FONGERS-
DE ENORME
'n FONGE RS
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN
PRIJS DALING
Een rijwiel te leveren voor f 58.-
is niets bijzonders. Maar een echte
FONGERS, met alle goede eigen
schappen aan dien naam verbonden:
dèt is een gebeurtenis.
11 uur nm.; op Zondag van des vm 9 uur
tot 10 uur nm. met dien verstande dat voor
den Zondag de openstelling der winkels al
leen geldt waar uitsluitend of in hoofdzaak
worden verkocht: kunstvoorwerpen, anti
quiteiten, souvenirs, fotoartikelen, prent
briefkaarten, reislectuur en dergeliike; brood,
koek, banket, suikerwerk en chocotade, fruit,
kleine consumptie-artikelen, comestibles en
dergelijke, melk en andere alcoholvrije dran
ken, sigaren, drogistartikelen, badartikelen en
speelgoed, alsmede voor slijterijen en bierbot
telarijen, terwijl de slagerswinkels op Zon
dag geopend mogen zijn uitsluitend van 9
uur vm. tot 1 uur nm.
De heer Zeiler: Er moeten zooveel uit
zonderingen gemaakt worden, dat de wet
een paskwil wordt. Voor een paar jaar heb
ben de winkelierse die verzocht hebben, dat
de overheid zich met hun bedrijf bemoeien,
ihet paard van Troye binnen gehaald Spr.
wees er op. dat er des Zondags wel toeloop
van vreemdelingen kan zijn. waarom het ge-
wenscht is. dat de slagers tusschen 1 en
2 uur nog gebeld kunnen worden. Spr. be
greep, dat vaststelling noodig is en wil dus
voorloopig daarmede accoord gaan, doch
ais de noodzakelijkheid blijkt, dan hoopt spr.
dat het mogelijk wordt de slagerswinkels
open te hebben van 10 tot 1 uur.
De voorzitter had de slagers ge
hoord. Hij gevoelde de argumenten van den
heer Zeiler. Ze hebben er blijkbaar niet aan
gedacht. Nu moet het voorloopig zoo wor
den vastgesteld en in ieder geval is een uni
forme regeling beter dan voor ieder afzon
derlijk.
De heer Den Das vreesde moeilijkheden
met de arbeidsinspectie ais de regeling van
den heer Zeiler wordt ingesteld.
De heer Zeiler zette uiteen, dat dit niet
het geval is.
Dr. H e m e 1 r ij k Vroeg of het niet moge
lijk was den telefoontijd te verzetten.
De heer Zeiler betoogde, dat dit niet
geeft, omdat de lunchtijd van 1 tot 2 uur is.
Spr. wilde voorloopig genoegen nemen met
het voorstel, mits later wijziging mogelijk is,
als de noodzakelijkheid blijkt.
De voorzitterAls de slagers het
hadden gevraagd, zouden er geen bezwaren
zijn geweest. B. en W. hebben de midden
standsorganisaties en de slagers gehoord.
De heer S w a a g deed het voorstel om de
tijd van de slagers des Zondags van 10 tot
2 uur te houden.
De voorzitter Weet U of alle slagers
er mede accoord gaan?
De heer Zeiler weet dit niet en wil
daarom vooroolpig met het voorstel accoord
gaan.
De voorzitter vond het dan beter
vast te stellen, zooals wordt voorgesteld
door B. en W. Hiertoe werd besloten met
machtiging van B. en W. voor het aam
brengen van redactioneele wijzigingen.
Voorstel tot tijdelijk verhaal op de ambte
naren der gemeente van 3 pCt. van de door
de gemeente verschuldigde pensioensbijdrage.
In verband met de Kortingswet en de
daarbij betrokken gemeente-financiën stelden
B. en W. voor, gezien den lageren levensstan
daard, als tijdelijke maatregel gedurende drie
jaar te beginnen met 1 Mei 1932 van de door
de gemeente verschuldigde bijdragen voor
eigen pensioen, 3 pCt. op de ambtenaren der
gemeente te verhalen.
Waar het hier een bijzondere maatregel in
verband met de tijdsomstandigheden betreft,
acht het College het juist, dat eenzelfde kor
ting wordt toegepast op de salarissen van
burgemeester, secretaris en ontvanger, waar
op in verband met de circulaire van Ged.
Staten van Noordholland van 13 April j.1. de
goedkeuring van laatstgenoemd college kan
worden verwacht.
Deze zaak is gebracht in het Georgani
seerd Overleg, doch werd daaromtrent geen
'besluit genomen.
De wethouders voor zich voelen deze
tijdelijke maatregel ook als drang der tijds
omstandigheden geraden, die zooveel moge
lijk gelijkelijk gedragen moet worden en
hebben zioh bereid verklaard ieder voor zich
3 pCt. van hun jaarwedde in de gemeente-kas
terug te storten.
De heer Dingerdis wilde een gedeelte
van de salarissen vrij stellen. Spr. vroeg
naar de meening van het G. O. hier over.
De voorzitter: Dat is tegen.
De heer Dingerdis.: Men mag als
overheid niet zoon laag loon betalen, dat
iemand in armoede vervalt. Spr. deed het
voorstel om een deel van het salaris vrij te
stellen en van de hoogere een hooger per
centage te heffen.
De heer Den Das oordeelde dit voorstel
voer inwilliging vatbaar. Er moet volgens de
regeering iets gebeuren en dit moet dan ge
dragen worden door her. die dit kunnen, al
ziet spr. in loonsverlaging geen oplossing
van de verwarring.
Gaat men de geschiedenis na, dan staat het
zoo, dat men werkelijk verlaging wilde. Daar
sprak men niet meer over en ook met loons
verlaging kan geen oplossing gebracht wor
den. omdat de werkloosheid bevorderd
wordt door het terugbrengen van den koop
kracht. Men blijft zich bewegen in een
cirkel. Hoe het moet weet spr. ook niet.
Om het tekort te laten betalen door hen,
die in overheidsdienst staan, is onjuist. Als
er tekort is, moet dat door allen betaalc
worden.
In ieder geval oordeelde spr. het onrecht
vaardig om van alle ambtenaren en werk
lieden 3A pCt. te heffen.
Een gemiddeld handenarbeider verdient
hier 25 plus pensioen. Voor hen is 3 pCt.
verlaging van grooter beteekenis, dan voor
hen met 4000 inkomen. Voor hen beteekent
het een bezuiniging op het noodige.
Spr. wi! daarom progressie, door sala
rissen beneden 2000 vrij te stellen en van
de hoogere pond-pondsgewijze een bijdrage
te heffen. Dit zou 'n rechtvaardige verhouding
scheppen. De hoogere kunnen nog wel iets
missen Het gaat over een bedrag van 1300
a 1400 en waar de helft van de te betalen
salarissen betaald wordt voor salarissen be
neden f 2000, is het wel mogelijk om dit be
drag te vinden uit salarissen boven 2000.
De raad heeft nog te beslissen, hoe men de
3 pCt. korting krijgt.
Mevr. Dekker was het met den heer den
Das eens, dat het progressief behoort te ge
echieden. Niet ontkend kau worden, dat men
fonoers-kwaliteit
fongers-gar antie
compleet met vrijwiel bandrem
bagagedrager en kettingtrommel
thans met 2000 ruimer rond kan komen
dan vóór 2 jaar. Zij wil daarom tot 2000
2 heffen. Van 2 tot 3000 4 en daar
boven 8'A Voorts wil zij dat van het pre
sentiegeld voor de raadsleden een gelijk per
centage wordt ingehouden.
De heer Zeiler wilde op de algemeene
beschouwingen van den heer Den Das niet
ingaan. Hij wees er op dat in de z.g. kapi
talistische kringen wel sprake is van 50
en meer vermindering.
Ieder moet een steentje bijdragen. Spr.
oordeelde, dat de 3 verlaging aanvaard
moet worden. Hij vreesde, dat het hierbij niet
zal blijven en verklaarde zich ook voor ver
laging van de presentiegelden met 20
aangezien alles omlaag moet.
De heer Swaag wees den heer Den Das
er op, dat de arbeiders, niet in overheids
dienst, hun offer reeds hebben gebracht door
de toename van de werkloosheid. Spr. is voor
het voorstel van B. en W.
De heer Miltenburg betoogde, dat er
eenmaal een tekort komt, dat gedekt moet
worden. Koopkrachtvermindering ontstaat
ook, doordat de belastingbetalers tenslotte
te veel belasting moeten betalen.
De heer Dingerdis constateerde, dat
zijn denkbeeld volgens den rechtvaard'igsten
weg is.
De ambtenaren in het algemeen zijn niet
in de gelegenheid er door ijver iets bij te ver
dienen. Een arbeider in het particulier bedrijf
kan zijn inkomen in aangenomen werk nog
verhoogen. Spr. blijft het onbillijk vinden
van allen 3 pCt. te heffen.
De heer Voute was van oordeel, dat het
gemeente-personeel tegenover de menschen in
het vrije bedrijf zekegwiet ten achter staan.
In drie factoren staan ze boven hen; ten
eerste hebben zij een vaste aanstelling. Een
gemeente-ambtenaar is voor zijn leven tegen
werkloosheid verzekerd; voorts heeft hij recht
op pensioen, waarvoor hij in de meeste ge
vallen niets betaalt.
Mèt den. heer Swaag is spr. het eens, dat
het niet in de eerste plaats gaat om het be
drag, dat de gemeente er door terugkrijgt,
maar in het algemeen om het moreel. Ieder
een is achteruit gegaan en zeker nieer dan 3
pCt. Wanneer men de statistieken beziet, dan
is het levensonderhoud zeker meer dan
3 pCt. minder en spr. vindt het dan ook niet
erg, wanneer over de geheele linie de sala
rissen met 3 pCt, verlaagd worden. Doet men
dit niet, dan zouden de gemeente-ambtenaren
crisiswinst maken. Hun inkomsten zouden
hetzelfde blijven en hun uitgaven zouden ver
minderen. Dit mag in dezen tijd allesbehalve
de bedoeling zijn.
De heer Den Das kan de meening, dat
de ambtenaren gekort moeten werden, omdat
het geld door den belastingbetaler opge
bracht moet worden, niet deelen. De ambte
naar en dc gemeentewerkman, die in dienst
staan van de overheid, verkoopen hun arbeid
en die moet beloond worden. Het gaat niet
op, om op instignatie van de regeering hun
loonen te kelderen. Het motief is: een tekort.
Maar dat moet door de gemeenschap betaald
worden, waarvan de ambtenaren deel uit
maken.
Niet voor niets is spr. soc.-dem. Wanneer
men betere verhoudingen wil in de sala-
riëering tusschen den hoog" en den laag-
gesaiariëerde, dan wil spr. daaraan graag
medewerken, want dan krijgt men de verhou
ding van mensch egenover mensch. En als
er dan niet veel meer valt te verdeelen. dan
moet, wat er is, geleidelijk verdeeld worden
en gaat het niet aan, een bepa.vlde groep te
laten lijden, terwijl anderen in weelde kunnen
baden.
De heer Voute: Ik heb hetzelfde gezegd.
De anderen hebfce:; echter meer moeten der
ven.
De heer Den Das constateert, dat van
een salaris van 25 in de week, niets af kan.
Principieel acht sp:\ salarisverlaging niet
juist. Als men het wil, laat men het dan
nemen van de hooger-gesalariëerden
Wie op grond van moreele overwegingen
wil handelen, moet het nemen daar, waar het
volgens menschelijke berekening af kan.
De heer Dingerdis vroeg stemming
over zijn amendement.
Dr. H e m e 1 r ij k oordeelde, dat het voor
stel niets anders is dan door 'n lapmiddel, om
de staats- en gemeente-financiën te behoeden.
Men moet geen overdreven karakter aan het
voorstel toekennen. De regeering heeft met
het kortingswetje niets anders gewild dan de
staatsfinanciën voor een tijdje te redden. De
gemeente is vrij, te beoordeelen, in hoeverre
zij ook die korting noodig acht. Het eind-
i oordeel over de beslissing van de gemeente
heeft de regeering zich voorbehouden.
Wat zich in Amsterdam voordoet, kan niet
gelden als een voorbeeld. Amsterdam zit er
moeilijker voor dan Bergen en wij moeten het
bezien in verband met de gemeentefinanciën
en de loonen in Bergen. De korting bedraagt
hier 13Gb a 1400. Wanneer wij des
ondanks de begrooting sluitend kunnen ma
ken, dan zal de minister Bergen niet ver
plichten, de 3 pCt. af te trekken.
Op grond van algemeene overwegingen
voor het geheele land achten B. en W. de
korting noodig. Aan den Raad is echter niet
de beoordeeling over het kortingswetje. De
vraag is of het voor de financiën noodig is,
de aftrek ten volle toe te passen. Wanneer wij
deze vraag niet bevestigend kunnen beant
woorden, dan zijn er geen formeele redenen
om de korting toe te passen. De financiën
zijn hier nog niet noodlijdend.
De heer Swaag: Zij behoeven niet eerst
noodlijdend te worden.
Dr. H e m e 1 r ij k: Als ze noodlijdend
moeten worden, zullen wij dat niet kunnen
verhinderen, omdat wij geen zeggingschap
hebben over het productie- en distributie
stelsel.
De heer Zeiler: Maar dat heeft er toch
niets mee te maken.
Dr. Hemelrijk: Het raakt wel degelijk
de chaos van het productiestelsel. Alle maat
regelen, die nationaal werken, werken ave
rechts. Dit inzicht is reeds doorgedrongen,
ook in andere kringen dan de onze. Wij heb
ben altijd gewaarschuwd tegen het wilde pro
ductie-stelsel en tegen maatregelen, die ons
nog verder in het moeras brengen. Door het
eigenbelang staart men zich blind op
nationale maatregelen. Alleen internationale
regelingen zullen verademing kunnen bren
gen. Vast staat, dat de arbeidersbeweging
met haar waarschuwing weerklank vindt.
Iedere maatregel van contingenteering en in
voerbeperking lokt weer tegenmaatregelen
uit. Dit zijn politieke maatregelen, als finan-
ciëele maatregel bedoeld.
Spr. wil het bezien in het licht van de
financiën van Bergen. Als Bergen op zijn
budget moet bekrimpen, dan moet het zijn
uitgaven beperken daar, waar het 't minst
gaat voor Bergen en de betrokkenen. De
belastingen zijn zooveel mogelijk geregeld
naar draagkracht. Men moet niet aankomen
met het argument, dat ook anderen achteruit
zijn gegaan in inkomen, want die betalen
dan ook minder belasting.
De heer Zeiler: Maar dan droogt de
bron toch op.
Dr. H e m e 1 r ij k: Men betaalt van het
geld, dat men verdient en dat is zeker billijk.
Ook de ambtenaren en gemeente-arbeiders
betalen van hun inkomen belasting. Aan het
eind van het jaar kan blijken, of onze uitga
ven beperkt moeten worden. Ook wij staan
steeds op de bres om de gemeente-huishou
ding in evenwicht te houden. Als er beperkt
moet worden, dan moet dat geschieden daar,
waar het kan, zonder al te veel te tornen
aan de maatregelen, die in het belang van de
minst-draagkrachtigen genomen zijn.
Spr. vroeg, of B. en W. in het G. O. ook
een billijker verdeeling van de lasten naar
draagkracht hebben overwogen en of men
daar toegankelijk voor )vas. De menschelijke
natuur is zóó, dat, wanneer men zelf achter
uit gaat, men ook graag ziet, dat anderen dit
doen.
(Protesten en ontkenningen).
Dr. H e m e 1 r ij kMisschien zie ik de
menschelijke natuur te slecht, maar in tijden,
waarin de hooge inkomens verdiend werden,
heb ik nooit bespeurd de dringende behoefte,
de lager bezoldigden mee te laten profiteeren.
De heer Zeiler: Dat heb ik steeds ge
daan.
Dr. H e m e 1 r ij k: Maar in den goeden
tijd zijn wij de voorvechters geweest om ook
de mihst-bevoorrechten van de we.vaart te
laten profiteeren. Wij hebben wel eens op
medewerking kunnen rekenen, maar zeker
stonden in den goeden tijd de anderen niet op
de bres.
De heer Zeiler: Dat heeft U hier nooit
ondervonden.
De heer Voü te: Dat geldt zeker niet voor
Bergen
Dr. H e m e 1 r ij k: Dat geldt voor Bergen
inzake het contractloon ook. U weet allen
heel goed, dat een verhooging in den goeden
tijd met strijd moest worden afgedwongen.
De heer Voute: Dat is absoluut niet
waar. Daar kan ik voorbeelden van geven.
Dr. Hemelrijk: Ik spreek in het alge
meen. Het begin-tijdperk van de industrie
kenmerkte zich door ten hemelschreiende toe
standen. En wanneer er geen strijdorganisa
ties waren geweest, en wanneer wij, als ver
tegenwoordigers in de verschillende raden,
niet met hand en tand getracht hadden, de
toestanden te verbeteren, dan zouden de las
ten zeker nog meer op de schouders van de
minst-draagkrachtigen zijn afgewenteld. Het
is één van de verblijdende verschijnselen van
deze crisis, dat ook thans getroffen worden
de inkomens en vermogens, die vroeger van
crisissen gespaard bleven, waardoor thans
ook hun oogen open gaan voor het verkeerde
van ons productie-stelsel.
(Protesten)
Dr. Hemelrijk: De wijze, waarop te
gen deze stelling gesputterd wordt, is voor
mij een bewijs, dat die juist is
(Gelach)!
De heer Voute: Gelooft U het zelf? U
kunt wel een hoofdstuk van Marx voorlezen.
Dr. H e m e 1 r ij kZeker geloof ik dat.
Dat U het niet gelooft, is een bewijs van Uw
goedhartigheid.
De heer Zeiler: Wij moeten de verant
woordelijkheid samen dragen.
Dr. Hemelrijk: Dat doen wij. Ik wil
mee dragen. Voor de toestanden, waarin wij
leven, dragen wij niet de minste schuld
Toch wil de georganiseerde Soc. Democratie
mede de verantwoordelijkheid dragen voor
de oplossing van dezen noodtoestand.
De v o o r z i 11 e r tot dr. HemelrijkMag
ik u verzoeken, bij het onderwerp te blijven?
Dr. Hemel rij k: Men heeft mij op dit
terrein gebracht.
De heer Zeiler: Wij niet.
De voorzitter tot dr. Hemelrijk Ik
vertrouw erop, dat u de verhouding toch wel
weet.
Dr. H e m e 1 r ij kVoorzichtigheid in de
verlagingen, die geëischt worden, is gebo
den. Bij de staking in de karton-industrie
werd 20 geëischt en later bleek economisch
5 noodig. Wij zijn dus niet ten onrechte
wat wantrouwend. Ik heb geen ander doel
dan door overleg zoo mogelijk te komen tot
de juiste wijze van doen.
De heer S w a a g: U moet nu niet zoo
strijdlustig worden.
Dr. H e m e 1 r ij kWat de kwestie van de
3 verlaging betreft,
De heer B 1 a n k: Nu komt u einde bij het
onderwerp.
Dr. Hemelrijk: Niemand zal ontkennen, dat
de levensstandaard gedaald is. Maar als
iemand zegt, dat van elk loon gekort kan
worden, zonder dat het noodzakelijk is op de
noodzakelijke levensbehoeften te bekrimpen,
dan ontken ik dat. De lage loonen moeten wij
niet eerder beperken dan wanneer dit drin
gend noodzakelijk is. Men moet mij niet aan
boord komen met de moreele eischen. Een
moreele eisch is, dat wij allen in de belasting
naar draagkracht bijdragen en ik zou dan ook
gaarne gezien hebben, dat B. en W. hadden
voorgesteld, om tot een bepaalden loongrens
de korting niet toe te passen en daarboven
wel, mèt of zonder progressie.
Spr. vroeg, welk ander voorstel dan dit
B. en W. in het G. O. gedaan hebben om tot
een billijke regeling te geraken.
De voorzitter zeide, dat B. en W.
daar geen ander voorstel hebben gedaan en
dat dit ook niet naar voren is gekomen. Het
voorstel van B. en W. vond tegenkanting.
Het college oordeelde het voorstel, gezien de
omstandigheden, het beste. 3 korting is niet
een te zware last voor het gemeente-personeel.
Indien het een kwestie was geweest van loons
verlaging, dan zou ook spr. het persoonlijk
anders hebben gevoeld. Het is echter van tij-
delijken aard. Wij adoreeren het niet en wij
doen bij de begrooting ook geen voorstel om
de loonen te verlagen, omdat de loonschalen
pas zijn vastgesteld.
Dr. H e m e 1 r ij k deed het voorstel om be
neden 1500 inkomen geen korting toe te
passen.
Wanneer dit voorstel vervalt, dan kan het
voorstel van B. en W. automatisch als aan
genomen worden beschouwd.
De voorzitter: Dan sluit ik de dis
cussie.
De heer Zeiler: Ik wil op de beschou
wing van dr. Hemelrijk toch een paar woor
den zeggen. Wij willen niet den indruk wek
ken, dat het onze overwegingen zijn geweest,
die dr. Hemelrijk ons toedichtte. Hij ging te
ver, door zich op internationaal terrein te be
wegen. Wij hebben met Bergen te maken.
De voorzitter: De discussies zijn ge-
sloten. Bepaalt U zich nu tot het motiveeren
van uw stem, anders lokt u weer een weder
woord uit.
De heer Zeiler: Het is een noodmaat
regel. Het geld moet uit verschillende bron
nen komen. Het geldt hier een klein percen-
tage en wie niet ziet, dat de bronnen van het
bedrijfsleven verstoppen, is blind. Dit kan niet
volgehouden worden. Het is niet de vraag, of
ditlaar de begrooting nog uit zal komen. Het
volgend jaar zullen we wel anders praten.
Spr. zal dan ook vóór het voorstel van B
en W. stemmen.
De heer Dingerdis handhaafde zijn
amendement om de eerste 700 van ieders-in-
komen vrij te stellen van de korting.
Dr. H e m e 1 r ij k verzocht den heer Din
gerdis,.zich te vereenigen met het voorstel om
beneden 1500 inkomen geen korting toe te
passen en van de ambtenaren met een hooger
salaris 3 te korten.
De heer Dingerdis handhaafde zijn
voorstel en lichtte nog toe, dat hij van het
salaris boven 700 AA wil heffen.
Dit voorstel werd met de stemmen van de
heeren Dingerdis, Den Das en Hemelrijk
vóór, evenals dat van dr. Hemelrijk, met ge
lijke stemverhouding, verworpen.
Mevr. Dekker wenschte nu stemming
over haar voorstel om een progressieve kor
ting te heffen.
De voorzitter merkte op, dat dit niet
meer ging, aangezien zij de gelegenheid had
laten voorbij gaan om een amendement in te
dienen.
Het voorstel van B. en W. kwam hierop in
stemming en werd aangenomen met de stem
men van de heeren Dingerdis, Den Das, dr.
Hemelrijk en mevr. Dekker tegen.
De heer Zeiler diende het voorstel in
om de presentiegelden van de raadsleden met
20 te verlagen.
De heer Blank steunde dit voorstel.
Dr. H e m e 1 r ij k oordeelde, dat men hier
mee de raadsleden treft, die voor de zittingen
loon derven. Wanneer men de lijn door wil
trekken, dan moet men ook een verlaging van
3 voorstellen.
De voorzitter had ook practische be
zwaren tegen het voorstel van den heer Zei
ler. Alle burgers behooren in de gelegenheid
te zijn om hier de belangen te behartigen van
de gemeente. De moreele kant is iets anders.
De heer Zeiler zou het voorstel niet heb
ben gedaan, als de kleinen daardoor in ver-
drukking kwamen. Het presentiegeld is 5
en wordt bij aanneming van zijn voorstel 4.
Spr. wilde geen loonderving, doch geloofde
niet, dat 4 vergoeding voor een halven dag
loonderving beteekent.
Mevr. Dekker wees erop, dat er ook uit
gaven aan het raadslidmaatschap verbonden
zijn.
De v o o r z i 11 e r is het daarmee eens.
Dr. H e m e 1 r ij k zeide, dat het luttele
voordeel, dat dit voorstel de gemeente op
levert, hem het schoone gebaar niet waard is.
De heer Zeiler: Alles moet naar be
neden.
Dr. H e m e 1 r ij k: Als alles naar beneden
moet, dan stel ik voor, om alle salarissen
boven 3000 af te schaffen. Ik ben bereid,
daaraan mee te^loen. Om royaal te doen, ter
wijl de gemeente er niets beter van wordt,
vind ik een te goedkoope manier van doen
Laten dan al degenen, die geen loonderving
hebben, hun volle presentiegeld in de gemeen
tekas storten.
De heer Miltenburg wilde de leden
vrij laten, dit al of niet te doen.
De voorzitter achtte het voorstel van
dr Hemelrijk onmogelijk.
De heer DenDas moest tegen dat voor
stel protesteeren. Hij is niet in de gelegenheid
om dit geld in de gemeentekas te storten en
achtte zich desondanks een evengoed raads
lid en wilde zich niet op die wijze in een hoek
laten drukken
De heer Zeiler zeide, dat het door zijn
fractie niet bedoeld is als een schoon gebaar.
Voor hen is het een principe-kwestie. Zij wil
len voorkomen, dat gezegd wordt: „De Raad
verlaagt, maar laat de presentiegelden onver
anderd"
Devoorzitter: Het is een principe
kwestie, maar het middel deugt niet.
Mevr. Dekker vroeg hierop, of B. en W.
kennis hadden genomen van een schrijven
van het Staatsboschbeheer over de reigerkolo
nie. Aan de hand van deskundigen als de heer
Strijbos, gaf ze in overweging om in plaats
van de eieren uit de nesten te werpen en rei
gers te dooden, de nesten te vernietigen.
Devoorzitter betoogde, dat B. en W.
gehandeld hebben in overleg met de Vereeni-
ging tot bescherming van de vogels en de
door den minister aangestelde deskundigen.
Voor spr. gaat een menschenleven bovefl
dat van een vogel en vernietiging van de nes
ten is hem te gevaar lijk. Ook meende hij, dat
de practijk geleerd heeft, dat de vogels niet in
de doode boomen blijven nestelen. B. en W.
willen ook de kolonie behouden, toch die telt
reeds 1200 leden en af en toe moet tegen uit
breiding worden opgetreden, waarbij B. en W.'
zich houden aan den houtvester van het
Staatsboschbeheer. j
Mevr. Dekker achtte het voorts wen-
schelijk om den nieuwen weg vanaf de Hof-
251. Er zit een inbreker in huis, riepen kikker Karei en Tui-
meltje tegen de nachtwakers en direct gingen deze op alle ka
merdeuren kloppen om de kikkers wakker te maken. Er
volgde nu een onderzoekingstocht. Alle kikkermannen hadden
een kaars in hun handen en gingen achter elkaar de donkere
gangen van het kasteel in. Tuimelt je liep voorop en het was
maar goed dat het zoo donker was en de kikkers zijn gezicht
niet zagen, want dan zou het slecht voor hem afgeloopen zijn.
-52. De heele rij kikkers sloop bang door het kasteel en daar
ze nergens geen dief konden vinden, keken ze elkaar aan alsof
ze wi en zeggen, 1 uimeltje zal ons wel beetgenomen hebben."
en der kikkers pakte hem bij de schouders en schudde hem
ink door elkaar. Zeg eens bengel, is dat waar, dat hier een
- ZI' r'eP Tuimeltje toe en deze trok toen zoon gek ge
zicht, dat de kikkers al lang wisten dat hij het maar verzonnen
had.