Het kostbare meesterstukje
jUkmaarsche Courant.
ZUIDERZEE-PROBLEMEN
JiadiotiieiMS
3eui££etw
Honderd vier en dertigste Jaargang.
Jlaandas; 25 Januari.
Rede van ir. Th. van der Waerden op den landdag
van het Gewest Noordholland-Noord der S.D.A.P.
Staatsexploitatie aanbevolen.
jjo. 20 1932
Dinsdag 26 Januari 1932.
Hilversum 1S75 M. (Uitsl. A.V.R.0 -uit
zending). 8.00 Gramofoonplaten. 10 00 Mor
genwijding. 10.15 Gramofoonplaten 10.30
pianorecital Egb. Veen. 11.00 Knipcursus
Kinderkleeding. 11.30 Gramofoonplaten
12.00 Concert Winkels Trio. 2.00 Pauze.
2.30 Gramofoonplaten. 3.00 Knipcursus. 4 00
Uit „Bordelaise", Amsterdam: Russisch or
kest o. 1. v. Sergei Sedoff. 4.30 Kinderuur.
5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. Betty v d.
BoschSchmidt, zang. 7.00 Anna Klaas-
sen: Transvaal. 7.23 Gramofoonplaten. 7.30
Engelsche les. 8.00 Omroeporkest o. 1. v.
Treep. O.a. Die Schönbrunner, wals, Lan-
ner. Ca. 8.25 „Microfoon-sollicitanten",
schets door Koos Koen. 9.30 Uit „Scala",
Den Haag: John Reed en Partner, piano-
syncopations, Jules Bledsoe, zang. 10.00
Vaz Dias. 10.1511.00 Vervolg Omroepor
kest. M. m. v. de Cavelli's, accordeon. O.a.
Potp. Gri-Gri, Lincke. 11.00—12.00 Gramo
foonplaten.
Huizen 298 M. (Uitsl. K.R.O.-uitzending)
8.00—9.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.30
Godsd. Halfuurte. 12.15 K.R.O.-trio. 1.45
Gramofoonplaten. 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00
4.00 Knipcursus. 4.15 Gramofoonplaten.
5.00 Concert K.R.O.-Kunstensemble. 6.45
Engelsche les. 7.10 Causerie over de geschie
denis der chemie. 7.45 Verbondskwartiertje.
8.00 Concert KR.O.-orkest o. 1. v. Gerritsen.
M. m. v. Truus Boersse, piano en W. d'
Ablaing, toelichting. O.a. Ouvert. „Schau-
spieldirektor", Mozart, en Balletsuite, Gre-
try-Mottl. Ca. 9.00 Vaz Dias. 11.00—12.00
Gramofoonplaten.
Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing.
12.20 Edward O'Henry, orgelconcert. 1.20
Leonardo Kemp's orkest. 2.25 Voor Scholen
4.50 Trocadero-orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20
Berichten. 6.50 Liszt-recital door M. Reeve.
7.10 Fransche causerie. 7.40 Dansmuziek
Parkington kwintet en piano-syncopations
door Patricia Rossborough. 8.50 Causerie.
9.20—9.35 Berichten. 9.40 „New son?s for
old", oude favorieten. 10.4012.20 Jack
Harris' Band.
Parijs Radio-Paris1725 M. 8.05; 12 50
en 1.25 Gramofoonplaten. 8.20 Concert door
de Rosati en gewijd aan Boulogne-sur-Mer
Langenberg 473 M. 6.257.20 en 11.55
Gramofoonplaten. 12.251.50 Concert o. 1.
v Wolf. 4.20—5.20 Concert o. 1. v. Wolf.
7.20 Es-dur Symphonie Nr. 1, Haydn. No-
rag-orkest o. 1. v. Prof. R. Krasselt. 8.00 En-
felsche muziek. Werag-Kleinorkest o. 1. v.
ysoldt. 0.a. Ouvert. „Maritana", Wallace
en Mimosa, wals. Jones.
Kalundborg 1153 M. 11.20—1.20 Strijk-
concert uit Palacehotel. 2.204.20 Radio-or
kest o. 1. v. Gröndahl. M. Barritt. voor-
cliacht. 7.20 aFmilien Hansen. 7.358.23
Concert o. 1. v. Reseen. O.a. Bacchanale uit
„Samson et Dalila", Saint-Saëns. 8.25 „Nat-
tergalen" (Nachtegaal), hoorsel van T. Hal
ton. 9.10 Zang door Dagny Möller. 9.55
10.20 Septet es-dur, Saint-Saëns.
Rome 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20
Concert m. m. v. Arrigo Serato, viool. O.a.
Vioolconcert in e-moll, Op. 64, Mendels-
sohn.
7.eesen 1635 M. 6.50 Populair concert door
Arkadi Flato en zijn orkest. 7.35 Lezing. 8.20
Berichten. 8.30 Walsen en walsliederen. Om
roeporkest o. 1. v. Bruno Seidler-Winkler m.
m. v. Cida Lau, sopraan. 9.50 Berichten en
hierna tot 11.20 Concert door het Norag-
orkest o. 1. v. Horst Platen.
HET FEEST VAN „MEER EN BOSCH".
Hedenavond zal, van half acht tot negen,
over Huizen de uitzending plaats hebben van
het 50-jarig jubileum van de Stichting voor
lijders aan vallende ziekte. „Meer en Bosch"
te Heemstede, waarbij dr. J. Th. de Visser,
namens het Nederlandsche volk, een hulde
blijk zal overhandigen.
Door den heer G. Grondsma uit Alkmaar
zullen enkele schetsjes uit het leven der in-
stelling geschreven door onzen vroegeren
stadgenoot, den besturenden broeder H. Jon
ker, worden voorgedragen.
Uit het .Engelsch door mej. C M. O. de W
671
Ik vraag het voo% het souper van de
juffrouw. Nu, ik zal dan wel zien wanneer
ge terug komt, want dat Crowdon Market
schijnt moeilijk te vinden te zijn.
Julie, die dit gesprak had aangehoord,
vond dat juffrouw Chrystall volkomen gelijk
had met die opinie. Zij waren eigenlijk op
weg naar het onbekende land.
ja, het was een heel romantische reis. Over
bergen en dalen, door zijlanen en over onbe
kende wegen door een mooie streek. De zoele
wind woei hun heerlijk in het gezicht, de zon
scheen, de vogels zongen, de wagen, die zoo
prettig zacht reed, deed weinig stof op
waaien en maakte weinig geluicf Zij zaten
naast elkaar. Het was een heerlijke tocht.
Het denkbeeld was van Willem uitgegaan,
beweerde Julie, naar Crowdon Market te
gaan en de arme oude vrouw op te zoeken,
in een uitdragerswinkeltje, waar hij mis
schien uit medelijden vijf shilling gegeven
had voor de Van Roon. Zij konden zicfs,nu
wel veroorloven haar een jaargeld te geven,
waar zij een gemakkelijken ouden dag van
hebben; hoeveel dat zou wezen, moest
«ir Arthur maar bepalen, daar zij samen
J)et er niet over eens konden woraen. Die
jieele kwestie van de Van Roon was al zoo
lastig.^ Geen van beiden wou een voetbreed
Van zijn standpunt afwijken. Jullie hield
steeds vol dat zij er geen cent van wou aan-
In de groote zaal van de Unie te Alk
maar werd j.1. Zondag een bijeenkomst ge
houden van bovengenoemde organisatie,
waarin als spreker optrad Ir. Th. van der
Waerden, lid der Tweede Kamer over het
onderwerp „Zuiderzeeproblemen".
Te ruim elf uur riep de waarnemende
voorzitter, de heer W. van de Vall,
van Alkmaar, den spreker en de talrijk op
gekomen afgevaardigden en belangstellen
den een woord van welkom toe en in 't bij
zonder aan de afgevaardigden van Terschei
ling, die voor 't eerst in ee bijeenkomst van
het Gewest aanwezig waren. Hij wees er op,
dat het de bedoeling is in bijeenkomsten als
deze belangrijke vraagstukken aan de orde
te stellen en door er een vollen dag voor te
nemen, het mogelijk te maken dat de inlei
ding zoowel als de discussie volkomen tot
hun recht kunnenkomen. Het is de bedoe
ling, indien deze proef slaagt meerdere van
deze dagen te organiseeren.
De heer Van der Waerden, dan
kende voor de vriendelijke ontvangst, be
gon met te zeggen, dat hij voor deze bijeen
komst een keuze moest doen uit de groore
hoeveelheid aanwezig materiaal over dit on
derwerp geboekstaafd. Over de droogma
king van de Zuiderzee waren al boekdeelen
vol geschreven voor dat de eerste spade voor
de uitvoering van dit werk in den grond ge
stoken was. Dat is volkomen in overeenstem
ming met onzen Hollandschen volksaard, om
eerst terdege te overwegen veór we tot een
beslissing, overgaan.
Dit werk is te vergelijken met de grootste
werken in de wereld op dit terrein tot stand
gekomen, als het Suez-, het Panamakanaal
e.d.
Thans is er een groot gevaar op komst,
n.1. dat men, in een crisis-stemming verkee-
rende, niet verder wil gaan dan men tot op
heden is gekomen. Over dat onderwerp zul
len in de komende vergadering van de Twee
de Kamer wel eenige hartige woorden ge
sproken worden.
Men kan tot 1849 teruggaan om met het
eerste plan voor drooglegging van de Wad
den en de Zuiderzee van ingenieur van Dig
gelen in kennis te komen.
In 1866 werd een nieuw plan, op kleinere
leest geschoeid gepubliceerd. Elf jaren daar
na kwam over deze materie het eerste wets
ontwerp. De ontvangst hiervan was zoo on
gunstig, dat dit onfwerp vlug werd opge
borgen.
Hetzelfde vreugdelooze resultaat bereikte
een ontwerp van een Groningsch lid van de
Tweede Kamer in 1882, den heer van Buma
De in 1886 opgerichte Zuiderzee-Vereeni-
ging, welke zich ten doel stelde de propagan
da voor de drooglegging te voeren, zou op
meer en beter resultaat kunnen bogen. Een
jong enthousiast ingenieur, de heer Lely, in
dienst van deze vereeniging, pakte de zaak
met kracht aan en maakte onmiddellijk een
logisch plan voor deze drooglegging. Dit
plan was in groote trekken het fundament
voor het wetsontwerp in 1892 ingediend bij
de Kamer door denzelfde heer Lely, die toen
minister van waterstaat was. Met den val
van het ministerie, waarin hij zitting had,
verdween ook dit wetsontwerp.
Voor de tweede maal weer tot minister
van waterstaat geroepen, diende hij zijn
wetsontwerp oip de drooglegging wederom
in. Maar ook dit ontwerp kon het niet tot be
handeling brengen en het werd door den
opvolgenden minister van waterstaat, den
heer de Marez Ovens, ingetrokken, onder de
mededeeling, dat'het aantal voorstanders
van de drooglegging afnemende was.
Onder leiding van de Zuiderzee-Vereenl-
ging werd voortgearbeid en toen voor de
derde maal den heer Lely de portefeuille
van waterstaat werd toebedacht (in 1913),
werd het wetsontwerp wederom ingediend
en nu met succes. Gezegd mag worden, dat
het in 1918 door de Kamers aangenomen
wetsontwerp berust op den grondslag, door
den heer Lely ontworpen. Het is een toon
beeld van beknopte en toch duidelijke wetge
ving. In 6 artikelen wordt deze belangrijke
zaak geregeld.
Na een technische uiteenzetting te hebben
gegeven van de terstond daarna ter hand
nemen. En Willem wou er ook niet aanraken'
maar hij was zoo ver gegaan haar voor te
stellen het ding van Haar terug te koopen
van een gedeelte van de erfenis van haar
oom Hij had eenigszins het gevoel geen
recht te hebben op dat geld, en toch, door
middel van dat geld zou hij in staat zijn
voor een gedeelte van de erfenis van haar
zijn „Schatkamer" in Trafalgar Square.
Met de vrijmoedigheid, waarvoor Julie
reeds bekend stond, aarzelde Julie niet dit
plan belachelijk te noemen. Zelfs een Sir
Arthur Babraham en dergelijke, mannen, die
stikten in hun geld, dachten er nog wel eens
tweemaal over na voordat ze zulk een for
tuin weggooiden. Wat dacht hij dan wel, dat
er van zijn carrière als schilder terecht zou
komen, als hij zich zelf beroofde van alle mid
delen om die loopbaan te bereiken?
Ja, dat was nu juist het zwakke punt, dat
zij had aangeroerd. En terwijl zij daar naast
elkaar in den auto zaken op dien prachtigen
dag, hadden zij alle gelegenheid om de na
tuur te bewonderen en het bewuste vraagstuk
van alle kanten te bekijken.
Je spreekt van Frankrijk, Spanje en
Italië. Die romantische tocht stemde haar vrij
wat zachter dan gewoonlijk. Je wilt schil
derstukken gaan zien in het Louvre, het
Prado, de Uffici Galerij.
Wat was zij op de hoogte van al die
musea! Met een onbuigzame wilskracht, met
eerzucht en een zeer goed geheugen had zij
niet alleen geleerd woorden in vreemde talen
uit te sreken, maar ze wist ze bepaald goed
uit te spreken ook.
Je praat van Rembrandt en van Velas-
quez, maar ik ben bang dat de dames daar
in die vreemde landen je beet nemen. Ik ge
loof, dat je iemand noodig hebt die altijd bij
je is om toe te zien dat ze geen misbruik van
genomen voorbereiding van den droogleg
gings-arbeid en de drooglegging zelf, aan
de hand van allerlei kaarten en teekeningen
op een bord vastgehecht, betoogde de spre
ker, dat de drooglegging ook van groote be-
teekenis zal zijn voor de aan de Zuiderzee
gelegen gronden. Het brakke water zal uit
de slooten en greppels verdwijnen, een be
langrijk voordeel voor veehouderij en in
dustrie, waarbij nog komt, dat het IJselmeer
een prise d'eau zal worden, waarvan het
water zal kunnen dienen voor de voorzie
ning van landbouw en industrie met goed,
bruikbaar water.
De afsluitdijk zal in 1932 voltooid zijn,
twee jaren eerder dan gedacht was. Nog
één sluitgat moet gedicht van ongeveer 270
meter. Dan zal verkregen zijn een droogge
legde oppervlakte van, na noodzakelijken ar
beid welke aan de in cultuur brenging moe:
voorafgaan, 220.000 H.A. uitstekende gron
den, gelijkstaande met 10 van den be
bouwbaren grond van ons land.
In 1927 is de drooglegging met veel
kracht aangevat, 't Was toen een tiid van
hoogconjunctuur, er was dus landhonger.
Dat de toen gevolgde wijze van werken 12 Y,
millioen gulden meer kostte, dan anders, was
geen bezwaar voor velen, waarbij er zijn die
thans spreken en schrijven over de teleur
stellende cijfers, wat de totaalkosten betreft.
Nadat op 10 Februari 1930 de bemaling
door de gemalen te Medemblik en den Oever
was begonnen, kreeg spreker op 21 Augus
tus van dat jaar tot zijn groote vreugde het
telegram, dat de Wieringermeer volkomen
droog was.
Het door electriciteit gedreven gemaal van
Medemblik, geplaatst in een gebouw waar
van ook architectonisch zal moeten worden
gezegd, dat het is een welgeslaagd gebouw,
is het grootste gemaal op de wereld.
De capaciteit van het gemaal te Den
Oever door ruw-olie-motoren gedreven is ge
ringer.
Door deze twee gemalen is de veiligheid,
menschelijkerwijs gesproken, volkomen ver
zekerd.
Bij de verkaveling is een andere wijze van
werken gevolgd dan bijvoorbeeld in de Haar
lemmermeer. Daar is tot in het vervelende
toe. alles recht, kanalen en wegén.
In de Wieringermeer maakte men, geleerd
door de ervaring, flauwe buigingen, waar
door de eentonigheid gebroken wordt.
Om eenig begrip te krijgen van de gewel
dige hoeveelheid werk, welke verricht moest
worden, noemde spr. enkele cijfers.
Er zijn in totaal 12.000 K.M. slooten ge
graven, terwijl de greppels een lengte hebben
van den omtrek van de geheele aarde.
Het ligt in de bedoeling dit in overeen
stemming met het plan-Lovink de boerde
rijen een grondoppervlak te geven van p'm
20 H.A., waarbij de mogelijkheid voor groo-
tere en kleinere bedrijven is opengelaten.
Een proef zal worden genomen met grootbe
drijf, in den geest van de Groningsche bedrij
ven, waarbij men met schepen dicht bij de
boerderijen zal kunnen komen.
't Plan van financiering, opgezet door oud
minister Colijn, beschouwde den afsluitdijk
op zich zelf reeds als een groot voordeel,
doordat de dijk'asten van de aan de oude Zui
derzee grenzende gronden naar beneden zou
den kunnen gaan, de gevaren voor doorbraak
wegvielen en de voordeden van het IJsel
meer voor industrie en landbouw van groote
beteekenis waren. Dit voordeel werd door hem
geschat op 120 millioen gulden. Bij een to
taalkosten van den afsluitdijk van 100 mil
lioen gulden was hier een geschat voordeel
van 20 millioen gulden.
't Nadeel van de drooglegging ondervin
den de visschers, alhoewel ze bij de aanne
ming van het droogleggings-ontwerp nog een
felicitatie-telegram zonden.
De inpoldering zelf moest betaald worden
uit leeningen wat met de productieviteit van
het werk volkomen in overeenstemming is
Daarvoor is opgericht het Zuiderzeefonds en
over de bijdragen aan dit fonds zal straks in
de Tweede Kamer een strijd moeten worden
gestreden welke niet in een dag zal zijn vol-
streden.
Zeker, er zijn bij dit werk groote tegen
vallers geweest, welke zelfs de vraag wet
tigen: moet met het werk worden doorgegaan
ja, dan neen. Maar dan moet men beginnen
je maken en je niets afnemen.
Van wat misbruik maken en afnemen,
juffrouw Julie?
Dat was een lastige vraag!
Je kinderwagen natuurlijk, je teddybeer
en je zuigflesdi. En nog voegde ze er den
verachtelijken naam bij: Jou dwaas! Dit was
echter niet voor zijn ooren bestemd, maar
voor het aardige stadje Muiden, dat ze juist
naderden.
Als je naar Parijs gaat en in 't Louvre
Paul en Virgini bestudeert, dan mag je blij
zijn als je er zonder kleerscheuren afkomt
Mijnheer Boultby heeft me vroeger wel ver
teld dat die Fransche dames vreeselijke men-
schen zijn.
O ja? zei de Droomer en toen plotse
ling zeer geanimeerd: Zie je dat kwikstaartje
op den rand van dat vijvertje?
Julie lette niet op het kwikstaartje.
Je moest iemand bij je hebben als je
naar Parijs gaat iemand, die de waarde
kent van het geld.
Hoe minder geld voor een schilder
waard is, hoe beter, zei Willem.
Mijnheer Boultby zou dat nonsens noe
men.
Willem bedoelde eigenlijk dat hoe minder
een schilder dacht over geld hoe beter voor
zijn kunst dat een schilder beter schildert uit
liefde voor de kunst dan voor geld dat de
groote meesters bijna altijd arm waren* en
arm bleven tot hun dood toe en dat niets zoo
zeer geschikt is om iemands oog van schoon
heid af te leiden als juist geld.
Dit waren nu juist niet zijn woorden. Wil
lem had immers een eigenaardige manier om
zijn gedachten in te kleeden en Julie was zoo
uit het veld geslagen om dit argument, dat de
inhoud van het lunchmandje noodig was om
haar wat op te wekken.
met het vraagstuk niet op te zetten als een
gewone rekensom. Dat doet men toch ook niet
bij het graven van kanalen, het leggen van
spoorwegen e. d. Van een werk als dit zijn de
directe en indirecte voordeelen niet in cijfers
om te zetten.
De voornaamste vraag is: sluit een derge
lijk werk al dan niet groote welvaartsmoge
lijkheden in zich? Bereikt worden deze zoo
wel direct als indirect. Ons land wordt er
meer evenwichtig door. Gaat niet in hoofd
zaak of alleen steunen op industrie.
Ook het maken van den Rotterdamschen
Waterweg was geen rekensom, maar achteraf
zal toch elk moeten getuigen, dat het een
schitterend werk was.
Door de onbekendheid met het werk zijn
verschillende aannemers afgeslacht. Jammer
is, dat men de begrootingscijfers voor de af
sluitdijk baseerde op de aannemingssommen
van deze aannemers. De eerste begrooting
was 110 millioen gulden, maar toen men de
aannemingscijfers zag van de eerste aanne
mers, bracht men de begrooting op 90 mil
lioen gulden terug Toen kwam de prijsstij
ging van de materialen, daarbij de loonsver-
hoogingen van de arbeiders en vervolgens
nog de verzwaring van het dijkslichaam
Geeft dit nu het recht om te spreken en te
schrijven als men op het oogenblik doet? Spr.
meent van niet.
De heer Lovink rekende indertijd bij een
kostprijs per H.A. var 3000 nog op een
klein overschot. De prijs van de gronden in
de Wieringermeer is per H.A. 5000.
En ondanks deze tegenvaller zegt spr. toch:
doorgaan. Er js momenteel wel geen grond-
honger, eerder kon men zeggen dat velen on
passelijk zullen zijn van hun grondbezit,
maar ge!et op de geschiedenis van deze eeuw,
mogen wij met vertrouwen zeggen: zooals
het nu is blijft het niet. Daa.bij komt, dat
de volgende werken eenvoudiger en gemakke
lijker zullen zijn. Zal de Oostpolder komen
op 3000 per H.A., waarbij gerekend is op
eenige tegenslag, de andere polders zu'len
niet hooger komen dan 2800 per H.A. Ge
rekend naar deze cijfers komen de 220.000
H.A. op een gemiddelde prijs van 3050 per
H.A. De vergissing omgeslagen over het ge
heele werk zou dus 50 per H.A. zijn.
Laat bij het bepalen van onze houding de
malaisestemming niet overheerschen.
Van de ontginning mag aan de hand van
de nu reeds bereikte resultaten gezegd wor
den, dat ze zelfs op deze verzoude gronden,
gezien mogen worden.
Tachtig jaren geleden is de Haarlemmer
meer drooggelegd. Dat was in de tijd van de
liberale vrijheid en de hoogtij van het par
ticulier initiatief. Staatsbemoeiing was uit
den booze. Het eenigste wat spr. van Staats-
bemoeing met deze zaak kan vinden was een
Staatsblad van 21 Juli 1852 waarin stond:
„Het meer is droog!" Meer niet.
In het werk van Ter Veen kunnen we lezen
hoe enkele pioniers de drooggekomen woes-
ternij introkken, de zwakke werden vertrapt,
alleen de sterken konden zich handhaven.
Leiding was er niet. Ieder vocht voor zich
zelf. 't Was een beeld van de meest ruige el
lende, in volkomen Wild West. Eerst 3 jaren
na de drooglegging werd een en ander be
stuurlijk ingedeeld. Vele jaren later werden
allerlei inwoners ontdekt. Het bestuur van de
polder berustte bij eigenaren welke allen uit
wonend waren, de grondgebxuikers hadden
niets te vertellen. In 1854 stierven in dezen
polder nog meer menschen dan er geboren
werden. Een oud-Haarlemmermeersch arbei
der zei eens tegen spreker: Men wist gewoon
niet in overig Nederland, hoe wij toen in de
dras zaten.
Dat is anders geworden. Er is gekomen
collectief-verantwoordelijkheidsgevoel. Een
anti-revolutionnair minister droeg tenop-
zichte van de droogkomende Wieringermeer
een onderzoek naar de breideling van de
vrije krachten op deze gronden" op aan een
commissie staande onder leiding van den li
beraal Vissering. Deze commissie diende al
lerlei vraagstukken van hygiënischen, socia
len en staatkundigen aard welke zich hierbij
zouden kunnen voordoen te onderzoeken en
een regeling voor te stellen.
Art. 194 van de Grondwet bood de gele
genheid om een orgaan te scheppen, wat in
dezen leiding gevend en regelend kan optre
den. Hiertoe over te gaan adviseerde dan
ook de commissie-Vissering.
Deze zelfde commissie adviseerde 25 pCt.
van de gronden in overheids-exploitatie te
geven. Spr. heeft in dezen vorm van exploi
tatie zooveel vertrouwen, gelet op de resul
taten bereikt op de boerderijen van de stad
Groningen, dat hij vertrouwt dat staatsex
ploitatie het zal winnen. Staatsexploitatie,
Nadat zij geduldig had geluisterd naar
die malle redeneeringen, keek zij op haar
horloge en zag dat het één uur was. En daar
ze nog geen spoor van het dorpje Crowdon
Market in het oog kregen, besloten ze maar
eerst eens te kijken wat schermgodin voor
hen klaar gemaakt had. Sandwiches met ei
en tomaten, ham en onder in een heerlijke
taart met amendalen: alles even verrukkelijk
Het déjeuner was op het oogenblik nog we!
zoo prettig als hun gesprek, ofschoon dat
ook op heel hoog peil stond. Zij deelden alles
eerlijk in drieën. Mitchell moest zijn aandeel
maar gebruiken zoodra hij wat langzamer
kon gaan rijden. Hij kreeg ook zijn aandeel
van de koffie, die lekker warm uit de flesch
kwam.
Het was ruim twee uur toen zij in Crow
don Market aan kwamen en stilhielden voor
de herberg: De Eenhoorn, Hier had Willem
een half jaar geleden over de groote droogte
gepraat met juffrouw Ferris, de dochter des
huizes, een meisje met een hoogroode kleur.
Julie zag dadelijk dat het een brutale meid
was.
Zij beloofden over een uur terug te komen;
meer tijd kon Mitchell hun niet geven als zc-
voor het opgaan van de man thuis wilden
zijn.
Zoo togen Julie en Willem er op uit, meer
romantisch dan ooit en aanvaardden den
pelgrimstocht naar de Hoogstraat. Het was
de eenige straat in de stad 'die iets beduidde,
het punt waarop alle kleinere straatjes uit
kwamen. Een van die straatjes moesten ze
opzoeken.
Van het begin van de straat af aan was
Willem helaas zeer weinig zeker van den
weg. Hij herinnerde zich "vaag dat het 't
tweede of derde straatje links moest zijn, dan
versteken en dan weer links en daarna een
maar los van ambtenarij. De bedrijven van
de provincie Noord-Holland kunnen in de
zen ook weer ten voorbeeld strekken. Er
was in de commissie-Vissering dan ook maar
een stem voor verkoop van alle grond.
De waan, dat het particuliere bezit alleen
de beste resultaten zal kunnen opleveren, is
ook de boer, dank zij de crisis, wel te boven.
Niet het bezits-, maar het rustige gebruiks
recht is voor deze menschen de hoofdzaak.
Pacht e. d. heeft in deze tijden wel een deuk-
major gekregen.
Wanneer in 1924 de gronden droog en in
cultuur waren geweest en verpacht voor de
toen geldende pachtprijzen dan zou tot
1929 toe, over vijf jaren dus, door alle pach
ters tesamen op de 220.000 H.A. 50 milli
oen gulden te veel aan pacht zijn betaald.
Het oude spelletje van: in de dure tijd de
pachters dwingen om te koopen, waardoor ze
in de goedkoope tijd moeten verkoopen,
waarbij ze van al hun arbeidsresultaten over
het tusschengelegen tijdvak worden ontlast,
moet uit zijn.
Voor bestaanszekerheid van boeren en ar
beiders biedt staatsexploitatie groote voor
deelen. Waar hoort men nu nog ten platten-
lande de lof van den eigengeërfde boer zin
gen? De mogelijkheid op rationeele bedrijfs
voering wordt vergroot en tevens laat dit
een behoorlijk loonpeil toe.
Nu heeft de regeering uitgevonden, dat er
nog zoo iets als een Domein wet is van 1841
en op grond van deze hoogbejaarde wet zei-
de minister de Geer, behooren deze gronden
bij Domeinen.
Over deze vondst van financiën is ook nog
niet het laatste woord gesproken.
Met een warm gestemd slotwoord over dit
groote werk, met de groote mogelijkheden
voor de toekomst en het volste vertrouwen in
de eindresultaten, eindigde spr. zijn duide
lijke uiteenzetting onder applaus van de ver
gadering.
Hierna werd gepauzeerd.
Na de heropening van de vergadering
was allereerst het woord aan den heer Veer
man van Oostwoud. Dezl vroeg of er ook be
drijven gesticht kunnen worden kleiner dan
20 H. A. voor tuinbouw.
Vervolgens vroeg deze spr of de thans ge
bouwde schuren over den geheelen polder
zullen worden verspreid of dat deze in een
bepaalden hoek komen?
Wanneer zal de uitgifte van de gronden
plaats vinden? Waarom laat men op de
schoon boven water gekomen gronden het
onkruid zoo welig opschieten en doet men
niets daartegen?
De heer Muis van Wormerveer vroeg of
niet beter en goedkooper andere grond-
complexen in cultuur zouden kunnen worden
gebracht, men had dan minder menschen
benadeeld, zooals thans de visschers, waar
van wel gebleken is, dat ze voor fabriek-
matigen arbeid ongeschikt zijn.
De heer P. Hart van Koedijk zag zijn eerste
enthousiasme voor de drooglegging wel heel
sterk bekoeld door de houding van de hui
dige regeering. Het deed bij hem de vraag
rijzen, waarom voor de toekomst van den
land- en tuinbouw zulke groote bedragen en
voor het heden zoo goed als niets? Nu de
Zuiderzeegiond is droog gekomen, kan men
eigenlijk goedkooper het Geestmer-Ambacht
weer onder water laten loopen. Is de
werkwijze in den proefpolder wel een zoo
danige dat men gerust kan zijn. Ontbreekt bij
al de theorie niet te veel de man van de prac-
tijk?
De heer Van Veen van Hoorn vroeg of
juist is de mededeeling, welke hem bereikte,
n.1. dat de kwaliteit van de drooggekomen
gronden erg is tegengevallen, zoodat daar
door op een totale waarde-vermindering
dient te worden gerekend.
De heer Busser van Wieringen vroeg naar
de oorzaken waardoor sommige Kamerleden
van meening veranderden. Welk systeem
vroeg spr. verder, zal vermoedelijk bij de
verdere werkzaamheden worden gevolgd?
Dat van de M.-U. Z. of een ander?
De heer Bremer van Schoort vroeg waar
om de groote bedrijven den voorrang wordt
gegeven. Z. i. kan van bedrijven met een
grondoppervlak van 1020 H.A. op betere
resultaten worden gerekend dan bij grootere
bedrijven.
De heer C. Bakker van Zaandam vroeg of
het standpunt van den heer v. d. Waerden is
het standpunt van de geheele S. D. A P. Hij
meende die te moeten vragen na de uitlating
van zijn partijgenoot de heer Henry Polak,
„dat bij dit werk de millioenen in 't water
zijn gesmeten, zonder meer". Was het niet de
taak van de S. D. A. P. om ten opzichte van
een dergelijk groot en grootsch werk hare
klein steegje in, waarvan hij den naam ver
geten was.
Dat was juist iets voor hem, dacht Julie,
maar ze zei het maar niet.
Willem wist evenmin den naam van de
vrouw als den naam van de straat waar zij
woonde en toen ze omstreeks een half uur
tevergeefs gezocht hadden, maakte Julie zich
al ongerust dat het oude mensch haar jaar
geld zou misloopen. Het zou echter vernede
rend zijn terug te keeren zonder iets bereikt
te hebben, en toch had het romantische van
het geval gemaakt, dat ze den moed niet ver
loren.
Mitchell's uur was bijna om toen Willem
eensklaps staan bleef. Er was een licht voor
hem opgegaan. Hij was op het spoor!
Op den hoek van de straat, waar zij al
driemaal in geweest waren, was een aller
aardigst klein winkeltje en melkinrichting.
En daar herinnerde Willem zich niets van.
Zoodra hij het schilderstukje gekocht had,
was hij daar in gegaan om een glas melk en
een broodje te gebruiken. Hij bleef even
staan: het winkeltje van de oude vrouw moest
juist aan den overkant zijn. Maar het huisje
was afgebroken, het heele perceel, waartoe
het winkeltje behoorde, was verdwenen.
Zij gingen het koffiehuis binnen om inlich
ten door een jong meisje, dat naar Julie's opi-
ting te vragen en werden vriendelijk ontvan-
nie te veel haar tanden liet zien als ze lachte,
om mooi genoemd te worden.
Evenals juffrouw Ferris, de dochter van
de herbergierster, herinnert dit meisje zich
Willem zeer goed. Julie vond dit wel wonder
lijk, daar hij maar eens in die stad geweest
was en dan nog zeer kort. Maar Willem was
nu eenmaal Willem; daarenboven kwamen er
heel weinig vreemdelingen in het stadje.
'..Wordt vervolgd).