!RecfUstakm ABBEKERK. Door het gemeentebestuur is besloten, dat aan noodlijdende tuinders (grove tuin bouw) rentelooze voorschotten zullen worden verstrekt. een adres aan prov. staten. Aan het College van Provinciale Staten van Noord-Holland is het volgend adres ge zonden. Oeven eerbiedig te kennen: de ondergeteekenden Gerrit de Jongh Si- monszoon, wonende te Oudorp N.-H., Jo- hannes Bleeker, mede aldaar, Tlieodorus Dekker, wonende te Akersloot, Cornelis Laan, wonende te Oudorp, Pieter Tromp te Oudorp en Theresia Maria Anna Elisabeth Diekmann weduwe van Carl Marie Franz Schade, wonende te Oosterbesk, Gelderland, ten deze domicilie kiezende ten huize van den eersten ondergeteekende Gerrit de Jongh voornoemd, huize Boomlust, Schermerdijk, Oudorp; dat verzoekers zijn allen ingelanden van de Schermeer en landeigenaars van kavels in dien polder gelegen tusschen den Omval gem. Alkmaar) en Huigendijk (Westpunt) én uitloopende naar den Schermerdijk ter plaatse; dat ter kennis van verzoekers is gekomen, dat buiten en behalve den reeds bestaanden weg langs den Schermerdijk van den Omval naar den Huigendijk geprojecteerd zijn a. een weg langs het nieuw te graven West- frieschkanaal aldaar en ook nog b. een weg, loopende dwars door hunne landerijen en op slechts enkele honderden meters Oost van den bestaanden weg; dat dus aan dezen laatstgemelde geprojec- teerden weg (hierboven genoemd sub b.) als vormende een derde verbindingsweg Omval —Huigendijk uit een verkeerscogpunt in het geheel geen behoefte bestaat, ook al reeds otp grond van het feit, dat ter plaatse tamelijk ver buiten de stad Alkmaar om, nagenoeg geen verkeer passeert, noch ook te wachten kan zijn, immers, het verkeer vertoont aan alle zijden steeds neiging juist die stad op te zoeken; dat het algemeen belang in deze tijden van economische crisis en malaise geenszins ge diend kan zijn met de uitvoering van overbo dige werken, waartoe de hierboven sub b. ge noemde weg zeer zeker behoort, noch ook in latere tijden; dat het dan ook van groote bekendheid is, dat degenen, die met de gesteldheid van deze plaats bekend zijn de genoemde plannen al gemeen afkeuren, dat b.v. ook het polderbe stuur van de Schermeer zich met kracht daartegen verzette; dat daarenboven alle eigenaars van het ter plaatse gelegen land, waardoor het pro ject van evengemelden weg snijdende is ont worpen, tengevolge van de uitvoering van zulk een werk ernstig benadeeld zullen wor den, daar hunne bedrijven er op zijn inge richt het in de onmiddellijke nabijheid van deze bedrijven gelegen land te gebruiken, hetgeen geenszins meer het geval kan zijn, als een weg van eerste grootte dwars door die landerijen getraceerd zal zijn, en de aan gelanden zich zullen hebben te gedragen naar de gewone te stellen politiemaatregelen op zulke wegen (verbod van veedrijven, enz.) en zich te vergenoegen met bepaalde uit- en overgangen, e.d.; dat behalve dus reeds belangrijke land bouwbelangen hier geschaad dreigen te wor den ook aan de afwatering van de bedoelde kavels nadeel zal worden toegebracht door gemelde veranderingen; dat eindelijk door gemelde veranderingen noodeloos landerijen verknipt en schadesnij- dingen veroorzaakt zullen worden, welke het bedoelde land in waarde en bruikbaarheid zal doen verminderen niet alleen doch ook zelfs de boerderijen onbruikbaar maken voor hun bestemming (bij één dier boerderijen zal de meergenoemde weg n.b. dwars door een boomgaarcf (van verzoeker Laan) en in de onmiddellijke nabijheid van het huis gelegd worden!) en de erven daarbij; waarom al thans een beter effect verkregen zou kunnen worden, wanneer de bestaande weg en dijk ter plaatse verbeterd en goed in orde gehou den mochten worden hetzij één nieuwe weg zou worden gelegd langs het ontworpen Westfriesch kanaal ter plaatse (hoewel adressanten van meening blijven, dat ook deze laatste weg nog geheel overbodig zal bliiken!) Redenen, waarom de requestranten Uw College met aandrang verzoeken het daar heen te willen leiden dat het ontwerp van den weg van den Omval (Alkmaar) naar hei Westpunt van den Huigendijk in de gemeen te Oudorp dwars door de landerijen gepro jecteerd, als ter plaatse volmaakt overbodig, niet zal worden uitgevoerd 't Welk doende, enzoovoort (w.g.) G. DE TONG. (w.g.) C. LAAN. (w.g.) J. BLEEKER Cz. (wg.) P. TROMP (w.g.) Th. DEKKER (w.g.) Mevr. Wed. E M F SCHADE Oudorp, 20 Januari 1932. korteTberichten" Prinses Juliana heeft Dinsdagavond in den Amsterdamschen Stadsschouwburg den gala-avond bijgewoond. De algemeene vergadering van de li berale staatspartij De Vrijheidsbond zal 2 en 3 April te Leeuwarden worden gehouden. De gemeenteraad van Bussum heeft een motie aangenomen, waarin de wensche- lijkheid wordt uitgesproken van bevordering van den aanleg van klinkerwegen. De Amsierdamsche rechtbank heeft de door de N.V. Nat. Emissiebank en de N.V. Nat. Spaar- en Emissiebank ingediende, aan vragen tot surceance van betaling geweigerd en beide instellingen in staat van faillisse ment verklaard. BÉ L ËEDIGÏ N G. In Maart van het vorige jaar heeft voor de Utrechtsche rechtbank terecht gestaan ds. R-, predikant te Winterswijk, vroeger te Hoogland, terzake van beleediging. Het go d hier de bekende anonieme brielschrijverij met betrekking tot de Stichting Zandbergen" te Amersfoort. Jhr. Ortt, directeur der Stichting deelde mede, reeds jaren achtereen briefkaar ion te hebben ontvangen met een zeer belee- digenden inhoud. De commissaris van politie te Amersfoort, de heer Goorhuis, had even eens een beleedigend schrijven ontvangen. De rechtbank hoorde over deze kwestie twee schriftkundigen, n.1. den heer van der Laan te Pilthoven en mr. Friema te Hilver sum. Deze beiden verklaarden zeker te zijn dat ds. R. de schrijver is. De officier had de zaak tot nader onder zoek terug gewezen en deze diende gistermid dag opnieuw. Een nader schriftonderzoek is ingesteld door dr. Hesseling uit Arnhem en dr. Schrij ver uit Amsterdam. Er waren een kleine der tig getuigen gedagvaard. Verdachte persisteerde bij zijn ontkentenis. De eerste getuig, mr. van Ledden Hulsebos, heeft op een van de in beslaggenomen kaar ten een vingerafdruk gevonden, die volgens hem afkomstig is van verdachte. Deze ont kent echter de briefkaarten te hebben geschre ven. Dr. Tesselink legde omtrent dezen vinger afdruk gelijkluidende verklaringen af, terwijl de Utrechtsche brigadier van politie zeven punten van overeenstemming had gevonden. Bij het verhoor van den heer Goorhuis. com missaris van politie te Amersfoort, bleek, dat er na de schorsing van het onderzoek ver schillende brieven ontvangen zijn. De laatste weken werden er wederom tientallen be zorgd. Verdachte verklaarde er zelf ook te hebben ontvangen. Mr. Friema en dr. Schrijver *waren van mèening? dat verdachte de schrijver der ano nieme bleven was. Er werd nog een groot aantal getuigen gehoord, die allen hun bij de vorige behandeling afgelegde verklarin gen handhaafden. De officier van justitie eischte een maand gevangenisstraf. Ds. Reeser heeft vervolgens een uitvoerig pleidooi gehouden voor zijn onschuld, waar bij hij zei de verheugd te zijn. dat de officier een gevangenisstraf had geëischt, omdat hij overtuigd was, dat het schrijven der anonie me brieven door zou gaan en dat zijn on schuld daardoor aan het licht zou komen.' Hij hoopte, dat de schriftkundigen dan eer lijk hun vergissing zouden bekennen. Uitspraak" over veertien dagen. EEN WEG-BANDIET. De rechtbank te Leeuwarden heeft een 26- jarig chauffeur, uit 's-Gravenhage die iemand te Terband met zijn auto overreed, ten ge volge waarvan deze onmiddellijk overleed, veroordeeld tot vier maanden. De verdachte was na het ongeval doorgereden. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Maandag 25 Jan BOTER AAN DE GALG GESMEERD. Op 27 April 1931 verscheen voor den politierechter, in de flatteerende uitrus ting van cavalerist, de toenmaals 19- jarige Adr. S., uit H. H. Waard, die zich had te verantwoorden voor een delict, dat niet op veel consideratie recht kon geven. Hij had namelijk een landbouwer, bij wieu hij geregeld de Pouderheraut bracht en waar hij wel eens op 'n. bakje koffie werd genoodigd ontlast van 135 die hij in een onbewaakt moment uit een kast in de huiskamer had ontvreemd. Het jonge mensch beloofde alstoen be terschap en werd, mede om zijn militai re carrière niet te schaden voorw. ver oordeeld tot 3 maanden gevangenis straf met 3 proefjaren. Aanvankelijk gaf hij als cavalerist geen reden tot klagen tot op een gegeven oogenblik zijn booze lust om bij een ander in de kast te snuf felen hem weer bekroop en hij uit iet kastje van een wapenbroeder een klein bedrag aan geld inpikte. Dat was natuurlijk een gevaarlijke manipulatie, vooral met het oog op de drie maanden, die bij een herhaling in de zonden, nog evoor hem klaar lagen. En zoo kwam het dat de inmiddels ook als cavalerist onder dankbetuiging voor de bewezen diensten ontslagen en gede tineerde Adriaan heden in gesloten zit ting opniguw zijn opwachting moest maken. De heer Oolders, rapporteur der r. k. reclasseeringsvereeniging te Alk maar werd daarbij gehoord en ons werd later medegedeeld dat de ten uitvoer legging van de voorwaardelijke straf was bevolen. HET DRONKENMAKENDE EN KWAAD BROUWENDE VADER- LANDSCHE BROUWSEL De kleermaker Rieuwert T. te Helder, vertoont in normalen toestand zeer goe de eigenschappen, doch wanneer hij zich overdadig heeft gelaafd met het vuur water van Schiedam is zij optreden con form aan de gedragingen van het listige he rschap, dat In de opera„Faust" zulk een oi.sympathieken rol speelt. Zulks ondervond op 30 Augustus onze goede brigadier tot zijn niet onverdeeld ge noegen, toen hij den beschonken naald ridder naar het arrestantenlokaal moest overbrengen en daarbij een geweldig verzet had te breken. Evenwel toen Rieuwert ter zake terecht stond, werden zijn goede eigenschappen nog eens opge- haeld en besloten hem tot heden op de proef te stellen. Thans werden de resul taten van dit experiment door den heer Wiggers aangeboden. Het proefkonijn was echter niet aanwezig, maar dit scheen zijn schuld niet te zijn. De inlich tingen luidden gunstig, dus werd het probeersel aangenomen en verdachte voorw. veroordeeld tot 2 maanden gev. met 3 proefjaren. MET ARM EN BEEN GEWERKT. De te Venhuizen geboren, wonende en werkende heer Folkart G. gaf op een dag in December 1931 aanleiding tot een bezoek op de zitting van den politie rechter, naar aanleiding van het feit, dat hij zijn dorpsgenoot Th. J. Laven tegen den grond sloeg en hem vervol gens een kwaadaardig» trap in de lies toediende. Volgem bewering van Folkert, die heden terecht stond, zou Raven minder eervolle pr atjes omtrent zijn persoon hebben rondgestrooid. Hij was, volgens dien heer. een kwartjesman of een z g onderkruiper. Deze onaangename erva ring gaf verdachte echter nog geen vrij heid om Raven af te drogen en hij werd dan ook behoorlijk gecortgeerd door en geldboete van 15 of 15 dagen hechtenis. HET DOEL LELIJK VOORBIJ GESTREEFD. Een 40-jarige scheepmaker te Broek op Langendijk, getooid met den histori- schen naam van Jan de W. had getracht den Raad van Arbeid er tussohen te ne men, door een rentekaart ten behoeve van zijn knecht Jan de Haas gedurende het tweede halfjaar 1931 te beplakken met reeds gebruikte rentezegels van 60 cent. Deze „linke" streekt mocht hem echter niet voldoende gelukken, zooals bleek uit zijn verschijning heden voor den politierechter. De verdachte beweer de dat de zegels niet gebruikt waren, maar eerst hadden gestaan op naam van een ander persoon, voor wien ze niet waren ingeleverd. Hij had toen de ze gels afgeweekt en van nieuwen datum voorzien, een gevaarlijke tak van „Huis vlijt" die den economischen patroon kwam te staan op 30 boete of 30 dagen hechtenis. EEN WERKLOOZE DIE NIET VOL DAAN WAS OVER DE BEDIENING AAN DE ARBEIDSEEURS. De 24-jarige los werkman Jan H., wo nende te Alkmaar, presenteerde zich in kwaliteit van verdachte, omdat hij op 15 December 1931 aldaar een employe van de Arbeidsbeurs, de heer C. Bakker, zou hebben mishandeld door hem te slaan, terwijl hij voorts niet had voldaan aan de vordering van twee andere be voegde ambtenaren van het instituut om zich uit het lokaal van de Arbeids beurs te verwijderen De verdachte zag in zich zelf geen schuld en vermeende destijds in zijn volste recht te staan. Verdachte ontken de de bevoegdheid van den ambtenaar om hem te gelasten zich te verwijderen. De heer Bakker had de inschrijving geweigerd omdat verdachte en zijn broe der niet bekend stonden als arbeiders doch als handelaars in casu venters langs de huizen. Verdachte beweerde 5 jaar lang werkzaam geweest te zijn op Eik en Linden. Ook had hij gewerkt in den wijnhandel van den heer Geels. Eerst later had hij zich onledig gehou den met stoeienmatten. De politierechter verende dat in deze dagen vooral de ambtenaren soepel moeten zijn. Over het algemeen genomen maakte deze getuige een niet bepaeld schitteren den indruk. De politierechter achtte zich zelfs gedrongen getuige pp het gewicht van den eed te wijzen. Ook werd besloten om den directeur v. d. Heuvel telefonisch te ontbieden. Intusschen werd gehoord de heer van Zutphen, ambtenaar van de Arbeids beurs en M. H. B. en onder dit verhoor erkende verdachte dat hij om handels- geld had verzocht. Hij was voor korten tijd met zijn moeder en broeder van Egmond aan Zee gekomen. Getuige had verdachte geadviseerd zich schriftelijk tot Maatschappelijk Hulpbetoon te wenden om steun. De heer v. Zutphen, ex-rijksveldwach- tc'verklaarde voorts te hebben gehan deld op algemeene lastgeving van den directeur. Het bleok dat verdachte later, toen zijn moeder 5 steun werd verleend, ondanks het voorgevallene, een schrif telijk excuus had ingezonden. De heer v. d. Heuvel, inmiddels gear riveerd, werd daarop gehoord en deze verklaarde niemand last te hebben ge geven verdachte het lokaal uit te zetten. Het personeel heeft een algemeene machtiging den directeur te vervangen bij diens absentie. De directeur was dienzelfden ochtend niet door den get. Bakker opgebeld, wel te voren. Overigens had de directeur zijn spijt uitgedrukt over het gebeurde. Der gelijke incidenten waren hem niet aan genaam. Ten slotte werd nog gehoord de heer Elte, die eveneens een resumé gaf van het gebeurde. Niet werd door getuigen aangenomen dat verdachte opzettelijk naar den heer Lakker had geslagen. De officier stelde de keus tot verwij zing naar den rechter-commissaris of een vrijspraak omdat de zaak niet dui delijk is, wat de mishandeling aanbe- trof. Ter zake huisvredebreuk requireer de de officier alsnu 7 boete of 7 dagen hechtenis. Vonnis 5 boete of 5 dagen hechtenis. EENIGE ONAANGENAAMHEDEN TUSSCHEN DAMES. SCHREEUWENDE KINDEREN IN DE RECHTSZAAL! Mej. Hendrika Bechtgenoote Joh. L. N. te Alkmaar, de zaal binnen tredende met een baby op den arm en een ietwat grooter dochter aan de hand, zou op 14 Dec. mej. K. de Wilde, wed. Roos, een klap in het gelaat hebben gegeven Het vervaarlijk geschrei van de verschrikte kleintjes, die blijkbaar in de rechtszaal zich niet op hun gemak bevonden, maak te het volgen van deze gewichtige zaak niet gemakkelijk. Eisch 8 boete of 8 dagen hechtenis. Vonnis 5 boete of 5 dagen hechtenis. Voor zoover we het konden verstaan was moeder N. het niet met de dagvaarding eens. HELDERSCHE RUITENVER- BRIJZELAAR. In den nacht van 13 op 14 Dec. werd te Helder eer, winkelruit ingeslagen in een handelswaarde ijwn—,T:ed den schoenhandel van Bata, welke ruit een handelswaarde vertegenwoordigde va' 40. De niet verschenen C. B. werd dit feit ten laste gelegd en verdachte die destijds beschonken was, veroordeeld tot 25 boete of 25 dagen hechtenis. DE GESCHORSTE MOTORRIJDER DIE OM GEEN VERBIEDEN GAF. De bankwekrer Jan de B., te Helder, had ondanks hem voor den tijd van 1 jaar de bevoegdheid om motorrijden was ontzegd, toch nog van dat rijbewijs gebruik gemaakt, hetgeen op 12 Decem ber door den biigadier der gemeente politie Kramer werd geconstateerd. De schorsing was verdachte opgelegd als "dgevolg van zijn woest rijden. Ook had hij op 12 Dec. nogal wat alcoho'hou- dende dranken verwerkt. Eisch 1 maand gevangenisstraf. Vonnis conform. EEN SCHOENKLOMP GEEEZIGD ALS TUCHTMIDDEL. De 38-jarige landbouwer Pieter B te Helder stond terecht ter zake mishande ling van den klompenhandelaar W. Vol kers, welke handelsnaam hij op 19 De cember met een exemplaar van een ge kocht schoenklompenpaar, dat niet aan den eisch voldeed, 'n mep in het gelaat had toegebracht. Volgens verdachte waren Je klompen na één uur gebruik al stuk. Volkers weigerde zijn erf te verlaten, nam een dreigende houding aan en toen gaf ver dachte hem een duw. Bij de politie had hij de zaak minder onschuldig voorgesteld, toen had hij toegegeven den man voor den grond ge slagen en hem bloedend verwond te hebben. De officier hield zich aan de eerste en meest spontane verklaring en vordirde 30 boete of 30 dagen hechtenis. Uitspraak: 25 boete of 25 dagen. ARRONDISSEMENTSRECHTBANK. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 26 Jan. 1932. EEN ONGELIKTE BEER. BEDREIGING MET DOODSLAG. De reusacht.ge 29-jarige slagersknecht Kiaas Gerrit de L., uit Mcdemblik, die niet voor het eerst met de strafrechtoank in con tact kwam, bevond zich thans in voorarrest en stond terecht voor het na te noemen feit. In den nacht van 28 October bevond hij zich te Iwisk en na zich in een café duchtig te hebben bedronken, drong hij met geweld binnen in de slagerij van den neer N. Cou vert aldaar en wilde met een groot slagers hakmes dezen te lijf, onder bedreiging dat hij hem aan gehak wenschte te snijden, hem in eik geval wilde dooden, al zou het hem ook 10 jaar kosten. Hij had te voren een ruit verbrijzeld en vervolgens de deur van de woning ingetrapt, draaide het electr. licht op en verschafte zich toegang tot de slachtplaats. Hij stuitte toen op den heer Couvert, die gelukkig in het bezit was van een revolver, waarop de geweldenaar blijkbaar schrok, zich terug trok naar de slagerij en zich in 't bezit stel de van een hakmes. De verdachte, een inderdahd zeer gevaar lijk individu indien hij onder den invloed is, werd reeds verschillende malen veroordeeld wegens poging tot zware mishandeling, mishandeling en wederspannigheid. Als getuige-deskundige werd eerst ge hoord Dr. Marius ten Raa, zenuwarts te Cas- tricum. Deze had verdachte medisch onder zocht en was tot de conclusie gekomen, dat verdachte, hoewel nerveus, toch verantwoor delijk was voor zijn daden er^ hem geen ver minderde toerekenbaarheid kon worden toe geschreven. De verdediger, mr. C. A. de Groot, vroeg of verdachte, die, bij het z.g.n. afvallen van de bladen, anders was dan gewoonlijk, door zijn geestelijken aanleg daarvan meer gevoel de dan een normaal mensch Dr. ten Raa antwoordde geen geestelijxe afwijking van dien aard bij verdachte te hebben geconstateerd. Vervolgens werd gehoord de heer Wig gers, reclasseerings-rapporteur en ambte naar, die verklaarde dat de reclasseering voor verdachte niet meer bruikbaar was. Hst rapport was daarvoor al te somber. De heer N. Couvert, slager te Twisk, wenschte zich civiele partij te stellen wegens door verdachte gepleegde vernieling aan het perceel voor een bedrag van 10. Aanvankelijk stond verdachte voor het huis en brulde Couvert toe: Kom er uit, ik wil met je afrekenen! Couvert animeerde hem toen maar iiever naar huis te gaan en draaide het licht uit. Toen trapte Klaas de deur in en bedreigde getuige, die gewapend met een revolver, zich in de kamer bevond, met een mes en een hakmes. Hij bracht ech ter zijn moorddadige voornemens niet ten uitvoer en heeft zich lattr verwijderd. De verdachte was van meening dat hij niet zoodanig was opgetreden. De jonge reus, die onder invloed van sterken drank zich ge draagt als een ware woesteling, was thans zoo beleefd mogelijk en zacht als een lamme tje. Hij zeide stellig in de meening te verkee- ren, eerst na de verschijning van Couvert met iets in de hand, zich naar de slagerij te heb ben begeven, om óók wat „gereedschap" te halen. De heer S. Kee, kaasmaker te Twisk, woont in bij den slager Couvert en verschaft dezen als contraprestatie den kost. Dien avond te bed liggende, had getuige het geweldig lawaai en de bedreigingen door verdachte geuit, gehoord. Hij stond op en zag in de woonkamer Couvert staan. Daar op hoorde hij glas rinkelen en vloeken en bedreigingen. Voorts had hij waargenomen dat Couvert een revolver en verdachte een mes in de hand had. Deze laatste haalde de deur open en riep: Het moet maar beuren! Verdachte had in de eene hand 'n slagers mes en in de andere een hakmes. Getuige kreeg den indruk dat verdachte den slager Couvert naar het leven stond. Ten slotte werd gehoord de 22-jarige sla gersknecht J. Steeman, die zich in bedoelden avond in een café in gezelschap van ver dachte had bevonden. Laatstgenoemde was toen beschonken. Hij had het voornemen op Couvert los te trekken en getuige had ge tracht hem hiervan af te brengen. Als 16- jarige jongen had verdachte al met een re volver gedreigd en in militairen dienst den compagnie-commandant met een mes. Ook een keurmeester had hij gedreigd met een re volver of een mes. Tot daden was het echter nooit gekomen. Dr. ten Raa was de meening toegedaan, dat het verdachte meer is te doen om angst aan te jagen, vooral indien hij onder drank- inv'.oed verkeert. Het is echter mogelijk, dat op een kwaden dag verdachte wel tot daden overgaat. De officier, het gebeurde kortelings rele- veerende. kwalificeerde het voornaamste feit als bedreiging met doodslag. Van zelfverde diging, waarop verdachte zich ten onrechte beriep, was niets gebleken. Verdachte was toerekeningsvatbaar en had zeer ongunstige antecedenten. De bevolking van Medemblik is doodsbang voor hem. Er ging een zucht van verlichting op, toen men hoorde dat dit gevaarlijke mensch was gearresteerd. De commies Hartog had zelfs speciaal vergun ning een revolver te mogen dragen, voorna melijk omdat hij door verdachte meermalen was bedreigd. Ten slotte requireerde de officier 1 jaar en 10 maanden gevangenisstraf ter zake huis vredebreuk en bedreiging met doodslag. Mr. C. A. de Groot, had een geheel ande ren indruk van den „schrik van Medemblik"' gekregen, dan hij uit de stukken had ontvan- en. Hij vond een groot jongmensch, dat cel klein was in het Huis van Bewaring en veel spijt had van het gebeurde. Voorts stelde pleiter in het licht de betere eigenschappen van zijn cliënt, bestreed op juridische gronden de dagvaarding en ver meende dat een gevangenisstraf zeer ongun stig op verdachte zou werken. Beter was het hem ten goede te leiden. Dit was de weg dien men met verdachte moest inslaan. Daarna overwoog pleiter de mogelijkheid, verdachte alsnog te reclasseeren en refereerde zich overigens aan het oordeel der rechtbank. Ten slotte volgde de gebruikelijke re- en dupliek. EEN GESTOLEN ZWIJNTJE GEKOCHT. De opkooper Cornelis M. te Uitgeest had op 29 Aug. van zekeren heer J. P. v. d. Klas horst gekocht een tweetal rijmelen voor 22.50, welke fietsen later bleken door ge zegden v. d. Klashorst te zijn ontvreemd. Als gevolg van dien lichtzinnigen rijwiel handel stond heden Cornelis M. terecht, als verdacht van opzettelijke heling. De heer v. d. Klashorst, thans gedetineerd in het huis van bewaring te Haarlem, vermoedelijk niet als beloonijig voor zijn goede gedrag, werd als nu als" voornaamste kroongetuige tegen den verdachte gehoord en deze heer verklaar de meerdere rijwielen en een lantaarn aan getuige te hebben verkocht. Ook was volgens getuige de verdachte wel degelijk bekend met het feit dat de rijwilen van diefstal afkomstig waren. Volgens verdachte had deze getuige zich voorgesteld als inspecteur van politie te Heemstede. Hij had een politiepenning ge toond en was als zoodanig in zijn koopmans- register ingeschreven. De heer v. d. Klashorst gaf echter 'n heel andere lezing van deze geschiedenis. Hij was in het bezit van een kaart, waarop het poli- tiestempel van Heemstede stond. De heer E. Jas, rijwielhandelaar te Haar lem, had in het laatst vaq Augustus om v. d. Klashorst een rijwiel verhuurd, dat deze huurder niet had teruggebracht. Bij den rechter-commissaris had hij het rijwiel eenigszins veranderd teruggezien. Ten slotte werd gehoord de heer Th. Rij ke, rijwielhandelaar te Heemskerk, die van verdachte in September een rijwiel had ge kocht. Hij had de fiets opgeknapt en deze is later in beslag genomen. De officier noemde de redeneering van verdachte, dat een inspecteur van politie in rijwielen zou handelen, onzin en requireerde 6 maanden gevangenisstraf. EEN DRAMA TE GROOTEBROEK. ONGEMOTIVEERDE BEMOEIZUCHT. De korte maar stevig gebouwde arbeidei Nic. K. te Grootebroek had zich in de mid dagzitting te verantwoorden wegens mis handeling van zijn bejaarden dorpsgenoot J. Laan, die hij in den avond van 22 Nov. al daar in de keel zou hebben geknepen en op het hoofd geslagen. Volgens verdachte zou hij zich hebben ge ïnteresseerd voor het geval, dat een jong meisje door gezegden heer Laan was lastig gevallen en het meisje had gezegd: ik ga of ik loop niet met je mee. Later bleek echter dat dit meisje de bloedeigen dochter van ge- melden heer Laan was. Genoemde heer Laan was voornemens zijn dochter thuis te brengen, doch de levens lustige jonge dame had meer viducie in een ander dansje en wenschte naar de danszaal terug te keeren. Zijn dochter had echter niet gezegd: ik verdhet, ik ga niet met je mee, zooals verdachte geliefde te beweren. De oude heer werd teen door verdachte heftig bij de keel gegrepen en op het hoofd geslagen, zoodat hij buiten bewustzijn ge raakte. Zijn pet viel onder de operatie van zijn hoofd en hij zelf tegen een hek. De verdachte ontkende de mishandeling, doch de schilder Berkhout had gehoord dat een jongmensch met een geweldig knaap ter illustratie, tegen een meisje had gezegd, dat ie 'm een goeie klap had gegeven. De 16-jarige Anna Cattr. Kcolenberg was het meisje waartegen gezegd was, tot drie maal toe, dat hij Laan een klap tegen zijn hoofd had gegeven. Anna kon zich van deze woorden niets herinneren, wat de president vreemd vond. Zij had wel gezegd dat Laan een goeie man was, die zijn dochter thuis wilde brengen. De getuige F. Ooteman deelde mede, dat verdachte geen lust had om te gaan dansen in het patronaat. Hij had Laan en verdachte tegenover elkaar zien staan. Van de mishan deling zelf beweerde hij niets te hebben ge zien. Wel had hij gemerkt, dat verdachte ze nuwachtig was. Ook had hij gezien, dat Laan zijn pet had verloren, terwijl deze had gezegd, dat hij het zou aangeven. Verdachte had ook nog een situatieteeke- ning medegebracht, die met belangstelling werd bezichtigd en lang en breed besproken. Nicolaas K. was reeds vroeger in aanra king geweest met de justitie ter zake weder spannigheid en deswege veroordeeld tot 2 maanden voorwaardelijk. De officier zag niet in dat er aanleiding was voor verdachte om ter bescherming van mej. Laan op te treden en evenmin was het noodig ofn den ouden man te mishandelen. Het ten laste gelegde voorts bewezen achten de, vorderde spreker ƒ60 boete of 60 dagen. De officier verbaasde er zich grootelijks over dat een „patronaat" werd gebezigd als dans zaal. Ronduit gezegd, viel dit den officier sterk tegen! De verslaggever ziet er echter in een ho- moöpatiesch middel! Similia Similibus Curantur: Men moet de eene kwaal soms met een andere genezen! -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 7