Alkmaarsche Courant.
EEN LEVEN QM EEK LEVEN.
JiadUniieuws
HeuiiieUm
Qememtecadm
Honderd vier en dertigste Jaargang.
Vrilda^ Januari.
Brieven uit Berlijn
'NoT24 1932
Zaïtrdag 30 Januari 1932.
Hilversum 1875 M. (V.A.R.A.-uitzending
inivffl V.P.R.O.). 6.45-7.00 en 7.30-
7 45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonplaten.
1000 Morgenwijding. 0.15 Concert. Lou
Ra'ndv humorist, Joh. Jong, piano, de „Two
riveüi's accordeon. 12.00—1.45 Concert V.
?R A -séptei en gramofoonplaten. 2.15 In
stituut \mor Arb. Ontwikkeling. 2.30 V.A.R.
A Kinderkoor o. 1. v. L. Hulscher. Joh.
Ion? Piano. 3.00 Belastingpraatje. 3.20 Am-
a Stn-kwtotat o l. L Chen 4 00
Causerie over „Vivisectie op menschen?",
Dr 1 Pijl 4 30 Vervolg concert. 5.15 Beoe
fening der Huismuziek. 6.00 Literair halfuur-
dedoorA. M. de Jong. 6.30 Volksliederen
door de „Wielewaal" o. 1. v. Piet liggers
6 45 Uit de Roode Jeugdbeweging. 6.50 Ver
vólg volksliederen. 7.00 Schaakmatch tus
schen Dr. Max Euwe en den heer Colle,
kampioen van België. 8.00 V.A.R.A.-orkest
o. 1. v. H. de Groot. Solisten M. Komst en C.
Doets, trompet, J. Evers, trombone, Daaf
Wins, piano en J. Hagenaar, xylofoon en
klokkenspel. 0.a. Ouverture „Dichter und
Bauer", Suppé. 8.45 Bij de pomp door Teun
de Klepperman. 9.00 Vervolg concert. 0.a_
Hong. Blijspel-Ouverture, Keler-Bela. 9.45
Bestuursmededeelingen door A. de Vries.
10.00 Vervolg concert. O.a. Potp. „Im wen
sen Röss'1", Benatzky. 10.40 Vaz Dias. 10.50
Voordracht door W. v. Capellen, K. Bakker
en A. Bouwmeester. 11.1512.00 Gramo
foonplaten.
Huizen 298 M. (Uitsl. K.R.O.-uitzending)
8009.15 Gramofoonplaten. 10.00 Concert
K.R.O.-trio. 11.30 Godsd. Halfuurtje. 12.15
Concert K.R.O.-sextet. 1.45 Pauze. 2.00 Gra
mofoonplaten. 2.30 Kinderuurtje. 4.00 Gra
mofoonplaten. 5.15 Esperanto-nieuws. 5.30
Gramofoonplaten. 6.20 Journ. Weekover
zicht. 6.40 Esperanto-les. 7.10 Causerie. 7.45
Sportpraatje. 8.00 K.R.O.-salon-orkest o. 1.
v. Marinus van 't Woud. M. m. v. Lucien,
voordracht. 0.a. Ouvert. „Orpheus in de on-
dewereld", Offenbach, en potp. „Für alle",
Dostal. Circa 9.15 Vaz Dias. 11.00—12.00
Gramofoonplaten.
Daventry 1554 M. 10.35 Morgenwijding
10.50 Tijdsein, berichten en lezing. 1.20—
2 20 Commodore orkest. 3.50 Bermondsey
Central Schoolconcert. 4.20 Orkestconcertj
hierna orgelconcert Reginald Foort. 5.35
Kinderuur. 6.20—6.45 Berichten. 6.50 Lie
deren-recital Eliz. Gibson, sopraan. 7.10
Causerie. 7.25 Lezingen. 7.50 Vaudeville.
O.a. Jack Payne's orkest en de „Three Ed-
diés", Negerzang. 9.20 Berichten, lezing.
10.00 Derde acte van „Hoffmann's Vertellin
gen" van J. Offenbach. Uit Sadler's Wells
Theatre. 10.45—12.20 Ambrose en zün
Band.
Varijs „Radio-Paris11725 M. 8.05 Gr
mofoonplaten 9.20 Concert vanuit het C
servatorium. 12.50 Gramofoonpjlaten. 5.
Concert vanuit Theater „Pigalle". 9.05 Vro
lijk halfuurtje. 9.50 Parijsch andoline-orkest
o. L v. Ch. Feret. O.a. Aubade printanière,
Lacombe.
Langenberg 473 M. 6.257.20 Hambur
ger Havenconcert. 12.251.50 Concert o. 1.
v. Wolf. 1.55—2.45 Gramofoonplaten. 4.50
5.20 Concert. Alt en piano. 7.20 Sinfonie
aus Oesterreich, hoorspel in 4 deelen. Hier
na tot 11.20 Dansmuziek door Josef Holzer
en zijn orkest
Ralundborg 1153 M. 11.201.20 Con
eert uit Rest. Wivex. 1.502.20 Gramofoon
platen. 2.501.50 Radio-Blaas-orkest o. 1. v.
J. Andersen. Palle Alsfelt, piano. 7.20
8.35 Oude Duitsche Dansmuziek o. 1. v.
Gröndahl. Per Knudsen, zang. O.a. Loreley
Rheinklange, wals, Strauss. 8.358.55 Ope
rette-liederen door Poul Knudsen. 9.35
10.20 Concert o. 1. v. Gröndahl. O.a. Me
nuet, Boccherini. 10.2011.35 Dansmuziek.
Rome 441 M. 7.20 Gramofoonplaten. 8.20
Uitzending van een opera.
Zeesen 1635 M 7.20 Concert door een
blaas-orkest van werklooze musici o. 1. v.
Carl Woitschach. 9.20 Berichten en hierna
tot 11.50 Dansmuziek vanuit de „Marmor-
Saal", Persbal.
Naar het Er.gelsch van Morice Gerard
door Emma A. H
2)
Op een middag, ongeveer een week la
ter, keerde zij terug van een onderzoe
kingstocht naar in het wild groeiende
bloemen Mademoiselle Levrier lag met
hoofdpijn te bed De namiddagzon ver
spreidde een waas oveÉ het landschap;
d en vorigen dag was er een.-zware regen
gevallen; nu iagen de dalen en de kreu-
peiboschjes in een warmen nevel ge-
huld, die er iets onwezenlijks aan gaf,
oi het de beelden van een luchtspiege
ling waren.
wiufl Abbey was prachtig gelegen; een
dón g ®eter achter de moestuinen, aan
ri vor.C Rant van het huis, stoomde de
ppi m 4i ^von' aan de voorzijde was
flfló ham ,eze' bestrooide oprijlaan, die
hiervn nten orri het pak heenboog;
Si hpwr Was weer fcen wei e' waarop
ripfipi, en,zlc'1 "aar hartelust te goed
zirh en u-noorden daarvan strekte
van hl" schi!derachtige wildernis uit
dat tphnT1; e? kreuPelhout. Tusschen
geüluk-t Hm4tC-had Lucille het bouquetje
met da Hnl?1] ïn de rechterhand hield
hiar zonn"her,Weld z'i de linten van
bosch trad0 Vast Zo°dra zc uit het
gebouwen Ze ^et 8roc te blok van
««.dit droeg
(Van onzen correspondent).
Wereldsteden plegen haar „onderwereld"
te hebben. Ik weet niet meer precies, of „on
derwereld" een zuiver Nederlandsch woord
is, en is het dat niet. dan geef ik toe, ditmaal
door „Unterwelt er maar op los te verta
len een leelijk Germanisme meer in verkeer
gebracht heb. Waarvoor dan bij "Voorbaat
mijn verontschuldiging.
„Whitechapel", de misdadigerswijk van
Londen, is wel de meest bekende internatio
nale centrale, die zelfs in tal van romans en
tooneelstukken een hoofdrol speelt. Natuur
lijk hebben ook Parijs, New-York, Chicago
vooral en nog vele andere steden van over
groot formaat zulke nesten van de misdaad,
waar de lichtschuwe elementen kunnen onder
duiken als de politie haar „razzia's" onder
neemt, waar ze hun vereenigingen en bonden
hebben, hun feesten vieren en gestolen goed
onderbrengen.
Berlijn is in dit opzicht niet zoo roman
tisch als men wellicht zou gedacht hebben.
En toch heeft vooral de laatste jaren de
„Berlijnsche onderwereld" in tal van proces
sen een rol van beteekenis gespeeld. We wil
len er ditmaal eens eenige bijzonderheden
over vertellen.
Het is al dadelijk typisch Duitsch, en
heusch niet verwonderlijk in een land, dat
zijn kracht zoekt en vindt in een fabelachtige
organisatie op elk gebied, dat ook de misda
digers streng georganiseerd zijn en niet
weinig trotsch op hun bonden en vereenigin
gen. Het bedrijf van den misdadiger bloeit
na den oorlog in geheel Duitschland en in de
wereldstad Berlijn in het bijzonder. Geen
wonder. Vijf millioen en meer menschen zijn
op het oogenblik in dit land werk'oos en
werkloosheid beteekent ledigheid oftewel des
duivels oorkussen. Men kan het velen onge
lukkige elementen niet eens zoo erg kwalijk
nemen, dat honger en wanhoop hen tol mis
daad, tot roofmoord en diefstal verleidt, waar
ze onder gunstiger omstandigheden zeker
eer'ijke, fatsoenlijke staatsburgers gebleven
zouden zijn.
Maar ook de oorlo^ zelf heeft misdadigers
gekweekt. Een staat, die plotseling zijn krach
tige, jonge burgers op die van een anderen
staat loslaat en het neersabelen, neerschieten,
doorsteken van medemenscher niet alleen
sanctionneert. maar zelfs aanmoedjgt en be
loont. om welke nog zoo vader'andslievende
motieven dan ook, moet er zich op voorberei
den, dat de generaties, welke deze vrijheid"
genoten hebben, nog tientallen jaren lang
mes en revolver wat losjes in den broekzak
hebben zitten en de waarde van een men-
schenleven niet meer zoo hoog schatten als
dat voor den oorlog het geval was.
Ber'ijn is een middelpunt van de misdaad
geworden en de politie, die hier terecht een
gunstige reputatie geniet, kan desondanks
slechts een betrekkelijk gering aantal misda
digers achter slot en grendel krijgen. Voor
al, omdat de stedelijke financiën en die van
den staat Pruisen er zóó ongunstig voor
staan, dat voor de politie in het algemeen en
de crimineele in het bijzonder slechts zeer
weinig ge'd kan worden uitgegeven en de af-
deeling officiëele detectives, de „Scotland
Yard" van Berlijn, dan ook hoogst middel
matig ondanks den me°r dan zwaren
dienst gehonoreerd wordt.
Het merkwaardige van deze Duitsche mis-
dad'gers is hun neiging tot typisch „burger
lijke" organisatie Dat is natuurlijk ten deele
toe te schrijven aan den wensch en de nood
zakelijkheid, tegenover de met staatsmacht
samenwerkende organisatie der politie een
tegenwicht te scheppen. Maar de vorm,
waarin dit geschiedt, is toch wel bijzonder
merkwaardig. Het sentimenteele, naar het ro
mantisch neigende Duitsche volk, voelt blijk
baar toch veel minder voor „romantiek" dan
bijvoorbeeld het Fransche. Ik weet niet, hoe
op dit gebied op het oogenblik de toestanden
in Parijs zijn. Maar een feit is toch, dat een
kwarteeuwgeleden en nog langer, de Parij-
sche „apache" zich een wereldreputatie wist
te verschaffen en in de literatuur, in theater
en muziek een eereplaats kreeg. De „Valse
des Apaches", waarin ik Max Dearly en
Mistinguette zeker twee-en-twintig jaar gele
den in de sinds dien afgebrande oude „Mou-
lin Rouge" kon toejuichen, is klassiek ge
worden en deed de ronde over den geheelen
aardbol. De Berlijnsche „Gannove" is even
onbekend als zijn Parijsche collega beroemd
iSj en tot klassieke dansen hebben deze nuch-
tere broeders het nimmer gebracht. Wie ty-
gevelspits, terwijl de vleugels, van
schietgaten en kanteelen voorzien, met
klimop waren begroeid.
Ineens stond het kind stil. Ze hoorde
geritsel naast zich, of iemand of iets
zich tusschen het kreupelhout bewoog.
Ze was niet bang, maar was gewoon goed
acht te slaan op al wat de natuur haar
te zien en te hooren gaf. Waarschijnlijk
was het een damhert, de leider van de
kudde, die wat afgedwaald was van zijn
kameraden.
Een minuut later uitte zij een kreet
van verrassing. Het onverwachte had
plaats gehad Twee mannen traden te
voorschijna De een was ternauwernood
een man te noemen; zijn gelaat was
donker en gebruind; zijn neus lang en
gebogen; zijn lippen waren vol; zijn kin
getuigde van een sterk karakter, maar
hei kuiltje daarin gaf blijk, dat de eige
naar makkelijk tot lachen was te bewe
gen. De kleeren, die hij droeg, waren
van een kostbaar weefsel: blauw fluweel
met zilvergalon, en de hoed was met vee-
ren versierd, maar alles was doorweekt
en met slijk bespat.
De andere was een jaar of twaalf
oudei, breed in de schouders en veel
knapper en mooier, vond Lucille, dan de
donkere jonge man, die het eerst haar
aandacht had getrokken.
Een oogenblik voelde zij lust om weg
te loopen; toen raapte zij haar moed bij
een, richtte zich in haar volle lengte
wat nog niet veel was en bedacht
zich, dat zij erfgename was van Gran-
geland Abbey.
De vreemden bogen voor haar, met den
hoed in de hand.
Weet u. heeren, dat dit land parti-
pische Berlijnsche „onderwereld-menschen"
en hun mentaliteit wil leeren kennen, leze
bijvoorbeeld Döblin's prachtigen roman
„Berlin Alexanderplatz" en zal tot de ont
dekking komen, dat men de mentaliteit dezer
menschen volkomen anders beoordeelen
moet. Zoodra ze met „het werk" klaar zijn
en hun „Dinggedreht" hebben, zijn ze ty
pische klein-burgerlijke menschjes en ze ken
nen geen hooger geluk dan voor zulken door
en door degelijken en fatsoenlijken „kleine
middenstand" te worden aangezien.
Hun bonden en vereenigingen kennen
strenge tucht naast groote gemoedelijkheid
Het zichtbaar gedragen insigne is merk
waardig genoeg, waar ze toch immers alle
openbaarheid behoorden te schuwen bij
al deze vereenigingen van misdadigers, die
als een soort middeleeuwsch gilde opge
bouwd zijn, schering en inslag. Men heeft
clublokalen, vereenigingsvaandels, eigen
muziekavonden en stichtingsfeesten, een on
derling begrafenisfonds en de verplichting
om gestorven medeleden de laatste eer te be
wijzen. Voor kransen worden bij voorkeur
enorme bedragen uitgegeven. Statuten wor
den gedrukt en de vereenigingen krijgen on
schuldige namen, waardoor ze op kegel
clubs en stamtafels gelijken. De jaarlijksche
bals zijn voor den georganiseerden misdadi
ger hel hoogtepunt van zijn leven, en menig
onschuldig balbezoeker, die daarheen ver
dwaald is, zal nauwelijks bemerken, dat de
keurigeheeren in rok en smoking den vori
gen nacht nog een inbraak gepleegd of een
bankbeambte onderweg beroofd hebben, en
dat vele „dames" in groot avondtoilet dien-
zelfden dag nog in de Friedrichstrasse uren
lang op en neer gewandeld hebben om
„beertjes van buuten" te lokken, of als „ho-
j telratten" in Esplanade of Adlon „gewerkt"
hebben om den rijken gast van den inhoud
zijner zwaarleden koffers te ontlasten.
De meeste dezer bonden en vereenigingen
zijn der politie, die haar succes bijna altijd
aan verklikkers te danken heeft, natuurlijk
bekend. En typisch voor de zeer nauwe sa
menwerking tusschen politie en misdadigers
is, dat over het algemeen de criminalisten
liever met deze clubs in vrede leven dan dat
zij tegen zulke organisaties die boven
dien toch onmiddellijk onder andere namen
weer zouden opduiken van haar macht
gebruik maakt Voor de politie zijn vereeni
gingen van menschen, die aan den zelfkant
der samenleving wonen, zelfs gewenschl,
omdat ze er een zekere club-eer op nahouden
voor discipline zorgen, verraders uitstooten
en meestal de „schwere Jungs", dat zijn
moordenaar en gevaarlijk „schietende" in
brekers niet alleen niet opnemen, maar ook
gaarne aan de politie in handen spelen. Voor
welken dienst zij dan omgekeerd een zekere
tolerantie voor hun vereenigingsleven ver
langen.
In vorige jaren zijn deze vereenigingen
herhaaldelijk in groote processen betrokken
geweest, nadat ze, wat vroeger zelden voor
kwam, zich tot onderlinge straatgevechten
hadden laten verleiden. En bij zulke gelegen
heden is gebleken, hoe groot de macht der
misdadigersclub is en hoe weinig neiging de
crimineele politie toont, hier met al te harde
hand in te grijpen. Zelfs de strafrechter ver
mag het spinneweb van draden, welke hier
dagelijks gesponnen worden, nimmer vol
doende te overzien.
Natuurlijk speelt zich het leven van de
Berlijnsche „onderwereld" niet altijd in het
openbaar af. We hebben hier ook onze mis-
dadigerswijken in de oude city, rondom den
Alexanderplatz en den Schlesischen Bahn-
hof en zelfs in buurten, waar men ze minder
dan ooit verwachten zou. Daar weten de da
mes en heeren der verschillende gildes elkaar
eiken avond en eiken nacht te vinden en ook
de rechercheurs zijn daar kind-aanhuis. Er
wordt een jargon gesproken, dat alleen de
ingewijde kent, en ofschoon in zulke „Bouil
lonkelders" en kleine koffiehuizen met pen
ningen gerekend wordt, de consumptie dus
zeer goedkoop is, gaat er toch zooveel om,
dat verschillende bazen van deze kroegen
een dubbel leven kunnen leiden, in de dure
westelijke wijken eigen villa's bezitten en per
eigen auto naar hun kroeg kunnen rijden.
Wonderlijke types, die den teekenaar en
den romanschrijver vermogen te inspireeren,
vindt men natuurlijk ook in Berlijn. Maar
de romantiek is ver te zoeken. Deze men
schen iijn arm, als ze niet toevallig een goe
den greqp gedaan hebben, waarna de buit
meestal in weinige uren tijcls aan alcohol en
meiden uitgegeven wordt. Men bedelt zich
door het leven heen de nieuwsgierige bezoe
ker wordt onmiddellijk gedwongen, ïondjes
te geven, oude schulden_te betalen en zijn
culier eigendom is?Het behoort aan
mijn vader, sir Evelyn Lee.
De jonge man glimlachte. Terwijl hij
dit deed gingen zijn oogen opgewekter
staan en kregen ze iets innemends, dat
ze eerst niet hadden.
Het verheugt mij dit te hooren, zei
hij, wij verwachtten het wel met een
biik naar zijn begeleider maar wij
waren er niet zeker van. Uw vader is een
heel goed vriend van ons, mejuffrouw...
ik heet Lucille, viel ze in, met
een schuchtere waardigheid, die haar
heel goed stond.
Mejuffrouw Lucille! Ik dank u voor
de voorstélling; u moet het mij maar
vergeven, als ik mij niet aan u voorstel:
voor ojis beiden zal het beter zijn, als ik
onbekend blijf.
Hier viel de oudste van de heeren wat
ongeduldig in:
Vergeef mij, sir, maar wij moeten
geen tijd verspillen. Wij zullen u heel
dankbaar zijn, jongedame, als u ons zoo
gauw mogelijk naar uw vader wilt ge
leiden.
Ncr bet°-- J het zv- als sir -
lyn zoo goed zou willen wezen, om bij
óns te komen. De weg naar het huis
voert, naar ik zie, over een grasveld, dat
heel mooi is, om op te kijken, maar niet
geschikt voor degenen, die onopgemerkt
wenschen te blijven.
Vader is in de bibliotheek, bracht
Lucille in het midden Hij is den laatsten
tijd maar weinig uitgegaan.
Dat weet ik, viel de jonge man in.
Hij is ziek geweest; anders ben ik zeker,
dat sir Evelyn
St! vermaande de oudere heer, de
boomen mochten eens ooren hebben 1
voorraad aan sigaren en sigaretten cp te of
feren. Doet hij dit niet, dan is zijn leven wel
iswaar niet bedreigd, maar merkt hij toch al
heef spoedig, dat bij tot verbetering van de
atmosfeer niet bijdraagt en kans loopt, dat
men straks in de donker,; straat een ernstig
woord met hem wil spreken
Van „Bohème" is in zulke kringen niet
veel te ontdekken. De misdadigers in Berlijn
dragen hun lot niet met zwier en onverschil
ligheid. Ze zijn „werkers" op hun gebied,
vatten alles „gründlich" op en hebben geen
grein van de charme van den Parijschen
apache.
Bohémiens kent Berlijn wel, maar die zit
ten in de kofifehuizen aan den Kurfürsten-
damm, leven op kosten van vrienden en vrien-
dinen, doen aan hooge politiek, zijn overi
gens ook al aan het uitste/ven.
Berlijn is een nuchtere stad, ondanks het
vele groen en de ontelbare balcons met
bloempotten. Zelfs de misdaad loopt hier
nog liefst rond met een clubvaandel en met
den hoogen hoed!
ROLAND.
AKERSLOOT.
Raad
Woensdagmiddag vergaderde de
dezer gemeente in voltallige zitting.
De voorzitter hoopte, dat het jaar 1932
voor de ingezetenen voorspoedig moge zijn en
voor de ingeztenen voorspoedig moge zijn en
beter mag verloopen dan 1931.
De heer Groot dankte den voorzitter en
hoopte dat het hem en zijn gezin goed moge
gaan.
Ingekomen stukken. Schrijven Ged. Staten
tot vaststelling bijdrage keuringsdienst voor
waren voor 1932 op 314.23.
Opgave inspecteur der Rijks Directe Belas
tingen te Alkmaar geraamde opbrengst:
Hoofdsom Pers. Bel. 1932/1933 op 4400,
vorig jaar op 5000. Opcenten op de hoofd
som der Pers. Bei. 19321933 4400, vorig
jaar 5000. Aandeel Groridbel. 1932—1933
7200, vorig jaar 7177.50. Opcenten
Grondbel. 1932—1933 op 3200, vorig jaar
3189.
Besloten werd het bekende adres van den
raad van Wehl voor kennisgeving aan te ne
men.
Schrijven van den directeur van het
slachthuis te Alkmaar, dat afgekeurd vleesch
bij de gemeentereinigingsdienst kan worden
verbrand. Daar wij aldus de voorzitter aan
gesloten zijn bij den vleeschkeuringsdienst
te Alkmaar is dit een prachtige oplossing en
een woord van dank aan den directeur is
voorzeker op zijn plaats.
Verzoek D. Zwart en anderen om de paai
op het kerkhof waar de brandspuitslangen
gedroogd worden aldaar te verwijderen. Bij
B. en W. behoort dit adres, maar deze heb
ben besloten om de paal te verwijderen. Bij
den laatsten storm toen de slangen hingen te
drogen zijn, aldus de voorzitter, een tweetal
nummerpaaltjes van de gemeente stukgesla
gen,-alsmede een grafsteen van de familie
Bosman, waarover een verzoek om vergoe
ding is ingekomen.
Vanmorgen deelde een raadslid mij, aldus
de voorzitter, mede, dat de heer Bosman het
opschrift zal laten aanbrengen als de ge
meente de grafsteen laat aanbrengen. Dit is
z.i. de beste oplossing De heeren Schut en
Schermerhorn konden zich hiermede veree
nigen. Allen voor.
Ingekomen was een verzoek van den heer
Dammes, schilder, cm in aanmerking te ko
men voor gemeentewerk daar hij in 2 jaar
geen gemeentewerk heeft gehad.
De voorzitter: Het werk wordt steeds onder
de vaklieden verdeeld. De heer Koomen, die
zich als schilder aan den overkant heeft ge
vestigd, is nu aan de beurt geweest. Het gaat
aan den overkant precies als hier. Er wordt
gewerkt tot een zeker bedrag, maar er is niet
zooveel werk.
De heer Schermerhorn: Dammes is daar
over bij mij geweest, ik wil geen critiek uit
oefenen op het beleid van B. en W. Mét het
oog op zijn ouderdom was hij van gedachte,
dat hij miskend werd en er geen bericht van
had gehad. Ik heb hem aangeraden schrifte
lijk een verzoek te richten aan den raad. Dan
zou het adres wel in behandeling komen.
De voorzitter: Dammes is nu aan de beurt
en was hij bij mij gekomen, dan had ik het
hem verteld.
Ingekomen schrijven van den Ned. R.K.
Landarbeidersbond en den Ned. Landarbei-
dersbond betreffende de regeling bij de ge
meentelijke werkverschaffing vastgesteld bij
raadsbesluit van-4 Dec. j.1., waarbij werd be-
Dit zou dan al een heel lastige gift
zijn, en zich toen tot Lucille wendend:
Vv'ees zoo goed, zou gauw mogelijk uw
vader mee te deelen maar enkel vlak
aan zijn oor dat twee vreemden zijn
hulp inroepen en dat één daarvan ten
minste het recht heeft, om hem zijn
diensten te vragen.
Deze laatste woorden werden met
zooveel waardigheid uitgesproken, dat
ze grooten indruk maakten op de kin
derlijke bevatting.
Ik zal vlug loopen, sir! riep zij, en
ik ben zeker, dat vader onmiddellijk
komen zal.
Lucille liep over het grasveld, zoo
gauw als haar beentjes haar dragen
konden. De beide heeren stonden haar
na te kijken, terwijl de overhangende
takken hen voor het gezicht verborgen.
Misschien dachten zij, dat het wel een
aardig figuurtje was, zooals zij daar liep,
met het hangende blonde haar als goud
schitterend in het zonlicht; misschien
ook waren ze te zeer vervuld van de
zaak, die hen daarheen had gevoerd
de noodzakelijkheid, om voortgang te
maken, dan dat zij een gedachte aan
haar konden wijden.
Het kind vond haar vader op en neer
loopen op de terrasvormige laan, met
gebogen hoofd en de linkerhand op het
gevest van zijn degen. Nu en dan richtte
hij zih op, als bezield door een nieuw
denkbeeld, maar dan trad de reactie
weer in, met nog grooter neerslachtig
heid. Ofschoon sir Evelyn herstellende
was, voelde hij toch nog zeer wel, dat hij
ziek was geweest.
Lucille liep op hem toe. Hij keerde
zich onmiddellijk om, bii het hooren van
DOODZIEK NA ELKEN MAALTIJD.
Zuster leed aan hevige indigestie.
Nu gelukkiger dan ooit.
„Het leven van een verpleegster laat niet
veel vrijen tijd over, maar omdat ik zoo
veel aan Kruschen te danken heb vind ik
het een staaltje van mijn plicht om U en
ook anderen de feiten mede te deelen.
Ik had ergen last van te veel maagzuur
en opgeblazenheid en wel zoc erg, dat ik
er echt ziek van was. Ik kon gewoon
niet eten. Alleen de gedachte eraan
maakte mij al onpasselijk. Als ik müzelf
absoluut dwong om wat te eten, werd ik
ernstig ziek en het eindigde met flausv
te vallen. Ik begon werkelijk het leven
als een last te beschouwen. Nu heb ik 12
maanden lang Kruschen Salts gebruikt
en zonder eenigen twijfel heeit dit mijn
maag en spijsvertering weer geheel iri
orde gebracht. Ik ben nu zoo gezond als
't maar kan en heb meer plezier in mijn
werk dan ooit te voren. Al mijn patiën
ten, die ervoor in aanmerking komen,
raad ik ook aan Kruschen te gebruiken."
Zuster E. S
Indigestie wordt veroorzaakt doordat
Uw maag- en verteringssappen niet nor
maal meer vloeien. Hieruit volgt, dat
Uw voedsel, inplaats van door het or
ganisme te worden opgenomen, zich in
uw lichaam ophoopt en daar gaat gisten,
waardoor schadelijke vergiften ontstaan.
U behoeft er daarom slechts voor te zor
gen dat de verteringssappen weer nor
maal vloeien en U zult van Uw maag
kwalen verlost zijn. Dit is ook de maneer
waarop Kruschen Salts te werk gaal en
waardoor het een zoo snelle en duur
zame verlichting brengt van alle indi
gestie. De onmiddellijke uitwerking der
zes minerale zouten in Kruschen is een
aansporing voo- de lichaamssappen, die
weer gezond en normaal vloeien. Dit be
teekent het einde van alle indigestie!
En een ongekend en onverdeeld genot
van Uw maaltijden, terwijl U in 't minst
niet beangst hoeft te zijn dit naderhand
te moeten „bezuren". En dit niet alleen!
IJ zult uok spoedig den heilzamen in
vloed merken, die Kruschen Salts op
Uw bloedsomloop heeft. U zult zich een
ander mensch gaan voelen, gelukkiger,
opgewekter en met meer eetlust dan
ooit te voren.
Kruschen Salt is uitsluitend verkrijg
baar bij alle apothekers en drogist;r
0.90 en 1.60 per flacon.
paald, dat verzekerde arbeiders, die uit hun
werkloozenkas kunnen trekken niet bij de
werkverschaffing geplaatst kunnen worden,
terwijl nog niet rechthebbend verzekerden
worden ontslagen zoodra hun recht op uitkee-
ring uit de werkloozenkas ontstaat.
Dat deze arbeiders in ongunstiger condi
tie komen dan zijn, die zulks nalaten en het bij
iedere tegenslag op den steun der overheid
laten aankomen, terwijl bovengenoemde be
sturen verzoeken dit besluit te herzien.
De voorzitter: Dit adres is in de ver
gadering van de commissie en B. en
W. besproken. Het volgende besluit werd
in deze genomen: lo. Beëindiging werk
verschaffing 1 Maart 1932; 2o. arbeiders
boven 65-jarigen leeftijd zullen 3 dagen
per week te werk worden gesteld in
gaande 1 Febr. 1932; 3o. eveneens 1 Febr.
1932 zal geen vrijen dag meer gegeven
worden voor werkzoekenden; 4o. Geor
ganiseerde trekkende arbeiders worden
3 dagen per week te werk gesteld en
krijgen aanvulling tot het bedrag dat de
georganiseerde niet trekkende arbeider
per volle week kan verdienen. Met aan
drang werd er op gewezen dat ongeor
ganiseerden hun belangen verwaarloo-
zen. Men wilde deze zwaarder treffen,
daar zij het op steun der overheid laten
aankomen en mededeelen dat zij ver
plicht zullen zijn zich te organiseeren
daar anders geen tewerkstelling bij de
gemeente meer plaats heeft. Benoeming
lid Burgerl. Armbestuur. Aftredend S.
Helder. Voordracht S. Helder en P. Hel
der. Na stemming werd met algemeene
stemmen benoemd de heer S. Helder.
Benoeming pl. verv. ambtenaar van den
Burgerl. Stand wegens overlijden van den
heer P. Kraakman. Voordracht J. P. Kraak
man en J. Berkhout.
Alvorens tot stemming werd overgegaan
vroeg de heer Schouten waarom een oud
raadslid de heer J. Berkhout niet no. 1
stond.
De voorzitter: Dit heeft met den raad niets
haar voetstappen, als iemand, die al
uitkijkt naar eenig bericht.
Wat is er, kindje?
Ademloos stond zij vóór hem; het
duurde een paar seconden eer zij praten
kon.
Twee heeren wenschen u te spre
ken, vader.
Waar zijn ze?
Aan den zoom van het boschje.
Waarom zijn ze niet op de Abbey
gekomen.
ik geloof, dat zé niet gezien willen
worden; ze zagen er uit....
Ja?
Of ze van heel ver waren gekomen.
Ik ga dadelijk mee, kondigde sir
Evelyn aan.
Lucille keerde terug, zonder een woord
te zeggen; haar vader liep naast haar.
Ze vonden de beide heeren precies, zoo
als zij hen verlaten had.
Sir Evelyn uitte een kreet; wat die be
duidde, kon Lucille niet zeggen; ze had
nooit te voren dien toon in haar vaders
stem gehoord.
De jongste van de twee kwam een
stap naderbij. Sir Evelyn trad iilings op
hem toe en deed iets, waarvan het kind
verrast opkeek: hij boog de knie op het
gras en bracht de hand van den jongen
man aan zijn lippen.
U is sir Evelyn Lee?
Tot uw dienst, sire.
In trouwe, een armelijke dienst! Ik
ben maar een vluchteling.
Het doet mij leed, dit te moeten er
kennen, antwoordde sir Evelyn nadruk
kelijk.
(Wordt vervolgd), t