DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN, Vóór het bijeenkomen van den nieuwen Rijksdag. tDayeliiksch Ovevücht ^Buitenland No. 203 maandag 29 Augustus 1932 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 134e Jaargang Het economische program van de rijhsregeering. Principieete overeenstemming tusschen de nat.- soc. en hei Centrum? Radiorede van Von Papen. OURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. 'ranco door het geheele Rijk 2.50. L.osse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telei. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. HI'H Hl" I 'Mij Oil nammei bestaat alt 2 bladen. Het Duitsche rijkskabinet heeft Zaterdag middag het economisch program definitief aangenomen. Ter bijeenkomst van de Westfaalsche Boe- remvreeniging in Munster heeft rijkskanse lier von Papen dit program ontwikkeld in een redevoering, die over alle Duitsche zenders uitgezonden is. De rijkskanselier zette het vo gende uiteen: De taak der regeering, die onder mijn lei ding staat is niet beperkt tot economisch of politiek detailwerk. Wij willen de basis leggen voor een nieüwen opbouw van den Duiischen staat. In verband daarmede wil ik, alvorens in te gaan op de afzonderlijke taken van den huldigen dag, eenige woonden zeg gen over de principes van een nieuwe staats leiding. Gij, de Westfaalsche hoeren en ik, wij zijn geen revolutionnairen en wij zijn niet reactionnair. Wij voelen ons innerlijk gebonden aan bodem en vaderland. Wij weten, dat de mensch de uiteindelijke dingen dezer wereld niet kan onderwerpen aan de eigen in- itellectueeie beslissing en dit ook niet mag. Wij erkennen veeleer, dat wij dienende leden zijn in een door God gegeven orde. Dat noem ik conservatieve levenshouding. Een dergelijke wereldopvatting berust in het ge loof aan God. De zorg voor een Christelijke opvoeding in huisgezin en school moet der halve aan den aanvang staan van iedere staatspolitiek, want daaruit ontwikkelt zich het verantwoordelijkheidsbewustzijn van den enkeling tegenovsr het geheel. De conser vatieve mensch onderwerpt zich geloovig aan de blijvende ordeningen van het natuurlijke zijn, gelijk deze gegeven zijn in gezin, in volk en in staat. Cultuur en economie staan voor hem als het ware onder de eeuwige wetten van den plicht van den enkeling tegenover het geheel. Eigendom verplicht 'hem evenzeer tot den dienst van het geheel van het volk als een functie in het openbare leven. Huishouden, zij het in particuliere, zij het in openbare verantwoordelijke positie, mag daarom niet den eigenbaat, maar moet het nut van het algemeen dienen. Conservatieve wereldopvatting eischt een staatsmacht, die op gezag gegrondvest is. Deze moet krachtig en onafhankelijk zijn, op dat van haar rechtvaardigheid kan uitgaan en alle ordeningen van de maatschappijen, de autonomie en de economie een vasten steun in haar kunnen vinden. Deze mag geen speelbal zijn van den strijd der maatschappij, noch voor de partijen, noch voor afzonderlijke groepen en iedere stap, die wij bij het nastreven van een waar achtig onafhankelijke, aan den dienst van het volk gewijde staatsleiding kunnen doen, is een vervulling van het ideaal van een staats leiding, berustende op autoriteit en gerechtig heid. Deze principes van christelijk-conservatieve wereldopvatting, welke tegelijk de principes zijn en moeten zijn van ons staatswezen, moeten duidelijker naar voren gebracht worden, aangezien zij tegenwoordig ten zeerste in gevaar worden gebracht Op de vonnissen van Ohlau en Beuthen is van rechts en links een storm gevolgd tegen de gelijk matige handhaving van het recht. Beide par tijen venangen den politieken tegenstander buiten de volksgemeenschap en buiten het recht te plaatsen. In den politieken strijd moet doodslag en wraak veroorloofd, de te genstander vogelvrij worden. Objectiviteit geldt als minderwaardig. Tegen een dergelijke verwildering van de politieke moraal op te treden is de plicht van het staatsgezag. Ik ken geen recht, dat slechts het strijdmiddel van een klasse of een partij is. Dat is een marxis tische opvatting, die Ik afwijs. Ook wanneer zij wordt uitgesproken door de nationaal- socialisten. Want zij slaat iedere Duitsche en Christelijke rechtsopvatting in het gelaat. Ik belijd het geloof in oude rechtsvormen, waar uit de oude Pruisische stelling is geboren: Ieder het zijne. Ik zeg tevens, dat ik zoo noodig de erken ning van gelijk recht voor alle Duitschers af dwingen zal. Ik ben vast besloten den aan- laaenden gloed van den burgeroorlog uit te trappen en een einde te maken aan den toe- stanr van politieke onlusten en politieke ge welddaden, die thans nog zoo'n grooten hin derpaal vormen voor positief werk, waarin de eigenlijke taak van de rijksregeering ligt. Thans kom ik tot de practische problemen 9a n den dag, die gesteld worden door den ontzaggelijken nood van het vacerland, den ho©4 die ook de Duitsche boeren in de eerste plaats zoo hard voelen. Natuurlijk zal de re geering den landbouw, die de bron vormt, waarin de natie steeds opnieuw zich moreel en economisch moet verjongen, met alle krachten helpen. De rijkskanselier verklaarde vervolgens, dat de grondslagen der voeding in het bin nenland veilig moeten worden gesteld. Ik kan, zoo vervolgde Von Papen, echter de verzekering geven, dat de regeering princi pieel de noodzakelijkheid erkent van een verdere regeling met mate van den invoer en dat zij desbetreffende besluiten genomen heeft. Voor den gedwongen toestand, waar uit deze maatregel is ontstaan, zullen binnen- en buitenland begrip hebben. Want het is immers niet juist, dat onze huidige toestand alleen veroorzaakt is xioor een verkeerde Duitsche economische politiek. In Duitsch- land is de crisis, die de geheele wereld ge teisterd heeft, als gevolg van zijn oorlogs verliezen en van de ontzaggelijke herstel betalingen veel vroeger uitgebroken. Wanneer wij thans den groudwlag willen leggen voor een wederopbouw van onze economie, moeten wij dit volgens de volgen de principes doen: Onze valuta mag niet in gevaar worden gebracht. Wij willen ook geen waardevermindering van de Duitsche Mark. Ook het particulier initiatief zal niet wor den aangetast. De versterking der persoonlijke energie en de ontwikkeling der persoonlijke capaciteit, de verhooging van het gevoel van eigen ver antwoordelijkheid, dat zijn de geestelijke mid delen, waarmede de particuliere economie ook in de toekomst in staat moet zijn de menschelijke behoeften beter en misschien goedkooper dan ieder ander economisch systeem, dat ons aanbevolen wordt, te be vredigen. Op grond van deze overtuiging weigert de rijksregeering dientengevolge ieder ingrijpen in het particuliere bedrijfs leven. En thans het plan zelf, dat ten grondslag ligt aan de maatregelen, die de rijksregeering den rijkspresident binnen enkele dagen zal voorstellen. Duitschlands centrale probleem is de werkeloosheid. De intensieve bewerking van dit probleem in de laatste jaren heeft ge toond, dat noodwerk en onmiddellijke werk verschaffing uit belastingmiddelen de werke loosheid tot dusverre niet hebben kunnen over winnen. De rijksregeering laat vanzelf sprekend de reeds ingeleide maatregelen tot werkverschaffing niet uit het oog. Zulke noodmaatregelen zijn reeds aan den gang, b.v. op het gebied van wegenbouw, water- verzorging, huizenverbetering. In totaal zijn voor deze doeleinden tot dusverre 135 millioen ter beschikking gesteld. De rijks regeering heeft besloten ook andere arbeids gebieden op deze wijze te bewerken. Zij han delt daarbij in volkomen overeenstemming met de rijksbank. De vrijwillige arbeidsdienst waartoe spoedig 200.C00 jeugdigen zullen behooren, groeit van zelf. Een bewijs voor de wervende kracht die daarin huist. Boven dien zijn plannen gemaakt voor dergelijke werkverschaffingsmaatregelen op het gebied van landbouwkolonisatie, kleine kolonisatie n de voorsteden, woningbouw en huizenver betering. Hier is er in het bijzonder aan gedaoht den bouw van eigen huizen met de nog voorhanden credietmogelijkheden te bevor deren. Toch zijn wij ons volkomen bewust, dat het nooit zal lukken langs dezen weg alften de gewenschte mate van werkeloos heidsvermindering te bereiken. De regeering heeft daarom besloten in groot kader de poging te doen door een tot leven roepen van het particuliere bedrijfsleven te geraken tot het te werk stellen van nieuwe werk krachten en het verminderen van het aantal werkloozen. Allereerst moet Duitschlands geheele productieapparaat in staat worden ge bracht om aan dit tot leven brengen deel te nemen. Thans is de toestand van vele onzer productiewerkplaatsen zoo slecht, dat volledig verval dreigt. De inzet, die voor dit doel gedaan moet worden, moet voldoende groot ge kozen worden, "opdat de bedoelde wer king intreedt. Deze inzet zal een bedrag vau meer dan 8 nilliard Mark bedragen en wel behalve die sommen, die voor werkverschaffing e. d. zijn uitgetrokken. De onderhandelingen over de uitvoering van dit program en détail en zijn finan- cieringn zijn reeds ver gevorderd. In 't bijzonder heeft ook de riiksbank haar medewerking toegezegd waarbij het wat de geldverschaffing betreft niet gaat om een belasting van de circulatiebank met groote bedragen, maar in wezen om het aantrekken van de in het bedrijfsleven toch reeds voorhanden maar op het oogenblik niet voor arbeid uitgebuite liquiditeit op den hiervoor thans reeds gegeven weg. De gedachte dit bedrag bij een te brengen door middel van een ge dwongen leening hebben wij afgewezen. Bedragen tot zulk een hoogte zou het Duitsche bedrijfsleven, ook wanneer de betaling over een langen tijd zou worden verdeeld, niet kunnen opbrengen. Dat zou ook in tegenspraak zijn met mijn regeeringsverklaiiing, waarin ik zeide geen nieuwe lasten meer te zullen bren gen. In plaats daarvan zijn wij voorne mens den volgenden weg te bewandelen: Er zullen voor, deels "bijzonder de pro ductie remmende belastingen, zooals b.v. omzetbelasting, grondbelasting, etc., overigens zonder benadeeling van de begrootingen der landen en Ier ge meenten belastingreQu's worden uitge geven waarop in de begrootingsjaren 1934 tot 1938 alle rijksbelastingen met uisluiting van douanerechten en verbruiksbelastingen kunnen wor den betaald. Het zal hier gaan om een bedrag van ongeveer 1H milli- ard. Deze biljetten zullen een agio krijgen, waardoor zij dus het ka rakter zullen dragen van een leening aan het rijk. Op deze wijze zal het mo gelijk zijn deze biljetten onmiddellijk als credietmiddelen te gebruiken. Zij zullen derhalve een grondslag vormen voor het aanvangen en uitvoeren van nieuwe of tot dusverre uitgestelde werken, waar voor, zooals ik het noemde, een opge stuwde behoefte bestaat en waardoor de mogelijkheid ontstaat nieuwe arbeids krachten en dat is immers het toonaan gevende, in het arbeidsproces in te schakelen. Daarenboven wil de rijksre geering een bedrag van 700 millioen R.M. in belastingregus voor die onderne mingen ter beschikking stellen, die kun nen aantoonen, dat zij meer arbeids krachten dan tot dusverre aan 't werk hebben. Voor iederen nieuw te werk ge stelde zal per jaar berekend een bedrag van 400 Mark in re?us gegeven worden. Wordt dit bedrag volkomen gebruikt, dan zullen l'/t millioen arbeiders te werk kunnen worden gesteld. Gelukt dit, dan zou dat een zeer groot voor waarts drijvend succes beteekenen. Deze maatregelen zullen echter slechts Tan het bedrijfsleven onmiddellijk op gang brengen, wanneer het probleem ook van den kant van den arbeid wordt aan gepakt. Er zal derhalve den werkgevers tegelijke ijd een prikkel worden gege ven om cfen arbeid over zoo veel mogelijk arbeiders te verdeelen. Deze prikkel zal slechts kunnen liggen op het gebied der loonen. Men zal den werkgever mach tigen om, wanneer hij meer arbeids krachten aanstelt, in zekeren, nauw om grensden omvang welke niet onder het bestaansminimum mag liggen, onder het tariefloon te blijven. Al deze maatregelen dienen slechts voor een overgangstijd. Er zal derhalve een termijn voor worden gesteld van 12 maanden. Deze maanden moeten het het bedrijfsleven mogelijk maken zich los té maken uit hun tot dusverre ondervon den verstarring en de eigen economische etten te volgen. Ik weet, dat deze maat regelen nog niet dat alles bevatten, wat thans misschien van mij verwacht wordt en wat de taak van de rijksregeering is. Ik verwacht echter, dat de geweldige impuls, die ons geheele volkshuishouden door een ontlasting en daarmede be vruchting met ongeveer 2 milliard Mark en een verdere aan het werk stelling van 1 tot 2 millioen werkeloozen zal krijgen, ook den toestand van den landbouw direct en indirect buitengewoon verbete ren zal. De inschrompeling van de koop kracht van de binnenlandsche markt heefit het verbruik juist van veredelings producten, zooals bijv. vleesch, dat wij in eigen land voldoende produceeren en derhalve door tarieven niet meer beslis send kunnen steunen, buitengewoon ge drukt en daarmede de prijzen volkomen onrendabel gemaakt. Conservataieve staatsleiding ziet haar taak er in met weinig krachten en in bewuste beperking tot de belangrijkste gebieden van het staatsleven een kader te scheppen, waarin zich de krachten des volks vrij kunnen ontplooien. Aan dezen nieuwen opbouw zal het werk van de eerstvolgende maanden gewijd zijn. Het kan slechts tot stand gebracht worden door een autoritaire, onafhan kelijke regeering, die zich bewust is van haar verantwoordelijkheid jegens het volk. Op grond van deze overtuiging houd ik het voor mijn plicht storingen van dit werk door de invloeden der par tijen af te weren. Een groote taak in den dienst vau het volk kan slechts vervuld worden door hem, die zich dienstbaar maakt *»au bet aeiivels volk en. niet üiUi een partij of klasse. Het principe van de rijksgrondwet, dat de staatsmacht van het volk uitgaat, kan niet beteekenen, dat deze staats macht uitgeleverd moet worden aan het tactische spel der partijen in het parle ment. En wanneer thans gesproken wordt van een coalitie tusschen cen trum en nationaal socialisten, waaraan ik niet gelooven kan, omdat zij in te genspraak zou zijn met de geheele anti- parlementaire gezindheid der natioonaal socialisten, dan zou de geheime gedach te van een dergelijke coalitie slechts die zijn dat de eene partij de andere poogt te vernietigen. Ik vraag, of de nood van het Duitsche volk op dit oogenblik wer kelijk een dergelijk spel verdraagt? Aan den anderen kant denken wij niet aan een afwijking van de principes van de grondwet of zelfs een verandering van staatsvorm. De grondwet zelf heeft in den persoon van den rijkspresident den tegenpool geschapen van het spel der partijen, de tegenpool, waarin de uniforme en onafhankelijke leiding van den staat verankerd ligt. In de tegelijk autoritaire en democra tische macht, die ligt in den persoon van een rijkspresident von Hindenburg, vindt de rijksregeering de rechtvaardi ging en de opdracht tot haar werk. Ik heb de plannen, volgens dewelke ik wer ken wil U in groote trekken uiteenge zet. Thans roep ik U allen, roep ik het geheele Duitsche volk op achter ons te gaan staan en ons te helpen bij de uit voering van deze plannen. Moge het Duitsche volk niet in bin nenlandsche politieke twisten en partij verblinding doof zijn voor dezen op roep. Ons geloof in de toekomst van de natie is zoo ongeschokt als dat van die millioenen, die eens op het slagveld voor haar hebben gebloed en daarom roep ik thans het land toe: Denkt alleen aan Daitschlaud. O Ofschoon officieel nog niets is mede gedeeld, noch van den kant der natio- naal-socialisten, noch van dien van het Centrum, over de onderhandelingen van beide partijen, wordt in welingelichte kringen verzekerd dat men met betrek king tot de algemeene politieke richtlijn principieel reeds lot overeenstemming is gekomen. Deze overeenstemming zou zoowel gelden voor Pruisen alsook voor het Rijk. Zelfs over den persoon van een eventueelen kanselier zou overeenstem ming zijn bereikt, hoewel nog geen na men genoemd worden. De naam Brue ning wordt thans weer genoemd voor het Ministerie van Buitenlandsche Za ken dat hem, gelijk bekend is, na zijn aftreden als kanselier door den Rijks president reeds was toegedacht maar dat Bruening onder het kanselierschap van Von Papen geweigerd had. Men spreekt thans ernstig over een combinatie Schleicher—BrueningStrasser. Wat het Rijk betreft, de Rijkspre=ident moet den Rijkskanselier benoemen. Het zou er dus op aan komen, Rijkspresident en Rijksregeering zoo spoedig een volle dige overeenstemming tusschen beide partijen bereikt is, ervan in kennis te stellen, dat de Rijksdag wel degelijk bruikbaar is en dat er een meerderheid bestaat die bereid zou zijn een door het vertrouwen van den Rijkspresident be noemden kanselier parlementair te on dersteunen. Het zou in dit geval dus geen coalitie betreffen maar een presi- dentieele regeering. Men schijnt er thans rekening mee te houden dat Rijkskanselier Von Papen geen deel meer zou uitmaken van deze regeering. Overigens schijnt men er thans naar te streven de basis voor een parlementaire samenwerking tot stand te brengen zonder in strijd te geraken met de stu wende krachten van de huidige regee ring. Wat Pruisen betreft zijn de onderhan delingen nog niet beëindigd, hoewel de mogelijkheid bestaat dat men tot over eenstemming zou kunnen komen met een neutrale persoonlijkheid als minis terpresident, in welk verband de naam Goerdeler genoemd wordt, klaarblijkelijk in de hoop hiermede ook de Duitsch- nationalen tegemoet te komen. De „Berliner Boersenzeitung" schrijft: Naar wij vernemen hebben de onder handelingen die in den laatsten tijd tus schen het Centrum en de Nat.-Soc. zijn gevoerd over de mogelijkheid van een gemeenschappelijke regeering, thans tot tastbare resultaten geleid. In een kabi net, aan welks hoofd Hitier als Rijks kanselier zou staan, wil het Centrum ge noegen nemen met de posten van minister van Financiën en minister van Arbeid. Naar verluidt zouden in een dergelijk kabinet Bruening als minister van Financiën en Stegerwald als mi nister van Arbeid optreden. De overige posten zouden dus door Nat-Soc. of door hen voorgestelde personen gorden GEBEURTENISSEN IN DUITSCHLAND. Klara Zetkin over haar presideeren van den rijksdag:. Eenige communistische rijksdagleden heb ben, naar door de communistische rijksdag fractie wordt medegedeeld, Zaterdag een onderhoud gehad met Klara Zetkin, die. naar in deze mededeeling wordt gezegd, sedert eenige dagen in Berlijn vertoefd, ten einde als vertegenwoordigster van de commu nistische partij als oudste lid van den rijks dag het presidium op zich te nemen Óp de vraag, waarom zij ondanks haar gezondheidstoestand de vermoeiende reis naar Berlijn had ondernomen, heeft zij ge antwoord, dat zij het thans meer dan ooit noodig acht alle persoonlijke bezwaren en lasten van den ouderdom achter te stellen en vooral de revolutionnaire plicht te vervullen, Klara Zetkin zal ondanks de nationaal- socialistische dreigementen iedere politie- bescherming tijdens de uitoefening van haar functie als presidente van den rijksdag beslist weigeren. Klara Zetkin is den 25sten Augustus met den expres om 21 uur 30 van Moskou in Tilsit aangekomen. Zij bevond zich in den slaapwagen en werd begeleid door haar zoon, den medicus Maxim Zetkin, die in Moskou is gedomicilieerd. Volgens een mede deeling van den slaapwagen-conducteur moest mevrouw Zetkin bij het overstappen worden gedragen. Mevr. Zetkin en haar zoon zijn om 21 uur 40 met denzelfden expres naar Berlijn doorgereisd. Proces tegen den „Voelkischen Beobachter". Minnelijke schikking. Zooals bekend, was het in de zitting van den Beierschen Landdag van 17 Juni tot een heftig optreden der nat.-soc. gekomen, waarna de geheele fractie door den president Stang werd uitgesloten. In het proces-verbaai van deze vergadering school een formeels afwijking van het feitelijk verloop van de zitting. De nat.-soc verweten toen den president dat hij het officiëele proces-verbaal had vervalscht. Een aanklacht wegens in- tellectuëele oorkonden vervalsching werd af gewezen. Nadat de Voellcische Beobachter zich in verschillende artikelen scherp over Stang had uitgelaten, diende deze een aan klacht in tegen de redacteuren. Vrijdag en Zaterdag werd de zaak voor de rechtbank be handeld. Zaterdagmorgen eindigde het pro ces met een vergelijk, waarin de leider der nat.-soc. fractie verklaart, dat hij er zich van overtuigd heeft, dat de zaak terug te leiden is tot een fout van den telegraaf. De nat.- soc. nemen derhalve hun verwijten terug. Twaalf jaar tuchthnisstraf tegen nat.-soc. geëischt. Bij de behandeling van de zaak tegen den nat.-soc. Kurdzel voor de speciale rechtbank te Flensburg werd tegen den verdachte twaalf jaar tuchthuisstraf geëischt. Hij wordt er van verdacht, op 8 Mei den communist Wiese doodgeschoten te hebben. Maandag zal waarschijnlijk uitspraak worden gedaan. De communisten besluiten voor een soc.-dem. rijksdag- president te stemmen. In overeenstemming met de communisti sche rijksdagfractie heeft de executieve van de communistische partij een besluit geno men, teneinde de nationaal-socialisten uit te schakelen bij de verkiezing van een rijksdag president. Bij de eerste verkiezing zullen de communisten voor hun eigen cancfidaat stem men. Mocht dan ce nat.-soc. candidaat door de houding van het Centrum niet zijn geko zen, dan willen de communisten bij de tweede verkiezing hun stem uitbrengen op den soc.- dem. candidaat, teneinde te verhinderen, dat een nat.-soc. president van den rijksdag wordt. In het besluit wordt er verder nog op ge wezen, dat de communistische partij door deze maatregel geenszins voornemens is haar strijd tegen de leiders der soc.-dem. te verminderen. Antwoord van von Papen aan Kerrl. Rijkskanselier von Papen heeft, naar offi ciéél medegedeeld wordt aan den president van den Pruisisch en landdag het volgende antwoord gezonden: Wanneer gij van opvatting zijt, dat de huidige commissariëele regeering in Pruisen den Pruisischen Landdag verantwoording schuldig is en dat de leden der regeering ver plicht zijn voor den Landdag te verschijnen, moet ik u mededeelen, dat ik deze opvatting niet kan deelen. De commissariëele regeering van Pruisen heeft hare bevoegdheden uitsluitend op grond van de noodverordening van den rijks president van 20 Juli 1932 en is derhalve voor hare handelingen alleen den rijks president en niet den Pruisischen Landdag verantwoording schuldig. Ook kan ik Uw meening niet deelen dat het de plicht is van de commissariëele regeering in Pruisen zich alleen te beperken tot het herstellen van grondwettelijke toestanden en het herstellen van orde en rust, Integeadee]. üidgy» <isa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1