Alkmaarsche Courant. £and= en Jxiiu(kuuu ^Binnenland Eenmaaf, Andermaal.. Honderd vier en dertigste Jaargang. VRIJDAG 15 JULI JIo. 165 1932 LANGENDIJK. Buitengewoon groot was de ontgooche ling en de verslagenheid, waarmee de tijding werd ontvangen, dat geen toeslag op de be- waarkool zal worden gegeven. Men weet hier in tuinderskringen maar al te goed, dat men in Den Haag geen bijzonder grooten haast maakt, als het betreft het nemen van maat regelen, die moeten dienen om den noodtoe stand te verlichten, waarin de tuinbouwers aan Langendijk en omstreken verkeeren. Maar velen meenden, dat geen nieuws in de zen goed nieuws was, zoodat over 't alge meen de stille hoop werd gekoesterd, dat de regeering de tuinders niet zou vergeten. Te meer meende men dit te kunnen verwachten, daar de koningin bij haar bezoek aan de vei ling te Broek op Langendijk zich niet ondui delijk had uitgelaten over te nemen steun maatregelen, toen zij de ontstellende omzet cijfers van de veiling onder het oog kreeg. Nu, door het antwoord van den minister, moet die hoop ook worden opgeheven en vraagt men zich met angst en verbittering af wat er van de duizenden gezinnen moet terecht komen, die gebrek hebben aan het al lernoodzakelijkste. Dit antwoord in een tijd, waarin de prijzen der groenten bespottelijk laag zijn, was een trap op het hart van hen, die hun hoop op de regeering hadden geves tigd. Buitengewoon bevreemdend heeft dit antwoord de tuinbouworganisaties aange daan. Herhaaldelijk was op antwoord, ten opzichte van den gevraagden toeslag, aange drongen. In den pijnlijksten nood waagt het bestuur van den Vierbond het nog eens op antwoord aan te dringen en zie, onmiddel lijk komt antwoord terug, een antwoord, waaruit blijkt, dat de regeering het fatale be sluit genomen had. Was de vergadering van den ministerraad, waarin deze kwestie werd behandeld, dan nu toevallig juist afgeloo- pen, of was het besluit reeds lang gevallen en werd de minister door het telegram van den Vierbond er soms aan herinnerd, dat er nog zoo iets liep van een verzoek om toeslag op bewaarkool, en dat er in Westfriesland nog ruim 3000 tuinders op den rand van den afgrond leven?! De slag is gevallen en de tuinders weten meer dan ooit, dat zij achtergesteld worden bij andere groepen der bevolking. Uit het kwade zal ook hier ongetwijfeld het goede geboren worden: een oplaaiende activiteit voor een menschwaardig bestaan der nijvere tuinders. Met dit telegram is de regeering niet van de tuinbouwers af. Het wachtwoord Is nu, nog meer dan ooit: Op ten strijde! LAND- EN TUINBOUW IN NOOD. (Ingezonden.) Land- en tuinbouwers in Westfriesland, in Noordholland's Noorderkwartier, uw nood is groot. Gij probeert in vergaderingen, gehouden in Hoorn, Alkmaar, en nu weer in Haarlem de verantwoordelijke kringen van aUn nood te overtuigen. Gelooft gij werkelijk op die wijze te zullen slagen? Zijt gij georganiseerd? Wie zijn dan uw hoofdbestuurders? Toen de veehouders in nood verkeerden waren de hoofdbesturen van hun organisaties er al heel gauw bij, om te juister plaatse met voorstellen te komen, welke beoogden ver lichting van hfln nooden te brengen. En hun stem werd verhoord. De Crisis-Zuivelwet, 1932 was o.a. het resultaat hunner bemoeiin gen. De Crisis-Zuivelwet, welke gij wellicht niet in de finesses kent, maar die wel afgun«i bij u heeft gewekt, toen gij goed gesitueerde veehouders in uw gemeenten zaagt optrek ken naar het gemeentehuis, om hun z.g. koeiengeld in ontvangt te nemen. Cf die vee- Oorspronkelijke schets van HEKMAN ANTONSEN. Ze waren geen van beiden meer wat men jong gelieft te noemen. Juffrouw Mina niet en jutfrouw Keetje niet. Ze liepen beiden naar de vijftig. En ze woonden al vijftien jaar samen op een gezellig bovenhuis, dat ze 'met vrij veel smaak hadden gemeubeld. En tot haar grootste schatten behoorde ook een antiek porseleinen beeldje van een herderin netje, echt Sèvresporselein, minstens twee honderd jaar oud. Het stond op een hoek van den schoor steen in den salon en de beide oude dames verzekerden elkander bijna dagelijks, dat hef. toch zoo jammer was, dat ze er maar geen pendant voor konden krijgen. Ze hielden veel van pendanten. Hare schilderijen hingen paarsgewijs, haar vazen paste twee aan twee bij elkaar haar stoelen stonden symmetrisch in de kamers. Alleen zijzelf braken die keu rige evenwichtigheid, want juffrouw Keetje was gezet en kort en juffrouw Mina lang en spichtig. Wat echter niet aan de goede har monie afbreuk deed. In hartroerende eensgezindheid zochten ze dan ook reeds jarenlang naar een herder voor het herderinnetje. Ze konden geen antiquair voorbijgaan, zonder voor de ramen te blijven staan kijken. Er kon geen veiling van anti quiteiten gehouden worden, of de beide da mes gingen naar den kijkdag. En telkens tevergeefs. Maar vrouwelijk geduld is lankmoedig. En het geduld van twéé oude dames heeft veel kans onuitputtelijk te zijn. Bij juffrouw Keetje en juffrouw Mina scheen het in ieder geval zoo te wezen. Het was Zaterdagavond en juffrouw Mina zat de krant te lezen. Dit wil zeggen, ze ploos de advertenties na, die immers het be langrijkste van een krant zijn. „Luister eens, Keetje", zei ze opeens uit de krant opkijkend. „Zou dat misschien niet iets kunnen wezen? Ik lees daarnet, dat er vol gende week een groote veiling is bij Muller Co. van antiquiteiten. Wie weet, of we daar niet...." Ia, dat is 'n idee", stemde Keetje reeds In, houders en vooral zij hunner, die dat koeien- geld niet noodig hadden, zich niet schaam den? Waarom zouden zij: de prijzen hunner producten waren immers ook slecht, al was geholpen. Voor dat wij een week verder zijn, het dan pas sinds een jaar, en bovendien: zij gingen ter secretarie, gewapend met het ant woord op eenige, absoluut niet onbescheiden vragen Hoe het ook zij: die veehouders zijn thans zult gij het ook voelen, dat dien veehouders steun wordt verleend: de volgende week wordt de boter „slechts" 40 cents per K.G. duurder. Wordt die boter u dan te duur, en wilt gij noodgedwongen margarine gaan ge bruiken, dan zult gij bemerken, dat ook dat volksvoedsel met een hoog recht is belast, ten koste van de noodlijdende land- en tuinbou wers en hun gelijken, ten behoeve in vele gevallen van allesbehalve noodlijdende vee houders. Noodlijdende bedrijven kunnen dus wel met regeeringsmaatregelen geholpen worden, al zou het zijn, dat de daarvoor benoodigde gelden gehaald moeten worden uit de zakken van hen, die het niet missen kunnen. Wat hebben uw besturen tot heden weten te bereiken? In 1931 een provinciale garan tie aan den noodlijdenden land- en tuinbouw, in 1932 een rijks- en gemeentelijken steun voor deze catagorie van producenten. En dan schijnt er dezen zomer of herfst nog een mil- lioen beschikbaar te zullen worden gesteld om u te steunen. Totaal zal dan voor u een bedrag van circa 3.000.000 uitgetrokken zijn. Voorts hebben de besturen uwer organisa ties protestvergaderingen georganiseerd. Maar het allerbelangrijkste hebben zij tot heden niet weten te bereikenhet ontwer pen en ter bestemder plaatse voordragen van doeltreffende en uitvoerbare steunmaatrege len. En zoo lang uw stand niet met die plan nen komt (en in bijzonderheden behoeven die plannen niet eens ontwikkeld te zijn) is er van onze regeering voor u geen doeltreffende steun te verwachten. Uit den boezem der noodlijdenden zelf moeten die plannen voorgedragen worden. Wanneer gij meent, dat die plannen geheel gebaseerd moeten zijn op de vergrooting der uitvoermogelijkheid naar het buitenland, in het bijzonder naar Duitschland, doet gij be tere moeite van het plannen-ontwerpen u te besparen. Op dien weg, de regeering heeft het duidelijk genoeg te kennen gegeven, valt niets te bereiken. Gij zult dus in een andere richting moeten zoeken. Gij zult u moeten vernederen, maar als het gaat om de instandhouding van uw gezin, van uw bedrijf, zult gij bereid zijn die verne dering te ondergaan. Gij zijt niet verwend de laatste jaren in dat opzicht. Gij zult moeten aantoonen, dat er werke lijk een noodtoestand in uw bedrijf bestaat. Dus zult gij bij uw verzoek om steun u moe ten beperken tot die bedrijven, die soorten van land- en tuinbouw, welke inderdaad noodlijdend zijn. Gij zult de plannen, welke gij den betrokken minister zult willen voor dragen, moeten doen aanbieden en toelich ten door voormannen, ernstig, de beteekenis van hun zending volkomen bewust. Gij zult moeten doen blijken, dat de ge- heele tuin- en landbouwwereld achter uw voorstellen staat. Gij zult de regeering moeten overtuigen, dat er iets gedaan moet worden. Gij zult niet meer mogen vragen dan ab soluut noodzakelijk is. Duizenden uwer zullen uw voormannen moeten vergezellen op hun reis naar Den Haag, opdat ook de stad zich kan overtuigen van den ernst uwer betooging. Ernstig en waardig, aangevoerd door man nen, die hun verantwoordelijkheid bewust zijn, zult gij optrekken naar de residentie, gij zult zorgen, dat geen verkeerde elementen zich onder u mengen. Hun worde het vis- schen in troebel water belet. En wat zult gij dan als uw voorstellen aan de regeering voordragen? Een steunregeling, welke het mogelijk maakt, dat uw gezin, uw bedrijf in stand blijve. Daarop u baseerend, zult gij den minister voordat Mina uitgesproken had. Ze begreep immers dadelijk wat er verder komen moest? „Wanneer is er kijkdag?" „Maandag van tien tot vier". „Wel mensch, dat komt goed uit. Jij hebt wel naaikrans, maar ik moet 's middags toch dien kant uit om boodschapjien te doen en kan dan meteen even gaan kijken". „Maar denk er om, het zou van hetzelfde merk moeten zijn en.... echt, hoor!" „Laat dat maar aan mij over", snibbigde juffrouw Keetje terug. Maandagsmiddags drentelde juffrouw Keetje het verkooplokaal binnen. Ze had zich gehaast met haar andere boodschappen. Dan kon ze op haar dooie gemak rondneu zen. En nu nam ze er haar tijd voor. Wat was er veel te zien! Allemaal van die mooie oude dingen, die je zoo wel zou willen mee nemen. Maar al genoot ze van de mooie em pire stoeltjes en de aardige roccoco bonheur- tjes, van de keurige mahonie theestoof en het snuitige lepeldoosje, van het snoeperige tête- a-tête, zoo fijntjes, dat 'n mensch het toch niet zou durven gebruiken, om er geen oortje van af te breken, ze verloor het groote doel van haar komst toch geen oogenblik uit haar gedachte en haar spiedende oogjes zochten rond of ze nergens.... En toen gebeurde het wonder! Daar op een rondgebogen hoekkastje met koper beslag, om te stelen, dacht ze nog net, daar stond de langgezochte! DE herder voor haar herderinnetje! Ze Yoe'd® haar knieën knikken van den schok, die het haar gaf. Ze keek omhoog naar het beeldje op de kast. Ze haalde haar lorgnet te voor schijn om beter te kunnen kijken. Ja, warem pel.... heusch... ais twee droppels water..... precies even groot, even sierlijk... precies het zelfde voetstukdezelfde kleuren.... het zelfde vergulde randjeHèt piendant voor haar herderinnetje! Alleen het was een „Hij".... en hij speelde op een fluit en droeg geen crinoline, maar een keurige kuitbroek en schoentjes met gespen en hagelwitte kous- jes. Ze nam nauwkeurig het nummer op 273.... twee honderd... laat 's kijken... ja twee honderd drie en zeventig. Opeens had de heele verkooping haar be- langstelling verloren Ze haastte zich naar moeten duidelijk maken: Voor de instandhou ding van ons gezin, van ons bedrijf, hebben wij steeds gewerkt, willen wij blijven wer ken Wij willen niet werkloos worden. Wij willen werken voor den steun, ons van regee- ringswege te verleenen. Excellentie, wij ver zoeken u: laat elke gemeente een crisis-bu reau stichten, zoo iets als een tweede arm bestuur, met dit onderscheid, dat alleen wer kende crisis-slachtoffers bij dit crisisbureau terecht kunnen. De samenstelling van dit bu reau laten wij aan u over. Slechts vragen wij u met aandrang: wilt zorg dragen, dat geen politieke of godsdienstige oogmerken de werk wijze van dit bureau vertroebelen. Dit bureau wordt gemachtigd, alle gegevens omtrent noodlijdende land- en tuinbouwers te verza melen, welke voor de beoordeeling van de be dragen, waarmede deze lieden geholpen moe ten worden, benoodigd zijn. Wij zijn bereid, onze lastgevers te overtuigen, dat, als zij steun van regeeringswege willen verkrijgen, zij zich de vernedering van een bezoek aan dat crisis-bureau moeten getroosten. Dit bureau concludeere uit de aldus verza melde gegevens, wat noodig is tot instand houding van ons gezin, en ons bedrijf. Wij zullen reeds zeer tevreden zijn, als ons dat mogelijk gemaakt wordt. Desnoods kunnen er maxima gesteld ■worden: per H.A. worde voor de instandhouding van het bedrijf ma ximaal b.v. een rente van 3 pCt. over een hy pothecaire of losse schuld van ten hoogste 3000 per H.A. vermeerderd met de grond en verdere eigendomslasten, een zeker bedrag aan kunstmest, een klein bedrag voor onder houd, beschikbaar gesteld. Bovendien, al naar de grootte van het gezin, een zeker be drag voor levensonderhoud, en op bedrijven, waar gewerkt wordt met personeel, een be drag voor arbeidsloon. Wij zijn met een een voudig leven tevreden, de laatstbedoelde be dragen behoeven derhalve niet hoog te zijn". De bijlage luidt als volgt: „Zoodra het Crisis-bureau zijn gegevens verzameld heeft, deelt het den minister me de, welke bedragen per week benoodigd zijn in de verschillende gemeenten wegens levens onderhoud, arbeidsloon, hoeveel en op welke data verschuldigd is voor landhuur, rente van hypotheek en losse schuld, in het seizoen wegens kunstmest, zaaizaad, enz. De minister draagt zorg, dat het Bureau telkens over de noodige geldmiddelen be schikt. Meent bedoeld bureau, dat om eenige reden de uitbetaling aan een of meer der belang hebbenden moet worden gestaakt, b.v. we gens frauduleuze handelingen van de steun- trekkenden, dan geeft het hiervan kennis aan den minister, die in laatste instantie beschikt. Het bureau houdt ook toezicht op den ver koop van die producten, welke b.v. over een zaadbeurs worden verkocht, en adviseert den minister, hoe deze gelden ten behoeve van het Rijk kunnen worden geïnd: immers, het is de uitdrukkelijke bedoeling van dit plan dat alle ontvangsten wegens verkochte producten, af geleverd door hen, die profiteeren van deze steunregeling, zullen worden geïnd, tenmin ste ten goede zullen komen aan den staat, ter nadere verrekening. Aldus zou het door den staat bij te passen bedrag tot een minimum worden beperkt, zou niettemin de landbouwer worden opgewekt, die producten te teelen, welke z.i. finantieel het beste resultaat zouden opleveren, en het bezwaar overwonnen zijn, thans door den minister aangevoerd, dat het onmogelijk is, een bepaald product te steunen. Het Crisis-bureau zou zoodoende fungee- ren en als adviesbureau en als controleerend lichaam, en als kassier. Het spreekt van zelf, dat de leden van be doeld bureau geen salaris zouden behooren te genieten, hoogstens een presentiegeld, ter wijl de administratieve werkzaamheden zou den kunnen worden opgedragen aan een lid van het Secretariepersoneel, dat hiervoor een geringe vergoeding zou genieten. De centrale van deze crisis-bureaux zou gevormd kunnen worden op het Departement. Hoe de uitgaven ten laste van het Rijk uit deze steunregeling voortvloeiende, moeten worden gedekt, zij den minister ter beoordee ling overgelaten. buiten ze nam tegen gewoonte een trammetje naar huis, ze liep als een gejaagd dier den salon en de huiskamer op en neer, omdat Mina zoo lang op den naaikrans bleef. Vijf minuten over half zes! Anders was ze altijd klokslag kwart over vijven thuis! Zou ze haar tegemoet gaan? Maar misschien was ze wel een eindje omgeloopen met een of an dere vriendin! Nee, beter van niet. Ze zou maar geduldig wachten. Tot laat in den avond zaten juffrouw Mi na en juffrouw Keetje voor den haard bij een en overlegden, hoe ze het zouden aanleg- fen, om het verlangde herdertje te krijgen, oo héél eenvoudig was het immers niet? Want midden in een langen zin vol lofprij zing over het kuitbroekje en de schoentjes met gespen, was juffrouw Keetje opeens blij ven steken met een gezicht, alsof ze het in Keulen hoorde onweeren. (Donderen durfde ze minder goed zeggen). ..Goeie hemel! dat is me ook wat!" had ze zichzelf onderbroken. „Wat is er dan?" „Wel, daar schiet me ineen ste binnen, dat het Donderdag verkoopdag is en..." „Nou wat èn?" „Wel, m'n lieve mensch (dat zei juffrouw Keetje altijd als ze iets akeligs op haar tong had), ben je dan heelemaal vergeten, dat we Donderdag de stad uitmoeten? Bets Zomer- zorg is immers jarig en we hebben nog nooit haar verjaardag overgeslagenen we heb ben haar immers geschreven, dat we ko men?" „Goeie hemel... dat is waar ook! Nee, weg blijven gaat onmogelijk. Bets zou het vreese- lijk kwalijk nemen... nee, dat gaat niet... maar wat dan?" „Zouden'we niet iemand kunnen vinden die in onze plaats naar die verkoopig kon gaan?' De beraadslaging duurde bijna een uur. Toen kwam juffrouw Mina op een goed idee. „Och nee, Keetje, al die menschen, die we nou hebben opgenoemd, kunnen het toch niet voor ons doen. Ze hebben er immers geen greintje verstand van. Ze zouden misscnien een glad verkeerd beeldje voor ons koopen... ze.... „Maar als we hun nu het nummer opge ven. dan kan..." „Je weet nooit, wat er niet kan.... Ik heb De administratiekosten en andere uitgaven der crisis-bureaux zouden tot een minimum moeten worden beperkt, o.a. door het verlee nen van vrijdom van port, vrijstelling van de kosten van inzage van kadaster en registers der hypotheken, enz. Natuurlijk eveneens vrij dom van zegel". Aldus in staat gesteld uw gezin en bedrijf instand te houden, zonder weelde, zelfs zeer eenvoudig, ook in staat uw personeel in dienst te houden, zult gij bereid moeten zijn, u te verbinden: In de eerste plaats al uw producten over de veiling te verkoopen; In de tweede plaats: uw vordering op de veiling te cedeeren aan het Rijk. Op die wijze zal het bedrag, door de regeering bij te pas sen, kleiner worden, naar gelang de op brengst van uw producten grooter is. Het wordt dan een rijksbelang, middelen te be ramen, om die opbrengst zoo hoog mogelijk op te voeren. Zouden in eenig jaar de ontvangsten van :t Rijk wegens door u op de veiling verkoch te producten hooger zijn, dan het bedrag, door u als steun van 't Rijk genoten, dan zou ten aanzien van de verdeeling van het ver schil tusschen het Rijk en u nadere voorzie ningen getroffen kunnen worden. Aan den eenen kant is het billijk, dat het Rijk daaruit een gedeelte van den steun, in vori ge jaren aan u verleend, kan verhalen, ander zijds zal het voor u een prikkel zijn, naar beste weten en kracht uw akkers te verzor gen, als gij weet, dat van een eventueel sur plus ook aan u een gedeelte ten goede komt. Nog ware te bepalen, dat niemand steun zal ontvangen ten behoeve van meer hecta ren of roeden verbouwde producten, dan door hem gemiddeld over de laatste twee of drie jaren werden bewerkt. Voor huurders zou een zelfde regeling kunnen worden getroffen, in dien zin, dat in plaats van de rente van hypotheek en losse schuld per H.A., een steun wordt verleend gelijk aan de huursom. Eindelijk zoudt u moeten instemmen met een controle, van rijks wege over uw bedrijf uitgeoefend. Thans nog een korte samenvatting van het bovenstaande: Waar uw huidige organisaties hebben ge faald om de regeering te overtuigen van uw nood, is het noodig, dat gij een anderen weg inslaat. Dat gij daarbij eensgezind zijt. Dat gij ernstig en waardig, aangevoerd door ver trouwde en vertrouwenswaardige mannen, u in massa begeeft naar Den Haag, wanneer die vertrouwensmannen aan de regeering uw wenschen gaan vertolken. Dat uw wenschen, zij het dan ook niet tot in details afgewerkt, duidelijk zijn omlijnd, en niet meer verlangen, dan in de eerste plaats noodig is tot behoud van uw gezin en bedrijf. Dat die wenschen voor uitvoering vatbaar zijn en rekening houden met hetgeen nu een maal niet kan. Dat zij derhalve niet steun vragen langs een weg, die blijkens verklaringen van den minister niet begaanbaar is (den weg, welke voert naar het buitenland). Dat gij toont, tegenover den steun, welke u zal worden gegeven, tot offers bereid te zijn en u daartoe bij voorbaat onderwerpt aan die maatregelen, welke der regeering wen- schelijk voorkomen, ook al zouden anderen op minder krenkende wijze door het Rijk aan een ondersteuning geholpen zijn. Van zulk een plan hoop ik u in het boven staande een voorbeeld te hebben geboden. Ik geef het gaarne voor beter. Maar dat betere vrage niet meer dan strikt noodig is. Ik verraad geen geheimen, wanneer ik hier openlijk verklaar, dat velen uwer voor het 3 maanden later is, aan den rand van den af grond staan. Dat huuropzegging of executie velen uwer dreigt. Dat alleen een spoedige hulp u*nog baten kan. Dringt derhalve op spoed aan. De Tweede Kamer is op reces, doch dit College kan zijn reces onderbreken. Moet dit zelfs doen, als de tijdsomstandigheden dit noodzakelijk ma ken. De leden dier Kamer zijn de volksvertegen woordigers, dus ook de vertegenwoordigers van uw stand. Hoorn, 15 Juli 1932. G. H. G v. H. wat beters bedacht. Als we mijnheer Ger ritsen eens vroegen. Die is makelaar. Die heeft er allicht verstand van. En die is ge woon op verkoopingen te bieden. Wat denk je daarvan?" „Ik vind het een reuze idee!" zei juffrouw Keetje. „We moesten morgenochtend samen maar even naar hem toegaan". Dien nacht droomden beide dames van een herdertje van Sèvres-procelein. Den vol genden morgen om half elf zaten ze samen op het kantoor van mijnheer Gerritsen en be spraken met hem den koop. „Het is ons heel wat waard om dat beeld je te krijgen, ziet u", zei juffrouw Keetje. „Het zou zoo'n prachtige pendant zijn voor het beeldje, dat we al hebben. U weet mis schien wel, dat herderinnetje, dat op den schoorsteen staat". Mijnheer Gerritsen herinnerde het zich niet maar als zakenman, knikte hij veelzeg gend van ja en oteerde het catalogusnummer van het beeldje zorgvuldig. „We hebben er als het moet, wel drie hon derd gulden voor over", zei juffrouw Mina, en juffrouw Keetje knikte, want dat was iprecies de som die ze den vorigen avond be sloten hadden er aan te wagen, om in het jarenlang zoo vurig gewenschte bezit te ge raken. Mijnheer Gerritsen lachte eens in zijn grij zen baard en zei geruststellend„Kom, kom, dames, zoo'n vaart zal het niet loopen. Ik maak me sterk, dat ik het voor minder dan de helft voor u koopen kan. En als oude ken nissen zal ik u niet meer dan tien persent provisie rekenen". Juffrouw Mina en juffrouw Keetje vonden dat.vreeselijk aardig, omdat ze niet wisten, dat het niet minder dan de gewone provisie was en verzekerden hem, dat hij haar daar mee een heel groot pleizier zou doen, omdat ze het geld ook maar niet voor het ojjschep- pen hadden, al wilden ze nu ook met alle ge weld dat beeldje hebben. Donderdagmorgen waren juffrouw Mina en juffrouw Keetje een half uur vroeger dan gewoonlijk op, om toch vooral den trein niet te missen. En ze stonden op het punt om van huis te zaan. toen er gescheld werd en er BOTERNOTEERING. De Leeuwarder botornoteering is be paald op 83 cent per K-O. De boternoteeringscommissie, gevormd door den Algemeenen Ned. Zuivelbond, de Vereenïging voor Zuivelindustrie en Melk- hygiéne, de Vereeniging van Groothandela- ren in boter, de Crisis Zuivel Centrale en het Crisis Zuivel Bureau, deelt mede, dat de Leeuwarder boternoteering voor heden is bepaald op 83 cent j>er K.G. UITKEER ING BIJ ONTSLAG VAN PERSONEEL OP ARBEIDSOVEREEN KOMST. i De ministerraad heeft een bijzon dere regeling getroffen. De minister van binnenlandsche zaken heeft het volgende ter kennis gebracht van de hoofden der onder zijn departement ressortee- rende instellingen. Als gevolg van reeds ingevoerde en nog in voorbereiding zijnde nooazakelijke bezuinig gingsmaatregelen zal ook een aantal per sonen, werkzaam op arbeidsovereenkomst, voor ontslag in aanmerking komen. Aange-. zien de voorziening volgens art. 63 van net Arbeidsovereenkomstenbesluit nog te kort werkt om daadwerkelijk steun te verleenen bij* gedwongen ontslag, heeft de ministerraad thans een bijzondere regeling getroffen. Deze regeling, welke geldt voor arbeiders, wier dienstbetrekking met ingang van 1 Juli 1932 of een lateren datum is of wordt beëin digd, luidt als volgt: 1. behoudens het bepaalde in het volgende lid wordt aan arbeiders in den zin van het Arbeisdovereenkomstenbesluit, die kostwinner zijn van een gezin, bij beëindiging van de dienstbetrekking, bij wijze van tijdelijken maatregel, in verband met de buitengewone tijdsomstandigheden, een uitkeering toege kend. i 2. Het vorige lid is niet van toepassing: a. indien het dienstverband op den datum van ingang van het ontslag nog geen jaar heeft geduurd; b. indien de arbeider belast is met een ge deeltelijke dag-, week- of jaartaak uit hoofde waarvan hij gedurende het tijdvak van een jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ont slag aan loon minder dan 400 heeft ont vangen, tenzij hij over 1931 of 1930 uit dien hoofde een loon van 400 of meer heeft ge noten c. indien de dienstbetrekking, hetzij door den arbeider, hetzij wegens een dringende reden, als bedoeld in art. 1639 p van het Burg. Wetb., hetzij door overlijden van den arbeider, is beëindigd; d.op den arbeider, werkzaam bij het Staats- mijnbedrijf in Limburg. 3. De uitkeering wordt vastgesteld als volgt: a. voor arbeiders met volledige dagtaak op een bedrag gelijk aan: voor maandloopers: 3 X 2/3 X het laatstelijk geldende maand loon; voor uur, dag- en weeklooners: 13X2/3 X het laatselijk geldende weekloon, c.q. berekend weekloon naar reden van het vastgestelde dag- of uurloon. b. voor arbeiders met niet volledige dag taak op een bedrag gelijk aan: voor maand loopers 3 X 2/3 X het laatstelijk gemiddel de maandloon over het afgeloopen kalender jaar; voor uur-, dag- en weeklooners: 13 X 2/3 X het gemiddelde weekloon over het afgeloopen kalenderjaar; c. het volgens a en b gevonden bedrag wordt voor iedere volle maand, dat het dienst verband geduurd heeft, verhoogd met 1 pet. van dat bedrag. 4. Op de uitkeering, bedoeld in het vorige lid, komt in mindering de uitkeering volgens art. 63 van het Arbeidsovereenkomstenbe sluit 5. Onder het gemiddelde maand-weekloon, bedoeld in het derde lid, onder b, wordt ver staan het over het afgeloopen kalenderjaar verdiende loon resp. gedeeld door het aantal maanden of weken, waarvoor het dienstver band in dat jaar heeft bestaan. een telegrambesteller voor haar deur stond. „Vier geen verjaardag. Ben ziek. Veel groetjes, Bets". Dat was alles. Maar het stuurde den ge- heelen dag in de war. Hadden ze daarvoor nu zooveel omslag moeten maken? Als ze dat vooruit geweten hadden, dan hadden ze im mers best zelf naar de verkooping kunnen gaan. En van wat je zelf doet, ben je immers toch altijd het zekerste? En dan, zoo'n ver kooping meemaken is ook niet onaardig. Ze hadden het feitelijk nog nooit gedaan. Das besloten ze, nu de reis toch niet doorging, samen naar het verkooplokaal te gaan. Ze waren er al om kwart voor tienen en konden dus op een der eerste rijen een goed plekje veroveren. Daar zaten ze in spanning te wachten op de dingen, die komen zouden. Het ging vrij vlot, maar voor den middag was men toch niet verder gekomen dan nummer 234. Ze moesten dus terugkomen na koffie- drinktijd. Wat ze natuurlijk deden. Het was haar 's morgens al opgevallen dat ze het bekende gezicht van mijnheer Gerrit sen nergens ontdekt hadden, maar juffrouw Mina had de wijsgeerige opmerking ten beste gegeven, at hij het vooruit wel geweten zou nebben, dat hun beeldje niet aan de beurt kwam, omdat hij verstand van die dingen had. Maar ook na de koffie keken ze naar alle kanten vruchteloos rond naar mijnheer Gerritsen. „Zou hij ziek zijn geworden?" opperde juffrouw Keetje. „Of zou hij het vergeten hebben? Dat zou toch wel heel erg zijn! Wat 'n geluk dat we nu zelf gekomen zijn. An ders was alles nóg mislukt". Het hartroerend eenszijn van juffrouw Mi na behoeft nauwelijks vermeld te worden. Het bieden begon weer en hoe dichterbij no. 273 kwam, hoe sneller de harten van juf frouw Mina en juffrouw Keetje begonnen te kloppen. No. 272 was aan de beurt. Ze kon den bijna niet op haar stoel blijven zitten van zenuwachtigheid. „Nu zullen we zelf moeten bieden", fluis terde juffrouw Keetje. „Ik zie mijnheer Ger ritsen nergens". Het herdertje werd ingezet voor vijftig gulden. „Wie meer dan zjesdg? pnd, en zestig

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9