Ulkntaarsche Courant.
Het kostbare meesterstukje
Van mijn Palestijnsche reis
£attd: en Jmm&ouw.
Jiadiomeuws
2eui£leUm
Honderd vier en dertigste Jaargang.
\Voen«dasr 13 Januari.
bijgewoond Daar heerscht op vele plaatsen
nog de wel gemoedelijke en huiselijke maar
voor ons aanstootelijke, ons tegenstaande,
soms kwetsende onordelijkheid. Poolsche on
ordelijkheid, die alleen maar bij blijkbare
innerlijke bewogenheid en zichtbare extase te
vergoelijken en dan ook best te verdragen is.
Zooals het inderdaad ook meermalen valt te
beleven.
Op den weg naar het vriendelijke gezin
van mijnen gastheer passeeren wij de brand
weerkazerne. Zij is open. Manschappen zijn
er aanwezig en een wagen staat volledig ge
monteerd. Ook Apotheken zijn open. En voor
de ziekenhuizen en eerste hulp bij ongeluk
ken worden er auto's gereed gehouden. Ove
rigens is de officieele Sabbathrust van stads-
overheidswege ten strengste doorgevoerd.
Heet is het op dezen Sabbath. Bovenmatig
heet. Als ik 's morgens, niet laat, den vrij
langen weg naar het Huis der Mizrachisti-
sche Arbeiders heb afgelegd, kom ik door
weekt aan. Hier is de dienst gemengdVer
schillende personen gaan beurtelings voor in
de onderdeelen der godsdienstoefening. En
hun uitspraak van het Hebreeuwsch varieert
naar de landen hunner herkomst. Ik hoor de
Sefardische (Portugeesche) uitspraak de
meest gewone en officieele in Palestina de
Aschkenazische (Hoogduitsche), en de Pool
sche. En men troost mij na afloop met de be
lofte, dat het jonge geslacht in de scholen
wel tot eenheid in deze zal gevormd worden.
Na de godsdienstoefening wordt het ver
trek een leerzaal. De Talmoedfolianten wor
den geopend. Dr. Eliskowski, de directeur
der groote en eveneens voostreffelijke Mizra-
chistische meisjesschool Talpioth, met gym
nasiale vervolgklassen als bovenbouw, leidt
hier de leeroefening.
Gelijk hier, zoo is het ongeveer in alle
Synagogen van de kleine tot de groote. Het is
niet noodig, u er mee naar toe te nemen.
Reeds is het strandleven begonnen. Het
wordt vandaag ontzettend druk. Open zijn
de spijs- en drankgelegenheden aan den
Boulevard. Open zijn in de stad en overal in
de straten naar het strand de Gezoeskramen,
dat zijn de kramen met gazeuse-dranken en
andere verfrisschingen. Open zijn ook enkele
restaurants. Daar staat de stedelijke over
heid tot nu toe machteloos tegenover. Het is
een schreeuw in heilige stilte. Een scheur In
het oor. Sinds een paar jaren. Er zijn bekeu
ringen en boeten gevallen. Maar de stedelijke
verordening heeft het verloren tegen de En-
gelsche grondwet. Men onderhandelt met de
regeering. Men zoekt een middel om dezen
misstand weg te krijgen en men gelooft dat
men het in afzienbaren tijd zal vinden.
Dit is de Sabbathschennis, die in de Torah-
en Traditie-getrouwe kringen der Diaspore
zooveel ergernis heeft gewekt en voortdu
rend blijft wekken. Dit en de voetbalwedstrij
den op Sabbath. Wel is die schennis buiten
Palestina oneindig veel grooter en algemee-
ner, zich uitstrekkende over het heele gebied
van het maatschappelijke en bedrijfsleven.
Maar zulke heiligschennis op heiligen bodem
voelen de vromen als een steek in het hart.
Maar niet minder in het land. En daar niet
enkel de uitgesproken orthodoxen. Maar ook
de overgroote meerderheid in doorsnede der
gewone Joodsche vaders en moeders. En ais
wij hierover praten, vragen mij diep-ernstige
mannen; of men thuis ook het mooie van het
Joodsche leven publiceert, dat hier valt tt
aanschouwen en de verschijnselen van groei
en bloei, die allerwegen voor ziende oogen
ontspruiten. En of men thans dan denkt, dat
de menschen die hier zondigend tegen het
Overgeleverde Jodendom optreden, als volle
vromen uit „de landen der ballingschap" zijn
gekomen en in het land zelf afvalligen zijn
geworden. „Met dit al zoo besluit een der
vrienden warm, hooggestemd bij u is aan
den Sabbath voor ieaer een offer verbonden.
Hier is de Sabbath louter: „Oneg d.i. lust,
puur zielsgenot".
„Oneg-Schabbath". Zoo heet de Stichting
doorBialik, den grootsten en meest-geliefden
der Hebreeuwsche Dichters van het heden, te
Tel-Aviv in het leven geroepen. Sabbathna-
middagbijeenkomsten in Sabbathstemming
onder intellectueele gesprekken en verhande
lingen, in een geestverheffend samenzitten er.
genieten; in een sfeer, die even modern als
Joodsch is gedrenkt. Een rijk bewonderaar
heeft er een gebouw voor neergezet: Ohölé-
Schem, de Tenten van Sem 3).
Vrijdagavond ontvangt Bialik in zijn eigen
woning. Het is er druk. Een voortdurend
komen en gaan van velen, die tot de intellec-
tueelen van Tel-Aviv behooren. Ook Bialik,
hoewel tot nu toe niet bepaald tot de vromen
gerekend, voedt zelf met alle kracht den Sab-
bath-geest en de heiliging van alles, wat tot
de heiligdommen van het Joodsche Volk be
hoort, en ijvert er voor in woord en in ge
schrift.
Hij was bij het congres te Basel en dezen
Sabbath dus niet in het land. Ik heb niet het
voorrecht gehad van zijn aanwezigheid te
genieten. En de hitte heeft mij bovendien nog
veel van dezen dag doen missen.
Uit de sfeer van Tel-Aviv is mij dit alles
iets bijgebleven, dat ik later na mijn vertrek
eerst sterk heb gevoeldzij maakt den indruk
van de stad, waar alles klaar is. Voldaan. Ik
heb er niet het heroïsche der worsteling ge
voeld. Zooals in de kolonies.
1.) Riten en Symbolen Hoofdstuk 11.
2.) Jos. 1.8.
3.) 1 Moz. 9.27.
VAN ONZE NOORD-HOLLANDSCHE
PROEFVELDEN.
Is fosforzuur rendabel bij aardappel
teelt?
In dezen tijd, nu door de buitengewoon
moeilijke omstandigheden in de tuinbouw;
op alles noodgedwongen moet worden bezui
nigd, vraagt men zich wel eens af, of het niet
mogelijk is om ook op bemesting te bezuini-
gen.
Deze vraag, die door velen gesteld wordt,
is niet zoo gemakkelijk te beantwoorden.
Ik geeft toe, dat de nood dwingt, maar
toch jneen ik te moeten waarschuwen tegen
een nog meer bezuinigen op de bemesting.
Reeds de laatste twee jaar gaat het kunst
mest gebruik sterk achteruit en verder ingrij
pende bezuiniging zou zeer veel schade kun
nen berokkenen.
Mijn ervaringen, op de vele proefvelden
opgedaan, leeren mij, dat over het algemeen
gesproken, sterke bezuiniging uit den
booze is. Onze bedrijfsuitkomsten zijn echter
zóó, dat wij onze uitgaven moeten inkrimpen,
maar deze bezuiniging grootendeels op de be-
mestingsonkosten te zoeken, is absoluut on
juist. Dit kan onmogelijk in het voordeel van
ons bedrijf zijn en er dient dan ook aan an
dere bezuiniging te worden gedacht.
Wij willen hier even herinneren aan het
prae-advies van Prof. Minderhout, die op de
studieweek in Wageningen o.a. het volgende
naar voren bracht: „Tot de allergrootste be
zuiniging op arbeidskracht wordt iedere boer
gedwongen, de verpleging van het v gewas
dient meer met een Fransche slag te gebeu
ren, enz."
Men zal wel niet in de allereerste plaats
op fosforzuur gaan bezuinigen, vooral niet,
nu het slakkenmeel zoo geweldig goedkoop is.
Maar toch hoort men nog vaak: „Nu dit
jaar kan ik wel vrijmen merkt het toch bijna
niet, ik zie nooit resultaten aan mijn gewas,
als ik eens een strook niet bestrooi".
Zeer zeker, ik geef toe, dat men aan zijn ge
was niet zoo spoedig kan zien, als er een
tekort aan fosforzuur aanwezig is. Doch ik
zou hier willen opmerken, dat men een fos-
forzuurbemesting niet op het oog kan beoor-
deelen. Als men de werking daarvan aan het
gewas ziet, is er een heel groot gebrek.
Belangrijke oogstverschillen zijn dit jaar
op enkele proefvelden aan den dag gekomen,
ik wil die eens nader uitwerken. Jammer zijn
van de onder mijn leiding staande velden
vele door de aardappelziekte mislukt, maar
toch zijn er nog enkele overgebleven, die wij
eens nader zullen bekijken.
Het eerste veld is bij den heer S. Vlaar,
H.-H.Waard (Zuid).
De proeven bestaan alle uit 6 veldjes, die
naast voldoende kali en stikstof boven
dien ontvingen:
Perc. 1 600 K.G. Thommasslakkenmeel op
brengst p. H.A. 13.118 K.G. aard.; perc. 2
0 K.G. Thommasslakkenmeel opbrengst p.
H.A. 9.312 K.G. aard., perc. 3 1000 KG,
Thommasslakkenmeel opbrengst p. H.A.
14.907 K.G. aard.; perc. 4 60Ö K.G. Thom
masslakkenmeel opbrengst p. H.A. 12.614
K.G. aard., perc. 5 0 K.G. Thommasslakken
meel opbrengst p. H.A. 9.724 K.G. aard.;
perc. 6 1000 K.G. Thommasslakkenmeel op
brengst p. H.A. 14.816 K.G. aard.
Er is hier dus een verschil van gem. 3848
K.G. per H.A. door 600 KG. slak, terwij!
1000 K.G. slak een meeropbrengst gaf van
5443 K.G. De aardappelen hebben opge
bracht 8 per 100 K.G., zcodat hier een gift
slakkenmeel een meeropbrengst gaf aan geld
435. Na aftrek van ongeveer 30 aan be-
No. 10 1932
Donderdag 14 Januari 1932.
Hilversum 1875 Af. (Alleen A.V.R.O-uit
zending.) 8.00 Gramofoonplaten. 10.00
Morgenwijding. 10.15 Gramofoonplaten
10.30 Voorlezing. 10.45 Gramofoonplaten.
11.00 Knipcursus. 11.30 Gramofoonplaten.
11.45 Voorlezing door A. D. Hildebrand.
12.00 Concert door het Trio van Restaurant
„Winkels". 2.00 Over de Huisvrouw in Ned -
Indië. 3.00 Cursus in knippen. 3.45 Gramo
foonplaten. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Kovacs
Lajos en zijn orkest. 6.40 Sportpraatje door
H. Hollander. 7.00 Het Queling Kwartet
Kamermuziek. 7.30 Engelsche taalles. 8 W
Het Omroep-Orkest o. 1. v. Dr. dhelm
Grosz, m. m. v. solisten. 9.3010.30 Hoor
spel „De Staking" van Galsworthy. Bewer
king van A. D. Hildebrand. 10.30 Vaz Dias.
10.45 Gramofoonplaten. 11.0012.00 Dans
muziek vanuit het Carlton Hotel te Amster
dam. The Russian North Star o. 1. v. Gricha
Nakchouian en het Argentijnsche Orkest Ti-
pica Argentina Dniel Mas.
Huizen 298 At. (Van 8—9.15 K.R.O.-uit-
zending. Van 10.00—11.00 N.C.R.V. 11.00
2.00 Uitzending door K.R.O. Daarna weder
N.C.R.V.-uitzendingen.) 8.00—9.15 Gramo
foonplaten. 10.00 Idem. 10.15 Ziekenuurtje.
10.45 Gramofoonplaten. 11.30 Godsdienstig
halfuurtje. 12.15 Concert door K.R.O.-orkest
o. 1. v. Johan Gerritsen. 2.00 Cursus in
handwerken. 3.00 Gramofoonplaten. 4.00
Ziekenuurtje. 5.00 Voor de Jeugd. 5.45
6.45 Orgel-recital. 6.45 Cursus in knippen.
7.45 Ned. Chr. Persbur. 8.00—10.05 Christ.
Zangverg. „Zingt den Heer". Solistenkwar
tet en het Haarl. Symph. Orkest „Euterpe"
met Kinderkoor. 9.009.30 Voordracht.
10.05—10.15 Vaz Dias. 10.15—11.30 Gra
mofoonplaten.
Radio-Paris 1725 Af. 8.05 Gramofoon
platen. 12.50 Idem. 1.25 Idem. 8.20 Tooneel.
Tooneelspel van Tristan Bernard. Te 9.05
Gramofoonplaten.
Daventry 1554 Af. 10.35 Morgenwijding.
12.20 Concert op Bioscoop-orgel door Regi-
nald Foort. 1.20 Gramofoonplaten. 1.35
Concert door The Northern Studio Orkest.
2.20—2.50 Viool- en Piano-concert. 3.20
Vesper in The Westminster Abbey. 4.05
Dansmuziek door Jack Payne en het B.B.C.
Dansorkest. 4.50 Concert door het Grosvenor
House Orkest. 6.50 Viool- en Piano-Sonates
van Beethoven. 7.10 Causerie in de Duitsche
taal. 8.20 Cabaret-programma. 9.55 Concert
door Militair Orkest o. 1. v. B. Walton O'
Donnell. 10.05 Aflossing v. d. wacht bij de
Tower. 10.50 Een korte Dienst. 11.0512.20
Dansmuziek door Jack Payne en het B.B.C.-
Dansorkest.
Langenberg 473 Af. 6.257.20 Gramo
foonplaten. 11.20 Idem 12.251.50 Mid
dagconcert. 4.205 20 Piano-concert m. m.
v. bariton. 7.208.20 Concert door het Om-
roep-orkest. 8.20 Hoorspel „Der Pomeran-
zendieb". 10.2010.30 Bij de Zesdaagsche
te Dortmund.
Kalundborg 1153 Af. 11.201.20 Concert
door het Orkest van het' „Palace-Hotel" 2.50
—4.20 Uitzending vanuit het Restaurant
„Wivex". 7.309.35 Het Radio-Symph. Or
kest o. 1. v. Prof. C. Kraus met vocale soliste.
Daarna dansmuziek tot 10.50.
Brussel 508 M. en 338 Af. 5.08 M. 12.35
—2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Omroep-or-
est. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Het Om-
roep-orkest. 338 M. 12.352.05 Gramofoon
platen. 5.20 Uitzending van Dansmuziek.
6.50 Gramofoonplaten. 7.50 Her-uitzending
van Belgrado en Ljubljana. Na afloop Dans
muziek.
Zeesen 1635 Af. 7.50 Her-uitzending van
Belgrado en Ljubljana. Daarna tot 11.50
Otto Kermbach en zijn Dansorkest.
Rome 441 Af. 8.20 Concert door Sympho-
nie-Orkest.
W6rk gorgelen
net voorkomt verkoudheid.
Uit het Engelsch door mej. C M. O. de W
57)
Wat heeft u daar op te zeggen, mijn
heer Gedge? vroeg sir Arthur.
Het was of Willem's hart stilstond
terwijl hij met spanning antwoord op
deze vraag afwachtte. Voor zulk een na
tuurlijk en dood eenvoudig man scheen
het dat zijn heele leven, verleden, heden
en toekomst afhing van hetgeen de oude
man zou zeggen en het was of hij een
langzamen doodstrijd moest doorma
ken toen hij besefte wat deze woorden
beteekenden in al hun cynische boos
heid.
De van Roon is van mij, zei S. Ged
ge met vaste, gedecideerde en kalme
stem. Het stuk is gekcmht van mijn geld
Sir Arthur wierp een vragenden blik
op den verstomden Willem. Hij zelf had
zeker gedacht dat dit de waarheid was
en toch kon hij niet gelooven dat een
jong mensch, ip het oog de openhartig
heid zelve, zoo beslist ha staan te lie
gen.
Wat zegt u? vroeg hij met zachte
6tem.
Willem was te verschrikt om iets te
zeggen. Zijn baas maakte dadelijk ge
bruik van de pauze die volgde. Kom
jongen, zei hij op een vriendc ik ver
manenden toon je weet even goed als
ik, dat ik je geld gegeven heb om in Suf-
foik eenige dingen-te koopen zooals je
gewoonlijk doet op je vrijen middag en
Door Rabbijn S. Ph. DE VRIES Mzn.
9.
DE SFEER VAN TEL-AVIV.
Nogmaals: gaat niet in het hartje van den
zomer naar Palestina. En vooral en vooral
niet naar Tel-Aviv. De hitte in het land is,
naar 't schijnt, daar overal beter te verdragen
dan in Tel-Aviv. Het is er heet! En het blijft
er heet. Ook tegen den avond koelt het nau
welijks af en zelfs de nacht geeft er bijkans
geen verademing. Tenminste in de huizen
niet. Zoo is het evenwel alleen in het hartje
van den zomer. Anders heeft Tel-Aviv een
heerlijk, een ideaal klimaat. Maar ik heb niet
het voorrecht gehad, dat te mogen genieten
Mijn uithoudingsvermogen is in de week, die
ik hier heb doorgebracht, op de zwaarste
proef gesteld. En een enkelen keer besloop
mij wel de vrees, dat ik mijn zorgvuldig op
gemaakt program zou moeten wijzigen. Doch
met verdubbelde voorzichtigheid en rustig
overleg ben ik er toch in geslaagd tamelijk
geregeld door te zetten en door te werken;
ook toen ik in de noodzakelijkheid kwam te
bespeuren, dat ik de domheid had begaan,
zijn huisapotheek in Jeruzalem achter te
laten; en ondanks het onafwendbare feit, dat
ik dagen achtereen niet uit het zweet ben ge
komen. En onder dagen moet ge hier volledi
ge etmalen verstaan. Het spreekt vanzelf,
dat ik mijn tijd nu niet tot het uiterste heb
kunnen uitbuiten en sommige zaken, ook wel
belangrijke, heb moeen laten schieten.
Mijn hotel is gelukkig vlak aan het strand
en draagt zijn naam daarnaar: S'fath-
hajjam. Dat strand van Tel-Aviv bevat een
groote belofte voor de toekomst. Reeds is het
van het noodige voorjien om de stad even
eens tot een badplaats te maken. Zij zal ver
moedelijk in de verdere ontwikkeling van
Palestina ook in dit opzicht van groote betee-
kenis worden. Niet enkel voor het land zelf,
maar voor het gansche nabije Oosten. Het is
altijd druk aan het strand. De dag begint
vroeg in Palestina. En 's morgens om zes
uur zie ik van het balcon af, zoover mijn oog
reikt, reeds een niet te tellen menigte koppen
van menschen uit het diep blauwe water ste
ken der Middellandsche Zee. Ik geloof waar
lijk, dat velen den nacht in de open lucht in
het zand aan de zee doorbrengen.
De Synagogen zijn dagelijks al vroeg ge
opend. En als ge er tusschen zes en zeven
uur binnentreedt, dan komt ge allang niet
meer bij het begin en ook niet in het midden
van den eersten dienst. Wellicht is dan de
derde dienst begonnen. En ge kunt gerust
eyen wachten om U aanstonds, als deze
dienst geëindigd zal zijn, bij het begin van
een volgenden aan te sluiten. En in hetzelfde
gebouw, als het niet een kleine particuliere
bid-gelegenheid is, vindt ge ook wel meer dan
ééne volledig ingerichte Synagoge. De groote,
mooie Synagoge aan de Allenbystraat, die
de Centrale Gemeente-Synagoge is, heeft
rechtten links onder hetzelfde dag afzonder
lijke bidlokalen. Op deze wijze zijn er meer
dan vijftig Schulen in Tel-Aviv.
Het Synagogebezoek bestaat ook op werk
dagen uit mannen en vrouwen. Vrouwen-
alleen oudere. Mannelijke personen: van
iederen leeftijd. Beide kunnen: van iederen
stand. In Palestina wordt eiken morgen bij
de gezamenlijke bidstonden door Aron's af
stammelingen de Priesterzegen over de ge
meente uitgesproken. In de landen der
diaspora geschiedt dat in het algemeen
slechts op de Feestdagen 1.) En nu kunt ge
het, als ge vroeg genoeg zijt, gemakkelijk
treffen, dat ge ook den werkman in zijn bce
zeroen zich zijn voeten zich ontschoeien; dat
hij zich vervolgens door Levieten de handen
laat wasschen, het platform voor de Heilige
Arke bestijgt, en den drieverzigen Zegen
van IV Moz. 6.2426 op de hoofden der
verzamelden legt. En als ge om over achten
de Groote Synagoge passeert, zult ge mer
ken, dat daar de laatste dienst nog niet ge
ëindigd is.
Gelijk de ochtend zijn te dezen opzichte de
late namiddag en de avond. Toen we 's
avonds op den eersten dag onzer aankomst
ter Groote Synagoge gingen, keek ik toch wel
even op van het vele volk in het bedehuis,
boven en aan beide zijden, en van de drukte
in den omtrek. Ook bij den ingang onder den
bloote hemel werden door verschillende „tien
tallen avonddiensten gehouden, waaraan
niet alleen mannen, maar ook vrouwen deel
namen. Al aanstonds tref ik ook hier bij deze
samenkomsten oude bekenden aan. Zoo, één
der Rabbijnen van Tel-Aviv, dien we juist
tien jaren geleden bij de eerste Mizrachie-
dat dit stukje daar bij was.
Droevig schudde de jonge man het
hoofd. Die koelbloedige leugen deed hem
meer pijn dan een slag met de vuist van
den ouden man gedaan zou hebben, toch
maakte het hem wakker om het rond
uit te ontkennen. Heel eenvoudig cette
hij de zaak uiteen.
Mijn baas gaf mij twintig pond mee
naar een verkooping in _,oseby Grange
te Saxmundham en ik kocht daar arti
kelen voor een-en-twintig pond en ne
gen stuivers.
Me» een half spottende ,half gevoelige
stem kwam de oude man tusschenbei-
den:
Dit stukje, dat je voor een apnel en
een ei gekregen hebt, dat geef ik je toe,
was daar ook bij.
Neen mijnheer, zei Willem. Ik heb
dit stukje voor mijn eigen geld gekocht
van een oude vrouw in een winkel in
Crowdon.
Dit was het antwoord, dat aan duide
lijkheid niets te wenschen overliet. Sir
Arthur echter betreurde nog steeds dat
het verbazend moeilijk was rechtvaardig
te wezen; de taak dit uit te maken, was
hem nu eenmaal toebedeeld.
Wat heeft u voor het stukje be
taald, als ik het u vragen mag?
Vijf shilling, zei Willem zonder te
aarzelen.
Vijf shilling?
Het was pikzwart toen ik het kocht
mijnheer, met een stilleven dat zeker
tweehonderd jaar oud was er over heen
geschilderd.
Ja, het zag pik zwart, dat geef ik
toe, zei de oude man, maar uat veran
dert niets aan het feit dat het van mij
was.
Laat ik de puntjes op de i zetten
Wereld-Conferentie te Amsterdam zoo hoo-
gelijk hebben leeren achten. Rav Uziél, toen
Rabbijn te Jaffa, gaat nog rond in zijn schil
derachtige orientalische kleerderdracht, even
statig als toen, op het fier geheven hoofd den
tulband, waaronderheen de glanzende oogen
u uit het gebronsde gelaat zoo streng-vrien-
delijk-blij-verrast aankijken.
Nieuwe kenissen bieden zich aan. En ik
moet mede. Mede naar verschillende institu
ten, die Tel-Aviv reeds rijk is op het gebied
der sociale voorzorg en weldadigheid. Een
krasse grijsaard, met witten baard en in het
wit gekleed, die de tachtig nadert, laat niet
af. Ik moet ook de stichting zien voor Ouden
Lieden, die hij in het leven heeft helpen roe
pen. Kunt ge zoo iemand weerstaan? Mooi
gebouw, ruim en rein. Nog een groote bouw
plaats voor uitbreiding er nevens. Ik moet
mijn geleider volgen, van beneden naar bo
ven, door de slaapzalen, de eetzalen, de ver-
blijfzalen, door keuken en kelder. Dan is hij
tevreden. En ik ook. Moet ik u nog zeggen,
dat er onder dit dak ook een Synagoge is?
Waarlijk, geen kleine. En nu, na de diensten,
zit er een groep mannen te zamen. Folianten
voor zich. Zij beoefenen Talmoed. Eén hun
ner leert voor. En de discussie is in vollen
gang. Zoo goed als allen nemen deel aan het
aebat. Een joodsch-juridisch debat, dat in het
Hebreeuwsch wordt gevoerd. Die mannen
zijn geen professionals, geen gepromoveer
den, geen rabbies. Met uitzondering mis
schien van dengene, die de leeroefening
leidt. Dat zijn gewone huisvaders: kooplui,
winkeliers, fabrikanten, werklieden, kantoor
menschen, beambten en zoo verder. Wat ge
hier ziet, kunt ge nog op tal van andere
plaatsen waarnemen. Zoo goed als iedere
Synagoge is 'n Leerzaal tevens een Beth-
Hammidrasch. En overal zitten clubjes ach
ter het Boek. En leeren, beoefenen in de avon
den Joodsche Wetenschap. Tot diep in den
nacht. Men zegt, dat ook in Tel-Aviv het
woord: „gij zul er u dag en nacht mee bezig
houden" 2) reeds letterlijk en in vollen om
vang wordt in vervulling gebracht. En het
lijkt niet oostersch overdreven.
We hebben geen haast om naar bed toe te
gaan en we praten avond aan avond nog
lang na. Want het is beneden bij de zachte
deining der vriendelijke golven beter dan
boven in de slaapvertrekken. En ik heb uit
Nederland over Tel-Aviv niet enkel goede ge
ruchten meegebracht omtrent het joodsche
leven daar, speciaal met godsdienstleven en
meer in het bijzonder omtrent de Sabbath-
viering. Men stemt mij toe, dat er nog wel
het een en ander valt te critiseeren. Doch ik
zal zelf moeten zien en oordeelen.
En we gaan den Sabbath tegemoet.
Waar zal ik gaan ter Synagoge? De voor
zitter der Groote, een jonge man, wiens per
soon en persoonlijkheid ik ook al ^nige jaren
ken en waardeer, wil mij bij zich hebben. En
de directeur der Tachkemonie onze groot
ste en een onzer beste Mizrachiescholen met
Realschule als bovenbouw zal me echter
laten afhalen om den Vrijdagavonddienst in
zijne inrichting bij te wonen en dan den
avond verder als gast bij hem door te bren-
fen. Maar ook de Mizrachistische arbeiders
ebben hun eigen clubgebouw met tevens
eigen bidlokaal en maken gaarne aanspraak
op mijn aanwezigheid in hun midden. Ik
verdeel me dus over de verschillende gods
dienstoefeningen van den dag. En ik zal
waarschijnlijk nog wel gelegenheid over hou
den om eventueel op den middag een voor
dracht bij te wonen, die een gast uit ons hotel,
een Rabbijn uit Minneapolis met een aan
het wonderbare grenzende belezenheid in het
zoo geweldig groote gebied van den Tal
moed, dan in een aanzienlijke Synagoge
in de buurt zal gaan houden over zijn in
drukken van Erets-Jisraël. Natuurlijk in het
Hebreeuwsch.
Als de zoon van Dr. Maarschalk, den
directeur, mij komt halen, is het op het plein
voor het hotel, waar de groote halteplaats is
en het eindpunt der stadsbussen naar her
strand, reeds tamelijk stil geworden. We zien
de laatste wagens naar de remise snellen. Zij
komen er niet weer uit voordat er morgen
avond sterren aan den hemel zijn verschenen.
De straten worden leeg van de werkdags-
drukte. De winkels gaan dicht en de straat
verlichting, slechts sober, begint haar een
zame taak, nu niet geholpen door het licht
der uitstalkasten. De officieele Sabbathrust
valt over Tel-Aviv.
Eenvoudig, en beschaafd naar onzen
smaak des Westens, is de Dienst in het
Schoolgebouw, geleid door een der Leeraren
Dat zou ik niet willen getuigen van alle gods-
dienstoefeningen, welke ik in Eretsjisraël heb
mijnheer Gedge, zei Sir Arthur. U be
weert dat het stukje op een verkooping
gekocht werd voor uw geld en deze
jonge man verklaart dat het gekocht
werd in een winkel van het zijne.
Dat is zoo, zei de oude man
Hebt u misschien een lijst, een ca-
ta'ogus van de dingen die op de verkoo
ping gekocht werden
Neen, mijnheer, ik vrees van niet.
Nu liet het geheugen van den ouden
man hem echter in den steek cn dit werd
hem door Willem bewezen. Onder de
toonbank lag een touwtje waar een
massa ontvangen rekeningen aan hin
gen en c.aar haalde de jonge man een
document vandaan, dat ten zijnen gun
ste pleitte. Het was een lijst van zijn in-
koopen te Loseby Grange, zorgvuldig op-
geteekend met de som er achter die er
voor betaald was en onder aan de lijst
vlak onder de cijfers 20 pond 1.9, ge
schreven met een beverige maar ecMe
koopmanshand: Nagezien en accoord
bevonden S. Gedge.
Deze gelukkige ontdekking pleitte ten
gunste van Willem. Er stond niets ver
meld van een schilderstuk, alleen een
prent naar P. Bartolozzi, die dadelijk
door Willem uit het winke.raam ge
haald werd.
Welk een volmaakt huichelaar de
oude man ook was, toch kon hij niet ver
bergen dat hij geschokt was. Maar als
een wanhopig speler, wiens fortuin op
het spel stond veranderde hij dadelijk
van tactiek.
Ja, zijn ongelukkig geheugen, had hem
een poets gespeeld, hij herinnerde zich
niet meer waar het ding gekocht was,
maar dat deed niets af aan zijn bewering
dat het van zijn geld gekocht was.
Sir Arthur Babraham kon niet nalaten
het gedrag aer beide partijen met elkaar
te vergelijken. Gierigheid had een die
pen stempel gedrukt op het gele perka
mentachtig gezicht van S. Gedge, terwijl
Willem zoo eerlijk uit zijn oogen keek
dat men den jongen man haast niet van
een laagheid zou kunnen verdenken.
En toch vroeg Sir Arthur zich af, hoe
zulk een arme jonge man, die toch zoo
verstandig geweest was zulk em schat
voor enkele shillings te verwerven, er
zoo lichtvaardig afstand van had ge
daan.
Van het antwoord op die vraag be
greep hij dat heel veel afhing.
Toen nu dat schilderijtje weggaf,
begreep u zeker niet van hoe groote
waarde het was.
Ach mijnheer, over de waarde dacht
ik natuurlijk niet. Ik zag alleen dat het
een mooi dingetje was en dat zag juf
frouw Julie ook. Zij bewonderde het zoo
zeer, dat zij vroeg of ik het haar wou
verkoopen.
Hebt u er geld voor aangenomen?
Neen mijnheer. Zij heeft het van
mij present gekregen. Ik vroeg of ze niet
aan geld wou denken.
Kon u dat doen in uw omstandig
heden?
Onwillekeurig keek Sir Arthur naar
de kaal gesleten jas van den jongen man
en naar de oude pantalon en hij kwam
dus dadelijk tot de conclusie dat die
jonge man zich dat zeker niet veroor
loven kon.
Willem's antwoord vergezeld van een
glimlachje legde den man van de we
reld letterlijk voor een oogenblik het
zwijgen op:
Ik hoop, mijnheer, dat ik mij altijd
de weelde kan veroorloven geen prijs te
zetten op schoonheid.
Dit gezegde deed den wereldwijzen
man het voorhoofd fronsen.
Maar u zou toch niet een Van Roon
aan de eerste de beste cadeau geven, die
het u vraagt?
Waarom niet mij-beer, als
als je
Als je wat?
Als je van de persoon houdt.
Hoewel de jonge man bloosde toen hij
deze bekentenis deed, zulk een onschuld
deed zijn zaak geen kwaad. Toch was
Sir Arthur mee- dan verbaasd over zulk
een gemoedsgesteldheid. Deze onver
schilligheid voor geld was bijna ge
vaarlijk; en toch als hij 't gezicht van
den bediende vergeleek met dat van den
meester, dan was het verschil bepaald
tragisch. De een overgoten met het licht
dat nooit scheen, noch op zee, noch op 't
land, de ander donker als het beeld van
den afgod, wiens schaduw den winkel
verduisterde.
Nu twijfelde Sir Arthur niet langer.
De waarheid begon tot hem door te
dringen. Voor menschen die de dingen
van een hooger standpunt bekeken
grensde 't verhaal van het jonge mensch
aan het ongelooflijke en t ch was hij
overtuigd dat het waar was. Die jonge
u an was een type, een oorspronkelijke
mensch; een onvroendelijke b^oordeel-
aar zou hem misschien niet geheel nor
maal noemen maar iemand als deze
jonge man, die een groot vereerder, 'n
aanbidder schier van schoonheid was,
schoonheid om haar zelfs wil, zulk een
mensch moest men niet met den gewoon
menschelijken maatstaf meten. En den
achtekant van de medaille of het tegen
overgestelde type zag men gepersoni
fieerd in den -uden koopman.
(Wordt vervolgd).