Alkmaarsclte Courant. De geheimzinnige inbreker Jiadionieiuvs Jewileton Siad en Omgeving. £and: en 5mnbviuv Londensche brieven. Honderd vier en dertigste Jaargang. WOENSDAG 6 JULI No. 151 t932 Donderdag 7 Juli. Hilversum1875 M. (Uitsluitend A.V.R.0 8.Gramofoonpl. 10.Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 AVRO -Klein^ orkest o.l.v. N. Treep. 11.15 Causerie door mevr. R. Lotgering—Hillebrand. 1145 Ver volg orkestconcert. 12.30 Gramofoonplaten. 1.302.15 Het Trio „Zapiavo", zang, viool en piano. 2.30 Phonetisch Congres uit het Physiologisch Laboratorium te Amsterdam. 4.Ziekenuur. 5 AVRO-Kamerorkest o. I. v. G. Hemmes m. m. J. Ocstdam, lied jes bij de guitaar). 6 30 Sportpraatje H. Hollander. 7.Vervolg Kamer orkest. 7.30 Reislezing. H. H. FelderHof: Voettochten in het Berner Oberland. 8.Gramofoonplaten. 8.15 Concertgebouw-orkest olv. A. van Raalte, m. m. v. Fancis Koene, viool, o.a. (Eine kleine Nachtmusik, Mozart en Concert voor viool e kl.t op. 64, Mendelrsohn. In de ■pauze; Gramofoonplaten. Hierna 7de Sym- phonie in C gr.t. Schubert. 10.30 Vaz Dias. 10.45 Gramofoonpl. 11—12.— Dansmuziek uit „Victoria", te Scheveningen. Huizen, 296 M. (89.15 en 11—2 K. R O., 10—11— en 2—11 30 N. C. R. V.) 8—9.15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Zie- kendienst. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsd. Halfuurtje. 12.15 Orkestconcert. 2— Hand- werkcursus. 3—3.30 Vrouwenhalfuurtje. 4.Ziekenuurtje. 5.Cursus Handen arbeid v. d. jeugd. 5.45 John's Accordeon- Duo (J. Boelee en J. Bouman). 7.Gramo foonplaten. 7.10 Causerie over Graubunden. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8— Concert door het Dameskoor „Cantemus" o.i.v. mevr. A de VinkVerschoor, m. m. v. A. Schel levis, piano. 9.Causerie over glas-in-lood- vensters. 9.3010.45 Concert door een kwin tet o.l.v. P. v. d. Hurk. O.a. Suite uit „Die Fledermaus", Strauss, ca. 10.Vaz Dias. 10.4511.30 Gramofoonpl. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert Edw. O'Henrv. 1.20 Shepherd's ■Bush Paviljoen-orkest. 2.20—2.50 Concert. ■M. Macgibbon, viool en F. Jackson, piano. 3 20 Kerkdienst. 4.05 BBC-Dansorkest o.l.v. H. Hall. 4.50 Schotsch Studio-orkest o.l.v G. Daines. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Mendelssohn's Ce'lo- en pianosonates. 7.10 en 7.40 Lezing. 7.50 Sydney Baynes' orkest, o.a., Potp. „Monsieur Beauca're" Messager. 8.45 „The Enchanted isle", operette in 1 acte van Bloor. Muziek van R. H. Walthew 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Concert. B. Davies, tenor en F. Davies, piano. 10.50 Kerkdienst. II.0512.20 BBC-Dansorkest o.l.v. Hall. Pakijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 8.05 Concert uit Fon- tainebleau. Zang door mevr. Ritter Ciampi m m. v. H. Defosse, piano. 8.20 Radio-too- neel. 9.05 Gramofoonplaten. Kalundborg, 1153 Al. 12.20—2.20 Concert uit het Bellevue-Strandhotel. 3.505.50 L. Preii's orkest m. m. v. E. Vagning, piano. 8.20 Opera-concert o.l.v. L. Gröndahl. O.a. Ouv „rigaro", Mozart en uit „Carmen", Bizet. 9.10 Zang door P. Knudsen en B. P. Knudsen m. m. v. F. Jensen, piano. 9.30 Po pulaire muziek m. m. v. leden van het Om- roep-orkest. 10.20 Oude Deensche muziek m. m v. orkest en strijkkwartet. Langenberg, 473 Al. 7.258.20 Concert uit Bad Salzschlirf. 12.201.10 Gramo foonplaten. 1.20—2.50 Concert o.l.v. Eysoldt m m. v. hoornkwartet. 5.206.35 Beet- hovenconcert uit Frankfurt o.l.v. R. Merten m. m. v. H. Altmann, piano. 9.05 „Ana- basis", hoorspel van Olaeser en Weyrauch Muziek: E. Toch. 10.50—12.20 Concert uit Berlijn o.l.v. E. Kurtz. Rome, 441 M. 9.05 Concert door Politie- orkest o.l.v. A. MaMrchesini, o.a. Potp. II Piccclo Marat, Mascagni. 9.50 „11 fauno stanco", comedie van D. de Carpenetto. 10.20 Vervolg a ncert. Brussel, 508 M. en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert o.l.v. F. André. 6.50 en 7.40 Gramofoonpl. 8.20 Concert o.l.v. A. Meulemans. 9.20 Concert uit het Casino Knocke. 11.11.20 Gramo foonpl. 338 M.: 12.20 Gramofoonpl. 1.20 Zang en piano. 1.50 Gramofoonpl. 2. Zang en piano. 5.20 Concert o.l.v. A. Meule mans. 8.20 Concert o.l.v. Fr. André m. m. v. Callewaert, accordeon. 9.20 Concert uit de Kurzaal te Ostende. 11 11.20 Fragm. uit „Traviata", Verdi. uit het Engelsch door A. Treub. 72) I jjustig. Ik voel dat ik een kleine schatting schuldig ben aan dien roman- tischen inbreker, die het heeft dat ik mijn le verwezenlijken, mogelijk gemaakt evenflange eerzucht kon een gentleman te worden al was het slechts voor zes maanden Verontschuldig U niet, zei Eric lijk. Iedere toast is,een goed excuus om ken Chablis te drinken Ik weet niet wat mijn ouders zullen zeggen als zij weten, dat ik ben gaan drinken. vriende- excuus om zul- moeite een Henry Aimsbury bracht met droevigen glimlach te voorschijn. We zullen leeren het te verdragen, ver zekerde hij zijn zoon, zijn eigen wijn met zicht baren tegenzin drinkend. Spencer zette zijn glas op den schoorsteen. Nu aan de zaken, zei hij opgewekt. Nina stond half van haar stoel op en tikte Lee Wang op den schouder. Oh, ga als het je belieft nog niet weg, vroeg Spencer haastig, naar het meisje gaande en zijn hand zacht op haar arm leggend. Het gebeurt niet dikwijls dat wij het genoegen van le gezelschap in de studeerkamer hebben en onze zaken zullen niet zeer lang duren. Je moet die geen inbreuk laten maken oo on» Zeesen, 1635 Al. 8.20 „Der Vetter aus Dingsda", operette in 3 actes van Eduard Künneke. 10.20 Berichten. 10.40 Concert door het Kleemann-«trijkkwartet. 11.50— 12.20 Populair concert door de Langscher Cithervereeniging o.l.v. Riehl. CONDSTANDSE OVER P0LIT1ETERREUR. abs- Dat warmte verkoelend kan werken op ver gaderijver, dat merkte men gister in de dan cing van de Harmonie, waar de heer A L. Constandse een rede hield over: Politie- terreur. De heer Fernee, die namens I. A. M. V J. V. A. en de Vrije Groep de aanwezigen welkom heette, noemde dan ook de opkomst niet geheel bevredigend en drukte hierover zijn teleurstelling uit. Na eenige woorden van inleiding gaf spr. het woord aan den heer Constandse. Deze begon met te vertellen, dat in dezen tijd de leugenachtigheid heerschende is. De kapitalistische maatschappij duldt geen waarheid; er heerscht bij de machthebbende klasse een geestelijke ziekelijkheid. Vrijheid van handelen en spreken wordt tot een illusie gemaakt, de willekeur kent geen grenzen. Dit alles trachtte spr. aan de hand van voorbeelden duidelijk te maken Zoo kwam spr. tot zijn eigenlijke onder werp, de politieterreur. Verschillende wapens worden den politieagent in handen gegeven, waarmee hij kan doen wat hij wil, ongestraft. Hij kan een mo'ord begaan zonder hiervoor aansprakelijk gesteld te worden. Zoover is het dan eindelijk gekomen, dat de liberale rechtsstaat een politiestaat is ge worden. De politie staat buiten en boven elke wet. Haar wordt de hand boven het hoofd ge houden, zij mag zich alles veroorloven, als ze het regime maar steunt. Juist uit de proletarische klasse komen veel politieagenten. Dit kwam, meende spr., omdat de ongeschoolde arbeider altijd nog wel voor politieagent kan worden opgeleid, men heeft verder noodig menschen, die nooit zelf denken en die stipt doen, wat van boven af bevolen wordt. Zoo zorgt het proletariaat voor de instandhouding van de eigen ellende. Ze ver dedigen zich ermee, dat ze toch voor 'hun boterham moeten zorgen; als ze die kunnen verdienen, kan men toch niet van hen ver gen, dat ze dit nalaten. Het proletariaat levert zelf de instrumenten waarmee de bourgeoisie het geweld aandoet. In tijden van crisis zooals nu, laat men de politie de vrije hand. De politie is een macht geworden, die niet meer is te controleeren. De bourgeoisie voelt zich zwak en moet daar om haar bewakers te vriend houden. Altijd zorgt de bourgeoisie er voor, dat het pres tige van de politie gehandhaafd blijft, want hierbij heeft ze groot belang.- We leven dan ook niet meer, meende spr., in een democra- tischen, maar in een fascistischen staat. In tijden van hoogconjunctuur, van bloei van het kapitalisme, dat is, als het werk kan verschaffen, kan het door de pers genoeg in vloed uitoefenen; in een crisisperiode echter, als het volk de onhoudbaarheid van het stelsel begint te zien, komt de bourgeoisie, aldus spr. letterlijk in het geweer, dan werpt ze het masker af en toont haar ware ka rakter, het geweld. De bourgeoisie streeft ernaar liefst sociaal-democraten aan het bewind te houden om hiermee het volk zoet te houden. De sociaal-democraten hebben de taak het kapitalisme te redden. Kan men dit niet lan ger volhouden, dan gaat men het probeeren met het fascisme, het geweld. Het fascisme heeft een massa arbeiders achter zich, want met socialistische leuzen tracht men het volk in de macht van het fascisme te lokken. Het nationalisme van de arbeiders is voorbereid door de arbeiders- beweging en ze zijn murw gemaakt voor het fascisme. Als het dit zal overwinnen, zal van een vernieuwing van de Westersche cultuur geen sprake zijn, maar zal de voorspelling in „Der Untergang des Abendlandes" bewaar heid worden. En dan is het met de persoon lijke vrijheid gedaan, dan is de staat het monster en de mensch niets. De bourgeoisie doet alles om haar systeem in stand te houden, en zoo vervalt men tot het fascisme. Het volk echter kan ook socia listisch op de crisis reageeren. De opwekking van het menschelijk bewust zijn is hier van belang. Te veel heeft men al tijd gewezen op de economische zijde van de vraagstukken, maar aan de socialistische scholing van den arbeider is immer te weinig gedaan. avond samen. Nina ging schoorvoetend zitten en wierp een achterdochtigen blik op Lee Wang, die rechtop zat op den rand van zijn stoel en recht voor zich uitkeek met een uitdrukking van zacht geluk. Het hoe zegt U het? wel wat laat in den dag voor deze gezelligheid, niet waar? vroeg Nina scherp. Is het dat wij zes maanden samen zijn geweest, ja? Eens heb je tegen mij gezegdloop naar de hel St, zei Spencer met een glimlach. Niet in deftig gezelschap, als het je belieft. Hij maakte een gebaar van berusting. Natuur lijk, als je liever weggaat, zei hij. Poeh! barstte Nina raadselachtig uit, en zij ging weer zitten. Is het noodig dat wij vanavond getui gen hebben? vroeg Aimsbury geprikkeld. Het kan noodig zijn dat wij helpers hebben, antwoordde Spencer raadselachtig. Eric keek door half gesloten oogen naar zijn vader, terwijl Enid haar glas in haar vingers ronddraaide en de zenuwachtige schokken in haar keel trachtte meester te worden. Heb je de noodige formulieren, Harker? vroeg Spencer kortaf. Ze zijn alle hier, antwoordde Harker flegmatiek, terwijl hij een pak papieren, door elastiek gebonden, uit een binnenijzak haalde en op de tafel legde. Goed. Nu hebben we alleen de obliga ties en Aimsbury's cheque noodig. Dan kan dit huis weer normaal worden, zei Spencer glimlachen, Spr. geloofde, dat het voor een revolutie nog niet te laat was. Men heeft de arbeiders in de bedrijven ge worpen, daar kunnen ze, naar spr. ver klaarde, tot macht komen. Die kunnen ze, als ze een eenheid formeeren, voor zich nemen en die moeten ze dan voor alles aan den gang houden. De macht van den arbeider in de revolutie is: te produceeren voor zichzelf. Om hiertoe te komen moet men beginnen met dienstweigeren; zoolang de bourgeoisie beschikt over leger en vloot kan de arbeider niet winnen. Pas als de staat is ontwapend, kan de arbeider zich van de bedrijven mees ter maken. Spr. wilde niet beweren, dat de revolutie geweldloos zou verloopen, hij hoopte het, maar geloofde het niet. De bourgeoisie, aldus spr., heeft geen cul tuur meer, maar moet in fascisme ondergaan, de arbeider, die de militaire dienst weigert, kan de cultuur voortzetten. Nadat spr. deze rede had beëindigd, was er gelegenheid vragen te stellen, waarvan geen gebruik werd gemaakt. Na een woord van dank van den heer Fernee aan den spreker werd de bijeenkomst gesloten. OPENBARE LEESZAAL EN BIBLIOTHEEK. LANGESTRAAT 85. Uitleening uitsluitend aan leden; contributie 2e halfjaar 1 minimum. Wetenschappelijke werken. 130 K95e Kiinkel, F. Einführung in die Charakterkunde. 170 M75broch. Alonod, W. Blaise Pascal. 176 B67 Boersma, J. Socialisme en sexu- eele moraal. 176 Z19 Zedelijkheids vraagstuk, Het; nieu we bundel lezingen. 190 B46 Bergh van Eysinga, O. A. van den. Hegel. 200 G67 Graaf, H. T. de. De godsdienst in het licht der zielkunde. 332 S56 Sée, H. Ontstaan en ontwikkeling van het moderne kapitalisme. 362 A45 Assen Jzn., J. van. De zorg voor lichamelijk-gebrekkigen uit soci aal, economisch en medisch oog punt. 366 V64 Visser Smits, D. de. Vrijmetsela rij; geschiedenis, maatschappelij ke beteekenis en doel. 370 V50p Verslag van het eerste Neder- landsche paedagogisch congres gehouden te Amsterdam. 391 B66 Boehn, M. von. Die Mode; Men- schen und Moden vom Unter gang der alten Welt bis zum Weltkrieg. 8 dln. 393 H66 Hirsch, Renée J. Doodenritueel in de Nederlanden vóór 1700. 396 N10 Naber, Johanna W. A. Wegbe- reidsters. 501 H14m Haeckel, E. Het monisme. 580 B34 Beekhuis, C. Het plantenrijk. 618 P66z Poll, C. N. van de. Zwanger-f schap en kraambed. 760 F45 Frans Masereel; door G. Chabot, G. Devoghelaere, F. van den Wijngaert. 760 H36f Havelaar, J. Het werk van Frans Masereel. 770 K82 Koster, S. Duitsche filmkunst. 770 W52 Wessern, C. van. De komische film. 780 S42 Scholes, P. A. De geschiedenis der toonkunst. 3dln. 915.1 M66 Mjöberg, E. Borneo. 944 L10 Laar Kr af ft, A. M. van de. Hel din en heilige; het leven van St. Jeanne d'Arc. Naslagbibliotheek. Stz. Doorninck, J. I. van. Vermomde en naamlooze schrijvers opgespoord op het gebied der Ned. en Vlaam- sche letteren. Stz. Verdam, J. Middelnederlandsch hand woordenboek. (Van onzen eigen correspondent.) Hoe wij wonen en met hoevelen. De jongste volkstelling, die haar cijfers wat Londen betreft heeft uitgegeven, heeft daarmee uitgemaakt dat Londen in zeker op zicht nog de grootste stad van de wereld is. De New-Yorkers beweren al lang dat hun stad de grootste van de wereld is. Zij hebben gelijk en zij hebben ongelijk. Het hangt af van wat men verstaat onder Londen. De New Yorkers hebben gelijk indien men onder Lon den verstaat het gebied dat wordt beheerd door den Londenschen Graafschapsraad, het gebied dat de City en de 28 Londensche gemeenten omvat en dat ook wel Metropoli- taansch Londen wordt genoemd. Dit gebied telt volgens de kersversche gegevens (die -1 He wendde zich tot sir Peter. Brace? Ik kan slechts herhalen dat ik niet weet waar ze zijn! antwoordde de baronet brommig. Henry Aimsbury stond op en er sprak vrees uit iedere lijn van zijn vertrokken ge zicht. -- Weet je niet waar ze zijn? herhaalde hij ongeloovig. Ik heb niet het flauwste begrip waar zij zijn, mijnheer! zei sir Peter uitdagend. Ik ben niet gewend te liegen! Aimsbury's lippen trilden en zijn oogen flikkerden van doosangst. Weet je wat dit beteekent! zei hij met voorgewenden strijdlust. Niet voordat ik weet wat de obligaties voor jou beteekenen, Aimsbury, klonk het slimme en scherpe antwoord. We zullen het nu niet hebben over mo gelijke gevolgen voor sir Peter, viel Spencer in, zich tot Aimsbury wendend. Maar als U ons zoudt willen zeggen waarom U zich ont deed van die obligaties, mijnheer Aimsbury zou het ons misschien helpen om eenig denk beeld te krijgen van hun tegenwoordige verblijfplaats. Henry Aimsbury verslapte zichtbaar. Zijn oogen dwaalden rusteloos van Spencer naar sir Peter en weer terug. Zijn lippen bewo gen zich zenuwachtig; zijn handen gingen snel open en dicht en op zijn voorhoofd vertoonde zich wat zweet. Ik ik zou niet denken dat het noodig is dat we hierop verder ingaan? antwoordde nochtans al weer een jaar oud zijn) 4.397.003 inwoners. New-York kan zeer zeker op meer koppen bogen. Maar de New-Yorkers hebben ongelijk indien men onder Londen verstaat het zoogenaamd Grooter Londen, dat een woon- en bedrijfsgebied is, liggend in een cirkel van 15 mijl straal met Trafalgar Square als middenpunt. Dit gebied is maat schappelijk, industrieel, economisch en als transportgebied wel degelijk één .geheel en daarom één stad. Er wonen thans 8.203.942 menschen (3.832.916 mannen en 4.371.026 vrouwen); en daar kan New-York niet aan toe komen. Grooter Londen heeft zich uitgestrekt over aanzienlijke gebieden van de aangrenzende graafschappen Middlesex, ent, Surrey, enz. Het aangeduide kleinere Londen geeft gelei delijk zijn inwoners prijs en de in steeds rui mer kring groeiende voorsteden nemen hen op. Het is weliswaar een langzaam proces maar het voltrekt zich zonder oponthoudt. In de tien jaren, welke sedert de volkstelling van 1921 zijn verloopen, is het inwonerstal van het graafschap Londen verminderd met 87520. Dat van Grooter Londen is daarente gen toegenomen met 723.741, hetgeen bewijst dat de enorme stad aan den Theems haar aantrekkingskracht voor de rest van het land blijft behouden. Grooter Londen is sedert 1921 in inwonertal met bijna 10 procent toe genomen. Alle gemeenten in den binnenkring hebben daarentegen haar inwoners zien ver minderen. Het sterkst was dat het geval met de City, dat druk kloppende hart van de stad zelf. Daar wonen nu nog maar een goede 10 duizend menschen, meerendeels huisbewaar ders en werkvrouwen, en ook het illustere hoofd van dezen „duursten vierkanten mijl van de wereld", de Lord Mayor en zijn fami lie. Deze feiten verklaren geheel dat ver bazingwekkend transportproces, dat zich twee maal per dag in Grooter Londen vol trekt. De City, die dan slechts luttele duizen den vaste inwoners heeft, heeft nochtans el- ken dag vele honderdduizenden menschen op zijn beperkt gebied. Ze is inderdaad als een hart van dit kolossaal organisme dat Londen heet. Het levensbloed van het organisme wordt eiken ochtend in dat hart gepompt in den vorm van massa's werkers en werksters, en eiken avond weer er uit gepompt. Het proces kan worden aanschouwd (en het is een van de belangwekkendste bezienswaar digheden van Londen) aan de City-stations, die van de Underground) vooral The Bank en die van de lokaalspoorwegen der groo- te maatschappijen Lierpool Street, Cannon Street en Londen Bridge. Wanneer ge op een ochtend in de week, tegen 9 uur, zoudt afda len naar de gangen onder het plein voor de Royal Exchange en er, gemakkelijk leunend over de balustrade van de „booking hall" van den ondergrondschen spoorweg, zoudt aan schouwen hoe er een onophoudelijke stroom van menschen langs de escalatoren of „mo- ving stairways" opstijgt uit den buik der aarde, dan zoudt ge een indrukwekkend en tevens in hooge mate opwekkend beeld zien van het pomp-proces, dat bezig is de Ci/y, het hart, te vullen met levensbloed. De vergelijking met het menschelijk orga nisme past nog wel, maar toch steeds minder en minder. Want Londen wordt al groeiend een anatomisch monster met twee of meer harten. Het centrum van het West End wordt een tweede hart en de hartklop daar is het ondergrondsche station van Piccadilly Circus, dat in menschelijk ochtend- en avond-verkeer dat van de City naar de kroon gaat steken, zoo het dit al niet overtreft. Grooter Londen, het Londen van den buiten kring, is een uitgestrekt slaapoprd. Er sla pen veel meer menschen dan in'den binnen kring en in de toekomst zal het verschil nog grooter worden. Maar de arbeid heeft plaats in den binnenkring, die een dagelij ksche be volking heeft, welke die van de slaapoorden met millioenen moet overtreffen. De eischen, welke door deze orde der dingen aan het verkeer worden gesteld, laten zich wel be vroeden. En het behoeft dan ook niet te ver wonderen dat het geringste ochtend- of avondoponthoud in een der belangrijke ver keersmiddelen onmiddellijk verbijsterend on gerief en chaos schept. Verrassende kennis, welke de Londensche volkstellingcijfers hebben verschaft, is dat de netto-verhooging van het aantal woonhuizen in tien jaar tijd slechts 28.926 heeft bedra gen. De huizenbouw buiten het graafschap, dus van Grooter Londen, is daar weliswaar niet in begrepen. Maar niettemin lijkt het verbazend weinig voor hen, die van dag tot dag en van jaar tot jaar „mansions" hebben zien veranderen in étage-woningen, enorme flat-blokken hebben zien verrijzen en huizen hebben zien bouwen in alle gemeenten, die bij Metropolitaansch Londen behooren. Al het bouwen, afbreken, veranderen en omzet ten heeft in tien jaar slechts een toename op geleverd van 4 procent. Daartegenover is het aantal gezinnen toegenomen met meer dan hij onzeker. Ik geloof dat ik het niet met U eens kan zijn, mijnheer Aimsbury. Er klonk een toon van rustige autoriteit in Spencer's stem Waarom deed U ze van de hand? Ik ik deed ze niet van den hand, mijnheer. Spencer, zei Aimsbury. Zooals U weet beleende ik ze alleen maar Praat er als het U belieft niet om heen, mijnheer Aimsbury, gebood Spencer, en zijn stem had een metalen klank. Waarom beleende U ze? Werkelijk, mijnheer Spencer Waarom? Het woord viel met zulk een kracht, dat Eric opsprong en Harker zijn wijnglas omwierp. Hensry Aimsbury maaktte een onbeholpen gebaar met zijn handen en zijn lippen be wogen zich enkele seconden geluidloos, voor dat hij zijn stem weer terug kreeg. Wat hij gevreesd had, zou gebeuren. Zijn zoon zou hooren van zijn schandaal! Waarom? Nu nu, om meer geld voor mijn zaak te krijgen, antwoordde Aimsbury bijna on hoorbaar. Ik ik had een paar keer ongeluk kig gespeculeerd en ik had het geld noodig De zaken gingen verkeerd, er kwamen wei nig bestellingen, er waren nieuwe machines noodig. Hij struikelde in zijn woorden en hield op Hij keek Spencer smeekend aan en strekt? zijn handen uit alsof hij om genade smeekte. Spencer keek hem koud aan, 6 procent. Hieruit kan dus worden afgeleid dat minder en minder gezinnen zelfstandig behuisd zijn. De cijfers toonen inderdaad aan dat niet minder dan 63 procent van het aantal gezinnen, wonend in het gebied van het graafschap, woonruimte deelt met andere gezinnen, soms met twee, soms met meer aak met zooveel dat men met ongewenschte woningtoestanden te doen krijgt. Het aantal gezinnen, dat te nauw en daarom onhygië nisch woont, bedroeg in 1931 nog 89.600 of 7.5 procent van het totaal. De cijfers verte* genwoordigen echter een aanzienlijke verbe tering vergeleken bij 1921, toen het aantal gezinnen, dat in ongezonden staat samen woonde, nog 110.495 bedroeg. Terwijl het aantal gezinnen met meer dan 6 procent is toegenomen en thans 1.190.030 bedraagt, is daarentegen het bevolkingsaan tal, in dien gezinnen vertegenwoordigd, niet onaanzenlijk afgenomen. Daaruit volgt dus dat de gezinnen kleiner zijn geworden, een tendenz, die als in de meeste beschaafde lan- den, al vele jaren geleden voor het eerst merkbaar is geworden. De gemiddelde grootte van het Londensch gezin is de laat ste tien jaar met niet minder dan 8.7 procent verminderd. In 1921 bestond het gezin ge middeld uit 3.79 personen; thans bestaat het uit 3.46. Gezinnen van twee en drie leden vormen bijna 50 procent van het totaal. Ge zinnen van acht en meer leden zijn schaar- scher dan ooit en vormen 4 procent van het totaal. Tegenover ongeveer 500.000 gezin* nen zonder kinderen of met één kind staan nauwelijks 50.000 gezinnen met zes of meer kinderen. De gedetailleerde cijfers over de woning ruimte der gezinnen onthullen dat de groot* ste stad van haar bewoners eischt dat zij zich behelpen. Dat is de schatting, welke zij moeten betalen voor het voorrecht tot de grootste gemeenschap van de wereld te be hooren. Slechts 13.5 procent van het aantal gezinnen woont in huizen van meer dan vijl kamers. Daarentegen woont bijna 60 pro cent in woningen met een, twee of drie ka* mers en bijna 28 procent in woningen met ten hoogste vijf vertrekken. De keuken is een vertrek. De stad telt 2086 gezinnen van zes tot tien leden, die zich met een enkele kamer moeten behelpen. Dit is een uiterste. Maar bekrompen behuizing, die er overigens mee door kan, is nog regel, hoezeer in dezen toe stand gestadig verbetering treedt. Ten slotte moet nog worden vermeld, dat in alle districten, die tezamen het graafschap Lon den vormen, het aantal vrouwen dat der mannen overtreft, met uitzondering slechts van de City. KENNEMERLAND. De vorige week was de aanvoer van aardbeien nog niet groot en allerminst zooals we dat in de laatste week van Juni gewoon zijn. In andere jaren zitten we dan in het drukst van het seizoen, wat nu wel in de week van 4 tot 9 Juli zal vallen. In ons vorig overzicht hebben we gezegd, dat we op gezag van eenige exporteurs en groothande- laren geen hooge verwachting van de prij zen hadden, doch de vorige week bracht vrij plotseling een opleven, daar er voor export naar Engeland werd gekocht met een gevolg dat de prijzen opliepen van 2531 per 100 K.G. Die export schijnt, mede door de hooge invoerrechten, een mislukking te zijn geweest en het gevolg een stuggen handel. Maandag 4 Juli bedroeg de aanvoer aan alle veilingen in Kennemerland (Beverwijk, Castricum en Heiloo) meer dan 100.000 K.G. met prijzen van 18—21 en Dins dag 5 Juli was de aanvoer niet minder en, mede tengevolge van het snikheete zomer weer, ging de prijs nog meer kelderen, met prijzen van 14—18 per 100 K.G. Hoe de prijs zich in de loop der week zal houden is slechts gissen, doch zal niet veel hooger zijn. Aan de groentemarkt heerschte een ge drukte handel. Groote aanvoer, waarbij sla, bloemkool en wortelen (bospeen), domineeren. Sla gold niet veel, alleen extra kwaliteit bracht nog 1.50—2 per 100 stuks op, doch 2/3 der aanvoer ging daar beneden. Bloemkool gold weinig, 1ste s. bloemkool gold van 68.50 per 100, 2e s. 1.50 4, 3e s. waardeloos. Bospeen, die zich, wat de prijs betreft, goed hield, liep de laatste dagen naar beneden met prijzen van 5 7.50 per 100 bos. De groote aanvoer van komkommers viel wat kwaliteit en prijs betreft, mee, een noteering van 57 voor le s. kan er voor door. Rabarber, die de laatste weken danig in de verdrukking was gaf betere prijzen te zien van 34.50 per 100 bos. Selderie was duur, hetzelfde geldt voor pieterselie met prijzen van resp. 6— 9 en 4.506 per 100 bos. Spinazie, En zoo nam je geld op de obligaies, die je waren toevertrouwd, zei hij verach telijk. De slag was gevallen. Aimsbury's hoofd zonk neer en zijn handen vielen langzaam naast hem neer. Eric kreeg een kleur van woede en zijn ge zicht werd zeer streng. Hij liep de kamer door tot voor zijn vader en na hem een oogenblik meedoogenloos te hebben aange staard, sprak hij scherp. Vader! Is het waar? vroeg hij. Aimsbury keek langzaam op en zijn oogeft werden vochtig, toen hij zijn veroordeeling op het gelaat van zijn zoon las. Eric je hebt geen idee ik wat in groote moeilijkheden. Alles ging mis. Mijn zaken in dien tijd U heeft de waarheid niet gezegd wat de zaken betreft, vader, viel Eric streng in. Wij hadden toen geen extra kapitaal noodig en dat weet U. U had het geld noodig om zware particuliere schulden te betalen, waarover U zich schaamde en die volgens mij niets anders dan speelschulden waren! Eric! smeekte Aimsbury, maar hij pro beerde niet de beschuldiging te loochenen. Dat zij, zooals het wil, ging Eric mee doogenloos voort. Uw particuliere schulden gaan iemand dan U zelf aan, hoe onver- eenigbaar met Uw betuiging van zedelij-ke rechtschapenheid zij anderen mogen voor komen, en als U spelen wilt, heb ik er geen aanmerking op te maken. Maar wanneer U onze zaak gebruikt als een scherm voor min derwaardige transacties (Wordt vervolgd.) t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5