DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
8. Krom
UIT DEN ALKMAARSCHEN RAAD.
Hit hei Jiac
STOOM ERIJ
en VERVERIJ
No. 6?
ZATERDAG 10 MAART t932
134e Jaargang.
De Raad heeft kliekjesdag gehouden met roomijs tot dessert,
terwijl de heer Woldendorp voor een alcoholische
verrassing gezorgd heeft.
Slagers, die geen voorstanders van Nederiandsch fabrikaat
zijn krijgen een bordje voor de ramen.
Tot groot verdriet van de leergierige jeugd zullen de ijswafeltjes
niet in een schoollokaal gefabriceerd worden.
Tel. 1533 (3 lijnen)
Atle goederen tot en met
Woensdag in ons bezit ont
vangt U nog voor de feest
dagen terug.
w7 M. H. PELS ZOON,
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten re bat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie blad sa.
Het was, om het maar eens populair te
zeggen, een kliekjesmiddag. Er waren nog
heel wat overgeschoten restjes van een vori
ge bijeenkomst en hoewel er hier en daar wel
een oudbakken smaakje geconstateerd werd,
weet het college alles zoo smakelijk te arran-
geeren en in zoo'n appetijtelijken vorm ter
tafel te brengen, dat niemand er eigenlijk erg
in had, dat de Raad nog over de agendapun
ten van een vorige vergadering discussieerde.
Alles wat er nog van vroeger over was is zoo
smakelijk geconsumeerd, dat er geen enkel
restje is overgebleven en om den maa.tijd een
officiëel karakter te geven hadden B. en W.
voor een keurig dessert gezorgd waarbij het
in Alkmaar vervaardigde consumptie-ijs als
een bijzondere tractatie ter tafel is versche
nen.
Van de raadsbesluiten die op de oorspron
kelijke agenda stonden i« eigenlijk heel wei
nig te zeggen. Het was te voorzien, dat de
meeste daarvan hoofdzakelijk aankoop en
verkoop van grond betreffende zonder
eenige discussie onder den hamer door zou
den gaan. Het was grond en nog eens gror.d
en de wethouder van het Grondbedrijf, die
vrijwel de eenige was, die op een of ander
voorstel een nader- toelichting moest geven,
werd telkens weer uit zijn overpeinzingen op
geschrikt, zoodat hij ten slotte in wanhoop
de vraag stelde: „Moeten jullie mij hebben?"
„Alles moet weg wegens vergevorderd
seizoen", riep de burgemee: ter en hij riep het
op zoo'n overredenden toon, dat geen koop
man van de Zaterdagavondmarkt het hem
zou kunnen verbeteren. De gemeente verkocht
het eene stuk grond na het ancere en de
Raad had er evenmin bezwaar tegen om ook
eens een aankoop te bekrachtigen wat een
geluk voor het college was omdat de heeren
wethouders anders den reeds zelfstandig ge-
kochten grond onder elkaar hadden moeten
verdeelen
De Juliana van Stolberglaan, of liever het
verlengde van deze laan, dat tot dusver
alleen nog maar op papier geprojecteerd is,
hielp den betrokken wethouder telkens weer
om de voorstellen van het co'legc op hun
voordeeligst te laten uitkomen. Leek een
perceel aangekochte grond wat duur, dan
was het de Juliana van Stolberglaan, die er
later precies overheen zou loopen. zoodat
men den grond toch in handen zou moeten
hebben en zelfs bij het voorstel aan de Arbei-
dersbouwvereeniging „Rochdale" een speel
terrein te verhuren, was het alweer het ver
lengde van de Juliana van Stolberglaan, dat
er dwars over heen ging en dus de oorzaak
zou zijn, dat dit speelterrein bij den verkoop
niet vergeten zou kunnen worden.
Hier, zeide de heer Keijsper, ligt voor
63000 grond. Die wordt beplant en aan de
Rochdale-jeugd als speelterrein gegeven.
Niemand die in Alkmaar grond zoekt zal op
de gedachte komen, dat hij een stuk van dit
speelterrein zal kunnen koopen en de groote
vrees van den heer Keijsper was nu, dat ook
het Grondbedrijf wel eens vergeten zou, de
koopers op dit terrein te wijzen, waardoor het
Rochdalekwartier een prachtig maar wel wat
al te duur voetbalveld zou hebben gekregen.
Maar zooals gezegd -de Juliana van
Stolberglaan zal er in de toekomst natuurlijk
overheen loopen en, de speelgrage jeugd ten
spijt, zal ook dit terrein op den duur bebouwd
worden.
Het vraagstuk der speelterreinen in onze
gemeente verdient wel even de aandacht.
De politieverordening verbiedt het voetbal
len, handballen enz. op de openbare straat en
niemand, die wel eens een bal door zijn rui
ten gehad heeft of onophoudelijk naar zijn
achtertuin moet loopen als er alweer een ba!
over den muur is gevlogen, zal dat betreuren.
Evenwel, we kunnen van jongens en meis
jes, die op straat spelen, geen oude manne
tjes en vrouwtjes maken, zij moeten zich eens
kunnen uitleven en het is de groote vraag
wéar zij daarvoor de gelegenheid moeten
vinden.
Speeltuinen zooals bij de Ijzergieterij en
in ae Landstraat zijn heel aardig maar meer
voor de kleinen en rustigen bestemd. Waar
kunnen de jongens eens ravotten en ballen,
eens draven en vechten zonder daarin ge
stoord te worden? Het kan alleen zijn op
speelterreinen als er thans een aan de
Vereeniging „Rochdale" in gebruik wordt
gegeven
Het is in onze stad het eerste maar naar
*ij hopen niet het laatste.
Op verschillende punten en vooral in of bij
den Hout waar hei terrein een grasvlakte
b.v. zich daarvoor uitstekend leent, zullen
op den duur speelterreinen voor de kinderen
moeten komen.
Er wordt zooveel voor de vaders en moe
ders gedaan, laat men dan ook eens om de
jeugd denken.
De heer Schagen, die in de Schagerwaard
woonde op een boerenplaats van de gemeente,
of liever van het Stadsziekenhuis, was,
waarschijnlijk ook al omdat zijn naam zoo
volkomen bij zijn woonplaats paste, door de
gemeente gemachtigd als haar vertegenwoor
diger op te treden bij de vergaderingen van
genoemden polder.
Maar eens op een dag had de heer Scha
gen bericht gekregen, dat hij dit voortaan
niet meer doen mocht. Hem was blijkbaar
geen pensioen toegezegd, noch was hem dank
betuigd voor de belangrijke en veeljarige
diensten en toen de heer Schagen eens op
onderzoek uitging waarom hij eigenlijk uit
zijn gemeentelijke waardigheid ontzet was,
bleek, dat deze vertrouwenspost voortaan
aan den heer Govers was opgedragen, die
in het college op het gebied van polderzaken
bij uitstek deskundig wordt geoordeeld.
Deze polderrevolutie, de afzetting van den
heer Schagen en de troonsbestijging van den
heer Govers hadden eenigé ontevredenheid ge
wekt en het gevolT daarvan was een adres
van drie polderbewoners en een interpellatie
van den heer Van Drunen, die wel mede na
mens zijn fractie zal hebben gesproken.
B. en W. wezen er op, dat de bewuste boe
renplaats niet meer door regenten van het
Stadsziekenhuis beheerd wordt, maar door
het college en dat dit er prijs op stelde een
raadslid als zijn vertegenwoordiger te heb
ben. Maar dat klopte weer niet met de data,
want de heer Schagen was ook nog geruimen
tijd onder dit college de gemeente: ijke afge
zant geweest, zoodat de burgemeester nolens
volens erkennen moest, oat B en W. niet
alles wisten en dus ook eenige maanden on
kundig van de officiëele vertegenwoordiging
waren gebleven.
De heer Govers wilde zich tijdens dit
debat bescheiden terugtrekken, maar hem
werd zoo duidelijk te verstaan gegeven, dat
de Raad zich door zijn tegenwoordigheid
volstrekt niet gehinderd gevoelde, dat hij ten
slotte maar bleef zitten.
De heer Van Drunen verklaarde na de
toelichting van B. en \V. geen verdere op
merkingen te zullen maken omdat de heer
Schagen de huur van de boerderij opgezegd
heeft en vertrokken is en de eerste onderteeke
naar van het adres inmiddels is overleden,
zoodat er eigenlijk niemand meer was, die
direct belang bij de zaak had, maar de heer
Westerhof had de kwestie grondig behandeld
in de laatste B. en W. vergadering waar
de burgemeester afwezig was en met zijn
mede-edelachtbaren vastgesteld, dat bij voor
komende vacatures voor dergelijke eerebaan
tjes alleen de wethouder van het grondbedrijf
de aangewezen candidaat zal zijn.
Waar de heer Govers op deze vertegen
woordiging blijkbaar bijzonder veel prijs
stelt kunnen wij hem slechts één goeden raad
geven: zoo spoedig mogelijk wethouder van
het grondbedrijf zien te worden.
Nadat de heer Bakker er op gewezen had,
dat nu weer een aanvrage om kwijtschelding
van pacht was afgewezen zonder dat de
lang beloofde pachtcommissie door B. en W.
in het leven was geroepen, kwam het vraag
stuk van het bevroren vleesch aan de orde.
Slagers die bevroren vleesch verkoopen
schijnen genoodzaakt te zijn dit op een bord
je met letters van 10 c.M. hoogte en ter dikte
van 1 c.M. voor hun ramen kenbaar te ma
ken. Een oningewijde zou denken, dat zij op
deze wijze een prachtige gelegenheid krij
gen om gratis voor dit blijkbaar veel ge
vraagde product reclame te maken, maar het
is juist een feit, dat de betrokken slagers al
hun best doen de bedoelde kennisgeving zoo
onzichtbaar mogelijk te doen zijn. Sommigen
waren zoo handig er talrijke soortgelijke
bordjes met andere aankondigingen omheen
te hangen zoodat men volgens den heer Vo
gelaar een heele openbare bibliotheek moest
doorwerken alvorens de bewuste kennisge
ving te ontdekken en anderen hadden ze er
gens in een hoekje van het raam geplakt en
zoo onduidelijk geschreven, dat toch iemand
er iets van zou kunnen lezen-
Evenwel, de gemeente is waakzaam en zal.
dat nog meer worden nu de heer Govers,
buiten bezwaar van de schatkist, tot inspec
teur-generaal van dergelijke bordjes be
noemd is en iederen slager die bevroren
vleesch verkoop het bevel heeft gekregen, dat
het bordje op een hoogte van anderhalve a
twee Meter en met koeien van letters voor de
winkelramen moet opgehangen worden.
IJveraars voor het Nederiandsch fabrikaat
trokken ook nog tegen het Deensche vleesch
te velde, maar de geruststellende mededee-
ling werd gegeven, dat dit op het oogenblik
van zoo weinig beteekenis is, dat men zich
daarover niet ongerust behoeft te maken.
De tragedie van de Vereeniging Volks
huisvesting loopt ten einde daar B. en W.
hadden verkondigd, dat het bouwplan nu ge
heel naar hun inzichten was gewijzigd en
de Raad in verband daarmede de benoodig-
de credieten verleend heeft.
In werkelijkheid komt het hierop neer, dat
van de 28 woningen er acht precies eender
zijn gebleven, dat de overige twintig, die tot
dusverre te klein werden geoordeeld, nog
precies even groot zijn als op het oorspron
kelijke plan en dat de inrichting daarvan
verslechterd is doordat men een ruime woon
kamer verknoeid heeft door ze in tweeën te
splitsen waardoor men naast een kleinere
woonkamer nog in het ongelukkige bezit van
een kamertje van 6 M2. is gekomen.
Om deze verslechtering te verkrijgen heeft
men maanden lang de totstandkoming van
deze bouwplannen tegengewerkt, heeft men
niet alleen vele arbeiders al dien tijd een ge
schikte woning onthouden, maar heeft men
bovendien bereikt, dat nu reeds voor een per
centage van 4 3/4 procent moet geleend
worden terwijl dat oorspronkelijk heel wat
lager had kunnen zijn. Wat dit alles betreft
is de bouwpolitiek van het college en de
raadsmeerderheid althans voor 'zoover
het de plannen van Volkshuisvesting betreft
allerongelukkigst gebleken.
De heer Klaver werd nog eens aan zijn
toezegging herinnerd, dat hij van gemeente
wege woningen ter vervanging van krot
woningen zou boVren. Hij betreurde het
blijkbaar dat Volkshuisvesting deze krotbe
woners niet wilde accepteeren en beloofde
meer activiteit van gemeentewege dan tot
dusver tot uiting is gekomen.
Waarom de Christelijk Historischen, de
A. R. Hoytink en de heer Geels bien
étonnés de se trouver ensemble tegen de
subsidieverhooging van de Openbare Lees
zaal en Bibliotheek waren bleef volkomen
in het duister, daar zij eenvoudig tegen
stemden zonder hun houding op eenigerlei
wijze te motiveeren.
Aan een algemeenen tuinbouwcursus werd
100 subsidie toegekend en doordat men
blijkbaar algemeen van den nood der werk-
loozen overtuigd was, werden er geen pro
testen gehoord tegen de voorstellen tot ver
ruiming van werkgelegenheid en verhooging
van de toegestane credieten. Wethouder Wes
terhof verkondigde, dat men tevergeefs naar
meerdere objecten gezocht heeft, wat eenigs-
zins eigenaardig is als men bedenkt, dat B.
en W. officieel geweigerd hebben de ook
door ons reeds genoemde en door belang
hebbenden aangevraagde werken ten Zui
den van den Bergerweg te laten uitvoeren.
Wat nog het meest stof heeft doen opwaai
en en dat is uit hygiënisch oogpunt voor
het iproduct juist uit den booze is de fa
bricage van een attractie, die in de zomer
maanden ook in Alkmaar een grooten afzet
heeft gevonden.
Er was een verzoek ingekomen van ijs-be-
reiders en voor wie de spelling met een lange
of een korte ij nog eenige moeilijkheden op
levert volge hier de verklaring, dat dit niet
de heeren van de Alkmaarsche IJsclub zijn,
die gewoonlijk om een subsidie vragen, maar
wel de wit- of rood gejaste bestuurders van
met bellen behangen wagentjes, die met den
populairen naam „IJscomannetjes" betiteld
worden.
Het college had voorgesteld een pakhuis
voor hen te huren, dit te laten verbouwen en
daarna beschikbaar te stellen hetzij aan de
afdeeling Alkmaar van consumptie-ijs-berei-
ders, hetzij aan ijskunstenaars in culinair
opzicht persoonlijk. De fabrikanten-
distribuanten zouden dan zooveel huur beta
len, dat ook de verbouwingskosten in tien
jaar gedekt zouden zijn, maar in den Raad
gingen zoovele stemmen tegen een dergelijk
voorstel op, dat het er werkelijk naar uitzag,
dat B. en W. zich onnadenkend op wat al te
glad roomijs gewaagd hadden.
De heer Hoytink noemde dit iets voor het
particulier initiatief en vreesde met den heer
Venneker, dat men een precedent zou schep
pen en dat de sigarenmakers straks ook om
een goede en hygiënische werkplaats zouden
vragen.
Vele raadsleden deelden zijn vrees, dat de
gemeente „ijskoud" bezig was zich een fi-
nancieele strop te bezorgen doordat de „Ver
eeniging van IJscomannetjes" officieel
heet zij eenigszins anders wel eens ont
bonden zou kunnen worden en er dan geen
belanghebbenden genoeg zouden overblijven
om de huur en de verbouwingskosten te be
talen. Er werd zelfs van een mogelijk revol-
teerende werking in deze vereeniging ge
sproken hoewel ieder weet, dat revolutie
hoofdzakelijk in warme landen met een heet-
bloedige bevolking voorkomt en het IJsco-
product zich allerminst leent als voedings
bodem voor revolutiebacillen.
Het was de heer Westerhof, die ten slotte
een „warme"" lans voor deze misdee'den on
zer plaatselijke fabrikanten heeft gebroken.
Het zijn zoo betoogde hij allen kleine
menschen en hij wees demonstratief naar de
publieke tribune waar een tweetal afgezan
ten van de bewuste vereeniging met span
ning de debatten volgden, maar welke depu
tatie helaas uit slechts een kleinen en een
grooten ijsbakker was samengesteld.
Het zijn in figuurlijken zin kleine men
schen, zoo verbeterde de heer Westerhof zijn
woorden, en omdat zij een alom begeerde
lekkernij verkoopen zijn zij thans gebonden
aan vele hygiënische voorschriften, waar
door de minst kapitaalkrachtigen het werk
ongetwijfeld moeten staken als de gemeente
hen niet tegemoet komt. Hier, zeide hij, is een
hygiënisch belang van de grootste beteekenis
aan de orde en wie wel eens minder smake
lijke staaltjes van ijs-bereiding gehoord heeft
en de verhalen kent waarin een baaien onder
rok op een zolderkamertje als deksel voor de
melk dienst deed, kan inderdaad gaarne toe
geven, dat de consumenten door een zinde
lijke fabrieksruinue, waar de directeur van
den Keuringsdienst gemakkelijk toezicht kan
houden, zeker gebaat zijn.
Bovendien had oe gemeente geen ander
lokaal beschikbaar of het zou een school
lokaal moeten zijn, wat evenwel minder wen-
schelijk werd geoordeeld.
Ter geruststelling van sommige raads
leden, die blijkbaar van meening waren, dat
hier een laboratorium voor koude tempera
turen in den trant van dat van professor
Keesom gebouwd zou worden, werd mede
gedeeld, dat de geheele verbouwing niet
meer dan ongeveer 1250 zou kosten en dat
men er daardoor zeker van kon zijn, dat het
roomijs hier ter stede een product van
prima grondstoffen en de meest hygiënische
bereiding zou worden.
Ook de burgemeester heeft nog het mede
lijden van den Raad opgewekt door te ver
kondigen, dat deze menschen tot de zeer
kleine micdenstanders 'behooren, die ter
nauwernood het hoofd boven het ijs kunnen
houden. Toen hij betoogde, dat er bij ver
werping van het voorstel kans bestond, dat
er geen ijswafeltjes te krijgen zouden zijn,
riep hij zoo demonstratief uit, dat toch ook
de Raad dit zou betreuren, dat niemand het
blijkbaar waagde dit verlies ook voor zich
zelve in twijfel te trekken.
Juist toen men op het punt stond de bij
lage dan maar aan te nemen, kwam de heer
Govers met de mededeeling dat de bovenver
dieping van het bewuste pakhuis aan een ver
eeniging van boksers verhuurd was, waarop
de diverse meeningen opnieuw heftig op
elkaar botsten.
Er werd geïnformeerd of de vloer wel
stevig was, of er door dat boksen niet even
veel stof zou opwaaien als dit thans in den
Raad geschiedde, wat een hygiënische be
reiding niet ten goede zou komen en de
combinatie „boksen en roomijs" werd vrij
algemeen een zeer ongelukkige genoemd,
blijkbaar omdat het bij het eerste wel eens
te warm en bij het laatste wel eens te koud
toegaat.
Hoe kan men nu boven boksen en beneden
ijs maken? vroeg de heer Govers, een vraag
waarvan de strekking ons intusschen nog
niet heelemaal duidelijk is geworden, omdat
zoolang de bovenbewoners niet beneden
komen en omgekeerd, er geen gevaar bestaat,
dat er op minder hygiënische wijze in het ijs
gebokst wordt of eenige ijscomannetjes on
geschikt voor de fabricage worden gemaakt.
Zelfs een dringend beroep op 's raads
medelijden met deze klein-fabrikanten, die
toch door de concurrentie der natuur al een
half jaar noodgedwongen werkloos zijn en
een verstandige opmerking als gewoonlijk
van mej. Carels, die betoogde, dat zij ten
koste van het Maatschappelijk Hulpbetoon
anders ook nog de tweede helft van het jaar
werkloos zouden zijn. waren niet in staat
veler inzicht te wijzigen totdat ten slotte
met slechts II tegen 9 stemmen het voorstel
van het college werd goedgekeurd en de
bellenwagentjes met hun pittoreske bestuur
ders dus dezen zomer niet uit ons stads
beeld verdwenen zullen zijn.
Het was niet alleen den heer Woldendorp
opgevallen, dat terwijl vele café en zaal
houders aan allerlei bezwarende verplichtin
gen ook wat het sluitingsuur voor ver
gaderingen betreft waren gebonden, daar
naast op zoo uitgebreide schaal verloven
voor den verkoop van anderen dan sterken
drank uitgereikt worden, dat het hier ter
stede met het aantal bars nog veel barder
dreigt te worden dan dit reeds thans het
geval is. De heer Woldendorp zag daarin
niet alleen een ongewenschte concurrentie
met de bona fide caféhouders, maar tevens,
vooral met het oog op het vrouwelijk per
soneel, dat, zooals hij het uitdrukte, „uit
sluitend gehouden wordt om de zaak tot
bloei te kunnen brengen", zooveel moreelc
gevaren, dat hij er prijs op stelde eens te
vernemen hoevele verloven er sinds zijn
vorige waarschuwing wederom waren uit
gereikt.
De burgemeester beloofde op een en ander
m een volgende vergadering te zullen ant
woorden, maar de heer Woldendorp sprak
heel geheimzinnig van „ervaringen", welke
hij hoewel hij ze natuurlijk al weer niet
persoonlijk ondervonden had bereid
was in besloten raadszitting aan het edel
achtbare gezelschap mede te dealen.. Hier
golden blijkbaar dezelfde overwegingen als
wanneer bij een rechtszaak de deuren gesloten
worden en dat de Raad na deze verklaringen
onmiddellijk in geheime zitting ging is zeker
wel een bewijs hoezeer onze stedelijke ver
tegenwoordigers zich haasten om kennis te
nemen van alles wat het rustige leven onzer
ingezetenen ook maar eenigszins zou kunnen
schokken of bedreigen.
Hef bleek ten slotte dat in comité tevens
besloten wa3 om zoo mogelijk met het over
tollige xasgeld onzer laatste leening ook an
dere gemeenten tijdelijk uit den put te helpen.
Gememoreerd dient ten slotte nog te wor
den, dat de bode Stoorvogel ook in den Raad
nog eens openlijk voor zijn verdienstelijken
arbeid in de afgeloopen vijf-en-twintig jaren
werd gehuldigd en dat hij zich daarvoor
dankbaar toonde, door bij de gebruikelijke
raadsthee op bijzonder smakelijke cake te
tracteeien. Verder, dat de zwarte kat wiji
bedoelen niet het beruchte tijdschrift maar
de groote kater van den conciërge, wiens
verschijning in de raadszaal altijd aan de een
of andere politieke crisis vooraf gaat op
nieuw in de zaal der vroedschap is ver
schenen, maar het ditmaal niet verder ge
bracht heeft dan tot de perstribune waar de
heeren journalisten van het Soc. Democrati
sche en het R K. orgaan broederlijk naast
elkaar zitten.
Of deze zwarte verschijning ook op jour
nalistiek gebied dan wel alleen op politiek
terrein van invloed is, zullen we met belang
stelling afwachten.
Ten slotte is deze Raad niet het minst
door de agenda, die in het teeken van alge-
heele opruiming stond zoo voorspoedig
verloopen. dat de burgemeester, die van een
journalistieke weddenschap over den moge-
lijken duur der vergadering had kennis ge
nomen en beloofd had de heeren zoo moge
lijk tot half vijf aan de praat te zullen houden,
zijn belofte onmogelijk heeft kunnen inlossen.
Het was nog geen drie uur toen de ver
tegenwoordigers der diverse bladen de stoep
van het gemeentehuis afdaalden en het edel
achtbare gezelschap in geheime zitting met
belangstelling naar de „ervaringen" van den
heer Woldendorp luisterde.
KOORSTRAAT 49—51. TEL. 207.
ROODE BORDEAUX: Palus f 0.85, Fronsac
f 0.95, Medoc f 1.—, St. Emilionfl.10p.fl.
WITTE BORDEAUX:
Loupiac f 1.40, Graves Sup. f 1.55 p. fl.
Korting bij afname van 12, 24, 48 flesschen
resp. 5 7 en 10
Den Haag, 18 Maart 1932.
De Eerste Kamer heeft heden slechts kort
vergaderd. Er stonden trouwens ook niet
meer dan drie punten op de agenda, waarvan
het eerste nog den meesten tijd in beslag heeft
genomen. Dat was de begrooting van het
departement van Koloniën, waarbij Cura<jao
ter sprake kwam. Op twee punten gaf dit
aanleiding tot opmerkingen. In de eerste
plaats, dat Cura^ao nu geen subsidie meer
vraagt, waardoor de mogelijkheid wordt uit
gesloten, dat het Parlement te oordeelen
krijgt over zijn begrooting. Het vraagt nu
voorschotten voor de uitvoering van openbare
werken en de heer Fock (lib meende nu, dat
dit slechts een foefje was (hij gebruikte na
tuurlijk een meer parlementaire uitdrukking)
om aan de controle van de Volksvertegen
woordiging te ontkomen, want die voorschot-