Alkmaarsctie Courant.
buitenland
EEN HALF DOZIJN BEROEPEN.
Donderd vier en dertigste Jaargang.
DONDERDAG 23 JUNI
gevonden voorwerpen.
Nieuws uit België.
DE MAXIMUM-SNELHEID,
INSTELLING UIT DE OUDE DOOS
Londensch aanteekenboek
TAXI-CHAUFFEUR,
$0
i46
1932
Aanwezig aan het Bureau van politie,
langstraat en aldaar te bevragen op alle
„erkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol
gende voorwerpen als gevonden gedepo
neerd op 15 tot en met 21 Juni 1932:
puitsch leesboek; riempje; houten pijp; por
temonnaie met sleutels; portemonnaie inh.
kleingeld; sleuteltjes; handschoen; tasch in
houdende patronen; lens fototoestel; belas-
tingpDatje met étui; 1 pr. handschoenen.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als
gevonden aangegeven op 15 tot en met 21
Juni 1932: J. Weel, Egmondermeer 470,
halsketting (kralen); Nassaugarage, Nas-
gauplein, rentezegels; T. Winkelaar, Oudor-
perdijkje 36, huissleutel; K. Kroon, Nieuw-
«oortslaan 78, duimstok; H. Meijer, Drul-
venlaan 38, heerenschoen; J. A. D. Witten-
berns, Schermerweg 18, lap in papier; A.
Windt, Druivenlaan 23, wit gekruld hondje;
G. Tesselaar, Ropjeskuil 72, kindermantel
tje; L. van Erkelens, Bagijnestraat 5,
schijnwerper; J. Kraakman, Westdijk 4,
huissleutel; Sukerman, Rippingstraat 12,
badgoed; M. Lelie, Wagenmakerstraat 18,
kindertaschje; A. Bierman, Uitenboschstraat
42, schort; P. v. d. Horst, Mosterdsteeg 2,
Kantoor, portemonnaie met inhoud; H. de
Boer, Augustijnesteeg 2a, duimstok; A
Meel, Uitenboschstraat 36, kinderhoedje; H.
A. Maas, Spoorstraat 56, portemonnaie met
inhoud; J. M. v. d. Berg, Julianastraat 4,
Plockworst; H. Ires, Westerweg 53, broche;
a. Hike Breier, Mient 17, elestiek jakje; P.
Heiland, Nieuwpoortslaan, bankbiljet; C
Putter, Zeglis 7, sleutel aankettinkje; J.
Jonker, Verdronkenoord 3, gewicht; A. de
Jong le Kabelstraat 19, belastingmerk in
étui; A. Oudes, Langestraat 18, broche; J
Smit, Kennemerstraatweg 1, R. K. kerk
boekje; Mej Bek, Korte St. Josephstraat 3,
1 pr. handschoenen; E. G. Boots. Limmer-
hoek 18, zwarte damehoed; T. van 't Veen,
Eikelenbergstraat 106, rijwielbelastingmers
aan touwtje; P. Vennik, Gedempte Nieuwe
sloot 27, 1 pr. dameshandschoenen; S. J.
Sieuwerts, Augustijnesteeg 3, 1 kist aardap
pelen; G. F. Glotzer, Bergerweg 54, zwart
hondje met bruine pooten; M Pater, Wog-
numsche buurt 10, portemonnaie met in
houd; K. de Groot, Zeglis 56, rozenkrans;
S. Vreken, Ritsevoort 26, gebreid haasje
(pop); A. Bragonje, Friescheweg 12, kist
met aardappelen.
Wanneer men weder in het bezit is van
het verloren voorwerp, wordt men verzocht
hiervan kennis te geven aan het Bureau van
politie.
Uit de Brusselsche onderwereld. De
„Club des 13", een syndicaat van
gouterneurs met een advocaat als juridisch
raadgevers oefent een ware terreur.
Vertegenwoordigers te Antwerpen,
Gent, Spa en Ostende.
Brussel heeft zijn onderwereld, zooals Ber-
fijn en Parijs en Londen. Zijn wereld waar
hartstocht en geweld in al hun vormen den
hoofdtoon aangeven. Niet het geboefte dat
's nachts in appartementen inbreekt, eenzame
vrouwen overvalt of met revolver en mes kas
siers neervelt en berooft. Dit is het uitschot
van de onderwereld, de lagere klasse. Wat wij
bedoelen is de „hoogere" klasse, zij wier leven
van vadsigheid buiten de wet staat, wier
„werk" het is alle lagere instincten in den
mensch te exploiteerenhandelaars in „coco",
exploitanten van geheime speelholen, soute
neurs. Het is een wereldje op zichzelf dat, het
mag wel worden gezegd, te Brussel, zonder
veel last te ondervinden, leven kan. Niet
heelemaal ongemoeid, maar met zooveel kan
sen om aan de politie te ontsnappen dat men
gerust aannemen kan dat Brussel bij de in-
ternatonale corporatie van gangsters, om de
heeren zoo te noemen, als een plaats van pais
en vrede, is aangeschreven. De periodieke
schoonmaak, die de politie onderneemt, is niet
doelmatig genoeg om de stad te zuiveren juist
van dit volkje dat zich, behendig, in schijn
weet te gedragen naar de wettelijke voor-
schriften en waartegen de overheid onmach
tig staat. De stad Brussel beschikt over een
recherchedienst, dien zij zelf bekostigt. He
parket te Brussel heeft een beproefd korps
van rechercheurs met een ijzeren discipline
De gendarmerie te Brussel heeft een a'dee-
ling die uitsluitend werkt om de gevaar ij"Kt
elementen van de bevolking te bewaken, -
wijl ook de algemeene süreté samenwerkt om
vooral de vreemdelingen in de gaten te om
den. Doch dit is nog lang niet voldoende om
de bedrijvigheid van de in het geheim werkJ;"'
de bandieten te onderdrukken. En zoo is - -1
de politie nooit gelukt de tastbare bewijzen i
•handen te krijgen van het bestaan van
„Club des 13", dat een waar syndicaat was,
en meer dan waarschijnlijk, nog is vaji sou
neurs.
De „Club des 13" had den vorm aangeno
men van een private club en had een oflcki-
dak gevonden in een gebouw nabij ne
Noordstation. De witte lichtbol voor de deur
was als een magneet, die alles tot zich trok
wat in de onderwereld zijn brood „verdient
Op zekeren dag werd er gevochten en ge
schoten, na een twist. Een anderen dag ging
er het akeliger toe. Een van de trouwe be
zoekers van het clublokaal, een vreemdeling,
kreeg bezoek van een onbekende. Deze liet
zich door een bediende aanmelden. Er werd
even getwist. Toen weerklonken revolver
schoten. De bezoeker had den andere neerge
schoten en was gevlücht. Het slachtoffer leef
de nog. Aan de politie weigerde hij te zeggen
wie zijn aanrander was en hij nam het ge
heim met zich in het graf.
Deze aanslag was de wraakoefening van
de „Club des 13". Net als in een roman van
allace. De „Club des 13" eischte naleving
van haar statuten, of anders was het orde
woord „zigouillé". Vreeselijke statuten, als
an slavenhandelaars. Het syndicaat had zich
m '|5xP'°''al'e" van de Brusselsche „straat-
markt' verzekerd en alle souteneurs waren
gehouden zich als lid te laten inschrijven,
terwijl een van de meisjes, dat zich onafhan
kelijk wou houden, zoo geterroriseerd werd,
dat zij er spoedig het bijltje bij moest neer
leggen en zich gedroeg volgens de voorschrif-
ten van het syndicaat. Dat kwam voor haar
hoofdzakelijk hierop neer, dat zij zich onder
de „bescherming" moest plaatsen van een lid
van het syndicaat en zonder diens toestem
ming in geen betrekking mocht treden ten
opzichte van een ander lid van de broeder
schap. Want deze heeren beschouwen zich
als de rechtmatige eigenaars van de meis
jes. Zij zelf waren gehouden een bijdrage te
betalen aan de kas. In ruil genoten zij verder
nog allerlei „voordeelen". Wanneer zij zon
der meisje waren kregen zij adressen van
„interessante gevallend Zelf konden zij
adressen bekomen om het meisje van de hand
te doen, wanneer zij het minder interessant
begonnen te vinden. En dit tegen een vast
minimum tarief. Maar als grootste voordeel
genoten zij van de terreur die het syndicaat
verspreidde en hadden zij de zekerheid, dat
zij financieel goed werden gediend. Want
het syndicaat had ook vertegenwoordigers te
gent, te Antwerpen, te Ostende, te Spa. In elk
geval moesten de slachtoffers opnieuw in hun
handen vallen. En in elk geval van last met
de politie was het syndicaat er om de pro
ceskosten te dragen, om den gearresteerde
uit de gevangenis te houden, kortom als een
bondgenoot in den nood. Een vereeniging
voor onderlingen bijstandWij zullen er
niet nader op ingaan.
Het is pas na de aanslagen, dat de politie
er is achter gekomen door de bekentenis va::
een der meisjes aan een harer indicateurs, dat
een dergelijke club bestond. En op zekeren
dag werd een groote operatie verricht. De
recherche van het parket deed bij liet ochtend
krieken een inval in de woningen van de als
leden aangeduide personen, in het clublokaal,
bi' den voorzitter en secretaris. De advocaat
werd ongemoeid gelaten. Men had de hoop
c!e briefwisseling en de documentatie van de
bende in handen te krijgen. Maar de opzet
mislukte. In plaats van allen te kunnen* be
schuldigen van een sj>eciaa! vergrijp, in ver
eeniging gepleegd, moest het parket zich ver
genoegen met enkelen te a reestee ren, op
grond van „vagabondage spécial", speciale
Iandlooperij, dat een delict is, hetwelk ten
laste gelegd wordt van alle souteneurs, waar
van hen bewezen is dat zij als zoodanig leven
Het was een „chic" gezelschap dat voor den
politierechter defileerde. De meesten be
schikten over een zware zes-cyünder auto om
naar het gerechtshof te komen. Maar van al
de slachtoffers", die voor den politierechter
defileerden, was er niet een, die haar vroe
gere verklaringen, tijdens het onderzoek, af
gelegd in het kabinet van de commissarissen,
durfde herhalen. Zij verklaarden precies het
tegendeel. Zoo sterk was de terreur. Slechts
een paar van de beschuldigdén konden in
deze omstandigheden voor een tweetal jaren
naar de strafkolonie van Merxplas worden
gestuurd. Schijnbaar heeft de club opge
houden te bestaan. Dat is een van de zijden
van de Brusselsche onddtwereldbedrijvigheid.
Cocaïne-, morphine- en alcoholhandel is er
een andere. Maar hierover vertellen we een
anderen keer.
(Door een bijzonderen medewerker).
Elke automobilist kent de hatelijke
gele bordjes aan het begin van de mees
te gemeenten van ons land. Iedereen
kent ook den autoval: 2 veldwachters
op een bepaalden afstand van elkander,
de laatste met een chonometer gewa
pend. In moderner uitvoe ing bestaat
een autoval uit één agent, met een
Waltman-Sirks-kijker bewapend. En
tenslotte zien we somtijds langs den
weg een spannende race tusschen de
motorpolitie en een automobilist, die
iets te snel gereden heeft. Al dadelijk
blijkt daaruit, hoe onlogisch die maxi
mum-snelheid eigenlijk is,-want de mo
derne automobiel is véél veiliger, dan
een motor met zijgpan. De politie moet
dus in veel sterkere mate de veiligheid
in gevaar brengen, dan de overtreder!
Wanneer de maximum-snelheid met de
veiligheid te maken had, zouden trams,
brandweerauto's e.d. óók niet sneller
mogen rijden dan de limiet gedoogt!
Een ander, onoverkomelijk bezwaar is
hierbij, dat men geen rekening kan
houden met den toestand van den auto,
van den weg, of met de capaciteiten van
den bestuurder. Of het nu druk is of stil
op straat, of de kerk uitgaat dan wel het
middernachtelijke uur geslagen heeft
of de auto een aftandsch vehikel met
afgesleten tweewielremmen dan wel een
moderne „surbaissée" is (wellicht 300
veiliger!), of er een kruk achter het
stuur zit, of een ervaren coureur dat
alles doet er niets toe! Voorschrift is
voorschrift en daarmee uit! We kunnen
deze bepaling heelemaal niet meer
„v, aardeeren", sedert de maximum
snelheid in ons land binnen zulke rui
me grenzen varieert. Sommige gemeen
ten hebben een limiet van 20 K M per
uur, andere gaan 100 hooger (b v
Rotterdam). Neen. de tijd. die onze kun
dige verkeerspolitie verknoeit met
jacht maken op deze overtreders z
heel wat beter besteed worden, wanneer
zij zich kon toeleggen op stuur- en rem
men-controles, of in het algemeen me
een gesireng doch kundig en rationeel
toezicht op werkelijke verkeersfouten.
Is dus deze maximum-snelheid uit den
booze, er bestaat een andere, en c" -
heeft wél beteekenis. Doch het eigen
aardige is, dat er op de naleving van c
1-atstbedoelde bepaling juist niet gelet
wordt. Ik bedoel de snelheidslimieten,
die voor zware vrachtauto s zijn vast
gesteld in verband met schade aan den
weg en de omgeving. Wanneer men we
eens gemerkt heeft, hoe een huis staat
f trillen wanneer er een viertonner
voorbijrijdt, zal men dit met mij onbe-
grD?zeJmïximumsnelheidsvoorschriften
Deze maxirii htauto,g aang€g€Ven
worden toegejuicht, maar daarmede be
moeit men zich niet of ternauwernood.
Het is zelfs voorgekomen, dat de dienst
regeling van een autobusdienst ten dui
delijkste aantoonde, dat de bussen, die
nimmer sneller dan 30 K.M. mochten
rijden, zich niet aan dit voorschrift
konden houden zonder belangrijke ver
traging te hebben! Ook dit onderdeel
van het verkeersvraagstuk vraagt dus
om spoedige en rationeel e voorzienin
gen!
CHOLERA IN TSJIFOE.
_In de haven Tsjifoe is cholera uitgebroken
67 gevallen zijn geconstateerd, waarvan reeds
6 een doodeüjk verloop hadden. Volgens of-
fiöeele Chineesche berichten is de cholera uit
Zuid-China daarheen gebracht.
Ook cholera in Sjanghai en
Tientsin.
Volgens een Russisch bericht uit Sjanghai
is aldaar in de Chineezenwijk cholera uitge
broken. Tot dusverre zijn ruim 120 personen
door de ziekte aangetast. Ook in Tientsin
heeft de ziekte slachtoffers gemaakt.
ROTTERDAM—KAAPSTAD OVER
LAND.
Kapitein Malrns en zes metgezellen hebben
een overland-record gevestigd op het traject
RotterdamKaapstad.
De mannen zijn te Kaapstad aangekomen
na een reis van 15.300 mijlen.
Vertrokken van Rotterdam zijn zij alleen
den Bosporus „overgestoken".
Dit is de eerste maal dat de geheele reis
over land is gegaan.
De expeditie, bestaande uit vier auto's,
treiler en motorfiets, neeft monsters van
Britsche goederen aangevoerd.
Het moeilijkste gedeelte der reis was, naar
de reizigers verklaarden, de tocht door de
Lybische woestijn.
De expeditie is een jaar geleden uit Londen
vertrokken. De 15.300 mijlen afstand is afge
legd in 145 rijdagen.
VREESELIJKE VLOEDGOLF
TEISTERT GUYUTLAN.
Vermoedelijk meer dan 400
dooden.
Uit Guadelaya wordt gemeld, dat Woens
dagochtend een geweldige vloedgolf het bad
plaatsje Guyutlan in den Mexicaanschen
staat Colima heeft geteisterd. Villa's aan het
strand, een nieuw badhotel en het pas vol
tooide station werden door het water over
stroomd en geheel vernield. Sommige huizeri
werden volkomen weggespoeld. Toen de
springgolf opkwam bevonden zich ongeveer
500 badgasten aan het strand. Men vreest,
dat de meesten hunner zijn weggespoeld en
verdronken. Tot nog toe zijn ruim 50 lijken
geborgen. De burgemeester van Guyutlan
heeft terstond assistentie gevraagd aan de
autoriteiten van het nabijgelegen Manza-
nillo.
Twee korte aardbevingen gingen aan den
springvloed vooraf. Ongeveer de helft van
Guyutlan, dat aan de kust van den Stillen
Oceaan is gelegen, is verwoest.
HET GOUD VAN DE „EGYPT"
GEBORGEN.
Het Italiaansche bergingschip „Artiglio",
dat reeds langer dan een jaar pogingen doet
om de gezonken goudschat, ter waarde van
Frs. 120000000 van boord van het in 1921, in
de Golf van Biscaye gezonken s.s. „Egypt"
te lichten, is daar gisteren eindelijk in ge
slaagd. De duikers slaagden erin, de schat
kamers van bet wrak te bereiken en met be
hulp van een speciaal hiervoor gebouwde
kraan 26 baren goud, ter waarde van Frs.
20000000 aan de oppervlakte te brengen. Van
de opbrengst van het bergingswerk krijgt de
Italiaansche bergingsmaatschappij 52 de
Fransche regeering een bepaald bedrag aan
rechten, terwijl de rest in handen komt van
de Engelsche verzekeringsmaatschappij, die
in 1921 de premie voor de Egypt uitbe
taalde.
SERVISCH RADICAAL LEIDER
VERMOORD.
De voormalige afgevaardigde in het Joego
slavische parlement van de Servische radicale
partij Wasa Popowitsj een der actiefste te
genstanders van de dictatuur is dezer dagen
door onbekenden doodgestoken. Zijn dood
heeft in Servische kringen groote opwinding
veroorzaakt, aangezien men er van over
tuigd is, dat Popowitsj het slachtoffer is ge
worden van een politieken moord.
kabinetszitting staat in verband, met het ver
trek van Sir John Simon naar Londen, die
alvorens te Genève, het Engelsche standpunt
ten aanzien van de Amerikaansche voorstellen
wordt geformuleerd de zaak uitvoerig met
zijn collega's in het kabinet zal bespreken.
(Van onzen eigen correspondent).
CHINEESCHE BENDEN DOOR
JAPANSCHE VLIEGTUIGEN
GEBOMBARDEERD.
Japansche vliegtuigen hebben bommen ge
worpen, op een bende Chineesche bandieten,
naar schatting 700 man groot, die zich op
hield in de nabijheid van Soesjoeng. Naar
wordt medegedeeld, werden de bende groote
verliezen toegebracht.
HET VATICAAN EN DE VOOR
STELLEN VAN HOOVER.
Gisteren verklaarde de pauselijke staats
secretaris van het Vaticaan, kardinaal Pacelli,
dat elk initiatief van welke zijde ook, om con
crete resultaten op het gebied der ontwape
ning te bereiken door den heiligen stoel met
groot welgevallen werd begroet. Het Ame
rikaansche voorstel is een grootsch gebaar
en van het grootste belang.
ENGELSCHE
KABINETSZITTING INZAKE DE
VOORSTELLEN VAN
HOOVER.
Het Engelsche kabinet is voor morgen
1 (Vrijdag) in een buitengewone zitting bijeen
i geroepen, ter bespreking van de ontwape-
ningsvoorstellen van president Hoover. De
Engeland en Ierland.
Het heeft er allen schijn van dat De Valera
de Britsche regeering tot onderhandelen heeft
uitgenoodigd met het doel haar ten duidelijk
ste te doen weten, door het persoonlijk
woord, dat hij geen streep van zijn standpunt
wil afwijken. Op zulk een grondslag kan on
derhandeling, die altijd een proces moet zijn
van toegeven aan beide kanten, tot niets lei
den. De „Morning Post" is er zoo boos over
dat de pagina's van het blad, welke het Ier-
sche nieuws bevatten, met het woord „hoax"
(fopperij of bedriegerijzijn bezaaid. De bit
tere teleurstelling over de mislukking der be
sprekingen is geenszins tot dit ultra-conser
vatieve blad beperkt. Zij is integendeel alge
meen en misschien in Ierland nog grooter
dan in Engeland. Toch was de hoop op suc
ces van stonde af aan zwak. En ze werd
zwakker toen De Valera aan den vooravond
van de onderhandelingen te Londen in zijn
Senaat verklaarde dat zijn standpunt en dat
van zijn collega's met betrekking tot de eeds
kwestie onveranderd was gebleven. De pre
sident van den Ierschen Vrijstaat is een dog
matisch man en daarom een slecht onderhan
delaar/De hoop, welke ten aanzien van de
uitkomst der conferentie te Londen bestond,
was voornamelijk gebaseerd op den gedach-
tengang, dat de door De Valera zelf ingezet
te onderhandelingen geen raison d'etre had
den indien hij niet een uitweg zag in een
compromis dat hemzelf voor oogen stond.
Maar deze gedachtengang hield geen reke
ning met den persoon van den president, die
geen tacticus en geen politicus is maar wel
een fanaticus, overtuigd van zijn recht, over
tuigd ook van het onrecht, dat Engeland tot
dezen dag toe Ierland blijft aandoen. Dat is
een overtuiging, welke in zijn hoofd als ge
metseld is en het is een kras voorbeeld van
de onvruchtbaarheid van het idee fixe.
Men heeft hooren uitleggen dat De Valera
met de inleiding van de onderhandelingen
tusschen hem en de Britsche ministers een
tactischen zet heeft willen doen, dat men te
doen heeft met een berekenenden stap, be
doeld om hen in Ierland het zwijgen op te
leggen die zijn starre eigenzinnigheid tegen
over Engeland en zijn negatie van dit land
als mede-onderteekenaar van het Britsch-Ier-
sche Verdrag afkeuren. Hij zou de onderhan
delingen zijn begonnen schijn-onderhan-
delingen dan om te kunnen zeggen: Zie
je nu wel, daar in Londen is de geest nog
even imperialistisch, nog even heerschzuch-
tig, nog even bemoeizuchtig als altijd; er is
geen land met die menschen te bezeilen.
Die uitlegging zal wel verkeerd zijn. Zij
die De Valera het best kennen en het is
niet zoo moeilijk hem te kennen indien men
maar a priori beseft dat hij in samenstelling
geheel verschilt van de gangbare soort poli
tici en dat hij een zeer zeldzame vorm is van
dit genus meenen dat hij de onderhande
lingen wenschte omdat het geloof van den
fanaticus in de zuiverheid van zijn zaak in
hem brandt en omdat hij werkelijk over
tuigd was dat hij de Britsche staatslieden de
redelijkheid van zijn opvattingen zou kun
nen doen beseffen. Als dat zoo is dan
moet hij thans een van de meest teleurgestel
de menschen zijn in Ierland. Hij heeft het
echter aan zichzelf te wijten. Engeland of de
Engelsche regeering heeft er zich loffelijk
van onthouden op het hooge paard te gaan
zitten. Geen overwegingen van nationale eer
hebben het kabinet er van weerhouden minis
ters onmiddellijk naar Dublin te sturen op
uitrioodiging van den man, die nochthans
met zooveel woorden was geteekend als een
verdragsschender. Engeland's houding heeft
zich gekenmerkt door grootmoedigheid ter
wille van den lieven vrede. De Valera, aan
wien te wijten is dat de vrede en d% harmo
nie tuschen de twee landen, nu meer dan tien
jaar volgehouden, weer zijn bedorven, heeft
er klaarblijkelijk op geantwoord door nog
eens woordelijk uiteen te zetten wat reeds
schriftelijk drie maanden geleden was mede
gedeeld, dat de eed van trouw aan den ko
ning van Engeland, welken elk lid van het
Vrijstaatparlement moet afleggen voordat hij
aan den wetgevenden arbeid deel kan nemen,
zou worden afgeschaft en dat de land-annui-
teiten niet meer zouden worden betaald. Bei
de maatregelen zijn contractueel aangegaan.
De Valera heeft het onnoodig gevonden de
andere partij van het contract zelfs recht
streeks van zijn voornemen in kennis te stel
len dat kwam eerst later). Hij heeft haar
voor het voldongen feit willen stellen en met
zijn eedsontwerp niet slechts den eed willen
afschaffen maar het Britsch-Iersch verdrag
een paskwil willen maken. Er is reden
aan te nemen dat Engeland bereid is Ierland
tegemoet te komen indien het grieven koes
tert over den vorm van den eed of indien
het van meening is dat de regeling van de
betalingen der land-annuiteiten onrechtvaar
dig is. Engeland heeft de laatste tientallen
jaren veel geleerd, o.a. dat een houding van
superioriteit tegenover de andere landen van
het Britische Gemeenebest van Naties, zij
Canada, Zuid-Afrika,Ierland, niet langer
van dezen tijd is. Niet de grieven of de
eischen van den Vrijstaat zijn voor Groot-
Brittannië aanleiding geweest te verklaren
dat het op de a.s. Conferentie te Ottawa
niets met Ierand te doen wil hebben, dat het
met dit land in geen fiscale verbintenissen
kan treden. De aanleiding is geweest de
houding van den President van den Vrijstaat
zijn methode, welke de opvattingen van de
tweede partij in het Verdrag heeft veronacht
zaamd alsof ze niet bestonden of geen be
staansrecht hadden.
Met dat al blijft De Valera volhouden, vol
strekt tegen alle uiterlijke manifestaties van
zijn beleid in, dat hij althans op het oogen-
blik de politieke verhouding van den Vrij
staat tot Engeland niet wil veranderen en
dat hij al evenmin voornemens is het
Engelsch-lersch Verdrag te verloochenen.
Zijn' redeneering is dat de geldigheid van
het Verdrag met zijn eedsontwerp niet is ge
moeid. Is het te verwonderen dat men er De
Valera van beschuldigt dat hij, om een be
kende Engelsche uitdrukking te gebruiken,
tegelijkertijd „zijn cake wil behouden en op
eten". Hoe zoekt de voordeelen van het ver
band met het Britsche Rijk te conserveeren
maar de verplichtingen, welke dat verband
oplegt, te ontgaan. De voordeelen zijn voor
Ierland zoo aanzienlijk (en voor Engeland
niet onaanzienlijk) dat men moet hopen dat
ze vroeg of laat De Valera tot inkeer zullen
brengenen daarmee aan een conferentie
tafel waar economische eischen zwaarder
zullen wegen dan abstracte gevoelens. De Va
lera's economische politiek (ook al extremis
tisch in haar nationalisme) is gericht op de
ontwikkeling van een vereenigd Ierland, dat
voor zijn behoeften geheel van andere lan
den onafhankelijk zal zijn. Zulk een politiek
staat thans in de wijdere wereld aange
merkt als funest voor aller welvaart. Afge
scheiden van de vraag of een economische
politiek met zulk een ambitieus doel ooit
praktisch mogelijk zal blijken moet het in
elk geval heel lang duren voordat deze toe
stand van nationale „self sufficiency" zelfs
redelijk zal zijn benaderd. En de vraag rijst
hoe de meerderheid van het Iersche volk
mtusschen aan zijn brood en zijn verdiensten
zal komen, hoe de Iersche boer zal varen in
dien zijn producten, die nu en vrij nagenoeg
uitsluitend op de Britische markt komen, de
behandeling zullen krijgen welke Engeland
thans geeft aan versche groenten, primeurs
en andere tuingewassen uit Nederland b.v
en indien geen gewassen uit de andere Domi
nions voorkeur niet alleen fiscale maar
ook gevoelsvoorkeur zullen genieten op
de Britsche markt.
Door de beslissing van den Ierschen Se
naat, die De Valera's eedsontwerp deerlijk
heeft gehavend, zoo deerlijk dat de verwek
ker het niet meer als zijn eigen geesteskind
wil herkennen, is de urgentie van het
Engelsch-lersch geschil nu wat opgeschort.
Er is tijd voor verademing. Blijkens de
jongste berichten is De Valera niet voorne
mens alles op haren en snaren te zetten,
d.w.z. verkiezingen te laten houden om zijn
mandaat ten aanzien van de betrekkingen
met Groot-Brittannië buiten kwestie te stel
len. Overeenkomstig de consttutie zou het
eedsontwerp in oorspronkelijken vorm nu
eerst over achttien maanden wet kunnen
worden. Hoe Ierland inmiddels in Ottawa
zal handelen of er behandeld zal worden is
een open vraag. Misschien dat overleg met
andere Dominions er de Ieren tot andere ge
dachten brengt.
6.
Zaterdagmiddag half vier. De be
stuurder van wagen 84, aan wien ik
door de welwillende directie van de
grootste taxi-onderneming ter stede
voor den avonddienst ben toegevoegd,
keurt mijn kleeding en mijn uniformpet,
en geeft eenige aanwijzingen met behuip
waarvan ik straks de dubbele beman
ning van de „kar" tegenover de „jon
gens" en eventueel ook tegenover de
„vraehies" zal kunnen verantwoorden
zonder gevaar te loopen te worden ont
maskerd.
„De jongens zullen niet weten hoe
ze 't hebben, want zij zien nooit twee
chauffeurs op één wagen."
De 84 heeft een bestelling. We rijden
naar het opgegeven adres, laden een
heer in jaquet, diens vrouw en twee
fibre koffertjes, en koersen in een flink
tempo naar het station. Als mijn bege
leider 90 ct. aan vracht en 30 ct. fooi
heeft geincasseerd, en geconstateerd
heeft, dat de gever daarvan vast een
dagje naar buiten gaat, sluiten we ons
aan de parkeerende file taxi's op het
nabij gelegen plein, waar onze komst de
jongens, die lui in hun wagens hangen
of op de treeplanken zitten, klaar wak
ker maakt, en zelfs tot eenige .activiteit
P'ikkelt. De tweede man op de is de
oorzaak. Hij is in het uiterlijk toch vrij
kleurig en gevarieerd leven van den
taxi-chauffeur, een onbekende factor,
en hij dient onderzocht te worden.
Opmerkingen als: „Motte we voortaan
met een palfenier rije". „Mo je 't leeren
maat", „Hè je wat aan je eigen wagen",
„Die gooser moet zeker den weg leeren
voordat ie in den nachtdienst komt",
„Je hebt 't gouwe biessie (om de pet;
een onderscheiding) al gauw"ont
lokken ons korte verklaringen, die, zoo
zij al geen algemeene oplossing brengen,
toch een toestand van plaisante bevre
diging onder de makkers van het
waarschijnlijk nieuwsgierige gilde der
stad scheppuen. De belangstelling in de
84 neemt spoedig af; een uur kan ik
ongestoord met mijn gids van gedachten
wisselen over den taxi-chauffeur en over
het taxi-wezen, dat door samenwerking
tusschen politie en taxi-ondernemingen
gegroeid is tot een goed geordende, vei
lige en voor het publiek bijna feilloos
en goedkoop werkende instelling.
Ik verneem, dat iedere chauffeur na
eiken rit zijn wagenrapport moet in
vullen. De rapporten worden door de
politie herhaaldelijk onverwachts gecon
troleerd, en zij voorkomen met den na
genoeg geperfectioneerden, door de po
litie verzegelden taxi-meter het geknoei,
dat tot voor enkele jaren door den taxi
chauffeur op kosten van 't publiek met
ware virtuositeit werd gecultiveerd.
Zonder slag heeft de taxi-chauffeur zich
natuurlijk niet in het keurslijf der ge-
regtementeerde orde laten rijgen Over
het wagenrapport en over den verbeter
den taxi-meter is dan ook menig taxi-
man gestruikeld, hetgeen de op de been
geblevenen niet weerhoudt om nu nog
menige weemoedige nagedachtenis te
wijden aan het verleden, dat voor den
gewieksten chauffeur een soort roofvo-
mantiek en vele voordeelige zaakjes in
hield.
Met smaak en verve weet de oude
garde den voormaligen taximeter te
schilderen, dat beste ding, dat alleen
tijdens het vooruit rijden noteerde, en
dat den op extra verdiensten belusten
taxi-bestuurder na nachtelijke ritten