Alkmaarsctie Courant. buitenland EEN HALF DOZIJN BEROEPEN. Donderd vier en dertigste Jaargang. DONDERDAG 23 JUNI gevonden voorwerpen. Nieuws uit België. DE MAXIMUM-SNELHEID, INSTELLING UIT DE OUDE DOOS Londensch aanteekenboek TAXI-CHAUFFEUR, $0 i46 1932 Aanwezig aan het Bureau van politie, langstraat en aldaar te bevragen op alle „erkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol gende voorwerpen als gevonden gedepo neerd op 15 tot en met 21 Juni 1932: puitsch leesboek; riempje; houten pijp; por temonnaie met sleutels; portemonnaie inh. kleingeld; sleuteltjes; handschoen; tasch in houdende patronen; lens fototoestel; belas- tingpDatje met étui; 1 pr. handschoenen. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 15 tot en met 21 Juni 1932: J. Weel, Egmondermeer 470, halsketting (kralen); Nassaugarage, Nas- gauplein, rentezegels; T. Winkelaar, Oudor- perdijkje 36, huissleutel; K. Kroon, Nieuw- «oortslaan 78, duimstok; H. Meijer, Drul- venlaan 38, heerenschoen; J. A. D. Witten- berns, Schermerweg 18, lap in papier; A. Windt, Druivenlaan 23, wit gekruld hondje; G. Tesselaar, Ropjeskuil 72, kindermantel tje; L. van Erkelens, Bagijnestraat 5, schijnwerper; J. Kraakman, Westdijk 4, huissleutel; Sukerman, Rippingstraat 12, badgoed; M. Lelie, Wagenmakerstraat 18, kindertaschje; A. Bierman, Uitenboschstraat 42, schort; P. v. d. Horst, Mosterdsteeg 2, Kantoor, portemonnaie met inhoud; H. de Boer, Augustijnesteeg 2a, duimstok; A Meel, Uitenboschstraat 36, kinderhoedje; H. A. Maas, Spoorstraat 56, portemonnaie met inhoud; J. M. v. d. Berg, Julianastraat 4, Plockworst; H. Ires, Westerweg 53, broche; a. Hike Breier, Mient 17, elestiek jakje; P. Heiland, Nieuwpoortslaan, bankbiljet; C Putter, Zeglis 7, sleutel aankettinkje; J. Jonker, Verdronkenoord 3, gewicht; A. de Jong le Kabelstraat 19, belastingmerk in étui; A. Oudes, Langestraat 18, broche; J Smit, Kennemerstraatweg 1, R. K. kerk boekje; Mej Bek, Korte St. Josephstraat 3, 1 pr. handschoenen; E. G. Boots. Limmer- hoek 18, zwarte damehoed; T. van 't Veen, Eikelenbergstraat 106, rijwielbelastingmers aan touwtje; P. Vennik, Gedempte Nieuwe sloot 27, 1 pr. dameshandschoenen; S. J. Sieuwerts, Augustijnesteeg 3, 1 kist aardap pelen; G. F. Glotzer, Bergerweg 54, zwart hondje met bruine pooten; M Pater, Wog- numsche buurt 10, portemonnaie met in houd; K. de Groot, Zeglis 56, rozenkrans; S. Vreken, Ritsevoort 26, gebreid haasje (pop); A. Bragonje, Friescheweg 12, kist met aardappelen. Wanneer men weder in het bezit is van het verloren voorwerp, wordt men verzocht hiervan kennis te geven aan het Bureau van politie. Uit de Brusselsche onderwereld. De „Club des 13", een syndicaat van gouterneurs met een advocaat als juridisch raadgevers oefent een ware terreur. Vertegenwoordigers te Antwerpen, Gent, Spa en Ostende. Brussel heeft zijn onderwereld, zooals Ber- fijn en Parijs en Londen. Zijn wereld waar hartstocht en geweld in al hun vormen den hoofdtoon aangeven. Niet het geboefte dat 's nachts in appartementen inbreekt, eenzame vrouwen overvalt of met revolver en mes kas siers neervelt en berooft. Dit is het uitschot van de onderwereld, de lagere klasse. Wat wij bedoelen is de „hoogere" klasse, zij wier leven van vadsigheid buiten de wet staat, wier „werk" het is alle lagere instincten in den mensch te exploiteerenhandelaars in „coco", exploitanten van geheime speelholen, soute neurs. Het is een wereldje op zichzelf dat, het mag wel worden gezegd, te Brussel, zonder veel last te ondervinden, leven kan. Niet heelemaal ongemoeid, maar met zooveel kan sen om aan de politie te ontsnappen dat men gerust aannemen kan dat Brussel bij de in- ternatonale corporatie van gangsters, om de heeren zoo te noemen, als een plaats van pais en vrede, is aangeschreven. De periodieke schoonmaak, die de politie onderneemt, is niet doelmatig genoeg om de stad te zuiveren juist van dit volkje dat zich, behendig, in schijn weet te gedragen naar de wettelijke voor- schriften en waartegen de overheid onmach tig staat. De stad Brussel beschikt over een recherchedienst, dien zij zelf bekostigt. He parket te Brussel heeft een beproefd korps van rechercheurs met een ijzeren discipline De gendarmerie te Brussel heeft een a'dee- ling die uitsluitend werkt om de gevaar ij"Kt elementen van de bevolking te bewaken, - wijl ook de algemeene süreté samenwerkt om vooral de vreemdelingen in de gaten te om den. Doch dit is nog lang niet voldoende om de bedrijvigheid van de in het geheim werkJ;"' de bandieten te onderdrukken. En zoo is - -1 de politie nooit gelukt de tastbare bewijzen i •handen te krijgen van het bestaan van „Club des 13", dat een waar syndicaat was, en meer dan waarschijnlijk, nog is vaji sou neurs. De „Club des 13" had den vorm aangeno men van een private club en had een oflcki- dak gevonden in een gebouw nabij ne Noordstation. De witte lichtbol voor de deur was als een magneet, die alles tot zich trok wat in de onderwereld zijn brood „verdient Op zekeren dag werd er gevochten en ge schoten, na een twist. Een anderen dag ging er het akeliger toe. Een van de trouwe be zoekers van het clublokaal, een vreemdeling, kreeg bezoek van een onbekende. Deze liet zich door een bediende aanmelden. Er werd even getwist. Toen weerklonken revolver schoten. De bezoeker had den andere neerge schoten en was gevlücht. Het slachtoffer leef de nog. Aan de politie weigerde hij te zeggen wie zijn aanrander was en hij nam het ge heim met zich in het graf. Deze aanslag was de wraakoefening van de „Club des 13". Net als in een roman van allace. De „Club des 13" eischte naleving van haar statuten, of anders was het orde woord „zigouillé". Vreeselijke statuten, als an slavenhandelaars. Het syndicaat had zich m '|5xP'°''al'e" van de Brusselsche „straat- markt' verzekerd en alle souteneurs waren gehouden zich als lid te laten inschrijven, terwijl een van de meisjes, dat zich onafhan kelijk wou houden, zoo geterroriseerd werd, dat zij er spoedig het bijltje bij moest neer leggen en zich gedroeg volgens de voorschrif- ten van het syndicaat. Dat kwam voor haar hoofdzakelijk hierop neer, dat zij zich onder de „bescherming" moest plaatsen van een lid van het syndicaat en zonder diens toestem ming in geen betrekking mocht treden ten opzichte van een ander lid van de broeder schap. Want deze heeren beschouwen zich als de rechtmatige eigenaars van de meis jes. Zij zelf waren gehouden een bijdrage te betalen aan de kas. In ruil genoten zij verder nog allerlei „voordeelen". Wanneer zij zon der meisje waren kregen zij adressen van „interessante gevallend Zelf konden zij adressen bekomen om het meisje van de hand te doen, wanneer zij het minder interessant begonnen te vinden. En dit tegen een vast minimum tarief. Maar als grootste voordeel genoten zij van de terreur die het syndicaat verspreidde en hadden zij de zekerheid, dat zij financieel goed werden gediend. Want het syndicaat had ook vertegenwoordigers te gent, te Antwerpen, te Ostende, te Spa. In elk geval moesten de slachtoffers opnieuw in hun handen vallen. En in elk geval van last met de politie was het syndicaat er om de pro ceskosten te dragen, om den gearresteerde uit de gevangenis te houden, kortom als een bondgenoot in den nood. Een vereeniging voor onderlingen bijstandWij zullen er niet nader op ingaan. Het is pas na de aanslagen, dat de politie er is achter gekomen door de bekentenis va:: een der meisjes aan een harer indicateurs, dat een dergelijke club bestond. En op zekeren dag werd een groote operatie verricht. De recherche van het parket deed bij liet ochtend krieken een inval in de woningen van de als leden aangeduide personen, in het clublokaal, bi' den voorzitter en secretaris. De advocaat werd ongemoeid gelaten. Men had de hoop c!e briefwisseling en de documentatie van de bende in handen te krijgen. Maar de opzet mislukte. In plaats van allen te kunnen* be schuldigen van een sj>eciaa! vergrijp, in ver eeniging gepleegd, moest het parket zich ver genoegen met enkelen te a reestee ren, op grond van „vagabondage spécial", speciale Iandlooperij, dat een delict is, hetwelk ten laste gelegd wordt van alle souteneurs, waar van hen bewezen is dat zij als zoodanig leven Het was een „chic" gezelschap dat voor den politierechter defileerde. De meesten be schikten over een zware zes-cyünder auto om naar het gerechtshof te komen. Maar van al de slachtoffers", die voor den politierechter defileerden, was er niet een, die haar vroe gere verklaringen, tijdens het onderzoek, af gelegd in het kabinet van de commissarissen, durfde herhalen. Zij verklaarden precies het tegendeel. Zoo sterk was de terreur. Slechts een paar van de beschuldigdén konden in deze omstandigheden voor een tweetal jaren naar de strafkolonie van Merxplas worden gestuurd. Schijnbaar heeft de club opge houden te bestaan. Dat is een van de zijden van de Brusselsche onddtwereldbedrijvigheid. Cocaïne-, morphine- en alcoholhandel is er een andere. Maar hierover vertellen we een anderen keer. (Door een bijzonderen medewerker). Elke automobilist kent de hatelijke gele bordjes aan het begin van de mees te gemeenten van ons land. Iedereen kent ook den autoval: 2 veldwachters op een bepaalden afstand van elkander, de laatste met een chonometer gewa pend. In moderner uitvoe ing bestaat een autoval uit één agent, met een Waltman-Sirks-kijker bewapend. En tenslotte zien we somtijds langs den weg een spannende race tusschen de motorpolitie en een automobilist, die iets te snel gereden heeft. Al dadelijk blijkt daaruit, hoe onlogisch die maxi mum-snelheid eigenlijk is,-want de mo derne automobiel is véél veiliger, dan een motor met zijgpan. De politie moet dus in veel sterkere mate de veiligheid in gevaar brengen, dan de overtreder! Wanneer de maximum-snelheid met de veiligheid te maken had, zouden trams, brandweerauto's e.d. óók niet sneller mogen rijden dan de limiet gedoogt! Een ander, onoverkomelijk bezwaar is hierbij, dat men geen rekening kan houden met den toestand van den auto, van den weg, of met de capaciteiten van den bestuurder. Of het nu druk is of stil op straat, of de kerk uitgaat dan wel het middernachtelijke uur geslagen heeft of de auto een aftandsch vehikel met afgesleten tweewielremmen dan wel een moderne „surbaissée" is (wellicht 300 veiliger!), of er een kruk achter het stuur zit, of een ervaren coureur dat alles doet er niets toe! Voorschrift is voorschrift en daarmee uit! We kunnen deze bepaling heelemaal niet meer „v, aardeeren", sedert de maximum snelheid in ons land binnen zulke rui me grenzen varieert. Sommige gemeen ten hebben een limiet van 20 K M per uur, andere gaan 100 hooger (b v Rotterdam). Neen. de tijd. die onze kun dige verkeerspolitie verknoeit met jacht maken op deze overtreders z heel wat beter besteed worden, wanneer zij zich kon toeleggen op stuur- en rem men-controles, of in het algemeen me een gesireng doch kundig en rationeel toezicht op werkelijke verkeersfouten. Is dus deze maximum-snelheid uit den booze, er bestaat een andere, en c" - heeft wél beteekenis. Doch het eigen aardige is, dat er op de naleving van c 1-atstbedoelde bepaling juist niet gelet wordt. Ik bedoel de snelheidslimieten, die voor zware vrachtauto s zijn vast gesteld in verband met schade aan den weg en de omgeving. Wanneer men we eens gemerkt heeft, hoe een huis staat f trillen wanneer er een viertonner voorbijrijdt, zal men dit met mij onbe- grD?zeJmïximumsnelheidsvoorschriften Deze maxirii htauto,g aang€g€Ven worden toegejuicht, maar daarmede be moeit men zich niet of ternauwernood. Het is zelfs voorgekomen, dat de dienst regeling van een autobusdienst ten dui delijkste aantoonde, dat de bussen, die nimmer sneller dan 30 K.M. mochten rijden, zich niet aan dit voorschrift konden houden zonder belangrijke ver traging te hebben! Ook dit onderdeel van het verkeersvraagstuk vraagt dus om spoedige en rationeel e voorzienin gen! CHOLERA IN TSJIFOE. _In de haven Tsjifoe is cholera uitgebroken 67 gevallen zijn geconstateerd, waarvan reeds 6 een doodeüjk verloop hadden. Volgens of- fiöeele Chineesche berichten is de cholera uit Zuid-China daarheen gebracht. Ook cholera in Sjanghai en Tientsin. Volgens een Russisch bericht uit Sjanghai is aldaar in de Chineezenwijk cholera uitge broken. Tot dusverre zijn ruim 120 personen door de ziekte aangetast. Ook in Tientsin heeft de ziekte slachtoffers gemaakt. ROTTERDAM—KAAPSTAD OVER LAND. Kapitein Malrns en zes metgezellen hebben een overland-record gevestigd op het traject RotterdamKaapstad. De mannen zijn te Kaapstad aangekomen na een reis van 15.300 mijlen. Vertrokken van Rotterdam zijn zij alleen den Bosporus „overgestoken". Dit is de eerste maal dat de geheele reis over land is gegaan. De expeditie, bestaande uit vier auto's, treiler en motorfiets, neeft monsters van Britsche goederen aangevoerd. Het moeilijkste gedeelte der reis was, naar de reizigers verklaarden, de tocht door de Lybische woestijn. De expeditie is een jaar geleden uit Londen vertrokken. De 15.300 mijlen afstand is afge legd in 145 rijdagen. VREESELIJKE VLOEDGOLF TEISTERT GUYUTLAN. Vermoedelijk meer dan 400 dooden. Uit Guadelaya wordt gemeld, dat Woens dagochtend een geweldige vloedgolf het bad plaatsje Guyutlan in den Mexicaanschen staat Colima heeft geteisterd. Villa's aan het strand, een nieuw badhotel en het pas vol tooide station werden door het water over stroomd en geheel vernield. Sommige huizeri werden volkomen weggespoeld. Toen de springgolf opkwam bevonden zich ongeveer 500 badgasten aan het strand. Men vreest, dat de meesten hunner zijn weggespoeld en verdronken. Tot nog toe zijn ruim 50 lijken geborgen. De burgemeester van Guyutlan heeft terstond assistentie gevraagd aan de autoriteiten van het nabijgelegen Manza- nillo. Twee korte aardbevingen gingen aan den springvloed vooraf. Ongeveer de helft van Guyutlan, dat aan de kust van den Stillen Oceaan is gelegen, is verwoest. HET GOUD VAN DE „EGYPT" GEBORGEN. Het Italiaansche bergingschip „Artiglio", dat reeds langer dan een jaar pogingen doet om de gezonken goudschat, ter waarde van Frs. 120000000 van boord van het in 1921, in de Golf van Biscaye gezonken s.s. „Egypt" te lichten, is daar gisteren eindelijk in ge slaagd. De duikers slaagden erin, de schat kamers van bet wrak te bereiken en met be hulp van een speciaal hiervoor gebouwde kraan 26 baren goud, ter waarde van Frs. 20000000 aan de oppervlakte te brengen. Van de opbrengst van het bergingswerk krijgt de Italiaansche bergingsmaatschappij 52 de Fransche regeering een bepaald bedrag aan rechten, terwijl de rest in handen komt van de Engelsche verzekeringsmaatschappij, die in 1921 de premie voor de Egypt uitbe taalde. SERVISCH RADICAAL LEIDER VERMOORD. De voormalige afgevaardigde in het Joego slavische parlement van de Servische radicale partij Wasa Popowitsj een der actiefste te genstanders van de dictatuur is dezer dagen door onbekenden doodgestoken. Zijn dood heeft in Servische kringen groote opwinding veroorzaakt, aangezien men er van over tuigd is, dat Popowitsj het slachtoffer is ge worden van een politieken moord. kabinetszitting staat in verband, met het ver trek van Sir John Simon naar Londen, die alvorens te Genève, het Engelsche standpunt ten aanzien van de Amerikaansche voorstellen wordt geformuleerd de zaak uitvoerig met zijn collega's in het kabinet zal bespreken. (Van onzen eigen correspondent). CHINEESCHE BENDEN DOOR JAPANSCHE VLIEGTUIGEN GEBOMBARDEERD. Japansche vliegtuigen hebben bommen ge worpen, op een bende Chineesche bandieten, naar schatting 700 man groot, die zich op hield in de nabijheid van Soesjoeng. Naar wordt medegedeeld, werden de bende groote verliezen toegebracht. HET VATICAAN EN DE VOOR STELLEN VAN HOOVER. Gisteren verklaarde de pauselijke staats secretaris van het Vaticaan, kardinaal Pacelli, dat elk initiatief van welke zijde ook, om con crete resultaten op het gebied der ontwape ning te bereiken door den heiligen stoel met groot welgevallen werd begroet. Het Ame rikaansche voorstel is een grootsch gebaar en van het grootste belang. ENGELSCHE KABINETSZITTING INZAKE DE VOORSTELLEN VAN HOOVER. Het Engelsche kabinet is voor morgen 1 (Vrijdag) in een buitengewone zitting bijeen i geroepen, ter bespreking van de ontwape- ningsvoorstellen van president Hoover. De Engeland en Ierland. Het heeft er allen schijn van dat De Valera de Britsche regeering tot onderhandelen heeft uitgenoodigd met het doel haar ten duidelijk ste te doen weten, door het persoonlijk woord, dat hij geen streep van zijn standpunt wil afwijken. Op zulk een grondslag kan on derhandeling, die altijd een proces moet zijn van toegeven aan beide kanten, tot niets lei den. De „Morning Post" is er zoo boos over dat de pagina's van het blad, welke het Ier- sche nieuws bevatten, met het woord „hoax" (fopperij of bedriegerijzijn bezaaid. De bit tere teleurstelling over de mislukking der be sprekingen is geenszins tot dit ultra-conser vatieve blad beperkt. Zij is integendeel alge meen en misschien in Ierland nog grooter dan in Engeland. Toch was de hoop op suc ces van stonde af aan zwak. En ze werd zwakker toen De Valera aan den vooravond van de onderhandelingen te Londen in zijn Senaat verklaarde dat zijn standpunt en dat van zijn collega's met betrekking tot de eeds kwestie onveranderd was gebleven. De pre sident van den Ierschen Vrijstaat is een dog matisch man en daarom een slecht onderhan delaar/De hoop, welke ten aanzien van de uitkomst der conferentie te Londen bestond, was voornamelijk gebaseerd op den gedach- tengang, dat de door De Valera zelf ingezet te onderhandelingen geen raison d'etre had den indien hij niet een uitweg zag in een compromis dat hemzelf voor oogen stond. Maar deze gedachtengang hield geen reke ning met den persoon van den president, die geen tacticus en geen politicus is maar wel een fanaticus, overtuigd van zijn recht, over tuigd ook van het onrecht, dat Engeland tot dezen dag toe Ierland blijft aandoen. Dat is een overtuiging, welke in zijn hoofd als ge metseld is en het is een kras voorbeeld van de onvruchtbaarheid van het idee fixe. Men heeft hooren uitleggen dat De Valera met de inleiding van de onderhandelingen tusschen hem en de Britsche ministers een tactischen zet heeft willen doen, dat men te doen heeft met een berekenenden stap, be doeld om hen in Ierland het zwijgen op te leggen die zijn starre eigenzinnigheid tegen over Engeland en zijn negatie van dit land als mede-onderteekenaar van het Britsch-Ier- sche Verdrag afkeuren. Hij zou de onderhan delingen zijn begonnen schijn-onderhan- delingen dan om te kunnen zeggen: Zie je nu wel, daar in Londen is de geest nog even imperialistisch, nog even heerschzuch- tig, nog even bemoeizuchtig als altijd; er is geen land met die menschen te bezeilen. Die uitlegging zal wel verkeerd zijn. Zij die De Valera het best kennen en het is niet zoo moeilijk hem te kennen indien men maar a priori beseft dat hij in samenstelling geheel verschilt van de gangbare soort poli tici en dat hij een zeer zeldzame vorm is van dit genus meenen dat hij de onderhande lingen wenschte omdat het geloof van den fanaticus in de zuiverheid van zijn zaak in hem brandt en omdat hij werkelijk over tuigd was dat hij de Britsche staatslieden de redelijkheid van zijn opvattingen zou kun nen doen beseffen. Als dat zoo is dan moet hij thans een van de meest teleurgestel de menschen zijn in Ierland. Hij heeft het echter aan zichzelf te wijten. Engeland of de Engelsche regeering heeft er zich loffelijk van onthouden op het hooge paard te gaan zitten. Geen overwegingen van nationale eer hebben het kabinet er van weerhouden minis ters onmiddellijk naar Dublin te sturen op uitrioodiging van den man, die nochthans met zooveel woorden was geteekend als een verdragsschender. Engeland's houding heeft zich gekenmerkt door grootmoedigheid ter wille van den lieven vrede. De Valera, aan wien te wijten is dat de vrede en d% harmo nie tuschen de twee landen, nu meer dan tien jaar volgehouden, weer zijn bedorven, heeft er klaarblijkelijk op geantwoord door nog eens woordelijk uiteen te zetten wat reeds schriftelijk drie maanden geleden was mede gedeeld, dat de eed van trouw aan den ko ning van Engeland, welken elk lid van het Vrijstaatparlement moet afleggen voordat hij aan den wetgevenden arbeid deel kan nemen, zou worden afgeschaft en dat de land-annui- teiten niet meer zouden worden betaald. Bei de maatregelen zijn contractueel aangegaan. De Valera heeft het onnoodig gevonden de andere partij van het contract zelfs recht streeks van zijn voornemen in kennis te stel len dat kwam eerst later). Hij heeft haar voor het voldongen feit willen stellen en met zijn eedsontwerp niet slechts den eed willen afschaffen maar het Britsch-Iersch verdrag een paskwil willen maken. Er is reden aan te nemen dat Engeland bereid is Ierland tegemoet te komen indien het grieven koes tert over den vorm van den eed of indien het van meening is dat de regeling van de betalingen der land-annuiteiten onrechtvaar dig is. Engeland heeft de laatste tientallen jaren veel geleerd, o.a. dat een houding van superioriteit tegenover de andere landen van het Britische Gemeenebest van Naties, zij Canada, Zuid-Afrika,Ierland, niet langer van dezen tijd is. Niet de grieven of de eischen van den Vrijstaat zijn voor Groot- Brittannië aanleiding geweest te verklaren dat het op de a.s. Conferentie te Ottawa niets met Ierand te doen wil hebben, dat het met dit land in geen fiscale verbintenissen kan treden. De aanleiding is geweest de houding van den President van den Vrijstaat zijn methode, welke de opvattingen van de tweede partij in het Verdrag heeft veronacht zaamd alsof ze niet bestonden of geen be staansrecht hadden. Met dat al blijft De Valera volhouden, vol strekt tegen alle uiterlijke manifestaties van zijn beleid in, dat hij althans op het oogen- blik de politieke verhouding van den Vrij staat tot Engeland niet wil veranderen en dat hij al evenmin voornemens is het Engelsch-lersch Verdrag te verloochenen. Zijn' redeneering is dat de geldigheid van het Verdrag met zijn eedsontwerp niet is ge moeid. Is het te verwonderen dat men er De Valera van beschuldigt dat hij, om een be kende Engelsche uitdrukking te gebruiken, tegelijkertijd „zijn cake wil behouden en op eten". Hoe zoekt de voordeelen van het ver band met het Britsche Rijk te conserveeren maar de verplichtingen, welke dat verband oplegt, te ontgaan. De voordeelen zijn voor Ierland zoo aanzienlijk (en voor Engeland niet onaanzienlijk) dat men moet hopen dat ze vroeg of laat De Valera tot inkeer zullen brengenen daarmee aan een conferentie tafel waar economische eischen zwaarder zullen wegen dan abstracte gevoelens. De Va lera's economische politiek (ook al extremis tisch in haar nationalisme) is gericht op de ontwikkeling van een vereenigd Ierland, dat voor zijn behoeften geheel van andere lan den onafhankelijk zal zijn. Zulk een politiek staat thans in de wijdere wereld aange merkt als funest voor aller welvaart. Afge scheiden van de vraag of een economische politiek met zulk een ambitieus doel ooit praktisch mogelijk zal blijken moet het in elk geval heel lang duren voordat deze toe stand van nationale „self sufficiency" zelfs redelijk zal zijn benaderd. En de vraag rijst hoe de meerderheid van het Iersche volk mtusschen aan zijn brood en zijn verdiensten zal komen, hoe de Iersche boer zal varen in dien zijn producten, die nu en vrij nagenoeg uitsluitend op de Britische markt komen, de behandeling zullen krijgen welke Engeland thans geeft aan versche groenten, primeurs en andere tuingewassen uit Nederland b.v en indien geen gewassen uit de andere Domi nions voorkeur niet alleen fiscale maar ook gevoelsvoorkeur zullen genieten op de Britsche markt. Door de beslissing van den Ierschen Se naat, die De Valera's eedsontwerp deerlijk heeft gehavend, zoo deerlijk dat de verwek ker het niet meer als zijn eigen geesteskind wil herkennen, is de urgentie van het Engelsch-lersch geschil nu wat opgeschort. Er is tijd voor verademing. Blijkens de jongste berichten is De Valera niet voorne mens alles op haren en snaren te zetten, d.w.z. verkiezingen te laten houden om zijn mandaat ten aanzien van de betrekkingen met Groot-Brittannië buiten kwestie te stel len. Overeenkomstig de consttutie zou het eedsontwerp in oorspronkelijken vorm nu eerst over achttien maanden wet kunnen worden. Hoe Ierland inmiddels in Ottawa zal handelen of er behandeld zal worden is een open vraag. Misschien dat overleg met andere Dominions er de Ieren tot andere ge dachten brengt. 6. Zaterdagmiddag half vier. De be stuurder van wagen 84, aan wien ik door de welwillende directie van de grootste taxi-onderneming ter stede voor den avonddienst ben toegevoegd, keurt mijn kleeding en mijn uniformpet, en geeft eenige aanwijzingen met behuip waarvan ik straks de dubbele beman ning van de „kar" tegenover de „jon gens" en eventueel ook tegenover de „vraehies" zal kunnen verantwoorden zonder gevaar te loopen te worden ont maskerd. „De jongens zullen niet weten hoe ze 't hebben, want zij zien nooit twee chauffeurs op één wagen." De 84 heeft een bestelling. We rijden naar het opgegeven adres, laden een heer in jaquet, diens vrouw en twee fibre koffertjes, en koersen in een flink tempo naar het station. Als mijn bege leider 90 ct. aan vracht en 30 ct. fooi heeft geincasseerd, en geconstateerd heeft, dat de gever daarvan vast een dagje naar buiten gaat, sluiten we ons aan de parkeerende file taxi's op het nabij gelegen plein, waar onze komst de jongens, die lui in hun wagens hangen of op de treeplanken zitten, klaar wak ker maakt, en zelfs tot eenige .activiteit P'ikkelt. De tweede man op de is de oorzaak. Hij is in het uiterlijk toch vrij kleurig en gevarieerd leven van den taxi-chauffeur, een onbekende factor, en hij dient onderzocht te worden. Opmerkingen als: „Motte we voortaan met een palfenier rije". „Mo je 't leeren maat", „Hè je wat aan je eigen wagen", „Die gooser moet zeker den weg leeren voordat ie in den nachtdienst komt", „Je hebt 't gouwe biessie (om de pet; een onderscheiding) al gauw"ont lokken ons korte verklaringen, die, zoo zij al geen algemeene oplossing brengen, toch een toestand van plaisante bevre diging onder de makkers van het waarschijnlijk nieuwsgierige gilde der stad scheppuen. De belangstelling in de 84 neemt spoedig af; een uur kan ik ongestoord met mijn gids van gedachten wisselen over den taxi-chauffeur en over het taxi-wezen, dat door samenwerking tusschen politie en taxi-ondernemingen gegroeid is tot een goed geordende, vei lige en voor het publiek bijna feilloos en goedkoop werkende instelling. Ik verneem, dat iedere chauffeur na eiken rit zijn wagenrapport moet in vullen. De rapporten worden door de politie herhaaldelijk onverwachts gecon troleerd, en zij voorkomen met den na genoeg geperfectioneerden, door de po litie verzegelden taxi-meter het geknoei, dat tot voor enkele jaren door den taxi chauffeur op kosten van 't publiek met ware virtuositeit werd gecultiveerd. Zonder slag heeft de taxi-chauffeur zich natuurlijk niet in het keurslijf der ge- regtementeerde orde laten rijgen Over het wagenrapport en over den verbeter den taxi-meter is dan ook menig taxi- man gestruikeld, hetgeen de op de been geblevenen niet weerhoudt om nu nog menige weemoedige nagedachtenis te wijden aan het verleden, dat voor den gewieksten chauffeur een soort roofvo- mantiek en vele voordeelige zaakjes in hield. Met smaak en verve weet de oude garde den voormaligen taximeter te schilderen, dat beste ding, dat alleen tijdens het vooruit rijden noteerde, en dat den op extra verdiensten belusten taxi-bestuurder na nachtelijke ritten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9