Alkmaarsche Courant.
Jiedïtszakea
Spoct
Honderd vier en dertigste Jaargang.
Zaterdag O Januari
Brieven uit Berlijn
Londensche brieven.
[HEEREN BAAI
Moor kleine tuinen.
K« 6 1932
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 2 Januari.
De echte Berlijner is gehecht aan traditie.
En traditioneel is de wijze, waarop hij het
Nieuwe Jaar begroet.
Op zijn feesttafel moeten karpers staan te
dampen, waarna hij tot gebraden eendvogels
overgaat, een en ander met Rijn- of Moezel
wijn weg te spoelen. Dan komen de punch-
groc en de met diverse vruchten of gelei ge
vulde „bollen" aan de beurt, en kan bruin
het trekken, dan mag natuurlijk den
„Sehaumwein" niet ontbreken.
Men bereidt zich voor op maskeradestem-
ming. Daartoe behooren toeters van bordpa
pier, kindertrompetjes, confetti, serpentines,
aangeplakte neuzen en vooral gekleurde hoo-
ge hoeden. (Ik schrijf u dit alles in de ver
onderstelling, dat men in Nederland deze
Duitsche gewoonte nog niet heeft overgeno
men!) en in zeer, zeer vele gezinnen stelt
men er ook hoogen prijs op, in dien nacht
van 31 December op 1 Januari „een brom
in" te hebben, een twiifelanhtig genoegen,
dat in volkskringen bijna altijd tot heftige
botsingen en straatgevechten gevoerd heeft,
waarbij steeds dooden te betreuren waren.
Gisternacht is het rustiger dan gewoon
lijk in Berlijn geweest. Van dooden en zwaar
gewonden hebben we gelukkig niets gelezen.
Maar ook „het vuurwerk" was niet zoo oor-
verdoovend als in vroeger jaren. Het is hier
namelijk een oer-Berliinsche gewoonte, te
gen middernacht, of direct na twaalf uur,
als men elkaar voldoende afgekust heeft, op
de balcons en de loggia's of voor de openge
schoven vensters te verschijnen en dan vuur
werk af te steken, elkaar naar links en
rechts, naar boven en beneden, en natuur
lijk ook naar den overkant, een daverenü
„Rrosit Neujahr!" toe te brullen en zulke
heilwenschen telkens weer vergezeld te doen
gaan van een knetterend concert van vuur
pijlen, zevenklappers, „rotjes", „sterren" en
wat daar internationaal zoo bij behoort.
Dan antwoordt, „de straat" met even wel
gemeende wensnhen en even luide ontplof
fingen, en het gebeurt wel eens, dat jonge
vlegels daarbij met scherp schieten en de po
litie meer werk krijgt dan haar lief is"
Maar gelijk gezegd, het is ditmaal rusti
ger geweest. Zelfs „Unter den Linden".
Daar zijn tegen twaalf uur natuurlijk de
twee of driehonderd'stamgasten voor „het
hoekje van Kranzler"- aan de Friedrichstras
se verschenen, en hebben er het Nieuwe Jaar
ingeluid op de eigenaardige manier, die in
Berlijn sedert zeker 100 jaren nog niet in
onbruik geraakt is en die hierin bestaat, dat
men met elkaar in het ronde danst, vuur
werk afschiet, ook wel eens ruiten stuk
gooit, en bij voorkeur jacht maakt op heeren
met.... hooge hoeden op, wier hoofddeksel
dan zonder meedoogen p'at geslagen wordt
Ik las in een van de Berlijnsche bladen,
dat ook ditmaal een meneer „met z'n hooge
hoed" dit middelpunt van herrie en jolijt ge
passeerd is (men begrijpt nauwelijks waar
zoo uitgedoste menschen midden in tfen
nacht vandaan komen en waarom ze dan
met alle geweld langs de gevaarlijke Kranz-
ler-Ecke als het ware uitdagend voorbij wil
len gaan!?) maar dat de onvallend rustige
stemming op dit historische hoekje niet beter
geteekend kan worden dan door de vermel
ding van het feit, dat de hooge hoed zonder
het minste deukje zijn weg vervolgen kon!
Men kan op zoo'n avond niet in alle hui
zen kijken. En dat is ook maar gelukkig.
Want in de meeste binnenkamers zal dezen
keer de „vreugde" wel zeer gedempt of vol
komen afwezig geweest zijn. Vele „Scrooge's"
zullen bezoeken van „Marley's" geest gehad
hebben, die den heer des huizes in eenzame
verlatenheid bij een uitgedoofde kachel aan
troffen, failliet, zonder werk of zelfs zonder
maaltijd, wanhopend aan het nieuwe jaar en
ook niet bereid, met Geesten van het Verle
den, het Heden of de Toekomst aan het wan
delen te gaan.
Zelfs Rijkspresident von Hindenburg kon
ditmaal den juisten toon niet te pakken krij
gen!
We zien en hooren niet veel meer van den
84-jarigen Paul von Beneckendorff und von
Hindenburg. Zijn onmiddellijke omgeving
heeft den eerwaardigen President van de
Duitsche Republiek om zoo te zeggen „inge
pekeld". Over menschen, die zoo hoog ge
plaatst zijn, doen steeds en in elk land won
derlijke verhalen de ronde. Van den heer von
Hindenburg wist „men" al zeven jaren ge
leden, toen hij candidaat voor het rijkspresi
dentschap was, te vertellen, dat de oude heer
volkomen.... kindsch was, dat men hem al
tijdens den grooten wereldoorlog, toen hij
als generaal-veldmaarschalk aan het hoofd
van de vereenigde legers der Centrale Mo
gendheden stond, bijzonderheden over de po
sities der troepen niet eens meer meedeelde,
omdat hij ze toch niet meer vatten kon; en
dat de oude soldaat voor het hooge politieke
ambte, dat men voor hem uitgekozen had,
slechts de faam, de uiterlijke gestalte en de
76 ridderorde's meebracht, maar overigens
als Panopticumfiguur beschouwd moest wor
den.
Nu, dat is intusschen een vergissing ge
bleken!
Von Hindenburg was zeven jaar geleden
al oud, maar krachtig, kaarsrecht, met veel
neiging voor humor, voor een goed glas bier
en gezellige gesprekken in kleinen kring, bij
voorkeur met generaals van zijn „lichting"
En als het er op aankwam te representeeren,
dan maakte de statige oude heer in loges
van schouwburgen, in feestzalen en op
straat, zelfs wel te voet, maar meestal per
auto, een wat kranigen indruk!
Zoo langzamerhand echter schijnt hij dan
toch wel erg oud geworden te zijnMen zag
hem al jaren lang 's avonds slechts uiterst
zelden en als het even kon ging hij toch
vóór elf uur naar zijn slaapvertrek. Eenmaal
per jaar verscheen „der alte Herr" op een
feestmaaltijd, en wel op het jaarlijksch diner
van de Deutsche Herrenklub, waarvan hij
eerelid is. In December j.1. had hij zijn ver
schijnen wederom toegezegd, maar moest op
het laatste oogenblik „wegens groote ver
moeidheid als gevolg van opwindende politie
ke dagen" toch afzeggen. En men hoort, dat
hij zwak ter been is, niet lang kan stilstaan,
heel veel slaap noodig heeft en nog al eens
aan het sukkelen is. Ofschoon berichten van
gevaarlijke inzinkingen steeds weer worden
tegengesproken.
Drie maanden nog, en von Hindenburg zal
nu eindelijk met pensioen kunnen gaan. Dan
liggen namelijk de zeven jaren van zijn
rijkspresidentschap achter hem. Het is be
wonderenswaardig, hoe „de oude heer" tel
kens weer bereid was, voor volk en vaderland
in de bres te springen. Men bedenke, dat hij
vóór 1914 reeds als generaal met pensioen
gegaan was en nauwelijks voor mogelijk hield
dat men zijn diensten nog eens zou noodig
hebben. Dat hij des ondanks in September
1914 opnieuw geroepen werd, de volle ver
antwoordelijkheid voor alle militaire opera
ties en ten slotte ook voor de politieke ver-
wikeklingen te dragen kreeg (waar de in
vloed van hem en van Ludendorff grooter
was dan die van de Rijkskanselier), na No
vember 1918 het nauwelijks meer gehoorza
mende Groote Leger in goede orde huis
waarts vorede en na korte jaren van rust ten
slotte nog in Duitschland's zwaarsten tijd tot
het Presidentschap geroepen werd!
Slechts een Clemenceau toonde op zeer
hoogen leeftijd nog soortgelijke energie en
vaderlandsliefde!
En zelfs nu zijn er nog kringen in
Duitschland, die Hindenburg willen bewe
gen om aan te blijven (waarvoor een nood?
wet noodig ware) teneinde onlusten als ge
volg van de aanstaande verkiezingen te ver-
maden. Het schijnt echter vast te staan, dat
,.de oude heer" ditmaal genoeg van alle
baantjes heeft, zijn landhuis in West-Prui
sen betrekken wil en er zelfs aan denkt,, nog
een reisje naar Palestina en Egypté te onder
nemen. Duitschland zal in Maart en April
een nieuwen President en een nieuwen Prui-
sischen Landdag moeten kiezen. En de hemel
beware het Duitsche volk voor de gevolgen
van een en ander!
Op oudejaarsavond heeft de Rijkspresident
door de radio tot dit Duitsche volk eenige
opwekkende woorden gesproken( die helaas,
gelijk u de telegrafische berichten intusschen
stel'ig reeds gemeld hebben, door communis
tische trucs, waarbij men zich in de kabels
inschakelde en door eigen microfoon voor
Moskou prooaganda maakte, op schandelij
ke wijze onderbroken werden), en aan de
stem van den eerwaardigen grijsaard kon
men toch wel heel duidelijk hooren, dat hij.,
„de oude niet meer is" maar: een nog
veel oudere! En dat hij zijn rust nu honderd
voudig verdiend heeft!
Een nieuw jaar begint. Naar men hier in
Duitschland vast gelooft: een jaar van be
slissingen. Politieke en economische. Men
zal moeten afwachten, wat de toekomst bren
gen wil. Het kan alles met een sisser afloo-
pen. maar er kunneii ook botsingen volgen,
gelijk de wereldgeschiedenis ze zelden heeft
meegemaakt.
Aan stof voor „Berlijnsche Brieven" zal
het in elk geval in 1932 geen oogenblik ont
breken.
En we willen op deze plaats trachten,
straks het belangrijkste samen te vatten en
toe te lichten, waar telegrammen vaak ver
warring zullen brengen en al te vaak groeps
belangen de waarheid zullen vertroebelen.
Veel heil en zegen: de oude wensch, die we
van vroegere geslachten overgenomen heb
ben, moge hier herhaa'd worden. Veel heil en
zegen in het Nieuwe Jaar!
ROLAND.
(Van onzen Londenschen correspondent).
Bij de jaarwisseling.
Toen Big Ben met twaalf luide boemende
slagen aan het einde van den laatsten dag
van het jaar 1931 aankondigde dat het nieu
we jaar onmiddellijk zijn intrede zou doen,
kon men in de verbeelding een zucht van
verlichting hooren uit de geprangde borsten
van al die Engeischen, die per radio in hun
woningen het gedenkwaardig wegwijken van
een slecht jaar innig meeleefden. De Engel-
schen zijn over het geheel geen Oudjaars-
avondvierders. Alleen de laatste jaren, waar
in alles en nog wat bevorderd wordt tot aan
leiding voor een verzetje, zijn zij aan de jaar
wisseling was meer aandacht gaan schenken,
op het voorbeeld van restaurants en hotels,
die de laatste jaren den Oudjaarsavond tot
openbare vermakelijkheid hebben verheven.
Men kan dus wel aannemen dat velen op
zijn gebleven om Big Ben door den luidspre
ker te hooren slaan en om dan op te staan,
met een glas wijn of whisky in de hand, en
elkaar „het beste dan" toe te wenschen, een
beter 1932 dan 1931 was geweest. In het
openbaar is er meer feestelijkheid en uitgela
tenheid geweest dan ooit. Er was misschien
meer aanleiding voor, want het was zoo echt
een jaar, dat men het heilige kruis wil nage
ven, zoo echt een jaar dat men met vreugde
zag vertarekken. De vroolijkste, klaarblijke
lijk gelukkigste menigten, die het West End
in vele maanden heeft gezien, verdrongen
zich in de groote danszalen der restaurants
om het nieuwe jaar te komen begroeten. Een
crescendo van muziek, dans en zang rees
naar zijn climax tegen middernacht, toen on
der een hemel van veel kleurige ballonnetjes
en serpentines de feestvierders hand in hand
ronddansten en Auld Lang Syne zongen. Dit
is een Schotsch lied, dat altijd naar de lippen
der Britten komt wanneer volle en vreugcfige
ontroering uitweg zoekt. Auld Lang Syne
komt in zekeren zin van pas op „New Year's
Eve", want de Schotten (alleen van de Brit-
sche stammen) zijn Oudjaarsavondvierders,
als wij, bij traditie. En door dit lied aan te
heffen, op dit moment, beduidde de hetero
gene schare in de feestzalen van Londen dat
zij het deed in commissie, krachtens de Schot-
sche traditie. Grandioos kabaal begroette
in de luxe hotels het nieuwe jaar Hier lever
de het een volledig korps doedelzakspelers
van een Schotsch regiment, dat een ronde
gang maakte en tenslotte in een hoekje van
de danszaal rust vond voor de beenen zoo
niet voor de doedelzakken; en een kring van
opgetogen menschen vormde zich in het mid
den van de zaal, waarbinnen een paar extra
begaafden op de onweerstaanbare klanken
der piepende muziek een vertooning gaven
van een zwaardendans of een „Scottish reel"
In een andere grootsche inrichting had men
de trompetters van ten garde-brigade geën
gageerd, die een oorverscheurende fanfare
lieten hooren, toen de tijdgrens tusschen 1931
en 1932 werd overschreden. Het culminatie
punt van alle feestelijke versiering was over
al een groote klok. waarop tegen twaalf uur
een zoeklicht in kleuren stralen wierp of
waarvan de wijzers de laatste seconden van
het oude jaar werden voortbewogen door een
beeldschoone Miss 1932. Maar als steeds
spanden de tooneel envan de Royal Albert
Hall, waar op Oudjaarsavond de kunstclub
van Chelsea een gecostumeerö bal geeft, de
kroon. In de reusachtige ruimte waren naar
schatting 8000 „vreugdelingen" verzameld
in de meest fantastische kleeren en kleuren.
Men introduceerde er het nieuwe jaar met een
serie tableaux, die wilden vertellen hoe Lon
den er over een halve eeuw uit za zien. En
toen het klokje van twaalf begon te slaan
daalde een geïllumineerde sneeuwstorm uit
het dak op de dansende paren neer.
Zoo ging het toe binnen feestelijke wan
den. Er is altijd een Oudjaarsavondviering
geweest onder het oneindig nachtelijk uit
spansel, rond de kathedraal van St. Paul. Bij
overlevering is deze viering Schotsch. Ze
was er al lang voordat het vermakelijkheids-
bedrijf het idee kreeg en ging ontwikkelen om
van Oudjaarsavond een feest te maken. De
Londensche Schotten hebben de traditie van
hun volk meegenomen naar den vreemde. En
in Londen plachten zij ou Oudjaarsavond bij
een te komen rond de City-kathedraal, er mid
dernacht af te wachten en arm in arm rond
het machtig gebouw te dansen wanneer
„Great Paul", de grootste klok van Engeland,
aankondigde, dat' het laatste uur van 'het
oude jaar voorbij was. Zij zongen „Auld
Lang Syne" en dronken eikaars gezondheid
met whisky, voor de gelegenheid meege
bracht. Dit jaarlijksch tooneel'duurt voort.
Maar ingewijden vertellen ons dat de Schot
ten er thans schitteren door afwezigheid, nu
alle stammen der aarde, Welshmen en Ieren,
Indiërs en Japanners, East Enders en West
Enders, Amerikanen en Australiërs, aan deze
„revelry" zijn gaan deelnemen. De Oudjaars-
avondherrie rond St. Paul's wordt met de
jaren grooter en talrijker van deelname. Ze
is zekér de meest indrukwekkende Oudjaars-
avondbetooging van Londen. Maar Picca-
dilly Circus wordt geleidelijk ook een cen
trum van straatvreugde over de komst van
een nieuw jaar. Eros, het sierlijke beeldje van
Gilbert, is juist als „hall mark" van dit
„centrum van de wereld" (zooals de Londe-
naars hun Circus graag noemen) terugge
keerd. En Eros werd dit jaar het middelpunt
voor den terugkeer, na zeven jaren afwezig
heid, van het liefdegodje, balanceerend op
een veerkrachtigen voet op zijn voetstuk
boven een fontein, als over de intrede van
1932, dat men even graag heeft zien komen
als men in 1931 heeft zien gaan.
Wanneer geestdrift en pret overheerschen
is men niet geneigd vooruit te kijken. Dit
zou 't genoegen hebben kunnen temperen.
Want a! zullen weinigen willen betwisten
dat 1931 een van de naarste jaren van na den
oorlog is geweest, het is op z'n minst twijfel
achtig wat 1932 zal brengen. Het uieuwe'jaar
begint met een wereld in de diepste ver
warring, die spoedig haar culminatiepunt zal
bereiken. En op het oogenblik ziet het er
geenszins naar uit dat men zich er spoedig
uit zal redden. Integendeel de houding, welke
twee hebberige mogendheden alsnog blijven
aannemen, schijnt de voorspelling te wetti
gen dat 1932 nog zwarter zal worden dan
1931 is geweest. De wereld moet nog dieper
wegzakken in den put der malaise voordat
algemeen zal worden ingezien, dat het zoo
niet langer gaat. Engeland is zeer zeker niet
het land. waarin de remmende mentaliteit
zich doet gelden. Integendeel al weer, met
al zijn recente maatregelen tot belemmering
van internationalen handel, blijft het er zich
wel degelijk van bewust dat het van alle
landen in de eerste plaats voor zijn wel
vaart afhankelijk is van het meest vrije inter
nationale ruilverkeer. Dit volk lijdt letterlijk
aan slapelooze nachten, waarin het ligt te
piekeren over de nooden van den tijd. Letter
lijk, zeg ik. Want de dokters hebben juist een
epidemie van slapeloosheid ontdekt, die zij
slechts kunnen toeschrijven aan diepe zorg
bij vele menschen voor den dag van morgen
en dien van overmorgen. Het ligt niet in
het karakter van deze brieven beschouwingen
te leven over den internationalen politieleen
en economische toestand of over den Engel-
scher. factor in dien toestand Het kan
echter worden gezegd dat in dit land in dit
stadium voor optimisme geen aanleiding be
staat en dat het er dan ook niet is. Indien
men met meer lust en vrooliikheid dan ooit
het nieuwe jaar heeft ingeluid, dan komt dat
ten deele omdat men 1931 graag zag staan,
ten anderen deele omdat men het er „vóór
den zondvloed" misschien nog eens van
wilde nemen.
„STEEK ES OP, EDEL
ACHTBARE."
De Haagsche Crt. vertelt als volgt van
de behandeling van een zaak voor het
Kantongerecht in de residentie:
Wat is uw beroep? informeerde
de kantonrechter aan den verdachte, die
met een hoogroode kleur zoo juist uit
een hazenslaapje was wakker geschrok
ken, toen de deurwaarder zijn naam
riep.
Ik-ik hakkelde de man, nog min
of meer in de war ik ben bierpomp-
hersteller.
Zoozei de kantonrechter met iets
in zijn stem van „nu wordt me veel dui
delijk!" U staat terecht wegens openbare
di onkenschap.
Da's een flauwe grap mopperde de
ander.da's gewoonweg zóéken van de
politie. Ik kan me niet op straat vertoo-
nen, of ik word ingepikt wegens open
bare dronkenschap... 't Is eenvoudig
schande!
Ja, dat het schande is, ben ik geheel
met u eens stemde de kantonrechter
toe, maar die schande zit 'm daar in, dat
u al in korten tijd 14 processen-verbaal
hebt gekregen wegens het zelfde feit.
Dat is schande
Maar wat wilt u dan?... drong de
verdachte verontwaardigd aan. Ik heb u
toch al gezegd, dat ik bierpompherstel-
ler ben. Da's bij ons een beroepsver
schijnsel, edelachtbare. Dat ké,n niet
anders. Wat wilt u? Je kunt toch geen
ijzer met handen breken!
Houdt dat bierpompmaken bierdrin-
ken in? vroeg de kantonrechter.
Wis en zeker! Iedere pomp, die ik
maak, moet ik na de reparatie even pro-
beeren. Soms gaat het niet dadelijk. En
dan probeer je een paar maal. Zoo is t
vak. En dan proef je of het bier goed
van smaak gebleven is. En je proeft
eens op de gezondheid van den restau
rateur. Nietwaar? Een mensch moet z'n
relaties aanhouden.
En u repareert zeker meerdere
pompen per dag?
Natuurlijk edelachtbare.
Vanmorgen is u al wel heel vroeg
op stap geweest, tvaarschijnlijk?
Hoe zoo, edelachtbare?
Welik heb zoo'n vaag gevoel dat
je vanmorgen al een paar pompen ge
repareerd moet hebben.
Edelachtbareik ben een góéd
vakman, al zeg ik het zelf.
Maar de ambtenaar las den bierpom
penmaker duchtig de les en zei, dat het
méér dan schandalig was, dat iemand
zoo vaak wegens dronkenschap bekeurd
werd. Eer je het weet, zit je in Hoorn,
vriedje!, zei hij.
Het vriendje keek verbaasd. Hoorn?
vroeg hij onschuldig Hoorn? Daar
valt niet veel te repareeren geloof ik en
ik heb zoo'n vermoeden, dat het bier er
niet bijster goed is wat moet ik in
's hemelsnaam in Hoorn doen?
Veertig gulden boetezei de ambte
naar.
Och kom man wees nou toch
wijzer! ;ei het vriendje. Gebruik nou
toch je gezonde verstand.
Veertig gulden boete beaamde de kan
tonrechter.
Neen maar, heb ik ooit van m'n leven,
stoof de verdachte op, en dat in dezen
tijd, als een eerlijk arbeider het toch al
zoc moeilijk heeft om met eerlijk werk
een eerlijk stuk brood te verdienen.
Da's oneerlijk!
Veertig gulden zei de kanton-
ree'- ter .nog eens i».ort-af. Volgende
zaak!
Ja's niks leuk van u dreigde de
bierdeskundige. Da's heelemaal niks
leuk hoor. En dan met vrouw en kinde
ren! 't Is erger'.ijk! Ergerlijk!
Het is ergerlijk dat u veertien ver
balen krijgt en in dezen tijd van werk-
loosheid uw geld verdrinkt inplaats van
aan uw vrouw en kinderen te denken
snauwde de ambtenaar, die werkelijk
boos begon te worden.
En ik zeg jullie begon de ander.
Maar de kantonrechter hamerde en riep
nog eens: Volgende zaak! De veld
wachter nam den bierdeskundige onder
een arm. „Schiet op" zei hij. Plof, plof!
Daar viel op den grond: een doosje luci
fers, de dagvaarding, en een paar siga
ren. Verdachte bukte en raapte alles op.
Gut-m'n sigaren zei hij nou verder
geen kwaaie vrienden hoor! Tot ziens
heeren? 'n Sigaar veldwachter? En
u? Steek u es op, edelachtbare?
Toen werd hij de zaal uitgewerkt.
Op verschillende gezichten lag een
verscholen glimlach.
ZekerTHeschc He&znbaat',i
ECHTE FRIESCHE
VALSCHE MUNTERS.
De Rotterdamsche rechtbank 'heeft uit
spraak gedaan in de zaken tegen de beide
communisten, die zich aan valsche munterij
hebben schuldig gemaakt. De machinist, die
de rijksdaalders zou hebben vervaardigd,
werd veroordeeld tot een gevangenisstraf
voor den tijd van twee jaar. De grondwerker,
die de valsche rijksdaalders zou hebben uit
gegeven en in voorraad gehad, werd ver
oordeeld tot een gevangenisstraf voor den-
tijd van een jaar en zes maanden.
Voetbal.
Het programma voor Zondag a.s.
In het Westen zal morgen maar een
heel klein programma verwerkt worden.
De competitieleider heeft slechts vier
wedstrijden vastgesteld voor beide af-
deelingen samen, dus bijna 50 Dit is
gebeurd, om de gelijkmatigheid in ge
speelde wedstrijden zooveel mogelijk te
betrachten. Daardoor krijgt men een
beter overzicht en daardoor ook kan er
„eerlijker" gespeeld worden. Vooral
voor de bezetting van de laatste plaats
is deze gelijkmatigheid van groot belang.
In den regel is er geen sprake van,
dat een Zondag gebruikt kan worden
als „inhaaldag", maar nu de competitie
zoo snel opgeschoten is, mag men gerust
het tempo iets kleiner maken.
In afd. I is o.a. Ajax vrij. Zooals men
weet, heeft Ajax nog slechts twee pun
ten noodig, om zich kampioen te kunnen
noemen en het zou heelemaal niet on
denkbaar zijn. als een puntje reeds vol
doende was. Daarvoor moeten echter
Stormvogels en West-Frisia zorgen.
Deze twee spelen morgen den onlangs
plotseling uitgestelden wedstrijd te
IJmuiden. Op de ranglijst staan ze pre*
cies gelijk, allebei vlak onder Ajax.
Zouden wij in normale omstandig
heden Stormvogels de beste kans geven,
door de straffen, die de K. N. V. B. uit
gedeeld heeft, is de IJmuider club veel
zwakker geworden, zoodat zelfs een
kleine overwinning voor W. Frisia ver
wacht kan worden Bij gelijk spel (ook
niet onmogelijk) heeft Ajax nog één
punt noodig.
De twee overige wedstrijden in deze
afdeeling zijn zeer belangrijk voor de
bezetting der onderste plaats.
H. V. V. speelt thuis tegen 't Gooi en
Forceeren in de kamer.
Het is midden winter, en al zouden
we het wat de temperatuur buiten be
treft betwijfelen, de sombere, doodsche
natuur toont het ons. Toch is er weer
nieuw leven merkbaar en de natuur
vriend constateert dit met welgevallen.
Onder de houtgewassen zijn het vooral
de katjesdragers welke vroeg beginnen,
en niet alleen de katjes der wilgen maar
ook die van hazelaars zijn al vrij ver
ontwikkeld. Wanneer we hiervan nu
eeuige takken afsnijden en in een ver
warmd vertrek in water plaatsen, zul
len ze binnen eenige dager reeds in vol
len bloei zijn. Ook de els kan op deze
wijze vervroegd worden. De afgesneden
takken worden dagelijksch herhaalde
malen besproeid met water dat kamer
temperatuur heeft. Wanneer we in de
kamer bloembollen zullen forceeren
brengen we van nu aan d& vroege soor
ten binnen. Vroege tulpen, narcissen en
vooral hyacinthen komen eerst eenigen
tijd op een donkere, warme plaats, waar
ze vooral regelmatig goed vochtig ge
houden worden. Zoodra de stengels
zich beginnen te ontwikkeien en bloem
knoppen zichtbaar worden Maatsen we
ze in het licht waar ze dan al spoedig
verder zullen ontwikkelen. Vooral hya
cinthen moet men niet te spoedig in het
licht brengen daar anders de bloem tus
schen de bladeren blijft zitten. Potten of
bakjes met crocus, sneeuwklokjes, blau
we druifjes en dergelijke bolgewasjes
plaatsen we direct in het licht, maar niet
te warm daar anders van de bloemen
weinig of niets terecht komt. Zorg voor
al bij het forceeren van al deze, en an
dere gewassen voor een regelmatige
temperatuur, en zorg dat ook knoppen
en stengels, en niet alleen de grond, re
gelmatig vochtig blijven./Bespuit daar
om herhaaldelijk de geheele plant met
een fijne bloemenspit. Dit doen we totdat
de knoppen zijn opengegaan. Op deze
wijze moet men ook vooral een Azalea
indica, welke men zelf in bloei wil trek
ken, behandelen. Bij een regelmatige
goede verzorging heeft men gewoonlijk
goede resultaten met het in bloei trek
ken van planten. Zijn de planten een
maal in bloei dan spuiten we de bloe
men niet meer. cok plaatsen we de
bloeiende planten bij voorkeur op een
koele, vorstvrije plaats, opdat ze zoo
lang mogelijk zullen bloeien. Verder
houden we er wel rekening mede dat
bloeiende planten nu heel wat meer wa
ter noodig hebben dan planten welke nu
in rust zijn. Bloeiende planten gieten we
liefst op een schoteltje, wt.ar'n de pot
geplaatst is om het smetten en afrotten
van stengels en bloemen te voorkomen.
Sparta op eigen veld tegen K. F. C. De
twee thuisclubs zijn in de zeer gevaar
lijke zone, de twee overige nog lang
niet degradatievrij. Zouden de thuis
clubs winnen, dan wordt de spanning
met minstens 100 verhoogd.
Wij gelooven niet, dat het alle twee
overwinningen voor de thuisclub wor
den en denken, dat ze samen twee pun
ten veroveren. H. V. V. heeft o. i. een
iets grootere kans dan Sparta.
In afd. II alleen V. U. C.—H. F. G
Een week of zes geleden stonden beide
clubs heel veilig. Door de verrassende
resultaten van Hilversum, Xerxes en
Blauw-Wit zijn deze laatste clubs ech
ter snel opgeklommen en nu staan
V. U. C. en H. F. C. samen onderaan.
Wie zal de strijd winnen? In Haarlem
won H. F. C met 10. Ook nu zal het
krachtsverschil niet groot zijn. Een ge
lijk spel dus?
In het Oosten een volledig program
ma. Go ahead ontvangt P. E. C, waarvan
het in Zwolle met 4—1 verloor! De bord
jes zullen nu wel verhangor zijn, al zal
P. E. C. krachtige tegenstand bieden.
't Is niet heelemaal onmogelijk, dat
Go ahead nog meer uit loopt, want En
schedé, dat thuis tegen Wageningen
moet spelen, zal heusch geen walk-over
hebben. Toch is Enschedé sterk genoeg,
om nog juist te winnen. A. G. O. V. V.
Heracles is van weinig belang. Terrein-
voordeel zal wel den doorslag geven.
Tubantia—Robur is een strijd, die
voor beide van belang is. Ook hier zal
de thuisclub een iets betere kans heb
ben, al is elke uitslag mogelijk. En dan
Z. A. C—Vitesse! Als Z. A. G ook deze
strijd verliest, mag ze zich gereed maken
voor de degradatiewedstrijden. Wint ze,
dan neemt de spanning danig toe!
In het Zuiden speelt P. S. V. thuis
tegen N. A. C. Twee kampioenscandida-
ten dus. P. S. V. moet winnen, óm haar
kans te behouden en in normale geval
len zou ze ook zeer zeker winnen. De
kampioenen doen echter den laatsten
tijd wat vreemd, zoodat een verrassing
niet uitgesloten is In Breda won P. S. V.
met 62. Zoo'n overwinning wordt het
nu zeker niet!
Noad—Longa wordt, ook al is het een
plaatselijke ontmoeting, vast een over
winning voor- de thuisclub, die Longa
reeds met 3—i klopte. En daardoor
blijft Noad kampioenscandidaat!
De Valk ontvangt M. V. V. In Maas
tricht werd het 71 voor M. V. V. Ook
nu gelooven we, dat M. V. V. zal winnen,
maar met bescheidener cijfers.
Bleijerheide speelt voor de tweede keer
tegen B. V. V. In Bleijerheide wen de
thuisclub met 5—2. 't Zou nu wel eens
heel anders kunnen loopon.
In het Noorden gaat Be Quick naar
Veendam, dat dus in „the running"
blijft. Maar ook Velocitas za". thuis win
nen, nu Friesland op bezoek komt. 't Is
maar de vraag, met hoeveell