Alkmaarsche Courant.
Het kostoare meesterstukje
Radionieuws
9ieui££et<m
Rechtszaken
£aiid= JuUièoum
Honderd vier en dertigste Jaargang.
Doiiderdas; *11 Januari.
No. 17 1932
Vrijdag 22 Januari.
Hilversum 1875 M. 6.45—12.00 V.A.R.A.
12 00—4.00 A.V.R.O., 4.00—8.00 V.A.R.A.,
8 0011.00 V.P.R.O,, 11,00-12.00 V.A.
R.A.). 6.45—7.00 en 7.30—7.45 Gymnastiek.
8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwij
ding. 10.15 Janny v. Oogen, voordracht.
10.30 Concert door het septet o. 1. v. Is. Eyl.
11.15 Vervolg voordracht 11.3012.00 Ver
volg concert. 12.00 Concert door het orkest
o. 1. v. Nico Treep. 2.00 Lezing voor scho
len, over Gandhi. 2.304.00 Concert. Trio
Winkels. 4.00 Gramofoonplaten. 4.45 Kin
deruurtje. 5.15 Concert door het orkest o. 1.
v H. de Groot. 6.45 Lezing over het kapita
lisme. 7.15—8.00 Vervolg concert. 8.00 Le
zing door Dr. N. A. Bruining. 8.30 Concert.
G. Strasbourg, zang. A. Adema, piano. 9.00
Lezing door Dr. Groeneveld. 9.30 Vervolg
concert. 10.00 Persber. en Vaz Dias. 10.15
Lezing door Fred. Quanjer. 10.45 Gramo
foonplaten. 11.00—12.00 Gramofoonplaten
Huizen 298 M. 8.00 Bijbellezen. 8.15
Gramofoonplaten. 10.30 Voor de zieken.
11.00 Gramofoonplaten. 12.30 Solistencon
cert, piano, 2 violen, cello. 2.00 Gramofoon
platen. 2.30 Pauze. 3.00 Concert. Kovalefs-
ika-kwartet. 4.30 Gramofoonplaten. 5.00
Gramofoonplaten. 5.15 Kamerpraatje. 5.45
Gramofoonplaten. 6.00 Lezing. 6.30 Radio
praatje. 7.00 Lezing over vruchtboomen.
7.45 Gramofoonplaten. 8.00 Uitzending van
de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam, belegd door de Confederatie van
iKerken voor den Vrede te Amsterdam. Spre
kers. Ds. H. G. W. Briede. Ds. F. Dijkema.
Dr. J. Geelkerken. Prof. Dr. C. G. van Riel.
Rev. W. Thomson, D. D. Muzikale mede
werking wordt verleend door het Koor der
Vrije Gemeente te Amsterdam onder leiding
van Anth. Tiery. 10.00 Cursus: Geweld en
Gewelddadigheid in het Kinderleven. 2de
Voordracht. Spreker Dr. A. Groeneveld.
10.30 Persberichten van het Persbureau Vaz
Dias. 10.45 Gramofoonplatenconcert.
Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Gramofoonplaten. 1.00
Orgelconcert. 1.50 Gramofoonplaten. 2.45
Voor de scholen. 4.05 Concert voor scholen.
4.50 Moschetto en zijn orkest. 5.35 Kinder
uurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Liederen d<?or S.
Wyss en Fr. Phillips. 7.10, 7.25 en 7.50 Voor
dracht. 8.20 Ambrose en zijn orkest. 9.20
Berichten en daarna lezing. 10.25 Serenade-
3 concert. B.B.C.-orkest o. 1. v. V. HelyHut-
chinson. 11.20—12.20 Dansmuziek. Savoy
Orpheans.
Parijs „Radio-Paris" 1725 M. 8.05, 12.50,
1.25 Gramofoonplaten. 8.20 „Falstaff", ope
ra van Verdi. Orkest en solisten o. 1. v. H.
Defosse.
Langenberg 473 M. 6.257.20 Orkest-
i?concert. 11.10—12.10 Gramofoonplaten.
12.25—1.50 Concert door 'n orkest' van
werklooze musici. 4.205.20 Paedagogisch
concert. 7.20 Concert. Werag-klein orkest.
Daarna tot 11.20 Populair concert.
Kalundberg 1153 M. 2.20—4.20 Carl Ry-
dahls orkest. 7.30 Vocaal concert. Asa Wang,
zang. 7.50 „Det sidste Regnskab", hoorspel.
9.3510.25 Concert. Trio Pro Arte.
Rome 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20
„Marietta", operette van Walter Kollo.
Brussel 509 M12.35 Gramofoonplaten.
5.20 Orkestconcert. 6.20 Gramofoonplaten.
6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Orkestconcert.
338 M. 12.35 Gramofoonplaten. 5.20 Orkest
concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Orkest
concert.
Zeesen 1635 M. 1.20 Gramofoonplaten.
3.50—4.50 Orkestconcert. 8.00 Gevarieerd
concert. 9.20 Concert, daarna tot 11.50
Dansmuziek.
GRAMOFOONPLATENSTRIJD
THANS OOK IN ZWEDEN.
De strijd om de gramofoonplaten-uitzen-
ding in Duitschland tusschen de gramofoon-
platenindustrie en den omroep, is nog niet
geëindigd. In Zweden echter is deze strijd
ook begonnen, doch men heeft daar reeds
een overeenstemming bereikt. De radio-om
roep moet de gramofoonplaten zelf koopen
en mag hoogstens 6 uren per week uitslui
tend gramofoonplatenconcert uitzenden,
waarbij dan nog de dansplaten uitgesloten
zijn. Verder mag eenzelfde nummer niet te
dikwijls gespeeld worden en moet steeds de
importeur vermeld worden.
Uit het Engelsch door mej. G M. G. de W-
64
Willem maakte een geluid als van een
snik. Julie hoorde het. En in dat oogen-
blik van ongelukkige krankzinnigheid
.besloot zij zich zelve niets tg besparen.
Z'i wilde zich zelve precies vertoonen
zooals zij wat, zoodat de zweep haar
beter zou kunnen treffen.
Schoonheid is evenmin aan mij be
steed en beteekent evenveel voor mij als
dat ding daar. Alles wat je mij vertelt
over Hobbema's en Vermeer's en Cro-
rnes en Marissen kunnen mij niets sche
len. Zij vervelen mij meer dan ik je
zeggen kan. Ik haat al die dingen daar.
En ze wees op al de meesterstukken, die
t'k ^an8e Gallerij hingen. Ik haat ze.
Ik haat ze. Ziezoo, nu weet je wat een
slechte en gemeene leugenaarster ik
ben.
Willem kon het geluid van die vreem
de en verschrikkelijke woorden niet
'&nger aanhooren en hij wendde zich
droevig af. Het was of ze een ader van
zijn hart hadden geopend Nu herinner
de hij zich dien kreet, die hem vervolgd
HOLLANDERS!!!
KOOPT HOLLANDSCHE WAREN!!!!!
De Engelsche omroep heeft kort geleden
een groote propaganda week uitgevoerd on
der het motto: „Engelschen, koopt Engel
sche waren!"
Zelfs de prins van Wales heeft een derge
lijke rede voor den microfoon gehouden en
de Engelsche omroep deelde verder mede,
dat hij nog slechts Engelsche piano's voor
den omroep zal gebruiken.
Een soortgelijke campagne voert ook thans
Zweden door en ook daar wordt dus de om
roep in dienst gesteld der nationale propa
ganda.
„Zweden, koopt Zweedsche waren!"
wordt nu dagelijks den Zweedschen luis-
teraars ingehamerd!
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 19 JanuarL
(Vervolg).
NACHTELIJK STROOPERSDRAMA
IN DE DUINEN VAN EGMOND
BINNEN.
In den nacht van 20 op 21 Aug. hielden
eenige jachtliefhebbers zonder acte of ver
gunning zich onledig met het stroopen op
hazen of konijnen (allen waren welkom) in
de duinen van den heer v. Vliet te Egmond
Binnen, zulks met behulp van een brandende
carbidlantaarn, de moderne lichtbak.
Deze bedrijvigheid in Hollands blonde
duinen werd alras opgemerkt door eenige
jachtopzieners, waaronder ook de heer D. J.
Koelewijn en overeenkomstig hun plicht,
haastten Koelewijn en zijn collega de Winter
zich om te trachten aan deze strooperij een
èinde te maken. De botsing tusschen wild-
stroopers en jachtopzieners is gewoonlijk niet
zoetsappig en er kunnen rake klappen tus
schen de mannen, die verschillende belangen
hebben, worden uitgedeeld. Ook hier bleef
een gewelddadig samentreffen riet uit en
raakte Koelewijn in heftige worsteling met
een der lichtbakkers. Gedurende dit bakkelijen
kreeg de strooper gelegenheid den jachtopzie
ner een slag toe te dienen met de carbidlan
taarn en een stok waarop hij wist ie ontko
men den overwonnen jachtopziener bloedend
verwond achterlatende. Het eenige wat van
zijn tegenwoordigheid ter plaatse blijk gaf,
was een achtergelaten pet. De jachtopziener
vermeende echter in zijn tegenstander den
27-jarigen visscher Jan D. uit Egmond aan
Zee te hebben gezien en deze stond dan ook
thans als verdacht van mishandeling terecht,
doch hij ontkende deze telastelegging en be
weerde dat de bedoelde pet, ter zitting aan
wezig en die hem, om de waarheid hulde te
doen, wel wat „krap" was, toebehoorde aan
zijn broeder Cornelis.
Het bleek echter dat verdachte zijn helden
daden in de duinen zelf had uitgebazuind
aan zekeren heer C. Apeldoorn, die heden
echter helaas niet ter zitting aanwezig was.
Bovendien was Jan D.'s aangezicht ge
wond, als gevolg van de worsteling en op het
gelaat van broeder Cornelis was niets van
dien aard waar te nemen.
Deze broeder verscheen nu ook als getuige,
doch had geen lust een eed af te leggen, een
formaliteit, die hem vermoedelijk wat riskant
toescheen, op zijn verklaringen werd als nu
door de rechtbank geen prijs gesteld.
De weduwe Smit in wier woning Jan D.
beweerde dien nacht te hebben doorgebracht
in gezelschap van haar zoon A. Smit kwa
lificeerde dit als een leugen. Wel was Jan
den volgenden dag bij haar geweest en had
toen een wondje aan het hoofd, terwijl Jan
haar ook mededeelde dat hij met Koelewijn in
dp duinen aan 't bakkelijen was geweest.
Hoewel Cornelis D. niet als getuige werd
verlangd mocht hij wel de pet opzetten en
werd hem dit hoofddeksel zelfs opgepast door
den president!
De heer C. Apeldoorn, inmiddels uit Rot
terdam gearriveerd en zwager van verdachte,
had dien nacht ook deel uitgemaakt van het
jachtgezelschap met den lichtbak. Hij zag
echter in 't duin ook andere lichtschijnsels,
zoodat hij het maar veiliger achtte het hazen
pad te kiezen, liever dan door een jachtopzie
ner bij de kladden gepakt te worden.
Aan dezen zwager had Jan dan later in
extenso verhaald, dat hij met Koelewijn in
conflict was gekomen.
Volgens diagnose van verdachte stond ook
ziin zwager te liegen.
De officier memoreerde het stroopers-inci-
dent in de duinen en d uitkomen dat het
hier niet Kees, doch i D. was geweest.
Aanvankelijk werd Corne'is verdacht, doch
late bleek meer duidelijk dat Jan de twijfel
achtige eer toekwam, zooals de officier, hoe
wel met moeite sprekende, meer uitvoerig
aantoonde. Tenslotte gaf de officier te ken-
had, nadat hij haar den eersten keer in
het ziekenhuis bezocht had:
Ben ik krankzinnig? Ben ik even
als Oom Si? Ben ik als de Hoodoo?
Arme ziel! Het stond niet aan hem een
oordeel over haar uit te spreken. Hij
kon alleen denken van haar leed. En het
was wreed toen hij besefte hoe zij lijden
moest.
Daarom komt het geld mij ook niet
toe. En daarom wil ik het niet hebben.
Ik gloei van schaamte als ik er aan
denk. Nu weet je hoe diep gezonken ik
ben. Ik hoop, dat je begrijpt hoe ik je
bedrogen heb.
Hij trachtte haar hand te vatten,
maar zij trok die woest terug. Zijn groo
te goedheid was een reden om hem bijua
te haten.
HOOFDSTUK LXII.
Op advies van juffrouw Babraham
plantten zij een mirtboompje in den kop
van het minster. Eenige dagen latei-
werd dc Hoodoo in een ge^chikten hoek
van den Italiaanschen tuin gezet. Hier
op den rand van een klein meertje had
de plechtigheid met den grootsten ernst
plaats. Met een kruiwagen werd hij ge
transporteerd, nadat de tuinman er een
geschikte plaats voor had in orde ge
maakt, waarbij ook Willem was be
hulpzaam geweest N.adat alles was af-
geloopeu en de tuinman en zijr. knecht
nen, dat het stroopen, vooral in de tegen
woordige omstandigheden, hem niet zoo vree-
selijk voorkwam, doch geweldpleging tegen
een jachtopziener kon spreker niet door de
vingers zien en ter zake dit ernstige feit, re-
quireerde de officier 2 maanden gevangenis
straf.
EEN VERKEERSDRAMA, DAT EEN
DERDE OPVOERING BELEEFDE.
Op den 21sten Juli vierde de veelbelovende
schooljeugd uit 't Zand, gem. Zijpe, haar
jaarfeest in den vorm van een uitstapje per
automobiel, 'n excursie die den heer Maurits
N., 'n eerzaam koopman uit Amsterdam,
Amstel 62, in groote ongelegenheid zou
brengen.
Op den Helderschen weg toch, tusschen
Koedijk en Alkmaar, naderden dc vele diverse
motorrijtuigen, door de bezitters welwillend
beschikbaar gesteld ten dienste van de
Zandter -spes patria, van de andere zijde
kwam aangereden de heer Maurits in zijn 4-
cylinder. terwijl geheel rechts van den weg de
heer Joh. v. Heugten, bloemist te Alkmaar,
met zijn jeugdigen zoon Piet fietste. De auto
mobilist trachtte alsnu tusschen de school
feestauto's en de wielrijders door te laveeren,
doch had daarbij het ongeluk, het rijwiel van
jongeheer Piet te raken, met gevolg dat dit
jongmensch kwam te vallen en zijn rijwiel
werd beschadigd. Tegen den heer N. werd
procesverbaal opgemaakt en deze stond op
18 September terecht. Hij ontkende echter
de schuld aan deze aanrijding en kwam
aandragen met de traditioneele opheldering,
de geliefkoosde schuldverschuiving van alle
in een verkeersongeval gewikkelde automo
bilisten, dat de knaap, misschien geschrok
ken door het gegeven signaal, onverwacht
een zwenking naar links had gemaakt, waar
door een aanrijding onvermijdelijk werd.
Ten dienste van den automobilist gelastte
de kantonrechter aanhouding der zaak en
deze werd op 30 Oct. j.I. voortgezet met het
hooren van eenige nieuwe getuigen van ge
varieerde pluimage namelijk de brigadier
der rijksveldwacht, het schoolhoofd en een
melkcontroleur, die allen het uitstapje had
den medegemaakt als geleiders.
Deze voortgezette behandeling pakte he
laas niet uit in het belang van den heer
Maurits N. De kantonrechter kwam lang
niet malsch uit den hoek en gaf het voorne
men te kennen, zeer streng te zullen optre
den tegen roekelooze automobilisten, waarop
hij den tamelijk verslagen verdachte veroor
deelde tot 30 boete of 30 dagen. Schade
vergoeding aan de heer v. Heugten tot een
bed"rag van 14.20, benevens en dit was
voor den zakenman, die zijn karretje geen
dag kon missen, de genadeslag, ontzegging
van diens rijbevoegdheid voor den tijd van 3
maanden. Het was direct aan het somber
vertrokken gezicht van den veroordeelde wel
te zien, dat hij met dit vonnis zeer zeker geen
genoegen zou nemen en hij kwam dan ook ln
hooger beroep, dat heden werd behandeld.
De appellant had zich thans van rechtskun
digen bijstand voorzien en als verdediger
gekozen mr. I. S. de Vries uit Amsterdam.
De appèllant ontkende schuld en noemde
het ongeval een samenloop van omstandig
heden.
De officier requireerde bevestiging, ter
wijl de verdediger de kracht van zijn betoog
hoofdzakelijk richtte op de ontzegging der
rijbevoegdheid, 'n bijkomende maatregel van
veiligheid, waardoor de heer N. als han
delsman, ten zeerste werd gedupeerd.
EEN SLINGERENDE AUTO
BESTUURDER IN EEN ONVER-
LICHTEN WAGEN.
De in 1886 geboren heer Matthijs van E.,
chauffeur, wonende te Den Helder was door
den kantonrechter aldaar veroordeeld tot
50 boete of 10 dagen, benevens ontzegging
der rijbevoegdheid voor den tijd van 6 .maan
den, ter zake het feit hem subsidiair ten laste
gelegd, dat hij op 8 Juni 's avonds half elf
te Den Helder op de Weststraat en Kanaal-
weg met een vierwielig motorrijtuig, waar
van de koplichten niet brandden, had gere
den op een slingerende wijze, waaruit kon
blijken dat hij verkeerde onder zoodanigen
invloed van sterken drank, dat hij buiten
staat was een motorrijtuig behoorlijk te be
sturen. De agent de Haan, die een en ander
had geconstateerd, had te dier zake tegen
van E. procesverbaal opgemaakt met het
hier boven gereleveerde gevolg.
De veroordeelde, wien dit tamelijk krasse
vonnis natuurlijk zeer slecht smaakte, kwam
daartegen in hooger beroep, hetwelk heden
werd behandeld. In deze zaak waren 5 ge
tuigen a décharge gedagvaard, terwijl de
appèllant zelf twee getuigen a décharge had
medegebracht.
De heer de Haan had ook opgemerkt, dat
de door verdachte bestuurde auto kennelijk
de sporen droeg van een aanrijding, waar
van appèllant echter niet beweerde te weten.
De appèllant was al eens veroordeeld tot
waren vertrokken, gingen Willem en
Julie onder een bloeienden lindeboom
zitten. Zij waren vrij tevreden over hun
werk. Het was een heerlijke morgen. De
leeuweriken vloegen rond in de heldere
lucht. Meerlen en lijsters begonnen te
zingen en Julie dacht werkelijk dat ze
een keer een nachtegaal hoorde.
Heerlijk gaven ze zich over aan het
genot van hun poëtische omgeving.
Marmeren beeldjes van boschgoden, een
Cupido met pijl en hoog, vertoonden
zich tusschen de struiken. Eindelijk
verbrak Julie de heerlijke stilte.
Je moet je jas aantrekken, zei ze
plotseling.
Maarzoo begon Willem, die
waarlijk gegraven en geschoffeld had
met een bepaald doel.
Julie wilde niet tegengesproken wor
den op dezen heerlijken dag.
Als je je jas niet aantrekt, zal je
kou vatten, zei ze op strengen toon.
Willem stond op en voldeed aan haar
verzoek. En terwijl hij daarmede bezig
was, kwam een vertrouwelijke opmer
king hem voor den geest, die Sir Arthur
en zijn dochter reeds meermalen ge
maakt hadden: juffrouw Gedge was zoo
bijzonder practisch van aard, ze zou
een ideaal vrouw wezen voor een ar
tistiek man, een schilder.
Wat de hoofdzaak betrof, het was
minder ongepast dan het scheen, want
Willem was onlangs wel tot de over-
7 dagen principale hechtenis ter zake het in
staat van dronkenschap een auto besturen.
De president vroeg hem of dit feit hem
nog geen les genoeg was geweest.
De heer A. Govers, die met zijn uitverko
rene dien avond op de Weststraat zich in een
auto bevond, had een auto, geheel links van
den weg en slingerend zien aankomen. Hij
kon toen niet zien, wie de bestuurder was,
maar later op den Kanaalweg, toen dezelfde
auto weer links kwam aanrijden en moest
stoppen voor een lantaarnpaal, toen her
kende hij den verdachte.
De heer K. Kramer had op den bewusten
avond den verdachte in zijn café gehad. Hij
was wèl vroolijk, maar niet dronken. Echter
niet bepaald brandschoon. Voor de politie
had deze heer een voor verdachte meer be
zwarende verklaring afgelegd. Dit kon ge
tuige, een druk ventje, zich thans niet meer
herinneren. Van E. had geen bier, doch
champagne pils gedronken.
De landbouwer K. Heijboer uit Breezand
had 2 café's bezocht. Hij had zich bevonden
in den wagen van verdachte. Ook deze ge
tuige verklaarde iets anders voor de politie,
dan nu door hem werd toegegeven. Thans
was van E. heelemaal niet onder den invloed
van drank geweest.
Mej. Anna van Groningen fungeerde als
getuige a décharge en was uitgeweest me*,
den wagen van verdachte. Bezocht waren de
café's van Kramer en Dekker. Verdachte
was heelemaal niet onder den invloed.
De heer Petnis Dekker, caféhouder te Den
Helder, verklaarde dat verdachte een kogel-
fleschje had geconsumeerd en overigens vol
strekt niet onder den invloed verkeerde.
De heer Heijboer, die door den officier
werd verdacht van meineed, werd nog eens
ertra krachtig door den president onder han
den genomen.
De heer de Haan. de verbalisant, ver
klaarde alsnog dat Heijboer voor den inspec
teur Helder ook had verklaard, dat van E.
nog meer onder den invloed verkeerde, dan
hij.
De officier meende, dat men tegen dit
dronkemanssysteem paal en perk moet stel
len en vooralsnog (de heeren Kramer en
Dekker hield de officier nog in petto) te
verzoeken tegen Heijboer procesverbaal op te
maken als verdacht van meineed en de stuk
ken in handen te stellen van den rechter
commissaris. Hierop werd Heijboer tijdelijk
onder bewaking gesteld en werden eerst nog
eenige andere zaken afgedaan.
Nadat deze processen waren afgedakr.
verscheen Heijboer weer ten tooneele had
blijkbaar eieren voor zijn geld gekozen en
gaf nu toe zelf 10 of 15 glazen bier te heb
ben gedronken, terwijl ook de appèllan; on
der invloed zou hebben verkeerd, zoodat hij
toegaf dat ziin verklaring aan dpn agent dc
Maan destijds overeenkomstig de waarheid
heid was.
Daarop werd getuige Petrus Dekker naar
voren geroepen en ook tegen hem vorderde
de officier alsnu het opmaken van een pro
cesverbaal, op grond van een tegen hem ge
rezen verdenking van meineed. De heer Dek
ker bleef echter dapper bij zijn verklaring,
dat verdachte niet dronken was en slechts
een kogelfleschje had gedronken. De officier
zag alsnu van verdere actie tegen den café
houder Dekker af en vorderde, nu het bewijs
voldoende was geleverd, 75 boete of 30 da
gen en ontzegging rijbevoegdheid voor den
tijd van een jaar.
EEN KNAAP ALS BESTUURDER OP EEN
ZANDTREINTJE.
OVERTREDING ARBEIDSWET DOOR
UITVOERDER.
De uitvoerder W. H. K. te Barsingerhorn
was veroordeeld door den kantonrechter te
Schagen ter zake overtreding der Arbeidswet
tot 30 boete of 30 dagen hechtenis, omdat
hij een te jeugdig persoon, genaamd Paulus
Sins een krachtwerktuig had doen besturen,
zonder behoorlijk toezicht.
Verdachte ontkende dat deze Paulus Sins
alleen ae locomotief had bediend en dit was
de oorzaak, dat hij tegen het vonnis in hoo
ger beroep was gekomen.
De heer Groenink, controleur van den ar
beid te Haarlem, had proces-verbaal opge
maakt, waarbij hij, heden als getuige ge
hoord, bleef volharden.
De getuige Paulus Sins had hem verklaard,
meermalen zonder toezicht de machine be
diend te hebben. De machinist was met ver
lof en dus afwezig. De inspecteur deelde
voorts mede, dat de fam. K. bij de arbeids
inspectie niet gunstig bekend stond.
De getuige Paulus Sins werd ook geducht
door den president onder handen genomen
en erkende alstoen een klein stukje alléén met
de locomotief van het zandtreintje gereden te
hebben.
De officier achtte het vonnis juist ge
wezen en vorderde bevestiging.
tuiging gekomen dat hij schilder zou
worden hij wilde er zich op toeleggen.
Terwijl hij die jas aantrok, dacht hij
aan de hooge heilige kunst, waaraan
hij zijn leven had gewijd. En verder
herinnerde hij zich dat hij een klein
schetsboekje en een potlood in zijn jas
zak gestoken had. Hij ging dus zitten,
haalde het boekje in plechtig stilzwijgen
te voorschijn en begon te teekenen.
Het was Julie, die na eenigen tijd het
stilzwijgen verbrak.
r— Als je die mirt uitteekent, zei ze,
dan staat het wel wat gek dat ik hier zit.
Dat hoort er heelemaal niet bij.
Zij was op dezen heerlijken morgen
veel meer zich zelve dan ze in al die on
gelukkige maanden geweest was.
Het zal wel gaan, zei de schilder.
Het plantje zal niet erg voldoen in
die groote opening. Het was juffrouw
Babraham's plan om het boompje daar
in te zetten, dus het zal wel goed zijn.
dat spreekt van zelf. Ze zei dat het een
zinnebeeld was van ja, waar ook
weer van?
Van het huwelijk, zei de schilder op
een heel natuurlijken afgetrokken toon.
Dan had ze het boompje zelf moe
ten planten als zij gaat trouwen.
Den eersten Juli. De dag is bepaald.
O ja, zei Julie. Heb je den jongen
man gezien?
Hij kwam hier gisteren lunchen.
Hoe heet hij?
Jonkheer Barington, een heel
De appellant vond het wel een beetje
zwaar.
EEN NALATIG HUISVADER VOOR DE
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
De 47-jarige veehouder Cornelis W. te
Nibbixwoud was door den kantonrechter te
Medemblik veroordeeld, omdat hij als vader
niet had gezorgd dat zijn in 1925 geboren
dochter Treintje W. gedurende Juni 1931
niet geregeld de openbare school had be
zocht.
De heer W. was tegen dit vonnis in hooger
beroep gekomen en beweerde thans, dat naar
zijn meening de afstand van zijn woning
naar de openbare lagere school te groot was.
Die bedroeg 6 kilometer. Twee openbare
scholen waren al voor z'n neus weggebroken.
Hij woonde in Nibbixwoud als God in
Frankrijk. De heer H. Pol, hoofd der school,
werd als getuige gehoord. Deze verklaarde
dat door het land den weg naar school
'belangrijk verkort werd.
Desgevraagd verklaarde het schoolhoofd,
dat er bezwaren waren een klein kind van
6 jaar dien weg te doen volgen. Het kind
verscheen thans ter schole, omdat nadat de
boerderij van appellant is verbrand, deze een
andere dichter bij de school gelegen woning
had betrokken.
De officier wees er op, dat de kinderen
waren ingeschreven en de ouders dus ver
plicht waren, te zorgen, dat die kinderen
geregeld het onderwijs volgden.
De vader bleek echter niet onwillig, doch
onmachtig en aangezien het milde vonnis van
den kanionrechtei reeds aanduidde, dat met
deze omstandigheid rekening was gehouden,
vorderde de officier bevestiging.
De appellant scheen nog niet voldaan en
dacht er blijkbaar over om in een nog hoo
ger beroep te gaan.
Uitspraken volgende week.
EEN CHRISTELIJKE TUINBOUW
SCHOOL TE BROEK OP
LANGENDIJK.
Herhaaldelijk is de wenschelijkheid geuit,
dat in een tuinbouwstreek als Langendijk
meer gelegenheid zou worden geschapen, om
zich de noodzakelijkste theoretische kennis
eigen te maken, die noodig kan worden ge
acht om op de meest geschikte en op de meest
economische en productieve wijze den tuin
bouw uit te oefenen. Een tuinbouwschool is
daartoe in den tegenwoordige tijd het meest
aangewezen instituut. Al mogen de zooge
naamde tuinbouwcursussen van eenige betee-
kenis zijn, de breedere grondslag, waarop het
lager tuinbouwonderwijs behoort te rusten,
ontbreekt daarbij. En al is een lagere tuin
bouwschool nog niet het ideaal, wie er van
overtuigd is, dat de toekomstige tuinbouwers
practisch en theoretisch beter onderlegd moe
ten zijn, om te midden der hevige concurren
tie paraat te kunnen blijven, zal een tusschen-
school een nuttige inrichting achten.
Uit die overweging is dan ook meerdere
malen de wensch geuit, dat er in het centrum
van dit tuinbouwdistrict een school zou wor
den gesticht, die aan het genoemde doel zou
kunnen beantwoorden. Op 't oogenblik is deze
stichting in een stadium aangeland, waarbij"
de verwachting kan worden uitgesproken, dat
de totstandkoming verreikend is. Het ge
meentebestuur van Broek op Langendijk heeft
n.l. besloten, alle medewerking te verleenen,
zoodat de voorbereidende maatregelen nu wel
verderen voortgang zullen hebben en verwacht
mag worden, dat in die gemeente een inrich
ting voor lager tuinbouwonderwijs zal ver
rijzen.
In den gemeenteraad van Broek op Lan
gendijk hebben de heeren Bonnet en van der
Molen intusschen bedenkingen geopperd om
dat het de bedoeling is medewerking te ver
leenen tot de sticht:ng van een christelijke
tuinbouwschool. Deze heeren voelden meer
voor een neutrale school, doch de voorzitter
was van oordeel, dat een christelijke tuin
bouwschool geen bezwaar kan ontmoeten om
dat die voor ieder, ongeacht zijn politieke of
godsdienstige overtuiging-, toegankelijk was.
Ondanks deze geruststelling van den voor
zitter, komen ons de bedenkingen van ge
noemde raadsleden toch alleszins gerecht-
vaardigd voor en we begrijpen, niet al te best
de noodzakelijkheid van de oorichiing van
een christelijke tuinbouwschool, als ze voor
ieder, van welken godsdienst of politiek hij'
ook is, toegankelijk is.
In het centrum van deze tuinbouwstreek,
die niet overwegend christelijk is, zooals men
dat in deze gemeente verstaat, ligt Broek op
Langendijk. De bevolking van deze gemeente
is voor twee derde deel christelijk, het overige
deel is vrijzinnig. Maar in verschillende an
dere, neen in alle andere gemeenten, die tot
hooge mijnheer. Julie fronste heel ver
achtelijk de wenkbrauwen.
Ik hoop, dat hij goed genoeg voor
haar is. Maar aan haar steni zou men
niet zeggen dat zij er veel hoop op had.
Het is een heel flinke en aardige
man.
Dat mag dan ook wel als hij met
haar gaat trouwen. Maar ik wou wel
eens weten waarom zij er zoc op gesteld
was dat wij met ons tweeën dat boom
pje plantten zij had het zelf moeten
doen.
Ja, dat weet ik bepaald niet, juf
frouw Julie, zei de jonge man, zonder
van zijn werk op te kijken.
Eenmaal een droomer, altijd een droo-
mer. Voortdurend, steeds opnieuw
scheen die natuurwet door te gaan; er
was niets tegen aan te vangen. Huwelijk,
geld, gezond verstand, de werkelijk be
langrijke dingen van het leven betee-
kenden zoo weinig v x>r hem, vergeleken
met molens en mirtetakken en dergelij
ke dingen. Evenals haar geliefde juf-
fiouw Babraham was deze lieve en
vriendelijke jonge man bijna al te goed
om waar te kunnen zijn, maar toch won
de overtuiging in haar dagelijks veld,
dat hij iemand noodig had, een practisch
iemand, die voor hem moest zorgen. En
zij was niet de eenige, die dit dacht.
Juffrouw Babraham, dio overal zooveel
verstand van had, had die meening
reeds duidelijk uitgesproken.
(Wordt vervolgd).