Alkmaarsche Courant.
't Mislukte complot.
J\Ceck ÓL Schoot
Provinciaal 'flieuws
JiecfUszaAeti
Honiert *ter en dertigste Jaargang.
DINSDAG 9 AUGUSTUS
ZU1DERZEESTEUNWET.
SCHAGEN.
AKERSLOOT
TEXEL.
WIERINGEN.
NOORDSCHARWOUDE.
STRANDFEEST TE CASTRICUM.
tfo. 186 !932
j—
De King-Sing", een oude vrachtboot, die
sedert "jaren dienst deed in de Chineesche
kustvaart lag zeevaardig voer de uitreis
naar ^moy. Aan boord bevonden zich buiten
de bemanning nog zestig Chineesche passa-
^Veèl omslag werd er voor deze passagiers
„jet gemaakt. Overdag hielden zij zich op
het voordek op en 's nachts betrokken zij in
het tusschendek een hoogst sobere legerstede.
Het uur van de afreis was aangebroken en
,„et] wachtte slechts nog op den inlandschen
'°°Kapitein Morris (hij, evenals de twee
stuurlui en de drie machinisten waren En
eischen) stond op de brug en keek neer op
let gekrioel der met elkaar snaterende passa
giers. Enkele der spleet-oogige zonen van
het Hemelsche Rijk hadden het zich alvast
"makkelijk gemaakt en gaven toe aan hun
gpeelw oede
Morris keerde zich misnoegd tot Neale,
den jongen, tweede-stuurman, die naast hem
over de verschansing hing: „Weer een ple
zierige bagage, die men ons op den hals
heeft geschovenik zal blij zijn als wij ze
w€er fatsoenlijk van boord hebben. De agent
heeft mij in het geheim nog gewaarschuwd
yoor den koopman Feng. Kijk die daar, aan
bakboord, die oude kerel met de witte baard
en knevel! Het moet een doortrapte schurk
zijn, maar tot dusver heeft men hem niets
[positiefs ten laste kunnen leggen. Hij was
als passagier aan böord van de „Tai-waü",
die door de piraten is leeggeplunderd; ook
iwas hij passagier op de „Knau-Yin", die
hetzelfde lot onderging. Het zou oók een toe
yal kunnen zijn, maar vertrouwen doe ik het
zaakje niet. Wij moeten dezen passagier da
nig in de gaten houden. Het is niet onmoge
lijk, dat er ook nu weer piraten onder de
passagiers zijn en Feng mee in het complot
is. Dat is zoo de oude truc van deze gele ke
rels. Wedden, dat ik er goed aan deed
om deze kerels man voor man te laten fouil-
leeren of ze wapens bij zich hebben?.... voor
zichtigheid is meer waard dan dapperheid
Morris liet hierop een kort lachje hooren,
terwijl hij meteen naar zijn heup-zak tastte
om zich opnieuw van de aanwezigheid van
zijn revolver te vergewissen.
„Er schijnt zich eenig verschil van mee
ning bij de spelers voor te doen", lachte
Neale, die voor het eerst de reis aan boord
der „King-Sing" meemaakte.
„Ik wou, dat ze elkaar de koppen in sloe
gen" antwoordde Morris minachtend. „Als
dat gebrul nog lang aanhoudt, laat ik een
voudig een waterstraal,op hen richten; niets
kalmeert de hartstochten zóó goed als koud
vvater".
Twee der Chineesche dobbelaars hadden
inderdaad ruzie gekregen en vochten hun
meeningsverschil met de vuisten uit.
Terwijl Morris en Neale met vermaak
naar de strijdenden stonden te kijken, speel
de zich achter hun rug een andere geschiede
nis af.
Een der Chineesche matrozen, die op het
voorschip met een en ander bezig scheen ge
weest, ging, zoodra het gekrakeel was uitge
barsten, naar het achterschip. Hij boog zich
breed uit over de reeling en riep een paar
woorden omlaag naar het water. Meteen
gleed onder de schaduw van het vooruit
springende dek, een boot langszijde van de
„King-Sing". De matroos wierp een touw
ladder over de reeling en liet hem tot bij
kans den waterspiegel omlaag.
Tien Chineezen klauterden met katachtige
behendigheid, de een na den ander aan dek,
alleen beide roeiers bleven in de boot en gle
den behoedzaam weg.
De matroos gaf zijn landslieden een teeken
hem te volgen. I Jlings volgden ze hem op de
hielen, als roofdieren, tot den spïong bereid.
In hun ruime blauwe jassen droegen ze
groote messen en bijlen.
De matroos had inmiddels aan een smalle
plaats het linnen overtrek van de eene red
aingsboot aan bakboord losgemaakt. Door
deze spleet wringen zich de zeeroovers de
boot in. Nauwelijks was de laatste verdwe
nen, of de matroos trok de banden weer toe,
zoodat het linnen opnieuw gladen stevig
over de boot gestrekt lag. Aangezien de boo
ten pas in den loop van den namiddag van
buiten en van binnen gereinigd waren, be
stond er voor de roovers geen gevaar, dat ze
in hun benauwde en donkere schuilplaats
zouden worden opgejaagd.
De matroos maakte nu van het achterdek
een onopvallend teeken naar den koopman
Feng. Feng zond een bevelend woord uit
naar de ruziemakers, waarop bijna direct de
strijd op hield.
„Zij hebben de huid al vol" lachte Mor
ris goedmoedig, terwijl hij zijn pijp stopte
„Hana! daar komt van daarginds al de
loods! des te beter, hoe eerder wij het anker
lichten, des te gauwer zijn wij deze bende
kwijt, wat ik voor onze veiligheid doen kon,
heb ik gedaan".
De stoomboot „King-Sing" had bijna For-
mosa bereikt. Nog in den loop van den vol
genden dag hoopte kapitein Morris de be
doelde haven te bereiken.
Een snikheete dag naderde zijn einde.
Morris zat met Charles Webster, den eersten
stuurman, in de salon. Tusschen beiden in
stond een flesch whisky.
Morris ontlokte aan zijn pijp dikke rook
wolken.
„Proost Webster!" lachte hij en hief zijn
glas op, „morgen hebben wij het klaarge
speeld..., er kan eigenlijk nu niets meer ge
beuren...; daarop willen wij er n°g eentje
drinken.... Als Feng iets in zijn schild zou
voeren, heb ik hem dat leelijk onmogelijk ge
maakt. Wat willen ze beginnen ook al
waren alle zestig zeeroovers? De mpsen
werden hun vóór de afreis afgenomen. Vanaf
het tusschendek leidt alléén maar een smalle
trap naar het boot-dek en de brug. Zoodra
wij bij de Chineezen iets verdachts opmerken,
behoeft zich één onzer maar met zijn revolver
hier boven aan de trap op te stellen, of de
heele bende is schaakmat gezet. Meer dan
één nersoon tegelijk kan de trap niet op,...
Neen, Webster, neen, wij komen er dit keer
goed af! prosit!"
Helder weerklonk de scheepsklok, die het
aflossen van de wacht aanduidde. Webster
ledigde zijn glas met één slok en kwam
eenigszins zwaar overeind. De broeiende hit
te lag hem als lood op zijn corpus.
„Ik moet Neale aflossen! Goeie nacht, ka
pitein."
„Goeie nacht Webster! Zend mij Neale.
De jongen moet ook een druppeltje meeproe-
ven".
Toen Webster op de brug trad, trof hij
den jongen tweede-stuurman in een bezorgde
stemming aan. De Straat-van-Formosa had
bij alle zeelui om haar stormen en het ge
vaarlijke vaarwater een slechte reputatie.
Neale was wat blij, toen de ervaren supe
rieur ter aflossing kwam opdagen. „De baro
meter daalt", zei hij dadelijk.
Webster wierp een blik op den horizon.
De zon zonk achter een rossigen sluier en in
de lucht lag iets adem-beklemmends. Ook
daalde, zooals de andere reeds had gemeld,
de barometer angstig snel.
„Is er wat op til?" meesmuilde Neale.
Webster knikte gereserveerd. „Dat kan soms
wonderlijk snel in deze oorden gebeuren., la
ten wij ons op alle mogelijke eventualiteiten
voorbereiden... Om te beginnen: zend de
passagiers direct allen naar het tusschendek
en laat de luiken goed afsluiten. Wij zijn ten
slotte verantwoordelijk, dat geen der koelie's
over boord wordt geslingerd... En één der
matrozen moet de reddingsbooten ter dege
aansnoeren. O ja dit moet ik nog zeggen,
kapitein Morris wou je gaarne even bij zich
zien... Kijk niet benauwd de oude is goed
geluimd, hoor, altijd, als de reis goed is
doorstaan; ga een whisky halen!"
Aan boord werden alle voorbereidingen ge
troffen om een mogelijken storm te trotsee
ren.
De matroos Li, die de blinde passagiers bij
de afvaart had verstopt en hen tijdens den
nacht onopvallend van water en brood had
voorzien, scharrelde zóó lang op het dek
rond totdat hij zich er alléén bevond. Hij
ging daarop naar de bevolkte bakboord-red
dingsboot en terwijl hij zich met het aan
sjorren der lussen bezighield, sprak hij half
luid de boot in: „De stuurman heeft gezegd,
dat wij morgen in Amoy zijn. Feng heeft be
volen, dat gij nog dezen nacht het schip in
bezit zult nemen. Tegen middernacht maak
ik de lussen los en laat je allen naar buiten
De eerste-stuurman heeft de passagiers in
het tusschen-dek doen insluiten, omdat er
storm wordt gevreesd. Wij hebben des te ge
makkelijker spel, want ze zullen zich vol
maakt veilig voelen aan bord".
„Wij zullen zacht als een schaduw over
de witte duivels vallen", klonk het uit de
boot terug.
Boven op de commandobrug stond Char
les Webster en neuriede een melancholiek
liedje.
De man bij bet roer, een oude Chinees
keek op naar zijn chef, met verwonderde
blik. Het was hem onbegrijpelijk, hoe deze
Europeaan nog zingen kon bij een dergelijke
hitte en met het dreigende vooruitzicht van
een storm.
Een hevige deining deed 't oude schip hef
tig slingeen. De drukkende stilte ging over
in een merkwaardig gesuis en gefluit.
Webster brak opeens zijn gezang af en
wierp opnieuw een blik op den barometer.
Nog steeds bleef deze vallen en, zoo niet alle
teekenen bedrogen, geraakte de stoomboot
in het gebied van den storm.
Een paar matrozen trokken ijlings de zeil
doek-kappen over de ventilatoren en verze
kerden de luikgaten.
Webster liep over de brug en wierp een
blik naar het midden- en over het achterdek.
Het kwam hem voor, alsof één der matrozen
onnoodig lang bij één der reddingsbooten
toeven bleef. Deze gele kerels hielden zich
met voorliefde 'steeds ver-af van het werk,
als men ze niet voortdurend1 op de vingers
keek
„Help bij het achterluik, gele hond!"
schreeuwde Webster en dreigde razend met
zijn vuist naar den Chinees.
Het was niet gewoonte aan boord om de
woorden op een weegschaaltje te leggen. De
matroos, het was Li, ging langzaam van de
boot weg. Webster kon door den afstand den
blik van haat niet opvangen, dien de gele ke
rel hem toewierp. Hij wendde nu zijn aan
dacht naar het voorschip; schreden achter
hem deden hem omzien. Kapitein Morris,
reeds in olie-jas kwam op de brug.
„Met den storm komen wij wel klaar", zei
Morris voorzichtig. „De „King-Sing" heeft
zich tot nu toe als zeewaardig bewezen. En
de Chineezen zitten goddank in het tusschen-
ruim gepakt. Zouden zij het toch probeeren
willen de luiken open te breken en ons te
overvallen volgens zijn meening de groot
ste waanzin, omdat ze ongewapend zijn
dan knallen wij ze neerIn ieder geval
dienen wij het voorschip scherp in het oog te
houden, want misschien hopen ze den chaos
tijdens den storm uit te buiten".
Webster knikte somber. Hij kende genoeg
voorvallen, waarbij de Europeesche bezet
ting der kustvaarders door de piraten zonder
pardon waen neer-gehouwen en hij was van
plan zijn leven zoo duur mogelijk te verkoo-
pen. Dat echter het gevaar hem in den rug
beloerde, drong niet tot hem door
Tegen middernacht had de storm zijn
'hoogtepunt bereikt. De boot stampte zwaar
en had reeds verschillehde brekers over zich
voelen gaan.
Morris en Webster stonden zwijgend op
hun post en staarden den nacht in. Slechts
droppelgewijze kwamen de woorden af en
toe van hunne lippen. Als nu en dan de
storm ven bedaarde, hoorde men het ge
schreeuw der angstige, ingesloten passa
giers.
„Dat beteekent nu ook juist geen pretje,
om in zoo'n benauwd gat te worden door-
één-gegooid" lachte Morris hard „Wan
neer het een of ander zou gebeuren, Webster,
met deze schuit en wij moesten in de booten
gaan, posteer jij je dan met Neale bij het luik
en zorg ervoor, dat slechts de een na den an
der aan dek en in de boot komt. Die kerels
zouden me het heele zaakje in het honderd
jagen!"
„Waarom zou alles zich niet goed hou
den gaf Webster ten antwoord„de schuit
heeft wel zwaarder zeeën beleefden is
er goed af gekomen.... Morgen is mijn
vrouw jarig, kapitein; als Neale mij om
twaalf uur aflost krabbel ik nog een paar
woorden, die ik in Amoy zal posten".
Morris lachte. „Ga dan naar den salon,
Webster, en drink een glas op het welzijn
van je vrouw en op de goede reis".
Vijftien minuten vóór middernacht.
Over het geheel verlaten dek sluipt de ma
troos Li naar bakboord, naar de reddings
boot, waar de zeeroovers verborgen wa
ren. Het schip helde plotseling sterk over en
bijna was hij van dek geslageneen vloek
ontglipte aan zijn lippen.
„Het is zoover! de kapitein en de „eer
ste" staan op de brug. Het is gemakkelijk
spelde „tweede slaapt; dien neem ik;
met de machinisten zullen wij weinig last
hebben", fluisterde hij in de boot, terwijl bij
met een mes de riemen doorsneed.
Op dit oogenblik toefde Webster in ge
dachten bij zijn vrouw en schreef zijn brief.
In dit moment bezwoer kapitein Morris,
dat het ditmaal inderdaad zij-n aller-laatste
reis zou zijn en dat hij eindelijk het onrusti-
geleven den rug zou keeren.
En tegelijk wentelde Neale zich in zijn
kooi rond. gepijnigd door een zwaren naren
droom.
En ook in dit zelfde moment sloeg vóór
de boeg van de „King-Sing-" een hemelhooge,
spookachtige, lichtende watermassa omhoog.
Met oorverdoovend geraas donderde een
enorme breker over het dek.
Een gekraak en gesplinter vage kreten
envan het voorschip worden de wrak
ken der beide bakboord-booten in de gruwe
lijke heksenketel der woedende, ziedende zee
•geslingerd.
Kapitein Morris kromp ineen. „Wat was
dat, Webster? Hoorde ik daar niet iets als
menschelijke kreten?"
Webster haalde de schouders op. „Het leek
mij ook even zoo toe Kan echter niet ge-
looven, dat één der matrozen of stokers zich
op het dek zou hebben gewaagdzal, als
Neale komt aflossen, de lieden laten monste
ren Iets aan dek is in ieder geval veron
gelukt Ik zal eens nakijken".
Eerst toen de morgen aanbrak, bedaarde
de storm en was het mogelijk na te gaan, boe
de zee had huisgehouden aan boord.
Van de beide bakboord-reddingsbooten
was geen spoor meer te zien. De zwaarte
van den breker had zelfs de ijzeren davinds
als lucifers geknakt.
„Natuurlijkheelemaal zonder tegen
spoed kan het niet afloopen", bromde kapi
tein Morris en monsterde kwaad het ver
woeste dek. „Hadden de booten het niet kun
nen houdenmaar niets wordt je nu
eenmaal gespaard".
Bij de monstering der manschappen ont
brak alléén maar de matroos Li.
„Door een stortzee over boord geslagen",
schreef Webster, die tijdens de citieke uren
de wacht had, in het scheepsjournaal in.
De heer B. J. van der Peet te Bever
wijk is te Utrecht geslaagd- voor het examen
m.o. Fransch A.
Het Kerkbestuur der Ned. Herv.
Gem. te Oterleek, besloot met algemeene
stemmen, dit jaar geen hoofdelijke om
slag te heffen.
Te Amsterdam zijn geslaagd voor de
acte nuttige handwerken de dames N. Serier
te Hoorn en P. G. Scholtz te Beverwijk,
Ds. Jellema te St. Pancras heeft het
beroep naar de herv. kerk te Woubrugge
aangenomen.
Voor het examen hoofdacte zijn te
Haarlem o.a. geslaagd de heeren K. Goos te
Winkel, A. Meuwsen te Den Helder en R.
Gaasterland te Andijk.
van de agenten voldoende het bewijs lever
den dat de automaat op Zondag was bege-
vuld. En dit achtte hij in strijd met de des-1
betreffende verordening en eischte 5 boete
subs. 5 dagen.
Tegen deze opvatting heeft mr. K.
Jansma in een breedvoerig juridisch betoog
de zijne gesteld.
In art. 3 van de winkelsluitingswet staat
dat deze wet niet van toepassing is op o.a.
apothekers, verkoop van dag- en weekbladen
en ook op de automaten. Zelfs in de Memorie
van Antwoord bij de behandeling van deze
wet in de Tweede Kamer, zoo zette mr. Jans
ma zijn verdediging kracht bij, is uitdrukke
lijk gezegd dat het geoorloofd zal zijn auto
maten te vullen op uren, waarop de winkels
gesloten moeten zijn.
De juridische schermutseling is geruimen
tijd voortgezet.
Het vonnis wordt schriftelijk gewezen op Za
terdag 20 Augustus.
POGING TOT DOODSLAG.
Voor het gerechtshof te 's-Hertogenbosch
hebben gistere nin hooger beroep terecht ge
staan de arbeiders J. en Ph. van B. uit Uden,
die tot een jaar en drie maanden en vijf
maanden gevangenisstraf waren veroor
deeld. Zij hadden op 20 Maart van dit jaar
hun oom mishandeld. E>e eerste was diens
woning binnengegaan en had met eerw met
hagel geladen geweer op zijn oom gescho
ten. De man werd getroffen, doch de wond
was niet doodelijk. Vend. beriep zich op
noodweer. De vader van den verdachte ver
klaarde, dat de oom een mes gegrepen had,
waarna J- v. B. het schot loste.
De advocaat-generaal achtte poging tot
doodslag bewezen en eischte een jaar en drie
maanden gevangenisstraf met aftTek van de
voorloopi-ge hechtenis. Tegen den broer van
den eersten verdachte, die zijn oom met een
schop zou ehbbtn geslagen luidde de eisch
oevestigng van. het vonnis.
Het Hof zhi 22 dezer arrest wijzen
BELEEDIGING VAN EEN BEVRIEND
STAATSHOOFD.
„Hindenburg een groot-moorde
naar", zei een Zaandamsche com
munist.
Voor de Haarlemsche rechtbank heeft gis
termiddag terecht gestaan het 31-jarige
communistische gemeenteraadslid van Zaan
dam, D. Makkinga, wien ten laste was ge
legd, dat hij op 27 Juli in een openlucht-
bijeenkomst den president van een bevrien-
den staat zou hebben beleedigd, door te zeg
gen: „De sociaal-democraten in Duitscn
land hebben meegewerkt aan de verkiezing
van den groot-moordenaar Von Hinden
burg".
Tevens was hem ten laste gelegd, dat hij
het plegen van een strafbaar feit zou heb
ben uitgelokt door zijn toehoorders uit te-noo-
digen deel te nemen aan een fietstocht op
fietsen zonder belastingplaatje. Verdachte
gaf toe, deze woorden gesproken te hebben
Hij verklaarde, dat hij niet den persoon van
Von Hindenburg had willen aantasten, doch
het systeem, dat deze vertegenwoordigde.
De eisch was één maand gevangenisstraf.
De uitspraak is bepaald op 16 Augustus
DE PREDIKANTSTRAKTEMENTEN.
Onderhandelingen tusschen de
organisaties van kerkvoogdijen.
Naar „De Stand." verneemt, is de oude
kwestie van de kerkvoogdijen, die weigeren
den aanslag van den Raad van Beheer te be
talen, zoowel om principeele als financieele
redenen, waardoor, gelijk bekend is, in tal
van Hervormde gemeenten het beroepings-
werk al jarenlang is stopgezet, in een nieuw
stadium getreden.
Naar aan het blad gemeld wordt, is de
Vereeniging van Protesteerende Kerkvoogdij
en in onderhandeling getreden met de groote
Vereeniging van Kerkvoogdijen, en is men
het er nu over eens geworden, dat het regle
ment op de predikantstraktementen ingrij
pend dient te worden gewijzigd. De thans
geldende regeling voldoet niemand, zoodat
de Synode alle kerkvoogdijen langzamer
hand tegen zich in het harnas gejaagd heeft.
Thans wordt nu tusschen deze twee vereeni-
gingen, die beide bijna 100 kerkvoogdijen
omvatten, onderhandeld om te komen tot een
gezamenlijk voorstel aan de Synode, dat een
aanmerkelijke verbetering zou brengen. Deze
besprekingen zullen nog wel geruimen tijd
vorderen.
MOGEN AUTOMATEN OP ZONDAG
GEVULD WORDEN?
Deze vraag is behandeld voor den Amster-
damschen plaatsvervangenden kantonrechter
mr. O. Schreuder.
Een winkelier uit de Kalverstraat had
blijkens de waarnemingen van twee politie
agenten op Zondag zijn automaten bijgevuld
De winkelier ontkende dit weliswaar, want
hij zou de automaten korten tijd hebben bin
nengehaald om een defect te herstellen, doch
dit zal weinig invloed hebben op de door
den kantonrechter te nemen beslissing. Ook
omdat de agenten zeer positief waren in hun
mededeeling dat de automaten vóór het de
fect ledig, en nadat dit heette hersteld te zijn
weer vol waren. Men had dit kunnen consta-
teeren door de ruitjes waarover de winke
lier papier heeft geplakt, zoodat niet meer
te zien is of er nog cigaretten in de automaat
zijn.
De ambtenaar van het O. M. mr. P.
s'Jacob, meende dat de getuigenverklaringen
De minister van waterstaat heeft benoemd
tot leden van de plaatselijke commissiën, als
bedoeld in art. 14, lid 1, van het Kon. besluit
van 18 December 1925 (St.bl. no. 475), in de
gemeenten
Wieringen, de heeren G. Dirks, B. Kat, K.
Keuris A.zn., S. de Vries P.zn. en J. de Wit,
en uit deze leden aangewezen als voorzitter
den heer S. de Vries P.zn. en als secretaris
den heer J. de Wit.
Enkhuizen, de heeren Jac. de Bruin, Klaas
Goos, J. Kofman, Jacob Lub en Chr. Roosen
daal, en uit deze ieden aangewezen als voor
zitter den heer Chr. Roosendaal en als se
cretaris den heer J. Kofman;
Medemblik, de heeren N. Th. Gieling, P.
Gorter, L. J. J. Heilema, P. Kooy en P. Snel
en uit deze leden aangewezen als voorzitter
den heer P. Kooy en als secretaris den heer
L. J. J. Heilema;
Hoorn, de heeren S. R. Doornbos, P. Ho-
man, P. Steenbok, A. Velthuis en W. Worms-
becher, en uit deze leden aangewezen als
voorzitter den heer P. Steenbok en als secre
taris den heer S. R. Doornbos;
Edam, de heeren B. Demmer, G. Dijk, Br.
Kwakman, Th. Molenaar en J. Steur, en uit
deze leden aangewezen als voorzitter den
heer B. Demmer en als secretaris den heer
G. Dijk.
De raad der gemeente Schagen keurde
met algemeene stemmen het ontwerp besluit
goed van B. en W. inzake tweede tweede uit-
keering rentelooze voorschotten ten behoeve
van den groven tuinbouw, zulks in verband
met het besluit der regeering een tweede be
drag van 700.000 beschikbaar te stellen op
voorwaarde, dat de betrokken gemeenten
wederom 300.000 bijdragen.
De heer Orsel stemde voor met protest in
verband* met de bepaling van den minister,
dat de arbeidsloonen van de arbeiders werk
zaam in de betrokke/i bedrijven teruggebracht
moeten worden van 1612.
Den 15 Aug. a.s. hoopt Pastoor Wils zift!
25-jarig priesterfeest te herdenken. Die dag
zal voorzeker niet onopgemerkt voorbijgaan.
De heer R. P. Keijser, wethouder dezeï
gemeente, heeft om gezondheidsredenen zijn
ontslag gevraagd als raadslid en wethouder.
De heer Keijser heeft bijna 10 jaren fn den
raad dezer gemeente zitting gehad, en werd
reeds bij zijn intrede in den raad tot wethou
der gekozen. Veel werk is gedurende dit tijd
vak door hem verricht in 't belang dezer ge
meente, al werd niet door alle ingezetenen
zijn voortvarende politiek goedgekeurd. Voor
al voor de electrificatie van Texel en voor de
verbetering van wegen en fietspaden over het
eiland heeft de aftredende zeer geijverd, geen
moeite was hem te veel, als iets volgens zijn
inziuht het belang van Texel gola. Reeds
eenigen tijd was de heer Keijser ongesteld, en
het heeft zijn werkzamen geest ongetwijfeld
groot leed gedaan, dat hij dit ontslag heeft
moeten nemen.
BOVENKARSPEL.
Door den tuinder J. K. werd een aardap
pel gerooid, die niet minder woog dan 254"
pond.
Ged. Staten van Noordholland hebben
aan armvoogden, beheerende de herv. of
geref. armenkassen op Wieringen, machtiging
verleend tot het geven van een reductie van
25 der landpachten over 1932. 87 huur
ders zullen hierdoor een pachtvermindering
genieten.
De kermis
Zondag, den eersten dag van de kermis,
was het naar omstandigheden nogal tamelijk
druk. In de verschillende gelegenheden werd
druk gedanst, terwijl ook op straat een gezel
lige drukte heerschte. Behoudens een vecht
partijtje op straat des nachts, verliep alles in
volmaakte orde.
Maandagmiddag werd in „Corcordia*
door den heer Hop een wedstrijd in prijsdan-
sen georganiseerd, waarvan de uitslag als
volgt is: le pr. P. Deutekom en J. v. d. Busse,
2de pr. mevr. Otto—Keeman en G. Hop, 3de
pr. A. Huigen en G. Kliffen, 4de pr. K. Lan-
gendijk en A. LangendijkSloove$, 5de pr.
N. Langendijk en M. Stam. Door 17 paren
werd aan dezen wedstrijd deelgenomen. De
prijzen bestonden uit kunstvoorwerpen.
Maandagavond werd door de tooneelver-
eeniging „Jong Leven" opgevoerd „Hoerah
't is een jongen" van Rrans Arnold en Ernst
Bach.
Men schrijft ons:
Zaterdag had weder het jaarlijksche
strandfeest plaats, thans onder bijzonder
gunstige weersomstandigheden. Ruim 500
kinderen namen er aan deel. Dat gaf reeds
tegen 1 uur in het dorp vrij wat drukte. In
7 autobussen had het vervoer naar het
strand plaats. Luid zingend en juichend
*erd de weg naar zee afgelegd. Daar aange
komen wérden de kinderen rondom het par
keerterrein in groepen volgens hun leeftijd
ingedeeld en omstreeks 2 uur met de muziek
van D. I. U. voorop een ommegang over het
terrein gehouden, de jongsten allen met
vlaggetjes, en daarna afgedaald naar het
strand.
Op een gegeven teeken wierpen allen zich
op het zand om met echte toewijding aan de
zandfiguren te werken. Gedurende 3 kwar
tier werd met ijver gewerkt en toen moest de
jury beoordeelen. Voorwaar geen gemakkelij
ke taak. De meesten toch hadden keurige
werkstukken geleverd, sommigen groote,
breed opgezette figuren, anderen kleinere,
maar niet minder goed uitgevoerd. De toege
kende cijfers waren dan ook nagenoeg allen
meer dan voldoende, enkele zelfs uitmuntend.
De winnaars, van iedere leeftijdsgroep 3 a 4,
ontvingen zeer fraaie prijzen.
Vervolgens werden leuke wedstrijden ge
houden, n.1. ezelprikken, balloopen, zakloo-
pen, -touwtrekken, hardloopen met hindernis
sen, mastklhnmen. Vooral voor de ouders en
belangstellenden, die in grooten getale aan
wezig waren, gaven deze spelletjes groot ver
maak. Ook aan deze wedstrijden waren
fraaie prijzen verbonden.
Vermelden we nog, dat de jongelui getrak
teerd werden op een krentenbroodje, een
korstje en een glas Ranja. Ten slotte bij het
eindigen van het feest, nog een aardige ver
rassing, toen iedere deelnemer en deelneem
ster een ijsco ontving.
NatuurlijTc zullen allen, die op een of an
dere wijze meegewerkt hebben, een groote
Oüde, vaderlijke vriend i „En, ftasbdn Jan en ft} dBttk
raad van me opgevolgd om tot tien te tellen voor Je sprak
wanneer je kwestie met elkaar had V
Jong vrouwtje„Ja, maar daar moesten we gauw mee
ophouden. We merkten dat het ons Juist tijd genoeg gal
om iets erg valsch te verminnen om te zeggen.
inwin tof