Alkmaarsche Courant. 't Mislukte complot. J\Ceck ÓL Schoot Provinciaal 'flieuws JiecfUszaAeti Honiert *ter en dertigste Jaargang. DINSDAG 9 AUGUSTUS ZU1DERZEESTEUNWET. SCHAGEN. AKERSLOOT TEXEL. WIERINGEN. NOORDSCHARWOUDE. STRANDFEEST TE CASTRICUM. tfo. 186 !932 j— De King-Sing", een oude vrachtboot, die sedert "jaren dienst deed in de Chineesche kustvaart lag zeevaardig voer de uitreis naar ^moy. Aan boord bevonden zich buiten de bemanning nog zestig Chineesche passa- ^Veèl omslag werd er voor deze passagiers „jet gemaakt. Overdag hielden zij zich op het voordek op en 's nachts betrokken zij in het tusschendek een hoogst sobere legerstede. Het uur van de afreis was aangebroken en ,„et] wachtte slechts nog op den inlandschen '°°Kapitein Morris (hij, evenals de twee stuurlui en de drie machinisten waren En eischen) stond op de brug en keek neer op let gekrioel der met elkaar snaterende passa giers. Enkele der spleet-oogige zonen van het Hemelsche Rijk hadden het zich alvast "makkelijk gemaakt en gaven toe aan hun gpeelw oede Morris keerde zich misnoegd tot Neale, den jongen, tweede-stuurman, die naast hem over de verschansing hing: „Weer een ple zierige bagage, die men ons op den hals heeft geschovenik zal blij zijn als wij ze w€er fatsoenlijk van boord hebben. De agent heeft mij in het geheim nog gewaarschuwd yoor den koopman Feng. Kijk die daar, aan bakboord, die oude kerel met de witte baard en knevel! Het moet een doortrapte schurk zijn, maar tot dusver heeft men hem niets [positiefs ten laste kunnen leggen. Hij was als passagier aan böord van de „Tai-waü", die door de piraten is leeggeplunderd; ook iwas hij passagier op de „Knau-Yin", die hetzelfde lot onderging. Het zou oók een toe yal kunnen zijn, maar vertrouwen doe ik het zaakje niet. Wij moeten dezen passagier da nig in de gaten houden. Het is niet onmoge lijk, dat er ook nu weer piraten onder de passagiers zijn en Feng mee in het complot is. Dat is zoo de oude truc van deze gele ke rels. Wedden, dat ik er goed aan deed om deze kerels man voor man te laten fouil- leeren of ze wapens bij zich hebben?.... voor zichtigheid is meer waard dan dapperheid Morris liet hierop een kort lachje hooren, terwijl hij meteen naar zijn heup-zak tastte om zich opnieuw van de aanwezigheid van zijn revolver te vergewissen. „Er schijnt zich eenig verschil van mee ning bij de spelers voor te doen", lachte Neale, die voor het eerst de reis aan boord der „King-Sing" meemaakte. „Ik wou, dat ze elkaar de koppen in sloe gen" antwoordde Morris minachtend. „Als dat gebrul nog lang aanhoudt, laat ik een voudig een waterstraal,op hen richten; niets kalmeert de hartstochten zóó goed als koud vvater". Twee der Chineesche dobbelaars hadden inderdaad ruzie gekregen en vochten hun meeningsverschil met de vuisten uit. Terwijl Morris en Neale met vermaak naar de strijdenden stonden te kijken, speel de zich achter hun rug een andere geschiede nis af. Een der Chineesche matrozen, die op het voorschip met een en ander bezig scheen ge weest, ging, zoodra het gekrakeel was uitge barsten, naar het achterschip. Hij boog zich breed uit over de reeling en riep een paar woorden omlaag naar het water. Meteen gleed onder de schaduw van het vooruit springende dek, een boot langszijde van de „King-Sing". De matroos wierp een touw ladder over de reeling en liet hem tot bij kans den waterspiegel omlaag. Tien Chineezen klauterden met katachtige behendigheid, de een na den ander aan dek, alleen beide roeiers bleven in de boot en gle den behoedzaam weg. De matroos gaf zijn landslieden een teeken hem te volgen. I Jlings volgden ze hem op de hielen, als roofdieren, tot den spïong bereid. In hun ruime blauwe jassen droegen ze groote messen en bijlen. De matroos had inmiddels aan een smalle plaats het linnen overtrek van de eene red aingsboot aan bakboord losgemaakt. Door deze spleet wringen zich de zeeroovers de boot in. Nauwelijks was de laatste verdwe nen, of de matroos trok de banden weer toe, zoodat het linnen opnieuw gladen stevig over de boot gestrekt lag. Aangezien de boo ten pas in den loop van den namiddag van buiten en van binnen gereinigd waren, be stond er voor de roovers geen gevaar, dat ze in hun benauwde en donkere schuilplaats zouden worden opgejaagd. De matroos maakte nu van het achterdek een onopvallend teeken naar den koopman Feng. Feng zond een bevelend woord uit naar de ruziemakers, waarop bijna direct de strijd op hield. „Zij hebben de huid al vol" lachte Mor ris goedmoedig, terwijl hij zijn pijp stopte „Hana! daar komt van daarginds al de loods! des te beter, hoe eerder wij het anker lichten, des te gauwer zijn wij deze bende kwijt, wat ik voor onze veiligheid doen kon, heb ik gedaan". De stoomboot „King-Sing" had bijna For- mosa bereikt. Nog in den loop van den vol genden dag hoopte kapitein Morris de be doelde haven te bereiken. Een snikheete dag naderde zijn einde. Morris zat met Charles Webster, den eersten stuurman, in de salon. Tusschen beiden in stond een flesch whisky. Morris ontlokte aan zijn pijp dikke rook wolken. „Proost Webster!" lachte hij en hief zijn glas op, „morgen hebben wij het klaarge speeld..., er kan eigenlijk nu niets meer ge beuren...; daarop willen wij er n°g eentje drinken.... Als Feng iets in zijn schild zou voeren, heb ik hem dat leelijk onmogelijk ge maakt. Wat willen ze beginnen ook al waren alle zestig zeeroovers? De mpsen werden hun vóór de afreis afgenomen. Vanaf het tusschendek leidt alléén maar een smalle trap naar het boot-dek en de brug. Zoodra wij bij de Chineezen iets verdachts opmerken, behoeft zich één onzer maar met zijn revolver hier boven aan de trap op te stellen, of de heele bende is schaakmat gezet. Meer dan één nersoon tegelijk kan de trap niet op,... Neen, Webster, neen, wij komen er dit keer goed af! prosit!" Helder weerklonk de scheepsklok, die het aflossen van de wacht aanduidde. Webster ledigde zijn glas met één slok en kwam eenigszins zwaar overeind. De broeiende hit te lag hem als lood op zijn corpus. „Ik moet Neale aflossen! Goeie nacht, ka pitein." „Goeie nacht Webster! Zend mij Neale. De jongen moet ook een druppeltje meeproe- ven". Toen Webster op de brug trad, trof hij den jongen tweede-stuurman in een bezorgde stemming aan. De Straat-van-Formosa had bij alle zeelui om haar stormen en het ge vaarlijke vaarwater een slechte reputatie. Neale was wat blij, toen de ervaren supe rieur ter aflossing kwam opdagen. „De baro meter daalt", zei hij dadelijk. Webster wierp een blik op den horizon. De zon zonk achter een rossigen sluier en in de lucht lag iets adem-beklemmends. Ook daalde, zooals de andere reeds had gemeld, de barometer angstig snel. „Is er wat op til?" meesmuilde Neale. Webster knikte gereserveerd. „Dat kan soms wonderlijk snel in deze oorden gebeuren., la ten wij ons op alle mogelijke eventualiteiten voorbereiden... Om te beginnen: zend de passagiers direct allen naar het tusschendek en laat de luiken goed afsluiten. Wij zijn ten slotte verantwoordelijk, dat geen der koelie's over boord wordt geslingerd... En één der matrozen moet de reddingsbooten ter dege aansnoeren. O ja dit moet ik nog zeggen, kapitein Morris wou je gaarne even bij zich zien... Kijk niet benauwd de oude is goed geluimd, hoor, altijd, als de reis goed is doorstaan; ga een whisky halen!" Aan boord werden alle voorbereidingen ge troffen om een mogelijken storm te trotsee ren. De matroos Li, die de blinde passagiers bij de afvaart had verstopt en hen tijdens den nacht onopvallend van water en brood had voorzien, scharrelde zóó lang op het dek rond totdat hij zich er alléén bevond. Hij ging daarop naar de bevolkte bakboord-red dingsboot en terwijl hij zich met het aan sjorren der lussen bezighield, sprak hij half luid de boot in: „De stuurman heeft gezegd, dat wij morgen in Amoy zijn. Feng heeft be volen, dat gij nog dezen nacht het schip in bezit zult nemen. Tegen middernacht maak ik de lussen los en laat je allen naar buiten De eerste-stuurman heeft de passagiers in het tusschen-dek doen insluiten, omdat er storm wordt gevreesd. Wij hebben des te ge makkelijker spel, want ze zullen zich vol maakt veilig voelen aan bord". „Wij zullen zacht als een schaduw over de witte duivels vallen", klonk het uit de boot terug. Boven op de commandobrug stond Char les Webster en neuriede een melancholiek liedje. De man bij bet roer, een oude Chinees keek op naar zijn chef, met verwonderde blik. Het was hem onbegrijpelijk, hoe deze Europeaan nog zingen kon bij een dergelijke hitte en met het dreigende vooruitzicht van een storm. Een hevige deining deed 't oude schip hef tig slingeen. De drukkende stilte ging over in een merkwaardig gesuis en gefluit. Webster brak opeens zijn gezang af en wierp opnieuw een blik op den barometer. Nog steeds bleef deze vallen en, zoo niet alle teekenen bedrogen, geraakte de stoomboot in het gebied van den storm. Een paar matrozen trokken ijlings de zeil doek-kappen over de ventilatoren en verze kerden de luikgaten. Webster liep over de brug en wierp een blik naar het midden- en over het achterdek. Het kwam hem voor, alsof één der matrozen onnoodig lang bij één der reddingsbooten toeven bleef. Deze gele kerels hielden zich met voorliefde 'steeds ver-af van het werk, als men ze niet voortdurend1 op de vingers keek „Help bij het achterluik, gele hond!" schreeuwde Webster en dreigde razend met zijn vuist naar den Chinees. Het was niet gewoonte aan boord om de woorden op een weegschaaltje te leggen. De matroos, het was Li, ging langzaam van de boot weg. Webster kon door den afstand den blik van haat niet opvangen, dien de gele ke rel hem toewierp. Hij wendde nu zijn aan dacht naar het voorschip; schreden achter hem deden hem omzien. Kapitein Morris, reeds in olie-jas kwam op de brug. „Met den storm komen wij wel klaar", zei Morris voorzichtig. „De „King-Sing" heeft zich tot nu toe als zeewaardig bewezen. En de Chineezen zitten goddank in het tusschen- ruim gepakt. Zouden zij het toch probeeren willen de luiken open te breken en ons te overvallen volgens zijn meening de groot ste waanzin, omdat ze ongewapend zijn dan knallen wij ze neerIn ieder geval dienen wij het voorschip scherp in het oog te houden, want misschien hopen ze den chaos tijdens den storm uit te buiten". Webster knikte somber. Hij kende genoeg voorvallen, waarbij de Europeesche bezet ting der kustvaarders door de piraten zonder pardon waen neer-gehouwen en hij was van plan zijn leven zoo duur mogelijk te verkoo- pen. Dat echter het gevaar hem in den rug beloerde, drong niet tot hem door Tegen middernacht had de storm zijn 'hoogtepunt bereikt. De boot stampte zwaar en had reeds verschillehde brekers over zich voelen gaan. Morris en Webster stonden zwijgend op hun post en staarden den nacht in. Slechts droppelgewijze kwamen de woorden af en toe van hunne lippen. Als nu en dan de storm ven bedaarde, hoorde men het ge schreeuw der angstige, ingesloten passa giers. „Dat beteekent nu ook juist geen pretje, om in zoo'n benauwd gat te worden door- één-gegooid" lachte Morris hard „Wan neer het een of ander zou gebeuren, Webster, met deze schuit en wij moesten in de booten gaan, posteer jij je dan met Neale bij het luik en zorg ervoor, dat slechts de een na den an der aan dek en in de boot komt. Die kerels zouden me het heele zaakje in het honderd jagen!" „Waarom zou alles zich niet goed hou den gaf Webster ten antwoord„de schuit heeft wel zwaarder zeeën beleefden is er goed af gekomen.... Morgen is mijn vrouw jarig, kapitein; als Neale mij om twaalf uur aflost krabbel ik nog een paar woorden, die ik in Amoy zal posten". Morris lachte. „Ga dan naar den salon, Webster, en drink een glas op het welzijn van je vrouw en op de goede reis". Vijftien minuten vóór middernacht. Over het geheel verlaten dek sluipt de ma troos Li naar bakboord, naar de reddings boot, waar de zeeroovers verborgen wa ren. Het schip helde plotseling sterk over en bijna was hij van dek geslageneen vloek ontglipte aan zijn lippen. „Het is zoover! de kapitein en de „eer ste" staan op de brug. Het is gemakkelijk spelde „tweede slaapt; dien neem ik; met de machinisten zullen wij weinig last hebben", fluisterde hij in de boot, terwijl bij met een mes de riemen doorsneed. Op dit oogenblik toefde Webster in ge dachten bij zijn vrouw en schreef zijn brief. In dit moment bezwoer kapitein Morris, dat het ditmaal inderdaad zij-n aller-laatste reis zou zijn en dat hij eindelijk het onrusti- geleven den rug zou keeren. En tegelijk wentelde Neale zich in zijn kooi rond. gepijnigd door een zwaren naren droom. En ook in dit zelfde moment sloeg vóór de boeg van de „King-Sing-" een hemelhooge, spookachtige, lichtende watermassa omhoog. Met oorverdoovend geraas donderde een enorme breker over het dek. Een gekraak en gesplinter vage kreten envan het voorschip worden de wrak ken der beide bakboord-booten in de gruwe lijke heksenketel der woedende, ziedende zee •geslingerd. Kapitein Morris kromp ineen. „Wat was dat, Webster? Hoorde ik daar niet iets als menschelijke kreten?" Webster haalde de schouders op. „Het leek mij ook even zoo toe Kan echter niet ge- looven, dat één der matrozen of stokers zich op het dek zou hebben gewaagdzal, als Neale komt aflossen, de lieden laten monste ren Iets aan dek is in ieder geval veron gelukt Ik zal eens nakijken". Eerst toen de morgen aanbrak, bedaarde de storm en was het mogelijk na te gaan, boe de zee had huisgehouden aan boord. Van de beide bakboord-reddingsbooten was geen spoor meer te zien. De zwaarte van den breker had zelfs de ijzeren davinds als lucifers geknakt. „Natuurlijkheelemaal zonder tegen spoed kan het niet afloopen", bromde kapi tein Morris en monsterde kwaad het ver woeste dek. „Hadden de booten het niet kun nen houdenmaar niets wordt je nu eenmaal gespaard". Bij de monstering der manschappen ont brak alléén maar de matroos Li. „Door een stortzee over boord geslagen", schreef Webster, die tijdens de citieke uren de wacht had, in het scheepsjournaal in. De heer B. J. van der Peet te Bever wijk is te Utrecht geslaagd- voor het examen m.o. Fransch A. Het Kerkbestuur der Ned. Herv. Gem. te Oterleek, besloot met algemeene stemmen, dit jaar geen hoofdelijke om slag te heffen. Te Amsterdam zijn geslaagd voor de acte nuttige handwerken de dames N. Serier te Hoorn en P. G. Scholtz te Beverwijk, Ds. Jellema te St. Pancras heeft het beroep naar de herv. kerk te Woubrugge aangenomen. Voor het examen hoofdacte zijn te Haarlem o.a. geslaagd de heeren K. Goos te Winkel, A. Meuwsen te Den Helder en R. Gaasterland te Andijk. van de agenten voldoende het bewijs lever den dat de automaat op Zondag was bege- vuld. En dit achtte hij in strijd met de des-1 betreffende verordening en eischte 5 boete subs. 5 dagen. Tegen deze opvatting heeft mr. K. Jansma in een breedvoerig juridisch betoog de zijne gesteld. In art. 3 van de winkelsluitingswet staat dat deze wet niet van toepassing is op o.a. apothekers, verkoop van dag- en weekbladen en ook op de automaten. Zelfs in de Memorie van Antwoord bij de behandeling van deze wet in de Tweede Kamer, zoo zette mr. Jans ma zijn verdediging kracht bij, is uitdrukke lijk gezegd dat het geoorloofd zal zijn auto maten te vullen op uren, waarop de winkels gesloten moeten zijn. De juridische schermutseling is geruimen tijd voortgezet. Het vonnis wordt schriftelijk gewezen op Za terdag 20 Augustus. POGING TOT DOODSLAG. Voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch hebben gistere nin hooger beroep terecht ge staan de arbeiders J. en Ph. van B. uit Uden, die tot een jaar en drie maanden en vijf maanden gevangenisstraf waren veroor deeld. Zij hadden op 20 Maart van dit jaar hun oom mishandeld. E>e eerste was diens woning binnengegaan en had met eerw met hagel geladen geweer op zijn oom gescho ten. De man werd getroffen, doch de wond was niet doodelijk. Vend. beriep zich op noodweer. De vader van den verdachte ver klaarde, dat de oom een mes gegrepen had, waarna J- v. B. het schot loste. De advocaat-generaal achtte poging tot doodslag bewezen en eischte een jaar en drie maanden gevangenisstraf met aftTek van de voorloopi-ge hechtenis. Tegen den broer van den eersten verdachte, die zijn oom met een schop zou ehbbtn geslagen luidde de eisch oevestigng van. het vonnis. Het Hof zhi 22 dezer arrest wijzen BELEEDIGING VAN EEN BEVRIEND STAATSHOOFD. „Hindenburg een groot-moorde naar", zei een Zaandamsche com munist. Voor de Haarlemsche rechtbank heeft gis termiddag terecht gestaan het 31-jarige communistische gemeenteraadslid van Zaan dam, D. Makkinga, wien ten laste was ge legd, dat hij op 27 Juli in een openlucht- bijeenkomst den president van een bevrien- den staat zou hebben beleedigd, door te zeg gen: „De sociaal-democraten in Duitscn land hebben meegewerkt aan de verkiezing van den groot-moordenaar Von Hinden burg". Tevens was hem ten laste gelegd, dat hij het plegen van een strafbaar feit zou heb ben uitgelokt door zijn toehoorders uit te-noo- digen deel te nemen aan een fietstocht op fietsen zonder belastingplaatje. Verdachte gaf toe, deze woorden gesproken te hebben Hij verklaarde, dat hij niet den persoon van Von Hindenburg had willen aantasten, doch het systeem, dat deze vertegenwoordigde. De eisch was één maand gevangenisstraf. De uitspraak is bepaald op 16 Augustus DE PREDIKANTSTRAKTEMENTEN. Onderhandelingen tusschen de organisaties van kerkvoogdijen. Naar „De Stand." verneemt, is de oude kwestie van de kerkvoogdijen, die weigeren den aanslag van den Raad van Beheer te be talen, zoowel om principeele als financieele redenen, waardoor, gelijk bekend is, in tal van Hervormde gemeenten het beroepings- werk al jarenlang is stopgezet, in een nieuw stadium getreden. Naar aan het blad gemeld wordt, is de Vereeniging van Protesteerende Kerkvoogdij en in onderhandeling getreden met de groote Vereeniging van Kerkvoogdijen, en is men het er nu over eens geworden, dat het regle ment op de predikantstraktementen ingrij pend dient te worden gewijzigd. De thans geldende regeling voldoet niemand, zoodat de Synode alle kerkvoogdijen langzamer hand tegen zich in het harnas gejaagd heeft. Thans wordt nu tusschen deze twee vereeni- gingen, die beide bijna 100 kerkvoogdijen omvatten, onderhandeld om te komen tot een gezamenlijk voorstel aan de Synode, dat een aanmerkelijke verbetering zou brengen. Deze besprekingen zullen nog wel geruimen tijd vorderen. MOGEN AUTOMATEN OP ZONDAG GEVULD WORDEN? Deze vraag is behandeld voor den Amster- damschen plaatsvervangenden kantonrechter mr. O. Schreuder. Een winkelier uit de Kalverstraat had blijkens de waarnemingen van twee politie agenten op Zondag zijn automaten bijgevuld De winkelier ontkende dit weliswaar, want hij zou de automaten korten tijd hebben bin nengehaald om een defect te herstellen, doch dit zal weinig invloed hebben op de door den kantonrechter te nemen beslissing. Ook omdat de agenten zeer positief waren in hun mededeeling dat de automaten vóór het de fect ledig, en nadat dit heette hersteld te zijn weer vol waren. Men had dit kunnen consta- teeren door de ruitjes waarover de winke lier papier heeft geplakt, zoodat niet meer te zien is of er nog cigaretten in de automaat zijn. De ambtenaar van het O. M. mr. P. s'Jacob, meende dat de getuigenverklaringen De minister van waterstaat heeft benoemd tot leden van de plaatselijke commissiën, als bedoeld in art. 14, lid 1, van het Kon. besluit van 18 December 1925 (St.bl. no. 475), in de gemeenten Wieringen, de heeren G. Dirks, B. Kat, K. Keuris A.zn., S. de Vries P.zn. en J. de Wit, en uit deze leden aangewezen als voorzitter den heer S. de Vries P.zn. en als secretaris den heer J. de Wit. Enkhuizen, de heeren Jac. de Bruin, Klaas Goos, J. Kofman, Jacob Lub en Chr. Roosen daal, en uit deze ieden aangewezen als voor zitter den heer Chr. Roosendaal en als se cretaris den heer J. Kofman; Medemblik, de heeren N. Th. Gieling, P. Gorter, L. J. J. Heilema, P. Kooy en P. Snel en uit deze leden aangewezen als voorzitter den heer P. Kooy en als secretaris den heer L. J. J. Heilema; Hoorn, de heeren S. R. Doornbos, P. Ho- man, P. Steenbok, A. Velthuis en W. Worms- becher, en uit deze leden aangewezen als voorzitter den heer P. Steenbok en als secre taris den heer S. R. Doornbos; Edam, de heeren B. Demmer, G. Dijk, Br. Kwakman, Th. Molenaar en J. Steur, en uit deze leden aangewezen als voorzitter den heer B. Demmer en als secretaris den heer G. Dijk. De raad der gemeente Schagen keurde met algemeene stemmen het ontwerp besluit goed van B. en W. inzake tweede tweede uit- keering rentelooze voorschotten ten behoeve van den groven tuinbouw, zulks in verband met het besluit der regeering een tweede be drag van 700.000 beschikbaar te stellen op voorwaarde, dat de betrokken gemeenten wederom 300.000 bijdragen. De heer Orsel stemde voor met protest in verband* met de bepaling van den minister, dat de arbeidsloonen van de arbeiders werk zaam in de betrokke/i bedrijven teruggebracht moeten worden van 1612. Den 15 Aug. a.s. hoopt Pastoor Wils zift! 25-jarig priesterfeest te herdenken. Die dag zal voorzeker niet onopgemerkt voorbijgaan. De heer R. P. Keijser, wethouder dezeï gemeente, heeft om gezondheidsredenen zijn ontslag gevraagd als raadslid en wethouder. De heer Keijser heeft bijna 10 jaren fn den raad dezer gemeente zitting gehad, en werd reeds bij zijn intrede in den raad tot wethou der gekozen. Veel werk is gedurende dit tijd vak door hem verricht in 't belang dezer ge meente, al werd niet door alle ingezetenen zijn voortvarende politiek goedgekeurd. Voor al voor de electrificatie van Texel en voor de verbetering van wegen en fietspaden over het eiland heeft de aftredende zeer geijverd, geen moeite was hem te veel, als iets volgens zijn inziuht het belang van Texel gola. Reeds eenigen tijd was de heer Keijser ongesteld, en het heeft zijn werkzamen geest ongetwijfeld groot leed gedaan, dat hij dit ontslag heeft moeten nemen. BOVENKARSPEL. Door den tuinder J. K. werd een aardap pel gerooid, die niet minder woog dan 254" pond. Ged. Staten van Noordholland hebben aan armvoogden, beheerende de herv. of geref. armenkassen op Wieringen, machtiging verleend tot het geven van een reductie van 25 der landpachten over 1932. 87 huur ders zullen hierdoor een pachtvermindering genieten. De kermis Zondag, den eersten dag van de kermis, was het naar omstandigheden nogal tamelijk druk. In de verschillende gelegenheden werd druk gedanst, terwijl ook op straat een gezel lige drukte heerschte. Behoudens een vecht partijtje op straat des nachts, verliep alles in volmaakte orde. Maandagmiddag werd in „Corcordia* door den heer Hop een wedstrijd in prijsdan- sen georganiseerd, waarvan de uitslag als volgt is: le pr. P. Deutekom en J. v. d. Busse, 2de pr. mevr. Otto—Keeman en G. Hop, 3de pr. A. Huigen en G. Kliffen, 4de pr. K. Lan- gendijk en A. LangendijkSloove$, 5de pr. N. Langendijk en M. Stam. Door 17 paren werd aan dezen wedstrijd deelgenomen. De prijzen bestonden uit kunstvoorwerpen. Maandagavond werd door de tooneelver- eeniging „Jong Leven" opgevoerd „Hoerah 't is een jongen" van Rrans Arnold en Ernst Bach. Men schrijft ons: Zaterdag had weder het jaarlijksche strandfeest plaats, thans onder bijzonder gunstige weersomstandigheden. Ruim 500 kinderen namen er aan deel. Dat gaf reeds tegen 1 uur in het dorp vrij wat drukte. In 7 autobussen had het vervoer naar het strand plaats. Luid zingend en juichend *erd de weg naar zee afgelegd. Daar aange komen wérden de kinderen rondom het par keerterrein in groepen volgens hun leeftijd ingedeeld en omstreeks 2 uur met de muziek van D. I. U. voorop een ommegang over het terrein gehouden, de jongsten allen met vlaggetjes, en daarna afgedaald naar het strand. Op een gegeven teeken wierpen allen zich op het zand om met echte toewijding aan de zandfiguren te werken. Gedurende 3 kwar tier werd met ijver gewerkt en toen moest de jury beoordeelen. Voorwaar geen gemakkelij ke taak. De meesten toch hadden keurige werkstukken geleverd, sommigen groote, breed opgezette figuren, anderen kleinere, maar niet minder goed uitgevoerd. De toege kende cijfers waren dan ook nagenoeg allen meer dan voldoende, enkele zelfs uitmuntend. De winnaars, van iedere leeftijdsgroep 3 a 4, ontvingen zeer fraaie prijzen. Vervolgens werden leuke wedstrijden ge houden, n.1. ezelprikken, balloopen, zakloo- pen, -touwtrekken, hardloopen met hindernis sen, mastklhnmen. Vooral voor de ouders en belangstellenden, die in grooten getale aan wezig waren, gaven deze spelletjes groot ver maak. Ook aan deze wedstrijden waren fraaie prijzen verbonden. Vermelden we nog, dat de jongelui getrak teerd werden op een krentenbroodje, een korstje en een glas Ranja. Ten slotte bij het eindigen van het feest, nog een aardige ver rassing, toen iedere deelnemer en deelneem ster een ijsco ontving. NatuurlijTc zullen allen, die op een of an dere wijze meegewerkt hebben, een groote Oüde, vaderlijke vriend i „En, ftasbdn Jan en ft} dBttk raad van me opgevolgd om tot tien te tellen voor Je sprak wanneer je kwestie met elkaar had V Jong vrouwtje„Ja, maar daar moesten we gauw mee ophouden. We merkten dat het ons Juist tijd genoeg gal om iets erg valsch te verminnen om te zeggen. inwin tof

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9