Het kostbare meesterstukje jUkmaarsche Courant. ZUIDERZEE-PROBLEMEN JiadiotiieiMS 3eui££etw Honderd vier en dertigste Jaargang. Jlaandas; 25 Januari. Rede van ir. Th. van der Waerden op den landdag van het Gewest Noordholland-Noord der S.D.A.P. Staatsexploitatie aanbevolen. jjo. 20 1932 Dinsdag 26 Januari 1932. Hilversum 1S75 M. (Uitsl. A.V.R.0 -uit zending). 8.00 Gramofoonplaten. 10 00 Mor genwijding. 10.15 Gramofoonplaten 10.30 pianorecital Egb. Veen. 11.00 Knipcursus Kinderkleeding. 11.30 Gramofoonplaten 12.00 Concert Winkels Trio. 2.00 Pauze. 2.30 Gramofoonplaten. 3.00 Knipcursus. 4 00 Uit „Bordelaise", Amsterdam: Russisch or kest o. 1. v. Sergei Sedoff. 4.30 Kinderuur. 5.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. Betty v d. BoschSchmidt, zang. 7.00 Anna Klaas- sen: Transvaal. 7.23 Gramofoonplaten. 7.30 Engelsche les. 8.00 Omroeporkest o. 1. v. Treep. O.a. Die Schönbrunner, wals, Lan- ner. Ca. 8.25 „Microfoon-sollicitanten", schets door Koos Koen. 9.30 Uit „Scala", Den Haag: John Reed en Partner, piano- syncopations, Jules Bledsoe, zang. 10.00 Vaz Dias. 10.1511.00 Vervolg Omroepor kest. M. m. v. de Cavelli's, accordeon. O.a. Potp. Gri-Gri, Lincke. 11.00—12.00 Gramo foonplaten. Huizen 298 M. (Uitsl. K.R.O.-uitzending) 8.00—9.15 en 10.00 Gramofoonplaten. 11.30 Godsd. Halfuurte. 12.15 K.R.O.-trio. 1.45 Gramofoonplaten. 2.00 Vrouwenuurtje. 3.00 4.00 Knipcursus. 4.15 Gramofoonplaten. 5.00 Concert K.R.O.-Kunstensemble. 6.45 Engelsche les. 7.10 Causerie over de geschie denis der chemie. 7.45 Verbondskwartiertje. 8.00 Concert KR.O.-orkest o. 1. v. Gerritsen. M. m. v. Truus Boersse, piano en W. d' Ablaing, toelichting. O.a. Ouvert. „Schau- spieldirektor", Mozart, en Balletsuite, Gre- try-Mottl. Ca. 9.00 Vaz Dias. 11.00—12.00 Gramofoonplaten. Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Edward O'Henry, orgelconcert. 1.20 Leonardo Kemp's orkest. 2.25 Voor Scholen 4.50 Trocadero-orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Liszt-recital door M. Reeve. 7.10 Fransche causerie. 7.40 Dansmuziek Parkington kwintet en piano-syncopations door Patricia Rossborough. 8.50 Causerie. 9.20—9.35 Berichten. 9.40 „New son?s for old", oude favorieten. 10.4012.20 Jack Harris' Band. Parijs Radio-Paris1725 M. 8.05; 12 50 en 1.25 Gramofoonplaten. 8.20 Concert door de Rosati en gewijd aan Boulogne-sur-Mer Langenberg 473 M. 6.257.20 en 11.55 Gramofoonplaten. 12.251.50 Concert o. 1. v Wolf. 4.20—5.20 Concert o. 1. v. Wolf. 7.20 Es-dur Symphonie Nr. 1, Haydn. No- rag-orkest o. 1. v. Prof. R. Krasselt. 8.00 En- felsche muziek. Werag-Kleinorkest o. 1. v. ysoldt. 0.a. Ouvert. „Maritana", Wallace en Mimosa, wals. Jones. Kalundborg 1153 M. 11.20—1.20 Strijk- concert uit Palacehotel. 2.204.20 Radio-or kest o. 1. v. Gröndahl. M. Barritt. voor- cliacht. 7.20 aFmilien Hansen. 7.358.23 Concert o. 1. v. Reseen. O.a. Bacchanale uit „Samson et Dalila", Saint-Saëns. 8.25 „Nat- tergalen" (Nachtegaal), hoorsel van T. Hal ton. 9.10 Zang door Dagny Möller. 9.55 10.20 Septet es-dur, Saint-Saëns. Rome 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20 Concert m. m. v. Arrigo Serato, viool. O.a. Vioolconcert in e-moll, Op. 64, Mendels- sohn. 7.eesen 1635 M. 6.50 Populair concert door Arkadi Flato en zijn orkest. 7.35 Lezing. 8.20 Berichten. 8.30 Walsen en walsliederen. Om roeporkest o. 1. v. Bruno Seidler-Winkler m. m. v. Cida Lau, sopraan. 9.50 Berichten en hierna tot 11.20 Concert door het Norag- orkest o. 1. v. Horst Platen. HET FEEST VAN „MEER EN BOSCH". Hedenavond zal, van half acht tot negen, over Huizen de uitzending plaats hebben van het 50-jarig jubileum van de Stichting voor lijders aan vallende ziekte. „Meer en Bosch" te Heemstede, waarbij dr. J. Th. de Visser, namens het Nederlandsche volk, een hulde blijk zal overhandigen. Door den heer G. Grondsma uit Alkmaar zullen enkele schetsjes uit het leven der in- stelling geschreven door onzen vroegeren stadgenoot, den besturenden broeder H. Jon ker, worden voorgedragen. Uit het .Engelsch door mej. C M. O. de W 671 Ik vraag het voo% het souper van de juffrouw. Nu, ik zal dan wel zien wanneer ge terug komt, want dat Crowdon Market schijnt moeilijk te vinden te zijn. Julie, die dit gesprak had aangehoord, vond dat juffrouw Chrystall volkomen gelijk had met die opinie. Zij waren eigenlijk op weg naar het onbekende land. ja, het was een heel romantische reis. Over bergen en dalen, door zijlanen en over onbe kende wegen door een mooie streek. De zoele wind woei hun heerlijk in het gezicht, de zon scheen, de vogels zongen, de wagen, die zoo prettig zacht reed, deed weinig stof op waaien en maakte weinig geluicf Zij zaten naast elkaar. Het was een heerlijke tocht. Het denkbeeld was van Willem uitgegaan, beweerde Julie, naar Crowdon Market te gaan en de arme oude vrouw op te zoeken, in een uitdragerswinkeltje, waar hij mis schien uit medelijden vijf shilling gegeven had voor de Van Roon. Zij konden zicfs,nu wel veroorloven haar een jaargeld te geven, waar zij een gemakkelijken ouden dag van hebben; hoeveel dat zou wezen, moest «ir Arthur maar bepalen, daar zij samen J)et er niet over eens konden woraen. Die jieele kwestie van de Van Roon was al zoo lastig.^ Geen van beiden wou een voetbreed Van zijn standpunt afwijken. Jullie hield steeds vol dat zij er geen cent van wou aan- In de groote zaal van de Unie te Alk maar werd j.1. Zondag een bijeenkomst ge houden van bovengenoemde organisatie, waarin als spreker optrad Ir. Th. van der Waerden, lid der Tweede Kamer over het onderwerp „Zuiderzeeproblemen". Te ruim elf uur riep de waarnemende voorzitter, de heer W. van de Vall, van Alkmaar, den spreker en de talrijk op gekomen afgevaardigden en belangstellen den een woord van welkom toe en in 't bij zonder aan de afgevaardigden van Terschei ling, die voor 't eerst in ee bijeenkomst van het Gewest aanwezig waren. Hij wees er op, dat het de bedoeling is in bijeenkomsten als deze belangrijke vraagstukken aan de orde te stellen en door er een vollen dag voor te nemen, het mogelijk te maken dat de inlei ding zoowel als de discussie volkomen tot hun recht kunnenkomen. Het is de bedoe ling, indien deze proef slaagt meerdere van deze dagen te organiseeren. De heer Van der Waerden, dan kende voor de vriendelijke ontvangst, be gon met te zeggen, dat hij voor deze bijeen komst een keuze moest doen uit de groore hoeveelheid aanwezig materiaal over dit on derwerp geboekstaafd. Over de droogma king van de Zuiderzee waren al boekdeelen vol geschreven voor dat de eerste spade voor de uitvoering van dit werk in den grond ge stoken was. Dat is volkomen in overeenstem ming met onzen Hollandschen volksaard, om eerst terdege te overwegen veór we tot een beslissing, overgaan. Dit werk is te vergelijken met de grootste werken in de wereld op dit terrein tot stand gekomen, als het Suez-, het Panamakanaal e.d. Thans is er een groot gevaar op komst, n.1. dat men, in een crisis-stemming verkee- rende, niet verder wil gaan dan men tot op heden is gekomen. Over dat onderwerp zul len in de komende vergadering van de Twee de Kamer wel eenige hartige woorden ge sproken worden. Men kan tot 1849 teruggaan om met het eerste plan voor drooglegging van de Wad den en de Zuiderzee van ingenieur van Dig gelen in kennis te komen. In 1866 werd een nieuw plan, op kleinere leest geschoeid gepubliceerd. Elf jaren daar na kwam over deze materie het eerste wets ontwerp. De ontvangst hiervan was zoo on gunstig, dat dit onfwerp vlug werd opge borgen. Hetzelfde vreugdelooze resultaat bereikte een ontwerp van een Groningsch lid van de Tweede Kamer in 1882, den heer van Buma De in 1886 opgerichte Zuiderzee-Vereeni- ging, welke zich ten doel stelde de propagan da voor de drooglegging te voeren, zou op meer en beter resultaat kunnen bogen. Een jong enthousiast ingenieur, de heer Lely, in dienst van deze vereeniging, pakte de zaak met kracht aan en maakte onmiddellijk een logisch plan voor deze drooglegging. Dit plan was in groote trekken het fundament voor het wetsontwerp in 1892 ingediend bij de Kamer door denzelfde heer Lely, die toen minister van waterstaat was. Met den val van het ministerie, waarin hij zitting had, verdween ook dit wetsontwerp. Voor de tweede maal weer tot minister van waterstaat geroepen, diende hij zijn wetsontwerp oip de drooglegging wederom in. Maar ook dit ontwerp kon het niet tot be handeling brengen en het werd door den opvolgenden minister van waterstaat, den heer de Marez Ovens, ingetrokken, onder de mededeeling, dat'het aantal voorstanders van de drooglegging afnemende was. Onder leiding van de Zuiderzee-Vereenl- ging werd voortgearbeid en toen voor de derde maal den heer Lely de portefeuille van waterstaat werd toebedacht (in 1913), werd het wetsontwerp wederom ingediend en nu met succes. Gezegd mag worden, dat het in 1918 door de Kamers aangenomen wetsontwerp berust op den grondslag, door den heer Lely ontworpen. Het is een toon beeld van beknopte en toch duidelijke wetge ving. In 6 artikelen wordt deze belangrijke zaak geregeld. Na een technische uiteenzetting te hebben gegeven van de terstond daarna ter hand nemen. En Willem wou er ook niet aanraken' maar hij was zoo ver gegaan haar voor te stellen het ding van Haar terug te koopen van een gedeelte van de erfenis van haar oom Hij had eenigszins het gevoel geen recht te hebben op dat geld, en toch, door middel van dat geld zou hij in staat zijn voor een gedeelte van de erfenis van haar zijn „Schatkamer" in Trafalgar Square. Met de vrijmoedigheid, waarvoor Julie reeds bekend stond, aarzelde Julie niet dit plan belachelijk te noemen. Zelfs een Sir Arthur Babraham en dergelijke, mannen, die stikten in hun geld, dachten er nog wel eens tweemaal over na voordat ze zulk een for tuin weggooiden. Wat dacht hij dan wel, dat er van zijn carrière als schilder terecht zou komen, als hij zich zelf beroofde van alle mid delen om die loopbaan te bereiken? Ja, dat was nu juist het zwakke punt, dat zij had aangeroerd. En terwijl zij daar naast elkaar in den auto zaken op dien prachtigen dag, hadden zij alle gelegenheid om de na tuur te bewonderen en het bewuste vraagstuk van alle kanten te bekijken. Je spreekt van Frankrijk, Spanje en Italië. Die romantische tocht stemde haar vrij wat zachter dan gewoonlijk. Je wilt schil derstukken gaan zien in het Louvre, het Prado, de Uffici Galerij. Wat was zij op de hoogte van al die musea! Met een onbuigzame wilskracht, met eerzucht en een zeer goed geheugen had zij niet alleen geleerd woorden in vreemde talen uit te sreken, maar ze wist ze bepaald goed uit te spreken ook. Je praat van Rembrandt en van Velas- quez, maar ik ben bang dat de dames daar in die vreemde landen je beet nemen. Ik ge loof, dat je iemand noodig hebt die altijd bij je is om toe te zien dat ze geen misbruik van genomen voorbereiding van den droogleg gings-arbeid en de drooglegging zelf, aan de hand van allerlei kaarten en teekeningen op een bord vastgehecht, betoogde de spre ker, dat de drooglegging ook van groote be- teekenis zal zijn voor de aan de Zuiderzee gelegen gronden. Het brakke water zal uit de slooten en greppels verdwijnen, een be langrijk voordeel voor veehouderij en in dustrie, waarbij nog komt, dat het IJselmeer een prise d'eau zal worden, waarvan het water zal kunnen dienen voor de voorzie ning van landbouw en industrie met goed, bruikbaar water. De afsluitdijk zal in 1932 voltooid zijn, twee jaren eerder dan gedacht was. Nog één sluitgat moet gedicht van ongeveer 270 meter. Dan zal verkregen zijn een droogge legde oppervlakte van, na noodzakelijken ar beid welke aan de in cultuur brenging moe: voorafgaan, 220.000 H.A. uitstekende gron den, gelijkstaande met 10 van den be bouwbaren grond van ons land. In 1927 is de drooglegging met veel kracht aangevat, 't Was toen een tiid van hoogconjunctuur, er was dus landhonger. Dat de toen gevolgde wijze van werken 12 Y, millioen gulden meer kostte, dan anders, was geen bezwaar voor velen, waarbij er zijn die thans spreken en schrijven over de teleur stellende cijfers, wat de totaalkosten betreft. Nadat op 10 Februari 1930 de bemaling door de gemalen te Medemblik en den Oever was begonnen, kreeg spreker op 21 Augus tus van dat jaar tot zijn groote vreugde het telegram, dat de Wieringermeer volkomen droog was. Het door electriciteit gedreven gemaal van Medemblik, geplaatst in een gebouw waar van ook architectonisch zal moeten worden gezegd, dat het is een welgeslaagd gebouw, is het grootste gemaal op de wereld. De capaciteit van het gemaal te Den Oever door ruw-olie-motoren gedreven is ge ringer. Door deze twee gemalen is de veiligheid, menschelijkerwijs gesproken, volkomen ver zekerd. Bij de verkaveling is een andere wijze van werken gevolgd dan bijvoorbeeld in de Haar lemmermeer. Daar is tot in het vervelende toe. alles recht, kanalen en wegén. In de Wieringermeer maakte men, geleerd door de ervaring, flauwe buigingen, waar door de eentonigheid gebroken wordt. Om eenig begrip te krijgen van de gewel dige hoeveelheid werk, welke verricht moest worden, noemde spr. enkele cijfers. Er zijn in totaal 12.000 K.M. slooten ge graven, terwijl de greppels een lengte hebben van den omtrek van de geheele aarde. Het ligt in de bedoeling dit in overeen stemming met het plan-Lovink de boerde rijen een grondoppervlak te geven van p'm 20 H.A., waarbij de mogelijkheid voor groo- tere en kleinere bedrijven is opengelaten. Een proef zal worden genomen met grootbe drijf, in den geest van de Groningsche bedrij ven, waarbij men met schepen dicht bij de boerderijen zal kunnen komen. 't Plan van financiering, opgezet door oud minister Colijn, beschouwde den afsluitdijk op zich zelf reeds als een groot voordeel, doordat de dijk'asten van de aan de oude Zui derzee grenzende gronden naar beneden zou den kunnen gaan, de gevaren voor doorbraak wegvielen en de voordeden van het IJsel meer voor industrie en landbouw van groote beteekenis waren. Dit voordeel werd door hem geschat op 120 millioen gulden. Bij een to taalkosten van den afsluitdijk van 100 mil lioen gulden was hier een geschat voordeel van 20 millioen gulden. 't Nadeel van de drooglegging ondervin den de visschers, alhoewel ze bij de aanne ming van het droogleggings-ontwerp nog een felicitatie-telegram zonden. De inpoldering zelf moest betaald worden uit leeningen wat met de productieviteit van het werk volkomen in overeenstemming is Daarvoor is opgericht het Zuiderzeefonds en over de bijdragen aan dit fonds zal straks in de Tweede Kamer een strijd moeten worden gestreden welke niet in een dag zal zijn vol- streden. Zeker, er zijn bij dit werk groote tegen vallers geweest, welke zelfs de vraag wet tigen: moet met het werk worden doorgegaan ja, dan neen. Maar dan moet men beginnen je maken en je niets afnemen. Van wat misbruik maken en afnemen, juffrouw Julie? Dat was een lastige vraag! Je kinderwagen natuurlijk, je teddybeer en je zuigflesdi. En nog voegde ze er den verachtelijken naam bij: Jou dwaas! Dit was echter niet voor zijn ooren bestemd, maar voor het aardige stadje Muiden, dat ze juist naderden. Als je naar Parijs gaat en in 't Louvre Paul en Virgini bestudeert, dan mag je blij zijn als je er zonder kleerscheuren afkomt Mijnheer Boultby heeft me vroeger wel ver teld dat die Fransche dames vreeselijke men- schen zijn. O ja? zei de Droomer en toen plotse ling zeer geanimeerd: Zie je dat kwikstaartje op den rand van dat vijvertje? Julie lette niet op het kwikstaartje. Je moest iemand bij je hebben als je naar Parijs gaat iemand, die de waarde kent van het geld. Hoe minder geld voor een schilder waard is, hoe beter, zei Willem. Mijnheer Boultby zou dat nonsens noe men. Willem bedoelde eigenlijk dat hoe minder een schilder dacht over geld hoe beter voor zijn kunst dat een schilder beter schildert uit liefde voor de kunst dan voor geld dat de groote meesters bijna altijd arm waren* en arm bleven tot hun dood toe en dat niets zoo zeer geschikt is om iemands oog van schoon heid af te leiden als juist geld. Dit waren nu juist niet zijn woorden. Wil lem had immers een eigenaardige manier om zijn gedachten in te kleeden en Julie was zoo uit het veld geslagen om dit argument, dat de inhoud van het lunchmandje noodig was om haar wat op te wekken. met het vraagstuk niet op te zetten als een gewone rekensom. Dat doet men toch ook niet bij het graven van kanalen, het leggen van spoorwegen e. d. Van een werk als dit zijn de directe en indirecte voordeelen niet in cijfers om te zetten. De voornaamste vraag is: sluit een derge lijk werk al dan niet groote welvaartsmoge lijkheden in zich? Bereikt worden deze zoo wel direct als indirect. Ons land wordt er meer evenwichtig door. Gaat niet in hoofd zaak of alleen steunen op industrie. Ook het maken van den Rotterdamschen Waterweg was geen rekensom, maar achteraf zal toch elk moeten getuigen, dat het een schitterend werk was. Door de onbekendheid met het werk zijn verschillende aannemers afgeslacht. Jammer is, dat men de begrootingscijfers voor de af sluitdijk baseerde op de aannemingssommen van deze aannemers. De eerste begrooting was 110 millioen gulden, maar toen men de aannemingscijfers zag van de eerste aanne mers, bracht men de begrooting op 90 mil lioen gulden terug Toen kwam de prijsstij ging van de materialen, daarbij de loonsver- hoogingen van de arbeiders en vervolgens nog de verzwaring van het dijkslichaam Geeft dit nu het recht om te spreken en te schrijven als men op het oogenblik doet? Spr. meent van niet. De heer Lovink rekende indertijd bij een kostprijs per H.A. var 3000 nog op een klein overschot. De prijs van de gronden in de Wieringermeer is per H.A. 5000. En ondanks deze tegenvaller zegt spr. toch: doorgaan. Er js momenteel wel geen grond- honger, eerder kon men zeggen dat velen on passelijk zullen zijn van hun grondbezit, maar ge!et op de geschiedenis van deze eeuw, mogen wij met vertrouwen zeggen: zooals het nu is blijft het niet. Daa.bij komt, dat de volgende werken eenvoudiger en gemakke lijker zullen zijn. Zal de Oostpolder komen op 3000 per H.A., waarbij gerekend is op eenige tegenslag, de andere polders zu'len niet hooger komen dan 2800 per H.A. Ge rekend naar deze cijfers komen de 220.000 H.A. op een gemiddelde prijs van 3050 per H.A. De vergissing omgeslagen over het ge heele werk zou dus 50 per H.A. zijn. Laat bij het bepalen van onze houding de malaisestemming niet overheerschen. Van de ontginning mag aan de hand van de nu reeds bereikte resultaten gezegd wor den, dat ze zelfs op deze verzoude gronden, gezien mogen worden. Tachtig jaren geleden is de Haarlemmer meer drooggelegd. Dat was in de tijd van de liberale vrijheid en de hoogtij van het par ticulier initiatief. Staatsbemoeiing was uit den booze. Het eenigste wat spr. van Staats- bemoeing met deze zaak kan vinden was een Staatsblad van 21 Juli 1852 waarin stond: „Het meer is droog!" Meer niet. In het werk van Ter Veen kunnen we lezen hoe enkele pioniers de drooggekomen woes- ternij introkken, de zwakke werden vertrapt, alleen de sterken konden zich handhaven. Leiding was er niet. Ieder vocht voor zich zelf. 't Was een beeld van de meest ruige el lende, in volkomen Wild West. Eerst 3 jaren na de drooglegging werd een en ander be stuurlijk ingedeeld. Vele jaren later werden allerlei inwoners ontdekt. Het bestuur van de polder berustte bij eigenaren welke allen uit wonend waren, de grondgebxuikers hadden niets te vertellen. In 1854 stierven in dezen polder nog meer menschen dan er geboren werden. Een oud-Haarlemmermeersch arbei der zei eens tegen spreker: Men wist gewoon niet in overig Nederland, hoe wij toen in de dras zaten. Dat is anders geworden. Er is gekomen collectief-verantwoordelijkheidsgevoel. Een anti-revolutionnair minister droeg tenop- zichte van de droogkomende Wieringermeer een onderzoek naar de breideling van de vrije krachten op deze gronden" op aan een commissie staande onder leiding van den li beraal Vissering. Deze commissie diende al lerlei vraagstukken van hygiënischen, socia len en staatkundigen aard welke zich hierbij zouden kunnen voordoen te onderzoeken en een regeling voor te stellen. Art. 194 van de Grondwet bood de gele genheid om een orgaan te scheppen, wat in dezen leiding gevend en regelend kan optre den. Hiertoe over te gaan adviseerde dan ook de commissie-Vissering. Deze zelfde commissie adviseerde 25 pCt. van de gronden in overheids-exploitatie te geven. Spr. heeft in dezen vorm van exploi tatie zooveel vertrouwen, gelet op de resul taten bereikt op de boerderijen van de stad Groningen, dat hij vertrouwt dat staatsex ploitatie het zal winnen. Staatsexploitatie, Nadat zij geduldig had geluisterd naar die malle redeneeringen, keek zij op haar horloge en zag dat het één uur was. En daar ze nog geen spoor van het dorpje Crowdon Market in het oog kregen, besloten ze maar eerst eens te kijken wat schermgodin voor hen klaar gemaakt had. Sandwiches met ei en tomaten, ham en onder in een heerlijke taart met amendalen: alles even verrukkelijk Het déjeuner was op het oogenblik nog we! zoo prettig als hun gesprek, ofschoon dat ook op heel hoog peil stond. Zij deelden alles eerlijk in drieën. Mitchell moest zijn aandeel maar gebruiken zoodra hij wat langzamer kon gaan rijden. Hij kreeg ook zijn aandeel van de koffie, die lekker warm uit de flesch kwam. Het was ruim twee uur toen zij in Crow don Market aan kwamen en stilhielden voor de herberg: De Eenhoorn, Hier had Willem een half jaar geleden over de groote droogte gepraat met juffrouw Ferris, de dochter des huizes, een meisje met een hoogroode kleur. Julie zag dadelijk dat het een brutale meid was. Zij beloofden over een uur terug te komen; meer tijd kon Mitchell hun niet geven als zc- voor het opgaan van de man thuis wilden zijn. Zoo togen Julie en Willem er op uit, meer romantisch dan ooit en aanvaardden den pelgrimstocht naar de Hoogstraat. Het was de eenige straat in de stad 'die iets beduidde, het punt waarop alle kleinere straatjes uit kwamen. Een van die straatjes moesten ze opzoeken. Van het begin van de straat af aan was Willem helaas zeer weinig zeker van den weg. Hij herinnerde zich "vaag dat het 't tweede of derde straatje links moest zijn, dan versteken en dan weer links en daarna een maar los van ambtenarij. De bedrijven van de provincie Noord-Holland kunnen in de zen ook weer ten voorbeeld strekken. Er was in de commissie-Vissering dan ook maar een stem voor verkoop van alle grond. De waan, dat het particuliere bezit alleen de beste resultaten zal kunnen opleveren, is ook de boer, dank zij de crisis, wel te boven. Niet het bezits-, maar het rustige gebruiks recht is voor deze menschen de hoofdzaak. Pacht e. d. heeft in deze tijden wel een deuk- major gekregen. Wanneer in 1924 de gronden droog en in cultuur waren geweest en verpacht voor de toen geldende pachtprijzen dan zou tot 1929 toe, over vijf jaren dus, door alle pach ters tesamen op de 220.000 H.A. 50 milli oen gulden te veel aan pacht zijn betaald. Het oude spelletje van: in de dure tijd de pachters dwingen om te koopen, waardoor ze in de goedkoope tijd moeten verkoopen, waarbij ze van al hun arbeidsresultaten over het tusschengelegen tijdvak worden ontlast, moet uit zijn. Voor bestaanszekerheid van boeren en ar beiders biedt staatsexploitatie groote voor deelen. Waar hoort men nu nog ten platten- lande de lof van den eigengeërfde boer zin gen? De mogelijkheid op rationeele bedrijfs voering wordt vergroot en tevens laat dit een behoorlijk loonpeil toe. Nu heeft de regeering uitgevonden, dat er nog zoo iets als een Domein wet is van 1841 en op grond van deze hoogbejaarde wet zei- de minister de Geer, behooren deze gronden bij Domeinen. Over deze vondst van financiën is ook nog niet het laatste woord gesproken. Met een warm gestemd slotwoord over dit groote werk, met de groote mogelijkheden voor de toekomst en het volste vertrouwen in de eindresultaten, eindigde spr. zijn duide lijke uiteenzetting onder applaus van de ver gadering. Hierna werd gepauzeerd. Na de heropening van de vergadering was allereerst het woord aan den heer Veer man van Oostwoud. Dezl vroeg of er ook be drijven gesticht kunnen worden kleiner dan 20 H. A. voor tuinbouw. Vervolgens vroeg deze spr of de thans ge bouwde schuren over den geheelen polder zullen worden verspreid of dat deze in een bepaalden hoek komen? Wanneer zal de uitgifte van de gronden plaats vinden? Waarom laat men op de schoon boven water gekomen gronden het onkruid zoo welig opschieten en doet men niets daartegen? De heer Muis van Wormerveer vroeg of niet beter en goedkooper andere grond- complexen in cultuur zouden kunnen worden gebracht, men had dan minder menschen benadeeld, zooals thans de visschers, waar van wel gebleken is, dat ze voor fabriek- matigen arbeid ongeschikt zijn. De heer P. Hart van Koedijk zag zijn eerste enthousiasme voor de drooglegging wel heel sterk bekoeld door de houding van de hui dige regeering. Het deed bij hem de vraag rijzen, waarom voor de toekomst van den land- en tuinbouw zulke groote bedragen en voor het heden zoo goed als niets? Nu de Zuiderzeegiond is droog gekomen, kan men eigenlijk goedkooper het Geestmer-Ambacht weer onder water laten loopen. Is de werkwijze in den proefpolder wel een zoo danige dat men gerust kan zijn. Ontbreekt bij al de theorie niet te veel de man van de prac- tijk? De heer Van Veen van Hoorn vroeg of juist is de mededeeling, welke hem bereikte, n.1. dat de kwaliteit van de drooggekomen gronden erg is tegengevallen, zoodat daar door op een totale waarde-vermindering dient te worden gerekend. De heer Busser van Wieringen vroeg naar de oorzaken waardoor sommige Kamerleden van meening veranderden. Welk systeem vroeg spr. verder, zal vermoedelijk bij de verdere werkzaamheden worden gevolgd? Dat van de M.-U. Z. of een ander? De heer Bremer van Schoort vroeg waar om de groote bedrijven den voorrang wordt gegeven. Z. i. kan van bedrijven met een grondoppervlak van 1020 H.A. op betere resultaten worden gerekend dan bij grootere bedrijven. De heer C. Bakker van Zaandam vroeg of het standpunt van den heer v. d. Waerden is het standpunt van de geheele S. D. A P. Hij meende die te moeten vragen na de uitlating van zijn partijgenoot de heer Henry Polak, „dat bij dit werk de millioenen in 't water zijn gesmeten, zonder meer". Was het niet de taak van de S. D. A. P. om ten opzichte van een dergelijk groot en grootsch werk hare klein steegje in, waarvan hij den naam ver geten was. Dat was juist iets voor hem, dacht Julie, maar ze zei het maar niet. Willem wist evenmin den naam van de vrouw als den naam van de straat waar zij woonde en toen ze omstreeks een half uur tevergeefs gezocht hadden, maakte Julie zich al ongerust dat het oude mensch haar jaar geld zou misloopen. Het zou echter vernede rend zijn terug te keeren zonder iets bereikt te hebben, en toch had het romantische van het geval gemaakt, dat ze den moed niet ver loren. Mitchell's uur was bijna om toen Willem eensklaps staan bleef. Er was een licht voor hem opgegaan. Hij was op het spoor! Op den hoek van de straat, waar zij al driemaal in geweest waren, was een aller aardigst klein winkeltje en melkinrichting. En daar herinnerde Willem zich niets van. Zoodra hij het schilderstukje gekocht had, was hij daar in gegaan om een glas melk en een broodje te gebruiken. Hij bleef even staan: het winkeltje van de oude vrouw moest juist aan den overkant zijn. Maar het huisje was afgebroken, het heele perceel, waartoe het winkeltje behoorde, was verdwenen. Zij gingen het koffiehuis binnen om inlich ten door een jong meisje, dat naar Julie's opi- ting te vragen en werden vriendelijk ontvan- nie te veel haar tanden liet zien als ze lachte, om mooi genoemd te worden. Evenals juffrouw Ferris, de dochter van de herbergierster, herinnert dit meisje zich Willem zeer goed. Julie vond dit wel wonder lijk, daar hij maar eens in die stad geweest was en dan nog zeer kort. Maar Willem was nu eenmaal Willem; daarenboven kwamen er heel weinig vreemdelingen in het stadje. '..Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5