Alkmaarsche Courant.
De geheimzinnige inbreker
Jladianieuws
S tad en O
JeuiMeUut
Radio-rede van
Minister Ruys de Beerenbrouck.
Honderd vier en dertigste Jaargang.
WOENSDAG 20 JULI.
De regeering is overtuigd van den .nood
en het doet haar leed niet overal vol;
doende te kunnen helpen. Een opwek*
king tot burgerzin.
No. 169 1932
Donderdag 21 Juli.
Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO)
Gramofoonpl. 10.Morgenwijding.
1015 Gramofoonpl. 10.30 Concert. Anna
Stroink, zang. Annie Savenye, piano. 11
Causerie door mevr. R. Lotgering—Hille-
brand. 11.30 Vervolg concert. 12.—2.30
Nieuwe Amst. Orkestvereeniging o.l.v. N. v.
d Linden m. m. v. The Three Syncopators
2.45 Gramofoonpl. 3.— Voorlezen door
Julia de Gruyter. 3.30 Gramofoonpl. 4.—
Ziekenuur. 5.— Concert door het Ensemble
Honsbeek. 6.30 Sportpraatje door H. Hol
lander. 7.— Piano-recital door Raie da
Costa. 7.30 Reislezing: W. P. F. van De
venter: Nederland als toeristenland. 8.
Gramofoonpl. 8.15 Concertgebouw-orkest o.
1 v. Gaston Poulet, m. m. v. de Fransche ar-
tisten Yvonne Gall en Giuseppe Lugo, o.a.
„Ouv. Benvenuto Cellini", Berlioz; aria's uit
raust" Gounod en 1'Apprenti sorcier, Dukas.
10.30 Vaz Dias. 10.45—12.— Kovacs Lajos
en zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte.
Huizen, 296 M. (8.9.15 en 11.2.
KRO, 10.—11 en 2—11.30 NCRV). 8.—
9 15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Zieken-
dienst. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsd.
halfuurtje. 12.15 Orkestconcert. 2.— Hand
werkcursus. 3.Piano-recita! door mevr. G.
Bruijn—Koch. 3.30 Pauze 4.— Ziekenuur-
tje. 5.— Cursus Handenarbeid v. d. jeugd.
5.45 Concert. Fr. Mooy, zang en D. v. Wil
genburg, piano. 6.45 Knipcursus. 7Cau
serie door dr. F. J. Krop. 7.45 Ned. Chr.
Persbureau. 8—10.45 Concert Chr. Gem.
Zangver. „Soli Deo Gloria" o.l.v. J. Coljee
m. m. v. een kwintet o.l.v. P. v. d Hurk. 9.
9.30 Causerie door Ds. J. D. Boerkoel. Ca.
10— Vaz Dias. 10.45—11.30 Gramofoonpl.
Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
10.50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Cau
serie. 12.20 Orgelspel Edward O'Henry. 1.20
Sherpherd's Bush Paviljoen-Orkest. 2.20—
2.50 Sonate in C, Op. 59, d'Indy door Daisy
Pembridge, viool en Adelina de Lara, piano.
3.20 Kerkdienst. 4.05 BBC-Dansorkest o. 1.
j v. Henry Hall. 4.50 Schotsche Studio
orkest o.l.v. Guy Daines. 5.35 Kinderuur.
6.20 Ber. 6.50 Werken van Schubert, viool en
piano. 7.10 en 7.40 Lezingen. 7.50 Tango-
muziek door Mandoline-ensemble m. m. v.
Don Carlos, zang. 8.20 BBC-Theater-Orkest
o.l.v. Leslie Woodgate, m. m. v. Lilian Keves,
sopraan. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Con
cert. Olga Haley, mezzo-sopraan en mevr.
'Norman O'Neill, piano, o.a. Etudes van
Chopin. 10.50 Kerkdienst. 11.05—12.20
Dansmuziek. BBC-dansorkest o.l.v. Henry
Hall.
Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 5.05 Concert uit het
Amerik. Concerv. te Fontaineblau, sopraan,
viola da' gamba en contrabas. 7.50 Gramo-
foonplaten. 8.20 Tooneel. 9.50 Gramofoon-
platen.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Concert
uit het Bellevue-Strandhotel. 3.50550
Concert o.l.v. W. Meyer—Dano, m. m. v. K.
Munk, zang en C. Schnedler—Meyer, piano
8.20 Cello-duetten door Rud en Ruth Dietz-
mann. 8.40 Microfoon-reportage. 9.40 Jazz-
liedjes door het Wiggers-vocaal kwartet
10.30 Operettemuziek o.l.v. Meyer-Radon,
o.a. Uit Polenblui, Nedbal. 11.20—12.50
Dansmuziek.
Langenberg, 473 Ai. 7.258.20 Concert
uit Bad Homburg. 12.201.20 Koorconcert
uit Frankfurt. 1.50—2.50 Concert o.l.v
Wolf. 2 50 Gramofoonpl. 5.206.35 Con
cert o.l.v. Eysoldt. 8.209.25 „Musikali-
sches Durcheinander". 9.30 „Hörspiel von
Roda Rodas Leben". Regie: Herbert Brunar.
Hierna concert door Bobbie Hind's orkest.
Rome, 441 Al. 9.05 Marken", drama met
muziek van Giami Buccerini. Hierna „La
notte di Zoraima" van Italo Montemezzi
Brussel, 508 M. en 338 Al. 508 M.
12.20 Concert m. m. v. solsten. 5.20 Concert
o.l.v. Walpot. 6.20 Gramofoonpl. 6.30 Con
eert o.lv. Jean Quitin. 8.20 Concert o.l.v. J
Kumps. 9.20 Concert u/d Kurzaal Ostende.
11—Dansmuziek. 338 M.: 12.20: Zie 508
M. 5.20 Concert o.l.v. J. Kumps. 6.20 Gra
mofoonpl. 8.20 Concert o.l.v. J. Kumps. 9.20
Concert uit het Casino te Knocke. Hierna tot
11.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. 7.50 Arkadi Flato's orkest
8 20 „Die Rückkehr zur Natur", naar den
roman van P. Fechter. 9.20 Concert ter gel.
v. h. 11de Duitsche Zangersfeest. 10.Le
zing en berichten. Hierna tot 12.50 Dans
muziek. Sid Kays Fellows.
uit het Engelscb door A. Treub.
84)
En ik moet zeggen, je kruipt vrij goed,
Peter erkende Spencer eerlijk.
Je hebt mijn broeder naar de gevange
nis gezonden.
Ik hem er mijn best voor gedaan, zei
Spencer bescheiden. Het was neg al moeilijk
hem te pakken vooral omdat hij zoo lang
verborgen was geweest. Ik twijfel er zeer
aan of ik tot het inbrekerswerk teruggekeerd
zou zijn als hij weer niet begonnen was zijn
azen rond te deelen. Ik moest mijn reputatie
beschermen en natuurlijk zocht ik hier naar
hem. Ik was begonnen plezier te krijgen in
den wettigen diefstal, die den naam draagt
van geoorloofde zaken en waarin jij uit
munt, Peter! Lee Wang heeft me een aardi
gen duit gekost door den diefstal van de op
brengst van het concert en het werkloozen-
fonds!
Een afschuwelijke grijnzenden glimlach
krulde de lippen van oen baronet, terwijl hij
met verwonderlijk geduld luisterde, tot de
ander uitgesproken had en de vinger aan
den trekker werd steeds witter.
Harker keek met uitpuilende oogen naar
de langzame wenteling van den cylinder.
Hij gaat naar het schavot, zei sir Peter
met dezelfde doodsche, eentonige stem.
Een uitstekende plaats voor hem, Peter
antwoordde de ander onverschillig.
Waarom ging de vervloekte gek niet weg?
Wilde hij vermoord worden? Harker's ge
dachten kwamen in tot nu toe maagdelijke
OPEN LUCHTSAMENKOMST VAN DE
VEREENIGING „KERK EN VREDE" IN
DEN STEDELIJKEN MUZIEKTUIN.
Er werd gisteravond in den Stedelijken
Muziektuin een openluchtsamenkomst ge
houden van de Federatie NoordhDlland
(Noord) van de vereeniging „Kerk en Vrede"
De opening bad plaats door ds. Altema,
doopsgezind predikant te Zaandam. Spr.
bracht in zijn openingswoord het chaotische
van dezen tijd naar voren en sprak de hoop
uit, dat boven de macht zou komen te staan
het recht en uiteindelijk de liefde uit een rein
hart, een zuiver geweten en een ongeveinsd
geloof. Spr. ging voor in gebed, waarna
prof. van Riel uit Amsterdam zou spreken
over „Ontwapening".
De ontwapeningsconferentie te Genève is
vastgeloopen in 't geleuter van militaire en
juridische deskundigen, die den tijd verspillen
met uit te maken wat het verschil is tusschen
verdedigings- en aanvalswapenen. Men is
gekomen om tot ontwapening te komen,
maar men doet niet anders dan trachten vast
te houden wat men aan wapenen bezit
Totdat Hoover kwam met zijn plan de
^wapening met 30 pCt. te verminderen.
Jet gerechtvaardigd ongeduld van de voi-
ceren werd hierdoor als geëlectriseerd, het
plan werd met groote blijdschap begroet.
Hoover wilde tenminste een daad.
Nu gaat het er om of de conferentie zal
mislukken of dat ze nog eenig resultaat zal
opleveren. Nu moet druk uitgeoefend worden.
De druk die de publieke opinie uitoefent moet
sterker worden, hij is nog veel te zwak.
Ook heerscht nog te veel de waan, dat een
verdedigingsoorlog geoorloofd zou zijn, ook
te Genève. Bovendien noemt elk oorlog
voerend volk zijn oorlog een verdedigings
oorlog. Dit moet er bij de menschen inge-
hamerd worden, men moet beginnen met
een moreele ontwapening, eerst moet de
oorlog uit het hart.
Elke oorlog, ook de verdedigingsoorlog is
een zonde voor God en een misdaad voor de
menschen, hij is onzinnig, onmenschelijk en
onchristelijk.
De menschen, die gedwongen worden te
verminken of verminkt te worden, hebben
den oorlog niet gewild, begrijpen ook voor
het grootste deel niets van de geschillen,
waarom die oorlog wordt gevoerd. Geschil
len oplossen doet trouwens een oorlog niet,
wel geschillen maken.
Het is een dobbelspel, men kan verliezen
wat door jarenlange arbeid is gewonnen.
De kansberekening komt echter altijd fali-
kant uit. Wat men met een oorlog wint, zijn
o.a. oorlogsweezen en weduwen, demorali
satie, armoede, werkloosheid.
Volgens ons geloof, aldus spr., is ieder
mensch een wonderwerk Gods. In den oorlog
worden deze wonderen bij duizenden ver
knoeid, bezoedeld en vernietigd. Spr. had
eens een doodenlijst in handen gekregen,
waarop de namen stonden van 400 Fransche
dichters, die in den wereldoorlog waren ge
sneuveld. Wat hadden deze menschen niet
voor hun volk kunnen gaan beteekenen, als
ze waren blijven leven?
Ieder mensch is ook aansprakelijk voor zijn
doen en laten.
In den oorlog geldt dit niet meer, daar
heerscht alleen blinde gehoorzaamheid, men
moet dingen doen, die in de gewone maat
schappij streng worden gestrafd.
Ook de gemeenschappelijke doelstelling
der menschen wordt door den oorlog vernie
tigd.
Het is niet voldoende, dat we den oorlog
verfoeien. Er moet boven den oorlog komen
een macht, die zich stelt boven het geweld en
die haar kracht ontleent aan de gerechtigheid
en aan de liefde.
Het symbool voor deze macht zij de ont
wapening, de militaire en de moreele, want
zonder militaire is moreele ontwapening niet
streken van opgewonden vloeken.
En nu zul je moeten bewijzen dat hij je
methoden navolgde dat hij ooit een dief
was!
Spencer's oogen keken over den schouder
van sir Peter en hij grinnikte met oprechte
waardeering.
De deur werd plotseling achter den baro
net geopend en Clinton stond op den drem
pel, zijn pistool in de eene hand, boeien in de
andere! De reusachtige detective duwde den
baronet zonder complimenten op zijde, maak
te zich meester van den toestand, met zijn
pistool op Spencer's borst gericht.
U kunt dat ding wel opbergen, sir Pe
ter! riep hij triomfantelijk. Ik zal voor dezen
vogel zorgen!
En geen blazen van trompetten! Geen
accoord van het orkest! treurde Spencer.
Sir Peter keek woedend naar den indringer
Je hebt de gewoonte om vanavond op
gelegen tijden te komen, Clinton, zei hij sar
castisch.
Hoort tot mijn werk, sir Peter ant
woordde Clinton met een hartelijken lach.
Na een poos raakt men er aan gewend. Het
gaat van zelf. Hij rammelde met de hand
boeien. Nu, hoe luidt de beschuldiging?
vroeg hij opgewekt.
Beschuldiging? herhaalde de baronet
kribbig. Wat bedoel je?
Pak ik hem voor moord, inbraak of al
leen ware afpersing?
Er volgde een gespannen stilte en Spencer
keek sir Peter aan met een spottenden glim
lach.
Wees toch niet zoo'n vervloekte gek,
Clinton! snauwde de baronet kwaad. Tracey
dreigde geheel te verdwijnen en ik drong er
op aan dat hij een poos als mijn gast hier
zou blijven! Ik wilde gelegenheid hebben
om om goed te maken. God weet dat ik
wat goed te maken heb bii hem! s
denkbaar, ze moeten gepaard gaan.
Dan zijn er nog de demonische machten,
die den oorlog behulpzaam kunnen zijn, zoo
als het bewapeningskapitaal en de pers
Welbekend is het, dat tegen elkaar strij
dende landen in den wereldoorlog elkaar be
wapenden. En dan is men maar aan het
praten over ontwapening en gaat men intus-
schen rustig door met zich te bewapenen.
De kerk heeft hier een taak te vervullen, ze
is tot nog toe te kort geschoten, wij zijn de
kerk, wij zijn te kort geschoten. Te lang heeft
de officiëele kerk gezwegen de machtigen
naar de oogen gezien, en jonge menschen,
die juist haar steun noodig hadden, van zich
gestooten. Men moet leeren inzien het evan
gelie van Jezus Christus en dat God den
broedermoord niet wil.
Hierna sprak ds. van den H o o f f,
geref. predikant (in H.V.) te Zaandam over:
De christelijke geloofseisch.
Van geloof even zoo goed als van eisch
kan slechts gesproken worden, als men maar
de werkelijkheid in het oog houdt. Zooveel
echt geloof is zoek geraakt, omdat men het
los ging maken van de werkelijkheid. Men
ging geloof beschouwen als een vasthouden
aan het een of ander dogmatische stelsel,
maar geloof is een levend iets.
En met de werkelijkheid is het soms heel
erg gesteld: staten, inplaats van elkaar te
helpen verdelgen elkaar.
Deze werkelijkheid nu moet in het goede
spoor geleid worden door het geloof. Op het
doen van een keus komt het aan. Men moet
de moedeloosheid, het eindelooze gepraat
verlaten, men moet willen gelooven en den
Heiland volgen.
Dan pas zal er verandering komen, dan
zal de kerk een geloofsmacht zijn, die den
eisch stelt den dienst te weigeren aan de
duivelsche machten en zich in dienst te stel
len van het nieuwe koninkrijk Gods.
Vroeger kon de oorlog nog ergens toe die
nen, maar nu wordt door oorlog het vader
land niet verdedigd, het kan er slechts door
vernietigd worden. Daarom is hier strijd ge
boden. Men moet een daad durven doen, en
durven afwijken van het tot dusver gevolgde
pad.
Door het woord van God in Christus kun
nen de dingen nieuw worden. Het beste dat
spr. dan ook voor zijn vaderland kon wen-
schen was, dat het een waar christenland
mocht worden.
Ds. Bloemhoff van Heiloo sprak over
„Het gebroken geweertje".
Dit kan men laten gelden als symbool van
het verlangen, dat er door alle tijden heen is
geweest, het vredesverlangen. In het oude
testament al wordt er van gesproken, terwijl
in het nieuwe testament de figuur van Jezus
Christus heerschende is.
En deze figuur is op geen enkele wijze in
verband te brengen met den oorlog.
Spr. herinnerde hier aan een pessimistisch
woord van Guillot, een Fransche schrijver,
dat inhield, dat aan de liefste verlangens der
menschen nooit zal worden voldaan. Maar
strijdend als lid van „Kerk en Vrede" kan
men in dit woord slechts een betrekkelijke
waarheid zien. Deze Fransche schrijver had
met God afgedaan, wij echter niet en God
niet met ons.
Daarom durven wij het symbool van het
vredesverlangen, het gebroken geweertje
blijven noemen.
Als goede strijders moet men bovendien
onder de plaats, waar men dat gebroken ge
weertje draagt en gebroken hart bezitten,
omdat men met God geworsteld heeft, door
God is klein gemaakt.
De oorlog is voor christenen mensch-
onteerend en als wij, na verbreking van het
hart opgebouwd worden, dan weten we, dat
het Christendom ons verbiedt mee te doen
aan de dingen van den oorlog. We moeten
dan ook niet dienstknechten worden van een
maatschappelijk streven, maar de eisch van
God stellen boven alles.
Er is nog veel, waarover Christus zou
moeten weenen en dit zal ook nog wel lang
zoo blijven, maar laat men weten, dat de din
gen van den oorlog menschonteerend zijn. En
als men gebroken is door God en tot zijn
dienstknecht gemaakt, kan men niet anders
worden dan een vriend van den vrede.
Ds. R a p p o 1 d sprak het sluitingswoord
Spr. wees op het groote verschil, dat be
staat tusschen theorie en praktijk. De ver
schillende afspraken der mogendheden nooit
meer hun toevlucht te nemen tot den oorlog
en hun afspraken alleen door arbitrage
geschillen op te lossen vormen de theorie, wij
nu kunnen van die theorie praktijk maken
i
Enid onderdrukte den wensch om zenuw
achtig hard te lachen en Harker snoof luid
ruchtig zijn neus. Enid gaapte weer er is
geen ander woord voor en Clinton keek
verbaasd en krabde zich het hoofd met den
mond van het pistool, toen zijn hoed afviel.
Spencer glimlachte even en raadselachtig
en in zijn hart klonk een gezang van
engelen.
Peter was teruggeerd.
Hij hij drong er nog al op aan om
heen te gaan, ging sir Peter zwakjes voort
en zijn lippen trokken scheef naar één mond
hoek en toen daagde ik hem uit langs me te
gaan met dit in mijn hand
Hij schoot het wapen met een plotselinge
beweging af en zelfs geen ledige huls kwam
er uit. De revolver was in het geheel niet ge
laden
Peter!
Spencer maakte implusief een beweging
naar den vriend uit zijn jongenstijd en strek
te zijn beide handen uit,
—Tracey!
Clinton n'am langzaam zijn hoed op en
wreef dien onnoodig met zijn mouw.
Of ik word doof, zei hij scherp, toen de
twee mannen elkaar de hand schudden, of
anders ben ik van nature een achterdochtige
kerel
En toen hij de deur achter zich sloot hoor
de hij Enid's volle, dankbare stem:
Paatje!
HOOFDSTUK XXXVI.
Het huis Brace werd de schande bespaard
van een moordproces bij zijn andere proces
sen te tellen, want Lee Wang stierf aan zijn
wond, voordat hij naar de gevangenis kon ge
bracht worden. Bij gelegenheid van zijn
dood sprak de pers haar vast vertrouwen uit
in het werken der goddelijke gerechtigheid
en de Decker hield op te bestaan in een fan-
Vroeger bestonden monsterlijk groote dieren,
die uitgeroeid werden door de verandering
van het klimaat Wij nu moeten het klimaat,
waarin de oorlog kan leven, zoo veranderen,
dat oorlog daarin niet meer mogelijk is.
Want oorlog zal niet meer mogelijk zijn als
er geen menschen zijn om haar te voeren.
In den brief aan de Hebreeën staat, dat als
men niet ten bloede toe met de zonde heeft
gestreden, deze ons verzwelgen zal, zoo is
het ook met den oorlog.
Ieder moet zich aansluiten, want wie
afzijdig blijft, is medeplichtig.
God wil de vrede tusschen de volken en
rekent daarbij op allen.
Spr. ging voor in gebed, waarna het vrij.
zinmg-godsdienstig zangkoor van de Rijn
o.l.v. den heer Baas, dat den geheel en avond
door na de opeenvolgende redes mooie num-
mers had ten beste gegeven, tot slot nog een
paar liederen zong.
Gisteravond, om half acht, heeft de mi
nister-president, minister van Staat, Jhr. Mr.
Ch. de J. M. Ruys de Beerenbrouck over de
beide Nederlandsche zenders een rede ge
houden over den economischen toestand des
lands.
De uitzending had plaats vanuit de studio
van het Hoofdbestuur der P.T.T. aan de
Kortenaerkade te Den Haag.
De minister sprak als volgt:
Landgenooten,
Het is de tijd met een nuchteren blik op de
werkelijkheid vast te stellen, dat de toestand
des lands zorgwekkend is. Het is de tijd, dat
dit feit door de openbare meening wordt aan
vaard. Wordt aanvaard met werkelijkheids
zin en verantwoordelijkheidsbesef, gegrond
op eigen inzicht of op gepast vertrouwen in
hen, die dat inzicht hebben te vestigen.
De verschijnselen van het ziektebeeld ver
bieden verwaarloozing van levensbelangen
Levensbelangen zijn thans meer dan ooit ge
moeid bij het stellen eener niets verbloemende
diagnose aan het ziekbed onzer samenleving.
De ziektekiem, die sinds jaren de wereld
huishouding heeft aangetast, heeft zich
het kon niet anders ook gezet in het weef
sel van onze volkshuishouding.
Naarmate ons land zich in den loop der
tijden aan een welvarenden toestand aan
paste, stoort en gewent het zich thans trager
aan den opgedrongen teruggang. Opgedron
gen mag die teruggang worden genoemd, in
zooverre de opsporing harer oorzaken voert
naar een onverbrekel ijken internationalen
samenhang der economische en financieele
wetten en feiten.
De vatbaarheid voor infectie door de eco
nomische wereldkwaal lag voor Nederland
voor de hand. Ons land hee't zijn geschied
kundige beteekenis steeds mede ontleend aan
de ontwikkeling van wereldmogelijkheden op
schier ieder onderdeel van zijn welvaartsge-
bied. Thans knelt ons een keten van de meesi
verwikkelde economische feiten en omstan
digheden, welke een gedesorganiseerd wereld
verkeer te zien geven.
Tal van barrières voor het internationaal
verkeer zijn opgeworpen. Het protectionnisme
in het buitenland, dat na het einde van den
wereldoorlog catastrofale afmetingen aan
nam, is in het bijzonder toe te schrijven aan
het ontstaan van tal van nieuwe staten, die
door kortzichtig nationalisme gedreven, in
dustrie en landbouw kunstmatig binnen de
landgrezen tot ontwikkeling wenschten te
brengen. Men streefde daarnaast naar hand
having van hetgeen tijdens den oorlog op
industrieel gebied nieuw was gegroeid. En
dan de vermeide nalatenschap uit den ver
foeiden wereldoorlog: de internationale
schuldverhoudingen dwongen den goederen
stroom in gewrongen banen, welke men door
het optrekken van tolmuren wederom trachtte
tegen te gaan.
De handhaving van uit den wereldoorlog
ontstane schulden, welke een economischen
grondslag missen, het opleggen van repara
tieverplichtingen eenerzijds en het streven om
door protectie te verhinderen, dat deze
schuldverhoudingen in goederenleveranties
een einde vonden anderzijds, dat zijn de fac
toren, welke het evenwicht in de wereldhuis
houding hebben vefbroken. De industrieele
en landbouwproductie, welke door de techni
sche evolutie op ongekende wijze de wereld
welvaart hadden kunnen vermeerderen, kwa
men tusschen de opgeworpen hindernissen
dusdanig in den knel, dat de internationale
prijsverhoudingen geheel uit haar voegen
raakten en het geld- en credietwezen in de
meeste landen gedesorganiseerd werd.
Dat de afzonderlijke landen bij eene ver
klaarbare miskenning van hun internationale
economische afhankelijkheid steunmaatrege
len troffen onafhankelijk van elkaar en zon
der rekening te houden met de belangen van
anderen, kon de verwarring slechts vergroo-
ten.
Hoezeer de aldus veroorzaakte wereldcri
sis, van zorgwekkenden omvang, het Neder
landsche welvaartspeil heeft neergedrukt is
den laatsten tijd bij herhaling aangetoond
en uiteengezet aan de hand van feiten en cij-
iers, welke zonder eenige misleiding waar
schuwend spreken. Achtereenvolgens zagen
schier alle voornaamste takken van het be
drijfsleven zich aangetast. De scheepvaart
en de scheepsbouw, het bankbedrijf, de in
dustrie in vrijwel haar geheelen omvang, da
landbouw en de veeteelt, de ooft- en tuin
bouw, de zeevisscherij en de veenderij, allen
ïeeft de looden crisislast gedrukt en allen
lebben zware schokken moeten opvangen. De
economische toestand in Nederlandsch-Indië
vertoon; al een even troosteloos bee'd als die
in 't moederland. Ook daar een schrikbaren
de teruggang, zich uitend in een Indische
begrooting met een belangrijk deficit, zoodat
de Indische regeering zich gedrongen zag
met betrekking tot de voorziening in hare
kasbehoeften een beroep op de Nederland
sche schatkist te doen
Men denkte met gepasten ernst ever een
toestand, welke de voor ons land zoo beteeke-
nisvolle inkomstenbron aan Indische baten
goeddeels deed opdrogen.
Daarnaast drukt ook onze gemeenschap
op zorgelijke vijze de wreede plaag der werk
loosheid, weike aan dr steurxapaciteit des
overheidslichamen ongewoon zware -ischen
is gaan stellen.
Onder deze onheilspellende omstandighe
den heeft de overheid, bewust van haar steeds
zwaarder wordende taak, haar standpunt
moeten bepalen, terwijl zij in den loop van
haar optreden de crisiswolk steeds zwarter
zag worden. Geheel abnormale en onbereken
bare tegenstroomingen hebben haar met de
uiterste behoedzaamheid, ingegeven door
haar verantwoordelijkheid voor de geheele
bevolking, de vaart door het onstuimige wa
ter doen kiezen.
Reeds is in onze dagen het gebied der over
heidsbemoeiing uitgegroeid tot een omvang,
welke de redelijke vraag doet stellen, of eene
gewijzigde ordening niet tot een passende
ontlasting van de staatszaak, met name van
diens uitvoerenden arbeid, zou kunnen leiden.
Tot welke afmetingen onder deze abnorma
le omstandigheden deze overheidstaak moest
uitgroeien, laat zich gemakkelijk denken.
Hierbij gold het telkens de heljjende hand
beheerscht uit te steken en daarbij het oog op
het algemeen belang gericht te houden
Wat den oorsprong van den economischen
tegenspoed betreft heeft Nederland niet na
gelaten bij monde van zijn beste staatsbur
gers in het internationaal milieu te waar
schuwen tegen het naderend ongeluk en te
gen de averechtsche maatregelen die men nam
om dat ongeluk te keeren. Toen dit alles niet
baten mocht en ons land steeds meer de eco
nomische gevolgen van die moeilijkheden on
dervond, kon steun voor de bedreigde econo
mie van het land niet uitblijven.
Daarbij bleef uitgangspunt, dat die steun
nimmer in zoodanigen vorm zou mogen
.plaats vinden, dat gezond herstel daardoor
zou worden vertraagd. Eerst toen het hier ge-
==s=
fare van ronkende drukmachines, waarvoor
een volksmenner zijn onsterfelijke ziel zou
hebben veil gehad.
Lee Wang's halfbloed geest moet wel
uiterst tevreden zijn geweest over deze prach
tige streeling voor zijn ijdelheid en zal naar
zijn verblijf vertrokken zijn met een hooger
gevoel van zijn persoonlijk gewicht. Mis
schien niest hij in dien anderen sfeer en
heeft buitengewoon veel genoegen.
Twee of misschien twee en een half jaar
later stond sir Peter voor een open raam en
keek uit over een uitgestrekte landstreek in
het district van de Bay of Plenty. Hij dacht
aan Engeland, dat hij niet weer zou zien en
het fraaie uitzicht vóór hem boeide hem
maar weinig. Het omvatte het grootste dee
van zijn landgoed, maar hij kon er niet van
houden zooals hij van Berkshire gehouden
had.
Zijn dochter stond naast hem en zag zijn
vagen blik over het land.
Een geluid van krachtig hameren, dat van
den achterkant van het terrein kwam, wees
aan waar Eric Aimsbury, de beheerder van
het goed, zich bevondhij was bezig een hok
te maken voor een pas verkregen jongen
hond. En Eric droeg een ouden zakkerigen
broek, die floor een oude, kleurige das om
zijn middel werd vastgehouden en hij
rookte een pijp.
Die schutting moet gemaakt worden
Enid, zei sir Peter eindelijk, naar het gebro
ken rasterwerk op eenige meters van het
huis wijzend.
Dat zal Eric doen, beloofde mevrouw
Eric Aimsbury, op de manier van vrouwen
die de leiding hebben van de huishoudelijke
zaken.
Bijna drie minuten stilte.
Paatje, vroeg Enid beschroomd, waar
om had U zoo het land aan
Nina?
Ja
De brutale kleine heks probeerde mij
het hof te maken, zoodra zij een voet in huis
gezet had! Spreek als het je belieft niet
weer over haar!
Anderhalve minuut stilte.
Paatje, had Moeder Spencer lief?
Stilzwijgen.
Ja. Werkelijk Enid, ik wilde dat je niet
over het verleden sprak! Ik wensch het te
vergeten alles.
Veel minuten stilte.
Paatje, heeft U dit gezien?
Wat gezien?
Enid gaf haar vader een courant en wea
zwijgend naar een bericht onder de tele
grammen. Sir Peter las het langzaam:
SYDNEY (Australië), 7 Nov. In de laatste
paar weken zijn er talrijke inbraken in de
stad en voorsteden voorgekomen, die in de
wijze van uitvoering merkwaardig gelijken
op die van den Decker, die twee jaren gele
den in Auckland stierf. In alle gevallen is
het slachtoffer gewaarschuwd door de ont
vangst van een sj>eelkaart, meestal de Har
ten Aas. De politie verwerpt de gedachte dat
de inbraken het werk van een enkelen mis
dadiger zijn.
Sir Peter legde de courant eerbiedig op
het raamkozijn en keerde zich naar de tafel,
waar hij zich hield of hij een enkele bloem
verschikte in een groen nephriet vaas, waar
van de kant afgeschilferd was.
Harten beteekenen liefde, geluk
vrede, nietwaar, paatje? vroeg Énia zachtjes
De duivel hale het ding! bromde dr
Peter, terwijl de vaas omviel.
EINDE.
,'l