Alkmaarsche Courant. Het kostoare meesterstukje Radionieuws 9ieui££et<m Rechtszaken £aiid= JuUièoum Honderd vier en dertigste Jaargang. Doiiderdas; *11 Januari. No. 17 1932 Vrijdag 22 Januari. Hilversum 1875 M. 6.45—12.00 V.A.R.A. 12 00—4.00 A.V.R.O., 4.00—8.00 V.A.R.A., 8 0011.00 V.P.R.O,, 11,00-12.00 V.A. R.A.). 6.45—7.00 en 7.30—7.45 Gymnastiek. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwij ding. 10.15 Janny v. Oogen, voordracht. 10.30 Concert door het septet o. 1. v. Is. Eyl. 11.15 Vervolg voordracht 11.3012.00 Ver volg concert. 12.00 Concert door het orkest o. 1. v. Nico Treep. 2.00 Lezing voor scho len, over Gandhi. 2.304.00 Concert. Trio Winkels. 4.00 Gramofoonplaten. 4.45 Kin deruurtje. 5.15 Concert door het orkest o. 1. v H. de Groot. 6.45 Lezing over het kapita lisme. 7.15—8.00 Vervolg concert. 8.00 Le zing door Dr. N. A. Bruining. 8.30 Concert. G. Strasbourg, zang. A. Adema, piano. 9.00 Lezing door Dr. Groeneveld. 9.30 Vervolg concert. 10.00 Persber. en Vaz Dias. 10.15 Lezing door Fred. Quanjer. 10.45 Gramo foonplaten. 11.00—12.00 Gramofoonplaten Huizen 298 M. 8.00 Bijbellezen. 8.15 Gramofoonplaten. 10.30 Voor de zieken. 11.00 Gramofoonplaten. 12.30 Solistencon cert, piano, 2 violen, cello. 2.00 Gramofoon platen. 2.30 Pauze. 3.00 Concert. Kovalefs- ika-kwartet. 4.30 Gramofoonplaten. 5.00 Gramofoonplaten. 5.15 Kamerpraatje. 5.45 Gramofoonplaten. 6.00 Lezing. 6.30 Radio praatje. 7.00 Lezing over vruchtboomen. 7.45 Gramofoonplaten. 8.00 Uitzending van de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk te Am sterdam, belegd door de Confederatie van iKerken voor den Vrede te Amsterdam. Spre kers. Ds. H. G. W. Briede. Ds. F. Dijkema. Dr. J. Geelkerken. Prof. Dr. C. G. van Riel. Rev. W. Thomson, D. D. Muzikale mede werking wordt verleend door het Koor der Vrije Gemeente te Amsterdam onder leiding van Anth. Tiery. 10.00 Cursus: Geweld en Gewelddadigheid in het Kinderleven. 2de Voordracht. Spreker Dr. A. Groeneveld. 10.30 Persberichten van het Persbureau Vaz Dias. 10.45 Gramofoonplatenconcert. Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Gramofoonplaten. 1.00 Orgelconcert. 1.50 Gramofoonplaten. 2.45 Voor de scholen. 4.05 Concert voor scholen. 4.50 Moschetto en zijn orkest. 5.35 Kinder uurtje. 6.20 Berichten. 6.50 Liederen d<?or S. Wyss en Fr. Phillips. 7.10, 7.25 en 7.50 Voor dracht. 8.20 Ambrose en zijn orkest. 9.20 Berichten en daarna lezing. 10.25 Serenade- 3 concert. B.B.C.-orkest o. 1. v. V. HelyHut- chinson. 11.20—12.20 Dansmuziek. Savoy Orpheans. Parijs „Radio-Paris" 1725 M. 8.05, 12.50, 1.25 Gramofoonplaten. 8.20 „Falstaff", ope ra van Verdi. Orkest en solisten o. 1. v. H. Defosse. Langenberg 473 M. 6.257.20 Orkest- i?concert. 11.10—12.10 Gramofoonplaten. 12.25—1.50 Concert door 'n orkest' van werklooze musici. 4.205.20 Paedagogisch concert. 7.20 Concert. Werag-klein orkest. Daarna tot 11.20 Populair concert. Kalundberg 1153 M. 2.20—4.20 Carl Ry- dahls orkest. 7.30 Vocaal concert. Asa Wang, zang. 7.50 „Det sidste Regnskab", hoorspel. 9.3510.25 Concert. Trio Pro Arte. Rome 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 „Marietta", operette van Walter Kollo. Brussel 509 M12.35 Gramofoonplaten. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Gramofoonplaten. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Orkestconcert. 338 M. 12.35 Gramofoonplaten. 5.20 Orkest concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Orkest concert. Zeesen 1635 M. 1.20 Gramofoonplaten. 3.50—4.50 Orkestconcert. 8.00 Gevarieerd concert. 9.20 Concert, daarna tot 11.50 Dansmuziek. GRAMOFOONPLATENSTRIJD THANS OOK IN ZWEDEN. De strijd om de gramofoonplaten-uitzen- ding in Duitschland tusschen de gramofoon- platenindustrie en den omroep, is nog niet geëindigd. In Zweden echter is deze strijd ook begonnen, doch men heeft daar reeds een overeenstemming bereikt. De radio-om roep moet de gramofoonplaten zelf koopen en mag hoogstens 6 uren per week uitslui tend gramofoonplatenconcert uitzenden, waarbij dan nog de dansplaten uitgesloten zijn. Verder mag eenzelfde nummer niet te dikwijls gespeeld worden en moet steeds de importeur vermeld worden. Uit het Engelsch door mej. G M. G. de W- 64 Willem maakte een geluid als van een snik. Julie hoorde het. En in dat oogen- blik van ongelukkige krankzinnigheid .besloot zij zich zelve niets tg besparen. Z'i wilde zich zelve precies vertoonen zooals zij wat, zoodat de zweep haar beter zou kunnen treffen. Schoonheid is evenmin aan mij be steed en beteekent evenveel voor mij als dat ding daar. Alles wat je mij vertelt over Hobbema's en Vermeer's en Cro- rnes en Marissen kunnen mij niets sche len. Zij vervelen mij meer dan ik je zeggen kan. Ik haat al die dingen daar. En ze wees op al de meesterstukken, die t'k ^an8e Gallerij hingen. Ik haat ze. Ik haat ze. Ziezoo, nu weet je wat een slechte en gemeene leugenaarster ik ben. Willem kon het geluid van die vreem de en verschrikkelijke woorden niet '&nger aanhooren en hij wendde zich droevig af. Het was of ze een ader van zijn hart hadden geopend Nu herinner de hij zich dien kreet, die hem vervolgd HOLLANDERS!!! KOOPT HOLLANDSCHE WAREN!!!!! De Engelsche omroep heeft kort geleden een groote propaganda week uitgevoerd on der het motto: „Engelschen, koopt Engel sche waren!" Zelfs de prins van Wales heeft een derge lijke rede voor den microfoon gehouden en de Engelsche omroep deelde verder mede, dat hij nog slechts Engelsche piano's voor den omroep zal gebruiken. Een soortgelijke campagne voert ook thans Zweden door en ook daar wordt dus de om roep in dienst gesteld der nationale propa ganda. „Zweden, koopt Zweedsche waren!" wordt nu dagelijks den Zweedschen luis- teraars ingehamerd! MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van Dinsdag 19 JanuarL (Vervolg). NACHTELIJK STROOPERSDRAMA IN DE DUINEN VAN EGMOND BINNEN. In den nacht van 20 op 21 Aug. hielden eenige jachtliefhebbers zonder acte of ver gunning zich onledig met het stroopen op hazen of konijnen (allen waren welkom) in de duinen van den heer v. Vliet te Egmond Binnen, zulks met behulp van een brandende carbidlantaarn, de moderne lichtbak. Deze bedrijvigheid in Hollands blonde duinen werd alras opgemerkt door eenige jachtopzieners, waaronder ook de heer D. J. Koelewijn en overeenkomstig hun plicht, haastten Koelewijn en zijn collega de Winter zich om te trachten aan deze strooperij een èinde te maken. De botsing tusschen wild- stroopers en jachtopzieners is gewoonlijk niet zoetsappig en er kunnen rake klappen tus schen de mannen, die verschillende belangen hebben, worden uitgedeeld. Ook hier bleef een gewelddadig samentreffen riet uit en raakte Koelewijn in heftige worsteling met een der lichtbakkers. Gedurende dit bakkelijen kreeg de strooper gelegenheid den jachtopzie ner een slag toe te dienen met de carbidlan taarn en een stok waarop hij wist ie ontko men den overwonnen jachtopziener bloedend verwond achterlatende. Het eenige wat van zijn tegenwoordigheid ter plaatse blijk gaf, was een achtergelaten pet. De jachtopziener vermeende echter in zijn tegenstander den 27-jarigen visscher Jan D. uit Egmond aan Zee te hebben gezien en deze stond dan ook thans als verdacht van mishandeling terecht, doch hij ontkende deze telastelegging en be weerde dat de bedoelde pet, ter zitting aan wezig en die hem, om de waarheid hulde te doen, wel wat „krap" was, toebehoorde aan zijn broeder Cornelis. Het bleek echter dat verdachte zijn helden daden in de duinen zelf had uitgebazuind aan zekeren heer C. Apeldoorn, die heden echter helaas niet ter zitting aanwezig was. Bovendien was Jan D.'s aangezicht ge wond, als gevolg van de worsteling en op het gelaat van broeder Cornelis was niets van dien aard waar te nemen. Deze broeder verscheen nu ook als getuige, doch had geen lust een eed af te leggen, een formaliteit, die hem vermoedelijk wat riskant toescheen, op zijn verklaringen werd als nu door de rechtbank geen prijs gesteld. De weduwe Smit in wier woning Jan D. beweerde dien nacht te hebben doorgebracht in gezelschap van haar zoon A. Smit kwa lificeerde dit als een leugen. Wel was Jan den volgenden dag bij haar geweest en had toen een wondje aan het hoofd, terwijl Jan haar ook mededeelde dat hij met Koelewijn in dp duinen aan 't bakkelijen was geweest. Hoewel Cornelis D. niet als getuige werd verlangd mocht hij wel de pet opzetten en werd hem dit hoofddeksel zelfs opgepast door den president! De heer C. Apeldoorn, inmiddels uit Rot terdam gearriveerd en zwager van verdachte, had dien nacht ook deel uitgemaakt van het jachtgezelschap met den lichtbak. Hij zag echter in 't duin ook andere lichtschijnsels, zoodat hij het maar veiliger achtte het hazen pad te kiezen, liever dan door een jachtopzie ner bij de kladden gepakt te worden. Aan dezen zwager had Jan dan later in extenso verhaald, dat hij met Koelewijn in conflict was gekomen. Volgens diagnose van verdachte stond ook ziin zwager te liegen. De officier memoreerde het stroopers-inci- dent in de duinen en d uitkomen dat het hier niet Kees, doch i D. was geweest. Aanvankelijk werd Corne'is verdacht, doch late bleek meer duidelijk dat Jan de twijfel achtige eer toekwam, zooals de officier, hoe wel met moeite sprekende, meer uitvoerig aantoonde. Tenslotte gaf de officier te ken- had, nadat hij haar den eersten keer in het ziekenhuis bezocht had: Ben ik krankzinnig? Ben ik even als Oom Si? Ben ik als de Hoodoo? Arme ziel! Het stond niet aan hem een oordeel over haar uit te spreken. Hij kon alleen denken van haar leed. En het was wreed toen hij besefte hoe zij lijden moest. Daarom komt het geld mij ook niet toe. En daarom wil ik het niet hebben. Ik gloei van schaamte als ik er aan denk. Nu weet je hoe diep gezonken ik ben. Ik hoop, dat je begrijpt hoe ik je bedrogen heb. Hij trachtte haar hand te vatten, maar zij trok die woest terug. Zijn groo te goedheid was een reden om hem bijua te haten. HOOFDSTUK LXII. Op advies van juffrouw Babraham plantten zij een mirtboompje in den kop van het minster. Eenige dagen latei- werd dc Hoodoo in een ge^chikten hoek van den Italiaanschen tuin gezet. Hier op den rand van een klein meertje had de plechtigheid met den grootsten ernst plaats. Met een kruiwagen werd hij ge transporteerd, nadat de tuinman er een geschikte plaats voor had in orde ge maakt, waarbij ook Willem was be hulpzaam geweest N.adat alles was af- geloopeu en de tuinman en zijr. knecht nen, dat het stroopen, vooral in de tegen woordige omstandigheden, hem niet zoo vree- selijk voorkwam, doch geweldpleging tegen een jachtopziener kon spreker niet door de vingers zien en ter zake dit ernstige feit, re- quireerde de officier 2 maanden gevangenis straf. EEN VERKEERSDRAMA, DAT EEN DERDE OPVOERING BELEEFDE. Op den 21sten Juli vierde de veelbelovende schooljeugd uit 't Zand, gem. Zijpe, haar jaarfeest in den vorm van een uitstapje per automobiel, 'n excursie die den heer Maurits N., 'n eerzaam koopman uit Amsterdam, Amstel 62, in groote ongelegenheid zou brengen. Op den Helderschen weg toch, tusschen Koedijk en Alkmaar, naderden dc vele diverse motorrijtuigen, door de bezitters welwillend beschikbaar gesteld ten dienste van de Zandter -spes patria, van de andere zijde kwam aangereden de heer Maurits in zijn 4- cylinder. terwijl geheel rechts van den weg de heer Joh. v. Heugten, bloemist te Alkmaar, met zijn jeugdigen zoon Piet fietste. De auto mobilist trachtte alsnu tusschen de school feestauto's en de wielrijders door te laveeren, doch had daarbij het ongeluk, het rijwiel van jongeheer Piet te raken, met gevolg dat dit jongmensch kwam te vallen en zijn rijwiel werd beschadigd. Tegen den heer N. werd procesverbaal opgemaakt en deze stond op 18 September terecht. Hij ontkende echter de schuld aan deze aanrijding en kwam aandragen met de traditioneele opheldering, de geliefkoosde schuldverschuiving van alle in een verkeersongeval gewikkelde automo bilisten, dat de knaap, misschien geschrok ken door het gegeven signaal, onverwacht een zwenking naar links had gemaakt, waar door een aanrijding onvermijdelijk werd. Ten dienste van den automobilist gelastte de kantonrechter aanhouding der zaak en deze werd op 30 Oct. j.I. voortgezet met het hooren van eenige nieuwe getuigen van ge varieerde pluimage namelijk de brigadier der rijksveldwacht, het schoolhoofd en een melkcontroleur, die allen het uitstapje had den medegemaakt als geleiders. Deze voortgezette behandeling pakte he laas niet uit in het belang van den heer Maurits N. De kantonrechter kwam lang niet malsch uit den hoek en gaf het voorne men te kennen, zeer streng te zullen optre den tegen roekelooze automobilisten, waarop hij den tamelijk verslagen verdachte veroor deelde tot 30 boete of 30 dagen. Schade vergoeding aan de heer v. Heugten tot een bed"rag van 14.20, benevens en dit was voor den zakenman, die zijn karretje geen dag kon missen, de genadeslag, ontzegging van diens rijbevoegdheid voor den tijd van 3 maanden. Het was direct aan het somber vertrokken gezicht van den veroordeelde wel te zien, dat hij met dit vonnis zeer zeker geen genoegen zou nemen en hij kwam dan ook ln hooger beroep, dat heden werd behandeld. De appellant had zich thans van rechtskun digen bijstand voorzien en als verdediger gekozen mr. I. S. de Vries uit Amsterdam. De appèllant ontkende schuld en noemde het ongeval een samenloop van omstandig heden. De officier requireerde bevestiging, ter wijl de verdediger de kracht van zijn betoog hoofdzakelijk richtte op de ontzegging der rijbevoegdheid, 'n bijkomende maatregel van veiligheid, waardoor de heer N. als han delsman, ten zeerste werd gedupeerd. EEN SLINGERENDE AUTO BESTUURDER IN EEN ONVER- LICHTEN WAGEN. De in 1886 geboren heer Matthijs van E., chauffeur, wonende te Den Helder was door den kantonrechter aldaar veroordeeld tot 50 boete of 10 dagen, benevens ontzegging der rijbevoegdheid voor den tijd van 6 .maan den, ter zake het feit hem subsidiair ten laste gelegd, dat hij op 8 Juni 's avonds half elf te Den Helder op de Weststraat en Kanaal- weg met een vierwielig motorrijtuig, waar van de koplichten niet brandden, had gere den op een slingerende wijze, waaruit kon blijken dat hij verkeerde onder zoodanigen invloed van sterken drank, dat hij buiten staat was een motorrijtuig behoorlijk te be sturen. De agent de Haan, die een en ander had geconstateerd, had te dier zake tegen van E. procesverbaal opgemaakt met het hier boven gereleveerde gevolg. De veroordeelde, wien dit tamelijk krasse vonnis natuurlijk zeer slecht smaakte, kwam daartegen in hooger beroep, hetwelk heden werd behandeld. In deze zaak waren 5 ge tuigen a décharge gedagvaard, terwijl de appèllant zelf twee getuigen a décharge had medegebracht. De heer de Haan had ook opgemerkt, dat de door verdachte bestuurde auto kennelijk de sporen droeg van een aanrijding, waar van appèllant echter niet beweerde te weten. De appèllant was al eens veroordeeld tot waren vertrokken, gingen Willem en Julie onder een bloeienden lindeboom zitten. Zij waren vrij tevreden over hun werk. Het was een heerlijke morgen. De leeuweriken vloegen rond in de heldere lucht. Meerlen en lijsters begonnen te zingen en Julie dacht werkelijk dat ze een keer een nachtegaal hoorde. Heerlijk gaven ze zich over aan het genot van hun poëtische omgeving. Marmeren beeldjes van boschgoden, een Cupido met pijl en hoog, vertoonden zich tusschen de struiken. Eindelijk verbrak Julie de heerlijke stilte. Je moet je jas aantrekken, zei ze plotseling. Maarzoo begon Willem, die waarlijk gegraven en geschoffeld had met een bepaald doel. Julie wilde niet tegengesproken wor den op dezen heerlijken dag. Als je je jas niet aantrekt, zal je kou vatten, zei ze op strengen toon. Willem stond op en voldeed aan haar verzoek. En terwijl hij daarmede bezig was, kwam een vertrouwelijke opmer king hem voor den geest, die Sir Arthur en zijn dochter reeds meermalen ge maakt hadden: juffrouw Gedge was zoo bijzonder practisch van aard, ze zou een ideaal vrouw wezen voor een ar tistiek man, een schilder. Wat de hoofdzaak betrof, het was minder ongepast dan het scheen, want Willem was onlangs wel tot de over- 7 dagen principale hechtenis ter zake het in staat van dronkenschap een auto besturen. De president vroeg hem of dit feit hem nog geen les genoeg was geweest. De heer A. Govers, die met zijn uitverko rene dien avond op de Weststraat zich in een auto bevond, had een auto, geheel links van den weg en slingerend zien aankomen. Hij kon toen niet zien, wie de bestuurder was, maar later op den Kanaalweg, toen dezelfde auto weer links kwam aanrijden en moest stoppen voor een lantaarnpaal, toen her kende hij den verdachte. De heer K. Kramer had op den bewusten avond den verdachte in zijn café gehad. Hij was wèl vroolijk, maar niet dronken. Echter niet bepaald brandschoon. Voor de politie had deze heer een voor verdachte meer be zwarende verklaring afgelegd. Dit kon ge tuige, een druk ventje, zich thans niet meer herinneren. Van E. had geen bier, doch champagne pils gedronken. De landbouwer K. Heijboer uit Breezand had 2 café's bezocht. Hij had zich bevonden in den wagen van verdachte. Ook deze ge tuige verklaarde iets anders voor de politie, dan nu door hem werd toegegeven. Thans was van E. heelemaal niet onder den invloed van drank geweest. Mej. Anna van Groningen fungeerde als getuige a décharge en was uitgeweest me*, den wagen van verdachte. Bezocht waren de café's van Kramer en Dekker. Verdachte was heelemaal niet onder den invloed. De heer Petnis Dekker, caféhouder te Den Helder, verklaarde dat verdachte een kogel- fleschje had geconsumeerd en overigens vol strekt niet onder den invloed verkeerde. De heer Heijboer, die door den officier werd verdacht van meineed, werd nog eens ertra krachtig door den president onder han den genomen. De heer de Haan. de verbalisant, ver klaarde alsnog dat Heijboer voor den inspec teur Helder ook had verklaard, dat van E. nog meer onder den invloed verkeerde, dan hij. De officier meende, dat men tegen dit dronkemanssysteem paal en perk moet stel len en vooralsnog (de heeren Kramer en Dekker hield de officier nog in petto) te verzoeken tegen Heijboer procesverbaal op te maken als verdacht van meineed en de stuk ken in handen te stellen van den rechter commissaris. Hierop werd Heijboer tijdelijk onder bewaking gesteld en werden eerst nog eenige andere zaken afgedaan. Nadat deze processen waren afgedakr. verscheen Heijboer weer ten tooneele had blijkbaar eieren voor zijn geld gekozen en gaf nu toe zelf 10 of 15 glazen bier te heb ben gedronken, terwijl ook de appèllan; on der invloed zou hebben verkeerd, zoodat hij toegaf dat ziin verklaring aan dpn agent dc Maan destijds overeenkomstig de waarheid heid was. Daarop werd getuige Petrus Dekker naar voren geroepen en ook tegen hem vorderde de officier alsnu het opmaken van een pro cesverbaal, op grond van een tegen hem ge rezen verdenking van meineed. De heer Dek ker bleef echter dapper bij zijn verklaring, dat verdachte niet dronken was en slechts een kogelfleschje had gedronken. De officier zag alsnu van verdere actie tegen den café houder Dekker af en vorderde, nu het bewijs voldoende was geleverd, 75 boete of 30 da gen en ontzegging rijbevoegdheid voor den tijd van een jaar. EEN KNAAP ALS BESTUURDER OP EEN ZANDTREINTJE. OVERTREDING ARBEIDSWET DOOR UITVOERDER. De uitvoerder W. H. K. te Barsingerhorn was veroordeeld door den kantonrechter te Schagen ter zake overtreding der Arbeidswet tot 30 boete of 30 dagen hechtenis, omdat hij een te jeugdig persoon, genaamd Paulus Sins een krachtwerktuig had doen besturen, zonder behoorlijk toezicht. Verdachte ontkende dat deze Paulus Sins alleen ae locomotief had bediend en dit was de oorzaak, dat hij tegen het vonnis in hoo ger beroep was gekomen. De heer Groenink, controleur van den ar beid te Haarlem, had proces-verbaal opge maakt, waarbij hij, heden als getuige ge hoord, bleef volharden. De getuige Paulus Sins had hem verklaard, meermalen zonder toezicht de machine be diend te hebben. De machinist was met ver lof en dus afwezig. De inspecteur deelde voorts mede, dat de fam. K. bij de arbeids inspectie niet gunstig bekend stond. De getuige Paulus Sins werd ook geducht door den president onder handen genomen en erkende alstoen een klein stukje alléén met de locomotief van het zandtreintje gereden te hebben. De officier achtte het vonnis juist ge wezen en vorderde bevestiging. tuiging gekomen dat hij schilder zou worden hij wilde er zich op toeleggen. Terwijl hij die jas aantrok, dacht hij aan de hooge heilige kunst, waaraan hij zijn leven had gewijd. En verder herinnerde hij zich dat hij een klein schetsboekje en een potlood in zijn jas zak gestoken had. Hij ging dus zitten, haalde het boekje in plechtig stilzwijgen te voorschijn en begon te teekenen. Het was Julie, die na eenigen tijd het stilzwijgen verbrak. r— Als je die mirt uitteekent, zei ze, dan staat het wel wat gek dat ik hier zit. Dat hoort er heelemaal niet bij. Zij was op dezen heerlijken morgen veel meer zich zelve dan ze in al die on gelukkige maanden geweest was. Het zal wel gaan, zei de schilder. Het plantje zal niet erg voldoen in die groote opening. Het was juffrouw Babraham's plan om het boompje daar in te zetten, dus het zal wel goed zijn. dat spreekt van zelf. Ze zei dat het een zinnebeeld was van ja, waar ook weer van? Van het huwelijk, zei de schilder op een heel natuurlijken afgetrokken toon. Dan had ze het boompje zelf moe ten planten als zij gaat trouwen. Den eersten Juli. De dag is bepaald. O ja, zei Julie. Heb je den jongen man gezien? Hij kwam hier gisteren lunchen. Hoe heet hij? Jonkheer Barington, een heel De appellant vond het wel een beetje zwaar. EEN NALATIG HUISVADER VOOR DE MEERVOUDIGE STRAFKAMER. De 47-jarige veehouder Cornelis W. te Nibbixwoud was door den kantonrechter te Medemblik veroordeeld, omdat hij als vader niet had gezorgd dat zijn in 1925 geboren dochter Treintje W. gedurende Juni 1931 niet geregeld de openbare school had be zocht. De heer W. was tegen dit vonnis in hooger beroep gekomen en beweerde thans, dat naar zijn meening de afstand van zijn woning naar de openbare lagere school te groot was. Die bedroeg 6 kilometer. Twee openbare scholen waren al voor z'n neus weggebroken. Hij woonde in Nibbixwoud als God in Frankrijk. De heer H. Pol, hoofd der school, werd als getuige gehoord. Deze verklaarde dat door het land den weg naar school 'belangrijk verkort werd. Desgevraagd verklaarde het schoolhoofd, dat er bezwaren waren een klein kind van 6 jaar dien weg te doen volgen. Het kind verscheen thans ter schole, omdat nadat de boerderij van appellant is verbrand, deze een andere dichter bij de school gelegen woning had betrokken. De officier wees er op, dat de kinderen waren ingeschreven en de ouders dus ver plicht waren, te zorgen, dat die kinderen geregeld het onderwijs volgden. De vader bleek echter niet onwillig, doch onmachtig en aangezien het milde vonnis van den kanionrechtei reeds aanduidde, dat met deze omstandigheid rekening was gehouden, vorderde de officier bevestiging. De appellant scheen nog niet voldaan en dacht er blijkbaar over om in een nog hoo ger beroep te gaan. Uitspraken volgende week. EEN CHRISTELIJKE TUINBOUW SCHOOL TE BROEK OP LANGENDIJK. Herhaaldelijk is de wenschelijkheid geuit, dat in een tuinbouwstreek als Langendijk meer gelegenheid zou worden geschapen, om zich de noodzakelijkste theoretische kennis eigen te maken, die noodig kan worden ge acht om op de meest geschikte en op de meest economische en productieve wijze den tuin bouw uit te oefenen. Een tuinbouwschool is daartoe in den tegenwoordige tijd het meest aangewezen instituut. Al mogen de zooge naamde tuinbouwcursussen van eenige betee- kenis zijn, de breedere grondslag, waarop het lager tuinbouwonderwijs behoort te rusten, ontbreekt daarbij. En al is een lagere tuin bouwschool nog niet het ideaal, wie er van overtuigd is, dat de toekomstige tuinbouwers practisch en theoretisch beter onderlegd moe ten zijn, om te midden der hevige concurren tie paraat te kunnen blijven, zal een tusschen- school een nuttige inrichting achten. Uit die overweging is dan ook meerdere malen de wensch geuit, dat er in het centrum van dit tuinbouwdistrict een school zou wor den gesticht, die aan het genoemde doel zou kunnen beantwoorden. Op 't oogenblik is deze stichting in een stadium aangeland, waarbij" de verwachting kan worden uitgesproken, dat de totstandkoming verreikend is. Het ge meentebestuur van Broek op Langendijk heeft n.l. besloten, alle medewerking te verleenen, zoodat de voorbereidende maatregelen nu wel verderen voortgang zullen hebben en verwacht mag worden, dat in die gemeente een inrich ting voor lager tuinbouwonderwijs zal ver rijzen. In den gemeenteraad van Broek op Lan gendijk hebben de heeren Bonnet en van der Molen intusschen bedenkingen geopperd om dat het de bedoeling is medewerking te ver leenen tot de sticht:ng van een christelijke tuinbouwschool. Deze heeren voelden meer voor een neutrale school, doch de voorzitter was van oordeel, dat een christelijke tuin bouwschool geen bezwaar kan ontmoeten om dat die voor ieder, ongeacht zijn politieke of godsdienstige overtuiging-, toegankelijk was. Ondanks deze geruststelling van den voor zitter, komen ons de bedenkingen van ge noemde raadsleden toch alleszins gerecht- vaardigd voor en we begrijpen, niet al te best de noodzakelijkheid van de oorichiing van een christelijke tuinbouwschool, als ze voor ieder, van welken godsdienst of politiek hij' ook is, toegankelijk is. In het centrum van deze tuinbouwstreek, die niet overwegend christelijk is, zooals men dat in deze gemeente verstaat, ligt Broek op Langendijk. De bevolking van deze gemeente is voor twee derde deel christelijk, het overige deel is vrijzinnig. Maar in verschillende an dere, neen in alle andere gemeenten, die tot hooge mijnheer. Julie fronste heel ver achtelijk de wenkbrauwen. Ik hoop, dat hij goed genoeg voor haar is. Maar aan haar steni zou men niet zeggen dat zij er veel hoop op had. Het is een heel flinke en aardige man. Dat mag dan ook wel als hij met haar gaat trouwen. Maar ik wou wel eens weten waarom zij er zoc op gesteld was dat wij met ons tweeën dat boom pje plantten zij had het zelf moeten doen. Ja, dat weet ik bepaald niet, juf frouw Julie, zei de jonge man, zonder van zijn werk op te kijken. Eenmaal een droomer, altijd een droo- mer. Voortdurend, steeds opnieuw scheen die natuurwet door te gaan; er was niets tegen aan te vangen. Huwelijk, geld, gezond verstand, de werkelijk be langrijke dingen van het leven betee- kenden zoo weinig v x>r hem, vergeleken met molens en mirtetakken en dergelij ke dingen. Evenals haar geliefde juf- fiouw Babraham was deze lieve en vriendelijke jonge man bijna al te goed om waar te kunnen zijn, maar toch won de overtuiging in haar dagelijks veld, dat hij iemand noodig had, een practisch iemand, die voor hem moest zorgen. En zij was niet de eenige, die dit dacht. Juffrouw Babraham, dio overal zooveel verstand van had, had die meening reeds duidelijk uitgesproken. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5