DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
Hit hei JUu
iDxiqeliiksch Ovetzuht
Dr. Bruening spreekt in den Rijksdag.
^Buitenland
Aparte modellen in
lo. fft
DO.VDGRUACI 12 NEI 1932
134e Jaargang.
Wanneer de politieke schulden geschrapt zijn
is de weg voor samenwerking tusschen
de volkeren vrij.
Bruening waarschuwt.
Heeren-, Dames- en
Timtur Kinderwerk,
G. v. NIEUWKUYK, Houttil 17.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, bebalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.—,
franco door het gebeele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rrbat. Groote letters naar plaatsiuimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Den Haag, 11 Mei 1932.
De Tweede Kamer heeft zich heden niet
lang meer met het ontwerp tot instelling van
een Economischen Raad behoeven bezig te
houden. In hoofdzaak is er gestemd. Zoo
heeft de Kamer met 51 tegen 19 stemmen
haar goedkeuring geschonken aan een amen
dement van den heer Joekes (v.d.) op art. 6
strekkende om de mogelijkheid niet uit te
sluiten om over een bepaald onderwerp niet
enkel de „erkende" adviescolleges doch ook
den Economischen Raad te hooren. Een
amendement van den heer Van Voorst tot
Voorst (r.k.) om ook de mogelijkheid open te
stellen om colleges, welke nu nog niet be
staan toe te laten tot de erkenning als advies
colleges, werd aangenomen met 52 tegen 19
stemmen. Daarop is art. 6 goedgekeurd met
52 tegen 19 stemmen.
Op art. 8 diende de heer Joekes (v.d.) een
amendement in om de mogelijkheid open te
stellen, dat de Economische Raad een bijzon
dere commissie van advies instelt, wanneer
hij zulks noodig acht.
Nadat minister Verschuur het amendement
onnoodig had geheeten, werd het met 49 te
gen 27 stemmen verworpen. De overige arti
kelen van het ontwerp gaven geen aanleiding
tot bespreking en werden goedgekeurdde
eindstemming over het geheele voorstel za
Vrijdag plaats vinden.
Daarna is bij de Kamer een oude koe aan
gesneden. Uit de beraadslagingen over de
begrooting van arbeid was overgebleven een
reeds vroeger ingediende motie van den heer
K ter Laan (s.d.a.p.). waarbij aangedrongen
werd op een herziening van hoofdstuk III
oer Ongevallenwet betreffende de regeling
der schadeloosstellingen. Tevens kwam daar
bij aan de orde een bespreking van een bij
die begrooting ingediende nota van den heer
Drop (s.d.a.p.) over de uitvoering en toepas
siug van de Ongevallenwet, welke de mi
nister schriftelijk had beantwoord.
De heer Ter Laan zette uiteen, dat z.i. de
wet aanleiding geeft tot een verkeerde toe
passing, zij geeft geen ruimte tot een meer
sociale toepassing, en dientengevolge zijn de
uitkeeringen krachtens de wet veel te laag,
terwijl er in geval van twijfel doorgaans in
het nadeel van de getroffenen wordt be
slist
Terwijl de heer Ter Laan betrekkelijk kort
aan het woord was geweest, heeft zijn par
tijgenoot Drop daarna een zeer langdurige
rede gehouden, waarin hij onder aanvoering
van vele concrete feiten bitter klaagde over
het onsociale oordeel van het bestuur der
Rijksverzekeringsbank wat betreft de ar
beidsgeschiktheid der getroffenen, waarbij
geheel over het hoofd wordt gezien, dat wie
gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt ver
klaard, niettemin groote moeilijkheid heeft
om weer als werkkracht te worden aangeno
men. De controleerende geneesheeren en spe
cialisten gaan daarbij in overeenstemming
met het bankbestuur veel te formalistisch te
werk. Ten slotte kwam hij met een wijziging
van de motie-Ter Laan, waarvan hij ook een
der onderteekenaars was geweest. In deze
feitelijk nieuwe motie worat gevraagd de in
stelling van een gemengde commissie, waar
in vertegenwoordigers moeten worden opge
nomen van de regeering, het bankbestuur, de
werkgevers en de arbeiders, welke een on
derzoek zal instellen omtrent de toepassing
der wet en de wenschelijkheid van wijziging
er van.
Denbeer Kuiper (r.k.) ging deze motie
niet ver genoeg en hij kwam met een motie,
waarin naast ae Ongevallenwet ook de wet
op de Riiksverzekeringbank en de Beroeps-
wet werden genoemd als onbevredigend en
dus zoodat ook deze bij het onderzoek der
bedoelde commissie zouden moeten worden
betrokken.
De heeren Smeenk (a.r.) en Snoeck Henke-
mans (c.h.) konden zich niet met de moties
vereenigen; aatstgenoemde zag er een ele
ment van afkeuring in, waarmede hij niet
kon instemmen
Ook Dr. Vos (lib.) weigerde met de moties
mede te gaan. De wijze waarop over het
werk der geneeskundigen was geoordeeld
achtte hij niet juist en niet billijk.
Minister Verschuur heeft in den laten mid
dag nog een half uurtje gesproken, waarbij
hij vooral de door den heer Drop genoem
de voorbeelden yan een onsociale toepassing
van de Ongevallenwet aan kritiek onder
wierp en het oordeel van den spreker on
rechtvaardig heette. De wet wordt inderdaad
met ernst toegepast en zonder aanzien des
persoons. Morgen zet de minister zijn rede
voort.
De Eerste Kamer heeft weer een paar mi
niatuurvergaderingen gehouden.
Dinsdagavond was zij bijeengekomen om
te besluiten Woensdagmorgen te vergaderen
ter behandeling van een drietal hamerstuk
ken. Intusschen heeft de vergadering nog een
paar minuten langer geduurd dan vermoed
was, doordat voorzitter De Vos van Steen-
wijk van de gelegenheid gebruik maakte om
een woord van hulde te wijden aan de nage
dachtenis van den vermoorden president der
Fransche Republiek, Doumer. Zijn als altijd
welverzorgde rede werd door den minister
van buitenlandsche zaken kortelijk beant
woord. Hedenmorgen heeft de Kamer een
tiental minuten vergaderd en hare goedkeu
ring geschonken aan drie wetsontwerpen,
waarvan het voornaamste was een onteige-
waarvan het voornaamste was, een onteige-
ring van natuurschoon. Daarna is de Kamer
in comité-generaal gegaan tot behandeling
van de huishoudelijke begrooting. Na Pink
steren komt zij waarschijnlijk voor wat lan
ger tijd bijeen.
De Duitsche rijksdag is gedurende eenige
dagen bijeengekomen en wanneer niet de ge
beurtenissen in Frankrijk zoo op den voor
grond waren getreden, zeer zeker zou de
Duitsche rijksdag in het middelpunt der be
langstelling gestaan hebben!
De zitting van gisteren werd voor het groot
ste deel in beslag genomen door een rede van
den rijkskanselier dr. Bruening. Dr. Brue
ning voerde in zijn rede twee belangrijke
punten aan, n.1. de Ontwapeningsconferentie
en het Herstelvraagstuk.
Nëadat dr. Bruening gewezen had op de
langzame werking van de conferentie en er
vervolgens aan herinnerd had, hoe Duitsch-
land en zijn vroegere bondgenooten waren
ontwapend, terwijl de andere landen een be
wapening hebben, sterker dan ooit, merkte hij
op, dat Duitschland eischte algemeene ont
wapening en herstel van de gelijkgerechtigd
heid.
De verwachtingen, die de volken over de
bijeenroeping der ontwapeningsconferentie
hebben gesteld, mogen niet teleurgesteld wor
den. Reeds beginnen de volken ongeduldig te
worden. De volken onderling hebben vertrou
wen in elkaar. Mogen de regeeringen in een
officieele politiek eindelijk den weg vinden en
de brugen betreden, die van volk tot volk
dikwijls reeds geslagen zijn.
o
Verder gaande, besprak dr. Bruening den
economischen toestand en zeide:
In de afzonderlijke landen heeft de crisis
haar onheilspellend beloop gehad. Men moet
thans ook hier tot beslissingen komen. Een
Britsch staatsman heeft eens gezegd, dat het
tien jaren geleden voor het gezond verstand
nog te vroeg was door te zetten, doch dat het
thans de vraag is of het er thans niet te laat
voor is. Hoe lang nog zullen de regeeringen
haar beslissingen uitstellen, indien de waar
schuwingen dat het te laat zou kunnen zijn
niet tot werkelijkheid zullen worden. De blik
ken der wereld zijn thans op Lausanne ge
richt. De opvatting van de Rijksregeering is
over de geheele wereld bekend. Sinds Fe
bruari is hieraan niets gewijzigd.
Deze opvatting heeft ook in groote mate
veld gewonnen, ook in de crediteurstaten. Een
volledige schrapping der politieke schulden is
de belangrijkste voorwaarde voor de redding
uit den huidigen nood en voor een nieuwe
welvaartsperiode. De scheiding tusschen debi
teur- en crediteurstaten moet uit de interna
tionale politiek verdwijnen. Eerst dan is de
weg voor de samenwerking tusschen de vol
keren vrij en wanneer de politieke schulden
geschrapt zijn, wordt ieder land rijker dan
het was (instemming). Wel is waar is dit nog
niet het standpunt van alle regeeringen, al
geven zij ten deele toe, dat herstelbetalingen
niet kunnen worden gedaan, doch niettemin
hopen zij, dat Duitschland na eenige jaren de
betalingen zal hervatte of ten minste nog een
restantbetaling, een afkoopsom zal betalen.
Wie dat verwacht, bedenkt niet dat voor
waarden, waarvan de toekomstige betalingen
afhankelijk worden, in waarheid niet zijn te
negeeren. Nog enkele dagen geleden heeft
een Amerikaansch politicus het duidelijk ge
zegd: Het is onmogelijk de schulden in goud
te betalen, zoolang 70 van den goudvoor
raad ter wereld in 't bezit is van de Vereenig-
de Staten en Frankrijk. Even duidelijk spreken
de handelsbalansen. Terwijl de handelsba
lans van Duitschland tot nu toe steeds passief
was, is in de beide laatste jaren een enorme
activiteit in de Duitsche handelsbalans te-
weegebracht. Omgekeerd is in Frankrijk een
passiviteit in de handelsbalans ten bedrage
van 2 milliard Mark in de plaats getreden
van de vroegere activiteit. In. de Vereenigd?
Staten is thans een nog slechts onbeteekende
activiteit aanwezig. Welke landen zullen
evenwel in de toekomst bereid zijn de Duit
sche exportgoederen in den noodigen omvang
op te nemen zonder leeningen toe te staan?
Ooveral is slechts het tegedeel van zulk een
bereidwilligheid merkbaar. Een essentieel ge
volg van de ontwikkeling tot nu toe is de ach
teruitgang van het crediet. Deze versperring
richt zich in de eerste plaats steeds weer tegen
Duitschland. Slechts gemeenschappelijke po
gingen van de door economische belangen
verbonden staten kunnen de voorwaarden
scheppen voor het herstel van normale toe
standen. Duitschland is bereid zoodra de
door mij genoemde voorwaarden voorhanden
zijn de opheffing van alle belemmeringen
voor den handel in te leiden en zich boven- i
dien aan te sluiten bij overeenkomsten betref-
fede een geleidelijke verlaging der tolmuren.
Bruening wees op het gevaar, dat er voor
de wereld bestaat, indien men met het uitstel
len der oplossing nog weken of maanden
wacht. Geen economische constellatie zal van
deze consequenties verschoond blijven. Het
komt er op aan zonder overdrijving in de ko
mende weken iederen burger in iederen staat
te wijzen op het gevaar, dat de wereld be
dreigt (bijval bij de regeeringpartijen).
Met een patentgeneesmiddel is noch in
Duitschland, noch elders iets te verbeteren
Ik ben met mijn medewerkers geheel toegan
kelijk voor iedere soort critiek. Ook al is zij
nog zoo scherp, slechts een critiek kan ik niet
toelaten, een critiek die geen rekening houdt
met de handhaving van de weerstandskracht
van het Duitsche volk en den buitenlandsch
politieken toestand.
o
Op dat oogenblik begon een debat en Brue-
ning's rede werd krachtiger dan ooit, en zei-
de: Als minister van Buitenlandsche Zaken
ben ik verplicht een waarschuwing te laten
hooren en een verzoek te doen. Weest U (met
verwijzing naar nationaal socialisten) bij
Uw onderhandelingen met buitenlandsche
politici wat voorzichtiger. (Interruptie bij
Nationaal socialisten: Zegt U dat tegen.de
heeren Breitscheid en Hilferding). Het is on-
gewenscht dat het buitenland misschien op
grond van alle mogelijke jjarticulier gezwets
zou kunnen hopen, dat een na mij komende
regeering misschien meer tot compromis be
reid zou zijn. Ik heb slechts voor de wereld
willen vaststellen, dat deze of een andere
regeering waarvan ik in Januari heb gespro
ken uit zakelijke overwegingen in het geheel
niet kan wijken.
Ten aanzien van de werkverschaffing zeide
de Rijkskanselier, dat op het punt van finan
ciering de geesten het niet eens zijn. Hij ver
werpt evenwel onder alle omstandigheden
ook maar iets te doen uit overwegingen van
binnen- of buitenlandsch politieken aard, wit
voorbijgaand een kleine verlichting zou kun
nen brengen en tijdelijk populair zou kunnen
maken, doch de valuta in gevaar zou kunnen
brengen.
Wij moeten zorgen, aldus vervolgde de
Rijkskanselier, dat de staat in het binnenland
tot rust komt en dat de menschen niet uit
angst hun geld van de bank gaan halen. Er
zal een vaste lijn worden gevolg tegen iedere
poging de autoriteit van den staat aan te
tasten.
Ik zou voor de geschiedenis als onverant
woordelijk moeten gelden, indien ik daaraan
ten slotte geen einde had gemaakt.
De situatie in de werld kan slechts gewij
zigd worden indien klaarheid zal zijn ge
bracht in de herstel- en ontwapeningskwestie
en wanneer de wereld het waanzinnige
systeem der vernietiging van het internatio
nale verkeer en den handel weer verlaat.
Worden juiste maatregelen te juister tijd
doorgevoerd dan zal men zeer zeker voor het
het eerst misschien na den oorlog van vrede
kunnen spreken. Niet met fanfares heb ik het
noodige gezegd, doch met rustige woorden
en mij daarvoor in de wereld misschien iets
verschaft, wat ik voor Duitschland op het spci
kan zetten. Indien U (tot de nationaal socia
listen) er aan denkt in zulk een critieken tijd
de macht te veroveren, dan raad ik U drin
gend aan U tijdig de beperkingen op te leg
gen, want de verwachtingen die U hebt ge
wekt, kunt U niet nakomen. Indien ik bij de
laatste honderd meter de rust zou verliezen
zou ik de grootste politiek fout maken (Luid
applaus bij de regeeringspartijen.)
o
De Berlijnsche bladen leveren uitvoerig
commentaar op de redevoering van Rijkskan
selier Bruening.
De „Germania" stelt in het licht, dat nog
nooit met dezelfde nadrukkelijkheid de ge
heele wereld de ontzaggelijke gevaren van
een der traineeren van onontkoombare be
slissingen voor oogen zijn gesteld.
De „Boersenzeitung" stelt vast, dat de
rede veel minder dan vroeger gebouwd was
op de leuze: de vijand staat rechts.
De DAZ is van meening, dat de rijkskan
selier meer had kunnen ingaan op zijn bin-
nenlandsch politieke voornemens. In ieder
geval staat vast, dat door deze redevoeringen
geen mogelijkheden zijn afgesneden en geen
deuren dicht gesloten zijn.
De „Vossische Zeitung" meent, dat de
redevoering van Bruening het hoogtepunt
vormt van de politieke debatten, al heeft
Brüning dah ook niet alle verwachtingen be
vredigd. aangezien hij er zich toe heeft be
perkt als ministér van buitenlandsche zaken
te spreken
De „Deutsche Zeitung" schrijft, dat rijks
kanselier Brüning den minister van buiten
landsche zaken eerst aan het woord heeft ge
laten om het Gröner-echec zoo goed moge
lijk te verhelpen
Het „Berliner Tageblatt" schrijft, dat de
redevoering van Brüning de redevoering is
geweest van een staatsman, die van meening
is niet meer te hoeven streven naar het ver
trouwen, aangezien hij er van overtuigd is
dat zijn eerlijke wil hem bij hen, die geen on
verantwoordelijke demagogen zijn, van zelf
vertrouwen moet geven.
De ,.Tag" stelt met bevreemding vast, dat
dr. Brüning geen werkelijk informeerende
mededeelingen over de eerstvolgende maat
regelen van het rijkskabinet ter opheffing van
de steeds grooter wordende noodtoestanden
op bijna alle levensgebieden heeft gedaan.
De „Börsenkurier" stelt in het licht, dat de
rijkskanselier de pijnlijke regiefout van den
vorigen dag meer dan goed gemaakt heeft.
De „Vorwarts" neemt geen stelling.
DE TOESTAND IN HET VERRE
OOSTÊN.
De ontruiming van Sjanghai.
De Japansche motiveering.
Het terugtrekken der Japansche troepen
uit Sjanghai is, naar de vertegenwoordiger
van het Japansche ministerie van Buitenland
sche Zaken mededeelde, besloten, ten einde
de wereld te bewijzen dat Japan geen an
nexatiepolitiek of andere oogmerken te
Sjanghai nastreeft. Japan is van meening,
dat het te Sjanghai niet alleen zijn eigen
slagen moet leveren, doch ook die van de
andere naties, zonder daarbij iets anders te
verwachten dan de haat der geheele wereld.
Japan rekent er stellig op, dat de Ghineezen
de wapenstilstandsvoorwaarden zullen na
komen en hun troepen niet binnen de 20 K M
zóne zullen laten optrekken. Mocht Sjanghai
opnieuw worden bedreigd, dan moeten de
andere mogendheden verantwoordelijk wor
den gesteld. De Japansche troepenterugtrek
kingen beteekent een besparing van 4 millioen
Yen per jaar.
Bekentenis van de Koreaan-
sche bommenwerpers.
De gearresteerde Koreanen, die beschuldigd
worden van den bomaanslag op de Japan
sche vertegenwoordigers, hebben een vol
ledige bekentenis afgelegd. Zij verklaren niet
alleen den moord op Sjigemitsu te hebben
voorbereid, doch eveneens die op de gene
raals Nakamoera en Oejeda, ten einde de im
perialistische beweging van Japan in het
Verre Oosten tegen te werken. De bommen
hebben zij zelf in Korea vervaardigd. Eenige
relatie met het communisme bestaat niet.
De terugtrekking der Japansche
troepen.
Naar het Japansche ministerie van Buiten
landsche Zaken mededeelt, zal de aangekon
digde terugtrekking der Japansche troepen
uit Sjanghai binnen een maan-d zijn ten uit
voer gelegd. De sterkte der Japansche bezet
ting te Sjanghai zal nauwkeurig worden te
ruggebracht tot den stand op het oogenblik
van het uitbreken der vijandelijkheden. Slechts
ter bescherming van de Japansche bewoners
zal een kleine afdeeling Japansche zeesolda
ten te Sjanghai achterblijven. De teruggetrok
ken troepen zullen evenwel in Japan in gereed
heid worden gehouden, ten einde hen ieder
oogenblik naar Sjanghai te kunnen terug
zenden, indien zulks noodig mocht blijken.
DE AANSLAG OP PRESIDENT
DOUMER.
Onderzoek naar Gorgoeloff's
verleden.
Ten einde het verleden van den moorde
naar van president Doumer geheel te kunnen
reconstrueeren, heeft het ministerie van bin-
nenlandsche zaken Woensdag een hooge
politieambtenaar per vliegtuig naar Praag
gezonden ten einde daar een onderzöek in te
stellen.
Woensdagmiddag heeft de rechter van in
structie het verhoor van den dader voortge
zet. Naar verluidt blijft Gorgoeloff hardnek
kig bij zijn reeds afgelegde verklaringen.
In de redactiebureaux van „Nabat" is een
onderzoek ingesteld en veel materiaal in het
Russisch en Duitsch in beslag genomen. Te
Nice zijn in verband met den moord drie Rus
sen gearresteerd. Met groote spanning ver
wacht men het resultaat van het onderzoek
te Praag, daar van daar steeds verluidt dat
er een getuige is, die Gorgoeloff heeft leeren
kennen ais Sovjet Commissaris in ten Zuid
Russische stad en hem later te Praag heeft
weergezien. De getuige is evenwel door Gor
goeloff bedreigd en heeft tot nu toe steeds
gezwegen over het verleden van den moorde
naar.
Verhoor emigrantenleider
Jakoblow.
Uit Berlijn wordt gemeld, dat op verzoek
van de crimineele politie te Parijs de sinds
eenige jaren te Berlijn wonende Russische
emigrant Vallentin Jakoblow door de Ber
lijnsche politie aan een verhoor is onderwor
pen. Jakoblow, die als redacteur verbonden
is aan de te Berlijn en Parijs verschijnende
emigrantenkrant ;.De stormklok'1 geeft toe
leider te zijn van een Russische Boerenpartij,
welke sterk tegen het bolsjewisme is. Hij
heeft Gorgoeloff slechts twee keer te Parijs
gezien. Gorgoeloff heeft hem gevraagd of
hij lid zou kunnen worden van de Boeren
partij, doch dit werd hem niet toegestaan,
aangezien Jakoblow de zienswijze van Gor-
goe;off zeer verward hëeft gevonden.
Jakoblow kon na het verhoor weer huis
waarts keeren.
Opzienbarende verklaringen
van Gorgoeloff.
Gorgoeloff heeft Woensdagavond tegen
over den rechter van instructie verklaard dat
hij het voornemen heeft gehad, óf Doumer,
óf Hindenburg, óf Masarijk te vermoorden.
In Frankrijk evenwel werd hem de gunstig
ste gelegenheid geboden. Bovendien heeft hij
vroeger het plan gehad den Sovjet gezant te
Parijs Dowgalewski dood te schieten. Toen
Lenin nog leefde heeft hij voortdurend met
dé gedachte rondgeloopen de wereld van
dezen man te bevrijden.
Het verhoor van den moordenaar heeft
overigens niet veel aan het licht gebracht.
Gorgoeloff beweert nog steeds zonder aan
stichting en buiten medeweten van anderen
of helpers te hebben gehandeld.
Te Parijs is men van meening dat de op
zienbarende mededeelingen van Gorgoeloff
met de noodige omzichtigheid moeten worden
beschouwd. Men gelooft dat Gorgoeloff de be
doeling heeft door zijn verklaringen het par
ket te suggereeren dat hij niet goed bij zijn
verstand is.
ERNSTIG ONGEVAL BI f DE
LANDINGSPOGING VAN DE
„ACRON".
Bij de landingspogingen van het Ameri
kaansche luchtschip „Acron" te Camp Kear-
ney heeft een ernstig ongeluk plaats gehad.
Drie leden van het ladningspersoneel werden
aan de landingstouwen opgetrokken, toen het
luchtschip kort na de verankering weer los
sloeg. Twee hunner zijn van aanzienlijke
hoogte gevallen. Zij waren op slag dood.
De derde kon door de bemanning van het
luchtschip voorzichtig in een gondel worden
getrokken. Na verdere vergeefsche pogingen
is de landing uitgesteld tot zonsondergang.
MET EEN AUTO IN EEN GREPPEL.
Op het station Legefeld (tusschen Weimaf
en Berka) heeft Woensdagmiddag te ongtv
veer half vier een ernstig verkeersongeval
plaats gehad. Een uit Berlijn afkomstige
auto reed in den bocht van den weg in een
greppel en sloeg over den kop. De vier inzit
tenden kwamen onder wagen terecht en lie
pen ernstige kwetsuren op.
Turksche autoriteiten in den
wagen.
Nader wordt gemeld, dat de inzittenden
van den over den kop geslagen auto zijn de
Turksche consul-generaal te Berlijn, dr.
Menzing, diens vrouw en dochter, zoomede
de Turksche consul-generaal te Berlijn, Ke-
mal Eddin Sami Pasja. Het onderzoek der
gewonden die naar het Sophiahuis te Wei-
mar werden overgebracht, heeft uitgewezen,
dat dr. Menzing slechts lichte kwetsuren
heeft opgeloopen. De Turksche ambassadeur
kreeg een schedelbreuk, terwijl de dames
Menzing eveneens ernstig werden gewond.
Nadere bizonderheden.
De Rijkspresident en de Rijkskanselier
hebben den Turkschen ambassadeur direct
na het bekend worden van het auto-ongeluk
bij Weimar hun beste wenschen gezonden
voor een spoedig herstél van den diplomaat
Omtrent het ongeluk kan nader worden
gemeld, dat de auto op weg was van Weimar
naar Bad Berka en bij het in het dal gelegen
station Legefeld de spoorlijn met tamelijk
groote snelheid heeft gepasseerd. Toen hij
enkele oogenblikken later het meesterschap
over zijn stuur verloor, sloeg de wagen over
den kop. Mevrouw dr. Mezink (niet Ment-
zing) en haar dochter werden onder den
wagen bedolven, terwijl de beide heeren op
straat werden geslingerd. Het stationsperso-
neel verleende de eerste hulp. De wagen be
hoorde aan den consul-generaal.
De toestand van den Turkschen
ambassadeur nog zorgwekkend.
De toestand van den Turkschen ambassa
deur, die een auto-ongeluk gehad heeft, is
nog steeds zorgwekkend. Gisteravond laat
heeft opnieuw een medisch onderzoek plaats
gevonden. Er kon nog geen verbetering ia zijn