Alkmaarsche Courant. Onze Arrondissements-Rechtbank. JUcht&xalkm bleken geen verschil te proeven tusschen Blue Band en natuurboter Honderd vier en dertigste Jaargang. ZATERDAG 23 JULI. HEEREN BAAI Waf Alkmaar meer dan WO jaren geleden dreigde en hoe men dat gevaar trachtte af te wenden. Toen succes! En nu...? Zou het niet raadzaam zijn nu de boter prijzen stijgen, om voortaan uitsluitend Blue Band te gebruiken? Het voornaamste onderscheid tusschen natuurbo ter en Blue Band is het verschil in prijs. Blue Band bevat 25% allerfijnste roomboter onder Rijkscontröle. Koopt voortaan Hollands beste standaardmerk! K». I72 1932 21 ECHTE FRIESCHE w ^M-50ctperon*^ c4telange van rijpe tabakken f Het rapport der commissie-Welter bevat wij zijn er nu wel zoo langzamerhand ach ter gekomenover 't algemeen weinig ple zierige dingen. Dat zou trouwens niet an ders kunnen, want waar deze commissie een groot aantal millioenen guldens moest ont dekken, moesten wel voorstellen gedaan wor den, die bepaalde groepen der Nederlandsche bevolking iet-of-wat onaangenaam zouden zijn. Ook Alkmaar zal indien de regeering het rapport-Wel ter in alle opzichten en in al le punten overneemt en de voorstellen tot werkelijkheid doet worden, getroffen worden: onze arrondissementsrechtbank dreigt n.1. te verdwijnen. Wat dat zou beteekenen, heeft men Donderdag in onze krant kunnen lezen. Toen toch namen wij een schrijven op, dat door het gemeentebestuur van onze stad naar den minister van justitie is gezonden. We zullen het hier echter niet over dit schrijven hebben, we zullen hier niet uitvoerig stilstaan bij zooveel, dat aan Alkmaar ontno men is (de Kadettenschool en het Rijksopvoe dingsgesticht zijn er voorbeelden van), maar wij schrijven bovenstaande als een korte in leiding tot iets, wat meer dan 100 jaar gele den Alkmaar in rep en roer bracht. In 1826 n.1. bestond er ook al een behoor lijk sterke kans, dat de stad Alkmaar zijn rechtbank zou verliezen. En evenals nu, wa ren de bestuurderen der stad er zoo vlug mo gelijk bij, om koning Willem I te bewegen, tot net verdwijnen van de Alkmaarsche recht bank geen order te geven. Er ging een ver zoekschrift naar den koning en het resultaat was, dat Alkmaar zijn rechtbank hield. De heer v. Dijk, ambtenaar ter secretarie, stelde ons in staat dit verzoekschrift op te nemen. Wij doen dit gaarne, ook, omdat er in dit verzoekschrift dingen staan, waarom wij thans een klein beetje moeten lachen. We moeten echter bedenken, dat 100 jaar geleden de wereld er iets anders uitzag dan nu en dat onze vroede vaderen ook toen wisten, hoe zij hun stad voor achteruitgang moesten behoe den. Hier volgt dan het verzoekschrift uit den jare 1826! o r* Aan den Koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, Groot Hertog van Luxemburg etc. etc. etc. Vertoont met diepen eerbied de Raad der gemeente van de Stad Alkmaar Dat zij met het meest angstvallig gevoel, zedert onlangs, hebben vernomen Dat ten gevolge der project wet voor de organisatie der Regterlijke magt, de Regt- bank van eersten aanleg, welke te Alkmaar hare residentie houd, zoude worden gesuppri meerd! Het is niet mogelijk Sire! den indruk te schilderen welke deze mare van ongeluk op alle de ingezetenen heeft gemaakt het zij dan dat dezelve slechts een ongegrond gerucht of wel een daadzaak zij In een Stad," n a Dordrecht de oudste van alle de Hollandsche Steden! welke voorheen onder de aanzienlijkste wierd gesteld, die, nog zedert zoo kort geleden, de woonplaats was van een groot aantal der eerste geslach ten van dit land waar men langer dan in de Geschiedenis is opgeteekend, altijd in de Stad zelve zijnen dagelijkschen Regter ge vonden heeft! eensklaps van dit voorregt te worden verstoken, kan niet anders dan aller gevoeligst treffende zijn! De Raad zal bij deze gelegenheid niet alle de bewijsredenen aanhalen welke kunnen en behoren te worden aangeroerd, om de nuttig heid de noodzakelijkheid en de billijkheid aan te toonen, dat ten minsten in Alkmaar eene Regtbank van eersten aanleg hare Zitplaats blijve behouden, ook vooral afgeleid van de positie waarin die Stad zich tegenwoordig nog bevind. Deze bewijs redenen zijn algemeen en zullen als zoodanige ook door anderen worden aangevoerd of b ij z o n d e r en daar toe zal nog nadere gelegenheid zijn. Maar de Raad heeft zich bij deze Memo rie alleen voorgesteld Uwe Majesteit eerbie dig aan te toonen, dat, wanneer deze laatste slag aan de Stad Alkmaar moet worden ge geven, het met deszelfs welvaart geheel en al gedaan zal zijn, en niets dan wanhoop zaï overblijven, om iets voor het behoud van de zeiven verder te kunnen doen. Twee gebeurtenissen van de laatste jaren hebben vooral toegebragt, om den vorigen welvaart van Alkmaar te ondermijnen en op eene wijze te verminderen dat daaraan nauw lijks herstellen zijn zal. De Eerste is het plaatsen der residentie van het Provinciaal Gouvernement te Haar lem. Was deze residentie te Amsterdam geves tigd geworden, het zoude dan niet noodig zijn geweest dezelve van elders met luister te omringen dewelke te Haarlem ontbrak en te Amsterdam van zelve zoude zijn gevonden geweest, en men had, dan hoogstwaar schijnlijk het ongelukkige Alkmaar in het ge not kunnen laten van voorrechten welke het zelve bezat, en welke nu naar Haarlem zijn verplaatst Daartoe behoort voornamelijk: De residentie van den Provincialen Com mandant met deszelfs Adjudant, den Auditeur Militair, de Militaire provoost met alle de gevolgen daarvan en al het gaan en komen, waartoe dit alles den noodzakelijke gelegen heid gaf. De residentie van alle Hoofd Ambtenaren van inkomsten en uitgaande rechten Accijn- sen enz. Het aantal Huishoudingen, wier vertee- nngen op den welvaart der Burgerij eenen gunstigen invloed hadden, en hetwelk deze Stad daardoor alleen niet meer bewoond, is tfcn hoogsten aanzienlijk en de schade daar door te weeg gebracht is door niets ver goed, daar de ambtenaren van eene mindere klasse welke dan nog in Alkmaar hun verblijf houden ongelukkig meest al zijn ongetrouw de lieden welke op kamers wonen, of ge trouwde lieden zonder fortuin, wier omstan digheden geene huishoudingen lijden, bij wier verteering de burgerij eenig belang heeft zoodanig dat alle luxe dan ook is ge weken. Een sprekend bewijs is dat nog, voor geen groot aantal jaren in Alkmaar veertien Koet zen wierden gereden, waarvan slechts een enkele nog tegenwoordig is overgebleven. Zoo is bij het nieuw stelzel voor de ge- vangenhuisen Alkmaar ook van het hare be roofd hoezeer ook hetzelve veelal op kos ten van de Stad eerst was ingerigt gewor den en de Localen haar eigendom waren. Maar de tweede omstandigheid welke wij boven op het oog hadden is, in de uitkomst, voor den welvaart van de Stad nog on eindig noodlottiger geweestHet is de daar- stelling van het groot Noord-Hollandsch canaal. Wij spreken niet van de moeilijkheid, de welke het gevolg is, van het etablissement van eene authoriteit op de Stads jurisdictie, die met de belangens der Stad niets te doen heeft en alles opoffert aan die van het canaal. Niet van de oneindige sluikerijen, waar door de Stadsinkomsten worden verkort, hoezeer dezelve van dat belang, dat nieuwe lasten op de burgerij hebben moeten worden gelegt, om het aanzienlijk tekort goed te maken, hetwelk hierdoor veroorzaakt wordt. Niet van de zware kosten, welke reeds ge deeltelijk zijn en nog verder moeten worden besteed, om de vergravingen der Stedelijke gronden weder in behoorlijke orde te brengen men zie slechts de Friesche Poort het Eiland enz. Niet van hetgeen voor de uitdiepingen der wateren welke onvermijdelijk noodig zijn ge worden, en wat dies meer is, heeft moeten worden besteed! Wij willen alleen van andere gevolgen spreken welke natuurlijk uit het .Etablisse ment van het Groot N.H. kanaal hebben moeten voortvloeien, gevolgen welke wel geenszins het algemeen en groot voordeel verminderen, waarvoor het Vaderland, waar voor de geheele wereld Uwe Majesteit dankt, maar waarvan het nadeel daarom niet min der drukt op onze ongelukkige stad, welke zekerlijk op dit oogenblik niet is en naar menschenoog nimmer zijn zal in het ge val van deze nadee'.en te kunnen opwegen, door voordeel te trekken van hare ligging aan het kanaal waardoor zij met de Zee ge meenschap heeft verkregen, of door het aan deel, hetgeen zij zelve geniet in de algemee- nen Massa van Welvaart, welke door deze eeuwig roemwaardige instelling zoo zeer is vermeerderd geworden. Het is in weerwil van ons eigen gevoel van bewondering voor dit groote werk, dat wij die voor Alkmaar spreken ons genoodzaakt vinden, jammer klagten, treurige voorwerpen onder het oog van Uwe Majesteit te brengen daar wij wenschten te juichen en dankbaar te zijn. De Welvaart van Alkmaar bestond ten allen tijde voor het grootste gedeelte uit hare winkelnering allen welke ten Noorden van die Stad woonden, kochten hunne behoeften aldaar de consommatie van den Helder, van de schepen op de Reede, wierd meest geheel in de Alkmaarsche win kels opgedaan, welke een ontzaggelijk getal Dorpen welken geenen anderen voorraad schuur dan Alkmaar hadden! Dan dit is bijkans geheel en al voorbij gegaan, de Scheepvaart door het Canaal is zoo gemakkelijk geworden, dat de ingezete nen van het platte Land, liever uit de tweede hand te Amsterdam dan uit de derde te Alkmaar willen koopen, en een g r o o t ge deelte der burgerij wordt hierdoor van haar bestaan beroofd. Het is waar een ontzaggelijk getal vent jagers gaat even als een bende rovers, en nog erger dagelijks, met volle zakken, zwaar be laden de Poorten uit om overal op het platte Land, Katoenen, Linnen, Wollen, huishoude lijke zaken en van kleine Luxe te verspreiden, en aan de menschen op te dringen, zij ver deden het Land onder zich en loopen ieder hunne bepaalde Circele rond, om eikanderen niet in den weg te zijn, bijkans allen komen zonder uitzondering des avonds, met ledige zakken terug!! maar deze zijn geene zen delingen van Winkels binnen Alkmaar ge vestigd, zij zijn meest allen Westphalingers, Osnabruggers, Hanoveranen, enzv. Zij hebben de naam zich slechts e e n i g e n t ij d te Alkmaar op te houden, betalen daar gene andere lasten, dan die van het Patent, enzv. Zij spreiden dagelijks aan de eenvoudige Landlieden hunne waren ten toon, leeren hun behoeften kennen, waaraan zij nimmer an ders zouden hebben gedagt, verkoopen hun daar maar op crediet! nemen na weinig tijd Hypotheken op hunne goederen, en ein digen met zelve eigenaren van Landgoederen te worden. Dat dit verhaal eene waarheid is, die niet zelden maar dagelijks onder ogen voorvalt, dat deze vernielende misbruiken bestaan, dat dezelve den rampzaligsten invloed hebben op den welvaart van hei platte Land onein dig erger nog dan die der Loterij joden! dat dezelve den aandagt van Uwe Majesteit ten hoogsten verdienen durven wij zeer ge rust verzekeren voor ons halen wij dezelve hier aan alleen om Uwe Majesteit aan te tonen dat onze winkelnering daarbij lijd en geen voordeel vind. Alle de Schippers benoorden Alkmaar te huis behorende, moesten voorheen door de Stad varen, zij betaalden hun aandeel in het onderhoud der wateren, bruggen, kaayen, welke bij elke passagie slechts eenè kleinig heid was maar een geheel van belang uit maakte. Niets is natuurlijker, dan dat zij tegen woordig verkiezen met staande mast, de Stad rond te zeilen zij betalen nu ja, aan de bruggen van het Canaal! maar de Stad verliest haar diepgeld, kaaygeld, bruggegeld behalven alles waartoe hunne doorvaart aanleiding gaf. De Passagie van de Reede van Texel van den Helder was voorheen voor Alkmaar zeer voordelig, de Reizigers vertoefden des nachts in de Logementen of Herbergen van die Stad, en vertrokken den volgenden dag, met de beurt of veerschepen. Niemand mogt met vaartuigen passagiers naar Amsterdam overbrengen dan juist die beurt of veerschepen. Dit was een goed bestaan voor een aantal Huishoudingen, dewelke nog 1200 's jaars aan de Stad uitkeerden voor recognitie. De Veerschuit op de Zijpe was een bestaan waardoor men een Capitaal vergaderde voor den ouden dag, en gaf daarenboven nog 300 's jaars aan de Stadskas voor recogni tie. Thans vaart, tot ongelooflijk meer gerief van het algemeen, de Barge dagelijks. De beurtlieden van den Helder enzv. brengen hunne passagiers, zonder Alkmaar aan te doen, over, omdat dezelve nu verkiezen met hun te gaan, daar zij geen Zuiderzee behoe ven te bevaren. Men belooft ons nog Stoomboten enzv. daarbij Dit alles is zeker zeer schoon en nuttig voor het algemeen, maar Alkmaar lijd daar bij zoodanig, dat Logementhouders, schip pers op Amsterdam, op de Zijpe, verre van eenige recognitie aan de Stedelijke Kas te betalen, niet meer kunnen bestaan en meer en meer geheel vervallen. Wij zouden dit tafreel nog oneindig kun nen uitbreiden, dan wij wenschen Uwe Ma jesteit niet langer dan volstrekt nodig is, bezig te houden, met bijzondere onaan gename gevolgen van groote en algemeen nuttige instellingen waarvoor de gansche natie U dankt, waarvoor wij met die natie Uwe Majesteit danken! Wij vragen geen onmiddellijk redres, wij bidden alleen dat Uwe Majesteit het oog op ons gevestigd wil houden en ons waar het geschieden kan, de nadeelen helpen vergoeden, welke wij voor het nut van het algemeen lijden maar bijzonder dat Uwe Majesteit in dezen stand van zaken niet toelate, dat men ons verder drukke en dat men om aan eene verre gedrevene oeconomie te voldoen, aan ons de residentie van eenen Regtbank ont- neme, waardoor niet alleen de ingezetenen het eerst na verscheiden eeuwen hun Regt elders zouden moeten halen maai waardoor ook een aantal huishoudingen van Regters, Officieren, Griffiers, Advocaten, geëmploeer- den en Suppoosten enzv. de Stad zouden ver laten. en het zeer groote vertier verloren worden welke het gevolg is van de Regtbank van een arrondissement! Neen! Uwe Majesteit zal liever de kosten van dien Regtbank, welke tot dusverre op de begrooting altijd is bekend geweest, daarop laten of andere fondsen aanwijzen, waaruit deze kosten zullen kunnen worden goedge maakt, dan van de or.gelukkigen inwoonders van Alkmaar opofferingen vergen, welke zij niet dragen kunnen hun geluk maakt toch ook een aanzienlijk gedeelte uit van het alge meen geluk, en zij alleen kunnen niet het offer zijn van maatregelen, welke voor den wel vaart, den voorspoed en het nut van het ove rig gedeelte van het Vaderland worden ge nomen, zonder dat zij daarvoor van eene an dere zijde worden schadeloos gesteld. Wij teekenen ons Eerbiedig Uwer Majesteits getrouwe onderdanen De Raad der Stad Alkmaar (get.) G. F. VERSCHUIR. Ter ordonnantie van Dezelven (get.) DE DIEU FONTEIN VERSCHUIR VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. Strafzitting van Vrijdag 22 Juli UITSPRAAK OVERTREDING ART. 413 MOTOR- EN RIJWIELREGLEMENT. De openbare zitting werd heden aangevan gen met een uitspraak in de zaak contra C. C. R. te Alkmaar, wegens het bezigen van een beweegbare richtingaanwijzer. De verdach te werd op verschillende gronden ontslagen van rechtsvervolging, zoodat het gebruik van deze lichtpijlen thans geoorloofd is. Het staat echter o. i. wel vast, dat de Ambtenaar tegen dit vonnis in hooger beroep zal gaan. HAM EN BUD OP DE ALKMAARSCHE SCALA SANCTA. Hierop werd voorts behandeld het overtre dingszaakje tegen de heeren H. Th. H. en J. B., die de vorige week compareerden ter zake het loopen buiten de openbare wegen en paden. Gehoord werd thans de verbalisant, hoofd agent ter Horst, die verklaarde de steenen trap en kade bij de Lamoraalsluis te Alkmaar te beschouwen als vallende onder de verorde ning. Slechts oogluikend werd aan kinderen toegestaan, daar op stekeltjes te visschen. Op last van den Kantonrechter begaf de ge heele rechtbank, verdachte, getuige en pers zich na afloop der zitting naar de plaats des misdrijfs ten einde eem onderzoek in loco in te stellen. Deze geheimzinnige plechtigheid had zonder uiterlijk vertoon plaats en zal het ver volg en slot op 5 Augustus in de rechtzaal af gespeeld worden. DE RIJDENDE IJSCOVENTER. Het verhoor van den hoofdagent Wijnberg in de aangehouden zaak contra den ijscohan delaar A. Sch. was voor deze verpletterend. Hij was aangetroffen bij de étalagekast van V. en D., leunende tegen zijn ijs- magazijn, misschien verdiept in de be schouwing van een bekoorlijke geconserveerde mannequin, maar niet bezig met het bereiden en afleveren van ijswafels. De rampzalige ijs coman wérd dan ook ijskoud veroordeeld tot 2 boete of 2 dagen. 82 van de 101 BB 49-016 HIJ HAD GOEDKOOPER GIJNTJES KUNNEN BEDENKEN! De 20-jarige stukadoor Simon O. te Alkmaar stelt zich aan als een volslagen automaniak. Hoewel niet in 't bezit van een rijbewijs, veel minder van 'n auto, kan hij blijkbaar zijn he vige lust tot stuurkransdraaien niet bedwr-^n en is het vooral de melkhandelaar Pieter Bos, die van deze manie de dupe wordt. Eenigen tijd geleden was Simon er al eens met diens vrachtauto vandoor gegaan, maar was het bij een waarschuwing gebleven, doch op 3 Juli miste de heer Bos zijn op de Steenenbrug ge parkeerde auto opnieuw en bleek genoemde stucadoor in gezelschap van een vriend de ge legenheid van een snoepreisje benut te hebben. Thans werd echter aangifte gedaan en het jon ge mensch, onder toepasselijke vermaningen veroordeeld tot 20 boete of 20 dagen, bene vens vergoeding van 5 voor toegebrachte schade aan gebroken eieren en een gedeukte melkbus, DE ALGEMEENE DEPRESSIE MAAKT OOK HET HART DES RECHTERS WEEK! We beleven vreemde tijden! Zelfs de Eg- mondzeeërs, die zich aan konijnstrooperij heb ben schuldig gemaakt of wandelden buiten de officiëele paden der geheiligde duinen, worden met een medelijdend oog gadegeslagen! Dit was in de eerste plaats heden de 27-ja- rige visscher Hendr. Gr. Hz., die 7 jaar geleden zijn laatste konijntje had gemept en op 4 Juli noodgedwongen weer naar den delversschop had gegrepen. Hem werd slechts 5 gulden boete'of 5 dagen opgelegd. En zijn dorpsgenoot Huib P., op 6 Juni op weg naar zijn pieperskrocht van het rechte pad in de duinen van Jonkheer Lox van Hillegom afgedwaald zijnde, kwam er af met een luttele 3 pop of 3 dagen. Inderdaad, men zou haast concludeeren, dat het einde der dagen nabij 's! DE WONDERBARE VISCH- VANGST. In den avond van 10 Juni hield een eer waardig grijsaard zich onledig met de edele hengelsport in den Oosterzijpolder onder de gemeente Heiloo. Eensklaps ontwarende een veel belovende onderduiking zijns dobbers, sloeg hij met kracht en vlugheid zijn hengel op, om echter tot de teleurstellende ontdek king te komen, dat niet een kogelronde vette karper hem ten deel viel, maar een modderige ver van appetijtelijk uitziende aalfuik die door hem bov enden „Oosterzijpolderwaterspiegel" was gebracht. De oude heer bracht plichtge trouw deze fuik aan den pachter of «vergun ninghouder van het vischrecht, den land bouwer KI. Zweens te Akersloot, doch het bleek, dat deze heer met de eigenaar mas, doch wel zekere Maarten K., aan wien door den eigenaar van het vischwater, den bin- nenvisscher de Ruiter, niet de minste vergun ning was verleend. De verraderlijke fuik bracht alzoo de politie op het spoor van den vischstrooper; aan wien heden diverse straf fen werden opgelegd en wel 8 boete of 8 dagen wegens de ontbrekende vischacte, 6 boete of 6 dagen ter zake het visschen in ver boden water met verbeurd verklaring der in beslag genomen vischfuik. DE VERLIEFDE PINK AAN DE KETTING. De landbouwer P. C. v. S. uit Z.- en bJ. Schermer was in het bezit van een jeugdig stuk rundvee, 'n aankomend koebeest, in de vaktaal des veehouders „pink" genaamd, dat in haar sturm und drang periode onuit voerbare affecties koesterde voor een aanval- ligen fokstier van buurman Jan Govers en ondanks alle krachtdadige maatregelen, sloot en prikkeldraad, voortdurend wist door te dringen op boer Govers' weiland, die ten slot te om deze ongewenschte kostgangster kwijt te raken, zich wendde tot brigadier Talsma. Het gevolg van diens bemoeiingen was een treurig einde der liefdesidylle van de onrus tige pink, welk dier thans aan een ketting is gelegd als afdoend recept voor amoureuze uitstapjes, terwijl de verantwoordelijke eige naar overeenkomstig artikel 459 strafrecht heden werd veroordeeld tot 4 boete of 4 dagen. RUMOERIGE KERMISSTEMMING IN DE „SWAN". De juiste weerspiegeling van het heden* daagsche droeve tijdsbeeld is op een boeren kermis nog niet te zoeken. Althans op de ker mis in „de Swan" te Heerhugowaard heersch- te in den nacht van Dinsdag 14 Juni nog de grootste opgewektheid. Er werd gepimpeld, fedanst en vooral niet te vergeten, ook ge nokt. Op een gegeven moment achtte de op volle sterkte aanwezigen politiemacht, in de personen van de heeren H. Visser, Geluk, Bleijendaal en Dost, het oogenblik gekomen om handelend op te tre den en de opstandige elementen in de buiten lucht te deponeeren. Een der slachtoffers, door Harm Visser min of meer hardhandig verwijderd, was ook de bakkersknecht Piet Sn. die thans terecht stond tei; zake het in staat van dronkenschap de orde verstoren. De bakker ontkende echter met kracht al deze buitensporigheden en had ter verster king van zijn verweer twee getuigen a de charge, de heeren J. van Schagen en Maar ten Beers, medegebracht. Bakker Piet beweerde namelijk, dat hu dreg

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9