^Emnetdand
Bij Griep
arbeidersztekenfondsen en
medici.
Mijnhardt's Poeders
Brieven uit de Hoofdstad
behouden. Prof. Aalberse heeft duidelijk
jWetoond, dat we achter de regeering moe-
fpa' staan. Zij steunt op drie groepen en de
1'ocsitie bestaat uit sociaal dem. en vrijz.
aSnocraten. Een combinatie tusschen rood en
7*art is niet mogelijk gebleken.
We hopen spoedig een departement van
economische zaken te krijgen en een krachtige
bewindsman, die Landbouw regelt.
Wij zullen de regeering blijven steunen,
opdat de gulden veilig blijft, waarvan spr
de noodzakelijkheid hiervan aantoonde.
Niet zonder belang is de vraag hoe we den
koninklijken weg van herstel zullen bewan
delen. Verschillende landen hebben in den
joop der jaren handelsovereenkomsten aange
daan, Nederland bleef bij de vrijhandelspoli
tiek Spr. persoonlijk meende, dat die funest
is gebleken. Wij staan tegenover het buiten
land met lege handen. Doch de mogelijk
heid van ruilobjecten is door het bekende
Contingeeringswetje mogelijk. Wij hebben
wapens genoeg om onze goederen in andere
landen te plaatsen, geen vrije invoer, zonder
dat er iets voor terug komt.
Het is teekenend, dat een man als dr.
Colijn, die vroeger een andere meening had
nu spr.'s meening onderschrijft. In den bree-
de zette spr. uiteen, welke steun en credieteu
de regeering in de lande heeft verleend. En
ook de Provinciale Staten lieten zich met ere
dieten niet onbetuigd. Thans moeten de
spoorwegtarieven nog naar beneden.
Resumeerende, zeide spr., dat er geen reden
is om de regeering ziin vertrouwen op te zeg
gen. Doch we zijn ook geen marionetten. Wij
staan vrij en onbevangen tegenover haar en
behoeven hen niet te steuen, als we iet willen.
Van de gelegenheid lot het stellen van vra
gen werd geen gebruik gemaakt. Na een
dankwoord volgde sluiting.
DROOGMAKING DER ZUIDERZEE.
Is voortzetting gewenscht?
Ja, zegt de secretaris van den Zui
derzeeraad.
Voor het Departement Amsterdam van de
Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel en de
Vereen. „De Industriee'e Club'' heeft Zater
dagavond mr. K. Jansma, secretaris van den
Zuiderzeeraad, de vraag besproken: „Is de
voortzetting van de droogmaking der Zuider
zee gewenscht?"
Spr. begon met er op te wijzen, dat bij de be
handeling van de Zuiderzeefcndsbegrooting,
welke op 9 Februari in de Tweede Kamer zal
beginnen, ook het voornemen zal worden be
sproken, om na de voltooiing van den afs'uit-
dijk en den Weiringermeerpolder, voorloopig
de verdere inpoldering op te schorten.
De regeering noemt in de Memorie van
Toelichting als voornaamste motief voor deze
opschorting, dat er nog geen definitief plan
is opgesteld over den polder, die, naar alge
meen wordt aangenomen, thans aan cb beurt
is, n.1. den Noord-Öostelijken po'der, door
spr. aangeduid als Urkerpolder. Als bijko
mend motief wordt genoemd de vraag of het
wel verantwoord is, onder de tegenwoordige
tijdsomstandigheden te besluiten tot de uit
voering van inpolderingen, waaraan een zeer
groot financieel risico verbonden is. Voorts
zal zeker voor d regeering gewicht in de
schaaal hebben gelegd, dat zij met het oog op
het uitste' der werken een post van 8 mil-
lioen van de Waterstaatsbegrooting ge
schrapt heeft, te weten de iaarlijksche af
schrijving op de reeds tot stand gebrachte
werken.
Ofschoon de regeering thans geen raming
van de kosten vai. den Urkerpolder geeft, is
ui' vroegere stukken vrij nauwkeurig na te
gaan om welk bedrag het hier ongeveer gaat
In 1924 werd de kostorijs van de Wietinger-
meer, inclusief rente, geschat op 3200 per
H.A. Bliikens de stukken is dit geworden
5000, of een overschrijding met 55 pCt. De
Urkerpolder werd in 1924 neschat op 2300,
alzoo veel minder dan de Wieringerueer. Bij
de uitvoering van den Urkerpolder staat men
er in aller'ei opzichter veel gunstiger voor;
men heeft veel meer ervaring, werkt achter
den beschuttenden afsluitdijk, men heeft geen
ander Zuiderzeewerk tegelük onder handen,
terwijl de Wieringermepr, in afwiiking van
Lelv's plan, gelijk met den afsluitdijk werd
uitgevoerd. Spr. wilde echter v(,or het oogen-
blik aannemen, dat ocjc bij den Urkerpo'der
d- begrooting 1924 met 55 pCt. wordt over
schreden en kwam dan op een. kostprijs van
3500 per H.A., inclusief rente, of voor den
geheelen polder, groot 53000 H.A., 190
millioen. Het werk duurt 12 h 15 jaar, zoodat
wij voorloopig zeker niet met meer dan ƒ15
roi'lioen per jaar te rekenen hebben.
Spr. merkte op, dat ook de regeering niet
als eisch stelt, dat baten ten vol'e den kost
prijs dekkenmen is het er over eens, dat er
daarvoor veel te groote indirecte voordeelen
aan het toevoegen van nieuwen grond aan
°ns land verhonden zijn.
De commissie-Lovink, waarin een aantal
onzer beste landbouwkundigen zitting had
den, is op grond van een diepgaand onder
zoek tot de conclusie gekomen, dat op den
duur dergelijke grond een waarde heeft van
2500 per H.A.
Wanneer nu gedurende de uitvoering de
polder niets opbrengt in 1924 schatte men
deze opbrengst nog op 23 milhoen dan
zou de Staat dus ca 53 millioen moeten bij
passen, te besteden over 12 a 15 jaar, het
geen neerkomt op 314 a 4 millioen per jaar
Spr. meende, dat dit geen bedragen zijn, die
het financieel evenwicht van den Staat in ge
vaar kunnen brengen.
Het is natuurli.k ren feit, dat het geld ge
leend moet worden Ook is het uitstel van
den Urkerpolder niet noodig om het staken
van de afschrijving van 8 mil'ioen op de
reeds uitgevoerde werken te kunnen motivee-
rendeze werken zijn reeds lang door de be
lastingbetalers voldaan uit de batige sa'di
er ontvangsten en uitgaven van het Rijk,
immers cl? Staatsschuld is sinds 1918 niet
toegenomen, integendeel sterk afgenomen.
van groote beteekenis achtte spr. de indi
recte voordeelen. Het is gewenscht dat het ge-
jieele apparaat om dijken te bouwen en grond
in cultuur te brengen ononderbroken kan
doorwerken.
Wat voor spr. echter den doorslag geeft, is
et feit, dat juist een tijd van ma'aise, als wij
rnans doormaken, bij uitstek geschikt is om
V'r+°£root ,werk. lot stand te brengen,
men dit uit in een tijd van hoogcon
junctuur, dan maakt men de zaak onnoodig
duur, en jaagt men ook de prijzen van andere
werken op, zooals in de jaren 19271931 is
gebleken. In een tijd van depressie daaren
tegen kan men profiteeren van het groote
aanbod en verschaft men aan vele duizen
den, die men anders werkloozen-uitkeering
moet geven, behoorlijk werk en bestaan.
Slechts een gering deel der kosten gaat naar
het buitenland. Schat men het aantal direct
werkzamen op eenige duizenden, nog veel tal
rijker zijn zij, die indirect van het werk pro
fiteeren zoo is tijdens de werken bij Medera-
blik de bevolking daar met 1000 zielen toe
gekomen, die van Wieringen is zelfs verdub
beld (van 3000 op 6000). De Urkerpolder
zal op Urk, in Zuid-Friesland en Overijsel
overal nieuw leven doen ontstaan. Eindelijk
is het van onschatbare moreele beteekenis,
dat bij een vertrouwenscrisis als die wij thans
doormaken, de Staat blijk geeft zelf niet alle
vertrouwen in de toekomst van ons land te
hebben verloren.
SMOKKELARIJ AAN DE OOSTGRENS
Belangrijke aanhalingen. Ook de
treinen worden gecontroleerd.
De strijd tusschen smokkelaars en douane
beambten in het Nederlandsch-Duitsche
grensgebied neemt met den dag hardnekkiger
vormen aan, constateert het Hbld. Sinds
eenige maanden is de douanedienst, die vóór
dien tijd veel te wenschen liet, gereorgani
seerd, en systematisch worden de gangen en
gedragingen van de smokkelaars nagegaan,
teneinde van hun eperatiemethoden op de
hoogte te komen en maatregelen te treffen,
teneinde aan hun bedrijf paal en perk te stel
len. Maar omgekeerd bespionneeren ook de
smokkelaars het doen en laten van ..de groe
nen'' en laten zij geen middel onbeproefd om
hun van tijd tot tijd een kool te stoven. Onder
de smokkelbenden schuilen elementen, die
tegen een behoorlijke vergoeding de plannen
van hun makker aan de douaniers verraden;
dikwijls speelt hierbij ook een persoonlijke
veete een rol, want het ligt voor de hand,
dat het onder het smokkelaarsgilde niet alles
pais en vreê is! Maar ook onder het korps
douanebeambten vindt men zwakke broeders,
die voer de verleiding van een flinke beloo
ning, indien zij op een bepaalden tijd een
oogje tce doen, wel eens bezwijken. De autori
teiten trachten dit euvel wel te bestrijden door
veelvuldige overplaatsingen en een uitgebrei-
den controledienst, maar het feit, dat nog
immer groote partijen smokkelwaar ongehin
derd over de grens gebracht worden, bewijst
wel, dat het voordeel nog steeds aan de zijde
der smokkelaars is.
Een bewijs hoezeer alle factoren, die aan
het welslagen van een smokkelpartij dienstig
kunnen zijn, gebruikt worden, is wel het feit,
dat de laatste week in het grensgebied een
buitengewone bedrijvigheid heerschte. Dit is
een gevolg van de Omstandigheid, dat de
maan eerst bij het aanbreken van den dag op
kwam en vóór het vallen van den avond on
derging. De avonden en nachten waren dien
tengevolge zeer donker, waartoe de bedekte
lucht en de mist niet we.'nig bijdroegen. Of
schoon de kommiezen sinds eenige weken met
schijnwerpers zijn uitgerust en zij bij bepaal
de gelegenheden ook van lichtkogels gebruik
maken om het terrein te verlichten, weten de
sokkelaars in de meeste gevallen toch nog
met hun buit te ontkomen, omdat ^ij als regel
in een sterk begroeide streek opereeren en het
terrein zoo gclvend is, dat het hun niet moei
lijk valt zich tijdig te verbergen. Niettemin
geldt ook hier het spreekwoord: „Waar ge
hakt wordt, vallen spaanders", want de
douanebeambten zijn er in de laatste dagen
in geslaagd verscheidene belangrijke aanha
lingen te verrichten.
Zoo werd in het district Geldern niet min
der dan vijf groote smokkelcolonnes aange
houden. De leden der benden trachtten in de
duisternis te ontvluchten en een wilde jacht
ontstond. De smokkelaars wierpen hun smok
kelwaar weg, in de hoop, dat 'de kommiezen
de achtervolging zouden staken, maar deze
truc ging thans niet op, want de beambten
zetten de achtervolging door, tot zij tien
smokkelaars te pakken hadden. Bij deze ge
legenheid viel den douaniers 200 pond koffie
en 150 pond tabak in handen.
Op klaarlichten dag hielden de douane
beambten voorts een vrachtauto aan, die,
oppervlakkig gezien, geen lading in had.
Inzittenden waren een echtpaar uit Reydt, dat
zich alleronschuldigst voordeed. De beambten
hadden echter reden om de zaak niet al te
zeer te vertrouwen en na een grondig inspec
tie brachten zij uit de dubbele kap van den
wagen maar eventjes 160.000 cigaretten en
500 pend tabak te voorschijn. Het spreekt wel
vanzelf, dat het echtpaar werd gearresteerd
er. de auto in beslag genomen
Sterk toenemend is in den laatsten tijd de
smokkelarij per trein. Op het traject Keve-
laer—Geldern worden de treinen thans ge
regeld gevisiteerd, en dezer dagen werd nog
een groote partij koffie en tabak achterh- 'd.
DE ZUIDERZEEWERKEN.
De groote dijk en de Wieringer-
meer.
Verschenen is het driemaandelijksche be
richt (Januari-uitgave), betreffende de Zui
derzeewerken. Het is rijk geïllustreerd met
foto's betreffende den -grooten dijk en de
Wieringermeer.
Over de laatste étappe van het afslui-
tingswerk lezen wij o.a.:
Op 22 November 1931 was de keileemdam
zoover gevorderd, dat voor het eerst de
Zuiderzee aan de oostzijde was afgesloten
en dus alleen nog ter plaatse van de geul de
Vlieter (in het Westen een gat van 2700M.
open was.
Toen het werk op 24 December 1931, be
houdens het storten van zware stortsteen
langs de zuidzijde, tijdelijk werd stopgezet,
mocht worden aangenomen, dat ernstige
rampen, als bij den toestand van den be-
teugelingsdam in de Middelgronden bij
zware winterstormen mogelijk werden ge
acht, niet meer te vreezen zijn, al blijft
voorloopig bij storm nog kans op het ont
staan' van beschadiging van het gemaakte
werk aanwezig. De beide dit jaar onder
vonden tegenslagen door den sterk vermin
derden weerstand van den beteugelingsdam
in de Middelgronden, waarmede gepaard
ging het' risico van zeer kostbare herstel
lingswerken, na beschadiging en door de
vertraging bij de uitvoering van het dijksvak
in de Blinde Geul, zijn door de snelle dich
ting van de Middelgronden weder veron-
zijdigd.
Deze voorspoedige dichting is bevorderd
door het gunstige weer in October en het
uitblijven van zware stormen in November
en December, maar moet toch in de eerste
plaats worden toegeschreven aan de be
schikking over het krachtige uitvoeringap
paraat van de Maatschappij tot Uitvoering
van Zuiderzeewerken, waarvan de capaciteit
door zorgzame organisatie tot een in ver
band met het jaargetijde ongemeen groote
hoogte werd opgevoerd, zoomede aan den
goeden geest, waarmede haar personeel en
haar arbeiders zwaren arbeid onder moei
lijke omstandigheden verrichtten.
De nieuwe polder.
Met betrekking tot de Wieringermeer le
zen wij o.a.
Gedurende het laatste kwartaal van 1931
werd totaal 935.000 m3 grond uit de kana
len'en tochten gebaggerd en voor het grot-
ste gedeelte direct door middel van vloei-
goten op de oevers gestort. In totaal is
thans sinds het droogmalen van den polder
4 800.000 M3. ingestroomde grond uit de
kanalen en tochten verwijderd. In enkele ka
naalvakken is deze werkwijze, tengevolge
van te hooge ligging der oevers of andere
oorzaken, wel eens onmogelijk; dan wordt
in bakken gebaggerd, die elders gelost wor
den. De eerstgenoemde werkwijze is echter
veel voordeeliger, zoodat het in bakken bag
geren zoveel mogelijk beperkt wordt.
Aan het eind van de afgeloopen drie
maandelijksche overzichtsperiode zijn to
taal 18 molens bij het ruimingswerk binnen
de Wieringermeer te werk gesteld.
Uitvoerige mededeelingen worden gedaan
over het in cultuur brengen van den po'der.
Men schrijft ons:
Een dezer dagen hield de Algemeene Raad
ter Bevordering van bet Ziekenfondswezen,
welke wordt gevormd door vertegenwoor
digers van het Nederlandsch Verbond van
Vakvereenigingen, het Christelijk-Nationaal
Vakverbond in Nederland en de Landelijke
Federatie ter behartiging van het zieken
fondswezen, een vergadering te Amsterdam;
in welke vergadering uitvoerige mededeelin
gen werden gedaan omtrent den stand van
zaken op ziekenfondsgebied in verschillende
plaatsen. Daarbij moest worden vastgesteld,
dat het hoofdbestuur van de Nederlandsche
Maatschappij tot Bevordering der Genees
kunst, in tegenstelling met door dit hoofdbe
stuur tegenover den minister van arbeid af
gelegde verklaringen, aan de totstandkoming
van overeenkomsten tusschen plaatselijke ge
neeskundigen en de besturen van onderling
beheerde ziekenfondsen allerlei moeilijkheden
in den weg blijft leggen, zelfs in gevallen,
waarin plaatselijke geneeskundigen zelve aan
dat hoofdbestuur hebben voorgesteld, een
zoodanige overeenkomst goed te willen keu
ren.
Uit dezen gang van zaken moest de Alge
meene Raad wel de gevolgtrekking maken,
dat het hoofdbestuur van genoemde Maat
schappij de arbeiders blijkbaar wil dwingen,
lid te worden of te blijven van de eigen, z.g.
Maatschappij-ziekenfondsen, in welke, voor
wat het beheer en de bestuurssamenstelling
betreft, de verzekerden voor ten hoogste
slechts 1/3 zijn ingeschakeld. Toch vormen
de contributiën der verzekerden de voornaam
ste en in vele gevallen de eenige bron van in
komsten ook voor deze ziekenfondsen.
De Algemeene Raad achtte dit een zeer on-
gewenschten toestand en zal dan ook met
kracht voor de rerh :n der verzekerden blij
ven opkomen. Nu is komen vast te staan, dat
van de zijde van het hoofdbestuur der Neder
landsche Maatschappij tot Bevordering d?r
Geneeskunst geen vlotte afdoening van zaken
valt te verwachten, besloot de Raad, een pro
gram van actie on te maken en de uitvoering
daarvan onverwijld ter hand te nemen.
DE ZUIDERZEESTEUNWET.
Minister Reijmer over de nieuw
vastgestelde regelingen voor hei
uitvoeren dezer wet.
Zaterdag vergaderde de Generale Com
missie Zuiderzeesteunwet te Amsterdam on
der voorzitterschap van mr. G. Vissering.
De agenda vermeldde een bespreking van
den toestand, geschapen door de in-werking-
treding van de kon. besluiten van 7 Jan. j.1.
betreffende de reorganisatie van de Generale
Commissie, de instelling van den rijksdienst
ter uitvoering vai de Zuiderzeesteunwet en
de herziening van het Zuiderzeesteunbesluit.
De behandeling van dit punt werd bijge
woond door den minister van Waterstaat.
De voorzitter wees er op hoe de arbeid der
commissie, welke onder meer gericht was op
een zoo spoedig mogelijk helpen van de vis-
schersbevolking aan een bestaan, verzwaard
werd door de gunstige resultaten van de vis-
scherij, welke men aanvankelijk in verband
met de vordering van de afsluitingswerken,
niet had verwacht.
Minister mr. P. Reymer heeft hierna een
rede gehouden, waarin hij uiteenzette, dat de
besluiten van 7 Januari in de organisatie van
de Zuiderzeesteunverleening een belangrijke
wijziging hebben gebracht.
De minister besprak het werk van de com
missie in de laatste zes jaren en wijdde daar
aan waardeerende woorden.
De Generale Commissie heeft de m.i.
aldus spr. juiste grondslagen voor de toe
passing van de wet reeds helpen bevorderen
Dit in hoofdzaak ambtelijke werk kan dan
ook beter aan een daartoe bij het departement
in te stellen dienst worden opgedragen.
Tusschen den Rijksdienst en de Generale
Commissie zal een nauw contact ontstaan.
De directeur van den dienst zal voor de com
missie de vraagbaak zijn, waar het geldt ge
gevens en inlichtingen te verschaffen.
k Wij gaan met vertrouwen, aldus eindgde
de minister, de nieuwe periode van onze
werkzaamheden tegemoet. De Zuiderzeesteun
wet is herzien, de algemeene maatregelen zijn
in werking getreden. Bij een en ander heeft de
bedoeling voorgezeten om den Zuiderzeesteun
zoo goed mogelijk te regelen op een wijze
die, naar wij hopen, in het belang der vis-
schers en anderen zal werken en die met het
algemeen belang vereenigbaar zal wezen.
ALBERT CARRÉ OVERLEDEN.
De circus-directeur Albert Carré is tijdens
zijn verblijf in Glasgow, waar hij in het
Hypodrome Circus voorstellingen gaf, met
zijn uitgebreid gezelschap, overleden aan
blindedarmontsteking. Hij was de tweede
van de vier zoons van den Europeesch be
kenden circusdirecteur Oscar Carré en be
reikte den leeftijd van vier-en-vijftig jaren.
De laatste jaren was hij in Parijs werkzaam
met vijf-en-veertig_ paarden, waarmee hij op
trad in Cirque Médrano.
Ondanks zijn cosmopolitisch bestaan en
zijn langdurig verblijf in vreemde landen, is
déze Carré altijd Nederlander gebleven, het
geen ónder meer bieek uit zijn lidmaatschap
van den Vriiwilligen Landstorm.
DE NEDERÏ ANDSCHE SPOORWEGEN.
De directie der Nederlandsche Spoorwegen
heeft uit een oogpunt van bezuiniging be
sloten tot de opheffing van het locomotief
depót en de werkplaats te Geniep. Het loco
motiefdepót zal op 22 Mei a.s. worden ge
sloten, terwijl de datum van de sluiting der
werkplaats nog nader moet worden vast
gesteld.
Het desbetreffende machine- en werkplaats-
personeel wordt naar elders overgeplaatst.
SIERADEN GESTOLEN.
Dader een vroegere dienstknecht.
Door middel van insluiping zijn uit het
perceel Singel 139 te Amsterdam ontvreemd
eenige gouden ringen met briljanten, twéé"
gouden steekspelden mei briljanten en eenig
klein geld (totale waarde 600). In verband
hiermede is een 23-jarige' bewoner van de
Jacob van Lennepkade gearresteerd, die
vroeger in genoemd perceel in dienst is ge
weest en bekend heeft de sieraden gestolen te
hebben. Het ontvreemde goed is in beslag ge
nomen.
DE MELKPRIJZEN.
Moet de regeering minimumprij
zen vaststellen?
Het lid van de Tweede Kamer, de heer
Van Voorst tot Voorst heeft den minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge
vraagd
Is het den minister bekend, dat de toestand
in de weide- en gemengde bedrijven thans zoo
hoogst ernstig is geworden, dat het ineeren-
deel der boeren aan den rand van den afgrond
staat?
Is de minister niet van meening, dat onmid
dellijk maatregelen dienen genomen te worden
om den prijs van de melk op te voeren tot een
minimum van zes cents in den zomer en zeven
cents per liter in de wintermaanden?
I Kan de minister mededeelen of binnen zeer
korten tijd desbetreffende voorstellen bij de
Kamer zullen inkomen?
HET VERSCHE KADETJE.
De directeur van Suisseontslagen
van alle rechtsvervolging.
De Amsterdamsche kantonrechter mr. dr.
A. Fontein wees Zaterdag schriftelijk von
nis in de zaak van den directeur van de hotel
maatschappij „Suisse" aldaar, had terecht
gestaan wegens het leveren van versch brood
aan het ontbijt. Blijkens de dagvaarding acht
het O. M. dit in strijd met art. 35, zesde lid,
der Arbeidswet, „althans met bij de Arbeids
wet 1919 bepaalde". Aanzet uitvoerige von
nis is het volgende ontleend:
De kantonrechter acht bewezen, dat de ver
dachte op genoemden dag vóór tien uur voor
middag in de eetzaal van het hotel- en koffie-
huisbedrijf „Suisse" aan een hotelgast eenige
broodjes heeft doen afleveren, welke na acne
uur namiddags van den vorigen dag waren
gebakken en dat die broodjes waren gebak
ken in de keuken van voormeld perceel door
een daar in dienst zijnden kok. Op grond van
de in de Arbeidswet opgenomen definities
van „hotel'' en „koffiehuis" heeft de hande
ling van den verdachte niet plaats gehad in
het hotel immers het verstrekken van
logies, hetwelk het hotelbedrijf uitmaakt, be-
teekent ni?t anders of meer dan het verstrek
ken van nachtverblijf of onderdak doch in
de koffiehuis-onderneming van „Suisse".
Ten aanzien van de vraag, of het bewezen
verklaarde in strijd is met de genoemde bepa
ling van art. 35 der Arbeidswet, overweegt
het vonnis vooreerst, dat deze bepaling deel
uitmaakt van een geheel van regelen nopens
den arbeid dn fabrieken en werkplaatsen,
waartoe de arbeid in broodbakkerijen behoort,
en dat met het oog daarop en mede op de
slotwoorden van art. 34 moet worden aange
nomen, dat ook aan het slot van artikel 35,
zesde lid, bedoelde arbeid van verkoopen of
afleveren slechts kan zijn arbeid in of al
thans voor een brood'bakkerij. Ten andere
wordt overwogen, dat uit den tekst van ge
meld artikel 35, zesde lid, en met name uit de
daarin zonder verdere verklaring voorkomen
de uitdrukking „de broedbakkerij", slechts
kan worden afgeleid, dat de bepaling alleen
ziet op deeg of brood, gebakken of opge
warmd in een broodbakkerij. Nu niet is ten
laste gelegd, dat het in „Suisse" aan een
hotelgast afgeleverde brood is afgeleverd in
of voor een broodbakkerij, en nu bovendien
krachtens de Arbeidswet de arbeid in een keu
ken, in een hotel of in een koffiehuis ook niet
kan vallen onder de bepalingen betreffende
den arbeid in fabrieken en werkplaatsen
(waartoe broodbakkerijen behooren), acht de
kantonrechter de handeling van den verdach
te niet in strijd met artikel 35, zesde lid, voor
meld.
Met betrekking tot den beweerden strijd
met de andere bepalingen der Arbeidswet
overweegt de kantonrechter, dat nu de wet
zonder eenige beperking, koffiehuizen om
schrijft als „alle open of besloten ruimten,
waar spijzen of dranken uitsluitend of in
hoofdzaak voor gebruik ter plaatse plegen
verkocht of in verband daarmede bereid te
worden", de op verdachte's last verrichte han
deling geheel valt binnen de wettelijke om
schrijving van den arbeid in een koffiehuis.
Daar de Arbeidswet zelve bepaalt, dat zij
koffiehuizen en hotels niet brengt onder
fabrieken en werkplaatsen, volgt daar uit,
dat geenerlei bepaling geschreven voor den
arbeid in fabrieken of werkplaatsen fbt
welken arbeid zoo krachtens de in de wet
voorkomende begripsomschrijvingen als blij-
en influenza, Hbeumatiscbe pijnen, gevatte
Koude, Hoofdpijn, KiespijB, Aangezichtspijn
en vastzittende Hoest, zullen
U spoedig helpen. Doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
kens de structuur der wet de arbeid in brood-
bakkerijen behoort van toepassing kan zijn
op den arbeid in een koffiehuis.
Op grond, dat de handeling van den ver
dachte niet in strijd is met de Arbeidswet,1
noch met eenige andere wettelijke bepaling
of wettige verordening, heeft de kantonrech
ter die handeling verklaard niet te zijn een
strafbaar feit en den verdachte te dier zake
van alle rechtsvervolging ontslagen.
OP JACHTOPZIENERS GESCHOTEN.
Een hunner gewond.
Zaterdagmiddag omstreeks vier uur
heeft in het dorp Friesche Hemrik een
schietpartij plaats gehad tusschen twee
jachtopzieners en twee stroopers.
In den laatsten tijd werd er veel ge
stroopt en in verband hiermede hadden
de jachtopzieners Idzinga en Jonker
zich verdekt in een greppel opgesteld.
Omstreeks vier uur kwamen twee stroo
pers in hun buurt en toen zij tot op tien
meter genaderd waren, sprongen de
beide jachtopzieners uit den greppel.
E ender stroopers, de 26-jarige J. Fok-
kema, legde onmiddellijk op de jacht
opzieners aan en loste een schot in hun
richting. Idzinga werd in den schouder
getroffen. De beide stroopers namen
daarop de vlucht.
De jachtopziener is naar het zieken
huis te Heerenveen overgebracht.
KORTE BERICHTEN.
Een 47-jarige bewoonster van het
woonwagenkamp te Haarlem aan den
Oudenweg is van een trapje gevallen
en met het hoofd tegen een betonnen
vloer geslagen. Zij werd naar het St.
Elisabethsgasthuis overgebracht, waar
zij kort daarop aan de gevolgen van
dien val overleed.
De Zaterdag in de hoofdstad gehouden,
collecte voor het Amsterdamsche crisis
comité 1931 heeft opgebracht f 50.800.
De Vereeniging van Leeraren in de
Handelswetenschappen heeft heden haar
zilveren feest gevierd met een receptie in een
der zalen van de vereeniging voor den Effec
tenhandel te Amsterdam.
REVOLUTIEKABAAL!
door een rasamsterdammer.
Zijn wij eigenlijk niet een beetje te degfr
lijk? O'h ja, ik weet best, dat ik onder den in
vloed van een gansch andere omgeving dan
de dagelijksche hoofdstadsfeer mij dat heb
afgevraagd en onwillekeurig wat aan het
philosopheeren ben geslagen, maar leidt ook
juist die verandering soms niet tot andere
inzichten, welke misschien toch wel hun nut
kunnen hebben. Natuurlijk, men is in an
dere oorden en vooral daar, waar de zon
altijd schijnt en men schier voortdurend in
een heerlijken zomer verkeert, gauwer ge
neigd om 't leven wat luchtiger te leven dan
in lage landen aan de zee, waar kille mist en
druilerige motregen, naast ons klimaat, ook
wel degelijk ons humeur kunnen beïnvloeden.
En uit gebrek aan een goed humeur ontstaan,
zooa3 ik het nu dezen specialen gezichts
hoek eens heb mogen bekijken, alle wetten,
voorschriften, bepalingen en reglementen,
waarin wij ons, en vooral nu, naarmate de
stad grooter is geworden, langzamerhand
hebben begraven, om er gebukt onder te
gaan en niet beter meer te weten. Jawel, het
is allemaal zoo zuiver, zoo hygiënisch, zoo
georganiseerd en zoo model-boerderij-achtig
in elkaar gezet; alle diensten zijn ideaal-
diensten-naar-buiten, het blinkt en glimt en
iedereen is beleefd, ja bij het plechtstatige af
en geen man is er bij heel den gemeente
dienst, die zijn instructies niet als een evan
gelie kent en naleeft.
Het loopt alles gesmeerd, enkele nadeelige
financieele uitkomsten dan maar buiten be
schouwing latend, maar ik heb er op tegen
oh zeker, het is maar tijdelijk en onder
den invloed van het nieuwe en het vreemde
dat alles hopeloos ernstig is, zoo gewild
plechtig en zoo vreeselijk zwaarwichtig.
Er was eens een verkeersagent in Amster
dam, die bij het verkeersregelen gelachen en
gefloten had en ook wel eens, tegen passee-
rende fietsers, fietsters eigenlijk, wat meer ge-
zeg had dan zijn instructie hem strikt voor
schreef. Maar men wil dat niet en de man
werd gestraft en het duurde een heelen tijd
voor en aleer hij weer bij het „voerwezen"
werd geplaatst. Een paar jaar later stond het
portret van diezelfden agent in een aantal
greote Engelsche kranten, waarbij vermeld
was, dat dit „Piet, de leukste en vroolijkste
Hollandsche agent" voorstelde. Ziet u, en
dat bedoel ik nu. Dat er orde en rust en regel
moet zijn, daarvan ben ik wel overtuigd en
wij geen revolutoimmaire gedachten bij ons
op mogen laten komen, neen maar, daarvoor
ben ik, zonder arrogantie zij het gezegd, een
te goed hoofdelijk burger, die zijn plichten
wel kent Maar heeft u er wel eens aan
gedacht, dat er nog nimmer in Amsterdam
een tramconducteur is geweest, die, behou
dens de formeele bewoordingen, waarin hij
een damespassagier den weg naar een der
meest onbegaanbare straten in Zuid uitlegde,
een opmerking heeft durven maken als: „Oh,
maar mevrouw, met die lichte zijden schoen
tjes kunt u daar niet naar toe Of
Of heeft u wel eens een agent zien lachen,
terwijl hij een bekeuring uitschreef of een
man van de waterleiding met een bloemetje in
zijn knoopsgat gezien of een rechercheur met
bruine schoenen? Het zijn onmogelijkheden
in onze goede oude stad, die zoo overloopt
van degelijkheid, dat wij zelf er het belache
lijke niet van inzien.
Wij krijgen geen versch brood en daarmee
begint al een dag, die weer zuur en oudbak
ken smaakt. Want wat er is 's morgens op-
wekkender, dan een versch kadetje of een dik
gesmeerd halfmaantje? Maar iemand heeft
uitgevonden, dat versch brood niet alleen ge
zond is, maar, dat ook bakkers-nachtarbeid