Bij Ruwe Handen Puroi
i m m
e
JL I
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN
Qxunuéüeh
Pm
w§ m i
'Zr#// 2
vim wm. wm
'/m
m.
JtPiaakcuAciek
R
'W'A
Financieel Overzicht.
Moor küeine tuinen.
ons door de belangrijkste gebouwen en zalen
van het gansche instituut geleidt. Hij maakt
mij bijzonder opmerkazam op het gebouw,
hetfelk tot laboratorium was bestemd voor
prol. Ornstein, wanneer deze naar Jerusalem
ware gekomen. Nu is het in gebruik tên
minste tijdelijk voor den planten- en bloe-
menverzamelaar, die ons tegenkomt met nieu
we vondsten, maar dien ik 'uit den weg ga,
omdat ik weet, dat hij ons anders den heelen
dag niet loslaat. Alles wat er in Bijbel en
Talmoed van bloemen en planten voorkomt,
is in zijn hoofd gevaren en hier vindt hij zijn
speciaal wetenschappelijk arbeidsveld.
Zooals deze zco zijn er verschillende on
derzoekers op andere en op nevengebieden
bezig. We zien werkplaatsen en methoden.
Wij zijn niet bevoegd tot oordeelen op al deze
speciale gebieden maar begrijpen, dat hier
met liefde wordt gewerkt. En met het gevoel,
dat de wetenschap niet zonder verwachting
ook uitziet naar den Scopusberg.
De Bibliotheek staat afzonderlijk aan de
andere zijde van den weg. Een mooi gebouw
En de inrichting lijkt in allen deele geheel
op de hoogte van den tijd te staan Hoe groot
de boekerij reeds is, kan ik niet bij benadering
zeggen. Ik heb verbluffende cijfers gehoord,
maar heb ze verzuimd aan te teekenen. Zij
groeit trouwens met den dag door toezendin
gen uit alle wereldstreken. Alles staat brand-
vrij in ijzeren stellingen op glazen vloeren
Men kan er uren en dagen doorbrengen,
maar ik meet ook hier volstaan met een
vluchtigen rondgang. Ook met een rondgang
over het terrein dezer tweeling-stichtingen
met de schitterende vergezichten: over de
Doode Zee tegen het Moabietische gebergte
aan; noordwaarts tot waar men Mitspah
vermoedt met den overal zichtbaren toren,
alwaar de Arabier het graf van den ook door
hem vereerden profeet Samuel Nebi
Samwil zoekt; en over den Olijfberg, den
Ouden Muur, de Tempelplaats met Aska en
Moskee en over gansch Jerusalem. Nog een
maal staan we op de historische plek, het na
tuurlijke amphitheater met de tribune, waar
Lord Balfour de openingsrede hield.
En dan gaan we bergafwaarts en stijgen
weer, optrekkende naar Jerusalem. Naar het
nieuwe gebouw van het Joodsch- Nationaal
Fonds (J. N. F.) K'ran Kajémeth Lejisraël
(K. K. L.) in de nieuwe wijk Rechawjah.
Daar is o. a. de Herzl-kamer. Struck is ge
reed met zijn werk. Hier is alles samenge
bracht en Struck heeft het met zijnen artisrie-
ken smaak geordend, alles wat men over heeft
van Herzl en zijn werkkamer: Zijn schrijf
bureau; zijn stoel; de eenvoudige lessenaar,
waaraan hij te Parijs tijdens het Dreyfus-
proces „der Judenstaat" heeft geschreven, dit
het Zionisme, de beweging en de organisatie
heeft doen ontstaan; de geschenken, die hem
zijn geworden, zcoals de Séfer-Torah, waar
mede het Pooische Jodendom hem tegemoet
is gekomen en als een koning heeft inge
haald!*, en tal van grootere en kleinere dingen
uit zijn dagelijksch leven, zijn werken zijn
historie. Het geeft een treffend beeld en een
treffenden indruk.
Hier heeft ook het Gouden Boek een eigen
vertrek. Het origineele, waarin de namen ver
eeuwigd worden van hen, die uit waardee
ring voor hun arbeid in dienst der Zionisti
sche gedachte door dankbare medestanders
en medewerkers en soms ook met bijdragen
van anderen vereerd worden met c-en inschrij
ving, waarvan zijzelf dan een oorkonde ont
vangen. Het bedrag voor zulke inschrijvin
gen vormt een bron van inkomsten voor het
Fonds, dat dient tot aankoop van grond,
welke het onvervreemdbaar nationale grond
bezit van het Joodsche volk blijft. Reeds in
drie banden ligt daar het Gouden Boek in
zijn vitrine. Vitrine en banden en alles wat er
bijbehoort kunstwerken. Alles Joodsch werk
van Palestina zelf.
Op de eerste bladzijde van den eersten
bana ontdek ik den naam van wijlen mijnen
vriend Aron Vecht, die eenigen tij<J te Haar
lem woonde en dezen tijd mede tot den mooi-
sten van mijn leven hielp maken. De man, die
haast in alle werelddeelen woonde, en uit
Australië de reis maakte naar het eerste door
Herzl bijeengeroepen Congres te Bazel in
1897. Hij stierf te Antwerpen en ik heb zijn
laatste rustplaats in Tel-Aviv bezocht.
Gewis, we zullen niet verzuimen ook nog
eens naar het Scaaré Zédek-hospitaal te gaan
en afscheid te nemen van dr. Wallach Als
ge indertijd ook reeds met mr. Jacob Israël
de Haan in Jerusalem zijt geweest, dan weet
ge ook wel een en ander van dit groote zie
kenhuis, dat den naam voert van: de Poor
ten der Gerechtigheid. En dan kent ge ook
min of meer den even vriendelijken als onver-
moeiden directeur Dr Wallach. Natuurlijk
zijn we door hem door heel zijn stichting
rondgeleid. Hij is trotsch op alles. Alleszins
met reden. Trotsch op het medische deel;
trotch ook op de keuken; trotsch ook niet
weinig op de Synagoge; en trotsch ook niet
weinig op de Synagoge; en trotsch ook op den
grooten Hollandschen stal, met bijna uitslui
tend Hollandsch vee. Dat is voornamelijk het
werk van wijlen zijn vriend Jacob Israël, die
na een bezoek in het ziekenhuis, vlak daarbij,
door onbekend gebleven hand werd doodge
schoten. Daar staat een jonge dekstier, nrach-
tig exemplaar, Hollandsche ras, in Palestina
geboren.
Wij kunnen dr. Wallach bij ons afscheid
tevreden tellen: wij hebben ook zijn diep-ver-
eerden suden Meester Rabbie Josef Chajiem
Sonnenfeld bezocht.
In het Diskinsche Weeshuis hebben wij
Rav Sonnenfeld aangetroffen. Hij woont
anders in de oude stad op de „Deutsche
Platz", heel bescheiden Maar het Diskinsche
Weeshuis heeft in het bijzonder zijn protectie
en hij geniet er nu een soort kleine vacantie-
rust. Een gebouw als een kasteel. Hoog,
mooi gelegen ver buiten de Oude Muren in
het nieuwe Jerusalem. Een paar honderd jon
gens worden hier opgevoed. Alle onderricht
ontvangen zij in huis School- en ook am-
bachtsonderwijs Schoollokalen en werkplaat
sen zijn onder dit dak. Werkplaatsen voor
den timmerman, den kleermaker, den schoen
maker Het schoolonderwijs bestrijkt voor
namelijk de Rabbijnsche en Talmoedische
wetenschap, maar dit dan ook geheel. Van de
profane vakken wordt alleen gegeven dat,
wat hoognoodig wordt geacht, voornamelijk
rekenen. Er wordt geen Hebreeuwsch ge
sproken. Jiddisch is de omgangstaal en bij
het onderwijs. Zoo is de richting van Rav
Sonnenfeld en van de Agoedah. den ortho
doxen anti-Zionistischen wereldbond, welks
felste en extreemste vertegenwoordiging zich
te leruzalem bevindt, geschaard om Rabbie
laten gelden.
In een groot, zeer eenvoudig aangekleed
vertrek zagen wij Struck en ik den
Meester zitten op een lagen stoel voor een
kleine tafel dicht aan het venster Oud man
Het is hem aan te zien. dat hij zijn zeven-en-
taefctig jaren draagt. Hij is blijkbaar cok
moe. We kunnen geen lange gesprekken met
hem voeren oi diepere vragen behandelen.
Hij heeft geen andere pretenties, dan te zijn
„eind alter Jid", die meer dan een halve
eeuw in Jeruzalem heeft gewoond en er in
eerlijke overtuiging met al zijn krachten voor
het Jodendom heeft gewerkt en die ons ieder
zijnen, naar het schijnt stereotypen, zegen-
wensch en nu in het Hebreeuwsch
medegeeft: „gelijk gij Jeruzalem in zijn
ruïne hebt gezien, zoo moogt gij het geluk
hebben, het in zijn herbouwing te aanschou
wen".
Ray Qoeq zag ik in zijn woning, waar
tevens zjjn Jeschiewah zijn Talmoed-Hoo-
geschool gevestigd is. Hij zat te werken
aan zijn boek. Een boek van grooten om
vang op abbijnsch-Talmoedisch gebied, aan
welks verschijning algemeen groote en blijde
verwachtingen worden vastgeknoopt Hij ge
niet den naam van een groot en veelzijdig
Joodsch geleerde. En van een geniaal denker
In heel Palestina. Ik geloof zelfs, in heel de
Joodsche wereld. En hij geniet veelzijdige
vereering. Om zijn persoonlijkheid en om zijn
menschelijkheid.
Hij heeft de zestig nog niet bereikt. Maar
hij leek op het eerste gezicht wel oud en moe.
Doch zijn oogen werden jong, toen hij in liet
5esprek was gekomen. Hij vertelt van zijn
eschiewah en is kinderlijk blij, dat het hem
gelukt is, uit Sowjet-Rusland eenige tiental
len jonge menschen vrij gekregen te hebben,
die nu bij hem studeeren. Winst voor de
wetenschap met tevens redding van men
schen uit gevangenschap, redding van Jood
sche zielen. Zorgen ook hiervoor oneindig
Ook gewone alledaagsche broodzorgen
Dankbaar vermeldt een niet onbelangrijke
soms gelds, die Dr. Van Raalte hem kort ge
leden voor dit doel uit Holland heeft meege
bracht. Ook ik heb er een kleinigheid voor
kunnen zameletj. Groot zijn ook de zorgen
en veelzijdig, aan het Opperrabbinaat ver
bonden. Het rooft bovendien zooveel tijd van
de Torahstudie. Maar het werk is noodzake
lijk en kon ook belangrijk zijn. Groot zijn
ook de zorgen voor den opbouw, en onder al
deze afzonderlijk de zorgen voor den religieu
zen opbouw. We lijden veel verdriet, zegt hij.
Van buiten en van binnen. Van buiten: dat is
Engeland en de Arabieren. Van binnen: dat
is de ontwijding der heiligdommen van het
historisch overgeleverde Jodendom. Maar
met dit al, is hij niet pessimistisch gestemd:
„Ik ben tevreden, want Erets-Israël geeft mij
zóó veel, dat alles er bij in het niet verzinkt
En ik heb de innerlijke, onwankelbare ver
zekerdheid. dat we op den goeden weg zijn.
En dat alles eenmaal langs den weg terecht
zal komen".
En nu ziek ik er van af, U nog verder mede
te nemen naar meer ziekenhuizen en andere
stichtingen en andere menschen en persoon
lijkheden.
We moeten het Land verder in. Ik ga Jeru
salem verlaten.
1) Jes. 21, 16.
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem 1209.
Stand.
Zw. 12 ach. op: 3, 5, 7, 8, 9, 10, 15, 16, 17,
21, 22, 27.
W. 15 sch. op: 14, 19, 23, 26, 29, 30, 32,
34, 36, 38, 41, 43, 44, 48, 50.
O p 1 ooa s i n g.
1. 36—31 1. 27 47
2. 32—27 2. 47 49
3. 27 18 3. 49 39
4. 50—44 4. 10 28
5. 44 4!
Partij gedeelte.
Het volgende spel is een gedeelte uit
een correspondentiepartij gespeeld door
den heer H. J. Toepoel alhier tegen
den heer O. G. Veen te den Haag.
'■M
MM Hf
.Mi
op
fi „Wk Jmi
tH W4 Wk f# ZM
Zw. 8 sch. op: 3, 9, 18/23.
W. 8 sch. op: 29, 34/38, 42, 48.
Wit speelde 38—33, zwart 19—24. Nu
wit 37—31!
a. op 23—28 volgt 31—27, 2716 en
35 15 met voordeel voor wit.
b. op 2127 wint wit door 34—30, 33—28
en 31 4.
c. op 20—25 en 25 14 volgt 3127, (zw.
gedw. 21:32), 33-28, 42-38 en
48 10.
Zw art zag dit en speelde 2126, waar
door wit kon antwoorden 33—28 (23 32),
42—38 en 48 17.
De partij
werd remise door:
1
1.
26 37
2.
17—11
2.
37—42
3.
11— 7
3.
42—47
4
7— 2
4.
20—25
5.
2—16
5.
47—33
6
16—43
6.
18-23
7.
34—30
7.
25 34
8.
43 30
8.
23—29
9.
30—43
9.
33—28
10.
36—31
IC.
9—14
11.
35—30
11.
29—33
12.
30—25
12.
28—23
13.
31—27
13.
23—28
14.
27—21
14
28—23
15
21—17
15.
•23-28
16.
17—11
16.
28: 6
De volgende mooie combinatie is van
Pierre Broyer.
Zw. 9 ach. op: 3, 8, 10, 11» 13. 18, 19,
20. 26.
W. 9 sch. op: 28, 32, 33, 35, 37/40. 48.
Wit speelt:
1. 28—23!! 1. 19:28 (gedw.)
2. 32 12 2. 8 17
8 37—31 3. 26 37
4. 38—32 4. 37 28
5. 33 22 5. 17 28
6. 39—33 6. 28 3?
7. 40—34 7. 39:30
8. 35:4!!
Ter oplossing voor deze week:
Probleem 1210 van D. K'een te Haarlem.
PU |2§ pp
Zw. 10 sch. op: 1, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 25,
31. 36 en dam op 45.
W. 13 sch. op: 16, 22, 24, 26, 29, 33, 34,
37, 39, 40, 42. 48, 49.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Oplossing eindspel 517.
1. Ke8! (zie a en b) Ko6 2. Kd8 Kd6 3.
Kc8 Kc6 4 Kb8 Kb5 5. Kb7 Ka5 6. Kc6
Iva6 7. Kdö Kb6 8. Ke4 Kc6 9. Keó Kd7
10 Kf6 en wint.
a. 1. Ke8 Kc6 2. Ke7 Kc5 3. Ke6 Kc4 4.
Ke5 Kb5 (of Kd3 5. Kd5 enz. of Kc5 5
Kc4 enz.) 5. Kf6 (niet 5. Ke4 Ka5 6. f4
Kb6! enz.) 5Ka5 6. Kg7 b5 7. Kh7
b4 8. Kg7! b3 9 h7 b2.10. h8D blD 11.
Da8f en 12. Db8f met winst), b. 1. Ke8
Ke5 2. Kd7! Kf4 3. Kd6! Kg4 (of Kg5 4.
Kc7! enz. of Kf3 4. Ke5! enz.) 4 Keö! Kg5
5. Ke4 Kh6 6. Kf5 Kg7 7. Ke6! h6 8. f3
h5 9. Kfo Kh6 10. f4 en wint.
Oplossing eindspel 518.
1. h4 Kei 2. h5 gh5 3. gh5 Kfó 4. Kd2 c6
5. Kd3 f6 (gedwongen), 6. h6 Kg6 7. f5f
Kh6 (naef5 8. e6) 8. fe6 Kg7 9. e7
Kf7 10. ef6 Ke8 11. Kc4 Kd7 (of Kf7) 12.
aG ba6 13. a5 Ke8 (gedwongen), 14. Kc5!
d3 15. Kd6 d2 16. Ke6 dlD 17. f7 mat.
Oplossing probleem 375.
1. Th8 h7! dwingt zwart tot zetten met
paard of K.)
1. Kc8 2. Ta8 mat.
1. Ke8 2. Tg8 mat.
1. Pc8 2. Tg8 mat.
1. Pe8 2. Ta8 mat.
1. P. anders 2. Ta8 (g8) mat.
Na een zet met de witte K. als sleutel-
zet speelt zwart 1Pf7 en mat is
niet in den tweeden zet te bereiken!
Uit Weenink's boek: Het Schaak
probleem).
Eindspel 519.
(N Griqoriew).
a li c ii e
Wit speelt en wint.
Probleem 378.
Uit Weenink's boek (Bibliotheek
Dresden).
8
7
5
4
1
2
1
abc
Tweezet.
Probleem 377.
(W. Grimskaw.)
VVs/Ss/
S h
i jfj Hf w
m
taocdelgn
Tweezet.
De volgende partij heeft Euwe met
verbazend geluk tot remise gebracht. Hij
ging op de 22e zet op avontuur uit want
alleen verdediging zou stellig verlies
met zich brengen. Zwart verkijkt zich
enEuwe krijgt zijn eenige kans in
deze partij die hij geenszins onbenut
laat.
Wit: S. Flohr. Zw. Dr. M Euwe.
Damegambiet.
1. d4 d5
2. c4 c6
3. Pf6 Pf6
4. Pc3 e6
5. Lg5 Pbd7
6. cd5 edó
7. e3 Le7
8. Ld3 Pf8 Beter was eerst 0—0
9. Dc2 Le6
10. O—0 Pgö
11. Pe2! Pg4
12. Le7 Na 12 Pf4 volgt Lc8! en niet
12Lg5 wegens 13. Pe6 fe6 14.
Lg6f enz.
1 2De7
13. Pf4! dreigt 14. Pe6! piet de gevol
gen van dien b.v. 14. Pe6 De6 15. Lfo
enz. of 14feö 15. LgG hgö 16.
Dg6f en wint ook 't paard.
Afruilen op f4 is ook ongunstig
voor zwart wegens de open e-lijn.
1 3Ph4
14. Ph4 Dh4
15. h3 Pf6
16. Pe6 fe6 En de aanval is afgesla
gen. Maar nu volgt er een op de
ontbloote dame-vleugel.
17. Db3! Zwart is nu wel haast ge
dwongen tot de korte rochade, want
na 17Tb8 volgt 18. La6 b6 19
Da4 bó 20. Da6 en over de open c-lijn
volgt verdubbeling der Torens.
170—0—0
18. Tacl Pe8 Na 18Pe4 volgt
19. La6! ba6 20. Tc6f Kd7 21. Db7f
Ke8 22. Te6f Kf8 23. g3 Dg5 24. h4 en
wint
19. a4 Pcc7
20. a5 a6
21. Db6. Td6 Om doodelijker offers te
voorkomen.
22. Da7 g5 Va banquespel en zoo
waar wit is schaakblind!
23. TcS beter g3
23g4
24. Tb3 Kd7
25. Tb7 Tc8
26. La6?? Een blunder.
Eerst had behooren te geschieden
25. hg4. Speelt zwart dan e5 dan
volgt 26. Lf5+ Ke8 27. Tc7 Tc7 28
Dc7 Th6 29. f3 en wint
26gh3 dreigend Dg4 28. g3 Df3
27. g3 De4
28 f3 De3f
29. Khl! Na 29. Kh2 volgt Dd2f 30
Kh3 e5! en zwart wint.
2 9Dd2
30. Tgl Df2
31. Db6 Df3f Remise wegens eeuwig
schaak.
Vroege groenten in koudt
bakken.
In onze koude bakken, welke dus niel
door brceimateriaal worden verwarmd,
zaaien en planten we nu de groentensoorten
welke we reeds in warme bakken een plaats
gaven. Deze bakken worden even als de volle
frond, flink bemest en omgespit, waarbij we
ak en ramen zoonoodig goed reinigen.
Daarna kunnen we hierin ook zomerpeen,
radijs, spinazie en raapstelen zaaien. De
teelt van zomerpeen en radijs kunnen we des-
gewenscht met elkaar combineeren; we
zaaien dan door de peen een weinig radijs.
Ook om deze bakken kunnen we een aarden
wal of dubbele kisting maken om de koude te
weren, en des nachts dekken we de ramen af
om de zonnewarmte zooveel mogelijk va6t te
houden. In deze bakken zaaien we nu ook
kropsla en bloemkool opdat we straks plan-
tenmateriaal voor den vollen grond hebben.
De jonge plantjes worden dan vooraf onder
glas verspeend en naderhand met kluit uitge*
plant. In deze bakken kunnen we ook de in
het najaar gezaaide weeuwenplanten van
kropsla en bloemkool uitplanten. Bij de teelt
van bloemkool zorgen we voor voldoende af.
stand tusschen grondoppervlakte en glas.
We planten ze op een afstand van 50 tot 60
c.M. en de kropsla op 25 c.M. afstand. De
bakken waarin de weeuwenplanten nu
staan moeten bij deze zachten winter dage
lijks flink worden gelucht, en vooral daar
waar de planten straks in Maart zullen wor
den uitgeplant. In de koude bakken leggen
we nu ook de zaden van vroege erwten, peu
len en tuinboonen te kiemen om de jonge
Elanten in aart, nadat ze flink zijn afge-
ard, buiten uit te planten. We leggen de
zaden, dicht bijeen, maar geven toch zooveel
ruimte, dat de jonge plantjes afzonderlijk
met kluitje kunnen worden opgenomen. Denk
vooral om de muizen en beveilig de zaden
tegen deze ongenoode gasten. Wie geen bak
ken bezit en toch graag vroeg wil oogsten
kan buiten al beginnen met het zaaien van
spinazie. Daarvoor kiezen we dan liefst een
hoog gelegen rabat wat we rijk bemesten
met rotte stalmest. Wanneer zoo'n rabat aan
de noordzijde nog wordt beschut door een
muur of schutting zal daardoor een vroege
oogst nog worden bevordert. Het zaad laten
we eerst voorkiemen. Daarvoor weeken we
het gedurende een nacht waarna we het ge
durende een paar dagen op een warme
plaats stellen. Om opdrogen te voorkomen
kan men het zaad dan met aarde of iets an
ders afdekken. Het gekiemde zaad moet
voorzichtig met aarde worden onder ge
strooid.
De stopzetting der Duitsche
betalingen en de Fransche
schulden aan Amerika. Te
rugtrekking van Fransch te
goed uit de Ver. Staten.
Verlichting der moeilijkheden
van het Amerikaansche be
drijfsleven door ruimere cre-
dietvcstrekking. Moeilijke
positie der Amerikaansche
spoorwegen. Ongunstige
kwartaalstaat der U. S. Steel
Corporation. Verdere ver
plaatsing der fabricage van
Philips-artikelen naar het bui
tenland.
Het definitieve besluit tot verdaging van
de Conferentie te Lausanne voor onbepaal-
den tijd heeft de beurs niet aanzienlijk beïn
vloed, en ondanks nog andere factoren van
ongunstigen aard heeft de vaste grond
stemming, die op verschillende fondsen-
markten viel waar te nemen, zich toch nog
kunnen handhaven. Van directe practische
beteekenis is het uitstel der Conferentie dan
ook feitelijk niet. Voor dengene, die den
wercidtoestand na de publicatie van het rap
port der Commissie van Deskundigen zoo
zag, als deze in werkelijkheid was, was het
maar al te duidelijk, dat de besprekingen toch
geen onmiddellijk resultaat zouden kunnen
hebben.
Van den aanvang af zag het er naar uit,
dat de moeilijkheden, die aan een oplossing
van het herstelvraagstuk in den weg staan,
hun oorsprong vonden in de houding van
Frankrijk en de Ver Staten. De vaststelling
van de Commissie van Deskundigen, dat
Duitschland thans en binnen afzienbaren tijd
niets kan betalen heeft vooral :n Frankrijk
heel wat beroering verwekt. Nu moge het
waar zijn, dat de weinig tegemoetkomende
houding van Frankrijk tegenover Duitsch
land een van de ernstigste belemmeringen
voor een oplossing der moeilijkheden vormt,
aan den anderen kant mag men wel oog
81. Toen kikker Karei en Tuimeltje eens wilden zien
waar ze naar toe werden gebracht, ontdekten ze plot
seling dat er in de verte een heele rij kikkers aan
kwamen, die allemaal emmertjes water droegen. En
het duurde niet lang of ze waren bij de steenen potten
en Tuimeltje kroop zoo diep mogelijk naar beneden,
want telkens gooiden de kikkers heel koud water op
het hoofd van Tuimeltje en kikker Karei.
82. Eindelijk waren de vazen vol water gedaan en
Tuimeltje kreeg het verschrikkelijk benauwd. Hij
snakte naar lucht en teneinde raad besloot hij uit de
vaas te klauteren. „Karei", riep hij tegen den kikker,
..ik kan het niet meer uithouden. Ik ril van de kou."
Doch voor dat kikker Karei kon antwoorden kwamen
er bedienden, d'e bloemen in de varen zetten en toen
werden deze naar de troonzaal gebracht, waar de
koning met twee secretarissen een bespreking bad,