DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN,
Vóór het bijeenkomen
van den nieuwen Rijksdag.
tDayeliiksch Ovevücht
^Buitenland
No. 203
maandag 29 Augustus 1932 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
134e Jaargang
Het economische program van de rijhsregeering.
Principieete overeenstemming tusschen de nat.-
soc. en hei Centrum?
Radiorede van Von Papen.
OURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
'ranco door het geheele Rijk 2.50.
L.osse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
HI'H Hl" I 'Mij
Oil nammei bestaat alt 2 bladen.
Het Duitsche rijkskabinet heeft Zaterdag
middag het economisch program definitief
aangenomen.
Ter bijeenkomst van de Westfaalsche Boe-
remvreeniging in Munster heeft rijkskanse
lier von Papen dit program ontwikkeld in een
redevoering, die over alle Duitsche zenders
uitgezonden is. De rijkskanselier zette het
vo gende uiteen:
De taak der regeering, die onder mijn lei
ding staat is niet beperkt tot economisch of
politiek detailwerk. Wij willen de basis
leggen voor een nieüwen opbouw van den
Duiischen staat. In verband daarmede wil ik,
alvorens in te gaan op de afzonderlijke taken
van den huldigen dag, eenige woonden zeg
gen over de principes van een nieuwe staats
leiding. Gij, de Westfaalsche hoeren en ik,
wij zijn geen revolutionnairen en wij zijn
niet reactionnair. Wij voelen ons innerlijk
gebonden aan bodem en vaderland. Wij weten,
dat de mensch de uiteindelijke dingen dezer
wereld niet kan onderwerpen aan de eigen in-
itellectueeie beslissing en dit ook niet mag.
Wij erkennen veeleer, dat wij dienende leden
zijn in een door God gegeven orde. Dat
noem ik conservatieve levenshouding. Een
dergelijke wereldopvatting berust in het ge
loof aan God. De zorg voor een Christelijke
opvoeding in huisgezin en school moet der
halve aan den aanvang staan van iedere
staatspolitiek, want daaruit ontwikkelt zich
het verantwoordelijkheidsbewustzijn van den
enkeling tegenovsr het geheel. De conser
vatieve mensch onderwerpt zich geloovig aan
de blijvende ordeningen van het natuurlijke
zijn, gelijk deze gegeven zijn in gezin, in volk
en in staat. Cultuur en economie staan voor
hem als het ware onder de eeuwige wetten
van den plicht van den enkeling tegenover het
geheel. Eigendom verplicht 'hem evenzeer tot
den dienst van het geheel van het volk als een
functie in het openbare leven.
Huishouden, zij het in particuliere, zij het
in openbare verantwoordelijke positie, mag
daarom niet den eigenbaat, maar moet het
nut van het algemeen dienen.
Conservatieve wereldopvatting eischt een
staatsmacht, die op gezag gegrondvest is.
Deze moet krachtig en onafhankelijk zijn, op
dat van haar rechtvaardigheid kan uitgaan en
alle ordeningen van de maatschappijen, de
autonomie en de economie een vasten steun
in haar kunnen vinden.
Deze mag geen speelbal zijn van den
strijd der maatschappij, noch voor de partijen,
noch voor afzonderlijke groepen en iedere
stap, die wij bij het nastreven van een waar
achtig onafhankelijke, aan den dienst van het
volk gewijde staatsleiding kunnen doen, is een
vervulling van het ideaal van een staats
leiding, berustende op autoriteit en gerechtig
heid.
Deze principes van christelijk-conservatieve
wereldopvatting, welke tegelijk de principes
zijn en moeten zijn van ons staatswezen,
moeten duidelijker naar voren gebracht
worden, aangezien zij tegenwoordig ten
zeerste in gevaar worden gebracht Op de
vonnissen van Ohlau en Beuthen is van rechts
en links een storm gevolgd tegen de gelijk
matige handhaving van het recht. Beide par
tijen venangen den politieken tegenstander
buiten de volksgemeenschap en buiten het
recht te plaatsen. In den politieken strijd
moet doodslag en wraak veroorloofd, de te
genstander vogelvrij worden. Objectiviteit
geldt als minderwaardig. Tegen een dergelijke
verwildering van de politieke moraal op te
treden is de plicht van het staatsgezag. Ik ken
geen recht, dat slechts het strijdmiddel van
een klasse of een partij is. Dat is een marxis
tische opvatting, die Ik afwijs. Ook wanneer
zij wordt uitgesproken door de nationaal-
socialisten. Want zij slaat iedere Duitsche en
Christelijke rechtsopvatting in het gelaat. Ik
belijd het geloof in oude rechtsvormen, waar
uit de oude Pruisische stelling is geboren:
Ieder het zijne.
Ik zeg tevens, dat ik zoo noodig de erken
ning van gelijk recht voor alle Duitschers af
dwingen zal. Ik ben vast besloten den aan-
laaenden gloed van den burgeroorlog uit te
trappen en een einde te maken aan den toe-
stanr van politieke onlusten en politieke ge
welddaden, die thans nog zoo'n grooten hin
derpaal vormen voor positief werk, waarin de
eigenlijke taak van de rijksregeering ligt.
Thans kom ik tot de practische problemen
9a n den dag, die gesteld worden door den
ontzaggelijken nood van het vacerland, den
ho©4 die ook de Duitsche boeren in de eerste
plaats zoo hard voelen. Natuurlijk zal de re
geering den landbouw, die de bron vormt,
waarin de natie steeds opnieuw zich moreel
en economisch moet verjongen, met alle
krachten helpen.
De rijkskanselier verklaarde vervolgens,
dat de grondslagen der voeding in het bin
nenland veilig moeten worden gesteld.
Ik kan, zoo vervolgde Von Papen, echter de
verzekering geven, dat de regeering princi
pieel de noodzakelijkheid erkent van een
verdere regeling met mate van den invoer en
dat zij desbetreffende besluiten genomen
heeft. Voor den gedwongen toestand, waar
uit deze maatregel is ontstaan, zullen binnen-
en buitenland begrip hebben. Want het is
immers niet juist, dat onze huidige toestand
alleen veroorzaakt is xioor een verkeerde
Duitsche economische politiek. In Duitsch-
land is de crisis, die de geheele wereld ge
teisterd heeft, als gevolg van zijn oorlogs
verliezen en van de ontzaggelijke herstel
betalingen veel vroeger uitgebroken.
Wanneer wij thans den groudwlag willen
leggen voor een wederopbouw van onze
economie, moeten wij dit volgens de volgen
de principes doen: Onze valuta mag niet in
gevaar worden gebracht. Wij willen ook geen
waardevermindering van de Duitsche Mark.
Ook het particulier initiatief zal niet wor
den aangetast.
De versterking der persoonlijke energie en
de ontwikkeling der persoonlijke capaciteit,
de verhooging van het gevoel van eigen ver
antwoordelijkheid, dat zijn de geestelijke mid
delen, waarmede de particuliere economie
ook in de toekomst in staat moet zijn de
menschelijke behoeften beter en misschien
goedkooper dan ieder ander economisch
systeem, dat ons aanbevolen wordt, te be
vredigen. Op grond van deze overtuiging
weigert de rijksregeering dientengevolge
ieder ingrijpen in het particuliere bedrijfs
leven.
En thans het plan zelf, dat ten grondslag
ligt aan de maatregelen, die de rijksregeering
den rijkspresident binnen enkele dagen zal
voorstellen. Duitschlands centrale probleem
is de werkeloosheid. De intensieve bewerking
van dit probleem in de laatste jaren heeft ge
toond, dat noodwerk en onmiddellijke werk
verschaffing uit belastingmiddelen de werke
loosheid tot dusverre niet hebben kunnen over
winnen. De rijksregeering laat vanzelf
sprekend de reeds ingeleide maatregelen tot
werkverschaffing niet uit het oog. Zulke
noodmaatregelen zijn reeds aan den gang,
b.v. op het gebied van wegenbouw, water-
verzorging, huizenverbetering. In totaal
zijn voor deze doeleinden tot dusverre 135
millioen ter beschikking gesteld. De rijks
regeering heeft besloten ook andere arbeids
gebieden op deze wijze te bewerken. Zij han
delt daarbij in volkomen overeenstemming
met de rijksbank. De vrijwillige arbeidsdienst
waartoe spoedig 200.C00 jeugdigen zullen
behooren, groeit van zelf. Een bewijs voor
de wervende kracht die daarin huist. Boven
dien zijn plannen gemaakt voor dergelijke
werkverschaffingsmaatregelen op het gebied
van landbouwkolonisatie, kleine kolonisatie n
de voorsteden, woningbouw en huizenver
betering.
Hier is er in het bijzonder aan gedaoht
den bouw van eigen huizen met de nog
voorhanden credietmogelijkheden te bevor
deren. Toch zijn wij ons volkomen bewust,
dat het nooit zal lukken langs dezen weg
alften de gewenschte mate van werkeloos
heidsvermindering te bereiken. De regeering
heeft daarom besloten in groot kader de
poging te doen door een tot leven roepen
van het particuliere bedrijfsleven te geraken
tot het te werk stellen van nieuwe werk
krachten en het verminderen van het aantal
werkloozen.
Allereerst moet Duitschlands geheele
productieapparaat in staat worden ge
bracht om aan dit tot leven brengen deel
te nemen. Thans is de toestand van vele
onzer productiewerkplaatsen zoo slecht,
dat volledig verval dreigt.
De inzet, die voor dit doel gedaan
moet worden, moet voldoende groot ge
kozen worden, "opdat de bedoelde wer
king intreedt. Deze inzet zal een bedrag
vau meer dan 8 nilliard Mark bedragen
en wel behalve die sommen, die voor
werkverschaffing e. d. zijn uitgetrokken.
De onderhandelingen over de uitvoering
van dit program en détail en zijn finan-
cieringn zijn reeds ver gevorderd. In 't
bijzonder heeft ook de riiksbank haar
medewerking toegezegd waarbij het wat
de geldverschaffing betreft niet gaat om
een belasting van de circulatiebank met
groote bedragen, maar in wezen om het
aantrekken van de in het bedrijfsleven
toch reeds voorhanden maar op het
oogenblik niet voor arbeid uitgebuite
liquiditeit op den hiervoor thans reeds
gegeven weg. De gedachte dit bedrag bij
een te brengen door middel van een ge
dwongen leening hebben wij afgewezen.
Bedragen tot zulk een hoogte zou het
Duitsche bedrijfsleven, ook wanneer de
betaling over een langen tijd zou worden
verdeeld, niet kunnen opbrengen. Dat
zou ook in tegenspraak zijn met mijn
regeeringsverklaiiing, waarin ik zeide
geen nieuwe lasten meer te zullen bren
gen. In plaats daarvan zijn wij voorne
mens den volgenden weg te bewandelen:
Er zullen voor, deels "bijzonder de pro
ductie remmende belastingen, zooals
b.v. omzetbelasting, grondbelasting,
etc., overigens zonder benadeeling van
de begrootingen der landen en Ier ge
meenten belastingreQu's worden uitge
geven waarop in de begrootingsjaren
1934 tot 1938 alle rijksbelastingen
met uisluiting van douanerechten
en verbruiksbelastingen kunnen wor
den betaald. Het zal hier gaan om
een bedrag van ongeveer 1H milli-
ard. Deze biljetten zullen een agio
krijgen, waardoor zij dus het ka
rakter zullen dragen van een leening
aan het rijk. Op deze wijze zal het mo
gelijk zijn deze biljetten onmiddellijk als
credietmiddelen te gebruiken. Zij zullen
derhalve een grondslag vormen voor het
aanvangen en uitvoeren van nieuwe of
tot dusverre uitgestelde werken, waar
voor, zooals ik het noemde, een opge
stuwde behoefte bestaat en waardoor de
mogelijkheid ontstaat nieuwe arbeids
krachten en dat is immers het toonaan
gevende, in het arbeidsproces in te
schakelen. Daarenboven wil de rijksre
geering een bedrag van 700 millioen
R.M. in belastingregus voor die onderne
mingen ter beschikking stellen, die kun
nen aantoonen, dat zij meer arbeids
krachten dan tot dusverre aan 't werk
hebben. Voor iederen nieuw te werk ge
stelde zal per jaar berekend een bedrag
van 400 Mark in re?us gegeven worden.
Wordt dit bedrag volkomen gebruikt,
dan zullen l'/t millioen arbeiders te
werk kunnen worden gesteld. Gelukt
dit, dan zou dat een zeer groot voor
waarts drijvend succes beteekenen. Deze
maatregelen zullen echter slechts Tan
het bedrijfsleven onmiddellijk op gang
brengen, wanneer het probleem ook
van den kant van den arbeid wordt aan
gepakt. Er zal derhalve den werkgevers
tegelijke ijd een prikkel worden gege
ven om cfen arbeid over zoo veel mogelijk
arbeiders te verdeelen. Deze prikkel zal
slechts kunnen liggen op het gebied der
loonen. Men zal den werkgever mach
tigen om, wanneer hij meer arbeids
krachten aanstelt, in zekeren, nauw om
grensden omvang welke niet onder het
bestaansminimum mag liggen, onder
het tariefloon te blijven.
Al deze maatregelen dienen slechts
voor een overgangstijd. Er zal derhalve
een termijn voor worden gesteld van 12
maanden. Deze maanden moeten het het
bedrijfsleven mogelijk maken zich los té
maken uit hun tot dusverre ondervon
den verstarring en de eigen economische
etten te volgen. Ik weet, dat deze maat
regelen nog niet dat alles bevatten, wat
thans misschien van mij verwacht wordt
en wat de taak van de rijksregeering is.
Ik verwacht echter, dat de geweldige
impuls, die ons geheele volkshuishouden
door een ontlasting en daarmede be
vruchting met ongeveer 2 milliard Mark
en een verdere aan het werk stelling van
1 tot 2 millioen werkeloozen zal krijgen,
ook den toestand van den landbouw
direct en indirect buitengewoon verbete
ren zal. De inschrompeling van de koop
kracht van de binnenlandsche markt
heefit het verbruik juist van veredelings
producten, zooals bijv. vleesch, dat wij
in eigen land voldoende produceeren en
derhalve door tarieven niet meer beslis
send kunnen steunen, buitengewoon ge
drukt en daarmede de prijzen volkomen
onrendabel gemaakt.
Conservataieve staatsleiding ziet haar
taak er in met weinig krachten en in
bewuste beperking tot de belangrijkste
gebieden van het staatsleven een kader
te scheppen, waarin zich de krachten
des volks vrij kunnen ontplooien. Aan
dezen nieuwen opbouw zal het werk
van de eerstvolgende maanden gewijd
zijn. Het kan slechts tot stand gebracht
worden door een autoritaire, onafhan
kelijke regeering, die zich bewust is
van haar verantwoordelijkheid jegens
het volk. Op grond van deze overtuiging
houd ik het voor mijn plicht storingen
van dit werk door de invloeden der par
tijen af te weren. Een groote taak in den
dienst vau het volk kan slechts vervuld
worden door hem, die zich dienstbaar
maakt *»au bet aeiivels volk en. niet üiUi
een partij of klasse.
Het principe van de rijksgrondwet,
dat de staatsmacht van het volk uitgaat,
kan niet beteekenen, dat deze staats
macht uitgeleverd moet worden aan het
tactische spel der partijen in het parle
ment. En wanneer thans gesproken
wordt van een coalitie tusschen cen
trum en nationaal socialisten, waaraan
ik niet gelooven kan, omdat zij in te
genspraak zou zijn met de geheele anti-
parlementaire gezindheid der natioonaal
socialisten, dan zou de geheime gedach
te van een dergelijke coalitie slechts die
zijn dat de eene partij de andere poogt
te vernietigen. Ik vraag, of de nood van
het Duitsche volk op dit oogenblik wer
kelijk een dergelijk spel verdraagt?
Aan den anderen kant denken wij niet
aan een afwijking van de principes van
de grondwet of zelfs een verandering
van staatsvorm. De grondwet zelf heeft
in den persoon van den rijkspresident
den tegenpool geschapen van het spel
der partijen, de tegenpool, waarin de
uniforme en onafhankelijke leiding van
den staat verankerd ligt.
In de tegelijk autoritaire en democra
tische macht, die ligt in den persoon van
een rijkspresident von Hindenburg,
vindt de rijksregeering de rechtvaardi
ging en de opdracht tot haar werk. Ik
heb de plannen, volgens dewelke ik wer
ken wil U in groote trekken uiteenge
zet. Thans roep ik U allen, roep ik het
geheele Duitsche volk op achter ons te
gaan staan en ons te helpen bij de uit
voering van deze plannen.
Moge het Duitsche volk niet in bin
nenlandsche politieke twisten en partij
verblinding doof zijn voor dezen op
roep. Ons geloof in de toekomst van de
natie is zoo ongeschokt als dat van die
millioenen, die eens op het slagveld voor
haar hebben gebloed en daarom roep ik
thans het land toe: Denkt alleen aan
Daitschlaud.
O
Ofschoon officieel nog niets is mede
gedeeld, noch van den kant der natio-
naal-socialisten, noch van dien van het
Centrum, over de onderhandelingen van
beide partijen, wordt in welingelichte
kringen verzekerd dat men met betrek
king tot de algemeene politieke richtlijn
principieel reeds lot overeenstemming
is gekomen.
Deze overeenstemming zou zoowel
gelden voor Pruisen alsook voor het
Rijk. Zelfs over den persoon van een
eventueelen kanselier zou overeenstem
ming zijn bereikt, hoewel nog geen na
men genoemd worden. De naam Brue
ning wordt thans weer genoemd voor
het Ministerie van Buitenlandsche Za
ken dat hem, gelijk bekend is, na zijn
aftreden als kanselier door den Rijks
president reeds was toegedacht maar dat
Bruening onder het kanselierschap van
Von Papen geweigerd had. Men spreekt
thans ernstig over een combinatie
Schleicher—BrueningStrasser.
Wat het Rijk betreft, de Rijkspre=ident
moet den Rijkskanselier benoemen. Het
zou er dus op aan komen, Rijkspresident
en Rijksregeering zoo spoedig een volle
dige overeenstemming tusschen beide
partijen bereikt is, ervan in kennis te
stellen, dat de Rijksdag wel degelijk
bruikbaar is en dat er een meerderheid
bestaat die bereid zou zijn een door het
vertrouwen van den Rijkspresident be
noemden kanselier parlementair te on
dersteunen. Het zou in dit geval dus
geen coalitie betreffen maar een presi-
dentieele regeering. Men schijnt er
thans rekening mee te houden dat
Rijkskanselier Von Papen geen deel
meer zou uitmaken van deze regeering.
Overigens schijnt men er thans naar te
streven de basis voor een parlementaire
samenwerking tot stand te brengen
zonder in strijd te geraken met de stu
wende krachten van de huidige regee
ring.
Wat Pruisen betreft zijn de onderhan
delingen nog niet beëindigd, hoewel de
mogelijkheid bestaat dat men tot over
eenstemming zou kunnen komen met
een neutrale persoonlijkheid als minis
terpresident, in welk verband de naam
Goerdeler genoemd wordt, klaarblijkelijk
in de hoop hiermede ook de Duitsch-
nationalen tegemoet te komen.
De „Berliner Boersenzeitung" schrijft:
Naar wij vernemen hebben de onder
handelingen die in den laatsten tijd tus
schen het Centrum en de Nat.-Soc. zijn
gevoerd over de mogelijkheid van een
gemeenschappelijke regeering, thans tot
tastbare resultaten geleid. In een kabi
net, aan welks hoofd Hitier als Rijks
kanselier zou staan, wil het Centrum ge
noegen nemen met de posten van
minister van Financiën en minister van
Arbeid. Naar verluidt zouden in een
dergelijk kabinet Bruening als minister
van Financiën en Stegerwald als mi
nister van Arbeid optreden. De overige
posten zouden dus door Nat-Soc. of
door hen voorgestelde personen gorden
GEBEURTENISSEN IN
DUITSCHLAND.
Klara Zetkin over haar
presideeren van den rijksdag:.
Eenige communistische rijksdagleden heb
ben, naar door de communistische rijksdag
fractie wordt medegedeeld, Zaterdag een
onderhoud gehad met Klara Zetkin, die.
naar in deze mededeeling wordt gezegd,
sedert eenige dagen in Berlijn vertoefd, ten
einde als vertegenwoordigster van de commu
nistische partij als oudste lid van den rijks
dag het presidium op zich te nemen
Óp de vraag, waarom zij ondanks haar
gezondheidstoestand de vermoeiende reis
naar Berlijn had ondernomen, heeft zij ge
antwoord, dat zij het thans meer dan ooit
noodig acht alle persoonlijke bezwaren en
lasten van den ouderdom achter te stellen en
vooral de revolutionnaire plicht te vervullen,
Klara Zetkin zal ondanks de nationaal-
socialistische dreigementen iedere politie-
bescherming tijdens de uitoefening van haar
functie als presidente van den rijksdag beslist
weigeren.
Klara Zetkin is den 25sten Augustus met
den expres om 21 uur 30 van Moskou in
Tilsit aangekomen. Zij bevond zich in den
slaapwagen en werd begeleid door haar
zoon, den medicus Maxim Zetkin, die in
Moskou is gedomicilieerd. Volgens een mede
deeling van den slaapwagen-conducteur
moest mevrouw Zetkin bij het overstappen
worden gedragen. Mevr. Zetkin en haar
zoon zijn om 21 uur 40 met denzelfden
expres naar Berlijn doorgereisd.
Proces tegen den „Voelkischen
Beobachter". Minnelijke schikking.
Zooals bekend, was het in de zitting van
den Beierschen Landdag van 17 Juni tot
een heftig optreden der nat.-soc. gekomen,
waarna de geheele fractie door den president
Stang werd uitgesloten. In het proces-verbaai
van deze vergadering school een formeels
afwijking van het feitelijk verloop van de
zitting. De nat.-soc verweten toen den
president dat hij het officiëele proces-verbaal
had vervalscht. Een aanklacht wegens in-
tellectuëele oorkonden vervalsching werd af
gewezen. Nadat de Voellcische Beobachter
zich in verschillende artikelen scherp over
Stang had uitgelaten, diende deze een aan
klacht in tegen de redacteuren. Vrijdag en
Zaterdag werd de zaak voor de rechtbank be
handeld. Zaterdagmorgen eindigde het pro
ces met een vergelijk, waarin de leider der
nat.-soc. fractie verklaart, dat hij er zich van
overtuigd heeft, dat de zaak terug te leiden
is tot een fout van den telegraaf. De nat.-
soc. nemen derhalve hun verwijten terug.
Twaalf jaar tuchthnisstraf
tegen nat.-soc. geëischt.
Bij de behandeling van de zaak tegen den
nat.-soc. Kurdzel voor de speciale rechtbank
te Flensburg werd tegen den verdachte
twaalf jaar tuchthuisstraf geëischt. Hij wordt
er van verdacht, op 8 Mei den communist
Wiese doodgeschoten te hebben. Maandag
zal waarschijnlijk uitspraak worden gedaan.
De communisten besluiten
voor een soc.-dem. rijksdag-
president te stemmen.
In overeenstemming met de communisti
sche rijksdagfractie heeft de executieve van
de communistische partij een besluit geno
men, teneinde de nationaal-socialisten uit te
schakelen bij de verkiezing van een rijksdag
president. Bij de eerste verkiezing zullen de
communisten voor hun eigen cancfidaat stem
men. Mocht dan ce nat.-soc. candidaat door
de houding van het Centrum niet zijn geko
zen, dan willen de communisten bij de tweede
verkiezing hun stem uitbrengen op den soc.-
dem. candidaat, teneinde te verhinderen, dat
een nat.-soc. president van den rijksdag
wordt.
In het besluit wordt er verder nog op ge
wezen, dat de communistische partij door
deze maatregel geenszins voornemens is
haar strijd tegen de leiders der soc.-dem. te
verminderen.
Antwoord van von Papen
aan Kerrl.
Rijkskanselier von Papen heeft, naar offi
ciéél medegedeeld wordt aan den president
van den Pruisisch en landdag het volgende
antwoord gezonden:
Wanneer gij van opvatting zijt, dat de
huidige commissariëele regeering in Pruisen
den Pruisischen Landdag verantwoording
schuldig is en dat de leden der regeering ver
plicht zijn voor den Landdag te verschijnen,
moet ik u mededeelen, dat ik deze opvatting
niet kan deelen.
De commissariëele regeering van Pruisen
heeft hare bevoegdheden uitsluitend op
grond van de noodverordening van den rijks
president van 20 Juli 1932 en is derhalve
voor hare handelingen alleen den rijks
president en niet den Pruisischen Landdag
verantwoording schuldig. Ook kan ik Uw
meening niet deelen dat het de plicht is van
de commissariëele regeering in Pruisen zich
alleen te beperken tot het herstellen van
grondwettelijke toestanden en het herstellen
van orde en rust, Integeadee]. üidgy» <isa