WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN
fBinttettlaad
0
Amerikaansche notities
Gorgel droog met
dit tuinbouwdistrict behooren, maakt de chris
telijke bevolking slechts een geringe minder
heid uit. Dat nu Broek op Langcndijk van de
omstandigheid, dat de meerderheid zijner be
volking tot de christelijken behoort, misbruik
maakt om in die gemeente een confessionneele
inrichting voor lager tuinbouwonderwijs te
verkrijgen en niet een, die ook inderdaad
allen toelaat, ongeacht zijn overtuiging, is
niet de behartiging van een tuinbouwbe'ang,
■waartoe de overteid verplicht kan worden
geacht, doch is een drangmiddel om dat on
derwijs alleen beschikbaar te stellen als het
van een bepaald etiquet is voorzien, dat
andersdenkenden niet kunnen aanvaarden
Wil men een onderwijsinrichting, die voor
ieder toegankelijk is, dan moet dat zijn een
school, die op neutralen grondslag staat,
een, waar ook de kinderen van ouders uit
Zuidscharwoude, Noordscharwoude. St Pan-
cras, Hugowaard en meer andere in de on
middellijke omgeving van Brcek op '.angen-
diik gelegen plaatsen, onderwijs kunnen ont
vangen volgens hun overtuiging. Als er een
tuinbouwschool wordt gesticht, dan moet dit
niet zijn ten believen van twee derde deel der
Broeker inwoners, maar dan moet dit ge
schieden ten gerieve de heele tuinbouwbevo'-
kincr van Langendük en omstreken.
Het zal noodzakelijk ziin, dat de tuinbou
wersorganisaties deze zaak met spoed en den
noodigen ernst behandelen. Er moet op
actieve wiize worden gei'verd voor de stich
ting van een neutrale tuinbouwschool en de
minister moet er van worden overtuigd, dat
deze tuinbouwstreek geen christelijke maar
een neutrale tuinbouwschool wenscht. De
tuinbouwvereeniging ..De Toekomst" heeft al
een stap in die richting gedaan en we ver
onderstellen en vertrouwen dat ook andere
tuinbouworganisaties voor hetzelfde zullen
ijveren. Deze actie moet niet beperkt blijven
tot vereenigingen. bij de Langendi'ker
Groentencentrale aangesloten, doch ook die,
behoorende tot de Noordermarkthond. moeten
hieraan meedoen. Daarmee wordt niet alleen
een tuindersbelang gediend, doch er wordt
mee bereikt, dat een onnoodige splitsing en
verdeeldheid, naar godsdienstige en no'itieke
overtuiging, wordt tegengehouden. Dat sep-
tarisme heeft al zooveel kwaad gedaan, dat
er noodig paal en perk moet worden aange
steld. Bovendien kan het meewerken om
schijnheiligheid en sofisterij een halt toe te
roepen.
Onlangs las ik in de Amerikaansche bla
den het bericht, dat het New-Yorksche Bu
reau of Motor Vehicles besloten had om ae
bezitters van een rijbewijs in Engeland, Hol
land, Duitschland en nog een paar andere
landen een hier geldig rijbewijs te geven
zonder een rijproef te doen, maar na een
klein eramen in de verkeersreglementen,
wanneer zij in dit land wenschen te rijden
Ik erken natuurlijk dadelijk de goede motie
ven van dit Bureau, dat nu niet zulke heele
lichte eischen stelt aan aanvragers voor en
bezitters van een rijbewijs en ik vermoed, dat
de betrokken autoriteiten wel duchtig ge
ïnformeerd zullen hebben wat de Engelscne,
Duitsche en Hollandsche bureaux van hun
onderdanen olegen te eischen. Maar zelfs
dan waag ik het, te wijzen op een klein ver
schil tusschen de Amerikaansche en Euro-
peesche rijkunst, omdat de eerste zich niet be-
•p;altitot het beheerschen van den wagen en
net kennen van de verkeersregelen, maar er
komt nog een andere moeilijkheid bij: de om
vang van het verkeer.
net is niet overdreven te beweren, dat er
geen plek ter wereld bestaat, waar zooveel
auto's bij elkaar gevonden kunnen worden
dan in New-York City en onmiddellijk^ om
geving. En natuurlijk is het nergens zoo
volgepropt als in het harte van de stad,
zegge Manhattan. Ongetwijfeld is het ver
keer van Parijs of Londen reusachtig verge
leken bij het Amsterdamsche of Haagscne,
maar menschen, die het van de laatste jaren
weten kunnen, hebben mij verzekerd, dat
New York gemakkelijk Parijs of Londen of
Berlijn overtreft qua hoeveelheid en intensi
teit. En wie daaraan mocht twijfelen doet
goed eens dezer dagen, in den druksten tijd
van het seizoen, een blik te slaan op het kilo
meterslange Broadway of de Fifth Avenue
en zelfs de minder in het buitenland beken
de evenwijdig loopende straten van gelijke
lengte als de Madison-, Lexington-, Sixth en
Seventh Avenue, die in elke richting drie
rijen auto's laten voortgaan en die soms on
wrikbaar vast blijven staan, omdat een kilo
meter verderop een verkeersbelemmering
plaats heeft.
Het wil er nog niet goed bij me in, dat dt
Amerikanen zéo maar een rijbewijs geven
aan Engelsche bezoekers, die immers tradt-
tioneele linkshouders zijn. Volgens zijn eigen
bewering heeft Lindbergh maar eenmaal van
zijn leven in docdangst verkeerd en wel toen
hij na zijn eerste bezoek aan Londen het
vliegveld van Croydon verliet in een auto,
die naar links uitweek bij nadering van een
ander. En evenzeer moet een Engelschman
zich weinig thuis voelen op den weg in Euro
pa of Amerika, waar men den rechterkant be
rijdt. Zooveel is zeker, dat de meeste bezoe
kers afkomstig uit groote steden of goed op
de hoogte met het verkeer van groote steden
in hun land, er altijd weer in New-York hun
verbazing over uitspreken, hoe het hier schijn
baar van een leien dakje gaat en met hoe
weinig omslag.
Toch zou ik niemand durven aanraden om
steunend op zijn Hollandsche, desnoods
Europeesche rij-ervaringen, hier maar dade
lijk echter het stuur te gaan zitten om de een
voudige reden, dat zelfs de geboren en ge
togen curepeaan, die vanaf zijn prille jeugd
op de gaspedaal getrapt heelt, oogen en
ooren ter cege den kost moet geven om geen
verkeersfout te maken tot nadeel van zijn
beurs of erger nog: ten koste van een onge
luk- Om nu maar bij ons eigen land te blij
ven: daar is de automobilist koning op den
weg en de meerdere van voertuigen door
paarden getrokken, handwagens en fietsen
om van de voetgangers maar heelemaal tc
2wijgen. Het komt bij ons voor, dat de wa
gens in een lange rij achter eikaar gaan,
maar het komt beslist niet voor, dat zij in
drie rijen naast elkaar voortvliegen, tree
plank tegen treeplank en voorbumper tegen
achterbumper, bij wijze van spreken. li»
zulke omstandigheden is de wagen maar een
mier in de heele processie en verdwijnt alle
koningschap.
Hier daarentegen behoort de rijweg met
sporadische uitzonderingen toe aan de auto,
waaronder ik geen motorfietsen met of zonder
zijspan, driewielers en dergelijken versta. En
het geslacht der fietsers mankeert hier ten
eenemale, tenzij in de buitenwijken met woon
huizen, waar de jeugd nog wel op stalen
rossen van bijna niet te tillen zwaarte rond-
kart voor plezier, maar dan veiligheids
halve op de trottoirs en over de paden
van parken en bosschen. Hetgeen zonder
eenig gevaar voor de voetgangers geschiedt,
omdat die jongens nooit den beest speien,
evenmin als zij greote menschen uitjouwen o»
met ijsballen bekogelen: de jeugd heeft hier
in dat opzicht benijdenswaardig veel voor
cp zekere vaderlanclsche schoffies. Er loopen
nog eenige duizenden paarden door de New-
Yorksche straten, uitsluitend en alleen ais
trekdier voor vrachtwagens en het gebeurt
een hoogst enkele keer, dat men een herinne
ring aan vervlogen tijden tegenkomt in den
vorm van een coupétje, bespannen met een
of twee paarden, met koetsier en palfrenier
op den bok en zoo goed als zeker een paar
bedaagde dames meevoeren, die in de tach
tiger jaren tot de belles van New-York be
hoorden
Maar verder behoort de weg geheel aan
den man achter het stuur en aannemend,
dat hij dat stuur geheel in zijn macht heeft,
rijst er een eindelooze reeks moeilijkheden
voor zijn oogen op. Moeilijkheden, die z.ch
in een seconde voordoen en in een fractie
daarvan beslist moeten worden op drie ma
nieren: vlugger doorrijden, remmen of het
stuur omgooien. Een kind weet het onder
scheid tusschen rood en groen licht, dat hier
net als overal vóór onveilig en veilig dienst
doet, maar dat is pas het begin! Er is al zoo
veel over gesproken en geschreven om alle
verkeersregelingen voor alle V. S. gelijk en
elijkvormig te maken en niet alleen in de
taten. maar ook in de steden en dorpen van
eiken Staat. Terwijl men bijv. in de stad
New-York bij een rood licht een hoek naar
links of rechts mag omdraaien, is diezelfde
manoeuvre daarbuiten, waar men niet zoo
haastig gebakerd is of met duizenden wa
gens tegelijk opgescheept zit. streng verbo
den. Het is maar een weet! En beschikt men
daar niet over, dan kost het al gauw een
boete of een ongeluk.
De man aan het stuur in Amerika mag
eigenlijk geen seconde zijn aandacht laten
verslappen, zelfs midden op het land op een
eenzamen weg! Er staat maar een klein
bordje met de letters RR erop aan den rech
terkant van den weg of die staan min of
meer duidelijk met witte verf op het wegdek,
ge let er niet op, maar neemt in flinke vaart
den bocht en de helling af daar liggen
de spoorrails, zonder afsluitboom, misschien
met electrische roode lichten, die aan- en uit
knippen bij het naderen van een trein, mis
schien met een enkel bordje Stop, Look, Lis
ten. Hebt ge vaart geminderd bij dat eerste
onoogelijke bordje met RR? Goed, dan kunt
ge nog tijdig stoppen, zoo nietOp Kerst
avond werd bij Buffalo een heele familie
van zes personen weggevaagd door onvoor
zichtig oversteken van den spoorbaan. De
wegen, die wij berijden, zijn overvloedig
voorzien met waarschuwingen en aanwijzin
gen; elke bocht, helling, zijweg, kruispunt
wordt tijdig van te voren aangegeven door
borden of reflectoren en nog rijden de men
schen het meer in of slaan te pletter tegen
een rotsachtige bocht. Ruim dertig duizend
slachtoffers vielen er in het afgeloopen jaar
middels de auto, de heele wereldoorlog kost
te aan Amerika zeven en dertig duizend ge
sneuvelden.
Hoe meer men in de vrije natuur terecht
komt, hoe gemakkelijker het natuurlijk
wordt, maar zelfs daar zijn er dingen, die
onze automobilisten maar liever moeten pro
beeren al zijn ze het thuis gewend: bijv. het
links voorrijden! Geen sterveling haalt het
hier in zijn hoofd om een centimeter over de
rechterhelft van den weg te rijden en wan
neer hij ongelukkigerwijs in zulk een nauwe
straat terecht komt, dat hij niet kan draaien,
schiet er niets anders over dan een einde
verder te rijden, om te draaien en aan den
goeden wegkant terug te keeren. Links voor
rijden is een doodzonde. Goddank!
Er bestaan vele doodzonden voor den
automobilist in Amerika: onnoodig tceteren
in de stad is er een van en wanneer het ge
daan wordt, is dat gewoonlijk omdat er niet
opgereden wordt bij een groen licht en de
achterrijders op die manier hun ongeduld te
kennen geven. Maar als waarschuwing aan
voetgangers? Het komt bij wijze van spre
ken niet voor, omdat het rijverkeer zoo over-
heerscht in hoeveelheid, dat de straat alleen
overgestoken wordt bij de verwisseling der
roode en groene lichten. En een andere dood
zonde is, te probeeren nog eventjes voor het
roode licht langs te wippen: men doet veili
ger bij het uitgaan van het groene en de
paar seconden voor het aangaan van het
roode licht op de rem te trappen, bok al mist
ge er den trein door. Amerikaansche politie
agenten hebben de gewoonte niet iemand te
staan nakijken, maar op de eerste de beste
treeplank te springen en den automobilist de
opdracht te geven: „Chase that fellow"
gaat dien kerel achterna m.a.w. ge komt
er niet ongestraft af.
New-York, dat langzaam maar zeker on
berijdbaar wordt door de relatief smalle
straten meer dan voldoende in den tijd
der landauers en victoria's en het toene
mend verkeer, heeft zich gedwongen gezien,
allerlei maatregelen te nemen, zooals stra
ten in één richting te laten berijden e.d. Met
het gevolg, dat men de stad grondig moet
kennen om niet als in een doolhof rond te
dwalen zonder zijn punfvan bestemming te
kunnen benaderen. Én dat leert men niet in
een paar dagen tijds! Evenmin leert men in
de eerste paar weken wennen aan de onover
trefbare brutaliteit en vlote waaghalzerij van
het soort New-Yorksche chauffeurs, onder
wie ik de taxi-chauffeur een eervolle vermel
ding geef. Wat deze heeren met hun door
gaans groote en glimmend onderhouden wa
gens voor capriolen durven uithalen ten
kost van den bedeesden en voorzichtiger rij
den is genoeg om den laatste zooveel moge
lijk het hartje van de stad te laten vermij
den. Alles bij elkaar genomen kan ik een
goeden, d.w.z. verstandigen en bekwamen
Hollandschen automobilist aanraden niet
dadelijk te probeeren over Broadway te rij
den, maar eerst eens voor een paar dagen de
kat uit den boom te kijken-
DE AGENT, HET MEISJE EN DE
JALOERSCHE VERLOOFDE.
Een melodrama zonder happy-end.
Op een van de politiebureau's te Rotter
dam verscheen, zoo vertelt de N.R Crt., een
jonge man, die zich zeer verbolgen toonde
en die dringend den dienstdoenden inspec
teur wilde spreken. Hij wilde een klacht in
dienen en dan wel tegen een agent. De agent
heeft me beieedigd, zoo sprak hij tot den in
specteur. Deze informeerde, wat de agent
_an toch wel gezegd had. Niets, klonk het
verbluffende antwoord, maar hij heeft me
naar mijn naam gevraagd en dat neem ik
niet aan.
De insftecteur deed heel veel moeite om
den boozen man te kalmeeren en toen dit
zoo'n beetje was gelukt, vertelde de klager,
dat hij met zijn meisje aan het wandeien
was geweest en dat toen een bepaalde agent
hem opeens naar zijn naam had gevraagd.
Dat vond hij een ernstige beleediging en
daarom kwam hij verhaal zoeken.
De agent werd ontboden en die vertelde,
dat hij het meisje van den klager kende en
dat hij haar daarom had begroet. De man, die
bij het meisje was, was daarop op hem afge
komen en had toen heel nadrukkelijk paar
zijn nummer staan kijken. De agent had ver
volgens tot den man gezegdals u zoo graag
mijn nummer wilt kennen, dan wil ik uw
naam wel eens weten. De man had geen
antwoord gegeven, maar was halsoverkop
naar het bureau gerend om een klacht in te
dienen.
Het meisje werd opgespoord, om als ge
tuige te worden gehoord. Wat zij vertelde,
klopte precies met wat de agent had gezegd.
Haar verloofde was, zoo zei ze, vreeselijk ja-
loersch en hij kon niet hebben, dat een ander
naar keek. laat staan, haar groette. Maar de
ze jaloezie is in strijd met het vurige verlan
gen van den minnaar, om een motorfiets te
koopen. Hij wil zoo'n motorfiets koopen,
klagde zij, en ik wil hebben, dat hij het
geld voor onze meubeltjes bewaart. En nu
wil hij van me af. Hij heeft liever een motor.
En toch is hij jaloersch.
Nou niet meer, zei de klager, en hij stapte
het bureau uit, om een motorfiets te gaan
koopen
Gaarne hadden wij hier een happy-end la
ten volgen, maar de agent is al getrouwd
BENZINE-SPEURDERS IN DEN
ZUIDPLASPOLDER.
Poer Nelissen beleeft een drama.
Midden in den Zuidplaspolder, nabij
Moordrecht, staat de hoeve vai^boer Nelis
sen.
Ze is er eenzaam, slechts door weiden er.
wat slooten omgeven, 'n Smalle vlonder ver
bindt het erf met het even smalle weggetje,
dat, naar den eenen kant, loopt tot aan de
boerderij van Jansen ver weg en naar den
anderen kant, verloren gaat in de landen.
Er kwamen bij boer Nelissen door den
dag en 's avonds maar zeer weinig men
schen: alleen de buurman en z'n vrouw, de
bakker en de kruidenier en ook nog een brie
venbesteller, die geregeld de krant brengt.
Dat waren allen.
Boer Nelissen leefde dus vrij en behoefde
niet te vreezen te worden gecontroleerd in
zijn doen en laten.
Op 'n dag van December van het vorig
jaar was hij naar het dorp geweest en hij
had daar lang gepraat met den baas van
een autobusdienst.
Wat er allemaal bedisseld was, wisten
slechts Nelissen en de bus-man.
Een van de chauffeurs kon, toen beiden af
scheid namen, slechts de woorden opvan
gen: „Als jij voor het een zorgt, zorg ik
voor het ander".
De drie avonden en nachten na het bezoek
aan het dorp werd er, zoo vertelt de „Tijd",
rond en bij de hoeve van boer Nelissen druk
gearbeid. Er geschiedden geheimzinnige din
gen. Daar in 't duister werd gegraven, er
werd een nieuw varkenskot opgetrokken en
de rust van de landen werd gestoord door
hevige plonsen in het water.
Toen Januari van het nieuwe jaar er was,
rookte boer Nelissen zijn dagelijksch pijpje
met méér hartstocht dan voorheen; er was
iets wat hem ongerust maakte.
Op 'n dag zag hij twee mannen op de
fiets recht op z'n hoeve afkomen, 't Was
vreemd volk. Van achter de schuur zag hij,
dat ze afstapten, hoe ze den neus in den
wind staken en snoven als honden.
Nelissen z'n hart begon heftiger te klop
pen en het ging bonzen, toen de vreemden
met ijzeren priemen in den grond begonnen
te boren.
„Kemiezen!" flitste het door z'n brein, ze
hebben lont geroken en nou ben ik de si
gaar!"
En boer Nelissen was de sigaar: de
„kwaaje" dampen hadden hem verraden.
Wel twintig vaten benzine kwamen voor
den dag: in de aardappelkuilen zaten geen
piepers; als de hooiberg gebroeid had, zou
hij tien maal feller gebrand hebben, consta
teerde men; het varkenskot werd afgebroken
want z'n muren waren gecamoufleerde ton
nen en zelfs uit de slooten werd het kostbare
vocht opgedoken.
Boer Nelissen kreeg 'n bewijs van goed
gedrag en zei „dank u".
De „kemiezen" waren zeer vriendelijk,
toen z£ hem groetten. Het scheen Nelissen
toe, düt ze veel lichter reden, dan toen hij
ze zag naderen.
DE „STANFRIES IV' GELICHT.
Een dag van moeizamen en inge
spannen arbeid. De lijken der op
varenden niet gevonden.
Uit Stavoren werd gistermiddag gemeld:
Het gebeuren, waarnaar geheel Nederland
verscheidene dagen lang met spanning heeft
uitgezienHet weer aan de oppervlakte bren
gen van het wrak der tijdens de reis van Am
sterdam naar Harlingen op de Zuiderzee
vergane vrachtstoomboot „Staniries IV" van
de N V. Scheepvaart Maatschappij „Hol.and-
Friesland is heden, dank zij de bijzonder
gunstige weersomstandigheden na vele uren
van ingespannen en moeizamer, arbeid een
feit geworden.
Zooa!s men weet was de berging van het
schip opgedragen aan de firma van der Tak
te Rotterdam; bij het na zooveel tegenspoed
eindelijk met succes bekroonde bergingswerk,
dat onder ieiding stond van den heer Nie-
man. bedriifschef van genoemde firma is ge
bruik gemaakt van de tot dit bedrijf behoo
rende bergingsvaartuigen „Phvllis^ Hudson"
en ..Meermin", van een bok met 25 ton hef
vermogen er, van een bok van de N. V. Ver-
schure Co 's Scheepsweri en Machine
fabriek van 60 op hefvermogen, welke gister
avond te 10 uur uit Amsterdam was ver
trokken naar de p'aats van de ramp, welke,
zooa's bekend, zich bevindt op het midden
van de lijn. die men op de kaart trekken kan
van de Oostpunt van Wieringen naar Hinde-
loopen.
De groote moeilijkheid bij de berging was
het kit, dat de „Stanfries IV" met de kiel
naar boven lag, waardoor zij eersf omgetrok
ken moest worden. Toen dit geschied was,
werd het schip door de beide bokken zoover
gelicht, dat met de groote centrifugaal-pomp
van de „Phyllis Hudson" eerst het groote
ruim en daarna het machine- en ketelruim
kon worden leeggepompt.
Te ongeveer 5 uur in den middag was de
„Stanfries IV" drijvende en konden de ver
schillende aanwezige deskundigen, o.w. de
heer C A. G. van der Boom. inspecteur voor
de scheepvaart te Amsterdam, een onderzoek
aan boord instellen. Daarbij is gebleken, dat
de ingangskappen van de voor- en achter-
logiezen, alsmede alle luiken waren wegge
slagen; voorts, da de groote lier bij de mast
dwars bij het dek horizontaal was afge
broken. welk lot ook de mast zelf, en wel
bij den mastkoker, getroffen heeft. Het zeil
stond in top, een bewijs, dat het schip
zeilende was. toen de ramp geschiedde Ook
is komen vast te staan, dat de .Staniries IV"
niet ten anker is gegaan. De ankerketting
was namelijk niet uitgeloopen, terwijl de spil
vast stond.
Voor zoover na te gaan waren de lijken
der vier opvarenden, die bij de ramp om het
leven zijn gekomen, niet meer aan boord.
De machine bleek zich nog op haar plaats
te bevinden De ketel was echter verdwenen.
Romp en dek waren geheel in tact.
Het vaartuig zal door de firma van der
Tak naar Amsterdam worden gesleept, waar
de reparatie zal plaats vinden. Nadere bij-
zonderbeden volgen nog.
WYBERT beschermt U iedef
joor tegen verkoudheid en
cotorrh.
KORTING OP RIJKSUITKEERINGEN'.
Een scherp protest van Ged. Staten
van Gelderland, die haar in strijd
vinden met rechtvaardigheid.
Ged. Staten van Gelderland hebben aan
Prov. Staten voorgelegd een ontwerp adres
aan de Tweede Kamer naar aanleiding van
het wetsontwerp tot tijdelijke korting op
rijksuitkeeringen.
Ged. Staten stellen voorop, dat ook naar
hun oordeel in verband met de totaal gewij
zigde tijdsomstandigheden het algemeen
landsbelang een herziening van de salaris
sen der provinciale ambtenaren vordert, doch
zij meenen toch tegen den thans door de re
geering gekozen weg hun ernstige bezwa
ren te moeten doen hooren.
Immers indien in plaats hiervan de regee
ring met de provinciale besturen over de
noodzakelijkheid of wenschelijkheid van de
salarisverlaging in overleg ware getreden,
dan zou dit overleg volkomen passend in
de huidige rechtsbedeeling zeer zeker tot
be\ redigende resultaten hebben kunnen lei
den.
Dit wetsontwerp, zeggen Ged. Staten, be-
aoeit intusschen een dwang op de provincia
le besturen uit te oefenen. Wordt dit wets
Allèin in orlglneele doozen a 25, 45 en 65 ets.
ontwerp wet, dan zal die dwang formeel
aan een wet rechtsgrond kunnen ontleenen,
maar in werkelijkheid met elk begrip van
recht en rechtvaardigheid in flagranten strijd
Z JGed Staten zien in het wetsontwerp in
de eerste plaats een stap, die uitermate kren
kend is voor het rechtsgevoel, en in de twee
de plaats constateeren zij daarin een ernsti
ge aantasting van de provinciale autonomie.
Weliswaar laat het wetsontwerp Ged. Staten
vrij om de regeling der jaarwedden van de
provinciale ambtenaren ongewijzigd te la
ten, doch de inmenging van de regeering is
van dien aard, dat wel degelijk van aanran-
ding van de autonomie moet worden gespro
ken.
In de derde plaats zijn Ged. Staten van
oordeel, dat niet de minste aanleiding be
staat op de rijksuitkeering aan de provin
cies, een korting, welke dan ook, toe te pas
sen. Ged. Staten wijzen op de uitbreiding
van de taak van het provinciaal bestuur met
betrekking tot de uitvoering van de rijkswet
ten. Neemt men tot grondslag de uitgaven
van de provinciale rekening 1930, dan zou
de rijksuitkeering globaal moeten bedragen
292.000. t
Wanneer men nu bedenkt, dat de rijks
uitkeering voor Gelderland is vastgesteld op
63.425, dan zal, aldus Ged. Staten, het
geen betoog behoeven, dat, waar men eerder
een verhooging van de uitkeering van het
rijk aan de' provincies had mogen verwach
ten, het in strijd met elk begrip van recht
vaardigheid moet worden geacht, in het al-
gemeen tot verlaging dier rijksuitkeering
over te gaan, dit te meer nu de korting op
die rijksuitkeering zal geschieden om rede
nen, welke met den rechtsgrond, waarop
deze rijksuitkeering berust, zelfs geen schijn
van verband houden.
DE MACHT VAN DE MEERDER
HEID.
Salarisverlaging- en wijziging ar
beidsvoorwaarden door de organi
saties verworpen tegen den wil van
vele werknemers, zoodat een conflict
dreigt.
Naar de „Prov. Geld. en Nijm. Courant"
verneemt, dreigt een loonconflict te zullen
uitbreken bij Zwanenbergs fabrieken te Oss
en Wijnbergens fabrieken te Boxtel, welke be
drijven in én hand zijn.> Aanvankelijk had de
directie van deze bedrijven een loonsverla
ging van 5 cent per uur voorgesteld met ver
schillende andere bepalingen, waaronder
deze, dat het volle loon voortaan niet meer
op 21-jarigen leeftijd, maar op 23-jarigen
leeftijd bereikt zal worden. Bij gevoerde on
derhandelingen heeft de directie haar eisch
beperkt tot een Iconsverlaging van 3 cent
per uur en de wijziging in leeftijdsgrens voor
het behalen van het volle loon. Nu de organi
saties geweigerd hebben tegen den wensch
van vele werklieden, om met bovenomschre
ven wijziging in de arbeidsvoorwaarden
accoord te gaan, dreigt op 31 Januari a.s.
een conflict te zullen uitbreken. Indien n.1.
de drie cent per uur loonsverlaging en de
veranderde leeftijdsgrens veer het einde van
deze maand niet worden aanvaard, zullen de
fabrieen te Oss en te Boxtel gesloten worden.
Tusschen de 400 en 450 menschen zullen
daarmede op straat omen.
Gistermorgen ontving de directie een tele
gram van den Rijksbemiddelaar prof. Aal-
berse, met verzoek om inlichtingen, welks
nog heden zullen worden verstrekt.
DE MOORD TE GORINCHEM.
De vrouw van den verdachte over
spannen.
De vrouw van den dader van den moord
op notaris Courrech Staal, welke vrouw, zoo
als gemeld, door de Utrechtsche rechtbank
werd vrijgesproken van heling, verkeert in
overspannen toestand. Toen zij bij de
Utrechtsche politie om onderdak kwam vra
gen, achtte men het raadzaam haar naar de
psychiatrische kliniek van prof. Bouman over
te brengen, waar zij voorloopig is opgeno
men.
HET DREIGEND CONFLICT IN DE
MIJNEN.
Dinsdagmiddag vergaderden te Heerlen
de besturen der samenwerkende mijnwerkers
bonden (katholieke bond, prot. christ. bond en
centrale bond) ter bespreking der «ogenblik
kelijke situatie. Verslag werd uitgebracht
van de door de drie bonden gehouden be-
sturenconferenties. Het bleek, dat er tusschen
deze organisaties volkomen overeenstemming
bestaat over de te nemen maatregelen.
65. Het werd langzamerhand een heele stoet van
schreeuwende en harloopende kikkers. De kok stond
nog altijd in brand en niemand kon er iets aan doen
want zoodra de kok stilstond en de andere kikkers
hem wilden helpen, liep hij weer vol angst hard ver
der. Ze kwamen toen nog voorbij een kikkertje, dat de
wasch stond te doen. Pas toen Tuimeltje ei Karei vlak
bij haar stonden zagen ze haar en Tuimeltje viel van
de schrik voorover in de waschkuip.
66. Wat een arm kikkertje, aar heele hoofd zat vol
met zeepsop. Het duurde een heelen tijd voor ze weer
rond kon kijken en toen kwam nog het ergste van
a« aan waschdraad hingen de gevvasschen
stukken ie branden, zoo zwart als roet. Tuimeltje en
Karei hadden er langs geloopen en de kok hi'd ze in
mand gestoken. Dat was nog nooit gebeurd en vlug
vertelde ze alles aan haar buurvrouw en liep de op
tocht na.