DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Rijksdag contra von Papen.
Ho. 216
Dinsdag 13 September 1932 Hoofdredacteur: Tj. N. ADLMA.
134e Jaargang
J)joqjdiiksch Ovevzicfit
De Duitsche Rijksdag verplettert de regeering-
von Papen met overweldigende meerderheid. -
Een sensationeel conflict tusschen Goering en
von Papen. Von Papen houdt een radio
redevoering voor het geheele Duitsche volk.
De Rijksdag ontbonden.
Rijksdag-Presideni Goerin.q
De radio-rede van von Papen.
Rijkskanselier Von Papen.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
uosse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contractei, rabat. Groote lettere naar plaatsiuimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3, redactie 33.
■Ki.m nw t'ja.
Directeur: C. KRAK.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Oistermiddag te 4 uur kw'am de
Duitsche rijksdag in zijn nieuwe
samenstelling voor de tweede
maal b ij een. Precies een kwar
tier later was de rijksregeering
verpletterend verslagen. Von
Papen had reeds te voren den
president van den rijksdag een
decreet overhandigd, waarin hij
denrijksdagvoorontbonden ver
klaard had.
Het is een zeer korte en zeer dramatische
bijeenkomst geweest, deze zitting van den
Duitschen rijksdag. Natuurlijk was het weer
tjokvol in het groote gebouw. Er ontbraken
slechts enkele afgevaardigden en ook de pu
blieke tribunes en de persplaatsen waren
zeer dicht bezet, toen de president van den
rijksdag, de nat.-soc. Goering, binnenkwam
en de bijeenkomst opende.
Na een zeer kort welkomstwoord trad rijks
kanselier von Papen binnen, onder den arm
zijn actetasch, waarin zich de redevoering
bevond, die von Papen zou houden. Zoover
is het echter niet gekomen en de regeerings-
verklaring, die enkele uren tevoren in de
avondbladen was verschenen, bleef onuitge
sproken 1
Onmiddellijk na de opening verklaarde pre
sident Goering: Aangezien geen protesten
zijn ingebracht tegen de nieuwe dagorder, is
thans aan de orde de stemming over de mo
ties van afgevaardigde Torgler, communist.
(Bij den aanvang van de rijksdagzitting
had de communistische afgevaardigde Torg
ler voorgesteld de door zijn fractie ingedien
de moties inzake intrekking der noodverorde
ningen direct op de agenda te plaatsen en
zonder debat hierover te stemmen. Deze
noodverordeningen, aldus verklaarde deze af
gevaardigde, waren een geschenk voor de
bezitters en een belasting voor de werkende
klasse, waarop de communisten in koor rie
pen: de hongerkanselier moet aftreden!
De spreker stelde verder voor direct over
te gaan tot stemming over de moties van
wantrouwen.
De soc.-dem. afgevaardigde Loebe had
voorgesteld eveneens de door zijn fractie in
gediende moties direct op de agenda te plaat
sen. Krachtens deze moties zouden de nog niet
van kracht zijnde gedeelten der noodverorde
ning niet in werking mogen treden vóór de
rijksdag zich zou hebben uitgesproken.
Het gevolg van deze voor-besprekingen
was, dat in het Huis een groote opwinding
heerschte. Er vormden zich groepjes en de
gebeurtenissen werden druk besproken.)
Rijkskanselier Von Papen verheft zich van
zijn zetel, terwijl president Goering vervolgt:
Ik verzoek degene, die voor de motie is, een
kaart met „ja'', wie er tegen is een kaart met
„neen" af te geven.
Onder buitengewoon groote opwinding in
het heele Huis begeeft rijkskanselier ven Pa
pen zich vervolgens naar den presidentszetel,
waar hij den president van den rijksdag een
blad papier voorlegt waarop de verordening
van den rijkspresident inzake de ontbinding
van den rijksdag, wordt bevolen.
De tekst van deze verordening luidt: Op
grond van artikel 25 van de grondwet van
het rijk ontbind ik den rijksdag, omdat er ge
vaar bestaat dat de rijksdag de intrekking
van mijn verordening van 4 Sept. j.1. eischt"
Deze verordening is geteekend door rijkspre
sident von Hindenburg, rijkskanselier von
Papen en den rijksminister voor binnenland-
sche zaken von Gayl.
o
Hoewel de rijksdag reeds was ontbonden,
liet de president van den rijksdag Goering
de stemming doorgaan. Bij de verbonden mo
ties der communisten en nationaal-socialisten
wordt de intrekking van de noodverordening
geëischt, terwijl eveneens het wantrouwen
in de regeering von Papen wordt uitgespro-
ken.
Er werden 550 kaarten afgegeven. Vijf af
gevaardigden onthielden zich van stemming,
32 afgevaardigden waren tegen, 513 vóór de
voorstellen. m
De ontbinding van den rijksdag had
plaats, aangezien president Goering geen
kennis nam van het decreet bij de overgave
van dit decreet door rijkskanselier von Papen
aan Goering. Deze trachtte het blad papier
terug te geven. Goering liet hierop tot stem
ming overgaan.
Niettemin is de ontbinding een feit.
Rijksdagpresident Goering verklaarde ver
volgens dat hij intusschen een schrijven
heeft ontvangen dat gecontrasigneerd is door
den rijkskanselier en den rijksminister van
binnenlandsche zaken, die intusschen even
wel uitgestemd zijn. In verband hiermede is,
aldus Goering, de ontbinding dus van nul
en geener waarde. "Wij zullen alle maatre
gelen treffen ten einde de intrekking van dit
ontbindingsdecreet te bewerkstelligen".
Het conflict Goeringvon Papen.
Het ontbindingsdecreet was op de volgende
wijze overhandigd:
Bij de woorden: wij gaan thans tot stem
ming over, vroeg de rijkskanselier het woord,
dat hij van den rijksdagpresident evenwel
niet verkreeg. Direct hierop herhaalde de
rijkskanselier zijn verzoek, met hetzelfde re
sultaat, waarna hij zich naar de plaats van
den president begaf. Op diens lessenaar leg
de von Papen het ontbindingsdecreet neer.
President Goering legde het decreet terzij
de en bleef op zijn plaats om de stemming,
welke reeds een aanvang had genomen, te
doen doorgaan.
Er wordt gevoegd gestemd over de com
munistische moties inzake intrekking van de
noodverordening en de moties van wantrou
wen tegen de regeering.
Na de overgave van het ontbindingsde
creet moet de Rijksdag feitelijk als ontbonden
worden beschouwd, zoodat volgens het regle
ment van orde geen stemming kan worden
gehouden.
Onder zeer groot rumoer heeft de stem
ming niettemin plaats gehad.
De mku^ters hadden intusschen de zit-
tingsza aderlaten.
Na de stemming verklaarde president Goe
ring:
Nadat reeds met de stemming een aanvang
was gemaakt, heeft de rijkskanselier het
woord verzocht. Na de stemming zou ik over
eenkomstig de grondwet den heer rijkskanse
lier het woord hebben gegeven. Tijdens de
stemming nu heeft de heer rijkskanselier mij
een schrijven van den rijkspresident overhan
digd dat gecontrasigneerd is door den rijks
kanselier en den rijksminister van binnenland
sche zaken, die door het resultaat van de
stemming over de motie van wantrouwen als
uitgestemd moeten worden beschouwd. Hier
door is het schrijven nietig geworden. (Groot
rumoer in het geheele Huis).
Het schrijven heeft den volgenden inhoud
Op grond van artikel 25 van de rijksgrond
wet, ontbind ik den rijksdag, aangezien het
gevaar bestaat dat de rijksdag de opheffing
van mijn verordening van 4 September
eischt". (In het Huis heerscht zeer groote op
winding.) -
Mijne dames en heeren. Ik sta op het
standpunt dat dit schrijven voorloopig geen
geldigheid bezit aangezien het gecontrasig
neerd is door een ministerie dat zoo juist met
overweldigende meerderheid door de volks
vertegenwoordiging is ten val gebracht. De
val van het ministerie was even weinig ver
rassend als .de voorgenomen ontbinding van
den rijksdag. De bedoeling den rijksdag te
ontbinden werd onderstreept door het optre
den van den heer vice-president Graef bij het
bezoek van het presidium aan den heer rijks
president.
Het optreden van den heer vice-president
Graef was een poging om het aanzien van
den rijksdag te schaden. Ik ben vastbesloten
het aanzien van den rijksdag te handhaven,
in het bijzonder om het recht van de volks
vertegenwoordiging overeenkomstig de
grondwet te garandeeren. (Interrupties der
sociaal-democraten: welke volksvertegen
woordiging Er is immers geen meer. Rumoer
links en handgeklap bij de nationaal-socialis
ten.) Wij zullen alle stappen doen en alle
maatregelen treffen om een ontbindingsde
creet dat gecontrasigneerd is door een ten
val gebrachte regeering, welke slechts over
32 stemmen in den geheelen Rijksdag be
schikt, te doen intrekken. (Bijval bij de nat.-
soc.), nadat het reeds door de contrasignee
ring zijn geldigheid heeft verloren. Ik stel
voor dat wij thans de zitting afbreken en
morgen verder beraadslagen.
Het seniorenconvent dat over een half uur
zal bijeenkomen, zal de agenda voor de Dins
dag te houden zitting samenstellen.
Om over vieren werd de zitting van den
rijksdag door president Goering gesloten.
Dinsdag geen Rijksdagzitting.
De voor een half uur na sluiting van de
plenaire rijksdagzitting in uitzicht gestelde
zitting van het senioren-convent heeft niet
plaats gehad. De soc.-dem. leden van het se
niorenconvent, hebben aan deze zitting niet
deelgenomen', aangezien zij op het standpunt
staan dat de ontbinding ook betrekking heeft
op het seniorenconvent. Aangezien ook de
vertegenwoordigers van het centrum tegen
over den president van den rijksdag hebben
verklaard dat er naar hun meening geen
rijksdag meer bestaat, heeft president Goe
ring zich genoodzaakt gezien, ook de tegen
vandaag vastgestelde zitting van den rijks
dag niet te doen doorgaan.
Een brief van von Papen aan Goering.
Rijkskanselier von Papen heeft een schrij
ven gezonden aari den president van den
Rijksdag Goering, waarin hij constateert dat
Goering twee malen in strijd met de grond
wet heeft gehandeld, door dat hij de eerste
maal den Rijkskanselier op diens verzoek
niet het woord heeft verleend en ten tweeden
male dat hij, hoewel de Rijksdag was ont
bonden, nog een stemming heeft laten hou
den.
De Rijksregeering is voornemens, ingeval
de Rijksaag hoewel hij ontbonden is, niette
min mocht trachten bijeen te komen deze sa
menkomst onmogelijk te maken. Zij wil
slechts die afgevaardigden toegang tot het
gebouw van den Rijksdag verleenen die deel
uitmaken van de commissie tot handhaving
van de rechten van het parlement of van de
commissie van buitenlandsche zaken, aange
zien slechts deze beide commissies ook in den
tijd tusschen de ontbinding van den eenen
Rijksdag tot het bijeenkomen van den nieu
wen Rijksdag in functie blijven.
De Rijksregeering heeft den Rijkspresident
nog geen voorstel gedaan betreffende de
vaststelling van den datum der nieuwe ver
kiezingen, aangezien zij eerst de verdere ont
wikkeling gedurende de volgende dagen
wenscht af te wachten.
Goering erkent niet de rechtsgeldig
heid van het decreet.
Rijksdagpresident Goering heeft Maan
dagavond tegenover persvertegenwoordigers
nog eens zijn standpunt uiteengezet nopens
het ontbindingsdecreet van den Rijkspresi
dent. Hij refereerde aan de gebeurtenissen ter
zitting en verklaarde dat de Rijkskanselier
tijdens de stemming over de motie van wan
trouwen en de intrekking der noodverorde
ning „een stuk papier" op zijn tafel heeft ge
legd, waarvan hij officieel pas heeft kunnen
kennis nemen na de stemming. De stemming
moet als geheel worden beschouwd. Zij mag
ook niet door de regeering worden onder
broken. Aangezien na de stemming de regee
ring evenwel reeds ten val was gebracht, kan
Goering de contrasigneering van de regee
ring en daarmede ook het ontbindingsdecreet
zelve niet rechtsgeldig beschouwen. Dit
standpunt zal Goering schriftelijk ter kennis
brengen van den Rijkspresident. Eerst wan
neer de ten val gebrachte regeering door den
Rijkspresident zou worden belast met de ver
dere behandeling der staatszaken, zou zij in
staat zijn een ontbindingsdecreet rechtsgel
dig te contrasigneeren.
President Goering deelde voorts mede dat
verschillende landsregeeringen, de Rijksdag
heeft hiertoe niet het recht, onverwijld bij het
staatsgerechtshof een beslissing zouden uit
lokken betreffende de rechtsgeldigheid van
het ontbindingsdecreet. Voor deze beslissing
is genomen, zal spreker den Rijksdag niet
bijeen roepen. Eventueele stappen der rijl
regeering in den zin van een kiesrechthervi
ming zouden op den krachtigen tegenstand
van de meerderheid des volks stuiten, welke
er niet aan denkt haar vertegenwoordiging
te doen uitschakelen door een regeering wel
ke iedere basis in het volk ontbeert.
De rijksregeering over de rechtsgeldigheid
van het decreet.
In kringen van de Rijksregeering wordt er
in verband met de gebeurtenissen in den
Rijksdag op gewezen dat in paragraaf III
van artikel 33 der grondwet staat:
„Op hun verlangen moeten de regeerings-
vertegenwoordigers tijdens de beraadslagin
gen, de vertegenwoordigers der Rijksregee
ring ook buiten de orde worden gehoord".
Rijksdagpresident Goering heeft Rijkskan
selier van Papen geweigerd het woord te
verleenen voor een verklaring. Hij heeft hier
mede ongrondwettig gehandeld. Ook bij arti
kel 97 van het reglement van orde wordt er
nadrukkelijk in voorzien de Rijksministers
ook buiten de agenda om het woord te doen
nemen.
Overigens wordt er nadruk op gelegd dat
het ontbindingsdecreet van den Rijkspresi
dent rechtsgeldig is op het oogenblik dat het
door den Rijkskanselier werd gecontrasig
neerd. De Rijkskanselier heeft het kort voor
hij in den Rijksdag het woord vroeg om het
voor te lezen gecontrasigneerd. De Rijksdag
was op dit oogenblik derhalve reeds .ontbon
den en had niet meer het recht een stemming
te houden.
Mocht de ontbonden Rijksdag niettemin
Dinsdag bijeen komen dan zal de regeering
de noodige stappen ondernemen.
Von Gayl ontvangt de pers.
In tegenwoordigheid van vertegenwoordi
gers der Duitsche pers heeft de Rijksminister
van Binnenlandsche Zaken gisteravond de
opvatting der Rijksregeering over de huidige
febeurtenissen in den Rijksdag uiteengezet.
ijn uiteenzettingen kwamen hoofdzakelijk
overeen met hetgeen Rijkskanselier von Pa
pen in zijn radiorede over de ontbinding van
den Rijksdag gezegd heeft.
Over de grondwettigheid van het vragen
om het woord door den Rijkskanselier in den
Rijksdag stelde de minister vast dat de stem
ming nog niet begonnen was, maar door den
president was aangekondigd. Vervolgens
kwam von Gayl te spreken over de stemming
zelve welke door den Rijksdagpresident was
gehouden. De Rijksdagpresident was verplicht
den Rijkskanselier het woord te verleenen,
maar zelfs wanneer de stemming in zekeren
zin reeds begonnen was, had de Rijksregee
ring toch zeker het recht midden in de stem
ming gehoord te worden wanneer zij dit ver
langde. Ook dat is niet geschied.
Over de motieven der ontbinding verklaar
de de minister: De Rijksregeering heeft op
langen termijn een program tot verbetering
van onze economische verhoudingen voorbe
reid en door de noodverordening van 4 Sep
tember van kracht gemaakt. Het is eenvou
dig niet te verdragen, wanneer de thans een
maal uitgevaardigde noodverordening plot
seling buiten kracht zou worden gesteld. Het
gevaar hiervan lag duidelijk in de geheele
opzet van het optreden van vandaag, daar
om was de Rijksregeering gedwongen ge
bruik te maken van haar machtiging tot ont
binding van den Rijksdag.
Wat de aankondiging betreft van den
Rijksdagpresident Goering dat hij de lan
den zou brengen tot een protest bij het staats
gerechtshof verklaarde de Rijksminister van
Binnenlandsche Zaken dat het staatsge
rechtshof voor geschillen tuschen Rijksdag
en Rijksregeering niet bevoegd was, docï
slechts voor twistpunten tusschen Rijk en
landen.
Of de landen het recht hebben een klacht
in te dienen is meer dan twijfelachtig. De
motieven voor de ontbinding van den Rijks
dag, dus ook preventieve motieven, liggen
volgens de grondwet uitsluitend in de eigen
beoordeeling van den Rijkspresident.
Verklaring van de Duitsch-Nationale
Rijksdagfractie.
De Duitsche Nationale Rijksdagfractie pu
bliceert de volgende verklaring:
Nadat de nationaal-socialisten tezamen met
het Centrum de vergeefsche poging gedaan
hadden den rijkspresident te bewegen tot in
stelling van een nieuwe partijheerschappij,
zijn zij in de Rijksdagzitting van 12 Septem
ber overgegaan tot openbare révolte tegen
de staatsleiding. De rijksdagpresident Goering
heeft geweigerd het grondwettige bevel tot
ontbinding te aanvaarden en is in het niet-
achteü van recht en wet zoo ver gegaan dat
hij de ontbinding voor ongeldig durfde te
verklaren. Dat beteekent het uitroepen van de
partijheerschappij tegen den staat.
De Duitsch-Nationale Rijksdagfractie is uit
den Rijksdag vertrokken. Als rompparlement
bleven allereerst de parlementspartijen, be
staan de uit de nat.-socialisten, de sociaal
democraten, de communisten en het centrum
in vruchtelooze demonstratie bijeen om
reeds een uur later in twist te geraken.
Wij Duitsch-Nationalen zullen ons, als
altijd, scharen aan den kant van de autori
taire staatsleiding van rijkspresident von
Hindenburg tegen parlement en partijheer
schappij.
Wij zijn er zeker van dat in dezen strijd het
nationale Duitschland, dat de partijheer
schappij heeft leeren haten, aan onzen kant
staat. De 12 September moet worden tot het
uur der geboorte van het nieuwe Duitsch
land.
De Centrumfractie over de ontbinding.
De Centrumfractie van den Rijksdag is gis
teravond bijeengekomen om den door de
ontbinding van den Rijksdag ontstanen toe
stand te bespreken Na de zitting werd het
volgende communiqué dat met algemeene
stemmen is aangenomen, bekend gemaakt:
De Centrumfractie ziet in de door de re
geering uitgesproken verklaring van ontbin
ding van den Rijksdag een ernstige schade
voor volk en huishouding en een fatale ver
scherping van de birmenlandsch politieke
spanningen en tegenstellingen. Volgens de
opvatting van de Centrumfractie zou deze
nieuwe schok aan ons geheele volksleven
moeten en kunnen worden vermeden. De
Centrumfractie heeft niets onbeproefd ge
laten om alle positieve mogelijkheden tot
een zakelijk samenwerken tusschen rijks-
leiding en volksvertegenwoordiging uit te
pulten. De rijksregeering heeft intusschen
iedere desbetreffende poging verijdeld.
De Centrumpartij moet derhalve iedere
verantwoordelijkheid voor de fatale conse
quenties van deze ontbinding afwijzen, welke
nóch met den tekst nóch met den geest van
de grondwet in overeenstemming is. Trouw
aan haar traditie als grondwetspardi en als
behoedster der volksrechten, zal de Centrum
partij haar weg van onverstoorbare zakelijk
heid tot het heil van het volksgeheel met
uiterste vastbeslotenheid voortzetten.
Verklaring van de Duitsche Volkspartij.
De DVP verklaart: „Wat wij niet voor
mogelijk gehouden hadden, is gebeurd. De
meerderheid van den rijksdag heeft een votum
van wantrouwen in de rijksregeering aange
nomen, voor de rijkskanselier gelegenheid
kreeg de politieke plannen van het kabinet
uiteen te zetten.
Wij betreuren ten zeerste, dat de partijen
van het Centrum en de nat.-soc bij dezen aan
val de leiding der communisten hebben ge
volgd. Het samenspelen van machtswellustige
partijen heeft daarmede zijn grootste en naaT
te hopen is, laatste triomf gevierd De meer
derheid van den rijksdag heeft tegenover een
regeering, die zich inspant om consciëntieus
en moedig haar ambt te vervullen, staat en
volk van den afgrond te redden, overijld en
overmoedig den strijd aangebonden. Bij den
strijd om staatsorde en economischen op
bouw luidt het parool van de Duitsche
Volkspartij ook in de toekomst: Voor Hinden
burg en het Rijk.
Het was bekend, dat de Duitsche rijles
kanselier von Papen de door president von
Hindenburg geteekende machtiging had om
zoo noodig tot ontbinding van den Rijksdag
over te gaan. Dat deze ontbinding zoo spoe
dig zou plaats hebben nadat zoowel de
Nationaal-Socialisten als het Centrum gedu
rende de laatste week met elkaar in contac'
waren om gezamenlijk althans iets te berei
ken en een onmiddellijk uiteengaan van de
volksvertegenwoordiging te voorkomen
had zeker niemand verwacht.
De Duitsche Rijksregeering heeft niet eens
de gelegenheid gekregen haar program uit
een te zetten!
Des te belangrijker werd hierdoor de ver
klaring, welke de Rijkskanselier Maandag
avond voor den microfoon zou afleggen, een
redevoering, welke door alle Duitsche zen
ders moest worden uitgezonden.
Rijkskanselier von Papen heeft gesproken
drie kwartier lang tot zijn „Duitsche
landslieden Millioenen Ehiitschers in en
buiten Duitschland hebben geluisterd naar
hetgeen het hoofd van hun regeering heeft
gemeend te moeten zeggen. Doch ook vele
niet-Duitschers zullen zeker met belangstel
ling zijn verklaringen aangehoord hebben
Krachtig eenigszins opgewonden echter
klonken zijn woorden, vooral in den aan
vang, toen de Rijkskanselier zelf het Duitsche
volk verslag uitbracht van de zitting van den
Rijksdag, die zelfs niet in staat bleek de ver
klaring van den regeering aan te hooren.
„De Rijksdagpresident was op grond van