DAGBLAD VOOR ALKMAAR Hit hei JUu iDxiqeliiksch Ovetzuht Dr. Bruening spreekt in den Rijksdag. ^Buitenland Aparte modellen in lo. fft DO.VDGRUACI 12 NEI 1932 134e Jaargang. Wanneer de politieke schulden geschrapt zijn is de weg voor samenwerking tusschen de volkeren vrij. Bruening waarschuwt. Heeren-, Dames- en Timtur Kinderwerk, G. v. NIEUWKUYK, Houttil 17. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, bebalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.—, franco door het gebeele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rrbat. Groote letters naar plaatsiuimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit drie bladen. Den Haag, 11 Mei 1932. De Tweede Kamer heeft zich heden niet lang meer met het ontwerp tot instelling van een Economischen Raad behoeven bezig te houden. In hoofdzaak is er gestemd. Zoo heeft de Kamer met 51 tegen 19 stemmen haar goedkeuring geschonken aan een amen dement van den heer Joekes (v.d.) op art. 6 strekkende om de mogelijkheid niet uit te sluiten om over een bepaald onderwerp niet enkel de „erkende" adviescolleges doch ook den Economischen Raad te hooren. Een amendement van den heer Van Voorst tot Voorst (r.k.) om ook de mogelijkheid open te stellen om colleges, welke nu nog niet be staan toe te laten tot de erkenning als advies colleges, werd aangenomen met 52 tegen 19 stemmen. Daarop is art. 6 goedgekeurd met 52 tegen 19 stemmen. Op art. 8 diende de heer Joekes (v.d.) een amendement in om de mogelijkheid open te stellen, dat de Economische Raad een bijzon dere commissie van advies instelt, wanneer hij zulks noodig acht. Nadat minister Verschuur het amendement onnoodig had geheeten, werd het met 49 te gen 27 stemmen verworpen. De overige arti kelen van het ontwerp gaven geen aanleiding tot bespreking en werden goedgekeurdde eindstemming over het geheele voorstel za Vrijdag plaats vinden. Daarna is bij de Kamer een oude koe aan gesneden. Uit de beraadslagingen over de begrooting van arbeid was overgebleven een reeds vroeger ingediende motie van den heer K ter Laan (s.d.a.p.). waarbij aangedrongen werd op een herziening van hoofdstuk III oer Ongevallenwet betreffende de regeling der schadeloosstellingen. Tevens kwam daar bij aan de orde een bespreking van een bij die begrooting ingediende nota van den heer Drop (s.d.a.p.) over de uitvoering en toepas siug van de Ongevallenwet, welke de mi nister schriftelijk had beantwoord. De heer Ter Laan zette uiteen, dat z.i. de wet aanleiding geeft tot een verkeerde toe passing, zij geeft geen ruimte tot een meer sociale toepassing, en dientengevolge zijn de uitkeeringen krachtens de wet veel te laag, terwijl er in geval van twijfel doorgaans in het nadeel van de getroffenen wordt be slist Terwijl de heer Ter Laan betrekkelijk kort aan het woord was geweest, heeft zijn par tijgenoot Drop daarna een zeer langdurige rede gehouden, waarin hij onder aanvoering van vele concrete feiten bitter klaagde over het onsociale oordeel van het bestuur der Rijksverzekeringsbank wat betreft de ar beidsgeschiktheid der getroffenen, waarbij geheel over het hoofd wordt gezien, dat wie gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt ver klaard, niettemin groote moeilijkheid heeft om weer als werkkracht te worden aangeno men. De controleerende geneesheeren en spe cialisten gaan daarbij in overeenstemming met het bankbestuur veel te formalistisch te werk. Ten slotte kwam hij met een wijziging van de motie-Ter Laan, waarvan hij ook een der onderteekenaars was geweest. In deze feitelijk nieuwe motie worat gevraagd de in stelling van een gemengde commissie, waar in vertegenwoordigers moeten worden opge nomen van de regeering, het bankbestuur, de werkgevers en de arbeiders, welke een on derzoek zal instellen omtrent de toepassing der wet en de wenschelijkheid van wijziging er van. Denbeer Kuiper (r.k.) ging deze motie niet ver genoeg en hij kwam met een motie, waarin naast ae Ongevallenwet ook de wet op de Riiksverzekeringbank en de Beroeps- wet werden genoemd als onbevredigend en dus zoodat ook deze bij het onderzoek der bedoelde commissie zouden moeten worden betrokken. De heeren Smeenk (a.r.) en Snoeck Henke- mans (c.h.) konden zich niet met de moties vereenigen; aatstgenoemde zag er een ele ment van afkeuring in, waarmede hij niet kon instemmen Ook Dr. Vos (lib.) weigerde met de moties mede te gaan. De wijze waarop over het werk der geneeskundigen was geoordeeld achtte hij niet juist en niet billijk. Minister Verschuur heeft in den laten mid dag nog een half uurtje gesproken, waarbij hij vooral de door den heer Drop genoem de voorbeelden yan een onsociale toepassing van de Ongevallenwet aan kritiek onder wierp en het oordeel van den spreker on rechtvaardig heette. De wet wordt inderdaad met ernst toegepast en zonder aanzien des persoons. Morgen zet de minister zijn rede voort. De Eerste Kamer heeft weer een paar mi niatuurvergaderingen gehouden. Dinsdagavond was zij bijeengekomen om te besluiten Woensdagmorgen te vergaderen ter behandeling van een drietal hamerstuk ken. Intusschen heeft de vergadering nog een paar minuten langer geduurd dan vermoed was, doordat voorzitter De Vos van Steen- wijk van de gelegenheid gebruik maakte om een woord van hulde te wijden aan de nage dachtenis van den vermoorden president der Fransche Republiek, Doumer. Zijn als altijd welverzorgde rede werd door den minister van buitenlandsche zaken kortelijk beant woord. Hedenmorgen heeft de Kamer een tiental minuten vergaderd en hare goedkeu ring geschonken aan drie wetsontwerpen, waarvan het voornaamste was een onteige- waarvan het voornaamste was, een onteige- ring van natuurschoon. Daarna is de Kamer in comité-generaal gegaan tot behandeling van de huishoudelijke begrooting. Na Pink steren komt zij waarschijnlijk voor wat lan ger tijd bijeen. De Duitsche rijksdag is gedurende eenige dagen bijeengekomen en wanneer niet de ge beurtenissen in Frankrijk zoo op den voor grond waren getreden, zeer zeker zou de Duitsche rijksdag in het middelpunt der be langstelling gestaan hebben! De zitting van gisteren werd voor het groot ste deel in beslag genomen door een rede van den rijkskanselier dr. Bruening. Dr. Brue ning voerde in zijn rede twee belangrijke punten aan, n.1. de Ontwapeningsconferentie en het Herstelvraagstuk. Nëadat dr. Bruening gewezen had op de langzame werking van de conferentie en er vervolgens aan herinnerd had, hoe Duitsch- land en zijn vroegere bondgenooten waren ontwapend, terwijl de andere landen een be wapening hebben, sterker dan ooit, merkte hij op, dat Duitschland eischte algemeene ont wapening en herstel van de gelijkgerechtigd heid. De verwachtingen, die de volken over de bijeenroeping der ontwapeningsconferentie hebben gesteld, mogen niet teleurgesteld wor den. Reeds beginnen de volken ongeduldig te worden. De volken onderling hebben vertrou wen in elkaar. Mogen de regeeringen in een officieele politiek eindelijk den weg vinden en de brugen betreden, die van volk tot volk dikwijls reeds geslagen zijn. o Verder gaande, besprak dr. Bruening den economischen toestand en zeide: In de afzonderlijke landen heeft de crisis haar onheilspellend beloop gehad. Men moet thans ook hier tot beslissingen komen. Een Britsch staatsman heeft eens gezegd, dat het tien jaren geleden voor het gezond verstand nog te vroeg was door te zetten, doch dat het thans de vraag is of het er thans niet te laat voor is. Hoe lang nog zullen de regeeringen haar beslissingen uitstellen, indien de waar schuwingen dat het te laat zou kunnen zijn niet tot werkelijkheid zullen worden. De blik ken der wereld zijn thans op Lausanne ge richt. De opvatting van de Rijksregeering is over de geheele wereld bekend. Sinds Fe bruari is hieraan niets gewijzigd. Deze opvatting heeft ook in groote mate veld gewonnen, ook in de crediteurstaten. Een volledige schrapping der politieke schulden is de belangrijkste voorwaarde voor de redding uit den huidigen nood en voor een nieuwe welvaartsperiode. De scheiding tusschen debi teur- en crediteurstaten moet uit de interna tionale politiek verdwijnen. Eerst dan is de weg voor de samenwerking tusschen de vol keren vrij en wanneer de politieke schulden geschrapt zijn, wordt ieder land rijker dan het was (instemming). Wel is waar is dit nog niet het standpunt van alle regeeringen, al geven zij ten deele toe, dat herstelbetalingen niet kunnen worden gedaan, doch niettemin hopen zij, dat Duitschland na eenige jaren de betalingen zal hervatte of ten minste nog een restantbetaling, een afkoopsom zal betalen. Wie dat verwacht, bedenkt niet dat voor waarden, waarvan de toekomstige betalingen afhankelijk worden, in waarheid niet zijn te negeeren. Nog enkele dagen geleden heeft een Amerikaansch politicus het duidelijk ge zegd: Het is onmogelijk de schulden in goud te betalen, zoolang 70 van den goudvoor raad ter wereld in 't bezit is van de Vereenig- de Staten en Frankrijk. Even duidelijk spreken de handelsbalansen. Terwijl de handelsba lans van Duitschland tot nu toe steeds passief was, is in de beide laatste jaren een enorme activiteit in de Duitsche handelsbalans te- weegebracht. Omgekeerd is in Frankrijk een passiviteit in de handelsbalans ten bedrage van 2 milliard Mark in de plaats getreden van de vroegere activiteit. In. de Vereenigd? Staten is thans een nog slechts onbeteekende activiteit aanwezig. Welke landen zullen evenwel in de toekomst bereid zijn de Duit sche exportgoederen in den noodigen omvang op te nemen zonder leeningen toe te staan? Ooveral is slechts het tegedeel van zulk een bereidwilligheid merkbaar. Een essentieel ge volg van de ontwikkeling tot nu toe is de ach teruitgang van het crediet. Deze versperring richt zich in de eerste plaats steeds weer tegen Duitschland. Slechts gemeenschappelijke po gingen van de door economische belangen verbonden staten kunnen de voorwaarden scheppen voor het herstel van normale toe standen. Duitschland is bereid zoodra de door mij genoemde voorwaarden voorhanden zijn de opheffing van alle belemmeringen voor den handel in te leiden en zich boven- i dien aan te sluiten bij overeenkomsten betref- fede een geleidelijke verlaging der tolmuren. Bruening wees op het gevaar, dat er voor de wereld bestaat, indien men met het uitstel len der oplossing nog weken of maanden wacht. Geen economische constellatie zal van deze consequenties verschoond blijven. Het komt er op aan zonder overdrijving in de ko mende weken iederen burger in iederen staat te wijzen op het gevaar, dat de wereld be dreigt (bijval bij de regeeringpartijen). Met een patentgeneesmiddel is noch in Duitschland, noch elders iets te verbeteren Ik ben met mijn medewerkers geheel toegan kelijk voor iedere soort critiek. Ook al is zij nog zoo scherp, slechts een critiek kan ik niet toelaten, een critiek die geen rekening houdt met de handhaving van de weerstandskracht van het Duitsche volk en den buitenlandsch politieken toestand. o Op dat oogenblik begon een debat en Brue- ning's rede werd krachtiger dan ooit, en zei- de: Als minister van Buitenlandsche Zaken ben ik verplicht een waarschuwing te laten hooren en een verzoek te doen. Weest U (met verwijzing naar nationaal socialisten) bij Uw onderhandelingen met buitenlandsche politici wat voorzichtiger. (Interruptie bij Nationaal socialisten: Zegt U dat tegen.de heeren Breitscheid en Hilferding). Het is on- gewenscht dat het buitenland misschien op grond van alle mogelijke jjarticulier gezwets zou kunnen hopen, dat een na mij komende regeering misschien meer tot compromis be reid zou zijn. Ik heb slechts voor de wereld willen vaststellen, dat deze of een andere regeering waarvan ik in Januari heb gespro ken uit zakelijke overwegingen in het geheel niet kan wijken. Ten aanzien van de werkverschaffing zeide de Rijkskanselier, dat op het punt van finan ciering de geesten het niet eens zijn. Hij ver werpt evenwel onder alle omstandigheden ook maar iets te doen uit overwegingen van binnen- of buitenlandsch politieken aard, wit voorbijgaand een kleine verlichting zou kun nen brengen en tijdelijk populair zou kunnen maken, doch de valuta in gevaar zou kunnen brengen. Wij moeten zorgen, aldus vervolgde de Rijkskanselier, dat de staat in het binnenland tot rust komt en dat de menschen niet uit angst hun geld van de bank gaan halen. Er zal een vaste lijn worden gevolg tegen iedere poging de autoriteit van den staat aan te tasten. Ik zou voor de geschiedenis als onverant woordelijk moeten gelden, indien ik daaraan ten slotte geen einde had gemaakt. De situatie in de werld kan slechts gewij zigd worden indien klaarheid zal zijn ge bracht in de herstel- en ontwapeningskwestie en wanneer de wereld het waanzinnige systeem der vernietiging van het internatio nale verkeer en den handel weer verlaat. Worden juiste maatregelen te juister tijd doorgevoerd dan zal men zeer zeker voor het het eerst misschien na den oorlog van vrede kunnen spreken. Niet met fanfares heb ik het noodige gezegd, doch met rustige woorden en mij daarvoor in de wereld misschien iets verschaft, wat ik voor Duitschland op het spci kan zetten. Indien U (tot de nationaal socia listen) er aan denkt in zulk een critieken tijd de macht te veroveren, dan raad ik U drin gend aan U tijdig de beperkingen op te leg gen, want de verwachtingen die U hebt ge wekt, kunt U niet nakomen. Indien ik bij de laatste honderd meter de rust zou verliezen zou ik de grootste politiek fout maken (Luid applaus bij de regeeringspartijen.) o De Berlijnsche bladen leveren uitvoerig commentaar op de redevoering van Rijkskan selier Bruening. De „Germania" stelt in het licht, dat nog nooit met dezelfde nadrukkelijkheid de ge heele wereld de ontzaggelijke gevaren van een der traineeren van onontkoombare be slissingen voor oogen zijn gesteld. De „Boersenzeitung" stelt vast, dat de rede veel minder dan vroeger gebouwd was op de leuze: de vijand staat rechts. De DAZ is van meening, dat de rijkskan selier meer had kunnen ingaan op zijn bin- nenlandsch politieke voornemens. In ieder geval staat vast, dat door deze redevoeringen geen mogelijkheden zijn afgesneden en geen deuren dicht gesloten zijn. De „Vossische Zeitung" meent, dat de redevoering van Bruening het hoogtepunt vormt van de politieke debatten, al heeft Brüning dah ook niet alle verwachtingen be vredigd. aangezien hij er zich toe heeft be perkt als ministér van buitenlandsche zaken te spreken De „Deutsche Zeitung" schrijft, dat rijks kanselier Brüning den minister van buiten landsche zaken eerst aan het woord heeft ge laten om het Gröner-echec zoo goed moge lijk te verhelpen Het „Berliner Tageblatt" schrijft, dat de redevoering van Brüning de redevoering is geweest van een staatsman, die van meening is niet meer te hoeven streven naar het ver trouwen, aangezien hij er van overtuigd is dat zijn eerlijke wil hem bij hen, die geen on verantwoordelijke demagogen zijn, van zelf vertrouwen moet geven. De ,.Tag" stelt met bevreemding vast, dat dr. Brüning geen werkelijk informeerende mededeelingen over de eerstvolgende maat regelen van het rijkskabinet ter opheffing van de steeds grooter wordende noodtoestanden op bijna alle levensgebieden heeft gedaan. De „Börsenkurier" stelt in het licht, dat de rijkskanselier de pijnlijke regiefout van den vorigen dag meer dan goed gemaakt heeft. De „Vorwarts" neemt geen stelling. DE TOESTAND IN HET VERRE OOSTÊN. De ontruiming van Sjanghai. De Japansche motiveering. Het terugtrekken der Japansche troepen uit Sjanghai is, naar de vertegenwoordiger van het Japansche ministerie van Buitenland sche Zaken mededeelde, besloten, ten einde de wereld te bewijzen dat Japan geen an nexatiepolitiek of andere oogmerken te Sjanghai nastreeft. Japan is van meening, dat het te Sjanghai niet alleen zijn eigen slagen moet leveren, doch ook die van de andere naties, zonder daarbij iets anders te verwachten dan de haat der geheele wereld. Japan rekent er stellig op, dat de Ghineezen de wapenstilstandsvoorwaarden zullen na komen en hun troepen niet binnen de 20 K M zóne zullen laten optrekken. Mocht Sjanghai opnieuw worden bedreigd, dan moeten de andere mogendheden verantwoordelijk wor den gesteld. De Japansche troepenterugtrek kingen beteekent een besparing van 4 millioen Yen per jaar. Bekentenis van de Koreaan- sche bommenwerpers. De gearresteerde Koreanen, die beschuldigd worden van den bomaanslag op de Japan sche vertegenwoordigers, hebben een vol ledige bekentenis afgelegd. Zij verklaren niet alleen den moord op Sjigemitsu te hebben voorbereid, doch eveneens die op de gene raals Nakamoera en Oejeda, ten einde de im perialistische beweging van Japan in het Verre Oosten tegen te werken. De bommen hebben zij zelf in Korea vervaardigd. Eenige relatie met het communisme bestaat niet. De terugtrekking der Japansche troepen. Naar het Japansche ministerie van Buiten landsche Zaken mededeelt, zal de aangekon digde terugtrekking der Japansche troepen uit Sjanghai binnen een maan-d zijn ten uit voer gelegd. De sterkte der Japansche bezet ting te Sjanghai zal nauwkeurig worden te ruggebracht tot den stand op het oogenblik van het uitbreken der vijandelijkheden. Slechts ter bescherming van de Japansche bewoners zal een kleine afdeeling Japansche zeesolda ten te Sjanghai achterblijven. De teruggetrok ken troepen zullen evenwel in Japan in gereed heid worden gehouden, ten einde hen ieder oogenblik naar Sjanghai te kunnen terug zenden, indien zulks noodig mocht blijken. DE AANSLAG OP PRESIDENT DOUMER. Onderzoek naar Gorgoeloff's verleden. Ten einde het verleden van den moorde naar van president Doumer geheel te kunnen reconstrueeren, heeft het ministerie van bin- nenlandsche zaken Woensdag een hooge politieambtenaar per vliegtuig naar Praag gezonden ten einde daar een onderzöek in te stellen. Woensdagmiddag heeft de rechter van in structie het verhoor van den dader voortge zet. Naar verluidt blijft Gorgoeloff hardnek kig bij zijn reeds afgelegde verklaringen. In de redactiebureaux van „Nabat" is een onderzoek ingesteld en veel materiaal in het Russisch en Duitsch in beslag genomen. Te Nice zijn in verband met den moord drie Rus sen gearresteerd. Met groote spanning ver wacht men het resultaat van het onderzoek te Praag, daar van daar steeds verluidt dat er een getuige is, die Gorgoeloff heeft leeren kennen ais Sovjet Commissaris in ten Zuid Russische stad en hem later te Praag heeft weergezien. De getuige is evenwel door Gor goeloff bedreigd en heeft tot nu toe steeds gezwegen over het verleden van den moorde naar. Verhoor emigrantenleider Jakoblow. Uit Berlijn wordt gemeld, dat op verzoek van de crimineele politie te Parijs de sinds eenige jaren te Berlijn wonende Russische emigrant Vallentin Jakoblow door de Ber lijnsche politie aan een verhoor is onderwor pen. Jakoblow, die als redacteur verbonden is aan de te Berlijn en Parijs verschijnende emigrantenkrant ;.De stormklok'1 geeft toe leider te zijn van een Russische Boerenpartij, welke sterk tegen het bolsjewisme is. Hij heeft Gorgoeloff slechts twee keer te Parijs gezien. Gorgoeloff heeft hem gevraagd of hij lid zou kunnen worden van de Boeren partij, doch dit werd hem niet toegestaan, aangezien Jakoblow de zienswijze van Gor- goe;off zeer verward hëeft gevonden. Jakoblow kon na het verhoor weer huis waarts keeren. Opzienbarende verklaringen van Gorgoeloff. Gorgoeloff heeft Woensdagavond tegen over den rechter van instructie verklaard dat hij het voornemen heeft gehad, óf Doumer, óf Hindenburg, óf Masarijk te vermoorden. In Frankrijk evenwel werd hem de gunstig ste gelegenheid geboden. Bovendien heeft hij vroeger het plan gehad den Sovjet gezant te Parijs Dowgalewski dood te schieten. Toen Lenin nog leefde heeft hij voortdurend met dé gedachte rondgeloopen de wereld van dezen man te bevrijden. Het verhoor van den moordenaar heeft overigens niet veel aan het licht gebracht. Gorgoeloff beweert nog steeds zonder aan stichting en buiten medeweten van anderen of helpers te hebben gehandeld. Te Parijs is men van meening dat de op zienbarende mededeelingen van Gorgoeloff met de noodige omzichtigheid moeten worden beschouwd. Men gelooft dat Gorgoeloff de be doeling heeft door zijn verklaringen het par ket te suggereeren dat hij niet goed bij zijn verstand is. ERNSTIG ONGEVAL BI f DE LANDINGSPOGING VAN DE „ACRON". Bij de landingspogingen van het Ameri kaansche luchtschip „Acron" te Camp Kear- ney heeft een ernstig ongeluk plaats gehad. Drie leden van het ladningspersoneel werden aan de landingstouwen opgetrokken, toen het luchtschip kort na de verankering weer los sloeg. Twee hunner zijn van aanzienlijke hoogte gevallen. Zij waren op slag dood. De derde kon door de bemanning van het luchtschip voorzichtig in een gondel worden getrokken. Na verdere vergeefsche pogingen is de landing uitgesteld tot zonsondergang. MET EEN AUTO IN EEN GREPPEL. Op het station Legefeld (tusschen Weimaf en Berka) heeft Woensdagmiddag te ongtv veer half vier een ernstig verkeersongeval plaats gehad. Een uit Berlijn afkomstige auto reed in den bocht van den weg in een greppel en sloeg over den kop. De vier inzit tenden kwamen onder wagen terecht en lie pen ernstige kwetsuren op. Turksche autoriteiten in den wagen. Nader wordt gemeld, dat de inzittenden van den over den kop geslagen auto zijn de Turksche consul-generaal te Berlijn, dr. Menzing, diens vrouw en dochter, zoomede de Turksche consul-generaal te Berlijn, Ke- mal Eddin Sami Pasja. Het onderzoek der gewonden die naar het Sophiahuis te Wei- mar werden overgebracht, heeft uitgewezen, dat dr. Menzing slechts lichte kwetsuren heeft opgeloopen. De Turksche ambassadeur kreeg een schedelbreuk, terwijl de dames Menzing eveneens ernstig werden gewond. Nadere bizonderheden. De Rijkspresident en de Rijkskanselier hebben den Turkschen ambassadeur direct na het bekend worden van het auto-ongeluk bij Weimar hun beste wenschen gezonden voor een spoedig herstél van den diplomaat Omtrent het ongeluk kan nader worden gemeld, dat de auto op weg was van Weimar naar Bad Berka en bij het in het dal gelegen station Legefeld de spoorlijn met tamelijk groote snelheid heeft gepasseerd. Toen hij enkele oogenblikken later het meesterschap over zijn stuur verloor, sloeg de wagen over den kop. Mevrouw dr. Mezink (niet Ment- zing) en haar dochter werden onder den wagen bedolven, terwijl de beide heeren op straat werden geslingerd. Het stationsperso- neel verleende de eerste hulp. De wagen be hoorde aan den consul-generaal. De toestand van den Turkschen ambassadeur nog zorgwekkend. De toestand van den Turkschen ambassa deur, die een auto-ongeluk gehad heeft, is nog steeds zorgwekkend. Gisteravond laat heeft opnieuw een medisch onderzoek plaats gevonden. Er kon nog geen verbetering ia zijn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1