DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. S. Krom Hit het tyademmt TtxiQjeÜiksch Gveczicht ^Buitenland Stoomerij en Ververij ZATKItUAti 12 MAAKT 1932 134e Jaargang. Bij het praalbed van Aristide Briand. Tel. 1523 (3 lijnen) Mevrouw Stuurt nu reeds Uw gor dijnen, Kteeden, Dekens enz. en U krijgt deze keurig en in den kortst mogetijken tijd weer thuis. W. M. H. PELS ZN., Koorstr. 49-51, Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTïEN: Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA- Dit nummer bestaat uit drie bladsn. Den Haag, 11 Maart 1932. Voor de behandeling van de interpellatie den heer Kortenhorst in zake onze han- j Ispoiitiek heeft de Tweede Kamer gister Jn avondvergadering gehouden, welke be- trekkd'jk vroeg is afgeloopenom elf uur ieerden de enkele leden die van hun belang- steling in de zaak blijk hadden gegeven, huis waarts. De interpellatie heeft geen positief resultaat opgeleverd. Men weet, dat genoem de r.k. afgevaardigde een overtuigd voorstan der is van protectionistische door hem liever actieve handelspolitiek geheeten Nu had de interpellant niet minder dan veertien vragen aan den minister van handel voorgelegd, waarop hij antwoord wenschte, doch minis ter Verschuur heeft zich de vrijheid veroor loofd op menig punt zich van een al te stel lig antwoord te onthouden, daar het hierbij ging om onze buitenlandsche politiek. Het punt waarom de bespreking tusschen den in terpellant en den minister alsmede een paar der aanwezige leden liep was voornamelijk de vraag, of het gewenscht is, dat we in onze handelsverdragen handhaven de clausule der meestbegunstiging. De heer Kortenhorst ziet daarin een belet sel voor landen, die den vrijhandel willen handhaven, terwijl protectionistische landen er een bc .emmering in zien om aan landen met vrijhandel concessies te doen in zake de invoerrechten zonder eenige tegenprestatie. De heer Kortenhorst zou willen, dat die meestbegunstigingsbepaling krachteloos zou worden verklaard, waar men te doen heeft met bijzondere gunsten aan staten, waarme de we regionale overeenkomsten hebben ge sloten. Minister Verschuur heeft daartegenover geweigerd dit denkbeeld te aanvaarden, daar de meestbegunstigingsclausule te beschou wen is als de hoeksteen van onze handelsver dragen. Wij zouden misschien hiermede kun nen volstaan, doch willen er nog bijvoegen, dat tegenover den interpellant de minister verklaarde, dat onze bijzondere verdragen te Oslo gesloten en aangegaan met Tsjecho- Slowakije en met Duitschland ons niet de vrij heid hebben ontnomen om maatregelen te nemen ten bate van ons bedrijfsleven. Diutschland heeft zijn verdragsverplichtingen tegenover ons wellicht niet ten volle nageko men doch het zou onzerzijds onverstandige politiek zijn deswege den invoer van Duit- sche steenkolen te verhinderen. Iets stelligs heeft de interpellatie dus niet opgeleverd en de heer Kortenhorst gevoelde dit zelf zoo goed, dat hij zich onthield van bet stellen van een motie, zoodat de interpel latie na een korte gedachtenwisseling als een nachtkaars uitging. De Eerste Kamer heeft hedenmiddag slechts een paar uur vergaderd en in dien tijd de begrooting van de justitie afgedaan. Alvorens de minister aan het woord kwam om de sprekers te beantwoorden, die hem gis ter waren voorafgegaan, heeft hij mogen luisteren naar twee redevoering. Ten eerste een van den heer Hermans (s.d.a.p.), die zijn gewoonte van vele jaren getrouw, zijn hart uitstortte over de behandeling van gedeti neerden. Nu had hij het vooral tegen de kruk, welke den gevangenen in de cel als ze- tel is gegeven. Hij noemde het een martel werktuig omdat een kruk geen enkele steun verleent aan het lichaam, wanneer men er op zit. Maar hij had ook meer op het hart. De regeering heeft het den ambtenaren in dienst verboden een insigne te dragen, dat een ge broken geweer voorstelt. Het is het kentee- ken van de voorstanders van geheele ontwa pening en nu meende de heer Hermans, dat zelfs een minister van defensie er een eer in ■noest stellen om deze verzinnebeelding van hoog ideaal op zijn lapel te dragen. lweede spreker was de heer Pollema (c.h.), 0'e evenals den vorigen dag de heer Kranen- de kwestie van de wetgeving op de echt- fOueiding besprak, den minister ried met een oetere regeling dan de bestaande voortgang e maken en hem in overweging gaf het waad van de verstekprocedure te voorkomen oor de verschillende termijnen bij die pro- edure gesteld, belangrijk te verlengen. Bo ndien achtte hij het gewenscht, dat de ter- jjn voor echtscheiding na scheiding van ta- hpien welke thans vijf jaar bedraagt, «««nik zou worcfen verkort. Bovendien de wfer\ s'reeP gehaald moeten worden door stem lng' die scheiding slechts met in- §€sPro'kmiV3n Partiien kan worden uit- w<!i!'arn?i kwam minister Donner aan het on. e 2'fn. £ewone radheid heeft hij de meer 1, aanm€rkingen besproken en onder thano vo'gende medegedeeld: Het is reeds 'en I k°ete in termijnen te beta- van fu 's daai"voor 'n uiterste termijn de wü, ,aar tepaa'd en het O.M. bepaald yan r,v.an termijnbetaling. De beteekening -Zeden™-j n Rescbiedt, wanneer men met de hprr'SnriJven te doen heeft, vaak zoo, dat Parket t° ^€nen verzocht wordt even op het Den heer Mendels deelde de minister me de, dat de thans te Leiden gevestigde psy- chopateninrichting naar Avereest zal verhui zen omdat het voormalige rijksopvoedingsge sticht aldaar veel beter voor die instelling is in te richten en daarmede bovendien een ein de wordt gemaakt, dat de psychopathen ge bruikt worden als studiemateriaal bij het hoo- ger onderwijs. Voor een Stichtingswet gevoel de de minister heel weinig, ook omdat zijn collega van financiën er nooit behoefte aan heeft te kennen gegeven. Ten hoogste zou de minister er iets voor gevoelen dat er een re gister van stichtingen in het leven werd ge roepen. Het -kort houden van de kinderrechters achtte hij geen inbreuk op de onafhankelijk heid van den rechter doch slechts een admi nistratieve daad, door de zuinigheid "eboden. Wat de zaak der echtscheiding betreft, her haalde de minister, dat de tegenwoordige toestand dringend verbetering vraagt, maar een goede oplossing heeft hij nog steeds niet kunnen vinden. Den bestaanden toestand der verstekprocedures vond hij intusschen on houdbaar. Naar aanleiding van het onderzoek door de justitie ingesteld in verband met de booze praatjes over den heer Kröller in brochures verspreid, verklaarde de minister, dat er van al die losse beweringen de volslagen onwaar heid is gebleken. In verband met de klachten door mevr. Pot huis—Smit geuit over mishandelingen, waar aan dienstweigeraars in de Scheveningsche gevangenis zouden hebben blootgestaan, ver zekerde de minister dat er van de verschillen de beweringen niets waar is gebleken. Ook verklaarde hij haar, dat er in het gehalte van het personeel van particuliere opvoedingsge stichten in de laatste jaren veel verbetering is gekomen. Den heer Hermans antwoordde de minister ten slotte, dat de kruk verdwijnt uit de cel zoodra de gevangene zich goed gedraagt en dan krijgt hij een stoel. De kruk wenscht hij echter niet totaal uit de gevangenis te doen verdwijnen. Wat dat insigne van het gebro ken geweer betreft, het ware het best als aan de ambtenaren verboden werd in dienst in signes te dragen, behoudens bijzondere ver gunning. Zoover is het nog niet. maar het ge broken geweer achtte hij toch ontoelaatbaar voor een ambtenaar in functie. Na eenige re plieken is daarop de begrooting van justitie zonder stemming goedgekeurd. Daar de minister van koloniën in de andere Kamer werd vastgehouden voor de behande ling van de Indische begrooting, moest de be grooting van koloniën, die nu op de agenda stond, daarvan worden afgevoerd en de voorzitter zag zich daardoor genoodzaakt reeds om half vier de Kamer uiteen te doen gaan tot Dinsdag half twee. In de Tweede Kamer is hedenmiddag ein delijk de minister van Koloniën aan het woord gekomen tot verdediging van de Be grooting van Indië. Hij deed dit op zijn ge wone wijze: droog maar zakelijk. In de eerste plaats besprak hij de financieele vooruitzich ten van Oost-Indië. Men moet daarbij, zette hij uiteen, de uitkomsten van 1931 vergelij ken met die van vorige jaren. Vergeleken met de periode 19251929 is er een achteruit gang van 228 millioen of 43 precent. Daar tegenover is de salarislast belangrijk geste gen, daar het aantal ambtenaren met 25 per cent is toegenomen. Noodzakelijk is nu de stabiliseering van de uitgaven op 400 mil lioen, dan moet er drastisch worden bezui nigd, waarbij met het oog op de 1400 mil lioen schuld van Indië voorzichtige politiek wordt geboden, men zelfs moet aarzelen om voor productieve groote werken te leenen. Hierna besprak de minister eenige onder- wijsbelangen, en beloofde, dat er op het bij zonder onderwijs niet meer zal worden bezui nigd dan op het openbare. Op de defensie is reeds 20 millioen bespaard, maar verder mag men werkelijk niet gaan zonder afbreuk te doen aan de paraatheid der defensie. De salarisverlaging zal een bezuiniging op leveren van 17 millioen, waarbij de laagsie salarissen niet worden vrijgesteld, omdat zij veelal door ongetrouwde jonge ambtenaren worden genoten. De aanvaarding van de moties-Kupers, vooral van de tweede, ontried de minister daarom ten sterkste, omdat daar door de bezuinigingspolitiek belemmerd zou worden. Voor de werkloozen wordt werkelijk wel wat gedaan, maar er zijn geen millioenen werkloozen, gelijk de heer Wijnkoop beweer de. De minister verklaarde zich sterk tegen de opheffing van het college van gedeputeerden en grooter verantwoordelijkheid van de hooi den der departementen. Ook was hij een ver klaarde tegenstander van het stopzetten van den luchtdienst. In het rubbervraagstuk kan spoedig een beslissing worden tegemoet ge zien Omtrent de korting op de pensioenen is nog geen beslissing genomen; zij mag slechts in uiterste noodzaak worden aanvaard. Een bijzonder uitvoerrecht op aardolie achtte de minister niet wenschelijk, zelfs onrechtvaar dig. Op de rede des ministers, waarvan we slechts enkele hoofdpunten hebben medege deeld, volgden replieken. Dinsdag wordt de behandeling voortgezet. VOOR DEN GROOTEN SLAG! De verkiezingsstrijd heeft zijn hoogtepunt bereikt. Redevoeringen overal. Nog één dag en gansch Duitschland zal zich opmaken tot den grooten strijd, die van enorme beslissing kan wezen, niet alleen voor Duitschland zelf, maar voor geheel Europa, voor de heele wereld zelfs. Morgen zal Duitschland zijn nieuwen pre sident kiezen. Morgen zullen de millioenen Duitschers moeten beslissen, of ze Hinden burg verder zullen behouden als eerste staatsburger, of dat een Hitier bijvoorbeeld het Duitsche staatshoofd zal worden. Mor gen zullen zij moeten beslissen, of ze een man willen hebben, die ver boven alle poli tieke partijen staat, of dat ze vertrouwen op iemand, die allereerst zijn eigen politieke partij dient en daarom pas het land zelf. Morgen zullen zij moeten beslissen, of een Duitscher of een Oostenrijker president zal zijn, een Duitscher met een staat van dienst als geen ander, een Duitscher, die op 84-jari- gen leeftijd voelt, dat hij nog steeds niet ge mist kan worden, een Duitscher, die in 1918 wellicht zijn land van een totalen ondergang heeft gered, of iemand, die door handige po litiek als vreemdeling Duitschland binnen kwam, als vreemdeling een groote partij stichtte, als vreemdeling de regeeringspoh- tiek becritiseerde en pas enkele weken tot Duitsch onderdaan gepromoveerd is. o De verkiezingsstrijd heeft thans overal zijn hoogtepunt bereikt. Behalve de groote mas savergaderingen, waar de leiders der diverse groepen het woord voeren, hebben overal in Duitschland talrijke verkiezingsvergaderin gen plaats. Voor Hindenburg werd o.a. het woord gevoerd door den rijksminister van fi nanciën, Dietrich, die uiteenzette, dat wan neer een tegenstander van Hindenburg verko zen zou worden, hem na het afleggen van den eed op de grondwet niets anders zou over blijven om te doen, dan denzelfden weg te volgen, dien Hindenburg gegaan was. De rijksminister Treviranus hield een redevoe ring voor Hindenburg in Duisburg. Dingel- dey voerde in Crefeld het woord tegen de nat.-soc. Hij verklaarde o.a., dat de Duitsche Volkspartij er geen belang bij had, dat het eene partijsysteem door het andere werd vervangen. Ook voor het zwartwitroode blok vonden verscheidene demonstraties plaats. Duester- berg voerde te Munchen voor drie vergade ringen het woord. In Dortmund werd ge sproken door den rijksdagafgevaardigde dr. Quaatz. Onder de vele nat.-soc. vergaderingen kan genoemd worden die te Neurenberg waar Goebbels antwoordde op de redevoering die Bruening gisteravond te Berlijn in het Sport- palast gehouden heeft. Goebbels protesteerde tegen de eenzijdige toekenning van het ge bruik vari de radio en noemde dit niet ver- eenigbaar met de door Hindenburg geëisch- te ridderlijkheid. o We spraken hierboven juist van een rede voering, die Bruening in Berlijn hield. Deze redevoering werd gehouden voor een 15.000 personen. Tijdens de inleidende redevoering van het Rijksdaglid Gereke, die Hindenburg den ge volmachtigde van het Duitsche volk noem de, werden pamfletten van een tegencandi- daat neergeworpen, hetgeen eenige onrust verwekte. Dr. Bruening wees er op, dat de verkiezing door het volk moet geschieden in een strijd zonder weerga, waarbij de partijen der rech terzijde het op geen enkel punt eens kunnen worden, zelfs niet over het regeeringspro- gram of de bezetting van een ministerzetel. Spr. zei, dat op dit feit niet genoeg kon wor den gewezen. Het uitvaardigen der noodver ordeningen is den Rijkspresident dikwijls moeilijk gevallen. Wat de buitenlandsche po litiek betreft is de weg vrij gemaakt voor de finitieve gelijkberechtiging van het Duitsche volk met de andere volkeren. Als antwoord op den strijd tegen het systeem", het slag woord der rechtsche oppositie, wenscht Bruening te vragen hoe het staat met de „sta biele valuta of inflatie". Indien men alles zou nakomen, wat men aan de verschillende be- volkings- en beroepsklassen van het Duitsche volk heeft beloofd, zou men reeds binnen 14 dagen inflatie in Duitschland hebben. Met stemverheffing riep spr uit, dat „al diegenen, die voorloopig nog niet bewezen hebben iets te kunnen presteeren in de practische politiek moeten zwijgen". Ten slotte deed de Rijkskan selier een beroep op de vrouwen, eindigende met de woordenHindenburg moet overwin nen, omdat Duitschland moet leven. De redevoering van den Rijkskanselier werd door een applaus van 5 minuten be groet. Vervolgens spraken graaf Westarp en luit.- gen. b.d. Streccius. Toen voorzitter Gereke de vergadering wil de sluiten, riepen de aanwezigen Rijkskanse lier Dr. Bruening nogmaals naar voren. Dr. Bruening sprak nog enkele woorden, waarna de vergadering onder het zingen van het Duitschland-lied uiteenging. o Intusschen zit ook Hitier niet stil. Aller eerst heeft de persafdeeling der nazi's een verklaring gepubliceerd, die als volgt luidt: „Hannover 11 Maart. Het voor ineenstor ting staande systeem poogt op het laatste oogenblik door het uitstrooien van Putschge ruchten zijn positie te redden. Deze pogingen zijn te dom, om door iemand ernstig te wor den genomen. De nat.-soc. beweging heeft op dit oogenblik minder dan ooit aanleiding haar legalen weg te verlaten, langs dewelken het systeem op de knieën zal worden gedwon gen. Alle uitgestrooide geruchten over Putsch-voornemens van de nat.-soc. partij zijn onjuistheden, in het teeken waarvan de verkiezingscampagne van onze partijpolitieke tegenstanders over het geheel staat. w.g. Adolf Hitier". Verder zijn in Hannover door de nazi's groote demonstraties gehouden, waaraan door ongeveer 30.000 personen werd deelge nomen. Daar is gesproken door en voor Na zi's en tenslotte kwam het hierop neer, dat de toekomst van Duitschland niet meer op de schouders van een grijsaard, maar op die der nazi's moest liggen. En als tegenstander van Hindenburg en Hitier voerde de bondsvoorzitter van de Stahlhelm in Coblenz het woord en wees er op, dat nóch Hindenburg, nóch Hitier geko zen moest worden. Zoodat de puzzle wel moeilijk wordt o Intusschen heeft de minister van binnen- landsche zaken aan alle politie-autoriteiten het volgende rondschrijven gezonden: „Sinds dagen worden onder de bevolking mededeelingen, berichten en geruchten ver spreid volgens welke radicale groepen, in het bizonder de nat.-soc. waarschijnlijk direct na de verkiezing van den Rijkspresident d.d. 13 Maart zonder aanzien van den afloop der verkiezingen voornemens zouden zijn met ge^ weid een omwenteling te veroorzaken. Het is de taak der politie tegen deze nerveuze ge ruchten op te komen. Ik acht het evenwel mijn bijzondere plicht iedere poging tot verstoring der openbare or de en rust zoo mogelijk van te voren in de kiem te verstikken. Iedere daad van geweid bij toepassing van alle, ook der scherpste strijdmiddelen van tevoren zonder pardon moeten worden onderdrukt. Ik stel de politie- commandanten persoonlijk verantwoordelijk voor de handhaving der orde door volkomen gebruik making van alle politiekrachten, be ambten en strijdmiddelen". In den vroegen ochtend van Donderdag werden de overblijselen van Aristide Briand van zijn eenvoudige woning aan de Avenue Kleber overgebracht naar het Ministerie van Buitenlandsche Zaken. Het is slechts een zeer bescheiden appar tementje, waar Briand zijn Parijsch pied-a- terre had en de slaapkamer schijnt bijna te klein om het eenvoudig koperen bed, waarop de overledene rust, is bevatten. Doch duizen den en duizenden zijn voorbijgetrokken aan het eenvoudig ledikant, waarop de groote vredes-man rustte. Niet uit nieuwsgierigheid, maar uit werkelijke vereering. Van alle ran gen en standen zijn de menschen toege stroomd om de laatste eer te bewijzen aan dezen staatsman, die ofschoon Fransch in hart en nieren, niettemin de grootste Euro- peesche burger was. Er waren veel in rouw gehulden vrouwen, moeders, die één of meer dere kinderen in den oorlog verloren en bij wie de gulden woorden van Briand: „Zoo lang ik aan het bewind ben, zal er geen oorlog zijn", als in het hart gegroefd staan. En velen brachten een bescheiden bloemenhulde mede voor den „Sieur de Cocherel", somtijds slechts een enkel bosje violette, maar het is gemeend. Gemeend zooals de kus was, die Von Hoesch, de Duitsche gezant, spontaan op de bleeke hand van Briand drukte. Een file van officieele personen, een onafzienbare file van gewone eenvoudige burgers, die een laatsten blik wilden werpen op den grijzen Aristide, op wien zoo vele vredelievenden de hoop hadden gevestigd. Briand heeft zijn werk niet mogen be ëindigen. Het was geen taak, die voor een enkelen man, hoe sterk, hoe vervuld van zijn ideaal ook, mogelijk was. Daar was te felle strijd te voeren tegen alles wat hun ijdel- heid, hun heerscherszucht en bun verlangen naar hegemonie onder het mom van „natio naliteitsgevoel" trachtte te bevredigen. Briand heeft verloren, Briand's jaren waren niet meer opgewassen tegen den heftigen strijd, ce sünksche aanvallen en de vergrui zing van zijn werk en van zijn bedoelingen. En aan zijn doodsponde plengt Tardieu tra nen, krokodillentranen! De brave heeren van de Action Frangaise, Daudet met zijn lijf- slaaf Maurras ontzien zich niet, terwijl hei lichaam van Briand nog niet aan de aarde is toevertrouwd hem „traite" en handlanger van Duitschland te noemen. Indien een van de^e stokebranden ook maar een schijn van eerge voel had, zouden ze zich hiervoor zekerlijk gewacht hebben en ik vrees, dat deze uitlatin gen hen zelfs in hun heetgebakerde partij geen goed zullen doen. Gelukkig nemen we deze heeren over het algemeen als een mis plaatste grap. Maar ook de „nationale" pers laat zich niet van een sympathieke kant kennen. Ja, inderdaad, men erkent de groote gaven van Briand, men eerbiedigt zelfs zijn bedoelin gen, doch niettemin noemt de Intransigeant de laatste vijf jaren van Briand's activiteit een mislukking, die geheel te wijten is aan het feit, dat Briand sedert 1927 lichamelijk tn geestelijk niet meer voor zijn ambt geschikt was. Ongetwijfeld heeft Briand's lichaam hem de laatste jaren groote zorgen gebaard, hij spaarde zichzelf niet en de vermoeienis van de nooit eindigende conferenties zouden een sterker lichaam hebben gesloopt. Doch het is belachelijk te beweren, dat zijn geest, die tot op het laatste oogenblik frisch en bijna Zoekt U het allergoedkoopste? U zult dan bij ons met slagen. Wenscht U iets goei.s tegen matigen prijs Probeert dan ADVOCAAT per fl. v.a. f 1.60, f 1.95 VOORBURG per il. - 2.10 PORTWIJNEN per fl. v.a. - 0.95 ALKMAAR. TEL. 207. jeugdig was hem in den steek zou hebben ge laten. De vurige redenaar, die ieder in zijn gehoor wist mede te sleepen, de handige en overredende bemiddelaar in Briand is nooit afgezwakt en zijn oog, spiegel van den geest, was tot op den latasten dag, helder en klaar. In simpele eenvoud lag Briand op zijn doodsbed, de sobere eenvoud, die zijn geheele leven gekenmerkt heeft, die ons even deed glimlachen toen we na de conferentie op Chequers in de buitenlandsche pers lazen over de mogelijkheid van een aanstaande conferentie te Cocherel. De brave keukenmeid, die in het eenvoudige landhuis van Briand te Cocherel, voor hem zorgde, zou de schrik nooit te boven zijn gekomen indien zij de Pre miers van de Europeesche mogendheden aan tafel vereenigd had gezien. Donderdagmorgen had dan de overbren ging plaats naar het Ministerie van Buitenl, Zaken aan de Quai d'Orsay, waar de dood kist werd opgesteld in de beroemde Salon da 1'Horloge. Slechts door een deur is dit salon gescheiden van het particuliere Kabinet, waar Briand zoo vele jaren den scepter heeft ge zwaaid. Thans ligt hij in diezelfde zaal waar zoo vele malen zijn stem heeft weerklonken en waaraan zoovele historische herinnerin gen verbonden zijn. De gobelins en de luchters zijn met rouwdoek omfloerst, doch het schreeuwende vergulde rococo-plafond heeft men niet kunnen afdekken. Ook hier weder om, niettegenstaande de pralende omgeving, een eenvoud, Briand waardig. De sobere eiken kist is gedekt met een zwart doek; een eenvoudig zilveren kruis rust op den zwarten ondergrond bedekt door een rouwfloers. Geen kleurrijke vlag dekt het overschot van den vredes-apostel, geen soldaten waken over zijn lijk. Slechts enkele oud-strijders in eenvoudig zwart costuum flankeeren de kist. Het publiek stroomt toe, duizenden, tien duizenden trokken reeds aan de baar voorbij, tienduizenden, wellicht honderdduizenden, zullen in den loop van vandaag nog volgen. Van de Chambre des Députés tot aan de Pont Alexandre III wachten de massa's in het gure weer; uren en uren staan ze geduldig in de file totdat hun beurt is gekomen om de Sale de 1'Horloge binnen te treden. Vanmiddag zal de begrafenis plaats heb ben, dan zal de Aartsbisschop Mgr. Verdier de H. Absolutie geven. Voor het Ministerie is men in koortsachtigen haast bezig geweest een viertal tribunes op te richten voor de offi cieele personen en slechts Tardieu zal namens de regeering een toespraak houden. Dan zal het leger voorbijtrekken met generaals, om floerste vaandels, muziek, ontbloote zwaar den en gebajonetteerde geweren. Het is goed, dat de arme Briand geen stem meer in het kapittel heeft. Hij, de arme miskende vredes- man, de man van de Vereenigde Staten van Europa, de man van het beroemde „En arrière les canons, en arrière les mitrail- leuses" zal tot het laatste moment, dat zijn lichaam boven de aarde staat vervolgd wor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1