Transpireerende Voeten, j=; lü'i l E r jMyezwiden Stukken •VOOR DB gLBINTJBS. Raadselhoekie WISPELTURIG IN DEN ZANDBAK Uit onze Staatsmachine 'Pluimveeteelt. Verdrag met België inzake Invaliditeits- en ouderdomsverzekering. Ingediend is een wetsontwerp tot goed keuring van een tusschen Nederland en Bel gië gesloten verdrag betreffende de gelijk- Iteilfng van elkanders onderdanen voor de toepassing der wederzijdsche wetgeving op het punt der invaliditeits- en ouderdomsver- zekering en de regeling van de gevolgen voor elkanders onderdanen van het naast elkander werke dier wetgevingen. Nu stelt het verdrag in de eerste plaats vast, dat voor de toepassing van de weder zijdsche verplichte verzekeringen tegen gelde lijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom door beide landen geen onderscheid zal wor den gemaakt naar gelang de verzekerings- pljchtige van Nederlandsche dan wel van Belgische nationaliteit is. Tot dusverre werd in de wederzijdsche wettelijke regelingen m-'t dat onderscheid wel rekening gehouden. Zoo bepaalt artikel 168 van onze Invalidi teitswet, dat aan den vreemdeling de hem ■krachtens die wet toegekende rente niet wordt uitgekeerd over den tijd gf-durende welken hij b 'iten het Rijk ziin werkelijk verblijf houdt, tenzij ten genoegen van het besturu der Rijks verzekeringsbank blijkt, dat dit om gezond heidsredenen gpschiedt. De arbeider van Bel- n-isch" nationaliteit dus, die in verband met door hem in Nederland verrichten loonarbeid js opgenomen in de Nederlandsche verplichte verzekering, aan wien een invaliditeits- of een ouderdomsrente is toegekend, mist der halve het genot die rente, indien en zoolang hij anders dan om gezondheidsredenen in België zijn werkelijk verblijf houdt. En aan den"anderen kant bepaalt de Belgische wet, dat de bijdragen, welke de Belgische Staat in de verzekering verleent, niet worden genoten door den verzekerde van vreemde nationaliteit behalve wanneer het land van herkomst van dien vreemdeling gelijke voordeden biedt aan verzekerden van Belgische nationaliteit. Ook kent de Nederlajidsche wet geen blijvende staatsbijdragen in de lasten der verkering; zoodat volgens de Belgische wet de verzeker de van Nederlandsche nationaliteit niet kan genieten van de Belgische staatsbijdragen. Zie hier een paar verschillen, waarvan arbeiders aan weerskanten van de grens de dupe zijn. Dit nu wil het vedrag glad strijken, doordat vastgesteld werd, dat voor de toe passing van de Nederlandsche Invaliditeits wet en de Belgische Verzekeringswetten be treffende den ouderdom en vroegtijdigen dood geen onderscheid meer gemaakt zal wor den tusschen de verzekeringsplichtigen van beide nationaliteiten. Nu de beide verzekeringen naast elkander gaan werken, zou het kunnen voorkomen, dat iemand dubbel verzekerd was. Ook daartegen zijn bepalingen getroffen. Dan bestaat nog een derde mogelijkheid Er zijn arbeiders, die afwisselend in België en in Nederland arbeiden; als gevolg daar van zijn ze afwisselend verzekeringsplichtig ;Nu eens naar de bepalingen van de Neder landsche, dan weer volgens die van de Belgi sche wet. Dat eischt nu coördinatie tusschen de beide wetten op het punt van vervulden wachttijd en aantal betaalde premiën, welke in beide wetgevingen als voorwaarde voor het hebben van aanspraak op eenige wettelijke uitkeering zijn gesteld. Deze kwesties zijn op le volgende wijze tot overeenstemming ge bracht. Voor de berekening van dien wachttijd en van het aantal betaalde premiën, vereischt door de wetgeving van het eene land zullen meetellen de tijdvakken, gedurende welke de betrokken arbeiders in het andere land ver zekerd zijn geweest en de overeenkomstig de wetgeving van dat land betaalde verzeke ringsbijdragen. Dit is de drievoudige strekking van dit ver drag, dat wanneer het eenmaal goedge- keur is ,in het Liroburgsche mijndistrict en in het Zuiden des lands, veelvuldige toepas sing zal vinden. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen dooi onze abonné's worden gezonden aan Dr te Hennepe, Diergaardesingel 96a te Kotteroam. Postzegel voor antwoord inslui ten en blad vermelden. Ratten-verdelgingsmiddelen die de Pullorum-bestrijding in de war brengen. octge keer heb ik de ratten-verdelgings- middelen besproken van scheikundigen aard, ie ook hoogste gevaarlijk zijn voor menschen en andere dieren en er op gewezen dat men ratten minstens een week aan het lokaas meet wennen om ze dan ineens de volle la- fling vergif te kunnen geven. Verder heb ik er P gewezen dat verdelging van ratten niet geloopen 's rae' het dooden van een aantal ra ten, doch dat men op plaatsen waar de a ten gaarne verblijven steeds aan den gang rcoet blijven. a Om nu de gevaarlijke scheikundige vergif, ten te vermijden heeft men gezocht naar andere middelen en zijn toevlucht genomen tot bacteriën die onder de ratten een soort typhus veroorzaken. In theorie komt dus deze methode er op neer dat men onder de ratten een besmette- "jke ziekte veroorzaakt en dat dus als men rat besmet er verscheidene zullen sterven. Ik Zeg in theorie en op parier is deze methode om door middel van besmettelijke ziekten schadelijke dieren op te ruimen prachtig, in praktijk verloopt het vaak lang niet zoo mooi. We weten al dat als bv. melk of groenten ziin met lyphus er vaak in een gezin enke.e person enziek worden, doch lang niet auen. Dat komt omdat verschillende perso nen na nature of door andere omstandighe- den ongevoelig zijn voor de typhusbesmet- jmg. Welnu, bij de ratten is een hoog percen- rage ongevoelig tegen de besmetting met rat- ten-typhusbaei!len en trekken zich daarom Van alle bacillen die wij hen toedienen niets aan In theorie zou de ziekte zich onder de gevoelige ratten verspreiden doorciat de rat ten elkaar opeten. In de praktijk komt het er op neer dal als men ratten in kooien opsluit of als de ratten erge honger hebben zij elkaar opeten, maar s ze de ruimte hebben en vooral als ze ver moeden hebben dat er iets niet pluis is, dan raten ze de doode ratten rustig liggen en eten r niet van. Eten de ratten echter slechts een .tet'e van de bacteriën dan worden ze licht r' genezen en worden ongevoelig voor ge- raimen tijd, Handen en Oksels behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel. In bussen van 45 en 60 ct. Alleen bij Apoth. en Drogisten. Als w een aantal ratten dus met deze bac teriën kunnen dooden,zullen er altijd een aan tal overblijven die ongevoelig zijn en juist deze planten zich dan snel voort, waarbij de ongevoeligheid op de kinderen overgaaf We fokken dus op deze manier als het ware in korten tijd massa's ongevoelige ratten. De methode met de bacterie-culturen is dus en theorie heel mooi en in de praktijk voldoet zij vaak niet. Ik moet er bij zeggen dat er gevallen zijn waar b.v. in pakhuizen, sche pen, fabrieken, werkplaatsen, enz. massa's ratten bijeen zitten en waar deze ratten voor een groot percentage bij een flinke besmet ting ineens uitsterven. Al is dus de methode met bacterie-culturen niet voor 100 zeker, zij kan in vele gevallen succes hebben en wordt daarom in sommige landen, ook in ons land, nog wel toegepast. Ik spreek daarvan het veroorzaken van een besmettelijke ziekte onder de ratten met typhusachtige bacillen en dan doet zich direct de vraag voor: Zijn deze bacillen niet schadelijk voor menschen of andere dieren? We moeten dan weten dat er een groote groep van z.g. para-typhus- bacillen bestaat waarin allerlei bacteriën zit ten die bij allerlei dieren ziekten veroorza ken, doch deze bacteriën houden zich over hef algemeen bij hun eigen diersoort. De para typhusbacil van den mensch doet ratten wei nig kwaad, en omgekeerd doet de ratten- bacil menschen of dieren heel weinig kwaad. In ons land zijn geen gevallen van schade bekend die veroorzaakt zouden zijn door de rattenbacillen-culturen, zooals die door de Rijksseruminrichting al gedurende 20 jaren lang afgeleverd worden aan ieder die er om vraagt. Omtrent het gevaar dat andere ba cillen-culturen die in ons land gebruikt wor den opleveren kan ik niet oordeelen. Ook bij huisdieren zijn geen schadelijke ge volgen bekend, maar nu in den laatsten tijd doet zich een nieuw gezichtspunt op bij kippenhouders en daar moet ik wel even mijn lezers op attent maken. We weten dat wij kippen die de smetstof der kuikenziekte-, de pullorum-bacillen, bevatten, kunnen onder kennen door middel van de z.g. bloed-agglu- tinatie proef. Kippen die de kuikensmetstof bevatten reageeren bij onderzoek positief en moeten direct geslacht worden. De pullorumbacil is echter ook een para- tvphusbacil, die bij andere dieren geen kwaad doet, doch al die verschillende para-typhus- bacillen hebben de ellendige eigenschap dat ze onderling wel de bloed-agglutinatieproef in de war brengen. Wat is nu dan gebleken? Als men gezonde kippen voert met ratten- typhusbateriën blijven ze uitstekend gezond., doch ze gaan positief reageeren op de pullo- rum-bloed-agglutinatie-proef. Met andere woorden: het geheele pullorumonderzoek wordt op een bedrijf waar de kippen van dit rattenverdelgingsmiddel kunnen eten in de war gebracht. Wat ik hier zeg betreft proe ven die in Engeland genomen zijn en ze zul len nog in het groote herhaald moeten wor den, doch we moeten toch al vast met deze mogelijkheden rekening houden. Bij het verdelgen van ratten met bacteriën moeten we nog op iets letten. Een scheikun dig vergif werkt meestal zeer snel, nadat het de maag gepasseerd is soms binnen eenige minuten. Maar bacteriën moeten eerst in het lichaam gevormd hebben worden de dieren ziek door de vergiften die de bacteriën af scheiden. Het tijdperk tusschen het opnemer, der smetstof en het uitbreken der ziekte noemt men het incubatie-tijdperk en dat is verschillend lang al naar den aard der smet stof. Besmet ik bv. vandaag een kip met cholerabacillen dan ligt die kip morgen dood, maar als ik vandaag een kip met pullorum- bacillen besmet dan duurt het wel 14 dagen soms eer zij ziek wordt en dood gaat. Zoo is het nu ook met de ratten-bacillen. Als de rat vandaag de bacillen-cultuur opeet wordt zij pas over een week of tien dagen ziek, loopt een paar dagen ziek rond en sterft dan De cultuur werkt dus zeer langzaam en pas na een paar weken ziet men hier en daar een zieke rat, waggelend, suffig, met opge zette haren zich voortslepend. Dr. TE HENNEPE. (Buiten verantwoordelijkheid van de RedacVe. De opname in ae rubriek, bewijst reenstms dal de. redactie er mede instemt). Mijnheer de Hoofd-Redacteur, Naar aanleiding van het ingezonden stuk van J. N. verzoek ik U plaatsing van het volgende. Er is volgens mijn inzicht maar één middel om spoedig uit steun- en werkloosheid-ellen de te geralcen. Alle arbeiders-organisaties in Nederland moeten tijdelijk alle partij-politiek, enz. opzij zetten en gezamelijk één macht vormen; en aan de Regeering één eisch stellen: a. Ar beid voor elk Ned. onderdaan; b. weg met de Steunverleening!,, Als men eerst maar tot die ééne noodige macht is gekomen, dan moet de Regeering den Volkswil uitvoeren! Het is geen afbraak maar opbouw en heeft daarom psychische diepte. Wie neemt in Alkmaar het innitiatief? Wie wil nu eens waarachtig het „Algemeen belang" dienen? „Arbeid voor ieder mensch!" is ook we reldbelang en verbetert de Cultuur. Daarom heb ik gemeend niet te mogen zwijgen en teeken gaarne met vollen naam. H. SCHENAU. Geachte Redacteur. Gaarne zou ik U willen verzoeken om een plaatsje in Uw veel gelezen blad. Bij voor baat mijn oprechten dank. Bij het lezen van het ingezonden stuk in de Alkmaarsche Courant van 3 Aug. over dien arbeider van 24, daar wil onderget. niets tegen inbrengen. Maar daar de Red. een stukje er onder had, dat er weieens te veel van den steun geprofiteerd wordt, zoo is mijn vraag, wordt er ook niet te veel geprofiteerd van de hooge huishuren? Moet een arbeider nog langer gebukt gaan onder zijn hooge huishuur? Wordt het niet hoog noodig tijd, dat daar ingegrepen wordt? De loonen om laag is de drang, maar voornamelijk op de kleine man, die al niets kan lijden van zijn loontje - tenminste als je vader bent van 4 kinderen. En als straks de steun omlaag gaat en je verwoont 5 of 4 per week enkele 3 per week, waar moet dat dan heen? Of heeft de kleine man geen recht meer op een menschwaardig bestaan? E>e loonen omlaag, laat men van het hoofd af beginnen, de loonen sterk te verminderen. Dat is ook een bezuiniging. Het smaakt den hoogen heeren ook niet, als ze vermindering krijgen van loon. Alzoo, de kleine man. Als een agent van politie in de week 40 ver dient, zou zoo'n man dan meer werk doeu voor zijn loon dan een landarbeider, die ver dient f 20 a 18 per week, met den hoog noodigen langen dag en geen vrije dagen of ten koste van zijn eigen geld? Het is wel treu rig, maar waar. Geachte Redactie, nogmaals mijn oprech ten dank. C. BAKKER, Zeglis A 13, Alkmaar. Geachte Redactiel Mag ik een klein plaatsje in Uw cou rant voor de volgende woerden? Bij voorbaat vriendelijk dank. Het gaat mij als de menschen die niet verdienen. Iedereen wordt gesteund, ik heb het ook 6 a 7 maal schriftelijk ver zocht aan B. en W. van Heiloo om ook in aanmerking te komen. Ik ben drie maal schriftelijk afgewezen. Van de raadsvergadering van Woensdag 3 Aug. lees ik in de courant, dat mijn schrijven in den Raad behandeld was en werd afgewezen met de woorden, dat ik een paar verwarde brieven geschreven had en voldoende geholpen was. Mijnheer, ik heb niet een cent hulp voor mijn persoon gehad. Al drie weken heeft mijn inwonende zoon in mijn plaats gewerkt voor de werkverschaffing in 1931. Daar ik handel in pluimvee; zou het publiek nu niet gaan denken, dat ik nu de kippen wel duur kan be talen, want dat de gemeente mij steunt, terwijl ik niets gehad heb, of krijg. Wat is. daaraan te doen? Met dank voor de plaatsing, A. LEURINK, Heiloo. (In de betrokken Heiloosche raadsver gadering is door den voorzitter mede gedeeld, dat adressant op alleszins vol doende wijze was geholpen. Wanneer dit, zooals adressant schrijft, absoluut onwaar is, heeft hij alle reden, zich opnieuw tot den Raad te wenden. Red. Alkm. Crt.) Geachte Redacteur, Beleefd verzoek ik u om eenige plaatsruim te. Bij deze mijn dank. Den 2en Aug. was ik voor mijn werk in Beverwijk. Daar stonden een paar ambtena ren van 'belasting voor rijwielplaatjes. Ik stond zoo een tijdje te kijken wie wel en niet een plaatje aan de fiets 'had. In dat half uur dat ik daar stond, werden er ongeveer een 15 fietsen in beslag genomen. Den 3en Augustus stond ik in Heiloo te kijken, ook naar de plaatjes-ambtenaren. Er werden in de 10 minuten die ik daar stond twee processen-verbaal gegeven. Maar nu komt er een heer met mooie fiets, pracht- pak enz. Die had ook geen plaatje, maar om dat het een heer was, tikten de ambtenaren tegen hun pet en hij mocht doorgaan. Hij had geen plaatje, maar ja, het is nu eenmaal geen werkman, dus die mag wel- wat doen. Maar de werkman of werklooze die kan wel betalen of zitten; daar is toch geen cent van te verwachten. Ik moest eens naar Egmond aan Zee met den handwagen een vracht weg brengen. Ik ging 's morgens vroeg weg en was daar on geveer 9 ur v.m. Ik loste mijn wagen en ging wat koffie drinken. Mijn wagen liet ik met een touw aan een wiel vast staan. Ik zat ongeveer een half uur, daar komt de gemeen tepolitie: Hafman uw wagen staat midden op den weg, hier is een bon, ik heb hem reeds voor u ingevuld. Dat koste mij 3. Toen ga ik weder uit Egmond vandaan, en het toeval wil, dat er een auto midden- op de Voorstraat staat; de motor stond niet stil en de bestuurder was ook niet te zien.' Geachte Redacteur, ik zag gaarne van u een opheldering. Waarom een arbeider of werklooze wel -betaalt en een 'heer niet. Wil u mij dat verklaren? Met dank voor uw plaatsruimte, teeken ik met de meeste hoogachting, JAN HAFMAN. (Wat de bewering van inzender betreft, dat een „mijnheer", die geen belastingplaatje had ongehinderd mocht doorrijden, wij weigeren eenvoudig dat te gelooven. Inzender kan er verzekerd van zijn, dat zelfs de heeren met de mooiste pakken niet aan de grijpende hand van den fiscus ontkomen. En wat de auto be treft is het mogelijk, dat de betrokken politie man dien niet gezien heeft. Wanneer dit wel het geval was zou hij met twee maten heb ben gemeten en er is geen enkele reden waar om wij dat als vaststaand zouden moeten aanvaarden. Overigens zitten wij hier niet om raadsel tjes op te lossen en als er veel inzenders om verklaring van duistere zaken vragen, kun nen wij de gewone, da-gelijksche bezigheden wel op zij zetten. Red. Alkm. Crt.) Oplossing der raadsels uit 't vorige nummer. Voor grooteren. 1. L Leeuwen. 1 e s meeuw Leeuwen eiwit web n 2. Ik zal het briefje aan je reisgenoot sturen. (anjer). Moeder laat liever Ben alle bood schappen doen. (verbena). Marietje was te roekeloos met haar poppen. (aster). Jan Bolle liep den hond tevergeefs achterna. (lelie). 3. Vulkaan. Valk, kan, nul. vaak. 4. Naar Weenen. ■v. (Nadruk verboden). Een vliegje zag een dorrend blad ginds drijven in de sloot en dacht: dat is een buitenkans! nu heb 'k een mooie boot! Dat vliegen altijd in de lucht verveelt toch op den duur; nu wil ik liever varen gaan 'k wed, dat 'k al heel goed stuur! Een eindje verder was een eend, klapwiekend van belang; ze snaterde een heel verhaal en belef maar aan den gang. Wat zei die eend? 'k verstond het goed: ze wou eens vliegen gaan; zoo altijd zwemmen in de sloot, daar vond ze niets meer aan! Wat zeg je van zoo'n vlieg, zoo'n eend? je lacht ze zeker uit! maar... doe je zelf ook nooit eens zoo? vraag ik je tot besluit! HERMANNA. (Nadruk verboden). Achter Moeders huisj'e In den bloementuin Zit Jan in den zandbak, Maakt een heel hoog duin. Met zijn schopj'en emmer Schept hij 't witte zand, Wuift als hij den tijd heeft Even met zijn hand. Naar Moes in de keuken, Moeder heeft het druk. Dat klein Jantje zoet is. Vindt z' een groot geluk! Plots'ling denkt het ventje: Ha, ik weet, wat 'k doe! Ik ga taartjes bakken! En hij roept haar toe: (Nadruk verboden). Voor kleineren. 1. Wolf. Dolf, golf. 2. Een vlinder. 3. Riem, mier. 4. gans dans, beer— weer, aap knaap, uit (be)sluit. Om op te lossen. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt met 10 letters ge schreven en noemt een kleinen zang vogel. 7, 6, 6, 10 is een kleur. Een 4, 2, 9, 1 is een bewoner van het kippenhok. Een 3, 6, 1. 5. is een geldstukje. Een 4, 6, 1, 7, 6, 10 is een voorwerp, waarmee men soms uren lang aan den kant van het water zit. 7, 6, 1, 5is een stand in België. 1, 8, 5 is niet droog. 2. Welke natie is de meest verlichte? 3. Verborgen kleedingstukken. Het nieuwe huis biedt ruimte genoeg. Ik wist niet, dat Oom Ko u straks ge sproken heeft. (2) Is Herman te lui om te wandelen? Wist je niet, dat de halve stoof geroest was? 4. Op de zigzag-kruisjeslijn komt d» naam vau een groote Moedertje, ik zorg wel Voor het toetje. Fijn! Want het zullen taartjes, Lekk're taartjes zijn 1 Met zijn kleine vormpjes Bakt hij ze van zand. Bakker heeft aan Moeder Heusch een beste klant. Want z' heeft zóóveel noodi; En zegt Moeder Als wij ze gaan eten, Krijg je ook er van! Janbaas lacht dan oolijk, Zegt plots: Och, welnee! Van wat jij bakt, Moesje, Eet ik liever mee! ig! jan CARLA HOOG. X 1 o rij een deel van je voet. X 2o een vaartuig. X 3o een zwemvogel. X1 4o een jongensnaam. X 5o een kleur. X 6o een vogel. X 7o een ander woord vool X spreuk. X 8o een deel van je, arm X 9o een huisdier. lOo een ander woord voo» rand. Voor kleineren. 1. Een witte stralenkrans, Waarin een hart van goud. Noem mij de bloemen maar, Waarvan je stellig houdt. 2. Moeder gaf mij een kwart van een peer, een vijfde deel van een appel en bo vendien nog een halve kers. Toen ik al die stukken aan elkaar paste, had ik een lekkere vrucht. Wat denk je. dat het was? 3. Ik noem een vrij klein lichaamsdeel, Dat rood gekeurd is en 'k Noem ook een visch. Je raadt nu wel, Wat of ik toch ben. 4. Mijn eerste is een familielid, mijn tweede steekt een eind in zee en mijn geheel dient om op te schrijven of iets in te pakken, terwijl het ook nog voor andere doe-V den TjT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 7