jUkinaarsche Courant.
JiecA S. Schooi
Hxumeeé
Het vergiftigingsgeval te Bergen.
Honderd vier en dertigste Jaargang.
23 Februari.
een geref. kerkelijke crisis-
comite.
Een man en een vrouw voor de Al'.m.
rechtbank, beschuldigd van vergiftiging
van den echtgenoot van laatstgenoemde.
Groote publieke belangstelling.
werkt als
gorgelen
1932
Jio. 45
"^XNMAAR EEN EIGEN SCHOOL!
Zelf schoolbestuurtje spelen.
i October ontstond een conflict bij de chr
Jool met den bijbel te Oudshoorn, gemeente
Ainhen a d. Rijn, doordat de herv. en chr.
ref bestuursleden zich niet konden ver
ingen met het besluit, een gereformeerde
ijlhoofd te benoemen. Nu men echter aan
besluit uitvoering heeft gegeven, meenen
j herv en chr. geref. ouders hun kinderen
i aan dit schoolhoofd te kunnen toever-
h-ouwen, weshalve thans handteekeningen
der dé betrokken ouders worden verzameld
om te komen tot de oprichting van een eigen
8C^°Beroepen tot predikant bij de ev luth
kerk te Nijmegen ds. H. F. Jaanus te Mon
nikendam.
Tot steun van de kerken, wier
voortbestaan bedreigd wordt.
jn Noordholland heeft zich een kerkelijk
en'Sis-comité gevorpd, om de geref. kerken in
Noordholland, wier voortbestaan door de ge
volgen van de economische crisis bedreigd
worden, te hulp te komen.
Er zijn, naar prof. dr. H. H. Kuyper in
„De Heraut" schrijft, kerken bij wie net .wa
tér reeds tot de lippen gestegen is, doordat de
financieele achteruitgang van de gemeente
leden het aan deze kerken onmogelijk maakt,
op de bepaalde termijnen hare verplichtin
gen tegenover de banken, die het geld haar
geleend hebben, te voldoen.
Teneinde aan deze kerken hulp te bieden
hebben deputaten voor hulpbehoevende ker
ken verschillende vooraanstaande personen
in Noordholland, professoren, predikanten en
gemeenteleden uitgenoodigd, om saam met
hem een kerkelijk crisis-comité voor Noord
holland te vormen, aan welke uitnoodiging
bereidwillig is voldaan.
Een kerkelijk karakter draagt dit comité
niet, want dan had de benoeming moeten ge
schieden door de particuliere synode. Maai
het comité zal toch bij de verleening van
steun het advies vragen van de deputaten dei
particuliere synode en in overleg met hen de
ingekomen gelden distribueeren.
LANDSTORM EN OPENBARE ORDE
H J
Antwoord op de vragen van den
heer Albarda.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Albarda aangaande het verrichten van dien
sten door leden van den bijzonderen vrijwil-
ligen landstorm als zoodanig bij het bewa
ren van de openbare orde, in verband met
moeilijkheden bij de werkverschaffingen in
de gemeente Schoterland antwoordde de mi
nister van binnenl. zaken ontkennend op de
vraag, of de berichten waarheid behelzen,
dat op of omstreeks 15 Januari 1.1. in de ge
meente Schoterland, in verband met de moei
lijkheden bij de werkverschaffingen, een aan
tal leden van den Bijzonderen Vrijwilligen
Landstorm als zoodanig diensten heeft ver
richt bij het bewaren van de openbare orde
Op 23 Januari 1932 waren 73 dienstplich
tigen krachtens een op grond van art. 35
der Dienstplichtwet verleende vergunning
in werkelijken dienst. Het aangehaalde arti
kei der wet voor het reservepersoneel der
landmacht 1905 heeft op de opkomst van
dienstplichtigen geen betrekking. In de on
derstelling, dat wordt bedoeld te vernemen
hoeveel tot het reservepersoneel behoorende
militairen op grond van het laatstbedoelde
artikel op 23 Januari 1932 vrijwillig in
werkelijken dienst waren, zij medegedeeld,
dat dit getal 22 bedroeg.
Op aanvraag van den Commissaris der
Koningin in de provincie Friesland, heeft de
minister van Defensie a. i. aan 11 militairen
van het vrijwillig landstormkorps motor-
dienst toestemming verleend om, onder bevel
van de districtscommandanten, onderschei
denlijk der Koninkliik - marechaussee en der
Rijksveldwacht, beid 1 Leeuwarden, wer
kelijken dienst te ver; 4en ten behoeve van
het vervoer per motorvoertuig van mare
chaussees en Rijksveldwachters in het tijdvak
van 12 tot en met 22 Januari 1932, in ver
band met mogelijke moeilijkheden van Fries
land. Deze militairen waren voorzien van de
tot hun volledige uitrusting behoorende vuur
wapens, welke hun zijn verstrekt vanwege
den betrokken korpscommandant.
En Grünewald deed dit als een hartstoch
telijk mensch, die de verrukking èn de vertwij
feling beide bekend heeft en bij zijn leven
reeds ter helle gevaren is, maar ook de zui
vere blijdschap van den mensch heeft ge
proefd.
Grünewald was als schilder een geweldig
colorist, d.w.z. dat bij hem de kleuren een
zeer voornaam deel hebben in de uitdrukking
van wat hij te zeggen heeft. Daarom zal het
noodzakelijk zijn, het Isenheimer altaarstuk
in de bijeenkomst van 25 Februari ook( in
zijn geheel en in zijn onderdeden) in de oor
spronkelijke kleuren te vertoonen.
HET ISENHEIMER ALTAARSTUK VAN
MATTHIAS GRÜNEWALD.
Nu er Donderdagavond a.s. in de Remon-
strantsche kerk hier ter stede een lichtbeel
denlezing over dit werk zal gehouden wor
den, wordt hierover wellicht een inleidend
woord gaarne ontvangen.
Genoemd altaarstuk is een uitermate om
vangrijk werk, samengesteld uit oude kunstig
in elkander gezette paneelen, in de jaren
rondom 1510, door den geheimzinnigen
meester Grünewald, in opdracht van de over
sten van het Isenheimer klooster te Colmar
geschilderd.
Dit klooster was èn een godsdienstig cen
trum èn een sanatorium en vermaard zjeken-
nuis, waar onder patronaat van den Heiligen
Antonius de lijder aan verschillende afzich
telijke ziekten verpleegd werden, als 't mocht
genezen en in ieder geval als *t kon getroost,
ètu is Grünewalds werk er op berekend, om
de heerlijkheid van het geloof te prediken in
het aanzicht van de tragische diepten, waar
toe het ontzettend leed de arme menschheid
dreigt neer te halen. In drie reeksen van
rofreelen maalt hij: eerst Golyotha, dan de
nemelsche Heerlijkheid en goddelijke Liefde,
eindelijk de Beloften, die de heilige Antonius
rotschoon die óók zijn verzoekingen en be
proevingen gekend had) den geloovige in 't
twucht stelt.
UITVOERING: BILDERDIJK.
Millionnair tegen wil en dank.
Blijspel in drie bedrijven van
George Berr.
De Kon. Rederijkerskamer Bilderdijk heeft
gisteravond met groot succes haar tweede
uitvoering in dit seizoen gegeven in de groo-
te zaal van de Harmonie. De keuze was voor
ditmaal gevallen op het bekende blijspel van
George Berr, dat ook bij het beroepstooneel
zoovelen een vroolijken avond heeft bezorgd.
De arme Charley Stafford erft onverwacht
op zijn verjaardag een millioen van zijn
grootvader. Dol van vreugde komt hij thuis.
Maar dan volgt een tweede verrassing. Zijn
oom is gestorven en laat hem vijf millioen
na voorwaarde dat hij in één jaar het geheeie
millioen van grootvader uitgeeft. Charley
accepteert de voorwaarden. En dan begint
het moeilijke jaar voor hem. Want het valt
heusch niet meer op toelaatbare wijze in één
jaar van een millioen af te komen. En het
geluk, of liever voor hem het ongeluk, achter
volgt hem. Waardelooze aandeelen gaan
omhoog als Charley ze koopt, een absoluut
tot mislukken gedoemde operette-onderne
ming werpt groote winsten af, een paard dat
bij de races veertig tegen één staat geno
teerd, wint de course en daarmee voor Char
ley veertig duizend dollar, enz. Maar toch
weet hij 't klaar te krijgen dat hij precies na
een jaar 's morgens om twaa'f uur niets meer
bezit. Zijn vrienden, die hem al dien tijd
voor stape'dol hebben versleten, merken dan
pas, dat Charley de slimste is geweest want
met vijf millioen gaat hij met Mary een ge
lukkig leven tegemoet
Onder regie van den heer M. Kater heeft
de Kamer een inderdaad zeer geslaagde op
voering van dit stuk gegeven met tal van bij
zonder geslaagde scènes, goede typeeringen
en applaus bij open doek.
De heer W. Kerkmeer heeft de rol var
Charley uitstekend vertolkt. Vlot en opge
wekt was zijn spel en hij paste zich aan de
telkens wisselende omstandigheden zeer goed
aan.
Mary, het meisje, dat ondanks alles in
Charley blijft gelooven, werd zeer sympa
thiek, eenvoudig en eerlijk, vertolkt door
mej. R. Hollants. Zeer goed was zij in de
scène, waarin zij berouw toonde, éénmaal
aan Charley te hebben getwijfeld.
Haar pleegouders Rabey Smith en Daisy.
diens vrouw, werden op kostelijke wijze gety
peerd door den heer H. C. Lind en Mevr.
Brinkde Geus. In hooge mate hebben deze
twee tot het succes van het stuk bijgedragen.
Rabev was een prachtig type en Mevr. Brink-
toonde in deze geheel buiten het kader val
lende rol, dat zij een uitnemende dilettante is
Na de scène in II volgde terecht applaus bij
open doek.
De ware vriend William Harrisson was bij
den heer H. W. Holsmuller in goede han
den. De operette-ster en coloratuurzangeres
La Rosita werd door mej. S. Kamper heel
verdienstelijk gegeven vooral in II!. De heer
H. Frankenberg behaalde veel succes (ap
plaus bij open doek) met het rolletje van den
stotterenden uitvinder Pluckey, waarvan hij,
ook uiterlijk, een heel goed type heeft ge
maakt. Noemen wij verder nog den operette-
componist van den heer P. Smit, Mr. Swan
van den heer W. v. d. Pol, Barbara Diew
van Mej. I. Hartland, de steno-typiste van
Mej. M. Olie en een aardige piccolo van
Mei. J, Kuhl.
De tooneelen waren goed verzorgd: Ce
meubelen voor het kantoor (tweede bedrijf)
waren welwillend beschikbaar gesteld door
den heer H. Jansen van „Eik tn Linden".
De grime van den heer André Steeman uit
Amstc-dam viel ook nu weer te roemen.
't Was voor Bilderdijk een zeer geslaagde
uitvoering, want zij heeft hare leden opnieuw
een echt vroolijken avond bezorgd, met heel
goed spel.
Heden sta?n de echtgenoote van
den vergiftigden renten. B. en den
kaashandelaar F. tezamen terecht
beschuidin'd van het tanwenden
van pogingen om opzettelijk B.
van het leven te berooven.
Subsidiair wordt aan de vrouw
afzonderlijk ten laste gelegd po
gingen daartoe te hebben gedaan
en aan den man, dat hij opzette
lijk heeft uitgelokt het toebrengen
van zwaar lichamelijk letsel van
B.
Als verdediger van de vrouw
treedt op mr. C. de Groot als ver
dediger van den man mr. Mul
ler Massis uit Amsterdam.
In ons nummer van 10 Nov. maakten wij
melding van het feit, dat op last van den
burgemeester van Bergen (N.H.) de echtge
noote van den rentenier J. B. aldaar in het tengevolge van de van hun beider wil onaf-
ij..:-rvmm
en de 48-jarige man terecht ter zake, dat zij
tezamen en in vereeniging in of omstreeks
het tijdvak van begin Augustus tot eind Oc
tober 1931 ter uitvoering van het door hen
tevoren gemeenschappelijk na kalm beraad
en rustig overleg beraamd en opgevat voor
nemen om opzettelijk den echtgenoot van de
vrouw van het leven te berooven, als volgt
hebben gehandeld:
De dagvaarding.
Zesmalen, althans eenige malen in ge
noemd tijdvak overhandigde te Alkmaar ver
dachte E. aan verdachte B. telkens één
fleschje en eenmaal tegelijk twee fleschjes,
al welke fleschjes naar hij wist vergif bevat
ten, te weten een oplossing van water en
Parijsch-groen, zijnde dit laatste een schei
kundige verbinding van koper en arsenig-
zuur, zulks met de bedoeling en wetende, dat
verdachte B. den inhoud dier fleschjes of een
gedeelte daarvan zou brengen in voor haren
voornoemden echtgenoot bestemd eten en/of
drinken; verdachte B. wetende dat die
fleschjes vergift bevatten, nam meermalen uit
een der fleschjes telkens een hoeveelheid en
bracht dit in het eten van haar echtgenoot,
die dit meermalen heeft genuttigd; de uitvoe
ring van het door hen verdachten gezamen
lijk en in gemeen overleg voorgenomen voor
nemen en misdrijf werd niet voltooid alleen
Huis van Bewaring te Alkmaar was ingeslo
ten onder verdenking van pogingen cm d- or
middel van vergif haar man van het leven te
berooven.
B. was reeds eenige weken ziek en de hem
behandelende geneesheer Dr. J. Pameijer uit
Alkmaar, had het vermoeden gekregen, dat
het met de ziekte biet in den haak was en
daarom op 23 October overbrenging van den
patiënt naar het Centraal Ziekenhuis te Alk
maar bewerkstelligd, waar de man nog steeds
wordt verpleegd daar hij nog steeds de ge
volgen der vergiftiging ondervindt
De justitie kwam achter de mis
daad.
Toen de man zich de daad van zijn vrouw
bew ust werd, stelde hij pogingen in het werk
om zijn 5-jarig zoontje elders ondergebracht
te krijgen, waarvoor hij via een advocaat de
medewerking van den burgemeester van Ber
gen inriep. Deze vatte toen argwaan, aange
zien het bekend was, dat de man meermalen
de vrouw mishandelde en dat beiden in ge
spannen verhouding met elkander leefden.
Reeds eerder was er sprake geweest van echt
scheiding, die echter niet tot stand kwam ,mr-
dat het huwelijk in gemeenschap van goede
ren was gesloten en de vrouw wel wilde
scheiden, mits zij uit het huwelijk mee kreeg
wat zij had ingebracht en aangezien het ka
pitaal van de vrouw kwam was de man, die,
toen hij trouwde, weinig bezat, hiervoor niet
te vinden.
Zoo bleven menschen in huwelijksverband
met elkander leven, die krachtens hun natu
ren niet bij elkander pasten.
Na een onderhoud, dat de burgemeester
van Bergen, in tegenwoordigheid van Dr.
Pameijer met B. had, teekende deze een ver
klaring welke den dokter ontsloeg van zijn
ambtsgeheim. De mededeelingen van den
medicus waren van dien aard, dat de justitie
ingreep, met het gevolg, dat twee dagen later
de Alicmaarsche kaashandelaar e., die als
tijdelijk buurman met de vrouw vriendschap
had gesloten, eveneens in arrest werd ge
steld. Hetgeen tijdens de verhooren bij den
rechter-commissaris aan het licht kwam was
van dien aard, dat de rechtbank het voorar
rest voor beide verdachten verlengde. 15
anuari werd het onderzoek in de zaak ge
sloten en heden stonden de 48-jarige vrouw
hankelijke omstandigheid, dat het nuttigen
door B. van het alsboven omschreven eten of
drinken bij hem alleen een chronische arseni-
cum-vergiftiging en geen doodelijk gevolg
heeft teweeggebracht en de huisarts Dr. Pa
meijer nog bijtijds heeft ingegrepen door op
of omstreeks 23 October 1931 B, naar een
ziekenhuis ter verpleging te deen overbren
gen;
aan de vrouw wordt ten laste
gelegd, dat zij ter uitvoering van het door
haar te voren na kalm beraad en rustig over
leg beraamd en opgevat voornemen om op
zettelijk haar echtgenoot van het leven te be
rooven. opzettelijk meermalen telkens een
hoeveelheid vergift, het bovengenoemde Pa
rijsch-groen, heeft gebracht in het eten en/of
drinken van haar echtgenoot, dat deze meer
malen heeft genuttigd, zijnde de uitvoering
van het door haar voorgenomen voornemen
en misdrijf niet voltooid alleen tenge
volge van de van haren wil onafhankelijke
omstandigheid, dat de nuttiging door B. van
't aldus vermengde eten en/of drinken bij hem
alleen een chronische arsenicuin-vergiftiging
en geen doodelijk gevolg heeft teweegge
bracht en dat de dokter door overbrenging
van B. naar een ziekenhuis tijdig heeft inge
grepen
aan E wordtsubsidiairtenlas-
t e gelegd, dat hij opzettelijk heeft uitge
lokt, dat de vrouw ter uitvoering van het te
voren door haar na kalm beraad en rustig
overleg beraamd en opgevat voornemen om
opzettelijk haar man van het leven te beroo
ven, opzettelijk een hoeveelheid vergif, het
bovengenoemde Parijsch-groen, heeft ge
bracht in het voor haar echtgenoot bestemd
eten en/of drinken, dat deze echtgenoot in
derdaad meermalen heeft genuttigd, zijnde
de uitvoering van het door haar voorgeno
men voornemen en misdrijf niet voltooid al
leen tengevolge van de van haar wil onaf
hankelijke omstandigheden of omstandigheid,
dat het vergif geen doodelijke gevolgen te
weeg heeft gebracht en dat de dokter bijtijds
heeft ingegrepen; zulks door te Alkmaar in
meergenoemd tijdvak opzettelijk zesmaal, al
thans eenige malen, telkens één fleschje en
eenmaal tegelijk twee fleschjes aan haar te
overhandigen, welke fleschjes naar ze beiden
wisten vergif inhielden, te weten 'n oplossing
van water en Parijsch-groen, zulks met de
Ï5. 45 en 65 et».
•t vdorkomt verkoudheid.
bedoeling, dat zij den inhoud dier fleschjes of
een gedeelte daarvan zou brengen in voor
haar echtgenoot bestemd eten en/of drinken;
mocht ook voor deze tenlastelegging
geen voldoende bewijzen voor een veroordee
ling aanwezig zijn, dan wordt aan ver
dachte E. nog ten laste gelegd, dat hij te Alk
maar in het eerder genoemd tijdvak ter uit
voering van het tevoren door hem na kalm
beraad en rustig overleg beraamd voorne
men om opzettelijk B. zwaar lichamelijk let
sel toe te brengen, opzettelijk diens gezond
heid zoodanig heeft benadeeld, dat deze ten
gevolge daarvan zwaar lichamelijk letsel
heeft bekomen en dit door te Alkmaar aan
B.'s echtgenoote de fleschjes waarvan boven
sprake is, heeft gegeven, zulks terwijl
hij wist, althans alle grond had te
vermóeden, dat zij den inhoud van die
fleschjes in het eten en/of drinken van
haar echtgenoot zou brengen, hetwelk
zii dan ook inderdaad heeft gedaan en van
welk eten en/of drinken B. heeft genuttigd
tengevolge waarvan hij zwaar lichamelijk
letsel heeft bekomen te weten een chronische
arsenicum-vergiftiging o.m. zich uitende in
een op 18 Januari j.1. nog bestaande verlam
ming van het periphine zenuwstelsel (verlam
ming van armen en beenen, rug en bekken
spieren, gepaard gaande met gevoeligheid in
armen en beenen);
ten slotte wordt E. ten laste
gelegd, dat hij te Alkmaar ter uitvoering
van het voornemen om opzettelijk de gezond
heid van B. te benadeelen, opzettelijk diens
gezondheid heeft benadeeld door opzettelijk
aan diens echtgenoote zesmaal althans eeni
ge malen fleschjes vergif te overhandigen,
waarvan hij wist dat de inhoud door haar in
het eten en/of drinken van haar man zou
worden gedaan, die het dan ook meerdere
malen heeft genuttigd, tengevolge waarvan
hij zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen.
Door den officier van justitie zijn als ge
tuigen gedagvaard:
1. Jan Bruin, zonder beroep, wonende te
Bergen (N.-H.);
2. Geertruida Maria Wokke, dienstbode te
Bergen (N.-H.);
3. Pieter de Vries, winkelbediende, te Alk
maar;
4. Theodora Leida Franciska Bol, ver
pleegster, te Alkmaar;
5. Geertje Corneba Som, ideem.
6. Pieter Willem Emmelot, bediende Cen
tra-' Laboratorium te Utrecht;
7. Corneüs Gerardus Hali, drogist, te Ber
gen (N.-H.);
8. Anna Anthonia Steilberg, leerling-ver
pleegster, te Alkmaar;
en als deskundigen:
1. Jan Hendrik Pameijer, arts te Alkmaar;
2. H. J. Wanna, apotheker te Alkmaar;
3. Anette Jeanne Kam, scheikundige van
het Centraal Laboratorium te Utrecht;
4. Maria Elisabeth Stas, apotheker-schei
kundige te Utrecht;
5. Dr. G Hoeneveld, zenuwarts te Alk
maar;
6. Dr. J. Kruijtbosch, zenuwarts te Castri-
cum.
De verdediger van verdachte E heeft
voorts nog een achttal getuigen a décharge
doen dagvaarden.
Reeds om 9 uur had zich een groote
menigte voor het gerechtsgebouw opgesteld
en toen om half 10 de deuren werden ge
opend, stroomde de menigte naar binnen.
Een paar honderd moesten wegens plaats
gebrek buiten blijven.
De rechtbank hield zich eerst bezig met
eenige uitspraken. Voor die in de zaak mr.
K. bestond een gesipannen belangstelling
De advocatenbanken waren ditmaal geheel
bezet.
De rechtbank was als volgt samengesteld:
President Mr. Ledeboer, rechters Mr.
Krabbe en Mr. Offers.
Officier van Justitie Mr. van der Feen de
Lille.
Griffier Mr. Couvé.
De officier van Justitie mr Hijmans woon
de als hoorder de zitting bij.
Het verhoor van verdachten.
De verdachten was het aan te zien, dat het
langdurig voorarrest een nadeeligen in
vloed op hen heeft gehad.
Hun houding was echter zeer rustig.
Vooral de rustige leiding van den presi
dent droeg hiertoe veel bij.
Op de vraag van den president, verklaar
de verdachte B. dat zij tot haar daad was
gekomen, doordat haar man haar bedreigd
had, haar te zullen doodschieten als ze met
E. bleef omgaan. E. heeft toen gezegd: „dan
moeten wij hem voor zijn". Hij heeft haar
toen in het laatst van Juni jodium gege
ven, en dit heeft zij in de thee voor haar inan
gedaan. Ze deed dit meermalen, ongeveer 5
keer. Zij wist nieb dat jodium een middel
was om iemand dood te maken.
Haar man heeft het tenslotte uitgespuwd
en toen heeft E. haar iets anders gegeven.
Wat het was wist zij niet, doch na het schud,
den kreeg het een groene kleur. Ook dit deed
ze in de koffie en thee en ook in de pap of de
melk.
an deze fleschjes van 200 gram ontving
ze nog-een fleschje en later nog twee, doch
die heeft ze in het geheel niet gebruikt. Ook
heett ze de vorige fleschjes niet gebruikt, om
dat ze het alleen deed, als haar man haar
uitschold.
V erdachte E. ontkende, dat hij met
verdachte gesproken heeft over het dood
schieten. In Juni heeft hij haar jodium ge
geven, omdat zij hem iets gevraagd had om
hem een beetje suf te maken.
Hij had jodium gegeven, omdat hij het ook'
wel eens gebruikt had tegen verkoudheid. Hi,
veronderstelde dat het tengevolge zou heb
ben dat hij suf werd en haar niet meer kon
mishandelen.
Later heeft hij een aftreksel van Parijsch
groen gegeven, waarvan hij' wist dat het eer
vergif was tegen luizen. Hij wist niet dat
het een groote hoeveelheid arsenicum inhield
Verdachte ontkende pertinent een afspraak
om B. van kant te maken.
Mevr. B. bleef echter bij haar verklaring.
De president deelde hierop mede, dat
de getuigen a décharge zich tot 4 uur konden
verwijderen.
Het getuigenverhoor.
Als eerste getuige werd hierna als des
kundige gehoord J. H. Pameijer. arts te Alk
maar. die de verklaring teekende de waarheid
te zullen mededelen.
Getuige plaatste zich vlak voor den
president en was moeilijk verstaanbaar. Hij
verk'aarde reeds Vele jaren de hu;sdokter van
de familie te zijn. B. leed aan een zweer in
den twaalfvingerigen darm
Hij deed medefeeling van het diëet dat ntj
B met het oog op dit ziektegeval voorschreef.
In September bleek de zweer tot rust ge
komen, doch in den toestand van B kwam
geen verbetering. Spr. constateerde toen een
aandoening in de mondholte. Het was 'n zeet
eigenaardig ziektebeeld en hij dacht dat B
a s veehandelaa- met een koe die mond er
klauwzeer had. in aanraking was genomen
riq voelde zich chter onzeker en verzocht
net Centraal laboratorium te Ptrechf een
onderzoek naar het verschijnsel in te stellen
De patiënt verzekerde nooit zoo ziek
geweest te zijn en kreeg uok last
slikken. Ook kre°u hij uitslag en een
doening van de neuszenuw.
Hij bleef misse'ijk, ondanks de middelen
die spr hem toediende Tenslotte dacht spr.
als medicus „er moet wat anders achter zit-
;en>„moet iets verkeerds in het eten zit
ten. Hij informeerde bij de vrouw, doch
haar mededeelingen stelden hem gerust, om
dat hg niet kon veronderstellen, dat de
vrouw aan haar man vergif zou geven.
De arsenicumvergiftigingsverschijnselen
Dieven echter aanhouden Groote voorzichtig-
heidheid oordeelde spr. echter gebodeu. B's
reflexen aan zijn beenen waren weg en ge-
tuige kreeg toen zekerheid te doen te hebben
met een arsenicumvergiftiging. Dit was 22
October en 23 October zeide hij tot B |e
hebt mij je geheeie leven vertrouwd, maar
ik moet je zeggen, je leven staat op het spel,
als je niet onmiddellijk naar het ziekenhuis
gaat De man was zoo verstandig daartoe
te besluiten Er was geen sprake van dat hij
op kon staan.
Onmiddellijk werd hem in het Ziekenhuis
wonderolie gegeven. Een zuster nam hij in
t vertrouwen en de faccaliën van B werden
door getuige naar het laboratorium te
Utrecht per post verzonden, voorzien van
een schrijven van getuige.
30 October kreeg getuige bericht, dat het
onderzoek positieve resultaten had opgele
verd. Ook het urine-onderzoek wees uit, dat
geruimen ti'd arsenicum was toegediend. Ge
tuige haalde aan wat hierover in het leerboek
van prof. van Itallie gezegd wordt.
Bij normale menschen komt een hoeveel
heid van eén 10.000ste milligram arseni
cum in de urine voor. 130 dagen na de op
name van B. in het Centraal Ziekenhuis be
vond zich in de urine van B. nog 6 maal zoo
veel.
Op een vraag van den president zeide ge
tuige, B. en zijn vrouw steeds als patiënten
gekend te hebben.
Vóór deze geschiedenis is de vrouw al
tijd gezellig voor den man geweest. Toen B.
nog in de Meer woonde, heeft zij hem, toen
hij ernstig ziek was, voorbeeldig verpleegd.
In de laatste jaren kwamen ongelukkige
omstandigheden in het huwelijk en" heeft B.
zijn vrouw mishandeld.
Getuige wist niet de oorzaak van de ver
wijdering.
Rcec's IK jaar geleden beklaagde de
vrouw zich bij hem, dat haar man haar had
geschopt en hij heeft de gevolgen daarvan
gezien.
met
aan-
„Het verwondert me dat Je moeder er ln toestemt dat
Je met Karei trouwt, als ze zoo'n hekel aan hem heeft."
„Dat ls het Juist Ze wil zijn schoonmoeder worden."
jüöw.» -* (Fasstna fiPvwy).