DAGBLAD VOOR
ALKMAAR
EN OMSTREKEN.
De Duitsche
gelijkberechtigdheidseisch.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar f 2.
tranco door het geheele Rijk 2.50.
i-osse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contractei, rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Briev»:B franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telei. 3, redactie 33.
Ho. 218
Directeur: C. KRAK.
Donderdag 15 September IS32 Hoofdredacteur: Tj. N. ADLMA.
134e Jaargang
J)nqe£iiksch OmczicfU
Frankrijk's uitvoerig antwoord op den
Duitschen gelijkberechtigdheidseisch. -
De Fransche regeering verklaart o.m. dat
de Duitsche opvatting over het verloop
der ontwapeningsconferentie niet gerecht
vaardigd was. - Geen toestemming voor
de her-bewapening van Duitschland l
Het Fransche antwoord.
^Buitenland,
DE DUITSCHE EISCH INZAKE
GELIJKHEID
VAN BEWAPENING.
Verklaring der sociaal-
dem. Rijksdagfractie.
GEHEIME DRUKKERIJ DER
DUITSCHE COMMUNISTEN
GESLOTEN.
DE WERKLOOSHEID IN DE
DUITSCHE STEDEN.
DE „BERLINER VOLKSZEITUNG"
VERBODEN.
MIJNONGELUK IN DUITSCHLAND.
HET INTERNATIONAAL
MIJNWERKERSCONGRES.
TREIN VAN FRANSCHE
VREEMDELINGENLEGIOEN IN
RAVIJN GESTORT.
Reeds 50 dooden»
Het aantal doode tot 100
gestegen.
JAPANSCHE MILITAIRE TREIN
TOT ONTSPORING GEBRACHT.
60 dooden en gewonden»
WEDEROM EEN TREIN OVER
VALLEN.
Elf reizigers gedood, 50
gewond.
Dit nummer bestaat uit drie bladen
Door de gebeurtenissen in den rijksdag
2ijn andere politieke voorvallen van de
laatste dagen eenigszins op den achtergrond
gekomen. En hoewel er op dit oogenblik nog
genoeg stof zou zijn, om over de Duitsche
regeeringsmoeilijkheden te schrijven, zullen
wij deze op een andere plaats in dit blad in 't
kort weergeven en ons thans bezig houden
methet antwoord der Fransche regee
ring op de Duitsche gelijkberechtigdheids
eisch
Dit antwoord is reeds sinds eenige dagen
bekend en bestaat uit twee deelen, waarvan
het eerste deel betrekking heeft op de ont
wapeningsconferentie, terwijl in het tweede
deel in bizondei heden geantwoord wordt op
de Duitsche eischen.
De Fransche regeering verklaart o.m. dat
de Duitsche opvatting als zou het verloop der
ontwapeningsconferentie onbevredigend zijn,
vooruit loopt op de gebeurtenissen en niet
gerechtvaardigd wordt door een juiste waar
deering van hetgeen tot nu toe is tot stand
gebracht.
De regeering der Fransche republiek is zich
er van bewust alles te hebben gedaan om
een ordelijken voortgang der conferentiewerk-
^aamheden mogelijk te maken. Zij heeft o.m.
de door haar opgestelde these nopens de vei
ligheid tot nader orde teruggenomen en zich
er mede accoord verklaard dat het onderzoek
naar deze these even lang zal worden aan
gehouden als door Duitschland wordt ge-
eischt voor het onderzoek naar zijn eischen
inzake gelijkgerechtigdheid. Bovendien heeft
zij haar wil te ontwapenen aangetoond door
de verlaging der defensieuitgaven met ander
half milliard franken. Nadat verdere conces
sies der Fransche regeering zijn gememo
reerd, wordt er in de nota op gewezen, dat
volgens de Fransche opvating het zwaarte
punt der ontwapeningsconferentie ligt bij ar
tikel acht van het Voikenbondsstatuut, waar
uit blijkt dat men niet mag streven naar de
wapening van afzonderlijke staten, doch naar
een gecontroleerde algemeene ontwapening.
Indien de Duitsche regeering het haar recht
zou willen noemen haar eigen bewapening
te wijzigen met een beroep op haar meening
dat van het thans in voorbereiding zijnde
verdrag slechts ontoereikende resultaten
zullen zijn te verwachten dan zou zij niet
alleen handelen in strijd met de verplich
fingen van het door haar onderteekende ver
drag, doch zou zij door haar houding ook de
verwezenlijking der algemeene ontwapening
onmogelijk maken. Doel is te geraken tot een
overeenkomst dat de volkeren werkelijke
levensgarantie zal bieden. Indien Duitschland
het voornemen heeft tezamen met Frankrijk
en de andere staten aan dit werk te arbeiden
en er besprekingen over te voeren, dan is
niets wenschelijker dan dit.
Deze werkzaamheden waaraan Frankrijk
in oprecht liberalen zin denkt deel te nemen,
zullen het mogelijk maken, vast te leggen,
welke de rechtspositie van Duitschland zal
zijn binnen een algemeene vredesorde onder
bescherming van de arbitrage en controle.
Deze kwestie moet in de eerste plaats uit ju
ridisch oogpunt worden bezien. Hierbij wordt
in de nota gewezen op verschüen, welke be
staan tusschen de Duitsche en Fransche
zienswijzen Duitschland verklaart dat de
ontwapeningsconventie ipse jure in de plaats
moet komen van het verdrag van Versailles
en da* geen bizondere bepalingen vcor
Duitschland mogen worden ingelascht In dit
verband, wordt in de nota verklaard: De
Fransche regeering kan deze these van rechts-
standpunt bezien, niet onderschrijven Noch
in deel V van het verdrag van versaillrs,
noch in het Volkenbondsstatuut komt een be
paling voor krachtens welke een algemeene
beperking der bewapening de nietigheid van
de in het verdrag vervatte bepalingen van
Permanent karakter ten gevolge zou hebben.
Met dit juridisch voorbehoud verklaart
Frankrijk zich bereid zijnerzijds mede te
werken aan het onderzoek naar dit probleem
°P den zelfden voet als alle andere betrokken
staten en met den wensch dat in de toekom
stige teksten rekening zal worden gehouden
met de vorderingen welke bereikt zijn door
de werkzaamheden der conferentie zelve.
Wat de zakelijke kant betreft, wordt in de
nota verklaard dat de Fransche regeering
niet behoeft te dralen met de bekendmaking
van haar richtlijoen. Zij zal op den weg der
ontwapening verder gaan naar mate grootere
garanties te vinden zullen zijn in de alge
meene organisatie van den vrede. In de nota
wordt gewezen op de verklaring welke na
mens Frankrijk reeds te Genève is afgelegd
toen Duitschland voor de eerste maal de
kwestie der gelijkgerechtigdheid aansneed, bij
welke gelegenheid verklaard werd dat met
den dag, waarop een internationale organi
satie zou zijn geschapen, welke een ieder ga
rantie voor zijn veiligheid en een ieder de
zelfde verplichting zou opleggen, de rege
ling van deze kwestie in hooge mate zou zijn
vergemakkelijkt.
Frankrijk legt er vervolgens den nadruk
op dat de Fransche veiligheidsgedachte en de
uitdrukking veiligheid voorkomen in het Vol
kenbondsstatuut en dat Frankrijk niet voor
nemens is een verkapt imperialisme te verte
genwoordigen. Frankrijk heeft in de kwestie
der veiligheid positieve voorstellen gedaan.
H«t is niet. alleen bereid eventueele ambities
van Düitschland te onderzoeken, doch het
verzoekt deze ambities evenals die van ande
re staten. Niets zou voor de pacificatie van
de wereld doelmatiger schijnen dan een sa
menwerking van Duitschland en Frankrijk
op dit gebied.
o
In het tweede deel van het antwoord der
Fransche regeering wordt verwezen naar
hoofdstuk VII van de Duitsche aide-mé-
moire, welke betrekking heeft op organisato
rische wijzigingen (den militairen diensttijd,
de geledingen der weermacht, de instelling
van een militie).
Ten einde er zeker van te zijn dat deze
tekst niet verkeerd wordt geïnterpreteerd,
heeft de Fransche regeering zich gehouden
aan de verklaringen van den rijksweerminis-
ter in de „New York Times" van 8 Augus
tus, van den „Heimatdienst" van 1 Septem
ber en van de Resto del Carlino" van 31
Augustus. Diensvolgens gaat het er om dat
voor Duitschland op het gebied van het leger
worden geëischt luchtstrijdkrachten, pantser
wagens, zware artillerie, zoomede luchtdoel
artillerie en pantserschepen. Er bestaat hier
geen twijfel; het gaat hier om een wapening.
Vervolgens wordt in de nota letterlijk ver
klaard Reeds thans moet er op gewezen wor
den dat deze bewapening zich onafwendbaar
zal uitbreiden tot al die staten welke door
verdragen aan een zelfde regiem zijn gebon
den als Duitschland.
Het aan de orde stellen van het geheele
Midden- en Oost Europeesche probleem zou
derhalve het onmiddellijk gevolg zijn en op
deze breede basis zou de bewapeningswed
loop opnieuw beginnen. Bij de kwestie, welke
Frankrijk is voorgelegd, is derhalve geheel
Europa onmiddellijk geïnteresseerd en
Frankrijk kan het niet verantwoorden voor
zich alleen een antwoord te geven in een
probleem van een dergelijken omvang. Klaar
blijkelijk gaat het om meer. Aangezien vol
gens de verklaringen welke de heeren rijks
minister von Neurath en rijksminister von
Schleicher den 29 Augustus tegenover den
heer ambassadeur Francois Poncet hebben
afgelegd, Duitschlands eischen ook betrek
king hebben op het zeewezen, zou het geheele
vlootregiem der mogendheden mede in het
spel betrokken worden. De onvoorzichtigheid
van een afzonderlijk antwoord zou derhalve
betrekking hebben op het geheele wapenings
regiem der wereld. Dit punt kan niet ontgaan
aan de scherpzinnigheid der verantwoorde
lijke staatslieden.
Indien Duitschland derhalve blijft staan
op zijn voornemen, dan zal een algemeene
actie moeten worden doorgevoerd.
Op welke basis? Niet op de basis der ont
wapeningsconferentie, in de eerste plaats
hierom omdat de eisch van Duitschland uit
den aard der zaak direct in strijd is met het
doel dezer conferentie hetwelk hierin be
staat vermindering en niet verhooging der
bewapenngen te bereiken en voorts omdat
aan deze conferentie deel wordt genomen
door vertegenwoordigers van naties die geen
deel hebben in de vredesverdragen De ver-
eischte onderhandelingen zouden ongetwij
feld niet kunnen worden gevoerd, ja zelfs niet
kunnen worden ineeleid. zonder overlec met
de mogendheden welke den 13 Juli 1932 zijn
toegetreden tot 'net vertrouwenspact. Boven
dien is voor dé discussie over het verdrag van
Versailles van primair belang dat het niet
eenzijdig kan worden gewijzigd en in hef
bizonder niet artikel 164, welks tweede zins
snede luidt:
In den bij het verdrag vastgelegden stand
der bewapening wordt geen wijziging toege
staan voor Duitschland in den Volkenbond is
opgenomen. -Deze kan eventueel gewenscht
schijnende wijzigingen goedkeuren.
Derhalve berust de beslissing alleen bij
den Volkenbond. Frankrijk kan niet in strijd
handelen met de verplichtingen welke het
tegenover den Volkenbond heeft aangegaan
en behoudt zich voor tezijnertijd aan den
Volkenbond de motieven uiteen te zetten
welke het Frankrijk onmogelijk maken toe te
stemmen in de herbewapening van Duitsch
land.
De soc.-dem. rijksdagfractie deelt in een
rbpport betreffende de gistermiddag beëin
digde tweedaagsche beraadslagingen over
den politieken toestand mede, dat bij deze
onderhandelingen met algemeene stemmen
een verklaring is aangenomen nopens de ac
tie der rijksregeering inzake de defensie.
O.m. wordt verklaard: De rijksregeering
acht thans het tijdstip aangebroken om voor
Duitschland de vrijheid zijn weermacht te
organiseeren op te eischen. De veiligheid van
de volken kan evenwel niet worden bereikt
met de middelen der militaire bewapening.
In het bizonder geldt zulks voor Duitschland
met het oog op zijn geografische positie en
de militaire en economische krachten der an
dere landen. De sociaai democratie acht der
halve de actie der rijksregeering op het gebied
der defensie verkeerd. Dze actie houdt het ge
vaar in, dat zij den anderen het voorwendsel
geeft tot een onbegrensden bewapeningswed
loop, welke het meest de veiligheid van
Duitschland in gevaar zou brengen en de
volkeren in het verderf zou storten. Slechts
een buitenlandsche politiek welke gericht is
op de verdediging der volken op den grond
slag van algemeene gelijkgerechtigdheid, op
de handhaving van den vrede en de interna
tionale ontwapening, geeft de waarborgen
voor een werkelijke veiligheid.
Voorts wordt verklaard: Iedere schrede in
den geest van de Duitsche wapeningsnota,
zooals deze in het bizonder ^oor den rijks-
weerminister is toegelicht, brengt het ge
vaar met zich te leiden tot de politieke isola
tie van Duitschland, de wereld tegen Duitsch
land op te zetten en het verdrag van Ver
sailles te vereeuwigen. De sociaal-democrati
sche fractie protesteert met alle beslistheid
tegen iedere ontketening van nationalistische
en militaristische instincten in alle landen,
aangezien zij daarin een bedreiging ziet der
vrijheid van de arbeidersklasse en een in ge
vaar brengen van den wereldvrede.
OVER DE RIJKSDAGONTBINDING.
De Rijksdagcommissie voor de
handhaving der rechten van
volksvertegenwoordiging.
In de gister gehouden zitting van de com
missie tot handhaving van de rechten der
volksvertegenwoordiging heeft de president
van den rijksdag, Goering, een reeks voor
beelden gegeven uit den tijd voor den oor
log, ten bewijze, dat ook indertijd de verte
genwoordigers der rijksregeering tijdens de
stemmingen niet het woord hebben kunnen
verkrijgen voor materieele mededeelingen.
Het Centrum bracht hierna een resolutie
aan de orde waarbij volgens de meening der
commissie de stemming reeds een aanvang
had genomen voor dat de rijkskanselier het
woord had gevraagd. Volgens het reglement
van orde en volgens het gewoonterecht heeft
de rijkspresident na de opening der stemming
niet meer het woord mogen verleenen, ook
niet aan een vertegenwoordiger der rijksre
geering, zulks is zoowel in overeenstemming
met de grondwet als met het reglement van
orde. Voorts wordt er in de resolutie de na
druk op gelegd dat het ontbindingsdecreet tij
dens de stemming op den lessenaar van den
rijksdagpresident is gedeponeerd. Ten slotte
wordt in de resolutie uitgesproken dat het
resultaat der stemming geen staatsrechterlij
ke uitwerking heeft, omdat intusschen de
rijksdag is ontbonden. De algemeene politie
ke beteekenis van deze stemming, waarbij
512 stemmen tegen de regeering-von Papen
werden uitgebracht, ondervindt van dit feit
geen terugslag.
Namens de N.S.D.A.P.-fractie verklaarde
Dr. Frank II dat zijn fractie het met dit laat
ste niet eens is, en dat zij nog steeds er bij
blijft dat de regeering op grond van de voor
haar vernietigende afloop der stemming had
moeten aftreden.
Van de zijde der Beiersche Volkspartij
werd de meening uitgesproken dat het nood
zakelijk is allereerst nog eens de gebeurtenis
sen ter zitting nauwkeurig door een verhoor
van getuigen, in hoofdzaak vertegenwoordi
gers der rijksregeering en leden van het bu
reau van den rijksdag op te helderen. Een
overeenkomstig voorstel werd ingediend.
De Centrumresolutie werd teruggenomen.
De commissie nam vervolgens met de stem
men der Duitsch-nationalen tegen de volgen
de resolutie aan:
De Commissie blijft er bij, dat het niet-
verschijnen van den rijkskanselier en van den
rijksminister van binnenlandsche zaken in de
commissiezitting in strijd is met art. 33 der
rijksgrondwet. De rijksregeering heeft de
stemming van den rijksdag inzake de motie
van wantrouwen niet erkend, zij is niet afge
treden, zij blijft veeleer onbeperkt in functie.
Uitgaande van dit feit, heeft de commissie het
verschijnen van den rijkskanselier en van den
rijksminister van binnenlandsche zaken ge-
eischt. Bij dezen stand van zaken hebben de
leden der rijksregeering onvoorwaardelijk de
plicht gehad te verschijnen voor de commis
sie. De rijksregeering kan zich niet aan deze
verplichting onttrekken door zich te beroepen
op een juridische meening.
Een commissie van onderzoek
ingesteld.
De commissie tot handhaving van de rech
ten der volksvertegenwoordiging heeft beslo
ten een commissie van onderzoek in te stel
len, die o.a. den rijkskanselier en den rijks
minister van binnenlandsche zaken zal ver-
hooren over de voorvallen in de laatste rijks
dagzitting. Van bevoegde zijde wordt in ver
band hiermede verklaard, dat vertegenwoor
digers van de rijksregeering, indien zij opge
roepen zouden worden, eerst dan voor de
commissie zouden verschijnen, als er zeker
heid bestaat, dat de nog bestaande organen
van den ontbonden rijksdag de ontbinding
door den rijkspresident vóór de stemmingen
uitgesproken en de staatsrechtelijke positie,
die daaruit voor de rijksregeering voort
vloeit, zullen erkennen.
Naar het politiepresidium van Berlijn me
dedeelt, is gister een geheime communisti
sche drukkerij, waar een blad werd samenge
steld: die Rote Sturmfahne genaamd, dat in
de plaats van de verboden „Rote Fahne"
werd uitgegeven, door de politie gesloten.
50.000 vcor verzending gereed gemaakte
exemplaren zijn in beslag genomen. Zeven
personen zijn gearresteerd. Een hunner is van
een in volle vaart rijdende auto gesprongen,
doch is later door de politie opgespoord.
In „Rote Sturmfahne' werd opgewekt tot
de algemeene werkstaking, terwijl de regee
ring en staatsambtenaren op gtove wijze in
hei biad werden beschimpt.
Naar de Duitsche Stedendag mededeelt,
waren er op 1 Augustus in de steden met
meer dan 25.000 inwoners (gezamenlijk aan
tal inwoners rond 25 millioen) 1.580.000
doorloopend ondersteunde werkloozen, die
uitsluitend uitkeering van de gemeenten krij
gen. Dat beteekent een aanwas van ongeveer
30.000 tegenover de vorige maand. Het aan
tal voor alle gemeenten, dus ook voor de klei
nere, bedroeg 2.450.000. Er is een voortdu
rende stijging waar te nemen, wat voor de
gemeentelijke financiën een zware last betee
kent.
Door de Berlijnsche politie wordt medege
deeld, dat op grond van paragraaf 6 alinea
1 van de verordening van den Rijkspresident
tegen politieke excessen van 14 Juli 1932 de
in Berlijn verschijnende „Berliner Volkszei-
tung" verboden is tot en met 21 September.
Dit verbod vindt zijn oorzaak in een artikel,
waarin den rijkspresident en de rijksregeering
schending van de grondwet wordt verweten.
Op de mijn „Anna" van de Hoesch-Koeln-
Neu-Essen A.G. zijn gister twee arbeiders
verongelukt.
Op het congres der internationale mijn
werkersfederatie te Londen is het woord ge
voerd door Delattre, die zeide, dat de federa
tie de beweging der vakvereenigingen inzake
de algemeene veertig-urige werkweek in de
industrie, zooals te Amsterdam het eerst ter
sprake is gebracht, moet steunen.
De Duitsche gedelegeerde Husemann zeide,
dat de regeering-Bruening de ratificatie van
de ontwerp-conventie van Geneve geen enkele
hinderpaal in den weg had gelegd. De Duit
sche mijnwerkersorganisatie heeft, aldus
spreker, nog geen gelegenheid gehad met de
regeering-von Papen te onderhandelen over
de steenkolennijverheid, doch, verklaarde spr
zoodra Duitschland door een stabiele regee
ring zal worden bestuurd, zullen de onder
handelingen strekkende de ratificatie der in
ternationale conventie door Duitschland woc-
den hervat. Er zal naar gestreefd worden
om de vertegenwoordiging der Duitsche mijn
werkersorganisatie ter economische wereld
conferentie te verzekeren bij de beraadsla
gingen over de kolennijverheid.
Naar uit Oran (Algiers) wordt geseind, is
een personentrein, waarmede 510 militairen
van het Fransche vreemdelingenlegioen, w.o.
officieren en manschappen, werden vervoerd,
in de omgeving van Tlemcen in een afgrond
gestort. Volgens de eerste tot nu toe ontvan
gen berichten zou het aantal dooden niet
minder dan 50 bedragen, terwijl 80 man min
of meer ernstig zijn gewond. Men neemt aan
dat het ongeluk heeft plaats gehad tengevolge
van het feit dat een spoordijk is onderspoeld.
Nadere bizonderheden ontbreken nog. Men
vreest evenwel dat het aantal dooden aan
zienlijk grooter zal zijn.
Naar uit de nadere berichten blijkt, is het
spoorwegongeluk bij Tlemcen in Algiers nog
veel vreeselijker, dan men oorspronkelijk
dacht. In totaal schijnen 1Ó0 man gedood te
zijn. De trein bestond uit 14 wagons, waar
in 2 officieren, 27 onder-officieren, 46 vrijge
stelden en 1435 soldaten van het vreemde
lingenlegioen zaten. Onmiddellijk na het be
kend worden van het ongeluk zijn twee hulp-
treinen met doctoren uit het naburige garni
zoen naar de plaats des onheils vertrokken.
De verongelukte trein was gistermorgen om
7 uur 15 uit Del Abbes vertrokken. Het on
geluk is laat in den middag gebeurd.
Nog geen nauwkeurig overzicht
van den ramp. Het aantal
dooden tot nog toe 120.
Volgens de laatste berichten, die heden
morgen vroeg te Parijs zijn ontvangen over
het spoorwegongeluk bij Tlemcen in Algiers
zal het aantal dooden 120 bedragen, terwijl
150 soldaten zouden zijn gewond.
De eerste trein met ongeveer 50 gewonden
is gisteravond laat te Tlemcen aangekomen.
De meeste overlevenden, die tot nu toe zijn
gered, zijn zoo zwaar gewond, dat men voor
hun leven vreest. Het opruimingswerk ge
schiedt zeer moeilijk, aangezien de streek
waar het ongeluk gebeurde zeer onherberg
zaam is en het hulpmateriaal slechts moeilijk
ter plaatse kan komen. Men verwacht, dat
men pas in den loop van heden een nauwkeu
rig overzicht van den omvang van de ramp
kan krijgen, aangezien de meeste dooden en
gewonden diep onder de puinhoopen liggen.
De verongelukte trein die uit 31 rijtuigen be
stond had gistermorgen vroeg het garnizoen
van het eerste regiment van het vreemdelin
genlegioen te Sidi Bel Abbes verlaten om het
te Oedzjda gedetacheerde regiment af te los
sen. Tegen drie uur gistermiddag bevond de
trein zich op nog slechts eenige K.M. afstand
van Tourennes, waar de spoorweg over het
traject van eenige honderden meters vlak
langs den steilen 100 M. diepen afgrond
voert. Een inboorling, die als eenige oogge
tuige de ramp zag geschieden, deelde mede,
hoe hij plotseling de locomotief zag overhel-
ln en in den afgrond storten. Alle 31 wagons
met zich meesleepend. Met donderend geraas
stortten de wagens in de diepte, waar zij
eenige seconden later een groote puinhoop
vormden waaruit gegil, gekerm en gerochel
opsteeg. In den loop van den nacht was men
er nog slechts in geslaagd een betrekkelijk
klein aantal dooden en gewonden te bergen.
De oorzaak van de ramp is nog niet bekend.
Doch algemeen neemt men aan, dat de
spoordijk, door den langdurigen regenval
van de laatste dagen is onderspoeld. Echter
houdt men ook rekening met de mogelijkheid
van een aanslag, aangezien een ingenieur
van de spoorwegmaatschappij gisterochtend
het traject TourenneTlemcen te voet heeft
afgelegd om in afwachting van het militaire
transport de lijn te onderzoeken. Hij heeft
hierbij echter geen aanwijzingen gevonden
dat de spoordam in slechten toestand zou
verkeeren.
Volgens berichten uit Moekden is een Ja-
pansche militaire trein, die op weg was van
Moekden naar Hailoen, tot ontsporing ge
bracht. Er werden 60 soldaten en officieren
gedood en verwond. Het verkeer werd voor
6 uur stopgezet.
Naar het Telegraaf-agentschap van de
Sovjet-Unie meldt, is gistermorgen een over-
val gepleegd op den Charbin
Tsjang-Tsjoen onderweg zijnden trein, in de
nabijheid van het station Sjoean Jan Dsl Elf
reizigers werden gedood, 50 gewond. De lo
comotief en twee wagons stortten van den