Tuimeltje en Kruimeltje in het Kabouterkind. i Stad at Omgeving- irniefdand Tot leden van de commissie van onderzoek voor de Gein. rekening, rekening Burgerl. Armbestuur en G. E. B. werden aangewezen de beeren Schut, Schouten en Blokker. Voorstel B. en W. om aan A. v. Duin een schadevergoeding toe te kennen van 35. Dit werd algemeen goedgevonden. Rondvraag. E? hee- Schouten: De zeilers loopen in badcostuum rond. Ik wensch, dat hierop wordt toegezien. De voorzitter: Maatregelen zullen genomen worden. (Een hoog gesloten jas met lange mouwen lijkt ons in deze tropische hitte de meest geschikte dracht voor zeilers, die Aker sloot bezoeken. Red. Alkm. Crt.) Verder vroeg spr. een gemeentebegrooting thuis te krijgen om er beter overzicht over te hebben. De voorzitter: Dat is een omvangrijk werk. Arbeidskrachten zijn er niet. Spr. achtte het beter dat de raad vooraf de gemeente begrooting gezamenlijk bespreekt, alvorens iie in de raadsvergadering wordt gebracht. Hierna sluiting. LANDDAO PERSONEEL IN RIJKSDIENST. Zaterdagmiddag had in het Heilooër- feosch, in het mooie gedeelte achter den Kat- tenberg, de landdag plaats vanwege de Cen trale van Personeel in Rijksdienst, waar d; heer F. Perdok Hzn., voorzitter der Cen trale, sprak over het „Rapport Weiter", de heer L. van Loo, voorzitter van „Onderling Belang" te Den Helder, optrad met het on derwerp „Wij neutralen" en de heer H. Groe- neveld, voorzitter van „Eendracht maakt Macht" het onderwerp „Waarheen?" be handelde. Een 800 personen waren tegen woordig, waarvan een 150-tal uit Den Haag en een 200 uit Den Helder. De oven gen kwamen uit verschillende plaatsen in Noord- en Zuidholland. Er was goede mu ziek, wat de gezelligheid verhoogde. Ver schillende vlaggen wapperden tusschen de hoornen. De heer A. B e r g s m a, voorzitter van de afdeeling Alkmaar, opende den landdag met een welkomstwoord aan alle aanwezi gen. Hij sprak zijn genoegen uit over de groote opkomst en wijdde eenige woorden aan het rapport-Weiter, dat een aanslag op het levenspeil der ambtenaren is en gaf het woord aan den eersten spreker, die met spontaan applaus werd begroet. Rede van den heer Perdok. In vroegere jaren zoo begon spr. hadden de Germanen de gewoonte, als zij elkander iets te zeggen hadden, om in de heilige bosschen in Kennemerland bijeen te komen en dah beloofden zij elkander bij te staan in den strijd tot elke vijand zou zijn overwonnen. Zooiets zal in onze dagen niet meer gebeuren, maar toch worden onze amb tenaren bedreigd en nu zijn wij bij elkander gekomen om elkander de hand te geven en het bestuur ter zijde te staan om te protestee ren tegen het rapport-Weiter. Wat is de oorzaak dat we hier zijn? vroeg spreker en hij antwoordde: De strijd In staat en gemeente. Nooit heeft de Germaan- sche eenheid bestaan. De politiek speelt eei: rol. 12 jaar lang is een lombard-politiek ge voerd. Toen in 1914 onze staat voor den oor log kwam te staan, had ons land een schuld van 1143 millioen gulden en na den oorlog was die schuld sterk gegroeid. Men gaf geen gehoor aan den raad om onzen finan- cieelen toestand nuchter te bekijken en de re geering nam geen voldoende maatregelen om de schuld te delgen. Zij deed een beroep alleen op de ambtenaren om 8)4 procent te geven van hun salaris. In 1920 kwam Colijn met het mes en men vroeg ons andermaal. Toen kwam minister de Geer tot de conclusie dat het zoo niet kon gaan. Door verhooging van de indirecte belasting van 45 op 54 pci. kwam er geld, waartoe echter ook de armste moest meebetalen, en ook werd de personee- le belasting verhoogd, maar de inkomsten belasting werd verlaagd en zoo bleven we nog zitten met een schuld van 2500 millioen gulden. Het was niet alleen de staat die er maar op los leefde, bij de gemeenten was het nog veel erger. Ze hadden toen 500 millioen eu thans 2200 millioen schuld. Nu komen ze zich verdedigen en verklaren ze dat de bezit tingen even groot zijn als de schuld. Maar dit is niet juist, want de waardevermindering is groot. Een schuldenlast op een bedrijf Is niet juist, wat spreker nader aantoonde. Zoo hebben we thans alles te zamen een schuld van 500 milliard. Dat beteekent dat we 200 millioen rente moeten opbrengen vóór we iets voor ons zelf hebben en dan komt daar nog de noodige aflossing bij. Dit betes kent dat de ongeveer acht millioen menschen in Nederland hoofd voor hoofd 30 moeten opbrengen. En dat, terwijl een noodoffer in de goede jaren gemakkelijk had kunnen wor den betaald, waardoor we de schuld hadden kunnen delgen. Met hare ondoordachte slecu- te financieele politiek weet de regeering geen raad meer. En nu wordt op het gemoed ge werkt. Vreemd doet het aan dat men zegt dat in de commissie-Welter geen politieke perso nen zaten. Neen, het waren geen politieke figuren, maar „krachtpatsers". In een ra diorede deed minister Ruijs eveneens een be roep op ons, maar wij denken er niet aan om er aan te voldoen, omdat we niet schuldig zijn aan de verkeerde politiek der regeering. Individueel zijn we verantwoordelijk doordat wij beseffen ons stembiljet verkeerd te hebben ingevuld, waardoor deze regeering ontstond Wij willen dus ons aandeel dragen in de eaneering onzer staats- en gemeentefinanciën, maar omdat we slechts één stembriefje heb ben kunnen inleveren, willen wij slechts per soonlijk offeren en niet tevens voor anderen. We dienen te kijken hoe onze positie is Spr. wist dat er gezinnen zijn waar het leed van den oorlog nog niet geleden is en hij zou den minster er op kunnen wijzen, dat de ministers hun woord hebben geschonden en hun beloften niet zijn nagekomen. In 1921 is eenigszins tegemoet gekomen aan onze salarissen, het bezoldigingsbesluit moest uitgevoerd worden. Wij hadden geen salaris zooals het moest zijn. De .-egeering erkende dat, er wïid ons van 6 tot 12 pet tekort gedaan. Als dit alles bekend was, zou men niet aan onze salarissen durven tornen. De bekende motie-Oud-Dresselhuys toonde het aan. Nog geen jaar later vroeg de Geer 83* pet. van de ambtenaren, ofschoon er ver schillenden onder hen zijn, die toen reeds veel te kort verdienden, wat spr. nader aantoonde. Een groot man kwam spr. zou zijn naam niet noemen - hij wou 20 pet. van ons afnemen. Minister Colijn kwam vertellen, dat Nederland 210 millioen salaris betaalde bui- ten de bedrijven om en hij voegde er aan toe, dat de Staat een doodarme werkgeefster was Een en ander is onwaarheid, zeide spreker, en in het z.g. Colijnsche huis wenschte men die fout niet te herstellen. Men geloofde hem en 23 millioen zijn ons afgenomen. Wij laten ons niet meer door deze regeering in de luren leggen. De minister kwam in een kerstrede vertellen (men moet het maar aandurven om dat aan honderd Kamerleden te vertellen) dat de salarislast ongeveer 177 millioen was en geen 210 millioen. Er was maar een slag naar geslagen. Zie hier de feiten, zei spr., feiten waarvan wij het leed moeten tor sen. En die last was slechts 142-millioen. Zoo stonden de zaken in 1928 toen het be zoldigingsbesluit moest worden herzien. Na ernstigen strijd mochten we ons bedrag met 7 millioen verhoogen. Volgens rapport no. 3 van econ. zaken was het welvaartspeil met 30 pCt. gestegen. En dat bedrag is nu door de malaise nog niet weg en pas als dat wel het geval is, zijn wij aan de beurt. Van ons salaris is reeds een kwart naar de maan. De heer Weiter zegt, dat het indexcijfer met 20 pCt. is gedaald. We zullen dat niet be strijden, doch als dit juist is, heeft iedere staatsburger daarvan de voordeden en niet wij alleen. Er is nog meer, n.1. de voorgenomen af vloeiing. Welk 'ri ziel moet er in de commissie Weiter hebben gehuisd toen zij tot dat voor stel kwam? vroeg spr. Gevoelt men dan niet wat er in ons trilt als er nog meer personen aan de armoede worden prijsgegeven? Met 643* pCt. wil men die menschen de wereld insturen. Wij zullen als Centrale, die aan stonds 17 jaar bestaat, elkander de hand rei ken en strijden voor hun rechten. Ik hoop, dat alle leden vrij van egoisme zullen zijn en met ons mee zullen vechten om het leed te voorko men dat boven hun hoofden hangt. (Ap plaus). In het rapport-Weiter wordt neergeschre ven dat we, alles bijeen genomen, een salaris last hebben van 256 millioen gulden. Dit is een groote leugen. De thesaurie-generaal is niet in staat om de kosten van eigen bureau te berekenen. De begrootingen lijken nergens op. 10 tot 12 pCt. zijn de salarisberekeningen er naast. Men weet aan het departement niet eens wat ons onderwijs kostDe regeering had ook daarvoor tal van millioenen te hoog geraamd. Daarop moeten we wijzen. Spr. zei zeer positief dat men op het bureau van sta tistiek kan weten, wat de 85.000 ambtenaren in ons land kostep, maar de regeering durft het niet te zeggen, want dan zou blijken, dat haar raming 36 millioen te hoog is. De groote toelage aan een paar dozijn amb tenaren van het departement van waterstaat in totaal 24.000 onderwierp spr. aan critiek en hij zei o.a. dat men nog geen 2400 be schikbaar wil stellen om recht te doen aan enkele ambtenaren van defensie, die hierop krachtens de salarisbepalingen nog steeds wachten. Nu moet er hulp komen. Wij willen een noodoffer geven, doch niet meer dan ons deel in de saneering in hei tekort. Het Nederland- sche volk kan ook thans nog genoeg bijeen brengen om de schulden te delgen. Vele mil lioenen liggen thans renteloos. Spr. weidde hierover uitvoerig uit. Onze financieele posi tie is niet zoo slecht als men het voorstelt, zei hij. De regeering moet ons helpen en de kaar ten open op tafel leggen. Als wij in het G.O. die 220 millioen, die volgens den minister aan de ambtenaren worden betaald, redelijk zou den mogen verdeelen, zoudt gij uw 33* pCt. dubbel en dwars terug krijgen. (Applaus). Gij moet evenwel achter onze eischen gaan staan en ons beloven ons te steunen. Door te gaan staan en door hun applaus toonden de aanwe zigen hun bereidwilligheid daartoe. Wij neutralen. Volgende spreker was de heer L. van Loo, met het onderwerp: „Wij neutralen". In deze tijden, zoo ving spr. aan, is het zeer moeilijk om niet in gedrukte stemming te ver- keeren. Er is een strijd om te behouden wat we hebben. De commissie-Welter wil ons te rugvoeren naar den ouden tijd. Het rapport wil speciaal de kleine salarissen treffen, en dat terwijl op ons personeel al zooveel ader latingen zijn toegepast, dat het ons wee om het hart wordt. In het rapport wordt de afvloeiing als de gewoonste zaak van de wereld beschouwd, terwijl, als men hierover even denkt blijkt, dat men daardoor aan den honger wordt prijs ge- feven. Wij zoogenaamde neutralen wórden espot door onze collega's, die in de vrije be drijven werken. De z.g.n. modernen durfden op een congres in Arnhem te verklaren, dat wij, menschen in overheidsdienst, een veer moeten laten. Spr. begreep niet hoe men dat durfde zeggen. In Den Helder is er ook een demonstratie fehouden, waaraan geen 10 pCt. van het mo- ern georganiseerde overheidspersoneel deel nam, omdat de menschen niet durfden. Wij, zei spr., wij vechten voor onze levenseischei) en waken voor de belangen van hen, die in 's rijks dienst staan. Spr. onderwierp het rapport-Weiter aan scherpe critiek en verzekerde dat het een aan val is op het levenspeil van de reeds minder gesitueerden. Wij hebben daarvoor te waken, zei spr., en moeten zorgen, dat het niet doorgaat, dat men ons brengt in de krotten en tot het pauperisme dcet terug va'len Maak onze collega's wakkei en zeg hen, dat ze ver- keerd geoi ganiseerd zijn. Dat er zoovele orga- r.'s&ties zijn moet leiden tot steeds giooter verueeldheiJ, terwijl toch in de eenheid onze kracht ligt. Wij neutralen durven ie zeggen w.-ar het i-p staat en hei kind bij zijn naam le ncemen. Steunt uw centrale en versterkt onz«. gelederen. (Applaus.) Laat men niet d-mker. dat c coram <.sli. Weiter een wassen neus is, de namen harer leden zijn borg dat we niets van haar hebben te wachten. Tot elke politieke partij zeide spr onze belangen zijn één en in de eenheid, wars van alle partijpolitiek, ligt onze kracht. Spr. wekte de aanwezigen krachtig op tot eensge zindheid. Helpt uw bestuur in den komenden strijd, kent uw plicht om de aftakeling van on ze loonen tegen te houden. Brengt uw verzet tegen het rapport in practijk. (Applaus.) Het woord aan den heer H. neveld; onderwerp.' „Waarheen? Spr. stelde de vraag: Waar gaan we heen, als we het rapport-Welter zien? De regeering zwijgt en gaat ondergrondsch haar verme iend werk doen. De Nederlandsche regeering is de hoofd schuldige, als wij worden geslachtofferd. We hebben dit reeds van 1918 af gezien. Maai thans verzetten wij ons. Bedenkt daarbij, dat wij in dezen als één man moeten strijden. On ze vlagy-het symbool der eenheid, moet wap peren om het rapport-Welter te vermorzelen en dat kan, indien onze voorstellen in de Cen trale uitgewerkt, worden aanvaard. Achter de wolken schijnt de zon en als on ze centrale sterk is, zal de zon voor ons schij nen. Maar als het rapport-Welter wordt uit gevoerd zoo zucht men. Spr. zei hierte gen overtuigd: och, vrienden, dat zal niet ge beuren als we maar één blijven in de Centra le! Onze Centrale is sterk en uwe belangen zijn bij ons veilig. (Applaus.) Na een kort woord van dank voor de be toonde medewerking door de opkomst, volgde sluiting. ONEERLIJKE CONCURRENTIE. In de laatste zittingen van den Midden- standsraad zijn onderwerpen als uitverkoo- pen, cadeaustelsel en verkoop van tabakswa ren beneden banderolleprijzen uitvoerig be sproken. Een commissie uit den raad had geconclu deerd, dat het euvel der uitverkoopen niet op zich zelf tot onderwerp van een wetelijke regeling moet worden gemaakt. Men moest er h.i. de voorkeur aan geven het vraagstuk der oneerlijke concurrentie in zijn geheel, derhalve met het cadeaustelsel en andere misbruiken gezamelijk te regelen. Hoewel principiëel gevoelende voor de wen- schelijkheid eener zoodanige algemeene rege ling van een en ander, was de raad van oor deel, dat deze dan een spoedige oplossing van het vraagstuk der uitverkoopen in den weg zou staan. Mitsdien werd het onderhavige vraagstuk opnieuw naar de commissie verwezen, welke vervolgens eenige richtlijnen voor een wet telijke regeling opstelde. Belasting op verkoop beneden- banderolie-prijzen. Inzake den verkoop van tabaswaren be neden banderollle-prijzen zal men in een vol gende vergadering van den raad de vraag onder het oog zien, in hoeverre wellicht de gewenschte oplossing zou kunnen bieden. Cadeaustelsel Een commissie uit den raad, ingesteld om rapport uit te brengen over bestrijding van het cadeaustelsel, gaf de voorkeur aan een proef met het Duitsche stelsel, ozoals dat in de Maart j.1. afgekondigde noodverordening is belichaamd en derhalve als voldoende be kend mag worden verondersteld. Mocht af doende bestrijding langs dezen weg onmoge lijk blijken, dan biedt het Duitsche stelsel eventueel gelegenheid tot verscherping. Wat betreft de sanctie op de voor te schrij ven bepalingen, zou de commissie het recht willen geveni aan ieder, die waren of pres taties van denzelfden of verwanten aard als •het verkochte artikel of toegift fabriceert of in het verkeer brengt, zoomede aan bonden en vereenigingen ter bevordering van han del en nijverheid tegen hém, die met de wet in strijd handelt, een vordering in te stellen tot het nalaten hiervan, eveneens indien door den bediende van den koopman of diens agent in strijd met de wet wordt gehandeld. Een dergelijke vordering zou waarscbijnliik in kort geding kunnen wo dei behandeld. Het voo*deel biervan is, da': de vordering terstond kan worden ingestvd en men dus niet afhankelijk is van de bereidheid van het O.M., een strafvervolging in te stellen. In strijd handelen met de wet, zal zeker ook schadelijk ziin vooi den concurrent van den overtreder, zoodat een eventueel schade bedrag na de uitspraak zal kunnen worden gevorderd bij kantonrechte! of rechtbank. Daarnaast ware het recht te geven, een klacht in te dienen bij het O M., hetwelk dan ook de toepassing van de in de wet op te nemen strafbepaling zou kunnen bevorderen. Het rapport der commissie gaf tot een uit voerige gedachtenwisseling in den raad aan leiding. Deze concentreerde zich op de vraag of ten deze een civiele dan wel een strafrech telijke procedure de voorkeur verdient. Of men de eene dan wel de andere proce dure wenscht, zal mede afhankelijk zijn van het gezichtspunt van waaruit men de bestrij ding van het cadeaustelsel wenschelijk acht Verwerping van het stelsel uit hoofde van sociaal-ethische motieven zal tot gevolg heb ben. dat men den nadruk legt op de straf rechtelijke sanctie. Beziet men echter de zaak vanuit het gezichtspunt van een bescherming van den bonafide handel, dan zal een civiele procedure in het algemeen voldoende kunnen zijn. De raad achtte echter zoowel den eenen als den anderen grond voor bestrijding van het cadeaustelsel aanwezig. Dientengevolge sprak de raad zich in meer derheid uit voor het door de commissie aan bevolen stelsel dat, den nadruk leggend op de civielrechtelijke procedure, tevens de mo gelijkheid van strafvervolging opent. Uitvoerig werd voorts van gedachten ge wisseld over de détails eener eventueele wet telijke regeling alsmede over de vraag, welke cadeaux als geoorloofd kunnen worden toe gelaten. Aan de commissie werd opgedragen, reke ning houdende met de in den raad gemaakte opmerkingen, ter acte nader te rapporteeren. DE WERKING DER CRISIS-ZUIVELWET. De heer Van der Meer, directeur van „Excelsior", schrijft ons: We kunnen thans de Regeeringstoeslag in begrepen uitbetalen 1 per K.G. wet, over eenkomende bij een gemiddeld vetgehalte van 3.15 pCt. met een melkprijs van 3.15 ets. per K.G. is 3.25 ets. per Liter plus de wei, dus de prijs is ongeveer 33* ets. per Liter melk, alles inbegrepen. Levendig kunnen we ons voorstellen, dat onze boeren teleurgesteld zijn, omdat de door den minister in uitzicht gestelde richtprijs van 5 ets. bij iange na niet bereikt wordt. Aan den anderen kant moet men echter niet uit het oog verliezen, dat zonder regeeringsmaatregelen de melkjïriis nog aanmerkelijk lager zou zijn. Om U een en ander duidelijk te maken, achtte ons Bestuur het gewenscht de volgende ver gelijkende berekeningen aan onze circulaire toe te voegen. Bij deze berekeningen nemen we aan, dat uit 100 K G. melk met 3 pCt. vet geprodu ceerd worden 8 K.G. marktrijpe kaas en 1 K.G. boter, dat aan onkosten wordt afge houden 1.25 per 100 K.G. melk en dat de kaasprijs 18 j>er 50 K.G. is. Zonder regeeringsmaatregelen is dan de berekening als volgt: 8 K.G. kaas a 36 ets. is 288 1 K.G. boter 80 ets. is t 0 80 Brutoprijs 3.68 Af voor onkosten i 1.25 Nettoprijs t 2.43 Met regeeringsmaatregelen is echter de be rekening als volgt: 8 K.G. kaas a 36 ets. is 2.88 1 K.G. boter 1.10 is s 1.10 Toeslag over 8 K G. kaas a 4.58 per K G. is i 0 37 Brulcprijs 4.35 Het verschil is dus 67 ets. per 100 K.G. melk. Toelichting: De boterprijs op de wereld markt is ongeveer 80 ets. per K.G. (19/8 was ze 76 ets dus we kunnen gerust aannemen, dat de groothandelprijs in het binnenland ook niet hooger zou zijn Door de regeerings- bemoeiïngen is deze prijs om de 1.30 per K.G. Op de boter zal worden bijbetaald 35 ets. per K.G.., daartegenover moeten we per K.G. boter afdragen 55 ets zoodat we van den gemaakten prijs van 1.30 20 ets. aan het crisiszuivelfonds moeten afstaan en dus in ons voorbeeld we ook niet berekenen mogen 1.30, maar 20 ets. minder, dus 1.10 (zie berekening). Ook het in de kaas aanwezige vet wordt aan de eene kant belast, aan de andere kant wordt ook daarover toeslag gegeven met als slotresultaat, dat bij een heffing van 55 ets. per K.G. boter we per K.G. kaas 4.58 ets. meer ontvangen dan wij betalen (zie bereke ning). LOONSVERLAGING IN DE BOUW BEDRIJVEN. De regeering wenscht een verlaging van 15 pet. Naar verluidt, zou mr. dr. Frederiks, als vertegenwoordiger van den minister in de conferentie op het departement met afgevaar digden van patroons- en arbeidersbonden uit de bouwnijverheid, als het standpunt der regeering hebben medegedeeld, dat een loons verlaging van 15 pet. in de bouwbedrijven noodzakelijk is. Alleen op die voorwaarde zou de regeering bereid zijn den gevraagden steun aan de bouwnijverheid te verkenen. SPOORWEGPERSONEEL. Het conflict in den Personeel raad. Naar aanleiding van het conflict in den Personeelraad tusschen den voorzitter van den Raad, den heer P. Moltmaker en het hoofdbestuur van den B.A.N.S. met als ge volg, dat de voorzitter zijn functie neerlegde, terwijl hij een door het hoofdbestuur van den B.A.N.S. gepubliceerde verontschuldiging on voldoende achtte, om zijn aftreden ongedaan te maken, zal bedoeld hoofdbestuur thans de volgende verklaring publiceeren: „Na bespreking in hoofdbestuursvergade ring is met algemeene stemmen vastgesteld dat met de mededeeling in het tweede extra nummer bedoeld wordt elke persoonlijke be- leediging van den voorzitter van den Perso- nee! raad te niet te doen". Het op 8 en 9 September a.s. te houden congres van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel zal thans te beslissen hebben of de heer Moltmaker weder als voor- zitter van den Personeelraad zal optreden. LOONSVERLAGING STAATSBOSCH BEHEER. Geen overeenstemming in het geor ganiseerd overleg. In de dezer dagen gehouden vergadering der bijzondere commissie voor georganiseerd overleg in zaken, rakende de arbeiders bij het staatsboschbeheer, is besproken het voorstel van de directie in zake loonsverlaging, zulks in verband met de verlaging, welke de loonen in het vrije bedrijf in de streken, waar het staatsboschbeheer werkzaam is, in het alge meen hebben ondergaan, ten gevolge waar van het noodzakelijk wordt geacht de loonen van de arbeiders bij dit beheer door een alge. meene verlaging daarmede meer in overeen stemming te brengen. Tot een eenstemmig advies is het niet ge- komen, aangezien de vertegenwoordigers van de vakorganisaties op principieele gronden hun stem aan het voorstel meenden te moeten onthouden, en wel ten eerste, omdat zij de regeling van de loonen der arbeiders van het staatsboschbeheer, waarbij niet met de loonen van het overige Rijkspersoneel, maar met den plaatselijken loonstandaard rekening wordt gehouden, niet juist achten en voorts omdat zij de ontworpen loonen onvoldoende achten om den arbeiders een behoorlijk bfr staan te verschaffen. DE DREIGENDE OPHEFFING VAN DE VROEDVROUWENSCHOOL TE AMSTERDAM. Verschillende bonden van allerlei kleur dringen aan op behoud. De Amst. Bestuurdersbond, Plaatselijk Arbeidssecretariaat, Amst. ChrisL Besturen bond, R.K. Volksbond, Bestuurdersbond Am sterdam en Syndicalistisch Arbeidsssecreta- riaat, hebben aan den voorzitter van den raad van ministers een adres gezonden, waarin zij zeggen met groote ontroering, enkelen met instemming kennis te hebben genomen van het voornemen, om de Rijks-Kweekschool voor Vroedvrouwen in de Camperstraat op te heffen. Dezer zeer nuttige instelling, de beste en goedkoopste, die in Nederland bestaat, die het algemeen vertrouwen en de algemeene toe wijding van alle kringen uit de bevolking ge niet, die een stuk sociaal-hygiënisch Teven vertegenwoordigt, dat tot zegen strekt voor vele kleine middenstanders, en ver buiten Amsterdam en zelfs in het land de aandacht trekt, zou om bezuiniging van enkele duizen den guldens moeten verdwijnen? vragen adressanten. Maar ook buiten Amsterdam zullen de gevolgen zich doen gelden. In de groote steden is het beste Ieermate- riaal voor opleiding en deze komt ook de bur gerij buiten Amsterdam ten goede. Daarom dringen adressanten er met klem op aan dezen voorgenomen maatregelen, die zeker heftige beroering in Amsterdam zou verwekken, niet uit te voeren. DE GEMEENTEBEGROOTING VAN AMSTERDAM VOOR 1933. Belastingverhooging voorgesteld. Een minderheid van B. en W. wil liever salarisverlaging. Het eindcijfer van de gemeentebegrooting voor Amsterdam voor 1933 beloopt 114.516.085 tegen een eindcijfer der vast gestelde begrooting voor '32 v. f 118.042.588 De begrooting 1933 is dus lager 3.526.503. Die verlaging drukt zich in vrijwel alle posten der begrooting, ook in de subsidiën uit. Behalve door de raming van verschillende uitgaven werd het sluitend maken van de be grooting zeer bemoeilijkt door de lagere raming van sommige inkomsten. De voor naamste hiervan zijn de ontvangsten uit vroe gere diensten, waarvoor 2.369.000 minder moest worden geraamd, en de ontvangsten uit belastingen, die aanvankelijk 2.465.000 lager waren gesteld. In het geheel moest dus worden voorzien in een bedrag van 7.983.000. Voor onvoorziene uitgaven is geraamd 413.219, d.i. 140.592 lager dan voor 1932. Om de begrooting te doen sluiten hebben B. en W. zich genoodzaakt gezien, bij de raming van de opcenten op de fondsbelasting voor het jaar 1933/34 rekening te houden met een heffing van 80 opeenten in plaats van 74, zooals nu en met een verhooging van de op centen op de personeele belasting van 60 120 tot 70-140. s Een minderheid in het college acht deze verhoogingen niet redelijk zoolang de arbeids voorwaarden van het personeel in dienst der gemeente ongewijzigd blijven. S'' een Sroot ,lult boom È«komen, hielden de wurmen »tiL De wurmen hadden nu het grootste woord. Je moet de boom recht zetten, commandeerden ze en de kaboutertjes de- den zulke. De wurmen zagen zwijgen dtoe en toen de boom heel stevig stond, waren ze tevreden. Dat moet ons huis wor den, begon de wurmencommandant. Jullie zijn nog niet klaar. Nu moeten er gaten In gemaakt worden. En toen ze dat hoor den, trokken de kaboutertjes een bedenkelijk gezicht 114. Maar daar de wurmen hen geholpen hadden, zouden ze er maar niet» van zeggen. Ze boorden gaten in den boom. Jongen vlaggetjes op, Tuimeltje moest een bord schrijven „Te» huis voor werkende wurmen en nu pas waren de dieren te vreden. Nou kunnen we daar fijn in wonen, zeiden de wurmen en ze dankten de kaboutertjes voor hun hulp*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 6