Alkmaarsche Courant.
£and= en Jxiiu(kuuu
^Binnenland
Eenmaaf, Andermaal..
Honderd vier en dertigste Jaargang.
VRIJDAG 15 JULI
JIo. 165 1932
LANGENDIJK.
Buitengewoon groot was de ontgooche
ling en de verslagenheid, waarmee de tijding
werd ontvangen, dat geen toeslag op de be-
waarkool zal worden gegeven. Men weet hier
in tuinderskringen maar al te goed, dat men
in Den Haag geen bijzonder grooten haast
maakt, als het betreft het nemen van maat
regelen, die moeten dienen om den noodtoe
stand te verlichten, waarin de tuinbouwers
aan Langendijk en omstreken verkeeren.
Maar velen meenden, dat geen nieuws in de
zen goed nieuws was, zoodat over 't alge
meen de stille hoop werd gekoesterd, dat de
regeering de tuinders niet zou vergeten. Te
meer meende men dit te kunnen verwachten,
daar de koningin bij haar bezoek aan de vei
ling te Broek op Langendijk zich niet ondui
delijk had uitgelaten over te nemen steun
maatregelen, toen zij de ontstellende omzet
cijfers van de veiling onder het oog kreeg.
Nu, door het antwoord van den minister,
moet die hoop ook worden opgeheven en
vraagt men zich met angst en verbittering
af wat er van de duizenden gezinnen moet
terecht komen, die gebrek hebben aan het al
lernoodzakelijkste. Dit antwoord in een tijd,
waarin de prijzen der groenten bespottelijk
laag zijn, was een trap op het hart van hen,
die hun hoop op de regeering hadden geves
tigd. Buitengewoon bevreemdend heeft dit
antwoord de tuinbouworganisaties aange
daan. Herhaaldelijk was op antwoord, ten
opzichte van den gevraagden toeslag, aange
drongen. In den pijnlijksten nood waagt het
bestuur van den Vierbond het nog eens op
antwoord aan te dringen en zie, onmiddel
lijk komt antwoord terug, een antwoord,
waaruit blijkt, dat de regeering het fatale be
sluit genomen had. Was de vergadering van
den ministerraad, waarin deze kwestie werd
behandeld, dan nu toevallig juist afgeloo-
pen, of was het besluit reeds lang gevallen
en werd de minister door het telegram van
den Vierbond er soms aan herinnerd, dat er
nog zoo iets liep van een verzoek om toeslag
op bewaarkool, en dat er in Westfriesland
nog ruim 3000 tuinders op den rand van den
afgrond leven?!
De slag is gevallen en de tuinders weten
meer dan ooit, dat zij achtergesteld worden
bij andere groepen der bevolking. Uit het
kwade zal ook hier ongetwijfeld het goede
geboren worden: een oplaaiende activiteit
voor een menschwaardig bestaan der nijvere
tuinders. Met dit telegram is de regeering
niet van de tuinbouwers af. Het wachtwoord
Is nu, nog meer dan ooit: Op ten strijde!
LAND- EN TUINBOUW IN NOOD.
(Ingezonden.)
Land- en tuinbouwers in Westfriesland, in
Noordholland's Noorderkwartier, uw nood
is groot.
Gij probeert in vergaderingen, gehouden
in Hoorn, Alkmaar, en nu weer in Haarlem
de verantwoordelijke kringen van aUn nood
te overtuigen. Gelooft gij werkelijk op die
wijze te zullen slagen?
Zijt gij georganiseerd? Wie zijn dan uw
hoofdbestuurders?
Toen de veehouders in nood verkeerden
waren de hoofdbesturen van hun organisaties
er al heel gauw bij, om te juister plaatse met
voorstellen te komen, welke beoogden ver
lichting van hfln nooden te brengen. En hun
stem werd verhoord. De Crisis-Zuivelwet,
1932 was o.a. het resultaat hunner bemoeiin
gen. De Crisis-Zuivelwet, welke gij wellicht
niet in de finesses kent, maar die wel afgun«i
bij u heeft gewekt, toen gij goed gesitueerde
veehouders in uw gemeenten zaagt optrek
ken naar het gemeentehuis, om hun z.g.
koeiengeld in ontvangt te nemen. Cf die vee-
Oorspronkelijke schets van
HEKMAN ANTONSEN.
Ze waren geen van beiden meer wat men
jong gelieft te noemen. Juffrouw Mina niet
en jutfrouw Keetje niet. Ze liepen beiden
naar de vijftig. En ze woonden al vijftien
jaar samen op een gezellig bovenhuis, dat ze
'met vrij veel smaak hadden gemeubeld. En
tot haar grootste schatten behoorde ook een
antiek porseleinen beeldje van een herderin
netje, echt Sèvresporselein, minstens twee
honderd jaar oud.
Het stond op een hoek van den schoor
steen in den salon en de beide oude dames
verzekerden elkander bijna dagelijks, dat hef.
toch zoo jammer was, dat ze er maar geen
pendant voor konden krijgen. Ze hielden veel
van pendanten. Hare schilderijen hingen
paarsgewijs, haar vazen paste twee aan twee
bij elkaar haar stoelen stonden symmetrisch
in de kamers. Alleen zijzelf braken die keu
rige evenwichtigheid, want juffrouw Keetje
was gezet en kort en juffrouw Mina lang en
spichtig. Wat echter niet aan de goede har
monie afbreuk deed.
In hartroerende eensgezindheid zochten ze
dan ook reeds jarenlang naar een herder voor
het herderinnetje. Ze konden geen antiquair
voorbijgaan, zonder voor de ramen te blijven
staan kijken. Er kon geen veiling van anti
quiteiten gehouden worden, of de beide da
mes gingen naar den kijkdag.
En telkens tevergeefs.
Maar vrouwelijk geduld is lankmoedig.
En het geduld van twéé oude dames heeft
veel kans onuitputtelijk te zijn. Bij juffrouw
Keetje en juffrouw Mina scheen het in ieder
geval zoo te wezen.
Het was Zaterdagavond en juffrouw Mina
zat de krant te lezen. Dit wil zeggen, ze
ploos de advertenties na, die immers het be
langrijkste van een krant zijn.
„Luister eens, Keetje", zei ze opeens uit de
krant opkijkend. „Zou dat misschien niet iets
kunnen wezen? Ik lees daarnet, dat er vol
gende week een groote veiling is bij Muller
Co. van antiquiteiten. Wie weet, of we
daar niet...."
Ia, dat is 'n idee", stemde Keetje reeds In,
houders en vooral zij hunner, die dat koeien-
geld niet noodig hadden, zich niet schaam
den? Waarom zouden zij: de prijzen hunner
producten waren immers ook slecht, al was
geholpen. Voor dat wij een week verder zijn,
het dan pas sinds een jaar, en bovendien: zij
gingen ter secretarie, gewapend met het ant
woord op eenige, absoluut niet onbescheiden
vragen
Hoe het ook zij: die veehouders zijn thans
zult gij het ook voelen, dat dien veehouders
steun wordt verleend: de volgende week
wordt de boter „slechts" 40 cents per K.G.
duurder. Wordt die boter u dan te duur, en
wilt gij noodgedwongen margarine gaan ge
bruiken, dan zult gij bemerken, dat ook dat
volksvoedsel met een hoog recht is belast, ten
koste van de noodlijdende land- en tuinbou
wers en hun gelijken, ten behoeve in vele
gevallen van allesbehalve noodlijdende vee
houders.
Noodlijdende bedrijven kunnen dus wel
met regeeringsmaatregelen geholpen worden,
al zou het zijn, dat de daarvoor benoodigde
gelden gehaald moeten worden uit de zakken
van hen, die het niet missen kunnen.
Wat hebben uw besturen tot heden weten
te bereiken? In 1931 een provinciale garan
tie aan den noodlijdenden land- en tuinbouw,
in 1932 een rijks- en gemeentelijken steun
voor deze catagorie van producenten. En dan
schijnt er dezen zomer of herfst nog een mil-
lioen beschikbaar te zullen worden gesteld
om u te steunen. Totaal zal dan voor u een
bedrag van circa 3.000.000 uitgetrokken
zijn.
Voorts hebben de besturen uwer organisa
ties protestvergaderingen georganiseerd.
Maar het allerbelangrijkste hebben zij tot
heden niet weten te bereikenhet ontwer
pen en ter bestemder plaatse voordragen van
doeltreffende en uitvoerbare steunmaatrege
len.
En zoo lang uw stand niet met die plan
nen komt (en in bijzonderheden behoeven die
plannen niet eens ontwikkeld te zijn) is er
van onze regeering voor u geen doeltreffende
steun te verwachten.
Uit den boezem der noodlijdenden zelf
moeten die plannen voorgedragen worden.
Wanneer gij meent, dat die plannen geheel
gebaseerd moeten zijn op de vergrooting der
uitvoermogelijkheid naar het buitenland, in
het bijzonder naar Duitschland, doet gij be
tere moeite van het plannen-ontwerpen u te
besparen. Op dien weg, de regeering heeft
het duidelijk genoeg te kennen gegeven, valt
niets te bereiken. Gij zult dus in een andere
richting moeten zoeken.
Gij zult u moeten vernederen, maar als het
gaat om de instandhouding van uw gezin,
van uw bedrijf, zult gij bereid zijn die verne
dering te ondergaan. Gij zijt niet verwend de
laatste jaren in dat opzicht.
Gij zult moeten aantoonen, dat er werke
lijk een noodtoestand in uw bedrijf bestaat.
Dus zult gij bij uw verzoek om steun u moe
ten beperken tot die bedrijven, die soorten
van land- en tuinbouw, welke inderdaad
noodlijdend zijn. Gij zult de plannen, welke
gij den betrokken minister zult willen voor
dragen, moeten doen aanbieden en toelich
ten door voormannen, ernstig, de beteekenis
van hun zending volkomen bewust.
Gij zult moeten doen blijken, dat de ge-
heele tuin- en landbouwwereld achter uw
voorstellen staat.
Gij zult de regeering moeten overtuigen,
dat er iets gedaan moet worden.
Gij zult niet meer mogen vragen dan ab
soluut noodzakelijk is.
Duizenden uwer zullen uw voormannen
moeten vergezellen op hun reis naar Den
Haag, opdat ook de stad zich kan overtuigen
van den ernst uwer betooging.
Ernstig en waardig, aangevoerd door man
nen, die hun verantwoordelijkheid bewust
zijn, zult gij optrekken naar de residentie, gij
zult zorgen, dat geen verkeerde elementen
zich onder u mengen. Hun worde het vis-
schen in troebel water belet.
En wat zult gij dan als uw voorstellen aan
de regeering voordragen? Een steunregeling,
welke het mogelijk maakt, dat uw gezin, uw
bedrijf in stand blijve.
Daarop u baseerend, zult gij den minister
voordat Mina uitgesproken had. Ze begreep
immers dadelijk wat er verder komen moest?
„Wanneer is er kijkdag?"
„Maandag van tien tot vier".
„Wel mensch, dat komt goed uit. Jij hebt
wel naaikrans, maar ik moet 's middags
toch dien kant uit om boodschapjien te doen
en kan dan meteen even gaan kijken".
„Maar denk er om, het zou van hetzelfde
merk moeten zijn en.... echt, hoor!"
„Laat dat maar aan mij over", snibbigde
juffrouw Keetje terug.
Maandagsmiddags drentelde juffrouw
Keetje het verkooplokaal binnen. Ze had zich
gehaast met haar andere boodschappen.
Dan kon ze op haar dooie gemak rondneu
zen. En nu nam ze er haar tijd voor. Wat
was er veel te zien! Allemaal van die mooie
oude dingen, die je zoo wel zou willen mee
nemen. Maar al genoot ze van de mooie em
pire stoeltjes en de aardige roccoco bonheur-
tjes, van de keurige mahonie theestoof en het
snuitige lepeldoosje, van het snoeperige tête-
a-tête, zoo fijntjes, dat 'n mensch het toch
niet zou durven gebruiken, om er geen oortje
van af te breken, ze verloor het groote doel
van haar komst toch geen oogenblik uit haar
gedachte en haar spiedende oogjes zochten
rond of ze nergens....
En toen gebeurde het wonder!
Daar op een rondgebogen hoekkastje met
koper beslag, om te stelen, dacht ze nog
net, daar stond de langgezochte! DE
herder voor haar herderinnetje! Ze Yoe'd®
haar knieën knikken van den schok, die het
haar gaf. Ze keek omhoog naar het beeldje
op de kast. Ze haalde haar lorgnet te voor
schijn om beter te kunnen kijken. Ja, warem
pel.... heusch... ais twee droppels water.....
precies even groot, even sierlijk... precies het
zelfde voetstukdezelfde kleuren.... het
zelfde vergulde randjeHèt piendant voor
haar herderinnetje! Alleen het was een
„Hij".... en hij speelde op een fluit en droeg
geen crinoline, maar een keurige kuitbroek
en schoentjes met gespen en hagelwitte kous-
jes.
Ze nam nauwkeurig het nummer op
273.... twee honderd... laat 's kijken... ja
twee honderd drie en zeventig.
Opeens had de heele verkooping haar be-
langstelling verloren Ze haastte zich naar
moeten duidelijk maken: Voor de instandhou
ding van ons gezin, van ons bedrijf, hebben
wij steeds gewerkt, willen wij blijven wer
ken Wij willen niet werkloos worden. Wij
willen werken voor den steun, ons van regee-
ringswege te verleenen. Excellentie, wij ver
zoeken u: laat elke gemeente een crisis-bu
reau stichten, zoo iets als een tweede arm
bestuur, met dit onderscheid, dat alleen wer
kende crisis-slachtoffers bij dit crisisbureau
terecht kunnen. De samenstelling van dit bu
reau laten wij aan u over. Slechts vragen wij
u met aandrang: wilt zorg dragen, dat geen
politieke of godsdienstige oogmerken de werk
wijze van dit bureau vertroebelen. Dit bureau
wordt gemachtigd, alle gegevens omtrent
noodlijdende land- en tuinbouwers te verza
melen, welke voor de beoordeeling van de be
dragen, waarmede deze lieden geholpen moe
ten worden, benoodigd zijn. Wij zijn bereid,
onze lastgevers te overtuigen, dat, als zij
steun van regeeringswege willen verkrijgen,
zij zich de vernedering van een bezoek aan
dat crisis-bureau moeten getroosten.
Dit bureau concludeere uit de aldus verza
melde gegevens, wat noodig is tot instand
houding van ons gezin, en ons bedrijf. Wij
zullen reeds zeer tevreden zijn, als ons dat
mogelijk gemaakt wordt. Desnoods kunnen
er maxima gesteld ■worden: per H.A. worde
voor de instandhouding van het bedrijf ma
ximaal b.v. een rente van 3 pCt. over een hy
pothecaire of losse schuld van ten hoogste
3000 per H.A. vermeerderd met de grond
en verdere eigendomslasten, een zeker bedrag
aan kunstmest, een klein bedrag voor onder
houd, beschikbaar gesteld. Bovendien, al
naar de grootte van het gezin, een zeker be
drag voor levensonderhoud, en op bedrijven,
waar gewerkt wordt met personeel, een be
drag voor arbeidsloon. Wij zijn met een een
voudig leven tevreden, de laatstbedoelde be
dragen behoeven derhalve niet hoog te zijn".
De bijlage luidt als volgt:
„Zoodra het Crisis-bureau zijn gegevens
verzameld heeft, deelt het den minister me
de, welke bedragen per week benoodigd zijn
in de verschillende gemeenten wegens levens
onderhoud, arbeidsloon, hoeveel en op welke
data verschuldigd is voor landhuur, rente
van hypotheek en losse schuld, in het seizoen
wegens kunstmest, zaaizaad, enz.
De minister draagt zorg, dat het Bureau
telkens over de noodige geldmiddelen be
schikt.
Meent bedoeld bureau, dat om eenige reden
de uitbetaling aan een of meer der belang
hebbenden moet worden gestaakt, b.v. we
gens frauduleuze handelingen van de steun-
trekkenden, dan geeft het hiervan kennis aan
den minister, die in laatste instantie beschikt.
Het bureau houdt ook toezicht op den ver
koop van die producten, welke b.v. over een
zaadbeurs worden verkocht, en adviseert den
minister, hoe deze gelden ten behoeve van het
Rijk kunnen worden geïnd: immers, het is de
uitdrukkelijke bedoeling van dit plan dat alle
ontvangsten wegens verkochte producten, af
geleverd door hen, die profiteeren van deze
steunregeling, zullen worden geïnd, tenmin
ste ten goede zullen komen aan den staat, ter
nadere verrekening.
Aldus zou het door den staat bij te passen
bedrag tot een minimum worden beperkt, zou
niettemin de landbouwer worden opgewekt,
die producten te teelen, welke z.i. finantieel
het beste resultaat zouden opleveren, en het
bezwaar overwonnen zijn, thans door den
minister aangevoerd, dat het onmogelijk is,
een bepaald product te steunen.
Het Crisis-bureau zou zoodoende fungee-
ren en als adviesbureau en als controleerend
lichaam, en als kassier.
Het spreekt van zelf, dat de leden van be
doeld bureau geen salaris zouden behooren
te genieten, hoogstens een presentiegeld, ter
wijl de administratieve werkzaamheden zou
den kunnen worden opgedragen aan een lid
van het Secretariepersoneel, dat hiervoor een
geringe vergoeding zou genieten.
De centrale van deze crisis-bureaux zou
gevormd kunnen worden op het Departement.
Hoe de uitgaven ten laste van het Rijk uit
deze steunregeling voortvloeiende, moeten
worden gedekt, zij den minister ter beoordee
ling overgelaten.
buiten ze nam tegen gewoonte een trammetje
naar huis, ze liep als een gejaagd dier den
salon en de huiskamer op en neer, omdat
Mina zoo lang op den naaikrans bleef. Vijf
minuten over half zes! Anders was ze altijd
klokslag kwart over vijven thuis! Zou ze
haar tegemoet gaan? Maar misschien was
ze wel een eindje omgeloopen met een of an
dere vriendin! Nee, beter van niet. Ze zou
maar geduldig wachten.
Tot laat in den avond zaten juffrouw Mi
na en juffrouw Keetje voor den haard bij
een en overlegden, hoe ze het zouden aanleg-
fen, om het verlangde herdertje te krijgen,
oo héél eenvoudig was het immers niet?
Want midden in een langen zin vol lofprij
zing over het kuitbroekje en de schoentjes
met gespen, was juffrouw Keetje opeens blij
ven steken met een gezicht, alsof ze het in
Keulen hoorde onweeren. (Donderen durfde
ze minder goed zeggen).
..Goeie hemel! dat is me ook wat!" had ze
zichzelf onderbroken.
„Wat is er dan?"
„Wel, daar schiet me ineen ste binnen, dat
het Donderdag verkoopdag is en..."
„Nou wat èn?"
„Wel, m'n lieve mensch (dat zei juffrouw
Keetje altijd als ze iets akeligs op haar tong
had), ben je dan heelemaal vergeten, dat we
Donderdag de stad uitmoeten? Bets Zomer-
zorg is immers jarig en we hebben nog nooit
haar verjaardag overgeslagenen we heb
ben haar immers geschreven, dat we ko
men?"
„Goeie hemel... dat is waar ook! Nee, weg
blijven gaat onmogelijk. Bets zou het vreese-
lijk kwalijk nemen... nee, dat gaat niet...
maar wat dan?"
„Zouden'we niet iemand kunnen vinden die
in onze plaats naar die verkoopig kon gaan?'
De beraadslaging duurde bijna een uur.
Toen kwam juffrouw Mina op een goed idee.
„Och nee, Keetje, al die menschen, die we
nou hebben opgenoemd, kunnen het toch niet
voor ons doen. Ze hebben er immers geen
greintje verstand van. Ze zouden misscnien
een glad verkeerd beeldje voor ons koopen...
ze....
„Maar als we hun nu het nummer opge
ven. dan kan..."
„Je weet nooit, wat er niet kan.... Ik heb
De administratiekosten en andere uitgaven
der crisis-bureaux zouden tot een minimum
moeten worden beperkt, o.a. door het verlee
nen van vrijdom van port, vrijstelling van de
kosten van inzage van kadaster en registers
der hypotheken, enz. Natuurlijk eveneens vrij
dom van zegel".
Aldus in staat gesteld uw gezin en bedrijf
instand te houden, zonder weelde, zelfs zeer
eenvoudig, ook in staat uw personeel in
dienst te houden, zult gij bereid moeten zijn,
u te verbinden:
In de eerste plaats al uw producten over de
veiling te verkoopen;
In de tweede plaats: uw vordering op de
veiling te cedeeren aan het Rijk. Op die wijze
zal het bedrag, door de regeering bij te pas
sen, kleiner worden, naar gelang de op
brengst van uw producten grooter is. Het
wordt dan een rijksbelang, middelen te be
ramen, om die opbrengst zoo hoog mogelijk
op te voeren.
Zouden in eenig jaar de ontvangsten van
:t Rijk wegens door u op de veiling verkoch
te producten hooger zijn, dan het bedrag,
door u als steun van 't Rijk genoten, dan zou
ten aanzien van de verdeeling van het ver
schil tusschen het Rijk en u nadere voorzie
ningen getroffen kunnen worden.
Aan den eenen kant is het billijk, dat het Rijk
daaruit een gedeelte van den steun, in vori
ge jaren aan u verleend, kan verhalen, ander
zijds zal het voor u een prikkel zijn, naar
beste weten en kracht uw akkers te verzor
gen, als gij weet, dat van een eventueel sur
plus ook aan u een gedeelte ten goede komt.
Nog ware te bepalen, dat niemand steun
zal ontvangen ten behoeve van meer hecta
ren of roeden verbouwde producten, dan door
hem gemiddeld over de laatste twee of drie
jaren werden bewerkt.
Voor huurders zou een zelfde regeling
kunnen worden getroffen, in dien zin, dat in
plaats van de rente van hypotheek en losse
schuld per H.A., een steun wordt verleend
gelijk aan de huursom. Eindelijk zoudt u
moeten instemmen met een controle, van rijks
wege over uw bedrijf uitgeoefend.
Thans nog een korte samenvatting van het
bovenstaande:
Waar uw huidige organisaties hebben ge
faald om de regeering te overtuigen van uw
nood, is het noodig, dat gij een anderen weg
inslaat. Dat gij daarbij eensgezind zijt. Dat
gij ernstig en waardig, aangevoerd door ver
trouwde en vertrouwenswaardige mannen, u
in massa begeeft naar Den Haag, wanneer
die vertrouwensmannen aan de regeering uw
wenschen gaan vertolken.
Dat uw wenschen, zij het dan ook niet tot
in details afgewerkt, duidelijk zijn omlijnd,
en niet meer verlangen, dan in de eerste
plaats noodig is tot behoud van uw gezin en
bedrijf.
Dat die wenschen voor uitvoering vatbaar
zijn en rekening houden met hetgeen nu een
maal niet kan.
Dat zij derhalve niet steun vragen langs
een weg, die blijkens verklaringen van den
minister niet begaanbaar is (den weg, welke
voert naar het buitenland).
Dat gij toont, tegenover den steun, welke u
zal worden gegeven, tot offers bereid te zijn
en u daartoe bij voorbaat onderwerpt aan
die maatregelen, welke der regeering wen-
schelijk voorkomen, ook al zouden anderen
op minder krenkende wijze door het Rijk aan
een ondersteuning geholpen zijn.
Van zulk een plan hoop ik u in het boven
staande een voorbeeld te hebben geboden.
Ik geef het gaarne voor beter.
Maar dat betere vrage niet meer dan strikt
noodig is.
Ik verraad geen geheimen, wanneer ik hier
openlijk verklaar, dat velen uwer voor het 3
maanden later is, aan den rand van den af
grond staan. Dat huuropzegging of executie
velen uwer dreigt. Dat alleen een spoedige
hulp u*nog baten kan.
Dringt derhalve op spoed aan. De Tweede
Kamer is op reces, doch dit College kan zijn
reces onderbreken. Moet dit zelfs doen, als
de tijdsomstandigheden dit noodzakelijk ma
ken.
De leden dier Kamer zijn de volksvertegen
woordigers, dus ook de vertegenwoordigers
van uw stand.
Hoorn, 15 Juli 1932. G. H. G v. H.
wat beters bedacht. Als we mijnheer Ger
ritsen eens vroegen. Die is makelaar. Die
heeft er allicht verstand van. En die is ge
woon op verkoopingen te bieden. Wat denk je
daarvan?"
„Ik vind het een reuze idee!" zei juffrouw
Keetje. „We moesten morgenochtend samen
maar even naar hem toegaan".
Dien nacht droomden beide dames van
een herdertje van Sèvres-procelein. Den vol
genden morgen om half elf zaten ze samen
op het kantoor van mijnheer Gerritsen en be
spraken met hem den koop.
„Het is ons heel wat waard om dat beeld
je te krijgen, ziet u", zei juffrouw Keetje.
„Het zou zoo'n prachtige pendant zijn voor
het beeldje, dat we al hebben. U weet mis
schien wel, dat herderinnetje, dat op den
schoorsteen staat".
Mijnheer Gerritsen herinnerde het zich
niet maar als zakenman, knikte hij veelzeg
gend van ja en oteerde het catalogusnummer
van het beeldje zorgvuldig.
„We hebben er als het moet, wel drie hon
derd gulden voor over", zei juffrouw Mina,
en juffrouw Keetje knikte, want dat was
iprecies de som die ze den vorigen avond be
sloten hadden er aan te wagen, om in het
jarenlang zoo vurig gewenschte bezit te ge
raken.
Mijnheer Gerritsen lachte eens in zijn grij
zen baard en zei geruststellend„Kom, kom,
dames, zoo'n vaart zal het niet loopen. Ik
maak me sterk, dat ik het voor minder dan de
helft voor u koopen kan. En als oude ken
nissen zal ik u niet meer dan tien persent
provisie rekenen".
Juffrouw Mina en juffrouw Keetje vonden
dat.vreeselijk aardig, omdat ze niet wisten,
dat het niet minder dan de gewone provisie
was en verzekerden hem, dat hij haar daar
mee een heel groot pleizier zou doen, omdat
ze het geld ook maar niet voor het ojjschep-
pen hadden, al wilden ze nu ook met alle ge
weld dat beeldje hebben.
Donderdagmorgen waren juffrouw Mina
en juffrouw Keetje een half uur vroeger dan
gewoonlijk op, om toch vooral den trein niet
te missen. En ze stonden op het punt om van
huis te zaan. toen er gescheld werd en er
BOTERNOTEERING.
De Leeuwarder botornoteering is be
paald op 83 cent per K-O.
De boternoteeringscommissie, gevormd
door den Algemeenen Ned. Zuivelbond, de
Vereenïging voor Zuivelindustrie en Melk-
hygiéne, de Vereeniging van Groothandela-
ren in boter, de Crisis Zuivel Centrale en het
Crisis Zuivel Bureau, deelt mede, dat de
Leeuwarder boternoteering voor heden is
bepaald op 83 cent j>er K.G.
UITKEER ING BIJ ONTSLAG VAN
PERSONEEL OP ARBEIDSOVEREEN
KOMST. i
De ministerraad heeft een bijzon
dere regeling getroffen.
De minister van binnenlandsche zaken
heeft het volgende ter kennis gebracht van de
hoofden der onder zijn departement ressortee-
rende instellingen.
Als gevolg van reeds ingevoerde en nog in
voorbereiding zijnde nooazakelijke bezuinig
gingsmaatregelen zal ook een aantal per
sonen, werkzaam op arbeidsovereenkomst,
voor ontslag in aanmerking komen. Aange-.
zien de voorziening volgens art. 63 van net
Arbeidsovereenkomstenbesluit nog te kort
werkt om daadwerkelijk steun te verleenen bij*
gedwongen ontslag, heeft de ministerraad
thans een bijzondere regeling getroffen.
Deze regeling, welke geldt voor arbeiders,
wier dienstbetrekking met ingang van 1 Juli
1932 of een lateren datum is of wordt beëin
digd, luidt als volgt:
1. behoudens het bepaalde in het volgende
lid wordt aan arbeiders in den zin van het
Arbeisdovereenkomstenbesluit, die kostwinner
zijn van een gezin, bij beëindiging van de
dienstbetrekking, bij wijze van tijdelijken
maatregel, in verband met de buitengewone
tijdsomstandigheden, een uitkeering toege
kend. i
2. Het vorige lid is niet van toepassing:
a. indien het dienstverband op den datum
van ingang van het ontslag nog geen jaar
heeft geduurd;
b. indien de arbeider belast is met een ge
deeltelijke dag-, week- of jaartaak uit hoofde
waarvan hij gedurende het tijdvak van een
jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ont
slag aan loon minder dan 400 heeft ont
vangen, tenzij hij over 1931 of 1930 uit dien
hoofde een loon van 400 of meer heeft ge
noten
c. indien de dienstbetrekking, hetzij door
den arbeider, hetzij wegens een dringende
reden, als bedoeld in art. 1639 p van het
Burg. Wetb., hetzij door overlijden van den
arbeider, is beëindigd;
d.op den arbeider, werkzaam bij het Staats-
mijnbedrijf in Limburg.
3. De uitkeering wordt vastgesteld als
volgt:
a. voor arbeiders met volledige dagtaak op
een bedrag gelijk aan: voor maandloopers:
3 X 2/3 X het laatstelijk geldende maand
loon; voor uur, dag- en weeklooners:
13X2/3 X het laatselijk geldende weekloon,
c.q. berekend weekloon naar reden van het
vastgestelde dag- of uurloon.
b. voor arbeiders met niet volledige dag
taak op een bedrag gelijk aan: voor maand
loopers 3 X 2/3 X het laatstelijk gemiddel
de maandloon over het afgeloopen kalender
jaar; voor uur-, dag- en weeklooners:
13 X 2/3 X het gemiddelde weekloon over
het afgeloopen kalenderjaar;
c. het volgens a en b gevonden bedrag
wordt voor iedere volle maand, dat het dienst
verband geduurd heeft, verhoogd met 1 pet.
van dat bedrag.
4. Op de uitkeering, bedoeld in het vorige
lid, komt in mindering de uitkeering volgens
art. 63 van het Arbeidsovereenkomstenbe
sluit
5. Onder het gemiddelde maand-weekloon,
bedoeld in het derde lid, onder b, wordt ver
staan het over het afgeloopen kalenderjaar
verdiende loon resp. gedeeld door het aantal
maanden of weken, waarvoor het dienstver
band in dat jaar heeft bestaan.
een telegrambesteller voor haar deur stond.
„Vier geen verjaardag. Ben ziek. Veel
groetjes, Bets".
Dat was alles. Maar het stuurde den ge-
heelen dag in de war. Hadden ze daarvoor
nu zooveel omslag moeten maken? Als ze dat
vooruit geweten hadden, dan hadden ze im
mers best zelf naar de verkooping kunnen
gaan. En van wat je zelf doet, ben je immers
toch altijd het zekerste? En dan, zoo'n ver
kooping meemaken is ook niet onaardig. Ze
hadden het feitelijk nog nooit gedaan. Das
besloten ze, nu de reis toch niet doorging,
samen naar het verkooplokaal te gaan. Ze
waren er al om kwart voor tienen en konden
dus op een der eerste rijen een goed plekje
veroveren. Daar zaten ze in spanning te
wachten op de dingen, die komen zouden. Het
ging vrij vlot, maar voor den middag was
men toch niet verder gekomen dan nummer
234. Ze moesten dus terugkomen na koffie-
drinktijd. Wat ze natuurlijk deden.
Het was haar 's morgens al opgevallen dat
ze het bekende gezicht van mijnheer Gerrit
sen nergens ontdekt hadden, maar juffrouw
Mina had de wijsgeerige opmerking ten beste
gegeven, at hij het vooruit wel geweten zou
nebben, dat hun beeldje niet aan de beurt
kwam, omdat hij verstand van die dingen
had. Maar ook na de koffie keken ze naar
alle kanten vruchteloos rond naar mijnheer
Gerritsen.
„Zou hij ziek zijn geworden?" opperde
juffrouw Keetje. „Of zou hij het vergeten
hebben? Dat zou toch wel heel erg zijn! Wat
'n geluk dat we nu zelf gekomen zijn. An
ders was alles nóg mislukt".
Het hartroerend eenszijn van juffrouw Mi
na behoeft nauwelijks vermeld te worden.
Het bieden begon weer en hoe dichterbij no.
273 kwam, hoe sneller de harten van juf
frouw Mina en juffrouw Keetje begonnen te
kloppen. No. 272 was aan de beurt. Ze kon
den bijna niet op haar stoel blijven zitten
van zenuwachtigheid.
„Nu zullen we zelf moeten bieden", fluis
terde juffrouw Keetje. „Ik zie mijnheer Ger
ritsen nergens".
Het herdertje werd ingezet voor vijftig
gulden.
„Wie meer dan zjesdg? pnd, en zestig