Firma Zwaan l Zoon Electr. Fijnstrijkinrichting „He tlnie il.l. Auto-Centrale Fruithandel J. ZWIER i ZOON - Hoorn, N. ZENTVELD Cl. ZENTVELD-HES Dordrechtsche Courant, H. TIKTAK* Thee en Koffie Vellkamp <fc Seheriner T. H. DE VISSER Jr. Stoomwasscherij „DE VALK" GEBR. v. d. WAL, QBRARD WOIRjyi: Gein*. Ic. és F. ÏKuidhm, öorürecïit. m.g. Asrent WK B1FN, li o 11 i ii x w e p p.f.- Aannemers. Aieuwesloot 129. SCHILDER en BEHANGER Oudegracht 44. J. VEERMAN VTECHN. BUREAU R I ES. CENTRALE VERWARMING VBLTKAM JE3 JOH. VEEL en Echtgenoote MARIE VAN VLIET Co. DAMESKAPSALONS Bierkade 5, Tel. 1214 wenschen hun geachte cliëntèle een Gelukkig Nieuwjaar. p. f. p.f, Lindenlaan 94 - E. W. v, d. WAL Fa. WlIJi BAIJN, Beurtdieiist Texel-Alkmaar. *n. g. Maarstraat 10 FAMIL1B UITTE. Tabaksfabriek „DE WAAG". Fa. JOH. WAIJBOER Gz., Alkmaar. - Telef. 476 Handelskade Tel. 909 Alkmaar Direetie KW ABT DE VHlEf*. o.g. J. VAN ZALINGL, Laat 61 - Telef. 1080 Kruideniers- en Grutterswaren, Kottie en Thee, JAC. ZOMERDIJK, Echtgenoote en Kinderen wenschen hun geachte cliënten een gelukkig Nieuwjaar. Auto- en Motordienst Alkmaar-Botterdam. arnebrook 30 Mr. Bakker Veel geluk en voorspoed. Drukkerij en Boekhandel Onze beste wenschen voor t932 Voor het Nieuwe Jaar verzonden we reeds onzen Katalogus. Uit onze Staatsmachine__ m. g Administratiën Krelagestraat 37 Alkmaar. H.G. ALKMAAR. TELEF. 1260 p. f. vert. NOORD-HOLLANDSCHE MACHINEHANDEL wenscht zijn geachte cliënten, vrienden en kennissen EEN VOORSPOEDIG NIEUWJAAR. wenschen hun geachte cliëntèle een gelukkig en voorspoedig Nieuwjaar. Westerholhstraat 20. NOORDERKADE 68. telefoon 1209. Vrienden en begunstigers een gelukkig Nieuwjaar toegewenscht. Vertrek Donderdag en Zaterdag 12 uur. DAMES- EN HEERENMODEMAGAZIJN HOUTTIL 54 HOUTTIL hoek Langestraat en ACHTERSTRAAT, p. f. 99 Bij den aanvang van 1932 aan onze geachte begunstigers, vrienden bekenden een gelukkig Nieuwjaar toegewenscht. Wijn, Boerenjongens, Cultura, Cheriy brandy, Half om Half, Voorburg, Koek, Biscuit, Fijne Vleeschwaren. o.g. Groot Nieuwland D 76, Alkmaar, Melkhandel, Boter Kaas en Eieren, Kruideniers- en Grutterswaren, wenscht zijn geachte familie, bekenden en begunstigers een GELUKKIG NIEUWJAAR. j. v. d. VELDEN en Echtgenoote, coiffeur, m g_ Limmerhoek D 2 A. F. DE VRIES en Echtgenoote, wenschen vrienden, buren en be gunstigers een gelukkig nieuw jaar. Druivenlaan, hoek le Tuindwarsstr. 39. z. n. Familie VAN DER VELDEN, „Hagenooi", Egmondermeer. 0. g. P. DE VRIES en Echtgenoote wenschen hunne geachte vrien den en begunstigers een ge lukkig en voorspoedig Nieuw jaar. Melkhandel en Comestibles, Ritsevoort 40. Begunstigers, familie, vrien den en bekenden gelukkig Nieuwjaar toegewenscht. A. VERBERNE en Echtgenoote, Café Sportlust. E. DE VRIES G. DE VRIES- GREEUW, Schoenmakerij, Ged. Nieuwe- sloot 9, wenschen hun geachte cliëntèle en vrienden een ge lukkig Nieuwjaar. N.V. Drogisterij Chemicaliën- handel „VRIESIA" v.h. JAN DE VRIES, Alkmaar. C. VERWEEL en N. VERWEEL—SCHOEHUIS Stompetoren, wenschen hunne begunstigers, familie en vrienden een geluk kig Nieuwjaai. Ondergeteekende wenscht zijn geachte cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar. S. VLAAR, Mr. Bakker, Rustenburg, gzm. Ursem. Aan familie en bekenden een gelukkig Nieuwjaar. Wed. J. VISSER. Driehuizen. Met 't glas in de hand Wenschen wij 't heele land, En ieder mensch veel heil en zegen Op de verdere wegen. G. VRIESMAN en Echtgenoote. Wijnhandel, St. Annastraat 30. Telefoon 544. Aan cliëntèle, familie en be kenden een gelukkig Nieuwjaar. Driehuizen, 1 Januari 1932. Jb. WSSTER en Echtgenoote. H. WETTERAUW, Slagerij, p. f. f Nieuwpoortslaan 38. G. WESSELS en Echtgenoote, Luttik-Oudorp No. 1, Café „Amstelbar", hoek Bier kade, wenschen hun cliëntèle, zoowel binnen als buiten de stad, een gelukkig Nieuwjaar. G. DE WIT G. A. DE WIT—VEENMAN wenschen hun vrienden en be gunstigers een gelukkig Nieuw jaar. Magdalenenstraat B Wed. WEIJMER Sigarenmagazijn' wenscht haar geachte cliönfAi. en vrienden een Reinuf Nieuwjaar. gelukkig A. DE WILDE, Stadsorgeltnan en Echtgenoote wenschen geachte begunstigers eer gelukkig Nieuwjaar. JAN zegerIJITHAANT^"' Kapper, Verdronkem-ord 89. Telef. ggo m. g. p.f. Ged. Nieuwesl. 77, Alkmaar. J. WIESE S. G. WIESE—ALGRA. Stucadoor. Oudegracht 211. Tel. 841. m. h. g. P. VENNIK N. VENNIK—ZWAGERMAN, Koningsweg 30, Alkmaar, Meubelmagazijn, wenscht zijn vrienden, kennis sen en cliënten een gelukkig Nieuwjaar. W. VASBINDER. J. VASBINDER—KWAST, o. g. Heul 7. JOH. VISSER G. ViSSER—LEEGWATER In Koloniale Waren, Stations weg 4. Het goede gewénscht in het nieuw begonnen jaar. Amsterdamsche Wasch-, Strijk en Glansinrichting wenscht hare buren, vrienden en begunstigers een gelukkig Nieuwjaar. J. J. VREDENBURG—GILLES St. Annastraat C. 10. J WOERDEMAN, Koloniale Waren, Nieuwpoortslaan 51 m g. Telef 1430. C. v. WENLEL, in Aardappelen, Groenten en Fruit, Landstraat 35, aan allen een gelukkig Nieuwjaar. Firma P. v. d. WAAL, Timmerbedrijf, wenscht haar geachte cliëntèle een gelukkig nieuwjaar. Koningsweg 56. P. A. WAI.LAART Mr. Metselaar en Echtgenoote wenschen cliëntèle een gelukkig Nieuwjaar. W. WIJPKEMA en Echtgenoote, Broodbakkuij. Achterdam 12. o. g. iaaitawl' Heelt U die reeds ont vangen Wij zenden U deze gaar- ne op aanvraag toe. G. W1TTEMAN. Schoenhandel en Schoenmakerij Oudegracht, hoek Oosterburgstr. m. g. Aan onze cliëntèle, begunsti gers en vrienden, een gelukkig Nieuwjaar toegewenscht. Jn. GODVLIÉT en Familie. Groenten- en Fruithandel, v. d. Woudestraat 7. Zij. die wjnsehen te advertes* ren te Doidrecht en in de om etreken, vinden voor hurine advertentiën de grootst moge lijke publiciteit in de uitgevers de DOR Dl, ECHTS!4 DRUKKERIJ- en UITGEVERS- MAATSCHAPPIJ. RECLAME EN HERALDIEK. Die beide begrippen schijnen wel heel ver van elkander af te liggen en toch heeft de N.V. Koffie Hag Maatschappij ze te onzent verbonden, terwijl haar zus termaatschappijen in Duitschland, Frankrijk, Zwitserland en laatstelijk ook in België dit eveneens hebben gedaan in zeer geslaagde uitgaven, waarbij de ste delijke en provinciale wapens als zegels ter verzameling worden verspreid. De beide begrippen, zoo schrijft Huib Luns in een zeer lezenswaardig artikel, schijnen uit elkander te liggen, omdat de reclame ons fonkelnieuw voorkomt en de heraldiek ons stokoud lijkt. Door het herhaald gebruik van het woord „schijnen" is de lezer gewaar schuwd, dat wij hem voorbereiden op onze meening, dat inderdaad de verhou ding tusschen reclame en heraldiek an ders bekeken kan worden. De heraldiek is de kunde en de kunst van den heraut, den bode, die den gasten der ridderlijke spelen, feesten en gevech ten in de Middeleeuwen de uitnoodiging overbracht en die tenslotte zooiets als de regpsseur van het tournooi werd. Toen was echter reeds de heraldiek In dienst van het spel gekomen, maar nog even tevoren werd zij aangewend bij „heiligen" of beter: bij „gevloekten" ernst. Want voordat er sprake was van een rijk uitgebouwde en langdradig uit gesponnen kunstwetenschap, waarin helm en schild, helmdoek en cimier, wapenkreet en kroon elementen waren, was er een daadwerkelijke heraldiek, waarin de helm het hoofd, het schild het veege lijf dekte. 't Is in dien tijd, dat de heraldiek zelf reclame was. Het wapen van den ridder was immers diens uithangbord. Was dat hevig ge kleurde wapen niet „een kreet" in het veld? Trachtte het wapen door felle kleuren en door sterk en eenvoudig ge- teekende motieven niet vriend en vijand tot zich te trekken? Brachten niet de wapenteekens de door den helm verborgen trekken van den ridder aan het licht? En maakten de wapens, door edelen en later ook door steden en landen op hun bezittingen aangebracht, geen re clame voor den heer of de stad? Zat in het aanbrengen van wapens zelfs niet een der belangrijke elementen van de reclame? De wapens immers, aangebracht op vlaggen en vaandels, munten en zegels, hadden de bedoeling, zekere namen in de hersens der be schouwing te „stampen", om ze zoo doende groot en ver te verbreiden. Het in hoog relief gebeitelde wapen in den steen boven den toegang tot kasteel of stadspoort en het rijkswapen, dat de regeeringen der landen op hun druk werk plaatsen, hadden in den grond hetzelfde doel: machtsvertoon. En geloof nu niet, dat alleen het tradi tioneel geregeerde gemeenebest, dat i trotsch is op zijn afkomst, zich voor re clamedoeleinden van wapens bedient. Want als in den nacht op het asfalt van onze groote steden de sikkel en de ha mer worden gechabloneerd, dan dient dat immers, om bij dag den voorbijgan ger het denkbeeld in te hameren, dat de Moscovieten machtig zijn, datLenin groot en Stalin zijn profeet is. Wij schreven zoo juist, dat de heral diek stpkoud is. Wij hadden toen bijna gezegd, dat ze morsdood is. Hadden wij dat gedaan, dan zouden wij een onjuist heid hebben neergeschreven. Wel heeft het wapen veel verloren als bewijsgrond voor een adeldom, die nu sinds ruim een eeuw geen feitelijke pre rogatieven meer heeft, maar nog heden is het aanbrengen van een wapen een beknopte en sierlijke wijze van iets aan te duiden, die de eentonigheid van de lettering verbreekt. Indien alle wapens, aangebracht zoowel op zeer groote als op zeer kleine voorwerpen, die wij da gelijks onder de oogen krijgene verdwe nen, dan zou men pas goed bemerken, welk ruim gebruik er nog in onze da- g envan heraldische teekens wordt ge maakt. Zeker, van wat men zou kunnen noe men zijn fetisch-kracht verloor het wa pen bijna alles, maar het behield en in het grauwe beeld van ons leven ver meerderde het zelfs de vroolijke trek kracht van zijn kleuren- en lijnenspel. Bij het verval van de ridderschap viel natuurlijk ook de wapenkunde van haar hoogte en voor de heraldiek, die een ge wichtig vak bleef op wat de Duit- schers noemen „Ritter-akademiën", hebben nog maar weinig menschen be langstelling. Natuurlijk heeft ook een deel der he raldische kunde zich teruggetrokken in het stoffige vertrek van den geleerde, die haar in stilte beoefent als een hulpwe tenschap. Zij bleef'daar leven, omdat zij een voortreffelijk middel van geschied- vorsching is. Maar de heraldiek en het wapen ble ven ook leven in de versieringskunst en vooral daar, waar zij niet schroomde, een nieuwe taal te spreken en waar kleur en vorm medegingen met de lijnen en de kleuren van het tijdvak. Een dor re, archeologische toepassing van wa pens in het midden der 19e eeuw dreig de deze fleurige motieven verloren te doen gaan voor het ornament en het kan niet ontkend worden, dat bij den aanvang van een vrijmakende beweging in de decoratieve kunst, aanvankelijk de wapens, die vaak zoo te onpas waren gebruikt, in den tijd der romantiek en in die der stylunitatie, bij de jonge kunstenaars in een kwaden reuk waren gekomen. Maar geheel in onbruik raakten zij ook toen niet en wij behoe ven nü maar om ons heen te zien, om te ervaren, dat ook de meeste moderne kunstenaars in alle landen deze zinrijke teekens in vrije vertolking, opgenomen in de taal van onzen tijd, kunnen doen leven. Wie zou 't overigens kunnen vergeten, dat de wapens behooren tot de schoonste ornamenten uit het verleden en dat al leen reeds hun primaire kleurverdeeling zoodanig is, dat zij in een tijd als de on ze, die zich zoo overtuigd weer juist naar het frissche leven der kleur wendt, nadat zij zich afkeerde van de nuance, weer opnieuw moet gewaardeerd wor den. Zijn niet juist de z.g. „Heroldfiguren", de stijlvolle geometrische wapenverdee- lingen, die de kleur puur houden en haar werking krachtig maken, naar on zen smaak? En kunnen wij ook niet in de. teeke- ning van de z.g. „algemeene figuren" van dieren, als de leeuw en de adelaar, van planten en bloemen, als de roos en de lelie, een kernachtig en zakelijk lij nenspel begroeten, dat als accent in den vlakken en ernstigen eenvoud van ons modern stijlgevoel een verfijnde werking heeft? Wij lazen immers zoo juist, dat de architect van het modernste Neder- landsche bouwwerk, het Raadhuis te Hilversum, een bord met het gemeente wapen ophing naast den ingang van zijn sober stadhuis, evenals een dertigtal jaren geleden architect Berlage den beeldhouwer Zijl wapens liet hakken in de gevels van zijn gebouwen. Dat kunstgevoeligen dan ook onver schillig zouden bladeren in de albums met de heraldische Hag-zegels, lijkt ons niet wel mogelijk. Maar ten slotte is er nog een andere zijde aan de belangstel ling voor het wapen, zooals ze door de collectie gemeentewapens van Neder land door de jeugd wordt opgevangen, en dat is de historische en de geografi sche. Het wapen is immers vaak een roemrijk teeken uit lang vervlogen da gen en het roept oude cultuur- en rechts verhoudingen bij ons op. Wij kunnen ons dan ook niet inden ken, dat onderwijzers en leeraren onver schillig zouden staan tegenover de be langstelling, die hun leerlingen door middel van deze zegels voor de Middel- eeuwsche geschiedenis van ons land aan den dag leggen. Want als die leer lingen inderdaad deze zegels verzamelen in de daarvoor bestemde albums, dan kan het niet anders, of zij zullen omtrent „de periode, waarin te midden van den chaos en de worstelingen der Middel eeuwen de grondslagen onzer moderne maatschappij werden gelegd" veel be langrijks te weten komen. Het doorbla deren van het album met het voortreffe lijke voorwoord, waarin de wapens van de steden van België en Luxemburg worden geplakt, heeft ons in dit geloof bevestigd en ook in het geloof aan het talent van den heraldischen teekenaar S. G. van der Laars, die in deze fraaie Belgische wapens met nog grooter een voud weer beter resultaat verkreeg dan bij de reeds zeer goede Nederlandsche wapenteekens. Ook menig sierkunstenaar, die een wapen noodig had voor zijn arbeid en nu niet meer uitsluitend op de leelijke prentjes van Ablaine van Giesenhoven was aangewezen, heeft de heer v. d. Laars aan zich verplicht, maar niet minder verdienstelijk maakte zich de N. V. Koffie Hag Maatschappij, toen zij goed werk verrichtte, door de reclame en de heraldiek op zoo gelukkige wijze te verbinden, als zij in haar uitgaven gedaan heeft. Zedelijke eischen in het Alg. Rijksambtenarenreglement. Bij Koninklijk Besluit werd onlangs een gewijzigd Algemeen Rijksambtena renreglement vastgesteld. Het is een liMg nummer in de uitgave van ons Staatsblad: het bevat niet minaer dan 48 pagina's met 134 artikelen. Daarvan zijn de artikelen 105 tot en mei 129 ge- *.ijd aan het z.g.n. Georganiseerd Over leg (Hoofdstuk XI). Het ligt in onze be doeling in deze biidrage een en ancer te vermelden omtrent de bepalingen, welke van medelijken aard zijn. Bij lezing blijkt, dat het Rijk als werk- gevei zich verplaatst heeft op het stand punt, dat de werkgever net recht heeft van >ijn werknemers te vragen, dat deze z.ch zuilen gedragen naar bepaalde zedelijke regels. Bij' de regeering zat natuurlijk mode de gedachte voor om haar ambtenaren, voor zoover dat moge lijk is, te verplichten mede te helpen om de zedelijke grondslagen onzer samen leving in stand te houden. Niet alleen die samenleving, maar ook den Staat als zoodanig. Vandaar, dat artikel 50 (2e lid) voorschrijft, dat een ambtenaar z|ch heeft te onthouden van alle gedra gingen, die de inwendige orde of de vei ligheid van den Staat zouden kunnen in gevaar brengen of schaden. Daartoe wordt hij dan ook bij de aanvaarding van zijn dienstbetrekking op eede ver plicht. Deze regel is zeer algemeen ge- s.eld; men zou kunnen verwachten, dat die door zijn algemeenheid de deur voor willekeurig ontslag opende. De praktijk heeft echter geleèrd. dat het daarmee zoo n vaart niet loopt. Wat nu de zedelijke eischen betreft, welke volgens dit reglement den ambte naar gesteid vorden, we zouden aller eerst kunnen wijz>n op de eerste voor waarde, waaraan iemand voldoei moet, Volgens art. 7, n.1. deze, dat hij van goed zedelijk gedrag is. Wanneer dit gedocu menteerd wordt alleen cloor het officiee- le bewijs door den burgemeester ecner gemeente af te geven, dan bepaalt het zich tot een „blanco strafregister". Eventueel zou ook deze eisch in haar vaagheid aanleiding tot een willekeurig Veigeren van iemand voor een ambte naarsbetrekking kunnen worden. Ech ter heef» ook in dezen de praktijk reeds een woord gesproken. Een andere eisch is die ten opzichte van het alcoholgebruik. Zoo verbiedt artikel 78 aan een ambtenaar om gedu rende den arbeidstijd alcoholische dran ken te gebruiken, bij zich te hebben of in dienstloknlen te bewaren. Ongetwij- fe d kan door een bepaling als deze veel goeds worden bereikt op zedelijk gebied, waarnaast aanstonds gezet kan worden! dat door een bepaling als deze de dienst als zoodanig zijn voordeel hebben kan Op overmatig gebruik van sterken drank staat feitelijk straf. Immers dit kan al aanstonds worden gerangschikt onder: het doen of nalaten van iet", hetwelk een goed ambtenaar in gelijke omstan digheden behoor, na te laten of te doen, terwijl verder geen aanspraak op bezoh diging bestaat, wanneer een ziekte het gevoig is van misbruik van alcoholische dranken. Dezelfde straf wordt ook gesteld, wan neer de ziekte van een ambtenaar te wijten is aan het misbruik van bedwel mende middelen of indien hij een be kend onzedelijk leven leidt en dus de ziekte een gevo'? van zijn onzedelijk leven is. Door deze straf wordt nog aan een anderen ethischen eisch voldaan. Immers ze wordt ook toegepast, wan neer de ziekte het gevolg is van een misdrijf door een ambtenaar begaan of wanneer hij de ziekte inderdaad heeft gesimuleerd, dat verhindering tot dienstverrichting niet kan woeden aan genomen of wanneer bij de ziekte of het ongeval eigen opzet in het spel is. In de militaire voorschriften geldt, dat men zich heeft te onthouden van vloeken en van ruwe of onzedelijke taal. Deze bepaling komt ook voor in het ambtenarenreglement (art. 50, derde <id)« Het is bekend, dat daaraan in den mw tairen dienst niet steeds de hand worat gehouden. De vraag zou dus gesteld kun nen worden of in den burgerlijke stcatsdienst dit artikel een doode dan wel een levende letter wezen zal. In al len gevalle wordt hier de mogelijkheid to„ d'ciplinair optreden tegen den vloe- kenden of ruwe of onzedelijke taal bezi- genden rijksambtenaar gegeven. Terecht mag verwacht worden, dat de ambtenaar zich van een en ander onthoudt, al ware het alleen maar, omdat dit een eisch van algemeen fatsoen in de samenleving Ook met het vervullen van de gods* dienstplichten wordt rekening gy1®/ den. Zoo wordt voorgeschreven (art. 2e lid), dat op Zondag alleen bij onve mijdelijkheid dienst mag worden g eischt; dat bij de regeling van den w tijd ervoor moet gezorgd worden, een ambtenaar op Zondag en de hem geldende kerkelijke feestdagen kerk kan bezoeken en dat hij in zijn dagsrust zoo weinig mogelijk wonoet perkt, terwijl ernaar gestreefd n worden, dat hij niet meer dan altn 26 Zondagen per jaar dienst "eet doen (art. 21, 3e lid). Wat in dezen w» de Zondagen geldt, is ook va_n to P sing voor de algemeen erkende Ujr» lijke feestdagen en voor den Kon nedag en wat betreft degenen, di Zaterdag houden ook op dien dag 21, 4e, 5e lid). he0a- Aansluitende aan deze laatste lingen is het voorschrift ot1"1"6.- ,»oof volgen van het godsdienstonderw ambtenaren beneden 20 jaar, vor, hun de gelegenheid gegeven moei den. Waar het Rijk in meer'dan ee val „m&sgebend" is voor de pr en voor gemeenten, mag verwa.cn den, dat ook in de regimenten n ambtenaren van provincies of gen ]fI) bepalingen als deze opgenomen worden, wanneer ze daarin nie voorkomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1931 | | pagina 32