aan
te vullen. Het behoeft niet te verwonderen
dat bij de hier ontstane concurrentie eene
inmiddels sterk verbeterde techniek een bui
tengewone rol gaat spelen. Bij het uitblij
ven van spoedig herstel scheen men in alle
landen tot de conclusie te komen dat de wel
vaart slechts een schijnwelvaart kon zijn ge
weest. Met dit besef werd een vertrouwens
crisis ingeluid die als een ziekte om zich
heen grijpt en wordt verscherpt doordat het
aanpassingsvermogen aan gewijzigde om
standigheden nu eenmaal traag werkt. Hier
op volgt een algemeene inzinking een „sauve
qui peut"!. Evenals in 1890—92 zoekt men
naar een oorzaak bij de basis van de betaal
middelen. De meeningen zijn ook thans ver
deeld over de vraag of goud de basis tot
dekking der waarde van de betaalmiddelen
zal moeten blijven en, zoo ja, tot welk per
centage. Een vraag die niet afdoend schijnt
beantwoord te kunnen worden is of meerdere
of mindere goudschaarschte met betrekking
tot de hoeveelheid en waarde van te finan
cieren goederen zich zou doen gevoelen in
de koopkracht van de betaalmiddelen of (en)
van de prijzen der goederen. Van belang is
het feit dat de herstelbetalingen van Duitsch
land dit land voor ons als exportland sterk
benadeelen. De overwinnaars uit den oorlog,
met name Engeland, zijn al bijna even arm,
zij het ook door andere oorzaken. In dezen
toestand hebben alle staten de neiging zich
eene zelfstandige positie te scheppen. Geld
gebrek belet hen om met anderen om de wel-
}e v^c^^n- Men kiest andere middelen.
Men tracht zich van anderen af te sluiten.
Dit bekomt niet allen even goed. De struc
tuur van een staat dient zich hiertoe te lee-
nen, alsook de energie van een bevolking.
Slechts enkele landen kunnen een bevolking
\oeden, kleeden en een dragelijk bestaan
verschaffen zonder in- en uitvoer. Meenend
hierdoor welvaart te scheppen tracht men dit
doel te benaderen door het verbieden van
invoer, invoer te contingenteeren of invoer
door hooge rechten tegen te houden, door
luxe te beperken door middel van deviezen-
verordeningen, uitvoer te bevorderen door
premiën of dumping. Hierdoor moet ons
land eenzijdig ingesteld op uitvoer, het
slachtoffer worden. Het landb-uwbedriif
dat tot heden geen feitelijke bescherming
heeft begeerd, zal op deze wijze spoedig op
eigen markt zijn aangewezen. Blijft de
koopkracht in andere landen achterwege
dan volgt inkrimping van onze productie en
komt de gebruiker van den bodem bij den
staat vragen om een boterham, als zooveel
anderen.
Dat onder deze omstandigheden de struc-
'tuur van ons land grondige wijziging komt
te ondergaan is duidelijk voor hem die de
beteekenis van den landbouwexport voor
onze betalingsbalans weet te beoordeelen
Dit alles is het gevolg van de wereldde
pressie. Als een werelddictator, met de noo
dige kracht en wijsheid begiftigd, in deze
materie regelmaat kon brengen, zou hij een
dankbare ontvangst verdienen, gesteld dat hij
zich gehoor kon verschaffen en dat ieder
land met de toegewezen portie vrede zou
willen nemen.
De ervaring, opgedaan in den Volkenbond,
wijst op het slagen van slechts die maatre
gelen welke weinig ingrepen in de belangen
der Staten. Het zonder mankeeren misluk
ken van maatregelen die ingrijpend waren
laat weinig verwachting voor het slagen van
welke wereldregeling dan ook.
De juist bekend geworden uitsla T
besprekingen te Bazel bevestigt de
dat men daar ingrijpend werk, als hme?nin§
nationale regeling van ruilverkeer Inter"
juist omdat er zeer tegengestelde bei'=,„°ni2e.I,t
zijn betrokken. De staten blijken
zoover tot overleg bereid als hun naal^®-.-1"
gend belang medebrengt na3stbijhg.
De staten blijken hier een trouwe af
geling te zijn van de individuen waarna®*
enkele gunstige uitzonderingen vooiW.
Het bedrijfsleven in den Nederlands^'
landbouw zit hopeloos in de knel Het\
te betwijfelen of onder deze omstandighwEL
8 miljoen Nederlanders een bestaan kunn
vinden zooals ze dit in de laatste 15 jaar
wend zijn. Voor dit aantal gaat de spoelin»
dunner worden. Het nationaal vermoei»
voor zoover rendabel, verdwijnt als sneeuw
voor de zon en is spoediger opgeteerd da
velen verwacht hebben. Zelfs de 800 mn
joen metaal, bij de Nederlandsche bank al,"
dekking aanwezig, dus 100— per bew'"
ner, is spoedig opgesoupeerd bij te verwach
ten nadeelige verschillen van onze betaling
balans. De Nederlandsche bevolking komt
voor de vraag hoe een algemeen versoberd
bestaan door allen tezamen dient te worden
gedragen, hoe dit zal worden verdeeld Over
die verdeeling bestaat reeds thans ernstig
verschil van meening, waarbij het natuurlijk
egoïsme zich nergens verloochent, zoomin
bij groep als individu. Voorshands troost
een meerderheid zich met de fameuze rede
neering dat ruim geld uitgeven de circulatie
bevordert en daardoor een probaat middel i«
om tot welvaart te komen!
Men brengt dit middel bij provincie en ge.
meente lustig in praktijk, niettegenstaande
enkele verstandige menschen uit bijna alle
partijen er anders over denken.
Zij zijn van de meening dat individu of
gemeenschap eerst dienen te ontvangen a|.
vorens te kunnen uitgeven.
Deze meerderheid wenscht niet in te zien
dat rentebetaling en aflossing van bedragen
die men gemakshalve in miljoenen uitdrukt'
óf tot St. Juttemis verschoven óf moeten ein
digen in een Staatsbankroet. Vermoedelijk
wordt deze ordinaire vorm niet gekozen bij
gebreke aan een orgaan dat zich met deze
soort van faillissementen bezig houdt. 'Wel
belandt men bij het meer gebruikelijke en
vuile middel waartoe onze overzeesche buren
in New-foundl-land zijn gekomen, n.1. onge
limiteerde verwatering van het betaalmiddel,
den weg waarop ze door Scandinavië en Ja
pan zijn gevolgd. De volle beteekenis van
dit middel zal tot de bevolking doordringen
als alle waarden, in het betaalmiddel uitge
drukt, de verwoestende werking van inflatie
zullen hebben ondergaan. Wanneer de
fondsen, gesticht krachtens invaliditeits- en
ouderdoms-, ongevallen- en ziektewetten,
fondsen van instellingen, hypotheken, lijfren
ten, inkomens, salarissen en loonen in den
maalstroom van inflatie ondergaan, zal
men hier den Duitscher begrijpen die, door
bittere ervaring geleerd, zich in hoogen
nood tegen dit middel poogt te verzetten. De
Oudejaarsavond is misschien een geschikt
moment om zich deze zaken voor oogen te
stellen zooals ze zijn. Juist tegen Kerstmis
is door 5 Nederlandsche landbouw-organisa-
ties dringend overleg gepleegd met de re
geering om als noodmaatregel een verreke
ning met een naburig land te treffen dat
neiging toont om op te houden onze uitvoer-
producten te betalen. De industrie van dat
land geeft zeer lange credieten bij invoer in
Nederland. Dit schept crediet in ons land
en beteekent dus kapitaalvlucht. Hetzelfde
land neemt, ten behoeve van eigen invoer
crediet in die mate dat een débacle dreigt.
Men vraagt dus van onze regeering me
dewerking aan een soort van clearing, waren
tegen waren met aanvulling op goudwaarde
voor het land dat een uitvocrsaldo heeft Het
begin van handel in primitieven vorm, nood
zakelijk doordat dit land zuivel en groente
niet of met moeite kan betalen. Engeland
sluit de deur door prohibitieve invoerrechten
en inflatie, Duitschland pleegt dumping en
houdt invoer tegen, Scandinavië verwatert
het ruilmiddel, Amerika is practisch afgeslo
ten door hooge invoerrechten, Frankrijk con-
tingenteert den invoer, zelfs België gaat zich
isoleeren. Rusland heeft met geweldige
krachtsinspanning zijn economische hulp
bronnen aangeboord en getracht deze renda
bel te maken door geforceerden collectieven
afzet. De ontreddering van West-Europa is
deels door het Russische systeem van afzet
te verklaren en geeft een harden dobber
voor de plannen van dit merkwaardige land
zelf. Het is te verklaren dat de Nederland
sche landbouw zich tot den Staat heeft ge
wend om de bedrijven voor geheelen onder
gang te bewaren, niettegenstaande velen
niet dan noodgedwongen hieraan hun sym
pathie konden geven.
Men herinnert zich hoe wijlen mr. Treub
in 1914 door forsche maatregelen, op korten
termijn, het bedrijfsleven op gang trachtte te
houden. Een figuur van deze kracht ont
breekt in onze regeering thans ten eenen-
male. Dit met alle waardeering voor hen
die het roer van Staat in handen hebben en
op wier plaats iemand met verantwoorde
lijkheidsgevoel niet gaarne zou zitten.
Het vindt groote ontstemming dat de re
geering niet tijdig initiatief heelt willen ne
men tegen de gevolgen van den invoer van
Deensch vleesch en den invoer van Russi
sche boter, niets deed tegen dumping ,ult
Duitschland en tegen de bewuste uitholling
van de meestbegunstigingsclausule.
De regeering huldigde hier de meening ult
kringen die liever een vitaal bedrijf j®
gronde laten gaan dan één haar breed af
wijken van de meest doctrinaire toepassing
van het vrijhandelsbeginsel. Voor vrij 13®*
gen tijd zal bij landbouw de sympthie ver
speeld zijn voor die economen welke de fu»'
camenteele beteekenis van dit bedrijf niet 1
hunne beschouwingen vermochten op te
men.
In wier hooggeleerde beschouwingen g®
plaats was voor de mogelijkheid dat de p
dein de kosten van boven water houden w
kon dekken met alle gevolgen van dien voo
den Staat en zijn huishouding. J
Eigenlijk mag d^ landbouw nog dank.na
zijn dat de regeering bij eenige partijen.,
meerderheid heeft gevonden voor =-■
len die bedoelen den landbouw voor a i
heele inzinking te bewaren. De veel kj
smade en tegengewerkte tarwewet bes <-
een deel van den bodem voor een nog 1