De drievoudige moord te Putbroek.
WAT KIKKER KAREL EN TUIMELTJE BELEEFDEN
Het getuigenverhoor steeds bezwarender voor
de verdachten. - Ook andere stroopers bedreigd
door de boschwachters?
Gistermiddag na de pauze.
li€ Oudshoorn in den morgen van den 26
November na het opstaan ontdekt.
De heer L. G. J. Arends, pandhuishouder
te Amsterdam, herkende in den verdachte ze
keren heer de Vries, onder welken naam ver
dachte met den houder van het huis van koop
met recht van wecterinkoop zaken waren ge
daan op 26 Mei 1931. Alstoen waren ver
schillende zilveren voorwerpen door ver
dachte beleend, doch de verdachte nam de
vrijheid alle bekendheid met den heer
Arends te loochenen. De heer Arends kon
echter met zekerheid zeggen, dat deze de
Vries in Januari 1932 goederen had beleena,
doch hij kon niet pertinent verklaren, dat
deze de Vries dezelfde persoon was, die in
November 1931 het zilverwerk had beleend,
dat aan den heer Oudshoorn was ontstolen.
De heer v. IJzendijk, hoofdinspecteur van
politie te Amsterdam, werd gehoord als ge
tuige en deskundige betreffende de weten
schap der dactyloscopie. Deze politieambte
naar had foto's vervaardigd van vingeraf
drukken door chef Vermeulen destijds gevon
den op de vensterbank in het perceel van den
heer Oudshoorn en deze vergeleken met eeni-
ge in zijn bezit zijnde vingerafdrukken, waar
bij een treffende overeenkomst werd opge
merkt.
De geachte verdachte werd eveneens uit-
genoodigd van deze dactyloscopische film-
proeven kenins te nemen. Hij wees echter het
eigendomsrecht op zijn vingerafdrukken be
slist van de hana.
De processen verbaal van den niet-aanwe-
zigen chef-veldwachter werden door den
president der meerv. strafkamer mr. Lede-
boer voorgelezen. Een en ander betroffen de
genomen vingerafdrukken.
Het bleek dat de chef-veldwachter zich op
last van den burgemeester naar Amsterdam
had moeten begeven. De officier was kenne
lijk zeer ontstemd, vooral omdat door deze
ongemotiveerde afwezigheid de verdere af
wikkeling der strafzaak vermoedelijk niet kon
plaats hebben. Bovendien was het thans
noodzakelijk, dat werd gehoord mr. Ubbens
de rechtercommissris in de strafzaak, die
verklaarde van den chef-veldwachter te heb
ben ontvangen eenige foto's betreffende
hand- en vingerafdrukken van verdachte ge
vonden op een vensterbank in het perceel van
den heer Oudshoorn aan den Bergerweg.
Mr. Ubbes had deze foto's ontvangen van
den chef-veldwachter van Bergen en opge
zonden aan den deskundige van IJzendijk.
Besloten werd alsnu de behandeling der
zaak voort te zetten.
Voorts werd gereleveerd dat verdachte 13
maal ter zake divere vermogensdelictsn was
veroordeeld, waaronder ook voorkwam een
diefstal van waschgoed te Alkmaar. Deze
sportsman was onlangs door de Haarlem-
sche rechtbank veroordeeld wegens diefstal
te Bloemendaal tot 1 jaar met aftrek, van
dit vonnis was veroordeelde in hooger be
roep gekomen. Door de Alkmaarsche recht
bank was deze verdachte totaal 3 maal ver
oordeeld, in 1926 tot 6 maanden, daarna
nog eens tot 1 jaar en ten slotte nogmaals
tot 6 maanden gevangenisstraf.
De officier, na omstandig het gebeurde en
de daarmede verband houdende bezwarende
omstandigheden te hebben gememoreerd,
kwam tot de conclusie dat de verdachte de
hem toegedachte inbraak en diefstal inder
daad had gepleegd en het feit als wettig en
overtuigend bewezen kon worden aangeno
men, reden waarom spreker requireerde een
gevangenisstraf voor den tijd van 4 jaar
Afstand werd gedaan van het hooren van
den chef-veldwachter.
A.s. week uitspraak.
N.B. Nader vernamen wij dat de afwezig
heid van den heer Vermeulen op een misver
stand berustte.
MET DES KANTONRECHTERS
BESLISSING WERD GEEN
GENOEGEN GENOMEN.
Door den 50-jarigen automobilist getooid
met den bijbelschen naam Simon Petrus van
N., wonende te Julianadorp had op 1 Ja
nuari te Schoorl op den Rijksweg, omdat hij,
gedurende het achterop en voorbijrijden van
een auto, bestuurd door den bollenkweeker
L. van Riezen uit Pjetten, te veel links hield,
een aanrijding veroorzaakt. Ter zake dit feit
stond de heer v. L. op 4 Maart j.1. voor dit
nieuwjaarsgrapje terecht voor den kanton
rechter te Alkmaar en werd alstoen veroor
deeld tot 40 boete of 40 dagen. Van dit
vonnis kwam veroordeelde in hooger beroep,
doch was, vreemd genoeg, nu dit appèl werd
behandeld, niet persoonlijk aanwezig. Ge
woonlijk heeft de afwezige ongelijk! De heer
de Klerk, boekhouder te Alkmaar, gelegen
heidspassagier in den aangereden auto, werd
ook heden als tweede getuige gehoord. Zijn
verklaring was verzwarend voor den appel
lant, soit!
Ook den officier verbaasde de afwezigheid
van den appllant en werd gevorderd bevesti
ging v^n het gewezen vonnis.
Nadat dit geheele proces was afgewikkeld
en de heeren reeds toebereidselen maakten te
gaan lunchen, vonden we den appellant zit
ten in den corridor, rustig zijn dagvaarding
bestudeerend. Hij had, plat uitgedrukt leelijk
de bokkepruik op, toen hij vernam dat de kous
reeds volledig was afgebreid! Enfin, de weg
tot verzet staat nog open! Het tarief is naar
wij meenen thans 1 gulden.
t, DOODELIJK ONGELUK TE
CALLANTSOOG.
Een ernstige zaak na de pauze.
Dood door schuld ten laste gelegd.
De 24-jarige vischknecht Joh. Z. te Helder
stond terecht ter zake een zeer ernstig
schuldmisdrijf. Op 6 Maart op den Rijksweg
onder Callantsoog, omtrent 6 uur met zijn
vrachtauto rijdende, had hij het ongeluk een
jongmensch. genaamd Ryer Bas. dat met zijn
neef Cornelis Paarlberg ter rechterzijde, ge
heel rechts van den weg reed, onder het
achterop en voorbij rijden zoodanig te tref
fen, dat den wielrijder nagenoeg het hoofd
werd verpletterd en gezegde Rijer Bas aan
deze hevige verwondingen den volgenóen
dag overleed.
De verdachte, aan wien was telaste gelegd,
dood door schuld, werd juridisch bijgestaan
door mr. P. Langeveld, advocaat te Alkmaar.
Een vijftal getuigen werden in deze zaak ge
hoord, doch dr. Hulst, de justitie-deskundige,
was door ambtsbezigheden verhinderd.
De neef Cornelis Paarlberg verklaarde, dat
de verdachte na het ongeluk gezegd had, den
wielrijder niet te hebben opgemerkt.
De verdachte erkende een aanrijding te
Vi-rtKon n-pha^ iiik met den humper.
Hij haalde nog zoo veel mogelijk links uit,
doch kon de aanrijding met voorkomen Hij
ontkende voorts met groote snelheid te hebben
gereden.
De reflector op de rijwielen waren door
verdachte niet opgemerkt. Het rijwiel was
door den auto meegesleurd.
De president was de meening toegedaan,
dat die reflectors geen voldoende waarborg
voor veiligheid geven.
De vrachtrijder D. K. Bleeker had in zijn
vrachtauto kort voor het ongeluk de twee
wielrijders ontmoet. Ook had hij opgemerkt
de vischauto van verdachte. Voorts had hij
gezien, dat een vuurstraal langs den weg
schoot en een der wielrijders was verdwenen.
Hij wist niet of de auto van den verdachte
was doorgereden.
De vischknecht Verblauw, die zich bevond
in de cabine van den vischauto, verklaarde,
dat 40 K.M. werd gereden. Er werd vervoerd
een last van 1900 K G. haring. De tegemoet-
rijdende auto's voerden verblindende verlich
ting en getuige zag de twee wielrijders pas
op pl.m. 15 M. Van de reflectors had getuige
niets gezien. Verdachte week naar links uit,
maar blijkbaar niet voldoende. Later had
getuige aan den weg een jongen man zien
hggen. Verblauw schreef het ongeluk toe aan
de verblindende verlichting der tegenliggers.
Ten slotte werd gehoord burg. T. A. C. J.
Vroom uit Juliapadorp, gem. Helder Deze
had den ongelukkige op den weg aangetrof
fen en het zwaar beschadigde rijwiel in beslag
genomen.
Bij remproef met de vrachtauto bleek, dat
de remmen niet voldoende effect gaven. Het
remspoor gaf slechts één wiel aan op den
linkerkant van den weg. Het lijk had getuige
den volgenden dag in beslag genomen en
overgedragen aan dr. Hulst ten behoeve van
de sectie.
Na een overzicht te hebben gegeven van
het droevige ongeval, kwam de officier in zijn
requisitoir tot de meening, dat dit ongeluk
voorkomen had kunnen worden, indien door
verdachte op het critieke moment met de ge
boden voorzichtigheid had gereden. Het is on
verantwoordelijk om onder de werking van
een verblindende verlichting: met een nood
lottige en roekelooze snelheid van 35 a 40
K.M. door te rijden. De officier schilderde in
sterke kleuren de ellende, die door een derge
lijk ongeval kan ontstaan. Er wordt maar
raak gereden door chauffeurs, die zelfs de
meest elementaire kennis missen. Er moet een
eind gemaakt worden aan een dergelijke
maar raak rijderij, concludeerde de officier,
alvorens ter zake dit ernstige feit te vorderen
2 maanden hechtenis. Ontzegging van het
recht om motorrijtuigen te besturen wilde de
officier in casu niet requireeren, omdat de
bestuurder daardoor in zijn broodwinning
zou worden benadeeld. Beter was het, hem
zelf aan den lijve te straffen.
Mr. Langeveld sprak een woord van deer
nis uit met het jeugdige slachtoffer, mede op
verzoek van verdachte en zijn vader.
Pleiter gaf voorts een beeld van de pioeilijk-
heden, die de automobilist op den rijweg
moet meemaken. Het onvoldoende der reflec
tors werd voorts door verdediger aange
roerd. Pleiter ontkende voorts dat verdachte
„mir nichts dir nichts" zou hebben gereden,
integendeel was pleiter van oordeel, dat de
verdachte zooveel mogelijk had getracht, zijn
plicht te doen en dat een goed woord voor
hem kon worden gesproken. Ook het rijden
der wielrijders naast elkander was riskant en
kon verdachte dechargeeren. Ten slotte ver
zocht pleiter verdachte niet de gevangenis in
te zenden. Er volgde nog eenig debat, al
vorens de behandeling werd gesloten.
HOOGER BEROEP VEROORDEELING
OVERTREDING ART. 22 MOTOR- EN
RIJWIELWET.
In eerste instantie was de 46-jarige te
Heiloo geboren en te Wervershoof wonende
expediteur Petrus Br. door den kantonrech
ter te Medemblik veroordeeld tot 25 boete
of 25 dagen hechtenis, benevens betaling der
aangerichte schade ad 6.95 naar aanleiding
van het feit, dat hij op 14 October op den
Dijkweg onder Wevershoof met zijn vracht
auto een aanrijding had veroorzaakt met een
dito rijtuig, bestuurd door den heer W.
Koomen en bovendien tegen eenige op dien
auto geplaatste druivenkisten was opge
reden.
De veroordeelde kwam van het vonnis in
hooger beroep en werd thans verdedigd door
mr. Wynne, advocaat en procureur te Alk
maar.
De gedagvaarde getuigen W. Koomen en
Th. Haakman bleker- niet aanwezig te zijn.
Hiervan werd acte gevraagd en verleend.
Voor den officier was het thans moeilijk
requisitoir te nemen, derhalve verzocht de of
ficier aanhouding der zaak tot Dinsdag 28
Juni a.s.
Deze beschikking werd door de aanwe
zigheid der getuigen later weer geannuleerd
en met de behandeling voortgegaan.
In deze weinig beduidende zaak vorderde
de officier vrijspraak, 'n conclusie, waarmede
de verdediger zich maar al te gaarne
vereenigde.
TWEEDE OPTREDEN VAN VORIGE
VERDACHTE.
De heer Petrus Br., bekend uit de vorige
zaak, was ook dcci den kantonrechter te
Medemblik veroordeeld tot f 25 boeste of 25
dagen hechtenis, benevens f 46 schadever
goeding ter zake een gepleegde aanrijding
met een wielrijdster, gepleegd op 25 Novem
ber te Abbekerk. Veroordeelde was ook van
dit vonnis in hooger beroep gekomen en be
weerde thans dat hij dien bewusten persoon
niet kon zijn geweest. Hij had wel door Ab
bekerk gereden, doch dit gebeurde omstreeks
acht uur, op weg naar de We ere, terwijl het
feit, hem ten laste was gelegd, omtrent kwart
voor negen was gebeurd.
Ook hier werden eenige getuigen gemist,
doch aangezien de getuigen in de vorige zaak
waren gearriveerd, besloot men eerst maar
weer de druivenkistenzaak te behandelen. In
middels waren ook de andere getuigen bin-
nengeloopen. Het scheen, dat het geheele
stelletje in de metropool Alkmaar verdwaald
was geraakt. In plaats van op den Geester
singel kwamen zij bij de Groote Kerk terecht,
Irren ist menschlich.
Na de succesvolle behandeling der drui-
venkistjeszaak werd met de wielrijdstei mej.
Corn. Agatha Nobel voortgegaan en deze
dame beweerde, dat zij, hoewel zij reeds voor-
VI!A€HTWA«fiaSS
O MNIIMISSHS!
van de oude gerenommeerde
Europeesche Vrachtwagenfabriek
twportrlce
N V N fNOlMMTS *UTOMO«ieiMA*®jn
DCN HAAG AMST30AN
•UDMUUtG
zichtigheidshalve in het gras reed, toch werd
aangereden. Haar kous was beschadigd en
ook haar rijwiel. Het was de auto van Br.,
doch hem zelf had zij niet herkend. Overigens
was deze getuige weinig pertinent in haar
verklaringen.
Mej. Nobel, gehuwd met den heer P.
Haker, kaasmaker te Abbekerk, gai een leven
dige beschrijving van haar onaangenaam
avontuur en reclameerde opnieuw 46 ver
goeding voor nieuwe mantel, japon en
kousen, waartegen de president bedenkingen
koesterde, omdat het niet aanging gedragen
kleederen als gloednieuw in rekening te bren
gen. De heer Br. was bereid, bij eventueele
veroordeeling, de helft van bovengemeld be
drag te vergoeden.
De landbouwer de Leeuw had de aanrijding
gezien en den auto van verdachte herkend. De
naam van Br. stond voorop: P. Br., Ouder-
dijk. Deze getuige had zijn oogen goed den
kost gegeven en was een bezwarende getuige
voor den verdachte.
Rijksveldwachter Kamp had de zaak on
derzocht en gaf dienaangaande verslag. Het
fietsspoor was zuiver uiterst rechts.
De officier vorderde 25 boete of 25 dagén
hechtenis met last tot vernietiging van het
door den kantonrechter uitgesproken von
nis.
Door mr. Wynne werd betoogd onder aan
voering van verschillende redenen, dat de aan
verdachte te laste gelegde aanrijding niet
wettigen overtuigend was bewezen, wes
halve pleiter vrijspraak concludeerde. Be
sloten werd de zaak aan te houden, ten einde
alsnag de heeren P. Langedijk en Boots op
28 Juni te hooren.
VORDERING TOT OMZETTING
EENER VOORWAARDELIJKE
STRAF.
De laatste zaak der omvangrijke zittings-
rol was gewijd aan een rondzwervend reclas-
sant, 'n wonwagenbewoner H. W. P. uit
Heerhugowaard, thans zonder bekende woon-
of verblijfplaats, die een der bijzondere
voorwaarden had overtreden en dus gevaar
liep de hem opgelegde gevangenisstraf te
moeten ondergaan. Uit de verklaringen van
den heer J. F. Beijerink, directeur van het
Huis van Bewaring en secretaris van het ge
nootschap tot zedelijke verbetering, kon hier
echter worden verondersteld, dat de ten
laste gelegde overtreding der bijz. voorwaar
den niet in de eerste plaats aan den voorw.
veroordeelde moest worden tenlaste gelegd.
Gevolgd werd aan ook het zeer verstandige
advies van den heer Beijerink, om de ten uit
voerlegging op te schorten en persoonlijk
contact met den reclassa-nt te zoeken. De
officier zal dus in het algemeen politieblad
verzoeken bedoelden persoon aan te houden
en voor te geleiden.
Hierna sluiting der zitting, die nagenoeg
den geheelen dag had geduurd.
DE STEEDS PARATE TOEZIENDE
VOOGD OP HET ACHTER
BANKJE.
Het is vermakelijk, welke spitsvoudigheden
soms door wetsovertreders worden aange
wend met het doel, den strafrechter een rad
voor de oogen te draaien!
Er wordt wel eens gesproken van domme
Hollanders, doch in de hiervoren bedoelde
kunstvaardigheid komen de edele zonen van
het volk in de lage landen, ontwoekerd aan
de baren, ernstig in aanmerking voor een
„prix d'ecxellence".
Zooals dezer dagen weer duidelijk naar
voren kwam op de politiezitting bestemd voor
behandeling van belastingzaken.
De chauffeur W. J. D. uit Amsterdam,
waar men al bijzonder goed is getraind in de
knepen van het recht, had zich te verant
woorden ter zake het feit, cat hij, op 11 Juni
te Schoorl aangehouden, op de eerste vorde
ring niet had kunnen toonen een wettig be
wijs van betaalde wegenbelasting-
Het was ook 'n onzinnige vraag van den
belastingambtenaar, want de chauffeur had
zoo'n kaart eenvoudig niet en de oorzaak van
dit gemis kwam hij nu oen politierechter per
soonlijk eens mededeelen en waarvoor hij ter
versterking had medegebracht twee getuigen
a décharge, de chauffeur Cohen en zekere
heer Siezen, die zich aandiende als een
familielid van den nalatigen wegenbelasting
betaler en werd gepreciceerd als 'n achterneef
van zijn broers vrouw's stiefmoeder. Een fa
milieraadsel niet zoo a Ia minute op te lossen,
doch waarvan de politierechter wel zooteel
snapte, dat het geen bezwaar opleverde om
den eed, als getuige af te leggen. De ver
dachte heer D. antwoordde op de desbetref
fende vraag van den politierechter dat hij
wel niet in het bezit was geweest van een
belastingkaart. maar dat toch de belasting
eerlijk voor het rijtuig was voldaan. Hij had
echter den auto gekocht van den heer A.
Siessen, maar deze heer had verzuimd de
kaart te doqn overschrijven op den nieuwen
eigenaar.
De nieuwe bezitter moest zich evenwel nog
bekwamen in de autostuurmanskunst en reed
onder toezicht van gemelden heer Sietten, die
in 't bezit was geweest van belastingkaart en
andere onmisbare documenten, zooals rij-
nummer en weegbewijs.
De Ec:r Siessen, tot getuige a décharge
gepromoveerd, bevestigde plechtig deze ver
klaring. Hij bevond zich destijds in den auto
in zoodanige positie, dat hij ieder moment,
als het met de rijvaardigheid van den élève
misliep, kon ingrijpen.
De heer Siessen km afzwaaien en in zijn
plaats verscheen de heer Nehelia Cohen, die
eveneens op de wijze van zijn godsdienstige
gezindheid de voorgeschreven eed deponeer
de in handen des politierechters en daarop
verklaarde, dat hij destijds als mede-passa
gier in den auto had plaats genomen in de
auto naast den verdachte! En nu kwam het
mooie in de zaak!
De politierechter stak plots de ooren op als
een eervol ontslagen strijdros dat de krijgs
trompet hoort schetteren en vroeg verbaasd:
Wat vertel je me daar nou? En de vorige
getuige zat naast den verdachte, die leerde
chauffeeren, zoodat hij ieder oogenblik kon
ingrijpen! Dat klopt absoluut niet!
Och ja, ziet u deres hier, meneer de politie
rechter, repliceerde getuige Nephelia met een
dikken glimlach, meneer Siessen zat op het
achterbankje met z'n vrouw ziet U, want het
past toch niet he, dat ik daar achter naast de
vrouw van meneer Siessen zou gaan zitten
he? Maar het was geen gesepareerde koepee,
ziet U en meneer Siessen kon toch ieder
oogenblik ingrijpen, nie waar?
Was het een wonder, dat dit listige gekon
kel den officier in heibgen toorn deed ont
steken en hij gewaagde van een „poppen
kast" met het minderwaardige doel den
'i ,h*er te bedriegen?
Gelukkig voer den verdachte, werden geen
represaille maatregelen getroffen in den
vorm van een belangrijk br/waarde boete en
werd hij behandeld volgens* het minimum
tarief 5 boete subsidiair 5 dagen hechtenis.
POGING TOT DOODSLAG.
De rechtbank te Maastricht heeft gisteren
H. J. C., logementhouder in de Kwade-
vliegenstraat te Maastricht, ter zake van po
ging tot doodslag op Van der Slagt op Car
navalszondag tot negen maanden gevange
nisstraf veroordeeld. De eisch was twee jaar.
DE ZGN. PRIKPLANK-
Overtreding van de Loterijwet.
De groentehandelaar N H. te 's-Graven-
hage, heeft zich op 3 Maart j.1. voor den
kantonrechter, nu wijlen mr. Hollander, te
verantwoorden gehad, ter zake dat hij op 31
Juli 1931 in zijn winkel aan den Schimmel-
weg 112 aanwezig had gehad een plank,
voorzien van 576 gaatjes, beplakt met door
zichtig papier, in elk van welke gaatjes een
genummerd papiertje aanwezig was, zoo
danig opgevouwen, dat van buiten af niet
kon woraen waargenomen welk nummer dit
papiertje droeg. Daarbij behoorde een lijst,
waarop verschillende getallen voorkwamen,
achter welke de namen van diverse voorwer
pen ais toilet-artikelen, versnaperingen ed
vermeld waren.
Verdachte H. stelde nu voor het publiek de
gelegenheid open om tegen l>etaling van tien
cents per keer een gaatje in de plank door
te steken, waardoor daaruit een opgevouwen
papiertje werd te voorsehijngebracht. Bieek
dat dan na openvouwing toevallig een getal
te vermelden, dat eveneens voorkwam op de
lijst, dan was degene die dat papiertje had ge-
prfikt, winnaar van het op de lijst achter het
getal genoemde voorwerp.
Bij het prikken kon het publiek gebruik
maken van een in den winkel opgehangen
papier, een z.g. sleutel voor de oplossing van
de rekenprikplank.
Volgens de dagvaarding zou verdachte
aldus een loterij hebben aangelegd, in strijd
met de Loterijwet 1905.
De kantonrechter te Den Haag overwoog
o.m. in zijn vonnis, dat. wil er sprake zijn
van een loterij, de deelnemers geen over
wegenden invloed moeten kunnen oefenen op
het lot of eenige andere kansbepaling. Dit
element nu was niet bewezen en de kanton,
rechter had mitsdien niet de overtuiging ge.
kregen, dat de deelnemers geen overwegen
den invloed konden uitoefenen. Op dezen
grond wees de kantonrechter een vrijsprekend
vonnis, waarvan de ambtenaar van het O.M,
in appèl is gegaan.
Nadat de Haagsche rechtbank op 19 Mei
deze zaak had uitgesteld, ten einde een nader
rapport van den deskundige prof. dr. F.
Schuh, uit Delft in te winnen, kwam deze
zaak gistermiddag opnieuw in behandeling.
Mr. Hoekstra, die het O.M. waarnam,
meende na het deskundig rapport, en de mon
delinge toelichting, mede in verband met een
arrest van den Hoogen Raad, tot bevestiging
van het vrijsprekende vonnis te moeten con-
cludeeren.
De rechtbank zal over 14 dagen uitspraak
doen.
DIEFSTAL MET BRAAK.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft een
recidivist terzake van diefstal met braak in
het histologisch laboratorium aan de Sar-
phatistraat te Amsterdam, waar 139 wa-
ren ontvreemd, veroordeeld tot een jaar ge<
vangenisstraf.
Verdachte's onmiddellijke gevangen neming
werd tevens bevolen.
MEINEED.
De advocaat-generaal bij den Hoogen
Raad, mr. Wijnveldt, heeft gisteren conclusie
genomen in de zaak van F. S., die in hooger
beroep door het gerechtshof te 's-Gravenhage
is veroordeeld tot 1 Y jaar gevangenisstraf
wegens meineed, gepleegd in een echtschei
dingsprocedure te Rotterdam.
Mr. Wijnveldt concludeerde tot vernieti
ging van het arrest en tot verwijzing der zaak
naar een ander Hof.
Arrest 27 Juni. t'
DE DIEFSTAL MET BEDREIGING IN
DE LAAN VAN NIEUW-OOST-INDIE
TE 's-GRAVENHAGE.
1 De advocaat-generaal bij den Hoogen
Raad mr. Wijnveldt, heeft gisteren tot verwer
ping van het cassatieberoep geconcludeerd
van H. H. W. W., die door de rechtbank te
's-Gravenhage tot drie jaar en zes maanden
en in hooger beroep door het Haagsche Ho!
tot 2 jaar gevangenisstraf is veroordeelt
wegens pogingen tot diefstal met bedreiging,
gepleegd op 5 November van het vorige jaar
in een manufacturenhandel in perceel Laan
van Nieuw-Oost-Indië 67 te 's-óravenhage.
Arrest 27 Juni.
-
Na de pauze is de belangstelling op de
publieke tribune, die tijdens het verhoor van
de deskundigen al wat was afgenomen, weer
buitengewoon groot. Als haringen in een ton
gepakt staat het publiek op de tribune. Onder
hen is ook de vader van de twee vermoorde
jongens Kersten. Ook vóór het gerechtsge
bouw is het zeer druk. Een sterke politie
macht houdt het publiek op een afstand.
Onopvallend zijn de verdachten binnenge
bracht. Even rustig als vanmorgen zitten zij
op het bankje der beklaagden.
Weer wordt Dr. van Waegeningh voorge
roepen. De jas, waarop de bloedvlekken voor
komen, wordt aan den vader v. d. Elzen ver
toond. Hij geeft toe dat het kledingstuk aan
hem toebehoort. Ook enkele aanteekenboekjes
in zijn woning in beslag genomen, herkent
hij als zijn eigendom. In een der boekjes komt
de naam Roebroeckx voor.
De officier tot verdachte: Schreef je in dit
boekje bekeuringen en verkoopingen op Ai>
nadaal?
Verdachte: Ja, dat kwam wel voor.
Uit deskundige verklaringen blijkt nog dat
er op een der kleedingstukken ook aniline
inktvlekken aangetroffen zijn vlak in de na
bijheid van de uitgewasschen bloedvlekken.
Daarna komt het eerstgenoemde gemeen
schappelijk rapport van de drie deskundigen
aan de orde. Zij komen tot de conclusie, dat
Willem Kersten eerst door een kogel en
daarna door een schot hagel is getroffen.
Het verhoor van de deskundigen is hiermede
voorloopig ten einde.
S. Houtermans, wachtmeester der mare
chaussee te Echt wordt voor het hekje geroe
pen.
De president betuigt hem namens de recht
bank de volle tevredenheid over het gevoer
de eerste onderzoek ter plaatse.
De wachtmeester vertelt
De wachtmeester ve -üt onder welke om
standigheden de eerste «n van de mis-
285. Nou kan ik me weer aankleeden, zei Tuimeltje, tegen kik
ker Karei. En hij holde naar binnen en had in een wip alles
aangetrokken. Maar hoe schrok hij toen hij zag dat alles hem
veel te wijd was geworden. Hij zag er uit als een oude man,
heelemaal niet meer het vlugge kereltje. Met langzame passen
ging ie naar kikker Karei en de andere kikkers en zoodra deze
hem zagen, schaterlachten ze van plezier, want ze dachten dat
JuiUieltje een grjp_ wilde uitlaaien.
286. Het heele dorp was vol met lachende kikkers. Enkelen
van hen lagen met kramp op den grond. En teneinde raad gin
gen ze naar den apotheek om poeders te halen. Ze probeerden
zich onderweg heel ernstig te houden en zeiden geen woord te
gen elkaar, maar toen ze bij den apotheker aan de deur kwa-
men, begon hun lachbui opnieuw want,,##