Alkmaarsche Courant. P? geheimzinnige inbreker ^f^CHAtZTWAT£/2 POSTER'SMAAGPILIEN Radionieuws Jeutfletm Over de waarde van stoelen en boeken. Honderd vier en dertigste Jaargang. Maandag O Mei. scheiden, het zal zich nooit ongevraagd op den voorgrond dringen, en ge zult het onmis baar weten. Ge zijt misschien op deze wijze van de waarheid van bovenstaande conclusie niet te overtuigen. Inderdaad geeft ge toe is het boek onmisbaar: mijn vrouw kan onmoge lijk zonder haar kookboek, mijn kinderen niet zonder hun studieboeken, ik niet zonder mijn kasboek, mijn telefoonboek en mijn adresboek De menschen die zoo praten, zijn zij voor wie de dingen van het hart eerst in de tweede plaats komen. Zaken zijn zaken, nietwaar? En ge hebt wel eens 'n goede kennis 'n boek voor zijn verjaardag gegeven, maar zelf een boek in huis, een écht boek, een met mooi proza of schoone gedichten dat past niet meer in dezen tijd! Ge vergist u. Want als er ooit een tijd is geweest, die behoefte heeft gehad aan het boek is het deze. En kunt ge u zelf wel voorstellen foed jong te zijn geweest zonder dat Karl lay's of Coopers Indianenruiters van de bladzijden cp uw afstormden of zonder de eerste droomen der liefde gesmaakt te hebben uit de fondantromans der eerbiedwaardige mevrouw Hedwig Courts Mahler? Gij, die zoo zakelijk zijt, die zweert bij de vooruitgang of althans bij de resultaten onzer zonderlinge beschaving: het boek is de drager onzer cul tuur en zonder het boek waren wij zeker nooit zoo ver gekomen. Dacht ge werkelijk, dat de Babyloniërs hun kleitafeltjes hadden volgespijkerd uitsluitend voor hun pleizier? Of dacht ge, dat er hon derden geslachten hadden gewerkt aan de vervolmaking van het fraaie boek, dat ge ver onachtzaamt, wanneer het niet volkomen on misbaar zou zijn geweest? Denk eens aan de pioniers der Westersche boekenmarkt, de monniken in hun kloosters. Uren-, jarenlang zaten zij op hun hooge banken voor het venster van hun cel, op per kament teekenden zij de woorden één voor één, sommige letters zóó schoon, met sierlijke ver beeldingen van hemelsche bloemen, dat wij nog zwijgen als zij voor ons liggen. Er zijn Zij vertelde haar laatsten twist met haar va der en Eric luisterde ernstig en goedkeurend. Och, waarom gebeurt er niets, dat ons zonder zijn ellendige geld achterlaat? eindigde zij hartstochtelijk. Je hebt het hem zeker goed gezegd, kind je, zei Eric grinnekend, toen zij zweeg. Enkele oogenblikken keek hij peinzend naar het paneel, dat de muur-brandkast verborg. Hij dacht er over, of het wijs was, de woorden te spreken, die eerlijkheid hem op de lippen dreef. Enid, zei hij eindelijk met ernstige stem, terwijl zijn hart onrustig klopte, ik heb er over gedacht. Zeer blijkbaar heeft mijn vader een leening gesloten op die obligaties. Hoeveel en waarom, dit zijn dingen, die ik niet weet, of schoon ik gevoel, dat ik ze behoorde te weten. Vader's geheimzinnigheid bevalt me niet, even min als de tegenwoordige houding van sir Pe ter. En ik vind het vreeselijk om te zeggen, Enid ik geloof dat mijn vader van geluk zal mogen spreken als hij die obligaties ooit weer ziet. Het meisje keek hem met verschrikten blik aan en ging stijf rechtop zitten." Eric nam zijn arm van haar middel weg en voelde met zenuwachtige vingers naar zijn si garettenkoker. Je denkt datdat sir Peter hem daar mee zal oplichten? De stem van het meisje klonk strak en haar oogen drukten een angstige vraag uit. Eric wachtte lang voor te antwoorden, Hij wist, dat van zijn antwoord de geheele toe komst afhing, de toekomst, die opeens een hoo- gere waarde had gekregen, zijn toekomst met oude boeken, waarvan het zeker is, dat de man, die het vervaardigde er zijn geheele leven aan heeft gewerkt, zooals gij uw geheele leven werken zult aan uw zaak. Het boek heeft dezen kunstigen middeleeuwer doordrongen hij was er één mee, het verliet hem geen oogenblik van zijn leven, zooals gij de ge dachte aan uw eigen handelsonderneming steeds in u draagt en ge te midden van de verrukte aanschouwing van een prachtig landschap er plotseling aan denken zult, dat de aandeelen uwer firma toch veel lager staan dan verleden jaar. Zaken zijn zaken, zegt ge. Inderdaad, maar uw zaak is u meer; zij is uw hart, uw leven. Denk eens diep na over u zelf en beken dan eerlijk: zoudt ge één oogenblik zonder die zaak kunnen leven? Zeker ant woordt ge: neen. Welnu, alles wat ons leven in stand houdt, uw zaak en het schoone boek van den peinzen- den monnik, dat na eeuwen arbeid werd tot het typographische wonder, dat ge voor een paar gulden koopen kunt, al deze dingen hebben geheel recht op onze eerbied, op onze liefde. Zij zijn onmisbaar als de lucht, die wij ademen, het brood, dat wij eten de boeken, die wij lezen. Ge vindt misschien de theoretische moeite, die gedaan werd om tweemaal tot deze slot som te geraken, overbodig. Toch is het abso luut nocdig om voortdurend op deze dingen te wijzen, zooals het noodzakelijk is, steeds den menschen het ideaal der naastenliefde voor te houden. Want waar er zooveel aan onze houding tegenover den medemensch mankeert, zal er zeker veel ontbreken aan ons contact met het boek. En algemeene regel te geven voor dit con tact, voor deze verschuldigde eerbied? Er is er misschien één, waartoe alle andere te her leiden zijn. Zooals het goed is alle dingen, die ge doet, te volbrengen alsof uw moeder naast u stond, zoo is het goed bij het boek te denken aan dengeen aan wiens deze wonder lijke mensch zijn leven te danken heeft: den schrijver. En de rest? Die moet ge in de praktijk lee- Enid. Maar hij wist, dat het goed zou zijn, zijn gedachten uit te spreken. Het zou oneerlijk zijn ze achter te houden. Ja, antwoordde hij zacht, dat denk ik! Hij vond zijn sigarettenkoker en het was hem ongewoon moeilijk dien te openen. Hij draaide hem onbeholpen om en om. Hij durfde niet op te zien. Hij vreesde den toorn, dien hij voelde, dat in Enid's oogen moest schitteren, en hij vroeg zich reeds af, wat hij zonder haar doen zou, zonder deze prachtige kameraad, deze be grijpende vrouw, die zooveel voor hem was gaan beteekenen. Hij spande zijn hart tegen de hartstochtelijke verstooting, die hem voor goed uit haar huis en haar hart zou bannen. En ik denk het ook. De ongelukkige woorden eindigden in een snik. Enid! Eric liet zijn sigarettenkoker vallen en strek te zijn armen uit en dompelde onder in roman tiek met een gemak, die volkomen zijn geves tigde meening overboord gooide, dat maanlicht en een strijkorkest noodig waren om er goed van te genieten. En .in de volgende paar minu ten werd de stilte der kamer slechts verstoord door het geluid van Enid's gesmoorde snikken en het fluisteren vanirie's stem, toen hij een voudige, troostende geluidjes in de zware gol ven van haar haar maakte. God! Als ik die Decker was, zou ik de vervloekte obligaties onmiddellijk stelen! waren zijn eerste verstaanbare woorden. Enkele oogenblikken daarna was de stilte volkomen. Toen sprak Enid, en hoewel haar woorden gesmoord werden door zijn lapel, hoorde Eric ieder woord zeer duidelijk: ren. Ga dagelijks om met het boek, neem het één oogenblik slechts in uw hand en gij zult weten, wat gij het verschuldigd zijt. Denk niet dat gij het ontberen kunt. Het werd reeds eerder gezegd: onze tijd heeft men dan ooit behoefte aan het boek. Wanneer er meer ge lezen zou worden, zouden wij er niet zoo slecht voorstaan. Vóór alles hebben wij be hoefte aan inkeer, aan stilte, aan de duizend en-een dingen, waarover gij uw schouders op haalt, maar die altijd behooren tot het dier baarste wate de mensch bezitten kan en die uw leven maakten, tot wat het is. Het zijn trouw en vriendschap, voortdurende waak zaamheid, een hart dat geven blijft, ook bij de grofte miskenning, een hand, die u op dj moeilijkste wegen steunt. Dit alles is een boek. Daarom: neem van avond eens een boek ter hand en denk er eens over na. Eeuwigen wijsheid en toewijding lig gen op uw vingres, een schoon verleden en eene schoone toekomst. Het is al wat het leven geven kon en geven zal, het groote leven, waarvan gij een nietig schakeltje zijt. Alles komt tot u in dit kleine moment, het vraagt u niets, het is stil en bescheiden, het zwijgt Het wacht, het kan wachten, jaren, jaren, want het is zeker van zijn zaak, maar wan neer gij niet inkeert, vtanneer gij niet luistert naar de roepstem van het hart der eeuwen, wanneer gij niet antwoordt op de dringende, groote vraag van dit boek, een der schoon ste dingen, waartoe de eene mensch tegenovei den ander in staat is, zal u achteloos zijn voorbijgegaan. eD alle spijsverterings- stoornissen verdwijnen onmiddellijk bij bet ge bruik van Poster's Maag- pillen. het aangenaamste en zekerste laxeermiddel. Alom oerktijgbaat a 0.65 per flacon. m 1 c <9 De samenstelling is zeven, vijf, acht, één. Eric zette zijn oogen wijd open en keek on- geloovig naar Enid's haar, Hè? Zeven, vijf, acht, één, herhaalde de ver stikte stem langzaam. Eric ging rechtop zitten, greep Enid's armen en schudde haar zachtjes. Zij lichtte haar hoofd uitdagend op. Nu, waarom niet? vroeg zij op vasten toon. De obligaties zouden bij ons tenminste veilig zijn. Zeeven, vijf, acht, één is de samen stelling van de brandkast. Ik moet ze dikwijls open maken als vader iets voor het kantoor noodig heeft. Eric herstelde zich van zijn verbazing en lachte luchtig. Breng mij niet in verleiding, lieveling, smeekte hij, haar weer in zijn armen nemend. Je weet, het is de -eerste verkeerde schrede, die den voet van een mensch op het pad der zonde zet, En de/ik er eens aan, als ik uit gleed Maar je moet niet uitglijden! Je moet.... Hij viel haar op afdoende wijze in de rede door haar voor den eersten keer op haar lip pen te kussen. Eric! Zij bloosde prachtig en weer trad een stilte op in de kamer, een plechtige stilte, waarin aan twee jonge harten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde werd geopenbaard, welks won deren hun heimelijkste verwachtingen over troffen. Wordt vervolgd. No. 10® 1932 Dinsdag 10 Mei. Hilversum, 296 M. (Uitsluitend A V.R.O.'i g Gramofoonpl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Concert Diete Blooker, zang, m. m. v. Jo Goudsmit, piano 11._ Causerie voor de vrouw. 11.30 Vervolg concert. 12.Omroepkleinorkest o.l.v. Nico Treep en Gramofoonpl. 2 15 Tuinbouw- raatje. 2.45 Pauze. 3.— Knipcursus. 4.— iano-recital door J. Hijman. 4.30 Radio- kinderkoorzangles o.l.v. j. Hamel. 5.Om roeporkest o.l.v. Nico Treep, m. m. v. Leni Bobbe, viool en Egb. Veen, piano. 7 Moderne Fransche kamermuziek o.l.v. C. Höweler. Lotti Sleurs, soporaan. Egb. Veen, piano. 7.30 Engelsche taalles. 8.— Accor- deonmuziek dooor „The four Keath". 8.30 Dolores Divine-Schuldig of onschuldig", radio-drama van Kenneth M. Ellis. Verta ling W. Vogt. 9.15 Kovacs Lajos en zijn orkest, m. m. v. Lotte Fernandez, zang. 10.— jVaz Dias. 10.1511.— Kovacs Lajos en zijn orkest. 11.—12.Uit Rest. „Haeck" Den Haag: Concert door de orkesten Corne 'lis Codolban en Pali Tot. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O) g9.15 Gramofoonpl. 10.Orkestconcert. 11.15 Politieber. 11.30 Crisiscongres. 1.— Jrioconcert. 2.Vrouwenuurtje. 3.Mode cursus. 4.10 Lezing. 4.45 Vervolg crisiscon gres. 5.30 Orkestconcert. 6.39 Onderwijs fonds Binnenvaart. 7.— Lezing. 7.45 Cau serie. 8.Orkestconcert. 9.—Vaz Dias. 9.15 Hoorspel. 10.- Orkestconcert. 11.— Gramo foonplaten. Daventry, 1554 M. 9.35 Morgenwijding. 9 5010.05 Tijdsein en berichten. 10.15 Vergadering van de National Federation of Women's Institutes. 11.20 Orgelconcert door R Foort. 12.20 Leonardo Kemp's orkest. I.25 Voor de scholen. 3.50 Grosvenor House orkest o.l.v. J. Meeus. 4.35 Kinderuur. 5.20 Berichten. 5.50 Bach's sonates voor viool en piano. 6.10 Fransche causerie. 6.4-0 Concert BBC-iichtorkest o.l.v. Victor Hely—Hutchin- son, m. m. v. G. Johnson, sopraan, o.a. Auf- forderung zum Tanz, Weber .en Ballet „Sylvia", Delibes. 7.50 Lezing. 8.20 Ber. 8.50 Symphonieconcert. BBC-orkest o.l.v.- Sir Landon Donald. o.a. Cuv. „Barbier de Se- villa", Rossini en 8ste Symphonie, Beetho ven. 9.55—11.20 Ambrose's Blue Lyres. Pari/s Radio-Paris"1725 M. 7.05 en II.50 Gramofoonpl. 8.05 Concert o.l.v. E. Bigot, o.a. Ouv. „Phedra" Massenet en She- herazade, Rimsky—Korsakow. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Strijk- concert uit het Pa^e-hotel. 2.204 20 L. Preils' orkest m. m. v. Oda Petersen, zang en Jensen, piano. 7.20 Offenbachconcert o. 1. v. Gröndahl, o.a. uit „Hoffmanns Erzah- lungen". 8.20 Duitsche liederen door Kata- rina Holm, o.a. Mainacht, Brahms en Ge- sang Weylasm Wolf. 9.10—10.20 Schubert Schumann,concert o.l.v. Gröndahl, m. m. v A. Schytte, piano, o.a. Marche hongroise, Schubert en piano-concert a-moll, op. 54, Schumann. 10.2011.50 Dansmuziek o.l.v. Warny. Langenberg, 473 M. 6.257.20 Gramo- foonplaten. 11.20—11.40 Concert uit Stutt- gart. 11.40 Gramofoonplaten. 12.201.50 Concert o.l.v. Eysoldt. '4.205.35 Concert o.l.v. Eysoldt. 7.20 Werag-orkest met Ger- triid Binderhagel, zang, o.l.v. Buschkötter, o.a. uit „Oberon", Weber en „Ah Perfido", Beethoven. 8.10 „Das Hörspiel vom tollen Bomberg", van J. Winckler. Muziek van P. J. Haslinde. Dirig.: Wolf. Regie: Haslinde. 9.25 Berichten, lezing en sluiting. Rome, 441 M. 7.25 Gramofoonpl. 8.05 Ka mermuziek, o.a. Trio g-moll. op. 15, Smetana. 9.50—10.15 Gramofoonplaten. Brussel, 508 M. er 338 M. 508 M.: 11.20 Gramofoonpl. 4.20 Trio-concert. 5.50 Gramofoonpl. 7.20 Concert o.l.v. W. Meule- mans. 9.30—10.20 Gramofoonpl., o.a. Dans muziek. 338 M.: 11.20 Gramofoonpl. 4.20 Concert o.l.v. K. Walpot. 5.50 Gramofoonpl. 7.20 Herdenkingsconcert van de 1ste uitzen ding van SAROV op 12 Mei 1928, m. m. v. solisten en Arbeiders-jeugdkoor. Zeesen, 1635 M. 7.20 „Rienzk", opera in 5 actes van R. Wagner. Leiding: Prof. Dr. Max von Schillings. 10.20 Berichten en hierna dansmuziek uit Hamburg. uit het Engelsch door A. Treub. 26) HOOFDSTUK XI. Het spijt me zoo, Eric, zei Enid, met een prop in haar keel, toen de voetstrppen van sir Peter niet meer op de waranda gehoord wer den. Tob er maar niet over, meisje, antwoord de Eric vroolijk, naar haar toegaande en haar kin zachtjes opheffend. Mijn ruggegraat is nogal stevig. Oh, maar Eric hijhij is als een beest! Dat is een brullende leeuw ook, lieveling, zeer beestig zelfs. Maar, hij is toch een leeuw. Ik ga twijfelen aan de leeuwachtige hoe danigheden van mijn vader, Eric, antwoordde Enid met een droevig hoofdschudden. Van- avond lijkt hij meer op ietsiets dat steekt. Kleintje, wat steekt, brult niet. Ik herin ner mij tenminste niet ooit een wesp te hebben hooren brullen. Dingen, die steken, kunnen in den regel verpletterd worden, maar iets, dat brult, kan men niet verpletteren. En sir Peter brult bepaald. Maar wat brult, kan gestoken worden Wees als het je belieft ernstig Eric. Lieveling, ik ben ernstig en logisch, zei hij plechtig, toen hij naast haar ging zitten en zijn arm troostend om haar heen sloeg. Ik weet niet wat ik van die obligaties Niets is zoo gevaarlijk voor het beseffen van de volledige waarde der dingen, dan de dagelijksche omgang ermede. Moet ik u in dit verband nog aan uw meubilair herinneren? rloe trotsch en voorzichtig- gij geweest zijt toen gij het juist uw eigendom noemde? En de hemeltergende ontstemming over het eerst» krasje? Zoo is het ook met het boek gegaan. Toen ge het mee naar huis bracht van den boekver- koc'per hebt ge het zeer zorgvludig gekoes terd en er misschien zelfs een krant omheen gevouwen. Maar nu? Ge hebt het al een half jaar en uw vrouw zet er zuinig de warme meikkoker op: anders komen er vieze kring°n in het fluweelen tafelkleed. Het pijnlijkste van dit alles is nog, dat wij in het dagelijksche slijtingsproces het verschi' in waarde vergeten tusschen de stoel en het boek. Het zijn beiden gebruiksvoorwerpen, nietwaar? Maar als de schrijver nu plotse ling eens bij u binnen kwam? Wanneer de meubelmaker u met een onver wacht bezoek vereerde en uw jonste spruit ge bruikte de pooten van diens eikenhouten ge-', wrocht als oefenterrein voor zijn indianennei-; gingen, in argelooze geestdrift vandaliseeren-' de, ge zoudt zonder twijfel den binnen huiskunstenaar met familietrots attent maken op de phenomenale capaciteiten van kinder spieren. Kwam de schrijver binnen het fundament voor een durende echtelijke verbit tering was volkomen gelegd. Uw vrouw zou een grocte krant drapeeren over melkkoker en kunstwerk en wanneer toch de pijnlijke' situatie aan het licht kwam, ge zoudt duizen-; den excuses maken en den onschuldigen man, voorloopig niet meer durven groeten. Alleen plotselinge omstandigheden ont doen ons besef van de mechanische huls der dagelijksche nivelleeringswoede. Een derge lijke verrassing bijna wordt zij u allen tce- gewenscht openbaart ons de lang vergeten bizondere waarde van het boek, de (vergeef de economische term) meerwaarde, welke het overhoudt, wanneer ge van de som zijner eigenschappen de kosten van papier en inkt aftrekt. En deze meerwaarde is niets meer of minder dan de mensch, die het schiep; het is zijn liefde, zijn haat, het is kort en goed: zijn hart. Een boek is dus een in papier gewikkeld hart? Ja, het is, duidelijker: een hart, waar omheen de kunstenaar een lichaam van schoone woorden schiep welker lichaam door den uitgever werd gekleed in een gedrukt om hulsel. Het is dus een soort mechanische mensch, de incorporatie der stoutsche inge- nieursdroomen Inderdaad, met een klein verschil: het is een mechanische mensch, waarin de goddelijke droom leven kan. Het is dus bijna een echt, werkelijk mensch? Wij zijn er. Ja, boeken zijn als menschen, zij heb ben volledig recht op de zelfde naastenliefde, als die, welke gij uw lotgenooten in den „struggle for life" toedraagt. Want hebt ge wel eens 's avonds, na een langen, vermoeienden dag bij uw boekenkast gezeten? (Verondersteld wordt, dat gij er een hebt, naast de broodtrommel van uw vrouw en dat ge de kast niet lukraak hebt volgestopt, maar er boeken hebt staan, die iets werkelijks voor u beteekenen.) Gij zit zoo'n beetje in uw stoel te soezen. Gedachten gaan als zachte schimmen met vertrouwde gebaren voor uw oogen langs, er zijn er, die tegen u spreken, er zijn er ook, die zwijgend voorbijtrekken. Het zijn beelden uit uw leven, ontmoetingen, die gij reeds lang vergeten waandet, een goede handdruk, een warme oogopslag. Maar daar- tusschen, daarachter, daarvóór? Zonder dat gii het wildet, zijn uw boeken erbij, zij trek ken mee in den dierbaren stoet van vrienden, zij groeten ude spichtige Scrcoge, de teedere Tamalone, het Droomkoninkje alle figu ren van uw boekenkast hebben zich in de rij geschaard. Hebt ge hen niet werkelijk ont moet? Ge kent geen wezenlijk onderscheid tusschen deze mijmergestalten, want het zijn allen levens, stemmen, handen, oogen, harten. Dit zijn wij vergeten. Hoe kon het anders? Zeker, de boekenproducenten hebben het er wel naar gemaakt. Zij brachten boeken in de étalages, waarin met de beste wil van de wereld geen hart te ontdekken viel. Maar wanneer wij het over hét boek hebben, nemen wij toch het boek in zijn schoonsten vorm? Dat boek is een mensch. En, wees daar zeker van, het is in uw leven als een mensch. 'n Slecht boek is even onbetrouwbaar en hin derlijk als een slecht mensch wees daarom zeer nauwgezet in de keuze van uw boeken maar een goed boek zal uw beste vriend zijn Gij kunt er tochten mee maken en gij zult nooit eenzaam zijn, gij kunt het raadplegen als een vertrouwde gids. Het is stil en'be denken moet, ging hij in twijfel voort, na een merkbare pauze, gedurende welke hij Enid's profiel zwijgend bewonderde en zij keek met betraande oogen naar den grond en vroeg zich in haar onderbewustzijn af welk nummer van schoenen hij droeg. Vader zal ze toch niet verkocht hebben? Waarom niet? vroeg Enid, opkijkende. Hoeveel zijn ze waard? Och, ik ben niet erg op de hoogte van obligaties, maar ik geloof dat deze niet minder dan een honderdduizend waard zijn. Waar schijnlijk veel meer. Wat me echter verbaast is, dat ik er nooit te voren van gehoord heb. Enid keek hem met groote oogen aan, toen kneep zij haar lippen stijf samen. Dan heeft hij ze niet verkocht, zei ze be slist. Sir Peter heeft niet zulk een groot be drag aan geld. Eric keek haar peinzend aan. Is dat waar? Heeft Ryan het de B.F.1. moeilijk gemaakt? vroeg hij. Er gaan zulke praatjes rond. Enid knikte. Vader heeft een korten tijd telkens geld verloren, antwoordde zij langzaam. De beleg gingen, die hij gedaan heeft, zijn, vrees ik, niet heel gelukkig gebleken. De waarde van aan deelen is gestadig gedaald en misschien heeft hij dat gelijk dit aan Ryan te wijten. Maar ik geloof niet, dat hij recht heeft de waarde van bouwland met geweld te doen dalen, waarop de B.F.I. hypotheek heeft. Neen, stemde Eric toe. Door het geheele land heen moest de waarde van landerijen da len na de stijging tijdens den oorlog. Dat geloof ik ook. Maar vader is min of meer fanatiek op het punt van Ryaia

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5