Alkmaarsche Courant. De geheimzinnige inbreker Jladianieuws S tad en O JeuiMeUut Radio-rede van Minister Ruys de Beerenbrouck. Honderd vier en dertigste Jaargang. WOENSDAG 20 JULI. De regeering is overtuigd van den .nood en het doet haar leed niet overal vol; doende te kunnen helpen. Een opwek* king tot burgerzin. No. 169 1932 Donderdag 21 Juli. Hilversum, 1875 M. (Uitsluitend AVRO) Gramofoonpl. 10.Morgenwijding. 1015 Gramofoonpl. 10.30 Concert. Anna Stroink, zang. Annie Savenye, piano. 11 Causerie door mevr. R. Lotgering—Hille- brand. 11.30 Vervolg concert. 12.—2.30 Nieuwe Amst. Orkestvereeniging o.l.v. N. v. d Linden m. m. v. The Three Syncopators 2.45 Gramofoonpl. 3.— Voorlezen door Julia de Gruyter. 3.30 Gramofoonpl. 4.— Ziekenuur. 5.— Concert door het Ensemble Honsbeek. 6.30 Sportpraatje door H. Hol lander. 7.— Piano-recital door Raie da Costa. 7.30 Reislezing: W. P. F. van De venter: Nederland als toeristenland. 8. Gramofoonpl. 8.15 Concertgebouw-orkest o. 1 v. Gaston Poulet, m. m. v. de Fransche ar- tisten Yvonne Gall en Giuseppe Lugo, o.a. „Ouv. Benvenuto Cellini", Berlioz; aria's uit raust" Gounod en 1'Apprenti sorcier, Dukas. 10.30 Vaz Dias. 10.45—12.— Kovacs Lajos en zijn orkest. Refreinzang: Bob Scholte. Huizen, 296 M. (8.9.15 en 11.2. KRO, 10.—11 en 2—11.30 NCRV). 8.— 9 15 en 10.Gramofoonpl. 10.15 Zieken- dienst. 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsd. halfuurtje. 12.15 Orkestconcert. 2.— Hand werkcursus. 3.Piano-recita! door mevr. G. Bruijn—Koch. 3.30 Pauze 4.— Ziekenuur- tje. 5.— Cursus Handenarbeid v. d. jeugd. 5.45 Concert. Fr. Mooy, zang en D. v. Wil genburg, piano. 6.45 Knipcursus. 7Cau serie door dr. F. J. Krop. 7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8—10.45 Concert Chr. Gem. Zangver. „Soli Deo Gloria" o.l.v. J. Coljee m. m. v. een kwintet o.l.v. P. v. d Hurk. 9. 9.30 Causerie door Ds. J. D. Boerkoel. Ca. 10— Vaz Dias. 10.45—11.30 Gramofoonpl. Daventry, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 10.50 Tijdsein, berichten. 11.0511.20 Cau serie. 12.20 Orgelspel Edward O'Henry. 1.20 Sherpherd's Bush Paviljoen-Orkest. 2.20— 2.50 Sonate in C, Op. 59, d'Indy door Daisy Pembridge, viool en Adelina de Lara, piano. 3.20 Kerkdienst. 4.05 BBC-Dansorkest o. 1. j v. Henry Hall. 4.50 Schotsche Studio orkest o.l.v. Guy Daines. 5.35 Kinderuur. 6.20 Ber. 6.50 Werken van Schubert, viool en piano. 7.10 en 7.40 Lezingen. 7.50 Tango- muziek door Mandoline-ensemble m. m. v. Don Carlos, zang. 8.20 BBC-Theater-Orkest o.l.v. Leslie Woodgate, m. m. v. Lilian Keves, sopraan. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Con cert. Olga Haley, mezzo-sopraan en mevr. 'Norman O'Neill, piano, o.a. Etudes van Chopin. 10.50 Kerkdienst. 11.05—12.20 Dansmuziek. BBC-dansorkest o.l.v. Henry Hall. Parijs „Radio-Paris"1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 5.05 Concert uit het Amerik. Concerv. te Fontaineblau, sopraan, viola da' gamba en contrabas. 7.50 Gramo- foonplaten. 8.20 Tooneel. 9.50 Gramofoon- platen. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Concert uit het Bellevue-Strandhotel. 3.50550 Concert o.l.v. W. Meyer—Dano, m. m. v. K. Munk, zang en C. Schnedler—Meyer, piano 8.20 Cello-duetten door Rud en Ruth Dietz- mann. 8.40 Microfoon-reportage. 9.40 Jazz- liedjes door het Wiggers-vocaal kwartet 10.30 Operettemuziek o.l.v. Meyer-Radon, o.a. Uit Polenblui, Nedbal. 11.20—12.50 Dansmuziek. Langenberg, 473 Ai. 7.258.20 Concert uit Bad Homburg. 12.201.20 Koorconcert uit Frankfurt. 1.50—2.50 Concert o.l.v Wolf. 2 50 Gramofoonpl. 5.206.35 Con cert o.l.v. Eysoldt. 8.209.25 „Musikali- sches Durcheinander". 9.30 „Hörspiel von Roda Rodas Leben". Regie: Herbert Brunar. Hierna concert door Bobbie Hind's orkest. Rome, 441 Al. 9.05 Marken", drama met muziek van Giami Buccerini. Hierna „La notte di Zoraima" van Italo Montemezzi Brussel, 508 M. en 338 Al. 508 M. 12.20 Concert m. m. v. solsten. 5.20 Concert o.l.v. Walpot. 6.20 Gramofoonpl. 6.30 Con eert o.lv. Jean Quitin. 8.20 Concert o.l.v. J Kumps. 9.20 Concert u/d Kurzaal Ostende. 11—Dansmuziek. 338 M.: 12.20: Zie 508 M. 5.20 Concert o.l.v. J. Kumps. 6.20 Gra mofoonpl. 8.20 Concert o.l.v. J. Kumps. 9.20 Concert uit het Casino te Knocke. Hierna tot 11.20 Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 7.50 Arkadi Flato's orkest 8 20 „Die Rückkehr zur Natur", naar den roman van P. Fechter. 9.20 Concert ter gel. v. h. 11de Duitsche Zangersfeest. 10.Le zing en berichten. Hierna tot 12.50 Dans muziek. Sid Kays Fellows. uit het Engelscb door A. Treub. 84) En ik moet zeggen, je kruipt vrij goed, Peter erkende Spencer eerlijk. Je hebt mijn broeder naar de gevange nis gezonden. Ik hem er mijn best voor gedaan, zei Spencer bescheiden. Het was neg al moeilijk hem te pakken vooral omdat hij zoo lang verborgen was geweest. Ik twijfel er zeer aan of ik tot het inbrekerswerk teruggekeerd zou zijn als hij weer niet begonnen was zijn azen rond te deelen. Ik moest mijn reputatie beschermen en natuurlijk zocht ik hier naar hem. Ik was begonnen plezier te krijgen in den wettigen diefstal, die den naam draagt van geoorloofde zaken en waarin jij uit munt, Peter! Lee Wang heeft me een aardi gen duit gekost door den diefstal van de op brengst van het concert en het werkloozen- fonds! Een afschuwelijke grijnzenden glimlach krulde de lippen van oen baronet, terwijl hij met verwonderlijk geduld luisterde, tot de ander uitgesproken had en de vinger aan den trekker werd steeds witter. Harker keek met uitpuilende oogen naar de langzame wenteling van den cylinder. Hij gaat naar het schavot, zei sir Peter met dezelfde doodsche, eentonige stem. Een uitstekende plaats voor hem, Peter antwoordde de ander onverschillig. Waarom ging de vervloekte gek niet weg? Wilde hij vermoord worden? Harker's ge dachten kwamen in tot nu toe maagdelijke OPEN LUCHTSAMENKOMST VAN DE VEREENIGING „KERK EN VREDE" IN DEN STEDELIJKEN MUZIEKTUIN. Er werd gisteravond in den Stedelijken Muziektuin een openluchtsamenkomst ge houden van de Federatie NoordhDlland (Noord) van de vereeniging „Kerk en Vrede" De opening bad plaats door ds. Altema, doopsgezind predikant te Zaandam. Spr. bracht in zijn openingswoord het chaotische van dezen tijd naar voren en sprak de hoop uit, dat boven de macht zou komen te staan het recht en uiteindelijk de liefde uit een rein hart, een zuiver geweten en een ongeveinsd geloof. Spr. ging voor in gebed, waarna prof. van Riel uit Amsterdam zou spreken over „Ontwapening". De ontwapeningsconferentie te Genève is vastgeloopen in 't geleuter van militaire en juridische deskundigen, die den tijd verspillen met uit te maken wat het verschil is tusschen verdedigings- en aanvalswapenen. Men is gekomen om tot ontwapening te komen, maar men doet niet anders dan trachten vast te houden wat men aan wapenen bezit Totdat Hoover kwam met zijn plan de ^wapening met 30 pCt. te verminderen. Jet gerechtvaardigd ongeduld van de voi- ceren werd hierdoor als geëlectriseerd, het plan werd met groote blijdschap begroet. Hoover wilde tenminste een daad. Nu gaat het er om of de conferentie zal mislukken of dat ze nog eenig resultaat zal opleveren. Nu moet druk uitgeoefend worden. De druk die de publieke opinie uitoefent moet sterker worden, hij is nog veel te zwak. Ook heerscht nog te veel de waan, dat een verdedigingsoorlog geoorloofd zou zijn, ook te Genève. Bovendien noemt elk oorlog voerend volk zijn oorlog een verdedigings oorlog. Dit moet er bij de menschen inge- hamerd worden, men moet beginnen met een moreele ontwapening, eerst moet de oorlog uit het hart. Elke oorlog, ook de verdedigingsoorlog is een zonde voor God en een misdaad voor de menschen, hij is onzinnig, onmenschelijk en onchristelijk. De menschen, die gedwongen worden te verminken of verminkt te worden, hebben den oorlog niet gewild, begrijpen ook voor het grootste deel niets van de geschillen, waarom die oorlog wordt gevoerd. Geschil len oplossen doet trouwens een oorlog niet, wel geschillen maken. Het is een dobbelspel, men kan verliezen wat door jarenlange arbeid is gewonnen. De kansberekening komt echter altijd fali- kant uit. Wat men met een oorlog wint, zijn o.a. oorlogsweezen en weduwen, demorali satie, armoede, werkloosheid. Volgens ons geloof, aldus spr., is ieder mensch een wonderwerk Gods. In den oorlog worden deze wonderen bij duizenden ver knoeid, bezoedeld en vernietigd. Spr. had eens een doodenlijst in handen gekregen, waarop de namen stonden van 400 Fransche dichters, die in den wereldoorlog waren ge sneuveld. Wat hadden deze menschen niet voor hun volk kunnen gaan beteekenen, als ze waren blijven leven? Ieder mensch is ook aansprakelijk voor zijn doen en laten. In den oorlog geldt dit niet meer, daar heerscht alleen blinde gehoorzaamheid, men moet dingen doen, die in de gewone maat schappij streng worden gestrafd. Ook de gemeenschappelijke doelstelling der menschen wordt door den oorlog vernie tigd. Het is niet voldoende, dat we den oorlog verfoeien. Er moet boven den oorlog komen een macht, die zich stelt boven het geweld en die haar kracht ontleent aan de gerechtigheid en aan de liefde. Het symbool voor deze macht zij de ont wapening, de militaire en de moreele, want zonder militaire is moreele ontwapening niet streken van opgewonden vloeken. En nu zul je moeten bewijzen dat hij je methoden navolgde dat hij ooit een dief was! Spencer's oogen keken over den schouder van sir Peter en hij grinnikte met oprechte waardeering. De deur werd plotseling achter den baro net geopend en Clinton stond op den drem pel, zijn pistool in de eene hand, boeien in de andere! De reusachtige detective duwde den baronet zonder complimenten op zijde, maak te zich meester van den toestand, met zijn pistool op Spencer's borst gericht. U kunt dat ding wel opbergen, sir Pe ter! riep hij triomfantelijk. Ik zal voor dezen vogel zorgen! En geen blazen van trompetten! Geen accoord van het orkest! treurde Spencer. Sir Peter keek woedend naar den indringer Je hebt de gewoonte om vanavond op gelegen tijden te komen, Clinton, zei hij sar castisch. Hoort tot mijn werk, sir Peter ant woordde Clinton met een hartelijken lach. Na een poos raakt men er aan gewend. Het gaat van zelf. Hij rammelde met de hand boeien. Nu, hoe luidt de beschuldiging? vroeg hij opgewekt. Beschuldiging? herhaalde de baronet kribbig. Wat bedoel je? Pak ik hem voor moord, inbraak of al leen ware afpersing? Er volgde een gespannen stilte en Spencer keek sir Peter aan met een spottenden glim lach. Wees toch niet zoo'n vervloekte gek, Clinton! snauwde de baronet kwaad. Tracey dreigde geheel te verdwijnen en ik drong er op aan dat hij een poos als mijn gast hier zou blijven! Ik wilde gelegenheid hebben om om goed te maken. God weet dat ik wat goed te maken heb bii hem! s denkbaar, ze moeten gepaard gaan. Dan zijn er nog de demonische machten, die den oorlog behulpzaam kunnen zijn, zoo als het bewapeningskapitaal en de pers Welbekend is het, dat tegen elkaar strij dende landen in den wereldoorlog elkaar be wapenden. En dan is men maar aan het praten over ontwapening en gaat men intus- schen rustig door met zich te bewapenen. De kerk heeft hier een taak te vervullen, ze is tot nog toe te kort geschoten, wij zijn de kerk, wij zijn te kort geschoten. Te lang heeft de officiëele kerk gezwegen de machtigen naar de oogen gezien, en jonge menschen, die juist haar steun noodig hadden, van zich gestooten. Men moet leeren inzien het evan gelie van Jezus Christus en dat God den broedermoord niet wil. Hierna sprak ds. van den H o o f f, geref. predikant (in H.V.) te Zaandam over: De christelijke geloofseisch. Van geloof even zoo goed als van eisch kan slechts gesproken worden, als men maar de werkelijkheid in het oog houdt. Zooveel echt geloof is zoek geraakt, omdat men het los ging maken van de werkelijkheid. Men ging geloof beschouwen als een vasthouden aan het een of ander dogmatische stelsel, maar geloof is een levend iets. En met de werkelijkheid is het soms heel erg gesteld: staten, inplaats van elkaar te helpen verdelgen elkaar. Deze werkelijkheid nu moet in het goede spoor geleid worden door het geloof. Op het doen van een keus komt het aan. Men moet de moedeloosheid, het eindelooze gepraat verlaten, men moet willen gelooven en den Heiland volgen. Dan pas zal er verandering komen, dan zal de kerk een geloofsmacht zijn, die den eisch stelt den dienst te weigeren aan de duivelsche machten en zich in dienst te stel len van het nieuwe koninkrijk Gods. Vroeger kon de oorlog nog ergens toe die nen, maar nu wordt door oorlog het vader land niet verdedigd, het kan er slechts door vernietigd worden. Daarom is hier strijd ge boden. Men moet een daad durven doen, en durven afwijken van het tot dusver gevolgde pad. Door het woord van God in Christus kun nen de dingen nieuw worden. Het beste dat spr. dan ook voor zijn vaderland kon wen- schen was, dat het een waar christenland mocht worden. Ds. Bloemhoff van Heiloo sprak over „Het gebroken geweertje". Dit kan men laten gelden als symbool van het verlangen, dat er door alle tijden heen is geweest, het vredesverlangen. In het oude testament al wordt er van gesproken, terwijl in het nieuwe testament de figuur van Jezus Christus heerschende is. En deze figuur is op geen enkele wijze in verband te brengen met den oorlog. Spr. herinnerde hier aan een pessimistisch woord van Guillot, een Fransche schrijver, dat inhield, dat aan de liefste verlangens der menschen nooit zal worden voldaan. Maar strijdend als lid van „Kerk en Vrede" kan men in dit woord slechts een betrekkelijke waarheid zien. Deze Fransche schrijver had met God afgedaan, wij echter niet en God niet met ons. Daarom durven wij het symbool van het vredesverlangen, het gebroken geweertje blijven noemen. Als goede strijders moet men bovendien onder de plaats, waar men dat gebroken ge weertje draagt en gebroken hart bezitten, omdat men met God geworsteld heeft, door God is klein gemaakt. De oorlog is voor christenen mensch- onteerend en als wij, na verbreking van het hart opgebouwd worden, dan weten we, dat het Christendom ons verbiedt mee te doen aan de dingen van den oorlog. We moeten dan ook niet dienstknechten worden van een maatschappelijk streven, maar de eisch van God stellen boven alles. Er is nog veel, waarover Christus zou moeten weenen en dit zal ook nog wel lang zoo blijven, maar laat men weten, dat de din gen van den oorlog menschonteerend zijn. En als men gebroken is door God en tot zijn dienstknecht gemaakt, kan men niet anders worden dan een vriend van den vrede. Ds. R a p p o 1 d sprak het sluitingswoord Spr. wees op het groote verschil, dat be staat tusschen theorie en praktijk. De ver schillende afspraken der mogendheden nooit meer hun toevlucht te nemen tot den oorlog en hun afspraken alleen door arbitrage geschillen op te lossen vormen de theorie, wij nu kunnen van die theorie praktijk maken i Enid onderdrukte den wensch om zenuw achtig hard te lachen en Harker snoof luid ruchtig zijn neus. Enid gaapte weer er is geen ander woord voor en Clinton keek verbaasd en krabde zich het hoofd met den mond van het pistool, toen zijn hoed afviel. Spencer glimlachte even en raadselachtig en in zijn hart klonk een gezang van engelen. Peter was teruggeerd. Hij hij drong er nog al op aan om heen te gaan, ging sir Peter zwakjes voort en zijn lippen trokken scheef naar één mond hoek en toen daagde ik hem uit langs me te gaan met dit in mijn hand Hij schoot het wapen met een plotselinge beweging af en zelfs geen ledige huls kwam er uit. De revolver was in het geheel niet ge laden Peter! Spencer maakte implusief een beweging naar den vriend uit zijn jongenstijd en strek te zijn beide handen uit, —Tracey! Clinton n'am langzaam zijn hoed op en wreef dien onnoodig met zijn mouw. Of ik word doof, zei hij scherp, toen de twee mannen elkaar de hand schudden, of anders ben ik van nature een achterdochtige kerel En toen hij de deur achter zich sloot hoor de hij Enid's volle, dankbare stem: Paatje! HOOFDSTUK XXXVI. Het huis Brace werd de schande bespaard van een moordproces bij zijn andere proces sen te tellen, want Lee Wang stierf aan zijn wond, voordat hij naar de gevangenis kon ge bracht worden. Bij gelegenheid van zijn dood sprak de pers haar vast vertrouwen uit in het werken der goddelijke gerechtigheid en de Decker hield op te bestaan in een fan- Vroeger bestonden monsterlijk groote dieren, die uitgeroeid werden door de verandering van het klimaat Wij nu moeten het klimaat, waarin de oorlog kan leven, zoo veranderen, dat oorlog daarin niet meer mogelijk is. Want oorlog zal niet meer mogelijk zijn als er geen menschen zijn om haar te voeren. In den brief aan de Hebreeën staat, dat als men niet ten bloede toe met de zonde heeft gestreden, deze ons verzwelgen zal, zoo is het ook met den oorlog. Ieder moet zich aansluiten, want wie afzijdig blijft, is medeplichtig. God wil de vrede tusschen de volken en rekent daarbij op allen. Spr. ging voor in gebed, waarna het vrij. zinmg-godsdienstig zangkoor van de Rijn o.l.v. den heer Baas, dat den geheel en avond door na de opeenvolgende redes mooie num- mers had ten beste gegeven, tot slot nog een paar liederen zong. Gisteravond, om half acht, heeft de mi nister-president, minister van Staat, Jhr. Mr. Ch. de J. M. Ruys de Beerenbrouck over de beide Nederlandsche zenders een rede ge houden over den economischen toestand des lands. De uitzending had plaats vanuit de studio van het Hoofdbestuur der P.T.T. aan de Kortenaerkade te Den Haag. De minister sprak als volgt: Landgenooten, Het is de tijd met een nuchteren blik op de werkelijkheid vast te stellen, dat de toestand des lands zorgwekkend is. Het is de tijd, dat dit feit door de openbare meening wordt aan vaard. Wordt aanvaard met werkelijkheids zin en verantwoordelijkheidsbesef, gegrond op eigen inzicht of op gepast vertrouwen in hen, die dat inzicht hebben te vestigen. De verschijnselen van het ziektebeeld ver bieden verwaarloozing van levensbelangen Levensbelangen zijn thans meer dan ooit ge moeid bij het stellen eener niets verbloemende diagnose aan het ziekbed onzer samenleving. De ziektekiem, die sinds jaren de wereld huishouding heeft aangetast, heeft zich het kon niet anders ook gezet in het weef sel van onze volkshuishouding. Naarmate ons land zich in den loop der tijden aan een welvarenden toestand aan paste, stoort en gewent het zich thans trager aan den opgedrongen teruggang. Opgedron gen mag die teruggang worden genoemd, in zooverre de opsporing harer oorzaken voert naar een onverbrekel ijken internationalen samenhang der economische en financieele wetten en feiten. De vatbaarheid voor infectie door de eco nomische wereldkwaal lag voor Nederland voor de hand. Ons land hee't zijn geschied kundige beteekenis steeds mede ontleend aan de ontwikkeling van wereldmogelijkheden op schier ieder onderdeel van zijn welvaartsge- bied. Thans knelt ons een keten van de meesi verwikkelde economische feiten en omstan digheden, welke een gedesorganiseerd wereld verkeer te zien geven. Tal van barrières voor het internationaal verkeer zijn opgeworpen. Het protectionnisme in het buitenland, dat na het einde van den wereldoorlog catastrofale afmetingen aan nam, is in het bijzonder toe te schrijven aan het ontstaan van tal van nieuwe staten, die door kortzichtig nationalisme gedreven, in dustrie en landbouw kunstmatig binnen de landgrezen tot ontwikkeling wenschten te brengen. Men streefde daarnaast naar hand having van hetgeen tijdens den oorlog op industrieel gebied nieuw was gegroeid. En dan de vermeide nalatenschap uit den ver foeiden wereldoorlog: de internationale schuldverhoudingen dwongen den goederen stroom in gewrongen banen, welke men door het optrekken van tolmuren wederom trachtte tegen te gaan. De handhaving van uit den wereldoorlog ontstane schulden, welke een economischen grondslag missen, het opleggen van repara tieverplichtingen eenerzijds en het streven om door protectie te verhinderen, dat deze schuldverhoudingen in goederenleveranties een einde vonden anderzijds, dat zijn de fac toren, welke het evenwicht in de wereldhuis houding hebben vefbroken. De industrieele en landbouwproductie, welke door de techni sche evolutie op ongekende wijze de wereld welvaart hadden kunnen vermeerderen, kwa men tusschen de opgeworpen hindernissen dusdanig in den knel, dat de internationale prijsverhoudingen geheel uit haar voegen raakten en het geld- en credietwezen in de meeste landen gedesorganiseerd werd. Dat de afzonderlijke landen bij eene ver klaarbare miskenning van hun internationale economische afhankelijkheid steunmaatrege len troffen onafhankelijk van elkaar en zon der rekening te houden met de belangen van anderen, kon de verwarring slechts vergroo- ten. Hoezeer de aldus veroorzaakte wereldcri sis, van zorgwekkenden omvang, het Neder landsche welvaartspeil heeft neergedrukt is den laatsten tijd bij herhaling aangetoond en uiteengezet aan de hand van feiten en cij- iers, welke zonder eenige misleiding waar schuwend spreken. Achtereenvolgens zagen schier alle voornaamste takken van het be drijfsleven zich aangetast. De scheepvaart en de scheepsbouw, het bankbedrijf, de in dustrie in vrijwel haar geheelen omvang, da landbouw en de veeteelt, de ooft- en tuin bouw, de zeevisscherij en de veenderij, allen ïeeft de looden crisislast gedrukt en allen lebben zware schokken moeten opvangen. De economische toestand in Nederlandsch-Indië vertoon; al een even troosteloos bee'd als die in 't moederland. Ook daar een schrikbaren de teruggang, zich uitend in een Indische begrooting met een belangrijk deficit, zoodat de Indische regeering zich gedrongen zag met betrekking tot de voorziening in hare kasbehoeften een beroep op de Nederland sche schatkist te doen Men denkte met gepasten ernst ever een toestand, welke de voor ons land zoo beteeke- nisvolle inkomstenbron aan Indische baten goeddeels deed opdrogen. Daarnaast drukt ook onze gemeenschap op zorgelijke vijze de wreede plaag der werk loosheid, weike aan dr steurxapaciteit des overheidslichamen ongewoon zware -ischen is gaan stellen. Onder deze onheilspellende omstandighe den heeft de overheid, bewust van haar steeds zwaarder wordende taak, haar standpunt moeten bepalen, terwijl zij in den loop van haar optreden de crisiswolk steeds zwarter zag worden. Geheel abnormale en onbereken bare tegenstroomingen hebben haar met de uiterste behoedzaamheid, ingegeven door haar verantwoordelijkheid voor de geheele bevolking, de vaart door het onstuimige wa ter doen kiezen. Reeds is in onze dagen het gebied der over heidsbemoeiing uitgegroeid tot een omvang, welke de redelijke vraag doet stellen, of eene gewijzigde ordening niet tot een passende ontlasting van de staatszaak, met name van diens uitvoerenden arbeid, zou kunnen leiden. Tot welke afmetingen onder deze abnorma le omstandigheden deze overheidstaak moest uitgroeien, laat zich gemakkelijk denken. Hierbij gold het telkens de heljjende hand beheerscht uit te steken en daarbij het oog op het algemeen belang gericht te houden Wat den oorsprong van den economischen tegenspoed betreft heeft Nederland niet na gelaten bij monde van zijn beste staatsbur gers in het internationaal milieu te waar schuwen tegen het naderend ongeluk en te gen de averechtsche maatregelen die men nam om dat ongeluk te keeren. Toen dit alles niet baten mocht en ons land steeds meer de eco nomische gevolgen van die moeilijkheden on dervond, kon steun voor de bedreigde econo mie van het land niet uitblijven. Daarbij bleef uitgangspunt, dat die steun nimmer in zoodanigen vorm zou mogen .plaats vinden, dat gezond herstel daardoor zou worden vertraagd. Eerst toen het hier ge- ==s= fare van ronkende drukmachines, waarvoor een volksmenner zijn onsterfelijke ziel zou hebben veil gehad. Lee Wang's halfbloed geest moet wel uiterst tevreden zijn geweest over deze prach tige streeling voor zijn ijdelheid en zal naar zijn verblijf vertrokken zijn met een hooger gevoel van zijn persoonlijk gewicht. Mis schien niest hij in dien anderen sfeer en heeft buitengewoon veel genoegen. Twee of misschien twee en een half jaar later stond sir Peter voor een open raam en keek uit over een uitgestrekte landstreek in het district van de Bay of Plenty. Hij dacht aan Engeland, dat hij niet weer zou zien en het fraaie uitzicht vóór hem boeide hem maar weinig. Het omvatte het grootste dee van zijn landgoed, maar hij kon er niet van houden zooals hij van Berkshire gehouden had. Zijn dochter stond naast hem en zag zijn vagen blik over het land. Een geluid van krachtig hameren, dat van den achterkant van het terrein kwam, wees aan waar Eric Aimsbury, de beheerder van het goed, zich bevondhij was bezig een hok te maken voor een pas verkregen jongen hond. En Eric droeg een ouden zakkerigen broek, die floor een oude, kleurige das om zijn middel werd vastgehouden en hij rookte een pijp. Die schutting moet gemaakt worden Enid, zei sir Peter eindelijk, naar het gebro ken rasterwerk op eenige meters van het huis wijzend. Dat zal Eric doen, beloofde mevrouw Eric Aimsbury, op de manier van vrouwen die de leiding hebben van de huishoudelijke zaken. Bijna drie minuten stilte. Paatje, vroeg Enid beschroomd, waar om had U zoo het land aan Nina? Ja De brutale kleine heks probeerde mij het hof te maken, zoodra zij een voet in huis gezet had! Spreek als het je belieft niet weer over haar! Anderhalve minuut stilte. Paatje, had Moeder Spencer lief? Stilzwijgen. Ja. Werkelijk Enid, ik wilde dat je niet over het verleden sprak! Ik wensch het te vergeten alles. Veel minuten stilte. Paatje, heeft U dit gezien? Wat gezien? Enid gaf haar vader een courant en wea zwijgend naar een bericht onder de tele grammen. Sir Peter las het langzaam: SYDNEY (Australië), 7 Nov. In de laatste paar weken zijn er talrijke inbraken in de stad en voorsteden voorgekomen, die in de wijze van uitvoering merkwaardig gelijken op die van den Decker, die twee jaren gele den in Auckland stierf. In alle gevallen is het slachtoffer gewaarschuwd door de ont vangst van een sj>eelkaart, meestal de Har ten Aas. De politie verwerpt de gedachte dat de inbraken het werk van een enkelen mis dadiger zijn. Sir Peter legde de courant eerbiedig op het raamkozijn en keerde zich naar de tafel, waar hij zich hield of hij een enkele bloem verschikte in een groen nephriet vaas, waar van de kant afgeschilferd was. Harten beteekenen liefde, geluk vrede, nietwaar, paatje? vroeg Énia zachtjes De duivel hale het ding! bromde dr Peter, terwijl de vaas omviel. EINDE. ,'l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 5