DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Duitsche gelijkberechtigdheidseisch. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2. tranco door het geheele Rijk 2.50. i-osse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contractei, rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Briev»:B franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telei. 3, redactie 33. Ho. 218 Directeur: C. KRAK. Donderdag 15 September IS32 Hoofdredacteur: Tj. N. ADLMA. 134e Jaargang J)nqe£iiksch OmczicfU Frankrijk's uitvoerig antwoord op den Duitschen gelijkberechtigdheidseisch. - De Fransche regeering verklaart o.m. dat de Duitsche opvatting over het verloop der ontwapeningsconferentie niet gerecht vaardigd was. - Geen toestemming voor de her-bewapening van Duitschland l Het Fransche antwoord. ^Buitenland, DE DUITSCHE EISCH INZAKE GELIJKHEID VAN BEWAPENING. Verklaring der sociaal- dem. Rijksdagfractie. GEHEIME DRUKKERIJ DER DUITSCHE COMMUNISTEN GESLOTEN. DE WERKLOOSHEID IN DE DUITSCHE STEDEN. DE „BERLINER VOLKSZEITUNG" VERBODEN. MIJNONGELUK IN DUITSCHLAND. HET INTERNATIONAAL MIJNWERKERSCONGRES. TREIN VAN FRANSCHE VREEMDELINGENLEGIOEN IN RAVIJN GESTORT. Reeds 50 dooden» Het aantal doode tot 100 gestegen. JAPANSCHE MILITAIRE TREIN TOT ONTSPORING GEBRACHT. 60 dooden en gewonden» WEDEROM EEN TREIN OVER VALLEN. Elf reizigers gedood, 50 gewond. Dit nummer bestaat uit drie bladen Door de gebeurtenissen in den rijksdag 2ijn andere politieke voorvallen van de laatste dagen eenigszins op den achtergrond gekomen. En hoewel er op dit oogenblik nog genoeg stof zou zijn, om over de Duitsche regeeringsmoeilijkheden te schrijven, zullen wij deze op een andere plaats in dit blad in 't kort weergeven en ons thans bezig houden methet antwoord der Fransche regee ring op de Duitsche gelijkberechtigdheids eisch Dit antwoord is reeds sinds eenige dagen bekend en bestaat uit twee deelen, waarvan het eerste deel betrekking heeft op de ont wapeningsconferentie, terwijl in het tweede deel in bizondei heden geantwoord wordt op de Duitsche eischen. De Fransche regeering verklaart o.m. dat de Duitsche opvatting als zou het verloop der ontwapeningsconferentie onbevredigend zijn, vooruit loopt op de gebeurtenissen en niet gerechtvaardigd wordt door een juiste waar deering van hetgeen tot nu toe is tot stand gebracht. De regeering der Fransche republiek is zich er van bewust alles te hebben gedaan om een ordelijken voortgang der conferentiewerk- ^aamheden mogelijk te maken. Zij heeft o.m. de door haar opgestelde these nopens de vei ligheid tot nader orde teruggenomen en zich er mede accoord verklaard dat het onderzoek naar deze these even lang zal worden aan gehouden als door Duitschland wordt ge- eischt voor het onderzoek naar zijn eischen inzake gelijkgerechtigdheid. Bovendien heeft zij haar wil te ontwapenen aangetoond door de verlaging der defensieuitgaven met ander half milliard franken. Nadat verdere conces sies der Fransche regeering zijn gememo reerd, wordt er in de nota op gewezen, dat volgens de Fransche opvating het zwaarte punt der ontwapeningsconferentie ligt bij ar tikel acht van het Voikenbondsstatuut, waar uit blijkt dat men niet mag streven naar de wapening van afzonderlijke staten, doch naar een gecontroleerde algemeene ontwapening. Indien de Duitsche regeering het haar recht zou willen noemen haar eigen bewapening te wijzigen met een beroep op haar meening dat van het thans in voorbereiding zijnde verdrag slechts ontoereikende resultaten zullen zijn te verwachten dan zou zij niet alleen handelen in strijd met de verplich fingen van het door haar onderteekende ver drag, doch zou zij door haar houding ook de verwezenlijking der algemeene ontwapening onmogelijk maken. Doel is te geraken tot een overeenkomst dat de volkeren werkelijke levensgarantie zal bieden. Indien Duitschland het voornemen heeft tezamen met Frankrijk en de andere staten aan dit werk te arbeiden en er besprekingen over te voeren, dan is niets wenschelijker dan dit. Deze werkzaamheden waaraan Frankrijk in oprecht liberalen zin denkt deel te nemen, zullen het mogelijk maken, vast te leggen, welke de rechtspositie van Duitschland zal zijn binnen een algemeene vredesorde onder bescherming van de arbitrage en controle. Deze kwestie moet in de eerste plaats uit ju ridisch oogpunt worden bezien. Hierbij wordt in de nota gewezen op verschüen, welke be staan tusschen de Duitsche en Fransche zienswijzen Duitschland verklaart dat de ontwapeningsconventie ipse jure in de plaats moet komen van het verdrag van Versailles en da* geen bizondere bepalingen vcor Duitschland mogen worden ingelascht In dit verband, wordt in de nota verklaard: De Fransche regeering kan deze these van rechts- standpunt bezien, niet onderschrijven Noch in deel V van het verdrag van versaillrs, noch in het Volkenbondsstatuut komt een be paling voor krachtens welke een algemeene beperking der bewapening de nietigheid van de in het verdrag vervatte bepalingen van Permanent karakter ten gevolge zou hebben. Met dit juridisch voorbehoud verklaart Frankrijk zich bereid zijnerzijds mede te werken aan het onderzoek naar dit probleem °P den zelfden voet als alle andere betrokken staten en met den wensch dat in de toekom stige teksten rekening zal worden gehouden met de vorderingen welke bereikt zijn door de werkzaamheden der conferentie zelve. Wat de zakelijke kant betreft, wordt in de nota verklaard dat de Fransche regeering niet behoeft te dralen met de bekendmaking van haar richtlijoen. Zij zal op den weg der ontwapening verder gaan naar mate grootere garanties te vinden zullen zijn in de alge meene organisatie van den vrede. In de nota wordt gewezen op de verklaring welke na mens Frankrijk reeds te Genève is afgelegd toen Duitschland voor de eerste maal de kwestie der gelijkgerechtigdheid aansneed, bij welke gelegenheid verklaard werd dat met den dag, waarop een internationale organi satie zou zijn geschapen, welke een ieder ga rantie voor zijn veiligheid en een ieder de zelfde verplichting zou opleggen, de rege ling van deze kwestie in hooge mate zou zijn vergemakkelijkt. Frankrijk legt er vervolgens den nadruk op dat de Fransche veiligheidsgedachte en de uitdrukking veiligheid voorkomen in het Vol kenbondsstatuut en dat Frankrijk niet voor nemens is een verkapt imperialisme te verte genwoordigen. Frankrijk heeft in de kwestie der veiligheid positieve voorstellen gedaan. H«t is niet. alleen bereid eventueele ambities van Düitschland te onderzoeken, doch het verzoekt deze ambities evenals die van ande re staten. Niets zou voor de pacificatie van de wereld doelmatiger schijnen dan een sa menwerking van Duitschland en Frankrijk op dit gebied. o In het tweede deel van het antwoord der Fransche regeering wordt verwezen naar hoofdstuk VII van de Duitsche aide-mé- moire, welke betrekking heeft op organisato rische wijzigingen (den militairen diensttijd, de geledingen der weermacht, de instelling van een militie). Ten einde er zeker van te zijn dat deze tekst niet verkeerd wordt geïnterpreteerd, heeft de Fransche regeering zich gehouden aan de verklaringen van den rijksweerminis- ter in de „New York Times" van 8 Augus tus, van den „Heimatdienst" van 1 Septem ber en van de Resto del Carlino" van 31 Augustus. Diensvolgens gaat het er om dat voor Duitschland op het gebied van het leger worden geëischt luchtstrijdkrachten, pantser wagens, zware artillerie, zoomede luchtdoel artillerie en pantserschepen. Er bestaat hier geen twijfel; het gaat hier om een wapening. Vervolgens wordt in de nota letterlijk ver klaard Reeds thans moet er op gewezen wor den dat deze bewapening zich onafwendbaar zal uitbreiden tot al die staten welke door verdragen aan een zelfde regiem zijn gebon den als Duitschland. Het aan de orde stellen van het geheele Midden- en Oost Europeesche probleem zou derhalve het onmiddellijk gevolg zijn en op deze breede basis zou de bewapeningswed loop opnieuw beginnen. Bij de kwestie, welke Frankrijk is voorgelegd, is derhalve geheel Europa onmiddellijk geïnteresseerd en Frankrijk kan het niet verantwoorden voor zich alleen een antwoord te geven in een probleem van een dergelijken omvang. Klaar blijkelijk gaat het om meer. Aangezien vol gens de verklaringen welke de heeren rijks minister von Neurath en rijksminister von Schleicher den 29 Augustus tegenover den heer ambassadeur Francois Poncet hebben afgelegd, Duitschlands eischen ook betrek king hebben op het zeewezen, zou het geheele vlootregiem der mogendheden mede in het spel betrokken worden. De onvoorzichtigheid van een afzonderlijk antwoord zou derhalve betrekking hebben op het geheele wapenings regiem der wereld. Dit punt kan niet ontgaan aan de scherpzinnigheid der verantwoorde lijke staatslieden. Indien Duitschland derhalve blijft staan op zijn voornemen, dan zal een algemeene actie moeten worden doorgevoerd. Op welke basis? Niet op de basis der ont wapeningsconferentie, in de eerste plaats hierom omdat de eisch van Duitschland uit den aard der zaak direct in strijd is met het doel dezer conferentie hetwelk hierin be staat vermindering en niet verhooging der bewapenngen te bereiken en voorts omdat aan deze conferentie deel wordt genomen door vertegenwoordigers van naties die geen deel hebben in de vredesverdragen De ver- eischte onderhandelingen zouden ongetwij feld niet kunnen worden gevoerd, ja zelfs niet kunnen worden ineeleid. zonder overlec met de mogendheden welke den 13 Juli 1932 zijn toegetreden tot 'net vertrouwenspact. Boven dien is voor dé discussie over het verdrag van Versailles van primair belang dat het niet eenzijdig kan worden gewijzigd en in hef bizonder niet artikel 164, welks tweede zins snede luidt: In den bij het verdrag vastgelegden stand der bewapening wordt geen wijziging toege staan voor Duitschland in den Volkenbond is opgenomen. -Deze kan eventueel gewenscht schijnende wijzigingen goedkeuren. Derhalve berust de beslissing alleen bij den Volkenbond. Frankrijk kan niet in strijd handelen met de verplichtingen welke het tegenover den Volkenbond heeft aangegaan en behoudt zich voor tezijnertijd aan den Volkenbond de motieven uiteen te zetten welke het Frankrijk onmogelijk maken toe te stemmen in de herbewapening van Duitsch land. De soc.-dem. rijksdagfractie deelt in een rbpport betreffende de gistermiddag beëin digde tweedaagsche beraadslagingen over den politieken toestand mede, dat bij deze onderhandelingen met algemeene stemmen een verklaring is aangenomen nopens de ac tie der rijksregeering inzake de defensie. O.m. wordt verklaard: De rijksregeering acht thans het tijdstip aangebroken om voor Duitschland de vrijheid zijn weermacht te organiseeren op te eischen. De veiligheid van de volken kan evenwel niet worden bereikt met de middelen der militaire bewapening. In het bizonder geldt zulks voor Duitschland met het oog op zijn geografische positie en de militaire en economische krachten der an dere landen. De sociaai democratie acht der halve de actie der rijksregeering op het gebied der defensie verkeerd. Dze actie houdt het ge vaar in, dat zij den anderen het voorwendsel geeft tot een onbegrensden bewapeningswed loop, welke het meest de veiligheid van Duitschland in gevaar zou brengen en de volkeren in het verderf zou storten. Slechts een buitenlandsche politiek welke gericht is op de verdediging der volken op den grond slag van algemeene gelijkgerechtigdheid, op de handhaving van den vrede en de interna tionale ontwapening, geeft de waarborgen voor een werkelijke veiligheid. Voorts wordt verklaard: Iedere schrede in den geest van de Duitsche wapeningsnota, zooals deze in het bizonder ^oor den rijks- weerminister is toegelicht, brengt het ge vaar met zich te leiden tot de politieke isola tie van Duitschland, de wereld tegen Duitsch land op te zetten en het verdrag van Ver sailles te vereeuwigen. De sociaal-democrati sche fractie protesteert met alle beslistheid tegen iedere ontketening van nationalistische en militaristische instincten in alle landen, aangezien zij daarin een bedreiging ziet der vrijheid van de arbeidersklasse en een in ge vaar brengen van den wereldvrede. OVER DE RIJKSDAGONTBINDING. De Rijksdagcommissie voor de handhaving der rechten van volksvertegenwoordiging. In de gister gehouden zitting van de com missie tot handhaving van de rechten der volksvertegenwoordiging heeft de president van den rijksdag, Goering, een reeks voor beelden gegeven uit den tijd voor den oor log, ten bewijze, dat ook indertijd de verte genwoordigers der rijksregeering tijdens de stemmingen niet het woord hebben kunnen verkrijgen voor materieele mededeelingen. Het Centrum bracht hierna een resolutie aan de orde waarbij volgens de meening der commissie de stemming reeds een aanvang had genomen voor dat de rijkskanselier het woord had gevraagd. Volgens het reglement van orde en volgens het gewoonterecht heeft de rijkspresident na de opening der stemming niet meer het woord mogen verleenen, ook niet aan een vertegenwoordiger der rijksre geering, zulks is zoowel in overeenstemming met de grondwet als met het reglement van orde. Voorts wordt er in de resolutie de na druk op gelegd dat het ontbindingsdecreet tij dens de stemming op den lessenaar van den rijksdagpresident is gedeponeerd. Ten slotte wordt in de resolutie uitgesproken dat het resultaat der stemming geen staatsrechterlij ke uitwerking heeft, omdat intusschen de rijksdag is ontbonden. De algemeene politie ke beteekenis van deze stemming, waarbij 512 stemmen tegen de regeering-von Papen werden uitgebracht, ondervindt van dit feit geen terugslag. Namens de N.S.D.A.P.-fractie verklaarde Dr. Frank II dat zijn fractie het met dit laat ste niet eens is, en dat zij nog steeds er bij blijft dat de regeering op grond van de voor haar vernietigende afloop der stemming had moeten aftreden. Van de zijde der Beiersche Volkspartij werd de meening uitgesproken dat het nood zakelijk is allereerst nog eens de gebeurtenis sen ter zitting nauwkeurig door een verhoor van getuigen, in hoofdzaak vertegenwoordi gers der rijksregeering en leden van het bu reau van den rijksdag op te helderen. Een overeenkomstig voorstel werd ingediend. De Centrumresolutie werd teruggenomen. De commissie nam vervolgens met de stem men der Duitsch-nationalen tegen de volgen de resolutie aan: De Commissie blijft er bij, dat het niet- verschijnen van den rijkskanselier en van den rijksminister van binnenlandsche zaken in de commissiezitting in strijd is met art. 33 der rijksgrondwet. De rijksregeering heeft de stemming van den rijksdag inzake de motie van wantrouwen niet erkend, zij is niet afge treden, zij blijft veeleer onbeperkt in functie. Uitgaande van dit feit, heeft de commissie het verschijnen van den rijkskanselier en van den rijksminister van binnenlandsche zaken ge- eischt. Bij dezen stand van zaken hebben de leden der rijksregeering onvoorwaardelijk de plicht gehad te verschijnen voor de commis sie. De rijksregeering kan zich niet aan deze verplichting onttrekken door zich te beroepen op een juridische meening. Een commissie van onderzoek ingesteld. De commissie tot handhaving van de rech ten der volksvertegenwoordiging heeft beslo ten een commissie van onderzoek in te stel len, die o.a. den rijkskanselier en den rijks minister van binnenlandsche zaken zal ver- hooren over de voorvallen in de laatste rijks dagzitting. Van bevoegde zijde wordt in ver band hiermede verklaard, dat vertegenwoor digers van de rijksregeering, indien zij opge roepen zouden worden, eerst dan voor de commissie zouden verschijnen, als er zeker heid bestaat, dat de nog bestaande organen van den ontbonden rijksdag de ontbinding door den rijkspresident vóór de stemmingen uitgesproken en de staatsrechtelijke positie, die daaruit voor de rijksregeering voort vloeit, zullen erkennen. Naar het politiepresidium van Berlijn me dedeelt, is gister een geheime communisti sche drukkerij, waar een blad werd samenge steld: die Rote Sturmfahne genaamd, dat in de plaats van de verboden „Rote Fahne" werd uitgegeven, door de politie gesloten. 50.000 vcor verzending gereed gemaakte exemplaren zijn in beslag genomen. Zeven personen zijn gearresteerd. Een hunner is van een in volle vaart rijdende auto gesprongen, doch is later door de politie opgespoord. In „Rote Sturmfahne' werd opgewekt tot de algemeene werkstaking, terwijl de regee ring en staatsambtenaren op gtove wijze in hei biad werden beschimpt. Naar de Duitsche Stedendag mededeelt, waren er op 1 Augustus in de steden met meer dan 25.000 inwoners (gezamenlijk aan tal inwoners rond 25 millioen) 1.580.000 doorloopend ondersteunde werkloozen, die uitsluitend uitkeering van de gemeenten krij gen. Dat beteekent een aanwas van ongeveer 30.000 tegenover de vorige maand. Het aan tal voor alle gemeenten, dus ook voor de klei nere, bedroeg 2.450.000. Er is een voortdu rende stijging waar te nemen, wat voor de gemeentelijke financiën een zware last betee kent. Door de Berlijnsche politie wordt medege deeld, dat op grond van paragraaf 6 alinea 1 van de verordening van den Rijkspresident tegen politieke excessen van 14 Juli 1932 de in Berlijn verschijnende „Berliner Volkszei- tung" verboden is tot en met 21 September. Dit verbod vindt zijn oorzaak in een artikel, waarin den rijkspresident en de rijksregeering schending van de grondwet wordt verweten. Op de mijn „Anna" van de Hoesch-Koeln- Neu-Essen A.G. zijn gister twee arbeiders verongelukt. Op het congres der internationale mijn werkersfederatie te Londen is het woord ge voerd door Delattre, die zeide, dat de federa tie de beweging der vakvereenigingen inzake de algemeene veertig-urige werkweek in de industrie, zooals te Amsterdam het eerst ter sprake is gebracht, moet steunen. De Duitsche gedelegeerde Husemann zeide, dat de regeering-Bruening de ratificatie van de ontwerp-conventie van Geneve geen enkele hinderpaal in den weg had gelegd. De Duit sche mijnwerkersorganisatie heeft, aldus spreker, nog geen gelegenheid gehad met de regeering-von Papen te onderhandelen over de steenkolennijverheid, doch, verklaarde spr zoodra Duitschland door een stabiele regee ring zal worden bestuurd, zullen de onder handelingen strekkende de ratificatie der in ternationale conventie door Duitschland woc- den hervat. Er zal naar gestreefd worden om de vertegenwoordiging der Duitsche mijn werkersorganisatie ter economische wereld conferentie te verzekeren bij de beraadsla gingen over de kolennijverheid. Naar uit Oran (Algiers) wordt geseind, is een personentrein, waarmede 510 militairen van het Fransche vreemdelingenlegioen, w.o. officieren en manschappen, werden vervoerd, in de omgeving van Tlemcen in een afgrond gestort. Volgens de eerste tot nu toe ontvan gen berichten zou het aantal dooden niet minder dan 50 bedragen, terwijl 80 man min of meer ernstig zijn gewond. Men neemt aan dat het ongeluk heeft plaats gehad tengevolge van het feit dat een spoordijk is onderspoeld. Nadere bizonderheden ontbreken nog. Men vreest evenwel dat het aantal dooden aan zienlijk grooter zal zijn. Naar uit de nadere berichten blijkt, is het spoorwegongeluk bij Tlemcen in Algiers nog veel vreeselijker, dan men oorspronkelijk dacht. In totaal schijnen 1Ó0 man gedood te zijn. De trein bestond uit 14 wagons, waar in 2 officieren, 27 onder-officieren, 46 vrijge stelden en 1435 soldaten van het vreemde lingenlegioen zaten. Onmiddellijk na het be kend worden van het ongeluk zijn twee hulp- treinen met doctoren uit het naburige garni zoen naar de plaats des onheils vertrokken. De verongelukte trein was gistermorgen om 7 uur 15 uit Del Abbes vertrokken. Het on geluk is laat in den middag gebeurd. Nog geen nauwkeurig overzicht van den ramp. Het aantal dooden tot nog toe 120. Volgens de laatste berichten, die heden morgen vroeg te Parijs zijn ontvangen over het spoorwegongeluk bij Tlemcen in Algiers zal het aantal dooden 120 bedragen, terwijl 150 soldaten zouden zijn gewond. De eerste trein met ongeveer 50 gewonden is gisteravond laat te Tlemcen aangekomen. De meeste overlevenden, die tot nu toe zijn gered, zijn zoo zwaar gewond, dat men voor hun leven vreest. Het opruimingswerk ge schiedt zeer moeilijk, aangezien de streek waar het ongeluk gebeurde zeer onherberg zaam is en het hulpmateriaal slechts moeilijk ter plaatse kan komen. Men verwacht, dat men pas in den loop van heden een nauwkeu rig overzicht van den omvang van de ramp kan krijgen, aangezien de meeste dooden en gewonden diep onder de puinhoopen liggen. De verongelukte trein die uit 31 rijtuigen be stond had gistermorgen vroeg het garnizoen van het eerste regiment van het vreemdelin genlegioen te Sidi Bel Abbes verlaten om het te Oedzjda gedetacheerde regiment af te los sen. Tegen drie uur gistermiddag bevond de trein zich op nog slechts eenige K.M. afstand van Tourennes, waar de spoorweg over het traject van eenige honderden meters vlak langs den steilen 100 M. diepen afgrond voert. Een inboorling, die als eenige oogge tuige de ramp zag geschieden, deelde mede, hoe hij plotseling de locomotief zag overhel- ln en in den afgrond storten. Alle 31 wagons met zich meesleepend. Met donderend geraas stortten de wagens in de diepte, waar zij eenige seconden later een groote puinhoop vormden waaruit gegil, gekerm en gerochel opsteeg. In den loop van den nacht was men er nog slechts in geslaagd een betrekkelijk klein aantal dooden en gewonden te bergen. De oorzaak van de ramp is nog niet bekend. Doch algemeen neemt men aan, dat de spoordijk, door den langdurigen regenval van de laatste dagen is onderspoeld. Echter houdt men ook rekening met de mogelijkheid van een aanslag, aangezien een ingenieur van de spoorwegmaatschappij gisterochtend het traject TourenneTlemcen te voet heeft afgelegd om in afwachting van het militaire transport de lijn te onderzoeken. Hij heeft hierbij echter geen aanwijzingen gevonden dat de spoordam in slechten toestand zou verkeeren. Volgens berichten uit Moekden is een Ja- pansche militaire trein, die op weg was van Moekden naar Hailoen, tot ontsporing ge bracht. Er werden 60 soldaten en officieren gedood en verwond. Het verkeer werd voor 6 uur stopgezet. Naar het Telegraaf-agentschap van de Sovjet-Unie meldt, is gistermorgen een over- val gepleegd op den Charbin Tsjang-Tsjoen onderweg zijnden trein, in de nabijheid van het station Sjoean Jan Dsl Elf reizigers werden gedood, 50 gewond. De lo comotief en twee wagons stortten van den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 1