ONZE DRUKKERIJ UW DRUKWERK üxmd: en JmuQmw STSteÏÏ?,erwiil men hiw Ome JCoionim 'fxminclaal 'flieuws Jnoezonden Stukken £cuüste Aecichten N.V. Boek- iHandelsdrukkerij V.h. HERMS. COSTER i ZOON Voortlam C 9. m m m m m m m m m m m m Brieven uit Rusland KOEDIJK. VOORZIEN VAN DE NIEUWSTE MACHINES LEVERT FRAAI EN SNEL. Vraagt offerte aan de Direct na aankomst van het schip werden He kisten met het stoffelijk overschot van de £Lren Wiersma, Van Onlangs en Kotte, ge wikkeld in de Nederlandsche driekleur naar u l0uwkamer gedragen. Hierbij was namens 3e KL.M. tegenwoordig mr. T. H. Slotema- ker en namens den Rotterdamschen Lloyd, de heer Th Ruys. 'n de rouwkamer heeft men do drie kisten naast elkaar opgebaard. In het middenstaat de kist met het stoffelijk overschot van piloot Wiersma, rechts daar van, dat van den tweeden piloot Van On langs, terwijl dat van den boordwerktuig kundige Kotte ter linkerzijde is geplaatst. Kransen van den Rotterdamschen Lloyd en van de K L.M. dekken de lijkbaren. De begrafenissen, die Maandag zullen plaats hebben, zullen uitsluitend kunnen worden bijgewoond door familieleden en genoodigden. SNIJBLOEMEN-UITVOER NAAR FRANKRIJK. Het contingent bereikt. Nog slechts 100 K-O. per dag per vliegtuig toegestaan. De directie van den landbouw deel' mede, dat volgens telefonische mededeeling var. den j-jjkslandbouwconsulent te Parijs, het Jour nal Officiel van hedenmorgen ling bevat, dat de invoer van snijbloemen uit alle landen voorloopig verboden is, wegens uitputting der contingenten. Er wordt slechts uitzondering gemaakt voor den invoer der 100 KG. snijbloemen, per dag per vliegtuig in te voeren uit Neder land. VLEESCH-CONTINGENTEERING. Als tegenmaatregel Deensche bestellingen in Nederland inge trokken. De N.V. Reinders' Olie- en veevoederfa brieken te Zwolle heeft zich met een uitvoe rig schrijven gericht tot den minister van Arbeid, H. en N.. waarin erover geklaagd wordt, dat een belangrijke order, die haar vertegenwoordiger in Denemarken bij een vasten afnemer had kunnen plaatsen, vol gens diens schrijven dreigde af te springen, omdat de Deensche bladen en de boerenstand aldaar verontwaardigd waren over de berich ten omtrent contingenteering van den invoer yan Deensch vleesch in ons land. Adressant vreest, dat de Nederlandsche exporteurs den afzet daar te lande zullen zien inkrimpen tengevolge van de maatregelen van onze re geering, die in de oogen der Denen een in druk van onrech- scheppen. De firma vraagt daarom den minister onverwijld die maat regel en te nemen, die er toe kunnen bijdra gen, dat de voorgenomen contingenteering van rundvleesch ten opzichte van Denemar ken wordt verzacht, althans in zoodanigen vorm wordt gegoten, dat daaraan in Dene marken niet langer het motief van onrecht vaardige behandeling zal kunnen wou!en ontleend. OTERLEEK. Vergadering Tw.nbouwvereeniging „Ons Begin". Woensdagavond vond in café de Vries een ledenvergadering plaats van de tuin- bcuwvereeniging „Ons Begin". Mede waren aanwezig de raadsleden Heringa en Witte- veen als gasten. Ingekomen was een schrijven van B. en W. dezer gemeente, meldende, dat in de raadsvergadering van 29 December besloten was, een steunregeling in 't leven te roepen voor noodlijdende tuinders en kleine veehou ders. De goedkeuring van Ged. Staten hierop zou worden aangevraagd. Benoeming afgevaardigden naar de verga dering van de Langendijker Groentencentra- le. Aan de beurt van aftreden waren de hee- ren Jb. Moerbeek en O. de Vries, die met groote meerderheid van stemmen werden herbenoemd. Voorstellen jaarvergadering L.G.C. De heer Moerbeek bracht in bespreking een voorstel van De West te Koedijk en Zuid- «charwoude, om de veilingleider aan kant te zetten. Spr. was van meening, dat de vei lingleider moet blijven. Zijn diensten kun nen niet gemist worden en aan moet het sa laris geen bezwaar zijn. De voorzitter zou hem willen handhaven. De heer De Vries zeide, dat het door De West als voorstel op de beschrijvingsbrief zal worden geplaatst. Wij loopen dus op 't oogenblik een beetje op voor. De heer Muntjewerf vond het juist goed, dat zooiets van tevoren wórdt besproken, dan kan men de zaak beter beoordeelen. De heer De Vries verwachtte, dat het voor stel van De West niet vreemd is aan de z.g.n. rabarber-kwestie. De functionnaris schijnt toen niet juist te hebben gehandeld, doch is dat voldoende reden om hem aan kant te zetten? Er is door hem veel werk gedaan en veel recht gezet. De heer Moerbeek: Zijn de geruchten die er in omloop zijn wel juist. We moeten hem niet aan kant zetten, hij kan niet gemist wor den. Beter zou het dan zijn, den keurmeester af te schaffen en beide functies te vereeni gen. We hebben in den tegenwoordigen lei der een uitstekende kracht. De heer Leegwater achtte wel degelijk grieven aanwezig, doch kan ze niet ten volle beoordeelen. De heer Boeder gaf als zijn meening te kennen, dat als we er buiten kunnen, het niet noodig is hem te houden. De heer Zwaan was van oordeel, dat men gerust kon wachten tot de jaarvergadering Aldus besj0'/11^ V3U beschrijvingsbrief. uj^1re'<in^ credietverleening. Na inleiding Pnnt door den voorzitter zette de se- - etaria uitvoerig uiteen, wat er over bekend dJR»»- Pr- zou er méér voor zijn, in- ;a„ *e verstrekken crediet niet binnen 15 rv. u worden teruggeëischt. over»? ecr ^.Vviea heeft het bevreemd, dat kun,,» ®*",r*iving»biljetten van de secretarie e secretaris antwoordde hierop, dat die burgemeesters vooruit zijn geloopen, om al vast een overzicht te krijgen van hetgeen noodig is. Dan staat de raad ook anders te genover de 30 pCt. voor welke de gemeente garant moet zijn. De heer Heringa zou er op willen wijzen, dat er heel wat voorbereidend werk aan ver bonden is. Spr. wees op de stemverhouding in den raad en verwachtte, dat er nog we! een felle strijd gestreden zal moeten worden. Men moet weten hoe groot het aangevraagde bedrag is, dan kan de raad zich er over be raden Besloten werd dit ter afdoening te stellen in handen van de aardappelcommis sie. De heer De Vries vond het een heel treu rig verschijnsel, dat er in deze gemeente nog menschen gevonden worden, die den treuri- Sen moed hebben een anti-steunbeweging in et leven te roepen. Het is spr. bekend, dat er thans 72 gemeenten zijn, die steun verke nen aan noodlijdende tuinders en kleine boertjes, maar nergens is nog sprake geweest van een dergelijke tegen actie. Het is wen- schelijk, dat een paar menschen naar Haar lem gaan, om Ged, Staten onder 't oog te brengen, hoe de toestand hier is. De noodza kelijk te maken onkosten moeten dan maar uit de kas bestreden worden De heer Moerbeek kon zich daar in hoofd zaax mee vereenigen, doch niet wat betreft de kosten. Niet aile menschen weike trekken j kunnen zijn lid van den tuinbouw, j j!;r" j De heer De Vries antwoordde, dat juist de m ledee- grasboeren de anti-steunbeweging hebben j georganiseerd. Als die uit de» vereenigmg j loopen is voor ons geen ramp. De heer Moerbeek wist wei, dat dit do i dwarskijkers zijn, maar het nog iiever uli eigen zak betalen, dan uit de kas. De heer De Vries had dat idee ook nog in petto. Als de vereeniging het voorstel afwijst, j dan ga ik rnet de pet rond. De heer Boeder betreurde het, dat de anti's i ook nog lid zijn van de vereeniging. wat de heer Moerbeek de opmerking ontlokte, dat deze menschen dan meer geroyeerd moeten worden. De heer Zwaan achtte het geen bezwaar, dat de kosten uit de kas worden bestreden. De vereeniging heeft het balletje opgewor pen, nu moet ze het ook tot een einde bren gen. Is de vergadering evenwel gerechtigd dit besluit te nemen? Het staat niet op de agenda. Naar aanleiding van deze opmerking vroeg de voorzitter of de vergadering dit punt als dringend beschouwt. Met algemeene stem men werd hiertoe besloten. De secretaris zou het juister vinden als de vereeniging het betaalt. De gedachte om met de pet rond te gaan is niet prettig voor de menschen, die er mogelijk heen zullen gaan De heer Moerbeek constateerde, dat er thans drie raadsleden ter vergadering wa ren. Ligt het niet op hun weg, om in dezen op spoed aan te dringen. De heer Heringa merkte op, dat het niet het eenige adres is, dat Ged. Staten krijgen te behandelen. Spr. noemde de tegen-actie zeer onchristelijk. Waarschijnlijk speelt de afgunst hier ook een rol. De heer Witteveen antwoordde den heer Moerbeek, dat hij zich te dezer zake reeds tot een lid van Ged. Staten had gewend, waarop spr. de toezegging had ontvangen, dat er speed betracht zou worden. Het voorstel-De Vries om een deputatie van twee personen naar Haarlem te zenden en de kosten door de vereeniging te laten be talen, lyerd aangenomen met op één na alge meene stemmen. Bij de hierna gehouden stemming bleek, •dat de raadsleden Heringa en Witteveen met bijna algemeene stemmen waren aangewe zen, welke heeren op zich namen, de zaak te verdedigen. Daarna sluiting. besloten. Ontvangsten 310.20, uitgaven 305.69, saldo 4.51. De contributie aan het Hoofdbestuur werd weder bepaald op 5. De aftredende bestuursleden A. Sloof. M. Molenaar en mevr. den Hartogh werden bij acclamatie herkozen en namen deze herbe noeming weder aan. Als commissieleden voor het nazien van de boeken en bescheiden van den (penningmees ter in 1932 werden benoemd P. Geus, Jb Stam en C. Egmond. Tenslotte kwam in bespreking de oprich ting van een Floralia-vereeniging. Mej. Mol heeft reeds van eenige dames toezegging van medewerking en besloten werd mej. Barsingerhorn, mevr. Stuffers, mej. Lammerschaag en mevr. Kikkert te ver zoeken zitting in deze commissie te nemen. De ter vergadering aanwezige dames mej. Mol, mevr. den Hartogh en mej. Molenaar zegden hun medewerking toe. Mej. Mol zal een aanvang maken met het ophalen der strookjes voor bestelling van bloemen De heer P. Geus vroeg of bekend is, dat het zilverpapier geen waarde meer heeft, waarop geantwoord werd dat zilverpapier nog vel wordt bewaard, omdat misschien later de waarde weer stijgt, doch thans is bet niets waard. Blijkens het jaarverslag van den secreta ris ?-as Eet ledenaantal 77. Gehouden wer den 3 hes tours- en 1 algemeene vergadering. Met een woord van dank aan allen die tinne medewerking hebben verleend, sloot de voorzitter de vergadering ERNSTIGE AUTO-ONGELUKKEN. Uit Soerabaja wordt aan het Hbld. ge seind. daj een autobus komende van Djem- ber, bij het uitwijken voor spelende inland- sche kinderen is verongelukt. De autobus, die een groote snelheid had, drukte een meis je tegen een boom dood. Daarna reed de autobus tegen een boom, waarbij de wagen totaal vernield werd. De chauffeur werd ge wond. Van de acht passagiers werden een inlander en een Arabier gedood. Drie perso nen werden zwaar gewond, terwijl de an dere passagiers licht kwetsuren bekwamen. Vier zwaar gewonden. Tusschen Tjilimoes en Cheribon heeft een vreeselijk auto-ongeluk plaats gehad, waar- bij vier personen zwaar werden gewond. PEST IN NED. INDIE. Aneta meldt uit Semarang: In verband met een explosie van longen- pest isoleerde het departement van Binnen- landsch bestuur Doekoea Lemoek in het on derdistrict Tembarak van het district Te- manggoeng, regentschap Temanggoeng. In de algeloopen week hadden zich in Lemoek 141 sterfgevallen aan longenpest voorge daan. Het bezoek aan den passar van Tem barak wordt in verband met de gevallen aan longenpest tegengegaan. OTERLEEK. Door de raadsleden S. Heringa, J. van der Gragt en R. Witteveen is een vergade ring bij den burgemeester aangevraagd, op grond van de gemeentewet. Reden dezer aanvrage is een voorstel dezer leden om on verwijld over te gaan tot het uitkeeren van steun aan noodlijdende tuinders en kleine veehouders. Door de afdeeling Koedijk van de N.-H. Ver. „Het Witte Kruis" alhier zijn pogingen in 't werk gesteld tot 't houden van een moe dercursus. Door de medewerking van de hoofdvereeniging zal bij genoegzame deel name deze cursus worden gehouden in Febr. en Maart. Opgave voor deelname kan ge schieden bij de bestuursleden tot 8 Februari a.s. De cursus is gratis en wordt toeganke lijk gesteld voor dames boven 18 jaar. Opga ve kan geschieden bij de heeren M. Mulder, A. J. Schipper, P. Mulder Pz. en A. Sloof. 4 Het aantal ingekomen aanvragen om tuinderscrediet bedraagt tot op heden 162; het totaal aangevraagde voorschot bedraagt ruim 215.000. Ten behoeve van het crisis-comité zijn aangekomen 2 wagons eierkolen, welke zul len worden verdeeld over 184 gezinnen. 2e Algemeene vergadering van de af deeling Koedijk van het Centraal Genoot schap voor Kinderherstellings- en Vacantie- kolonies op 28 Januari 1932 in de zaal van den heer Groot. Tegenwoordig buiten het bestuur 2 leden. De Voorzitter opende met een woord van welkom de vergadering en sprak er zijn spijt over uit dat er geen belangstelling is van de ouders van uitgezonden kinderen; dezen had hij hier wel verwacht. Spreker deelde mede, dat de Statuten en het Huishoudelijk Reglement goedgekeurd van het Hoofdbestuur zijn terug ontvangen en dat door de gemeente voor het jaar 1931 een subsidie js verleend van 25 en voor vol gende jaren tot wederopzegging 50. Ook bracht spreker een woord van dank voor de medewerking van dokter den Har togh ondervonden. De notulen werden na voorlezing onveran derd vastgesteld. De rekening werd nagezien door den heer P. Geus en mej. Goot, die deze in orde be vonden en waarna tot goedkeuring werd (Buiten verantwoordelijkheid van de Redact'e. De opname in de rubriek, bewijst geenszins dat de redactie er mede instemt). Mijnheer de Redacteur! Gaarne zag ik plaatsing van het onder staande. Nog altijd leest men in ingezonden stukken dat men van bovei- af moet beginnen met salarisvermindering. Laat men niet zoo lang wachten er mede tot het te laat is en wij dien toestand krijgen die er jn Rusland al jaren heerscht. En nu een vraag aan alle kerkbesturen en kerkeraden van Nederland om er niet meer een publieke verhuring op na te houden, want dit is iets uit den booze. Dat gaat toch niet langer om er een opjagerij op na te houden om het elkander zoo moeilijk te -naken dat de pacht niet betaald kan worden en er een haat en nijd ontstaat onder de menschen. Laat men het land verloten en den prijs ieder jaar regelen en niet den gebruikers het land ontnemen. Zooals het nu gaat krijgt de kerk best land Zoo doet menige landeigenaar toch ook. En het was ook te wenschen dat het Rijk verbood aan hen die in Rijksbetrek king zijn om mede te dingen om land mach tig te worden, daar deze toch zeker wel een goed loon verdienen. J. WAGENAAR, Oterleek Ongecorrigeerd. DE TOESTAND IN HET VERRE OOSTEN. De strijd in Chapei. De spoorlijn naar Moessoen is op een be paalde plaats door een vliegtuigbom geheel vernield. Duizenden Chineezen en buitenlan ders slaan van de daken der huizen de ge vechten gade. De Japanners hebben het Chi neesche hoofdkwartier te Sjanghai bezet, terwijl de Chineezen met behulp van pantser auto's kans zagen het Noorderstation te her oeveren, Japansche vliegtuigen deden daar op een bomaanval op het stationsgebouw, waarvan een vleugel werd vernield. In het Westelijk deel van de internationale conces sie ontstond een botsing tusschen de Engcl- sche troepen en Chineesche soldaten, waarbij een Engelschman werd gewond. Een andere Engelsche compagnie in een uitlooper der internationale concessie, werd ingesloten door een kruisvuur van Japansche en Chineesche soldaten. De verliezen der Chineezen gedu rende de gevechten in en om Sjanghai wor den geschat op 2500 dooden. Volgens hun eigen berekeninghebben de Japanners 9 dooden en 47 gewonden. Alle ziekenhuizen en hospitalen zijn overvuld met gewonden. Nieuwe Chineesche troepen naar Sjanghai. De Chineesche regeering heeft nieuwe troe pen naar Sjanghai gezonden. Vrijdag ver lieten 10000 man Kantontroepen en de derde divisie der Chineesche nationale garde Nan king om het garnizoen te Sjanghai te verster ken. De menigte bereidde de soldaten een enthousiast atseheid. Uit 1 okio wordt ge meld, dat de Japansche admiraliteit wederom een vliegtuigmoederschip en twee flotieljes torpedojagers naar Sjanghai heeft gezonden Hoe het gebeurde. Veel schrijvers, Russische en buitenland- sche, hebben getracht een beeld te geven van de ineenstorting van Ruland en van de daar op volgende gebeurtenissen, waarvan wij de voortzetting nu nog aanschouwen. De meeste dier boeken laten echter den lezer onbevre digd. Ge voelt er öf partijdigheid, het streven om de ééne partij als een afgrijselijken duivel en de andere als een groep blanke duiven voor te stellen, óf volkomen machteloosheid om een aannemelijk tafereel te geven, óf af gezaagde, nietszeggende beelden. Een der zeer weinige uitzonderingen vormt het boek van Osorgin „Siwtsew Wrazjok" (in de Nederlandsche vertaling „De Stille Straat" genoemd). Het is een dier boeken, die den lezer aangrijpen, hem in hun macht houden. De meeste schrijvers, die een roman uit de periode van de Russische ineentorting èn de revolutiedagen schrijven, kunnen de verlei ding niet weertaan, om de leidende figuren van de revolutie (Lenin, Trotsky, Stalin, enz.) uit te beelden; sommigen geven alleen deze leiders en schilderen een strijd van titanen, hetgeen hun werk onhistorisch en onleesbaar maakt. Osorgin geeft in zijn roman geen enkele historische figuur (met uitzondering van Sawinkow, die overigens geen leidende rol heeft gespeeld). Alle personen die hij in z'n roman beschrijft zijn heel gewone menschen, zooals u er veel kent. Een Rus heeft bij hef lezen van het boek den indruk, dat het zijn persoonlijke kennissen zijn, dat hij hen er gens heeft leeren kennen, met sommige zelfs bevriend is geweest. En aan het leven van deze gewone menschen toont de schrijver ons het geweldige Russische drama, dat zijn weer ga in de geschiedenis van de laatste eenige eeuwen niet kent. Daarbij geeft de schrijver niet aan de verleiding toe, om deze eigen aardigheid te onderstrepen, er u opmerk zaam op te maken, dat hij tot helden van de tragedie alledaagsche menschen heeft ge maakt. Misschien vond hij het zelf ook vol komen normaal, dat de door hem beschreven gebeurtenissen zoo overweldigend, terwijl de menschen zoo klein, zoo heel gewoon zijn. In het werkelijke leven is het altijd zoo. Maar men moet een meester zijn om dat in een boek weer te geven en het op zulk een wijze te doen. Een bijzonder sterken, onvergetelijken in druk maken op den lezer de overgangen van het gewone, alledaagsche tot het grootsche en ontzettende. Dezelfde menschen, die ge als heel gewone en onbelangrijke wezens hebt leeren kennen, worden door den gang van zaken en op een heel natuurlijke wijze tot tra gische figuren gemaakt, zonder dat zij het zelf goed beseffen. Nemen wij bijv. den soldaat Koltsjagin, den broer van het dienstmeisje Doenjasja. Het is een gewone Russische boerenjongen, zooals elke Rus er tientallen heeft gekend. De schrijver van deze regelen heeft bij het lezen telkens den indruk gehad alsof hij een van zijn jeugdvrienden zag afgebeeld. Kotsjagin, een aardige, ietwat sluwige jongen, die zijn werk op behoorlijke wijze vervult, dienst meisjes het hof maakt, een beetje opsnijdt. En nu zien wij, hoe deze boerenjongen on merkbaar verandert. Hij wordt door de poli tieke gebeurtenissen meegesleept, sluit zich bij de bolsjewiki aan, zonder precies te weten, wat zij eigenlijk willen, neemt deel aan de bolsjewistische revolutie, wordt chef van een groep soldaten, daarna commandant en sterft tenslotte den dood der helden. En ge voelt, dat dit alles juist zóó heeft moeten gebeu ren. Een ander voorbeeld. De arbeider Zawa- iisjin, een dier menschen uit het volk, in wier ziel de Russische „toska" (een soort zwaar moedigheid) knaagt. In vroegere tijden zou zulk een Zawalisjin een zwerver geworden zijn, nog vroeger een heremiet wellicht. En nu wordt hij, en alweer onmerkbaar en op volkomen eenvoudige en begrijpelijke wijze, beul en maakt hij in een kelder van de Tsje- Ka henderden menschen af, zonder te weten, waarom en waarvoor. En opnieuw voelt ge, dat het zoo moest geweest zijn, dat alles na tuurgetrouw weergegeven is. En naast deze ontzettingen, in een wereld, waar een menschenleven geen waarde meer heeft, waar de dronkaard Zawalisjin de dood vonnissen van de Tsje-Ka uitvoert, waar hel trotsche Kremlin vreemde menschen her bergt, waar Koltsjagin's, die met moeite hun naam in hanepooten kunnen neerschrijven, hooge ambten bekleeden en legers aanvoeren, waar de gewezen hoogleeraar en philosoof zich als een hansworst moet aanstellen om een paar haringen te verdienen in deze vreemdsoortige wereld, waar alles op zijn kop staat, leven de oude professor en zijn kleindochter Tanjoesja, die het aroma van het oude Russische leven hebben weten te be waren. Bijzonder sterk is hierin de oude ornitholoog. Hij vermijdt elk gesprek over de gebeurtenissen, sluit zich in zijn oud huis op, verzet zich met alle macht tegen het aan stormende nieuwe leven met al zijn afgrijse lijkheden en volkomen gemis aan eenige be schaving. De oude professor, die zijn geheele leven aan het bestudeeren der vogels heeft gewijd, zag de gebeurtenissen aankomen; toen allen, door de revolutie meegesleept, in de eerste maanden van 917 geloofden, aat er een periode van blijheid en geluk was geko men, dat de ontketende machten zonder moei te zich aan de leiding der beschaafden zou den onderwerpen en de instelling in Rusland van een georaenden staat op Westersch mo del zouden verwelkomen, begreep de oude ornitholoog, dat dit ijdele hoop was, dat de gevolgen van de revolutie ontzettend zullen zijn. Maar hij behoorde ook niet tot hen, die het volk veroordeelden. De oude professor be grijpt alles, veroordeelt niemand en draagt met bewonderenswaardige kalmte en resigna tie het zware kruis, dat net lot op zijn zwakke schouders heeft neergelegd. En zijn lieve kleindochter Tanjoesja, 'n der aantrekkelijkste meisjesfiguren uit de Rus sische literatuur! Zij is een rechtstreeksche afstammelinge van de Russische meisjes, die Toergenjew op zulk een onvergetelijke wijze wist uit te beelden. En dat Tocrgenjew-meisje is geplaatst in het ruwe milieu van de revo lutiejaren. Zij weet zich aan te passen. Gela ten geeft zij haar muziekstudie op, die haa' tot een beroemde pianiste zou maken en wijdt zich aan de verpleging van haar ouden grootvader. De liefde van deze twee menschen is zoo ontroerend, zoo aandoenlijk, en toch is er geen zweem van sentimentaliteit in te vin den. Ook dit, het offer van Tanjoesja, haar zwaar werken, het bezuinigen op alles om iets voor den ouden grootvader te kunnen koojven, de gelatenheid waarmede zij dit alles doet dat alles is zoo natuurlijk, zoo gewoon! En de ontroerende wijze, waarop zij oen gewonen, alledaagschen man bemint, hem haar leven wijdt en dat alles zonder omhaal van woor den, die gewoonlijk het ontluiken van de lief de in een Westerschen roman zoo ontsieren, Alles geschiedt hier op dezelfde wijze als vóór ae ineenstorting, vóór den oorlog bij Russische intellectueelen gebeurde. Er zijn nog veel andere menschen in het boek, allen zoo levend, zoo ontroerend echt en zoo zui- ver-Russisch Al deze brokstukken van de Russische maatschappij leiden een moeilijk leven, vol ontberingen en gevaren. Telkens wordt een hunner kennissen of vrienden door den ga penden afgrond verslonden, dood en onder gang loeren op hen, maar zij zetten hun leven voort en merken niet eens, hoe tragisch hun leven geworden is. Zij sluiten zich in hun ka mers op en die kamers worden voor hen het centrum van de wereld. Daarbuiten woedt en raast een orkaan, de wereld beeft en dreigt elk oogenblik geheel te gronde te gaan, en de „helden" van den roman houden zich krampachtig aan een strootje vast, sluiten zoolang als het maar eenigszins kan, de bui tenwereld uit en trachten hun leven van be schaafde wezens voort te zetten. En onder het gehuil van den storm, terwijl de beul elk oogenblik hen naar den kelder van Zawa lisjin kan sleepen, voeren zij eenvoudige, menschelijke gesprekken. De auteur heeft de verleiding weerstaan zijn helden in die dagen iets bijzonders, iets „geweldigs" te laten zeg gen. Dat gebeurt alleen in romans, in het werkelijke leven gaat alles heel gewoon toe, zóó als Osorgin in zijn aangrijpenden en ont róerenden roman heeft beschreven. Wie echter denkt, dat Osorgin slechts on verschillige getuige van al deze gebeurtenis sen is, die vergist zich. In elk hoofdstuk, in eiken volzien voelt ge zijn hartstochtelijke liefde tot het Russische volk, zijn meegevoel met die arme verschrikte kinderen, en ook zijn gramschap. In de meeste gevallen kun nen aie gevoelens alleen door den aandachti- gen lezer bemerkt worden, maar nu en dan laait zijn gevoel op en komt tot uiting in woorden, sterk en indrukwekkend in al hun eenvoud. Maar noch zijn liefde, noch zijn toorn hebben slechts op één partij of groep betrekking. Voor hem zijn alle partijen onder deden van het geheel. Wanneer hij in verzet komt, dan is dat niet tegen een bepaalde groep, maar tegen de ontzettingen, aange richt door het losgebarsten beest. In het aan gezicht van de verschrikkingen, die om hem heen plaats vinden, verdwijnen in het niet alle partijoneenigheden, al het getwist der menschen. die zich wanen leider te zijn en die in werkelijkheid door de woeste golven van de stormende menschenzee meegesleurd wor- den. Trouwens de opstand beperkt zich niet alleen tot de menschen, ook de dieren komen in verzet. Dat betrekken van de dieren in bet verhaal vormt in het algemeen een der meest typische eigenaardigheden van den roman. Het is dwaas tijdens zulk een orkaan te zoeken naar de schufdigen en te twisten, wie gelijk en wie ongelijk heeft gehad. Even on zinnig is het tegen iemand re protesteeren, iemand te veroordeelen, te vervloeken. Er ge beurt, wat gebeuren moet. Het leven kan van de meest onschuldige menschen werktuigen van de sociale ineenstorting, bewerkers van den chaos, beulen en moordenaars maken. En geen enkele mensch heeft het recht hen te beoordeelen, laat staan te veroordeelen Dat is de philosophische conceptie van den schrijver, die wij, wat ons betreft, in het alge meen kunnen onderschrijven. Dat beteekent echter niet, dat de ontzettingen door de men schen even gelaten aanvaard worden. Neen, de menschen en dieren vervloeken het leven, dat een opeenhooping van gruwelen is ge worden. Zelfs de philosoof Astafjew, die oogenschijnlijk zoo kalm blijft, die onver schrokken het noodlot tegemoet gaat, zelfs hij vervloekt zijn lot. De overigen komen in ver zet tegen het leven, protesteeren tegen zijn onrechtvaardigheid, tegen het zware kruis, dat zij torsen moeten. En alleen in liet huisje van den ouden professor weerklinken geen verwenschingen, alleen daar is er serene aan vaarding van het leven. In dat huis woont een mooi meisje, dat triestig naar de ineen storting kijkt, met weemoed en medelijden aan hen denkt, wien niets meer helpen kan, en niemand veroordeelt, niemand vervloekt. Zij, Tanjoesja, is de centrale figuur van den roman, zij geeft hoop voor de toekomst van Rusland. Pr. BORIS RAPTSCHINSKY. CASTRlCUM (Januari). Geboren: Richard Hubeitmus. z. van J. W. Bijnevelt en A. C. Krijnen. Overleden: Etemfienia Maria Duijker, 8 jaar, d. van A. J. Duijker en M. L. D tem pers. Maarte Keur, 75 jaar, wonende te Zandvoort. Johanna Alberta Jacoba Hen driks, 56 jaar. wonende te Amsterdam. Trijntje Gieling, 51 jaar, wonende te Amster dam

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 11