„ARNHEM" JWiaakcuêciek fÊm ÉHI JLfH fül Hl in M ÜS ijj jj§ H §§f M lil ül PI IDamcuèciek s IS I! W'; Wk m m 8 9 ar8 inm at® «f 'M 1 H m 8.^ü ül ül K m P m Bmi m m ai iiii -tel B 19 lm 11 m 11 'm H 9 3iidschü^im tBucgedijke Stand Kui/oft ^Dieren/and LEVENS VERZEKERING MAATSCHAPPIJ VOOB X3E] EIjBINTJIIS. Raadselhoekie KAMPEEREN. Zw. 5 sch. op: 3,11, 12, 13, 21 en dam op 31. Uoor kleine tuinen. 10. 11. 12. ZENUWLIJDERS EN ZIZL8ZIEKEN verschaft het bij uitstek mild werkende Fran«-Jo»ef"'blttenvater goede spijs vertering. een vrij hoofd en ruetigen slaap. Bij Apoth. en Drog. verkrijgbaar artisten op het deerlijk gehavende graetapijt van het Stadion. De heer Van den Berg, de directeur, be weerde, dat het veld toch noodig een beurt moest hebben. En die weet wel wat hij doet! Dat is nu economisch beheer in deie tijden waarin roo veelvuldig over bedrijiaorganiaa- tie en „efficiency" wordt geaproken en ge- congreaaeerd. Daar hebben de geleerden nu dagenlang in het Koloniaal Instituut over gediscussieerd. Zij moesten maar eens bij jan van den Berg, den populairen directeur van ons sportpark, in de leer gaan. VAN SIEQEN. Oplossing eindspel 567, 1. Lf4 Pao 2. Ta7 Pc4t 3. Kc3 Ld5 4. Kd4 Le6 5. Lgót Kc8 6. Te7 Lg8 7. Te8 au wint. Oplossing eindspel 568. I. Lf6f Kh7 2. Tg7 Kh6 3. Tf7 (dreigt 4. Le7 Kg6 5. Tföf) 3Kg6 (3Pc6 4. Ld8 Pd8 5. Td.7 enz.) 4. Tf8 gedwongen. Pc6 ('t beste) 5. Ld8 Kg7 6. Te8 Kr7 7. Th8 Kg7 8. Lf6 9. Th6t en wint. Oplossing probleem 400. 1. Td4 Kd4 2. Dal mat. 1. Ta7 2. Pc6 mat 1. cd4 2. Dc7 mat. 1. - cb4 2. f4 uiat. Probleem 401 (Ceskova) a b c d e f Tweezet. Eindspel 569 (R. Alexandrow). m atm Wit speelt en houdt remise. Eindspel 570 A. Herbstman. 26. Dd6 Tae8 27 h4 Telf 28. Kh2 Te2 29. Lf4 Le4 30. Dhöf Kg8 31. Dg5 Tg7 32. Dh5 Tg2f 33. Kh3 Lg6! 34. Dd5f Lf7 dreigt Le6 mat 35. Dg2 Tg2 36. Kg2 La2 37. Kf3 Lbl 38. Ke3 Lc2 Wit geeft op. Aan de Dammersl In onze vorige rub'ek gaven wij ter oplossing probleem no. 1234. Stand. W. 8 sch. op: 22, 29, 32, 33, 34, 35, 38, 44. Oplossing. 1. 33—28 1. 31 18 2. 29-24 2. 18 49 3. 32—27! 3. 49:30 4. 27 9 4. 3:14 5. 35:24! Uit de partij. In de onderstaande positie had wit als laatsten zet 48—43 gespeeld. oy//>. mm. wm. Zw. 11 sch. op: 6, 8> 9, 12, 13, 15, 16, 17 18 21 25 W. 11 sch. op: 27, 28, 29, 32, 33, 34, 37 38, 41, 43, 50. Zwart had nu als volgt moeten voort zetten: 25-30 (24 35), 18—23 (29 7), 8-12 (7:18), 13:42 (38:47), 15-20 (25 3), 21—26, (3 21) en 16 49. Wit was heel blij dat zwart dit overzag. In den tweeden stand mm g Wm. W//A mm. MM. 2 s Mm. MM MM '4 i ÉiHB Zw. 5 sch. op: 13, 18, 19, 25, 28. W. 6 sch. op: 17, 29, 34, 35, 38, 42. speelde zwart 28—33. Wit vervolgde: yj18 7 op 33 24 wint wit door 12 14) 34—30 25 23 38 91 Ter oplossing voor deze week: Probleem 1235 van J. Pinto. a Ti c d o g h Wit speelt en houdt remise De volgende partij werd gespeeld in 't kampioenschap van Parijs. Wit: R. Crépeaux. Zw.: Dr. Cuhiermann. Koningsloopergambiet. 1. e4 e5 2. f4 ef4 3. Lc4 Pf6 De beste verdediging. 4. Pc3 c6 Afkomstig van Bogolju- bow (Mahrisch—Ostrau 1923 tegen Spielman, waarmee hij succes boekte. De bedoeling is een aanval op de damevleugel met b5 en b4. Wil men spoedig figuren ontwik kelen dan spele men 4. Pa6 5. Pf3 Lb4 enz. 't geen trots de geva ren goed speelbaar is. 5. De2 verhindert d5 5Lb4 5. Pf3 Zoo is de rochade voorbe reid. Na 6. d3 0—0 7. Lf4 dó 8. Lb3 d4 enz. 0—0 7. d4 Pe4! 8. De4 dó 9. Ld5 cdó 10. Df4. Te8f 11. Pe5 Beter was Kf2. U. f6 12. 0—0 fe5 13. Df7f Kh8 14- Lgó Dd7 't Eenige 15. Dn5 Nu dreigt Pdó Fout zou zijn 5. Pdó Df7 16. Tf7 Le6. 1 5Lc3 16 bc3 Pc6 |7. Tf7 Dg4! 1®. Tadl Le6. Eenige zet Tg7 Kg7 20 Tf7 Lf7 Dg4 te duur! Beter was eerst Lb6 2' 05 Lg6 <3 deó Te5 D14 Tf5 Dc7+ Tf7 fa; Een polis der is een waarborg voor het welzijn van Uw gezin. Bijkantoor Kanaalkade 2, Dir. A. J. Stikkel. toonstelling der Vereeniging" zijn een aantal afbeeldingen opgenomen van deze verzame- jng, waaruit men een uitstekenden indruk irijgt van deze zeer doelmatige wijze om het opgroeiend geslacht een indruk te geven wat n Nederland wordt gemaakt en hoe dit ge schiedt. „Wist U"? bevat als naar gewoonte een aantal korte, belangwekkende mededeelingen Als naar gewoonte is ook wederom dit maal de rubriek „Voor de Nederlandsche Vrouw" op zeer onderhoudende en vlotte wijze verzorgd. „Winkelweken en Tentoonstellingen" die voor vele fabrikanten van nut kan zijn is ook een zeer doelmatige opgave. Vervolgens treffen wij een uitvoerige opga ve van in onze laatsten tijd verleende Neder- landsche octrooien. Terwijl, voor wat betreft de officieele ru brieken het opvalt, dat in het bijzonder de opgave van fabrikanten, die het recht hebben verkregen het bekende V.N.F.-merk te voeren als bewijs, dat hunne artikelen Neder- landsch fabrikaat zijn, zeer sterk is uitge breid. Het is een verheugend verschijnsel, dat hoe langer hoe meer het groot-practisch nut van deze aanduiding door industrie, handel en koopend publiek wordt ingezien. Zw. 12 sch. op: 2, 3, 7, 9, 12, 13, 14, 17, 18. 19 23, 29. W. 11 sch. op: 25, 26, 27, 28, 31, 32, 34, 36, 38, 40, 43. Wit speelt en wint In onze volgende rubriek geven wfj de oplossing. Correspondentie. C. Th. H. den H. Zullen uw schrijven nazien. Hartelijk dank. „NEDERLANDSCH FABRIKAAT". In de Juli-aflevering van het maandblad der Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat' valt allereerst het oog op het portret van den onlang afgetreden Voorzitter der Vereeni ging, den heer ir. J. van Dusseldorp, die ge durende elf jaren bet Voorzittersschap heeft bekleed waaronder een zeer waardeerend bij schrift. Vervolgens wordt uitvoerig verslag uitge bracht van de Algetneene Ledenvergadering op 30 Juni 1.1. gehouden en de verschillende redevoeringen, die daarbij zijn uitgesproken. Daarna wordt mededeel ing gedaan van het feit dat het bekende adresboek „De Ne derlandsche Industrie" in den vervolge zal worden uitgegeven door N.V. A. J. Sijthof's Uitgevers Mij. te Leiden. De elfde uitgave is in voorbereiding en zal 1 Januari a.s. het licht zien. Onder het hoofd: „De Reizende Schoolten- Het stekken van Ger. niums. Een der meest gebruikte bloemplan ten voor versiering van tuin en huis is wel de Pelargonium, of zooals ze ge woonlijk worden genoemd, Geranium. Deze populariteit dankt ze aan haar rijke en langdurige bloei en aan haar vrij goed bestand zijn tegen ons klimaat. Wel is ze niet winterhard, maar ook in den winter stelt ze haar eischen niet hoog en in de huiskamer voor het raam geplaatst bloeit ze zelfs dan door. Van Pelargonium bestaan verschillende soorten en van elke soort weer tal van variëteiten in kleuren welke voorname lijk varieeren van wit tot rose en rood Er zijn enkele en gevuidbloemige va riëteiten. Laatstgenoemde zijn minder goed bestand tegen slecht weer, de bloemen smetten dan spoedig. Voor perkbeplanting wordt het meest gebruik gemaakt van Pelas-g, zonale terwijl P pdlatum, welkt kruipende stengels heeft, veel gebruikt wordt voor balcon versiering. Afwijkende kleuren en mooi gevlekte bloemen hebben de Fransche geraniums of Pa Odier. Ook de blad vorm is van deze afwijken Ze zijn zeer mooi maar bloeien niet voldoende door, Een afzonderlijke soort is P. roseum welke riekende bladeren heeft. Men be weert weieens dat deze lucht de muggen op een afstand houdt. Deze Pelargonium heeft weinig sierwaarde daar de rose bloempjes klein zijn en het een wild groeiende plant is: Nu is het de meest geschikste tijd voor het stekken van al deze geraniums. Hiervoor gebruiken we jonge scheuten ter lengte van ongeveer 8 c.M. welke met een scherp mes, juist onder een volgroeid blad worden afge sneden. Dit onderste blad wordt, met de bladsteel, tot bij den stengel afgesneden Verder snijden we van de grootste bla deren de bladschijf gewoonlijk half weg om een te sterke verdamping tegen te gaan. Deze stekken kunnen we onder glas, in een bak, maar desnools ook zeer goed buiten plaatsen. Ir beide ge vallen moeten ze bij zonnig weer de eerste dagen geschermd worden. We kunnen ze direct in een stekpotje, of eerst in den vollen grond plaatsen en dan zoodra ze geworteld zijn oppotten Ook kunnen voorloopig eenige, b.v. stekken in een 10 c.M. wijde bloempot plaatsen om deze nadat ze zijn gewor teld, afzonderlijk in een 7 c.M. steekpot te planten. We stekken en planten in bladaarde of lichte tuinaarde, vermengd met een weinig scherp zand. Van veel belang is het volgende: Plaats de stek ken wel stevig, maar vooral zeer ondiep in den grond. Wees zuinig met sproeien en gieten, vooral wanneer de stekken nog niet geworteld zijn en doe dit al leen op het midden van den dag. Ge wortelde stekken laten we buiten staan tot einde September. Bij sterke regen val komt er een raam boven. We over winteren ze vorst vrij maar koel en licht, b.v. voor het venster in de buis kamer Verhaa/t/'e op r//m door CjC ck £i//e f(oge. CASTRICUM - (Juli). Geboren: Maria Theresia, d- van J. M. Tervoort en M. Brakenhoff. Sijtina Trija, d. van J. G. S. Smit en T. Voogt. Overleden Maria de Nijs, 67 jaar, weduwe van W. Brakenhoff. Oplossingen der raadsels uit het /orige nummer. Voor grooteren. 1, S Staphorst. ets b r am harpoen Staphorst schotel Karei esp t t. 't Was feest, groot feest: een bruiloft werd In Dierenland gevierd En Aapjes hadden heel de wei Met bloemen mooi versierd. 2. De Koning zond zijn afgezant, Een Vos, naar 't bruiloftsfeest. Nog nooit was in heel Dierenland Er zoo'n partij geweest! 3. Een ieder was mooi uitgedost Ter eere van het paar: Twee lieve jonge Chimpansé's, Die trouwden met elkaar. 4. De Bruidegom was in het zwart, Hij droeg een hoogen hoed. Een Chimpansé weet immers best Ho© hij er uitzien moet! 5. Het Bruidje was in sleepjapon Van glanzend, wit satijn; Een ruiker had zij in de hand. Zij moest de mooiste zijn! 6. Bruidsmeisjes waren er zelfs bij, Die droegen Bruidjes's sleep. Hun Apesnoetjes glommen nog Van lekk're, fijne zeep! 7. En in den stoet heusch! liepen mee De Ouders van de Bruid En ook die van den Bruidegom, Met blij en stralend snuit! Een Baviaan was ook gevraagd, Twee Wolven en een Beer. De laatste zag in efestkleedij! Er uit als een meneer. 9. Voorts Zebra's en een Neushoorndier, 'n Gazelle en Kameel. Een bok, een Lama, een Giraf Nam aan de bruiloft deel. Een Olifant besloot de rij. Hij zwaaide met zijn slurf En riep: Zingt allen nu een lied Voor 't Bruidspaar! Toe dan! Durf! Lang leve Bruidegom en Bruid! 't Is feest bij ons! Hoezee! Komt, dansen w'allen in het rond! Wie doet er niet graag mee? 't Was een geloei, gebrom, geschreeuw» Gebrul en zelfs getier. Maar eensklaps kwam er onverwacht Een eind aan het plezier. 13. De regen viel bij stroomen neer. Een ieder ging naar huis En op de wei in Dierenland Liep niet de kleinste Muis! 14 Maar 't was toch heel echt leest geweest! Je ziet nog op de plaat Hoe vroolijk of in Dierenland Het op een bruiloft gaat! (Nadruk verboden). M'n zusje gaat kampeeren. M'n zusje vindt het fijn. Maar ik mag nog niet meegaan: Ik ben nog veel te klein. M'n zusje gaat kampeeren, De tent, die staat al klaar, Maar ik mag nog niet meegaan; Ik ben pas zeven jaar. M'n zusje pakt haar reistasch, 'k Zie blikjes ham en toug En ikik mag niet meegaan* Ik ben nog veel te jong. 'k Zie dekens en een bordje. Een mes, een vork, een glas, Blikjes biscuits en groente, 'k Wou, dat 'k m'n zusje was! M'n zusje gaat kampeeren, En ikik mag niet mee Maar later, als tk groot ben, Dan gaan we met z'n twee! R ASSCHER-VAN DER MOLEN (Nadruk verboden). 2. Gems, Ems. 3. Elspleet. Lepel, pet, spel, Els, steel. 4 Moeder onthaalde mij op ham. erw tjes en gebakken aardappelen (hamer). Wat houdt die musch aardig het kopje schuin! (Schaar). Tante stelde ons allebei teleur door niet te komen. (beitel). Voor kleineren. 1. Een nachtegaal. 2. De muis van de hand. 3. De Klomp. 4. Delft, elft, elf. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1- Mijn geheel wordt met 9 letters ge schreven en noemt c n deel van Zuid Amerika. Een 5, 9, 8, 3 is een viervoetig dier. 1, 8, 9, 3 is een jongensnaam. De 3, 2, 4, 5 is een rivier in Spanje Een 3, 6, 7, is een rond voorwerp. Een 3, 6, 5, 2 is een ambtelijk gewaad. 2 Vul deze 16 vakjes in met: 4A2E1D1H2L2N1P2S1W maar doe het zóó, dat je van links naar rechts en van boven naar be neden leest: lo een jongensnaam, 2o een stand. 3o een rivier in Ru-land. 4o het tegenovergestelde van stijf. 3 Ik ben een klein, paar? bloempje, Dat ook een plaats je noemt, Terwijl er menig bijtje In mijn nabijheid zoemt. 4. Welk muziek-instrument noemt te vens een bloem? 1 Voor kleineren. Wat kun je maken van: 2. Als mijn eerste een hel is en mijn tweede een lidwoord, welke rivier, die door ons land stroomt is dan mijn geheel? 3- Ik noem een heel klein vruchtje 't Is meestal lekker frisch! Dat zoo in deze tijden Gewoonlijk rijp al is. Men schrijft 't met slechts zes letters, Een, twéé, drie is een visch, De and're noemen 'n vruchtje. Je raadt nu toch niet mis? 4. Schrijf op de kruisjeslijn het meer voud van een voorwerp, dat in den tuin gebruikt wordt. X lo rij een zwemvogel. X 2o een jongensnaam. 4 X 3o iets, daf door den X schoenmaker gebruikt X wordt. X 4o een vaartuig. X 5o een lichaamsdeel. 6o een mooie bloem. 7o een weekdier. (Nadruk verboden).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 7