Alkmaarsche Courant. Van mijn Palestijnsclte reis. Honderd vier en dertigste Jaargang. Iloiirierda? 17 Maart Gemeenteraad van Alkmaar Ne. 65 1932 poor Rabbijn S. Ph. DE VRIES Mzn. Onze Chauffeur-Talmoedist heeit een fliPUw onderwerp aangesneden. En zoo bereiken we Tel-Chai. Tel-Chai en ün droevige vermaardheid. Het is er stil. Doodstil De vervallen woningen en schuren zjjn de overgebleven stomme getuigen van (jen bloedigen strijd, die hier voor ruim tien jaren is gestreden. Daar op het erf staat een steen rechtop. „Getuige is deze steen" 2). pit is de plek vertelt ons Schmidt waar Trumpeldor doodelijk is gewond bij den roofverval van Bedoeïnen en waar hij, met den dood in het hart, de verdediging nog heeft voortgezet, tot er hulp kwam dagen, om kort daarna onder het vervoer op den weg naar verzorging den geest te geven. Voorheen had Trumpeldor in het Joodsche legioen van Jabotinsky in Galipoli gestreden en daarna in het leger van Lord Allenby in Palestina Is het wonder, dat zijn naam onder de jeugd een bizonderen klank heeft gekre gen? Ginds wijst ons Schmidt van af dit plekje de uitgebreide bezitting van den Sheik, die volgens hem op den achtergrond de leider van deze rooftnoordoverval is ge weest. Nog meer dooden. We gaan wankele trappen op. Daar staat op een tafel een ge boetseerd medaljon. Twee meisjes in beschut ter.de Cherubijnen-vleugelen. Deze beide meisjes zijn destijds eveneens vermoord. Tel-Chai is verlaten. De plaats is niet on derhouden. Ook dit vertrek. En het geboet seerde medaljon van Gordon is ook niet on derhouden. Die er over zijn gebleven van Tel-Chai zijn naar hooger getrokken en bij het naburige K'far-Gil'adie ingedeeld. Daarheen begeven we ons nu. Maar op den weg er heen verwijlen we een poos op de kleine begraafplaats, die op een hoogen heu vel is aangelegd. Daar zijn ook de graven ,der gevallenen. Daar sluimeren deze beide dochteren Jacob's onder mooie, eenvoudige marmeren zerken. En daar zal een imposan te gedenkzuil voor Trumpeldor verrijzen. Het onderstuk staat er. En het groote witte, marmerblok marmer van Metullah hetwelk er, als de eigenlijke gedenksteen, bo ven op zal komen, is reeds naar dezen hoo gen top gebracht. Het zal van hier den hee- len omtrek wijd en zijd beheerschen. Niet enkel de Eucalyptus heeft zijn stille verha len. K'far Gil'adie ligt nog hooger. En is om muurd! Iets nver dan tot een manshoogte. Groote stal met koeien. Groote stal met paarden en muilezels. En eenige stallen met prachtige schapen, ook Afrikaansche van zuiver ras met h'üiï kostbare vachten. En niet minder prachtige geiten, waaronder An gorageiten met hun lange zijden harem En mooie hoenders zonder tal en van diverse (pluimage kakelen in hun hokken en overal op het erf. Hier is de schapen- en geitenteelt een bizondere tak van dienst. Die schijnt te slagen. We willen ook Metullah zien. De Noorde lijkste Joodsche nederzetting. Niet ver meer. Vooral niet voor onzen chauffeur. Hij rijdt ons eenvoudig langs een oud wagenspoor den heuvel af regelrecht op den grooten weg aan. En als we beneden zijn zegt hij tot zichzelf: bravo Schmidt! We zijn reeds in Metullah. Al heelemaal een boerendorp, voorzien van alles, wat in een boerendorp te zoeken en te vinden is. We rijden er eerst doorheen tot aan dé grens. En daar is meteen de grens van het Britsch-Palestijnsche mandaatgebied. Syrië Daar staat de Fransche vlag. Wie weet, of zonder het bloed van Tel-Chai de grenslijn niet nog Zuidelijker getrokken ware. We leggen aan in een eenvoudig logement en verkwikken ons aan wat spijs en ver trouwbare dranken en aan de groote water meloenen, met hun saprijk roode vleesch. We zien in de rondte de korenvelden in ae dalen en langs de heuvelen liggen. Nu vel den zonder graan. We betreden de sobere Synagoge en bezoeken in dezen uitersten hoek ook de scholen van de kleinsten, de kleinen en de grooten. Leeraren en leerares- sen zijn blijde, ons hun werk te kunnen too- nen. Hier zag ik graphische voorstellingen van den groei van het Joodsche land; voor stellingen door de kinderen uitgedacht en uitgevoerd. Moet ik er bijvoegen: alles in het 'HebreeuwschHier 'as ik Hebreeuwsche op stellen over: wandelingen, lente en dergelijke onderwerpen, van de hand van twaalf- en dertienjarigen, zóó mooi, zóó juist gezien en fijn gevoeld, en dichterlijk, en toch eenvou dig weergegeven, dat ik me onwillekeurig af vroeg of onze leerkrachten thuis ook zoo iets in het Nederlandsch onder de oogen krijgen. En we hoorden hier ook een en ander uit de 'Joodsch-letterkundige kennis dezer kinderen. Mijn reisgezel, dr. Fries, was hier haast niet weg te krijgen. Ik was minder verbaasd. Ik had het wonder van de Hebreeuwsche her leving al in tal van instituten in het gan- sche land aanschouwd. En allengskens be grepen. Heerlijk ligt Metullah. De atmosfeer was er mild. We gaan nu weer naar beneden. Tot Rosch-Pinnah in vluggen gang, thans .zonder oponthoud, denzelfden weg. En dan op Tiberias aan. We kunnen het, volgens Schmidt, gemakkelijk bereiken; hoeven zooals het oorspronkelijke plan was Sa- Tred niet weer aan te doen; zullen dan waar schijnlijk aan één nacht in het zwoele Tibe rias genoeg hebben; en misschien zonder schade voor ons programma een dag uitwin- neu. Het duurt niet erg lang of we voelen den wind in den auto warmer worden. Daar staat al het bord, drietalig natuurlijk: „Met den zeespiegel gelijk". We dalen. We dui ken. We worden onderzeeërs. We voelen het De ramen aan den windkant gaan dicht Want de wind wordt wurgend warm. Zoo komen we te Capernaüm. In de hal van het prachtige klooster waar alles schoonheid en eenvoud, rust en koelte ademt, blazen we even uit- Daar hangen foto's van de Synagoge, die hier uit den bodem aan het licht is gebiacht Foto's van naar omgeving. Foto's van alles, wat er te voorschijn is gekomen. Wij trotseeren wel dra de hitte en gaan dit allermerkwaardigste openluchtmuseum aanschouwen. Het ligt er vol met opgegraven huishoudelijke gebruiks voorwerpen: steenen oliepersen, molen- steenen. en tal van groote en kleine dingen meer. Het gebeeldhouwde front der Synagoge staat overeind met zuilen en capiteelen van zeldzame schoonheid. Onder de gebeeld houwde versierselen op steenbrokken vinden we het zespuntige, maar ook het vijfpuntige Davidsschild. Het is alles der hitte waard. Maar de moderne wereld is nauw verbon den aan de antieke. We gaan naar Migdal. Naar de groote plantages, die er schitterend uitzien, van Lord Melehet, thans overleden, en naar zijn moderne eenvoudige, nu niet be woonde. villa, met haar terras, vanwaar men voor een bad regelrecht in het meer van Tiberias kan stappen. We wandelen even door den nieuwerwetschen tuin. Neen, we loopen niet opf de perken en plukken er geen bloemen. We zouden het vanzelf niet gedaan nebben, ook al hadden de hier uitsluitend Hebreeuw sche opschriften en waarschuwingen het ons niet verboden. Hoog staat de zon nog aan den hemel, als we ons in Tiberias nederzetten. Niet onder wijnstok of vijgeboom Maar onder groote electrische ventilatoren in het hotei, waar we ons gereed maken der verderen dag en den nacht door te brengen. We zullen thans van Safed in schier rechte lijn naar het Noorden stijgen en om het hoogste punt van het Britsch Mandaatgebied heen weer Zuidwaarts dalen. Waarschijnlijk zal het wel een zware dag worden. Maar we hebben er ons op ingericht. De wagen is ge smeerd. En de Sabbath en Safed hebben ons met frissche krachten toegerust. Onze tocht zal eerst op de Noordelijke kolonies gericht zijn. We spreken af, dat we hoofdzakelijk werk zullen maken van die kolonies, welke iets afzonderlijks hebben. Het gemeenschap pelijke meenen we in het algemeen in verhou ding tot onzen tijd en onze kennis van zaken al voldoende waargenomen te hebben, en zul len we vanzelf nog meerma'en aanschouwen. Zoo rijden we het eerst Rosch-Pinnah in ier zij we op reeds ouden ko'onistenbodem. Het begin dateert uit de zoogenaamde tach tiger aren, toen de eerste zoo ontzettende en beruchte pogroms in Rusland heele vloten van Joodsche landverhuizers over den Oce aan dreven en de Russische Chowewé-Zion- Vereenigingen. die aan het Herzliaansche Zionisme voorafgingen, de eerste Palestina- pionieren ook hier heen naar het Noorden brachten. Men kan het Rosch-Pinnah aan zien, dat het reeds met decenniën kan re kenen. Het is me hier eenigszins, alsof ik over den weg langs welverzorgde Holland- sche boerderijen trek. De streek lijkt natuur lijk vo'strekt niet op een Hollansdch land schap. En de boomen, die de lange, mooie, breede laan omzoomen, spreken hier een heel andere taal dan de tiken. de linden, de beu ken en zoo meer, die in Nederland ae wegen beschaduwen. Hier overheerscht de Euca lyptus. De Eucalyptus vertelt u, hoe hij ge holpen heeft in den tragischen, vaak wanho- pigen, strijd tegen de malaria, waaraan zoo vele he'dhaftige pionieren zijn bezweken. Hij heeft moerassen droog:gezogen en de bronnen der malariamuskieten helpen verstoppen. Drainage en nieuwere' techniek hebben later op snellere wijze en krachtige/ ingegrepen Maar met den Eucalyptus is men begonnen. En men wijst u Euealyptus-boschies en spreekt reeds van wouden, als de beplanting ook geen kwartier gaans in de lengte of de breedte beslaat. Men is immers niet verwend op het punt van bebossching. En die Euca- lyptus-boomen zijn in den regel niet dik. Niet dikker dan hier te lande gewoonlijk de ber ken. Maar aan de laan van Rosch-Pinnah staan boomen als beuken. Zij zingen dus luide hun reeds ouden zegezang. Een tol op den weg? Ook hier? In ieder geval een slagboom. Douanen Want straks zullen we aan een driesprong een handwijzer zien staan, die drietalig de richting aangeeft naar Damascus. Wi; echter gaan niet naar Syrië. En de slagboom gaat licht in de hoogte. We passeeren nog eenige oude en enkele nieuwere nederzettingen. Verderaf of dichter bij. Maar we houden onr nergens op. Niet in Machanaim, noch in Ajele'ii-ha-Schachar of Mischmar-ha-Jardén. We laten ze rechts en links liggen. Zullen we den Jordaan en de oude Jordaanbrug ginds heel in de verte niet gaan zien? De brug, die in den Karavaan weg ligt van Acco naar Damaascus en die den nogal raadsel"chtigen naam voert van: de brug van Jakobs-dochters? Neen wij be zwijken niet en groeten haar van verre. Dichterbij komen al „de wateren van Merom'. Ook door het Meer van Merom stroomt de Jordaan, evenals door het Meer var. Tiberias. In vorm gelijken zij op el kander, maar het Meer van Tiberias is veel grooter. Het Merom-me er kan in den winter het water niet houden en een groot gebied wordt dan overstroomd. Zomer en zon doen het water verdampen en er blijven moerassen over. Vele honderden hectaren. Het Hoeleh- gebied. Eens zal het verworven en droog gelegd moeten worden en evenzoovele hec taren vruchtbaren grond opleveren. Nu er de biezen-industrie van Bedoeïenen, die er huiten in tenten, althans zoo iets als tenten, van gevlochten biezenmatten. We zijn hier niet hoog boven den zeespiegel en het is er warm. Troepen bisons zoeken de koelte in het water, waar het voldoende diep voor hen is. Hun heele lijven onder, slechts hun kop pen, horizontaal gestrekt, boven het water. Roerloos. Op een hoop bij elkander. „Daar hebt ge" meent Schmidt „het dier, dat in den Talmoed Kawie heet". Het welk ook wel Kcei gelezen wordt en waar omtrent op verschillende plaatsen de twijfel wordt besproken of het gerekend moet wor den te hooren tot de tamme of tot de in het wild levende zoogdieren l). Hetgeen dan ook in verband met de spijswetten eenig verschil opleven en eveneens ten opzichte van de be palingen omtrent het ritueele slachten. l). O.o. Babli Choelin fol°. 80a. 1 Moz. 31, 51. Beier dan kinine slikken Is hei muggen dood ie likken. De raad vergaderde hedenmiddag ten 1 ure. Afwezig Mr. P. Langeveld en de heer V. Keijsper, die bericht hadden verhinderd te zijn of later te zullen komen. De burgemeester-feliciteerde namens den raad de heer Stoorvogel met zijn 25-jarig ju bileum als gemeentebode. Hij herinnerde aan de huldiging in het college door weth. Wes terhof en bracht hem dank voor zijn diensten den raad bewezen en zeide, dat B. en W. hem den titel van le bode had verleend. (Applaus.) Ingekomen zijn: a. Een brief dd._17 Februari 1932, nr. 56 van Gedeputeerde Staten dezer provincie, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 21 Januari 1932. nr. 22 tot aankoop van een perceel weiland in den Weezenpolder. van J. Admiraal Jr. Aan te nemen voor kennisgeving. b. Een brief dd. 17 Februari 1932, nr. 155 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 21 Januari 1932, tot het aangaan van eene ge meenschappelijke regeling inzake hulpver leening door Alkmaar bij brand te Oterleek. Als voren. c. Een brief dd. 17 Februari 1932 nr. 10 van hetzelfde college, ten geleide van de door hen gesloten gemeente-rekening en de reke ningen van de gemeente-bedrijven over 1929. Als voren. d. Een brief dd. 24 Februari 1932 nr 66 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 18 Fe bruari 1932 tot het aangaan van een geld- leening, groet f 1.200.000. De heer Venneker had een afschrift van het raadsbesluit gemist en vroeg of de raad alsnog het koersresultaat zal verne men. Weth. Wes te r h o f zeide, dat het raads besluit bij de bank is en dat in geheime zit ting de gevraagde mededeeling zal worden gedaan. Als voren. e. Een brief dd. 2 Maart 1932, nr. 51 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen voor zooveel noodig goedgekeurd raads besluit van 18 Februari 1932, nr. 6 tot aan koop van perceelen weiland in den polder O verdie en Ach termeer. Als voren. f. Een brief dd. 2 Maart 1932 nr. 50 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 18 Fe bruari 1932, nr. 13 tot verhuur van tuingrond nabij de Zuiderhoutlaan. Als voren. g. Een brief dd. 2 Maart 1932, nr. 50 van hetzelfde college, ten geelide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 18 Fe bruari 1932, nr. 4 tot verhuur van de woning Oosterkolkstraat 15. Als voren. h. Een brief dd. 2 Maart 1932, nr. 50 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 18 Fe bruari 1932 nr. 14 tot verkoop van bouw terrein aan den Bergerweg. Als voren. i. Brieven dd. 2 Maart 1932, nrs. 141 en 142 van hetzelfde college, daarbij de ont vangst berichtende van de raadsbesluiten van 18 Februari 1932 tot wijziging der Alge- meene Politieverordening. (Voorkoming sto ringen radio-ontvangst-bepalingen inzake vuurwerk e.d.) Als voren. j. Een brief dd. 2 Maart 1932, nr. 241 van hetzelfde college, ten geleide van het door hen goedgekeurd raadsbesluit van 30 Juli 1931, nr. 5 tot vaststelling eener veror dening tot wijziging der verordening, rege lende de bezoldiging der ambtenaren, ver bonden aan den keuringsdienst voor waren in het gebied Alkmaar. Als voren. k. Een brief dd. 7 Maart 1932 van A. List, daarbij verzoekende hem als onder wijzer aan de Gemeenteschool nr. 6 ontslag te verleenen. Het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang van een nader door Burgemees ter en Wethouders te bepalen datum. 1- Een brief dd. 17 Februari 1932 van het Bestuur der Arbeiders-muziekvereeniging „Excelsior", houdende dankbetuiging voor het verleend subsidie. Aan te nemen voor kennisgeving, m. Een brief, ingekomen 9 ,Maart 1932 van het hoofdbestuur der Vereeniging voor M.U.L.O., houdende dankbetuiging voor het verleend subsidie aan het examenfonds M.U.L.O. Als voren. n. Een proces verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvan ger op 4 Maart 1932. Als voren. o. Het verslag omtrent den toestand van het Lager Onderwijs in de gemeente Alk maar over het jaar 1931. Als voren. p. Een mededeeling van Burgemeester en Wethouders dd. 11 Maart 1932 opgenomen in bijlage nr. 55, betreffende de verlaging van de bestrating van het Waaigat. Aan te nemen voor kennisgeving. q. Een brief dd. 11 Maart 1932 van Dr. C. I. Kruisheer, daarbij verzoekende hem ont slag te verleenen als scheikundige, plaatsver vangend Directeur bij den Keuringsdienst van Waren in het keuringsgebied Alkmaar. Het ontslag eervol te verleenen met in gang van 1 Mei 1932. r. Een adres dd. 15 Maart 1932 van mej. C. W. v. d. Weele, stadsvroedvrouw, inzake het verstrekken van verloskundige hulp aan armlastigen. In handen gesteld van B. en W. om bericht en raad. s. Een brief dd. 16 Maart 1932 van het lid van den raad D. J. Woldendorp, daarbij verzoekende aan B. en W. vragen te mogen stellen omtrent beperking van het aantal ver loven voor den verkoop van alcoholhouden den drank, anderen dan sterken drank. Aan het einde der vergadering toegestaan. t. Een brief dd. 13 Maart 1932 van het Bestuur der Vereeniging St. Joseph voor de R.K. Jongensscholen, verzoekende het raads besluit van 30 Juli 1931 nr. 9 tot het verlee nen van vergunning tot den aanleg van stra ten nabij het R.K. Lyceum te wijzigen in dier voege, dat de voorgeschreven minimum huur waarde van de stichten woningen worde ver laagd. In handen gesteld van B. en W. om be richt en raad. u. Een adres dd. 16 .Maart 1932 van J. C. F. Gerritsen, alhier, mededeelende dat door hem schade wordt geleden door de aanwezig heid van het woonwagenpark naast zijn per ceel Noorderkade nr. 69 en verzoekende daar tegen maatregelen te treffen. In handen gesteld van B. en W. ter afdoe ning. v. Een adres dd. 15 Maart 1932 van de Besturen van de afd. Alkmaar van de Ned. Banketbakkersvereeniging, het R.K. Bakkers- gilde „St. Honor" en de Bakkersvereeniging „Alcmaria", verzoekende de openstelling van winkels, waarin brood, banket, suikerwerk en chocolade wordt verkocht, op Zondag te wil len bepalen van 10 tot 1 en van 5 tot 8 uur. In handen gesteld van de commissie voor strafverordening om bericht en raad. Vragen van den heer van Drunen inzake et schrijven - an enkele belargheb- benden uit de Schagerwaard. De huurder van de boerderij, die voor heen in het bezit was van het Stadszie kenhuis, was vertegenwoordiger in het Polderbestuur en door den heer Govers vervangen toen de boerderij eigendom van de gemeente werd. Men had hierin een achterstelling van den huurder en van soc. cfem. zijde had men hierin aanleiding gevonden vragen tot het college te richten, omdat het geen handeling betrof van het tegenwoordig college. De heer van Drunen trok, gezien een volgende bijlage, zijn vraag in. Hij vroeg hoe het kwam dat B. en W. sinds 1 Mei 1931 overgingen tot aanstel ling terwijl dat 31 Dec. 1930 had kunnen geschieden. De persoon waarom het gaat is echter overleden. Spr. oordeelde dat men het gemeentebelang beter dien de door den wethouder van het Grond bedrijf in de Polderbesturen te benoe men. De voorzitter antwoordde, dat B. en W. niet voor 30 Mei 9131 te weten kwamen dat een vertegenwoordiger in „de Schagerwaard" kon worden be noemd. Spr. oordeelde de zaak ook zeer onbelangrijk. Om voortaan altijd de wethouder van het Grondbedrijf te be noemen, oordeelde spr. een regel voor de toekomst. Toen spr. hier kwam was steeds de heer Govers de deskundige in waterschapszaken en spr. ziet geen aan leiding om daarin verandering te bren gen. De heer Govers Als de heeren mij liever zien wrg gaan en vrijheid willen hebben zich uit te spreken, dan wil ik mij zich wel even verwijderen. De heer v. Drunen vroeg hoe B. en W. tot de conclusie zijn gekomen dat er een vertegenwoordiger daar moest zijn. Wanneer B. en W. willen dat het alge meen belang wordt gediend, dan gelooft spr. dat de wethouder van het Grond bedrijf dit moet zijn. Weth. W ester hof zeide, dat Dins dag het college waar de burgemeester afwezig was, eenstemmig besloot dat het in cle toekomst de wethouder van het Grondbedrijf moet zijn. Het college wil dit invoeren bij een vacature omdat de heer Govers het steeds goed heeft ge- c' an De heer Sietsma bestreed deze conclusie. Hij stelde in het licht dat het geen vertegenwoordiger geldt, doch ee'n stemuitbrengende gemachtigde. Beter vond hij om iemand die daar woonde te nemen. Wel gaat hij accoord om thans de heer Govers aan te wijzen. De heer Govers wees er op, dat het moeilijk zal zijn om steeds een ter plaat se wonende ,e vinden. De heer Sietsma: Er zijn ook uit wonende ingelanden De heer v. d. V a 11 betoogde, dat hij met de wijze waarop in dit geval de daar wonende als gemachtigde door den heer Govers werd vervangen, niet accoord ging. Hij wil ook in de toekomst als ge machtigde- aanwijzen den wethouder van hot Grondbedrijf. De voorzitter antwoordde den heer v. Drunen dat het college door den heer Govers bekend is geworden met de mogelijkheid om een gemachtigde te be noemen. Wethouder W ester hof oordeelde indiening van een voorstel niet noodig omdat B. en W. besloten bij een eerst volgende vacature den wethouder aan te wijzen. De heer Ringers betreurde het be sluit van B. en W. Het was beter om de deskundigheid van de raadsleden te gebruiken. Wethouder W ester hof Bedoelt u r.ls deskundigen menschen die er wo nen? Daarmede ben ik he„ niet eens. De verbeteringen in de polders zijn tot stand gebracht door de Staten van N.-H. In het algemeen streeft een eigenaar naar een goed beheer en daarom is het besluit goed. Aldus werd besloten. Nog eens de vertegenwoordiging van de gemeente in den Schagerwaard. In verband met het ingezonden adres met betrekking tot de vertegenwoordiging der ge meente in den Schagerwaard deelen B. en W. den raad mede, dat het beheer over de erfstelling van mevr. M. v. d. Oord van re genten van het Stadsziekenhuis op B. en W. is overgegaan. Tot dusverre was de heer Schagen die een deel der landerijen dier erf- deeling huurde, vertegenwoordiger der ge meente in de vergaderingen van den polder „De Schagerwaard". B. en W. hebben den re gel gevolgd, dat de gemeente als eigenares van gronden in polders vertegenwoordigd wordt door het terzake zeer deskundige en niet belanghebbend raadslid den heer D. Go vers. Ifki de heer Schagen niet meer huurder is van het bovenbedoeld eigendom achten B. er. XV. alle bezwaar tegen de benoeming van den heer Govers ongemotiveerd en stellen zij voor adressanten van één en ander mededee ling te doen. Aldus besloten. Voorstel tot verlaging van den huurprijs van diverse perceelen grond. Voorgesteld wordt, te besluiten: I. Aan J. Snijders, alhier, kwijtschelding te verleenen van een vierde gedeelte van de door hem over 1931 verschuldigde huur voor de perceelen grond, kadastraal bekend gem Alkmaar, sectie E, nr. 1215 gedeeltelijk en nr. 566; II. B. en W. te machtigen de over 1931 ver schuldigde huren voor de aan de gemeente toebehoorende landerijen en perceelen bouw en tuingrond met ten hoogste 10 pCt. te ver lagen, een en ander voorzoover bedoelde hu ren niet reeds zijn herzien en deze naar het oordeel van dat College voor verlaging in aanmerking komen; III. afwijzend te beschikken op het verzoek van M. Dekker en C. Smit om de door hen over 1932 en volgend(e) jaren(jaar) aan de gemeente verschuldigde huren te verlagen. De heer Bakker vroeg wanneer de toe gezegde pachtcommissie wordt ingesteld. De heer Venneker wenschte hierbij even eens spoed. Hij vraagt het college aan het einde van het jaar na te gaan of er geen ver laging mogelijk is. Weth. van Slingerland antwoordde, dat de pachtcommissie zal worden ingesteld, doch op dit oogenblik is het nog niet urgent. Het jaar kan nog meevallen Inderdaad is het juist, dat Snijders voor 8 jaren voor 50 een schuur moest overnemen. Hem is daarvoor door den tegenwoordigen huurder 20 ge boden. Het grondbedrijf wil er 15 bijleg gen, maar de man vraagt er 75 voor. De heer Bakker herinnert de voorzitter aan een toezegging in verband met het ver zoek van den heer Dekker. Spr. had gaarne aanhouding gezien en het oordeel van de pachtcommissie gewild Weth. v. Slingerland zegt, dat de pachtcommissie gelegenheid krijgt ook dit ge val te bezien. Voorstel tot wijziging der verordening betreffende den verkoop van bevroren vleesch. Voorgesteld wordt, te bepalen: „Het is verboden bevroren vleesch te ver- koopen, voorhanden te hebben, af te leveren of ten geschenke te geven in een andere lo kaliteit dan in eene, waar aan den voorgevel of aan het winkelraam, tenminste 1 50 Meter en ten hoogste 2 Meter boven den vloer der lokaliteit, in zware, duidelijk zichtbare druk letters van tenminste 10 c.M. hoogte en van tenminste 1 c.M. lijndikte, gedrukt op wit papier, zijn aangebracht de woorden „bevro ren vleesch". De heer Vogelaar geloofde niet dat het voorstel veel zal geven, doch heeft geen bezwaar. Hij vroeg hoe B. en W. er over denken de verordening ook toepasselijk te verklaren voor Deensch vleesch. Weth. Bonsema zeide dat de aanvoer van Deensch vleesch gering is, zoodat be palingen ten dien aanzien nog niet urgent zijn. De heer Govers onderschreef de opmer king van den wethouder, maar wat niet is, kan nog worden. Wel zal het noodig zijn dat de plakkaten duidelijk zichtbaar worden aangebracht. Conform het voorstel werd besloten. Voorstel tot wijziging der bouw- en v/oningverordening ten aanzien var. het bouwen aan openbare straten. Voorgesteld wordt te bepalen: Het is verboden te bouwen anders dan aan: a. openbare straten, aangelegd of aan te leggen overeenkomstig de bepalingen dezer verordening b. openbare straten, bestaande bij de In werkingtreding dezer verordening, voorzoo ver zij voldoen aan de door den Raad te stellen eischen. Burgemeester en Wethouders kunnen van deze bepalingen ontheffing verleenen. Conform besloten. Voorstel tot het verleenen van de gevraagde medewerking aan de Ver. voor Volkshu's^esting Alk maar voor den bouw van 28 arbeiderswoningen en twee winkelhuizen. Zooals men weet, besloot de Raad 19 Nov. 1931 afwijzend te beschikken op een derge lijk verzoek van de vereeniging, omdat de woningen slechts 1 woonkamer en 3 slaap kamers plus keuken bevatten. In het nieuwe plan zijn 8 woningen gelijk gebleve.1, doch 20 woningen krijgen nu een kleinere woonkamer, doch een kamertje van 6 M2. erbij. B. en W. kunnen zich thans met de aan vrage vereenigen. Zij stellen voor, de daar voor gevraagde medewerking te verleenen en aan de vereeniging 3137 M2. grond a 6.50 per M2., gelegen in het Overdie, te verkoo- pen. Het grondvoorschot bedraagt 21450, het bouwvoorschot 775CO. Het bouwvoor- sehot zal in 50 jaar, het grondvoorschot in 75 jaar worden afgelost, terwijl het rente type 4 3/4 pCt. bedraagt. De wekelijkschs huur der woningen zai gemiddeld 4.80 zijn. De héér Ringers merkte op dat het voorstel niet in P. W. is geweest. De dicta tuur in deze van het college heeft z.i. niet tot verbetering geleid, omdat de inhoud ge lijk is gebleven. De verhouding van den koop prijs van den grond tot de bouwkosten is nog niet juist. Hij wees er op dat ook de regeering aandringt om de grondprijzen zoo daag mogelijk te maken. Bovendien zal wel niet voor 4 3/4 pCt. geleend kunnen worden. Spr. vroeg dan ook om zooveel grond bij de huizen te doen als gevraagd is en Volkshuis vesting een gelijke behandeling te geven als aan „Goed Wonen". De heer v. d- Vall las voor hetgeen in deze door wethouder Klaver bij de begroo ting was gezegd. Van de toegezegde activi teit in het opruimen van krotwoningen, had spr. nog niet veel bespeurd. Spr. vroeg of er iets van die activiteit kon worden medegedeeld. Wethouder Klaver oordeelde, dat de hoegrootheid van den grond bij wethouder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9