Schoonheidsleer Qxuncukiek m m m m 3iidsduifim 'm sm~M ÜH si M M Een half dozijn beroepen f. VOOB gIjBIM TJBIS. ZOO'N ZWARE VIStB II E BUS HP Raadselhoekie xxxxxxx I 1j Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter Oplossing probleem 1219 (A. Buquet). Stand. Zw. 13 sch. op: 2, 3, 7. 8, 12, 13, 14. 18, 19. 23, 24, 30. 34. W. 13 sch. op: 17, 21, 27, 31, 32, 35, 41, 13 44, 46, 48, 49, 50. Oplossing 1. 17—11 1. 7:16 2. 27—22 2. 16 of 18 47 3 32—28 3. 16:27 of 23:32 4. 44—39 4. 23 32 of 16 27 5. 43—38 5. 47:44 6. 49: 7 6. 2:11 7. 35: 2! Uit de partij. In de volgende positie speelde Wit Cde Franschman Sigal) als volgt: W 7/M Mm... m wk M w MUM- y/w> 1 M. Zw. 12 sch. op: 7, 8, 11, 12, 13, 15, 18, 20. 23, 25, 27, 28. W. 12 sch. op: 16, 24, 29, 30, 34, 35, 39, 43, 45, 47, 48, 49. 7. 39—33 1. 28 39 2. 29—23 2. 18 of 20 40 3. 35 33 3. 20 of 18 38 4. 43:21 4. 25:34. 5. 21—17 5. 12:21 6. 16: 9! Van de volgende compositie geeft de auteur Roi--dnot z"1f deze ontleding. 7/xy/auaF/'m W'■■■yjé. wÊÊtf. 'Hü iüü Zw. 7 sch. op: 7, 12, 15, 19, 22, 28, 45. W. 5 sch. op: 20 31, 3?, 39, 49 en dam Op 50. 1. 50—44 1. 15:24 2. 33—29 2. 24:33 3 31—27 3. 22 31 4. 44—35 4. 33 44 5. 35 23 (over 7, 26 en 37). 5. 44 of 4550. 6. 23 :1! en wint. Men bestudeere den eindstand. Ter oplossing voor deze week: Probleem t220 van P Kleute Jr., den Haag n i ggp m w i VAM» i y//M>, m. Zw. 12 sch. op: 4, 7, 8, 9, 13, 18, 19, 21, 23. 24 29 34. W. 12 sch.'op: 28. 32, 33, 37, 38, 42/45, 47, 48, 49 Wit speelt en wint. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. In de overtuiging, dat elk beroep tal van interessante, den buiten staander vrijwel onbekende facetten heeft, besloot een onzer medewer kers een aantal beroepen van nabij te leeren kennen. In een van de gioote steden hier te lande ,vas hij achtereenvolgens dameskapper, stof- zuigerverkooper, armbezoeker, per soneel chef van een warenhuis, directeur van een groot hotel, taxi chauffeur; althans gedurende een ganschen dag assisteerde hij de wer kelijke uitoefenaars dier beroepen. De indrukken, die hij achter de schermen van een half dozijn zeer uiteenloopende vakken opdeed, ver werkte hij in zes artikelen, waarvan wij heden het eerste plaatsen. I. De Dameskapper. De drie vrouwelijk# buitenlandsche assistenten der 2 vermaarde conffeurs de dames, die mij hebben toegestaan ge durende een dag te neuzen in hun zoei geurende, kunstzinnig ingedeelde en voornaam gedécoreerde salons, waar slechts de vrouw van de wereld zich, verzorgen laat, zijn mede in het com plot. Als ik reeds vóór de patroons arri veer beduiden miss Kitty, Fraülein An ne en mademoiselle Hélène me in een mengelmoes van talen, dat ik er goed meesters aan te trekken Ik doe zulks, want het is me bekend, dat een man zonder dit ongewoon visum op zijn pas poort van mannelijkheid door de be zoeksters zoo zorgvuldig ontweken wordt als ik mij voorstel, dat de be woonsters van een harem een onge- wenschten indringer zullen ontwijken. De moedige man, die het waagt zijn vrouw naar deze voorname kapsalons te begeleiden, kan er zeker van zijn, dat. als werd uitvoering gegeven aan een ge heim bevel, bij zijn binnenkomst plots de gordijnen van alle boxen toeschuiven, en dat hij van de aanwezige dames niets te zien krijgt, voordat zij verzorgd compleet, naar buiten treden. Een witte jas echter zal mij in staat stellen in a.le kap-appartementen te vertoeven zonder meer te veroorzaken dan 'n vriendelijk knikje, een glimlach, een verzoek om spoedig geholpen te worden; de witte jas zal het mannelijk element aan me verloren doen gaan. Dit blijkt als monsieur Jean en mon sieur Albert, mijn tijdelijke patroons, hun intrede hebben gedaan, en als zii in de met allerlei ingewikkelde apparaten voorziene boxen de eerste bezoeksters helpen. Dames met een uitgezakt, pie kend kapsel, dat enkele uren geleden voor den echtgenoot waarschijnlijk, voor overige mannelijke huisgenooten zeer zeker, nog mei behulp van een ragfijn haarnetje en andere hulpmiddelen in een toestand van toonbaarheid werd ge houden, ontstellen niet, noch geneeren zij zich het minst wanneer ik, door de patroons aangesproken als monsieur Adolf, en behandeld als een buiten- landsch collega op studie-reis, kwasie- deskundig naar de resten van de eens, onmiskenbaar fraai bewerkte hoofdver siering kijk. Een Duitsche dame, gelogeerd in het duurste hotel ter plaatse, die zich door Fraülein Anne een uitvoerige gelaats massage laat toedienen, toont met geen enkele reactie aan gehinderd te worden wanneer ik aandachtig als een expert de uitwerking van verschillende oliën en crèmes op haar glimmend, nu gansch niet flatteerend gelaat gade sla, of als ik, over haar gebogen, medi teer over de betrekkelijkheid van het begrip schoonhend nadat zij haar ge zicht, transpireerend, rood-gloeiend en kleverig uit den bestralingskoker met ultra-violet limht getrokken heeft. Zon der eenige gêne zegt ze tot Fraülein Anne, dat de lijnen langs haar neus die per zijn geworden en dat dezt extra massage behoeven; mij wijst ze op een fout in haar masker op een mededoogen- loozen toon, dien ik haar vrienden en vriendinnen zou ontraden jegens haar te bezigen. Zij beraadslaagt met me over de kosten van een ozonisator aliof ze mïj jaren kent en alsof ik van haar financieele omstandigheden even goed op de hoogte ben als van de mijne. Als ik haar glimmende en geenszins ideale huid onder de naarstig masseerende, later poeder en mastiek leggende vin gers van Fraülein Anne zie verjeugdi gen vang ik in den spiegel een glimp van haar tevreden, zich zelf streelenden glimlach over de resultaten van het schoonheidsproces. Soortgelijke blikken neem ik in den loop van den dag in alle spiegels van het huis nog ontelbare keeren waar. Soms is het een blik van intens-heete vreugde, soms van een minder op laaiend geluk, soms gaat hij gepaard met kirrende uitroepjes: O... éénig je hebt extra je best gedaan". Eens aan de superieure, overwogen erkenning: „Mais vous êtes un artiste, monsier". De laatste woorden uit den mond van een zeer bekende Europeesche diploma tenvrouw, wier hoofdtooi ik als een wondere bloem uit een wirwar van slier ten, speldjes, draden en metalen buisjes zie ontluiken, terwijl ik monsieur Jean de benoodigde instrumenten aanreik. Gedurende de behandeling spreekt ma dame met haar kapper over allerlei nieuwtjes uit de Europeesche diploma ten-wereld. Later vertelt monsieur Jean me, dat ik in zulke intieme gesprekken louter inspiratie moet zien. „De dames weten, dat de coiffeur .die haar helpt ge ïnspireerd wil worden." „Het hangt van de inspiratie af of een kapsel 'n kunstwerk wordt. De cliënt, die ons weet te inspireeren heeft de beste resultaten; alle vrouwen-van-de wereld weten, dat, en daarom vertellen ze ons veel uit haar leven." Aan pogingen tot inspireeren van monsieur Albert en monsieur Jean ont breekt het in bijna geen enkele apparte ment. Een bekende actrice zoekt deze in spiratie in vertrouwelijke mededeelin- gen over een jolijtigen avond, en in een felle critiek op de veranderde haarkleur eener vriendin. „Dezelfde kleur prees u zoo enthou siast, toen madame laatst hier was," merkte monsieur terechtwijzend op Ik kon haar toch niet teleurstellen," luidt het antwoordt! In het daarnaast gelegen appartement klatert een hooge vrouwenlach op, ein digend in langdurig gegichel. Als ik naast monsieur dóór ga staan (om zijn werkmethode te bezichtigen), word ik hoorgetuige van enkele gloednieuwe, pi kante grappen" zullen we maar zeg gen die de zeer modieuse cliënte haar kapper niet wil onthouden. ,De pointe van de laatste Witz is me ontgaan, vertel die nog eens", klinkt plots een stem uit weer een ander ap partement, waar mademoiselle Hélène een cliënte manicuurt. Het gonzen van een haardroger is het eenige geluid, dat hierop gehoord wordt. De vertelster gichelt onderdrukt over 't idee, dat zij haar nieuwsgierige kap- genoote niet eens kent, en dat zij haar ook niet zien zal dank zij de gesloten gordijnen. „Laatst was het nog grappiger", fluis tert ze na een pauze. „Toen hoorde ik een dame allerlei flauwe dingen over haar man vertellen, en ze wist niet. dat zijn eerste vrouw een box verder zat en VROUWEN IN VERWACHTING en jonge moeders bezorgt het natuurlijke „Franz-Josef'-bitterwater een geregelde 'maag- en darmwerking. Iu de voorname kap-salons worden heel wat intieme zaken rondgefluisterd een kunstzinnig dameskapper verneemt van het vrouwenleven meer dan een huisdokter; een luxieuse dames-kapsa lon zou zoo ie spreken kon meer initömiteiten kunnen mededeelen dan welk sprekend vertrek ook. Terwijl de'kapr jrs zich verdiepen in hun permanent-waving en glim achnod naar de babbelende cliënten luisteren, wip ik van de eene box in de andere om te zien hoe de vrouwelijke assistenten op allerlei andere wijzen de behaag zucht van Hm. de vrouw dienen. Ik zie masseeren, wenkbrau- en, kin nen en bovenlippen plukken, monden tot bloedroode smalle streepen in interes- sant-bleeke vrouwengezichten worden grijze haren bijtinten in de natuurlijke kleur, parfums van omstreeks 50 gulden per flacon in zorgvuldig gemanicuurde handen overgaan, ik neem telkenmale in de boven de kaplakens uitstekende vrouwengezichten den overgpng van on verzorgde en lichtelijk afstootenJe, man nelijke illusies vernietigende ontdaan heid tot een zekeren graad van schoon heid waar, ik zie onverschillig-koude oogen langzamerhand belang gaan stel len in een vast punt in den spiegel, om ten laatste in die oogen te zien blinken de verrassing en de ingenomenheid, die alleen in vrouwenoogen kunnen weer kaatsen. Monsieur roept me tegen het einde van onzen werkdag tot zich om de resultaten van een permanent-wave-behandeling te aanschouwen. In lange, sierlijke ver vloeiende'golven vlijt het haar, dat enkele uren geleden nat-plakkerig een regelmatig gevormd gelaatontsier de, zich om het lachend vrouwen-mas ker, waaraan het een ongemeen beko rend relief verleen'. Men moet een vrouw eerst zien als zij de zoet geurende voorname salons van den vermaarden coiffeur de dames bin nen treedt, en dan. als zij op het punt staaat het te verlaten, den laatsten blik in den spiegel t,econtroleerd hebben om de beteekenis van het kapsel voor de vrouw naar waarde te kunnen schatten, en om te kunnen begrijpen waarom zii zich iedere maand vele uren en de uitgave van belangrijke bedragen blij moedig getroost, terwille van de korte haardracht die, zoo heette het aanvan kelijk, zoo goed als geen verzorging zou eischen. Den mondainen dameskapper zie ik als kunstzinnig man in een witte jas, voor de vrouw zonder sekse; zijn voor naam moet Fransch klinken, hij moet zijn talen aanmerkelijk beter spreken dan de meeste andere hoofdarbeiders, hij is dol op het verkoopen van parfums en schoonheidsmiddelen omdat, naar hij zegt, het werk aan de kapsels slechts de inleiding tot zijn verdiensten is, hij hoort veel, doch omdat hij een groot vrouwen-kenner is, en daar zijn interes se naar 't haar uitgaat hoort men hem over hetgeen hij hoort, zelden spreken. De Tooneetspiegel. Van dit maandblad treedt thans als direc teur-uitgever op de heer Strengholt te Am sterdam, terwijl de redactie wordt gevormd door Jan R. Th. Campert, Jan van Ees, Ben van Eysselsteijn en Eduard Veterman. Het Maart-nummer brengt allereerst twee mooie foto's: één van Cor van der Lugt als Philips II en één van Fientje de la Mar in haar nieuwe successtuk: De lieveling van het publiek. Ben van Eijsselsteijn geeft eerst een artikel over Eduard Verkade bij zijn 25-jarig jubi leum en noemt dat meteen een kwart eeuw tooneelgeschiedenis. Naar aanleiding van Veterman's bewerking van „Opstanding" schrijft Jan.Campert over Het dramatisch herscheppen. Goethe als tooneeldirecteur is het onder werp dat E. Veterman behandelt. Het 15-jarig bestaan van het Hofstad-tooneel wordt natuurlijk niet vergeten en mr. Mer- kelbach wijdt een enthousiast artikel aan den leider. Verder iets over Edgar Wallace, over Charlie Chaplin en Gandhi en over Elisabeth van Enge'and. Henri Eerens schrijft voo# de Tooneelspiegel over De nieuwe organisatie van Tooneelspelers. Tal van goede foto's versieren het nummer. 1. Oplossingen der raadsels uit net vorige nummer. Voor grooteren. Was jij nog nooit in Noord-Brabant geweest? (Inn) Oom Jaap komt je halen, Annie, wacht dus op hem. (Lenn). Wat zitten er dit jaar veel bessen aan de struiken in onzen tuin! Heeft lantê Do u roode rozen ge bracht? (Douro en Oder.) Moeder had een zwart eu een spier- w it poesje, toen zij klein was. 2. Piet Hein. Thee, pit, tin, teen™***' 3. Een masker. 4. Een zeepbel. Voor kleineren. Vos, mos, bos. De letter e. Hans, worst; hansworst. Hoos Roosendaal. boot k r om klos been Anna deur Jaap gram door C. E DE LILLE HOOGERWAARD. Japik Lang en Jantje Kort Deden veel aan hengelsport, Gingen saam er vaak op uit, Hadden meest een dikken buit. Op een keer zei Japik Lang: 'k Ben vandaag toch heel erg bang, Dat 'k geen enkel vischje snap, Nee, geloof me, 't is geen grap! Jantje Kort ving ook geen visch. Zei: Zeg, Japik-vriend, het is Met de vischvangst vast gedaan. Laat ons dus naar huis toe gaan Met een leege bus? Dat nooit! Antwoord! Japik en hii gooit Met een ruk zich plots'ling om, Jantje was van 't lachen krom. Japik dacht: ik heb nu beet, Net zoo vast als 'k Japik heet! 'k Vang dus toch wat, nou en ófl Is me dat een reuzebof! j 5 Japik .tuimelde heusc'n waar! Omdat 't „vischje"' was zoo zwaar, Wipte overeind en oen Zag hij ookeen ouden schoen! (Nadruk verboden) "BtOt :U"& (Nadruk verboden.) ANTWOORD FOUTENZOEK- PLAATJE. De negen fouten zijn: I. Fietsen met een z. II. Hondenhok zonder ingang. III Gevel met één daklijst. IV. Raam met één luik. V. Fiets zonder zadel. VI. Fiets zonder pedalen. VII. Hond met drie pooten. VIII. Lantaarn zonder lamp. IX. Lantaarnpaal zonder dwarslatje (om ladder tegen te zetten). (Nadruk verboden). OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Vul deze 16 vakjes in met: 3E 21 20 1D 2K 3L 2R 1 S rna.r doe het zoo, dat je van links naar rechts en van boven naar be neden leest: lo rij een scherp wapen. 2o een vette vloeistof. 3o een snaarinstrument. 4o een vruchtje. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een groot rijk in Europa. i X X X X X lo rij een medeklinker 2o een rond voorwerp 3o een vogel. 4o 't gevraagde woord. 5o een kruipend dier. 6o een gewicht. 7o een medeklinker. Welke jongensnaam van letters 4. Maak een zuil van: kies bol Voor kleineren. 1. Welke schoen wordt aan geen enk«- len voet gedragen? 2. Ik kijk naar alle kanten, Toch ben ik maar heel klein, 'k Kan vliegen en 'k kan loopen. Wie zou ik toch wel zijn? 3. Verborgen lichaamsdeelen. O, Tante Claar, u gaat toch niet voor goed weg? (9 Kom toch gauw, An! Gerda wacht °P je- Het mes zal wel terecht komen; ik zoek niet langer! Heb ie de visch al soms weggezet? 4. Vul de rijmwoorden in: Kuren heeft de maand April: Zij doet juist maar, wat zij Kan soms lief en vriend"lijk zijn, Vroolijk en vol zonne Soms verdrietig en heel kwaad. Zooals 't bij de jeugd wel Lijken op April? Niet graag! Is met dat een domme Van April houd ik dón maar, Als zij lieflijk is, niet Nu, April, je weet dus goed, Hoe je eig'lijk wezen (Nadruk verboden). Gave, zachte, fraaie handen bij dagelijksch werk zijn alleen moge tijk, wanneer U zich tof gewoonte 'v- en bij moge- woonte int tijd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 10