Alkmaarsche Courant.
No. 223 1332
Honden! fier en dertigste Jaargang.
WOENSDAG 21 SEPTEMBER.
DE MILLIOENENNOTA.
Pluimveeteelt.
460e STAATSLOTERIJ
-
.39 imtetdand
Aanvankelijk geraamd tekort f 147.6
millioen, later verminderd tot 22 mil
lioen.
Aan de gister door den minister van finan
cien ingediende nota betreffende den toe
stand van 's lands financien is het volgen
de ontleend:
De begrooting voor den gewonen dienst
1933 wijst aan in uitgaven 572.857.368,
in ontvangsten 518.223.483, nadeelig sal
do geraamd op 54.633.885. Dit cijfer is
echter noch het tekort dat aanvankelijk op de
begrooting voor 1933 moest worden ge
raamd, noch het tekort dat daarop ten slotte
geraamd zal worden. Het eerstgenoemde
tekort is 147.6 millioen. Het laatstgenoem
de is 22 millioen. Het cijfer van 54.6
millioen is slechts een station op den weg der
dekking en heeft niet meer dan toevallige be-
teekenis. Het dankt zijn ontstaan aan het
feit, dat een deel der overbruggingsmaat
regelen reeds in de begrootingscijfers uit
gaven en inkomsten kon worden uitge
drukt en dat ten aanzien van een ander deel
om technische redenen voorshands met een
aankondiging moest worden volstaan.
Voor een juist inzicht wordt meegedeeld,
waaruit het tekort van 147.6 millioen is
samengesteld.
Het betreft hier vier factoren:
lo. Het tekort van 10.3 millioen, dat
reeds op de begrooting voor 1932 geraamd
wordt en dus, bij gelijk blijvende uitgaven en
inkomsten, ook op de begrooting voor 1933
drukt. Dat tekort was nog blijven bestaan na
de verschillende maatregelen, die in den loop
van het jaar reeds werden genomen tot ver
hooging der inkomsten.
2o. De stijging der geraamde uitgaven
van 1932 op 1933 voor den leeningdienst
(hoofdstuk VIIA), de uitkeering aan het ge
meentefonds (VUB) en het spoorwegtekort
i(IX) met respectievelijk ƒ106, 20.2 en
20.1 millioen, tezamen 50.9 millioen. Te
genover deze stijging van uitgaven staat dan
ook een aanmerkelijke stijging van de midde
len van hetzelfde hoofdstuk, wegens rentebe
taling aan het Rijk.
Overigens moge er op worden gewezen,
dat onder de genoemde ƒ50.9 millioen niet
is vermeld het bedrag, dat als „normaal ac
cres" der uitgaven ingevolge den bevolkings
aanwas kan worden beschouwd, hoewel ook
dit bedrag een automatische stijging vormt.
Dit jaarlijksch accres wordt gewoonlijk op
ongeveer 10 millioen geschat, waarvan
rond 4 millioen op Onderwijs.
3o. De daling der geraamde middelen
van 1932 op 1933 met 68.4 millioen. He!
vergelijkingspunt is hier de met 6.5 mil
lioen verhoogde raming voor 1932.
Deze derde factor is de gewichtigste. Zelfs
kan men zeggen, dat ook de tweede factor
voor een zeer groot deel tot daling der mid
delen welke dan dus een hooger bedrag
beloopt dan 68.4 millioen is terug te
brengen. Met name is de stijging van de uit
keering aan het gemeentefonds een gevolg
van de daling der opbrengst van de gemeen
tefondsbelasting en de opcenten op de vermo
gensbelasting. Ooi: de aanzienlijke uitgaaf
voor dekking van net spoorwegtekort is te
wijten aan een terugloopen van inkomsten,
ditmaal niet van het Rijk zelf, maar van een
semi-publiekrechtelijk bedrijf. De daling der
middelen ad 68.4 millioen geeft derhalve
nog slechts een zeer onvolledig beeld van wat
de daling van het algemeene peil der inkom
sten voor den stand vdn het budget van
1933 beteekent.
Dit klemt nog te meer, indien men bedenkt,
dat verschillende middelen, aan de afzonder
lijke hoofdstukken ten goede komende col
legegelden, enz. bij deze begrooting ver
hoogd zijn en deze beten niet hieronder bij de
dekkingsmiddelen worden in rekening ge
bracht, maar het onderhavige cijfer van
f 68.4 millioen drukken.
4o. De 18 millioen uit het reservefonds,
die aan de middelen van 1932 zijn toegewe
zen en het tekort over dat jaar ten slotte heb
ben gereduceerd. Weliswaar zal, volgens het
toen uitgesproken voornemen, thans hetzelfde
geschieden, maar op de ingediende begroo
ting van uitgaven en inkomsten komen deze
f 18 millioen toch vanzelf niet tot uiting. Zij
vormen een verlengstuk van de onder lo. ge
noemde 10.3 millioen, in zoover ook zij een
tekortcijfer aangeven, dat feitelijk reeds op de
begrooting voor 1932 drukte en vandaar
automatisch op die voor 1933 overgaat.
Het sub lo, 2o, 3o en 4o vermelde bijeen
genomen, blijkt derhalve, dat op de begroo
ting voor 1933 een tekort geraamd moest
worden van 10 3 f 50.9 68.4
f 18 147.6 millioen.
Ter dekking van dit tekort zijn
de volgende maatregelen genomen:
lo. Een besparing op de uitgaven tot een
bedrag van 66 millioen, indien als uit
gangspunt genomen wordt de bij de begroo
ting voor 1932 door de Staten-Generaal ge
voteerde uitgaven. Wordt als uitgangspunt
genomen wat juister is diezelfde uitga
ven, verminderd met de straks vermelde 7
2 millioen, dan geldt het een besparing
van 57 millioen.
2o. Een salarisverlaging ad 14.5 mil-
,ioen- i
3o. Een versterking der middelen met
36 millioen.
4o. Een tegoedschrijvir.g aan den diens,
voor 1933 van 18 millioen uit het reserve
fonds.
Een gezamenlijke dekking alzoo van ~>j
14 5 36 18 125-5 mil
lioen, zoodat een tekort overblijft van
147.6 125.5 millioen f 22.1 mil
lioen.
De maatregelen, genoemd sub 2e en 4e kon
den nog niet in de begrootingscijfers verwerkt
worden, tengevolge waarvan het formeel*
tekort op het oogenblik 54.6 millioen be
draagt.
D» Nota geeft verschillende opmerkingen
over de dfckkingsmaatregelen. Over de sa-
larisvermmdering met 14.5 millioen wordt
gezegd, dat zij overeenkomst met het bedrag,
dat de op 26 October 1931 ingestelde staats
commissie had voorgesteld. Weliswaar had
zij een bedrag van 24 millioen genoemd,
doch hierin was begrepen zoowel de som
van 7 millioen tijdelijke korting, welke
reeds in 1932 in werking trad, als die van
2.5 millioen, welke de sinds jaren bestaande
3 pCt. aftrek voor ongehuwden opleverde. De
resteerende bate van het voorstel der com
missie was alzoo 24— f 9,5 14.5
millioen.
De commissie had dit bedrag van f 14.5
millioen wenschen te vinden door de be
staande tijdelijke korting met degressie voor
lager bezoldigden en gehuwden, te vervan
gen door een definitieve en uniforme korting
van 8 pCt. en door daarnaast den bestaanden
3 pCt. aftrek voor ongehuwden te vervangen
door een 5 pCt. aftrek. De regeering wenscht
het laatste punt over te nemen; het eerste
daarentegen niet. Zij is van meening, dat de
driejarige korting met degressie, zooals die
verleden jaar werd vastgesteld, ongewijzigd
kan blijven. Overneming van het desbetref
fende voorstel der commissie zou reeds thans
vastleggen dat de salarissen blijvend moeten
worden verminderd; zou de gedurende drie
jaren voorgenomen degressie tusschentijds
beëindigen en zou den pensioengrondslag,
welke tot dusver onveranderd bleet in de
verlaging betrekken. De regeering ziet tot een
en ander niet voldoende aanleiding en is
daarom te rade gegaan, de veneischte ver
mindering van lasten aan te brengen door het
bestaande verhaal der pensioenpremie voor
het eigen pensioen met 5 pCt. te verhoogen
en dus te brengen op 8 pCt. In het nieuw
voorgestelde artikel der Pensioenwet blijft
het verhaal, evenals tot dusver, een facultatief
karakter dragen.
Door de gevolgde methode wordt niet al
leen verkregen, dat de tijdelijke korting in den
destijds gekozen vorm kan worden gehand
haafd en dat de pensioengrondslag intact
blijft, maar ook dat de provinciën en ge
meenten, voor zoover deze tijd ook haar tot
verdere voorzieningen omtrent de wedden
mocht nopen, en zij thans het wettelijk maxi
mum-percentage reeds verhalen, meer vrijheid
krijgen bij de keus van den door haar te
volgen weg.
Zooals reeds gezegd, is de regeering voor
nemens, naast de vermelde verhooging van
het premieverhaal, een herziening van het be
zoldigingsbesluit te bevorderen, waardoor de
3 pCts. -aftrek voor ongehuwden wordt ver
anderd in een 5 pCts. aftrek.
Beide maatregelen zullen respectievelijk op
brengen 12.8 millioen en 1.7 millioen. Te
zamen derhalve de bovengenoemde 14.5
millioen.
Wat het indexcijfer betreft, kan er op wor
den gewezen, dat een vergelijking van de
laatst verschenen opgaven Juni 1932
met die van December 1928 (tijdstip van in
werkingtreding van het vigeerende bezoldi-
gingsbes'uit) ondanks enkele maatregelen, die
een, trouwens geringe werking in tegenover
gestelde richting hebben geoefend, een daling
aantoont met 16 pCt. De gezamenlijke wedde-
verminderingen, ten vorigen jare en thans
aangebracht, blijven ver beneden dit cijfer.
Waar derhalve de begrooting voor 1933
nog allerminst de volle vrucht kan zien rijpen
van de ondernomen besparingen, en waar
niettemin ook thans een sluitend budget moet
worden bevorderd, kan een tijdelijke over
brugging door versterking van de middelen
niet worden gemist.
In de eerste plaats is hiervoor in aanmer
king gebracht de heffing van opcenten op een
directe belasting.
De directe belasting die zich in de gegeven
omstandigheden het best voor de opcenten-
heffing leent, is de gemeentefondsbelasting,
niet slechts omdat in die belasting, in onder
scheiding van andere, een huwelijksaftrek
een plaats gevonden heeft, wat in dezen
zorgvollen tijd een te waardeeren element
vormt, maar ook omdat de enorme daling
van de opbrengst der gemeentefondsbelas-
het Rijk voor hoogst abnormale uitgaven
plaatst, uitgaven, die bij sommigen reeds de
vraag hebben doen rijzen, of niet door een
ingrijpende korting op de wettelijke uitkee
ring aan dezen door den wetgever niet be
doelden toestand een einde behoort te worden
gemaakt.
Indien een ingrijpende percentsgewijze kor
ting op de uitkeeringen niet in aanmerking
komt, is een ander middel van redres, dat
zich vanzelf aanbiedt, een tijdelijke verster
king van de fondsbelasting. Hierdoor zal het
fonds in meerdere mate „selfsupporting"
worden dan dit anders gedurende deze felle
crisis het geval kan zijn.
Als gevolg van een en ander wil de regee
ring over het aanstaande belastingjaar 30
opcenten heffen op alle aanslagen in voor
melde belasting.
Dit aantal van 30 zal voor de hoogere in
komens geleidelijk tot 150 stijgen.
De stijging van het aantal opcenten is al
dus geregeld, dat bij iedere 1000 inkomen
boven de 30,000 één opcent méér geheven
wordt, tot een maximum van 150. Dit abnor
maal hooge maximum vindt zijn rechtvaardi
ging, behalve in het karakter van noodoffer,
dat deze heffing draagt, in de omstandigheid
dat de progressie in de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting vrij matig is.
De opbrengst van de voorgestelde opcen
ten over het belastingjaar 1933'34 wordt
geraamd op 24 millioen. Het 2/3 deel hier
van, dus ƒ16 millioen, zal ten goede komen
aan de rijksbegrooting voor 1933.
Het gemeentefonds wordt, behalve door de
gemeentefondsbelasting, gevoed door 50 op
centen op de vermogensbelasting.
Deze 50 opcenten vormen de „Erganzungs-
steuer" van de gemeentefondsbelasting. Het
schijnt redelijk, de heffing der overbrug-
gingsopcenten ookJuerop toepassing te doen
vinden. Voorgesteld^ ordt daarom, 30 ex-
tra-opcenten te heffen op alle aanslagen in
de vermogensbelasting, hetgeen neerkomt op
een heffing van 60 pCt. van de bovenge
noemde 50 opcenten uit de vigeerende wet.
De opbrengst van de extra-opcenten op de
vermogensbelasting wordt voor het belas
tingjaar 1933'34 geraamd op 3 millioen.
Het 2/3 deel daarvan zal jen goede komen
aan de Rijksbegrooting voor 1933.
Als gezamenlijke opbrengst van de voor
gestelde verzwaring der directe heffingen
kan alzoo gerekend worden op een jaarop
brengst van 27 mllioen. Het budget van
1933 wordt hierdoor met 18 millioen ont
last.
De 36 milioen aan middelenversterking
bovengenoemd, zal gevonden worden uit de
heffing gedurende één jaar van 30 opcen
ten op alle invoerechten en op den bierac
cijns 26 millioen).
De Nota geeft een nadere aanduiding, in
hoeverre de regeering geacht kan worden
zich aan te sluiten bij het rapport-Welter en
geeft vervolgens verschillende beschouwin
gen. Hierbij wordt ontkend de juistheid van
de bewering als zou belastingverzwaring
aan alle pijnlijke versoberingsmaatregelen
kunnen doen ontkomen.
Met nadruk wordt ook opgekomen „tegen
de door enkelen verkondigde dwaalleer", als
zou een verlaging van de wedden, in dezen
tijd van gedaald indexcijfer en terugloopen-
de staatsinkomsten, een onbillijke achterstel
ling van 's lands dienaren zijn bij de overige
bevolking. Die overige bevolking ondergaat
de vermindering harer inkomsten in de parti
culiere maatschappij, evenals zij twaalf ja
ren geleden dèèr haar inkomsten heeft zien
toenemen.
De minister van financiën wijdt voorts een
woord aan enkele vragen, die den laatsten
tijd gerezen zijn nopens de leeningspolitiek
van den Staat. De stelling is bepleit, dat hei
budget behoorde ontlast te worden door een
verlaging van de rente der Staatsschuld
Anderzijds is als schaduwzijde hiervan naar
voren gebracht dat door zulk een verlaging
vooral kleine spaarders en nuttige instellin
gen zouden worden getroffen. Beide opvat
tingen schijnen van de veronderstelling uit
te gaan, alsof de door den Staat te betalen
rente goeddeels van hemzelf afhangt. Dat
berust op een misvatting. De overheid leent
steeds, evenals ieder particulier, tegen de
laagst mogelijk rente, waartegen zij geld krij
gen kan. De overheid is daartoe zelfs nog
meer gehouden dan anderen, daar zij de ren
te uit de vaak met groote moeite opgebrachte
belastingipenningen betaalt. Indien zij een
leening van hooger rentetype kan aflossen
door een leening van lager rentetype aan te
gaan, hetzij dan bij dezelfde hetzij bij nieuwe
geldgevers, m.a.w. wanneer zij conver
teeren kan mag zij zulks geen dag uitstel
len. Aldus is het ten allen tijde verstaan,
zoowel door het rijk als door de andere pu
bliekrechtelijke lichamen. Iedere conversie,
die mogelijk is, is tevens geboden. Naar dez:
gedragslijn is door het rijk ook gedurende
het laatstverloopen jaar gehandeld.
Ook in de toekomst zal deze gedragslijn
blijven gevolgd.
Terugkomende op de cijfers der ingedien
de begrooting, wijst de minister er ten slorie
op, dat het resteerende tekort van 22 mil
lioen ongeveer overeenstemt met het bedrag
(ruim 20 millioen), dat in het aanstaande
begrootingsjaar als extra-last op het budget
zal drukken ter dekking van het spoorwegte
kort over 1922.
;Dit spoorwegtekort is thans een der donke
re punten op de Rijksbegrooting. Het zal tot
de vermelde hoogte in het loopende jaar
stijgen, ondanks door de directie reeds inge
voerde bezuinigingen en ondanks een loons
verlaging, welke over een half jaar heeft ge
golden.
De verdere toekomst
Een kort woord over de verdere toekomst
moge hieraan nog worden toegevoegd.
Zooals uit het voorafgaande blijkt, zal
voor de na 1933 komende begrooting, op de
basis van de huidige gegevens, moeten gere
kend worden op een tekort van 55 milli
oen. Daarbij is het uitgegaan van de drieër
lei onderstelling: lo. dat het spoorwegtekort
verdwenen is; 2o. dat de thans ter hand ge
nomen besparingen volledig geëffectueerd
zijn en 3o. dat de op dit oogenblik voorgestel
de fiscale overbruggingsmaatregelen zijn
vervallen. Indien aan deze drie voorwaar
den voldaan is, zal immers tegenover het bo
vengenoemde tekortcijfer van 127 millioen
staan een dekkingscijfer van 72 millioen,
zoodat een tekort overblijft van 55 milli
oen.
Dit laatste cijfer zal met 10 millioen kun
nen worden verminderd, indien de weeldever-
teringsbelasting, zooals in de bedoeling ligt,
tot een blijvende heffing wordt gemaakt
Maar het zal anderzijds met 16 millioen
stijgen, zoodra <de gedeeltelijke stopzetting
van de uitkeeringen aan het invaliditeitsfonls
en het pensioenfonds moet beëindigd worden
Een en ander beduidt derhalve een toekom
stig tekort van 61 millioen.
Opheffing of beperking van dit
tekort.
Vier wegen laten zich denken ter ophef
fing of bepierking van dit tekort:
lo. een kentering in den ongunstigen
loop der middelen;
2o. een verder gaande blijvende besparing
op de uitgaven;
3o. een verduurzaming van de op dit
oogenblik voorgedragen belastingverzwa
ring, in dezen óf in een anderen vorm;
4o. een wegvallen van het abnormaal uit
gavenaccrès hetwelk begonnen is de begroo
ting voor 1933 met 50,9 millioen te ver
hoogen.
Wat den vierden factor aangaat, mag >n
dit verband alleen gedacht worden aan de
verhoogde bijdrage aan het gemeentefonds
Wat de overige drie factoren aangaat, zal
de derde wel nauwelijks voor overwinning in
aanmerking komen. Het zal derhalve groo
tendeels van de werking van den eersten fac
tor afhangen, in hoever een verder gaande
blijvende besparing op de uitgaven zal kun
nen worden vermeden.
De conclusie, waartoe een blik in de toe
komst op dit oogenblik voert, kan geen ande
re zijn dan dat naast krachtige doorvoering
van de thans ter hand genomen versobe
ringsmaatregelen, zoodat deze binnen den
kortst mogelijken tijd hun volledig effec:
krijgen, noodzakelijk is een ernstig onder
zoek naar mogelijkheden van verdere bespa
ring.
De regeering is van die noodzakelijkheid
ovcrt":Td en in die richting werkzaam
DE FRAUDE
OP SCHIERMONNIKOOG MET
ZEEHONDENPREMIES.
Omtrent deze fraude wordt aan de Leeuw
Cit. gemeld:
Voor iederen aangebrachten zeehond werd
een premie uitbetaald van 2. De» dieren
moeten bij den aanvoer nog voorzien zijn van
de beide voorpooten, zulks voor een betere
controle. Is het om de een of andere reden
niet mogelijk, den geheelen zeehond aan te
voeren, dan kan men volstaan met den aan
voer van de huid, mits deze nog voorzien is
van de beide voorpooten. De uitbetaling heeft
plaats door den burgemeester; deze kan die
echter overdragen aan een ambtenaar.
Deze ambtenaar moet dan een verklaring
afgeven, dat de zeehond of de huid hem is
gebracht, de burgemeester moet deze verkla
ring voor gezien teekenen, en de ambtenaar
kan dan bij den gemeente-ontvanger de pre
mie ontvangen en deze afdragen aan de
jagers.
Nu viel het den laatsten tijd op, dat er op
Schiermonnikoog zeer veel premies werden
betaald, in de maanden Juli en Augustus niet
mir.der dan 1000, wat gezien het betrekkelijk
geringe aantal van deze dieren in den omtrek
van het ei'and, een onmogelijk groot aantal
is Een streng onderzoek werd ingesteld met
het gevolg dat de ambtenaar, een zekere M
werd gearresteerd. Twee zeehondenjagers
werden eveneens aan een streng verhoor on
derworpen.
't Blijkt, dat behalve deze menschen nie
mand bij het geval betrokken is. De beide ja
gers, twee visschers uit Zoutkamp, die even
eens zijn gearresteerd, houden vol. dat hun
bij lange na niet de premies voor 6000 zee
honden zijn uitbetaa'd, en dat de ambtenaar
derhalve de overige .n zijn eigen zak moet
hebben gestoken, wat deze laatste ontkent
Hij zou wel degelijk a'le premies hebben uit
betaald. Er zouden hier drie gevallen moge
lijk zijn: 1. De ambtenaar heeft inderdaad
een deel der premies in einen zak gestoken. 2.
De ambtenaar en de beide jagers hebben
onder één hoedje gespeeld en gedrieën pre
mies geïnd voor niet aangebrachte zeehon
den. 3. De beide jagers hebben gefraudeerd
door b.v. huiden op te koopen in Duitsch'and
waar men ceen zppbnndwnrpmips uitN>taaH
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. te Hennepe, Diergaardesingel 96a te
Rotterdam. Postzegel voor antwoord inslui
ten en blad vermelden.
Het komende tentoonstellingsseizoen.
Jammer genoeg is de zomer spoedig voor
bij en beginnen ae kippen al verschijnselen
van verandering te toonen, minder leg en
hier en daar al rui. De kuikens beginnen zoo
zoetjes aan al op echte kippen te gelijken en
sommige hardloopers leggen zelfs al wel een
eitje. Met het groeien der kuikens slinken de
kasmiddelen, aan den eenen kant steeds
grooter wordende kuikens die meer eten, aan
den anderen kant weinig inkomsten. Vele z.g
bedrijfspluimveehouders hebben ihans een
extra zware tijd te doorstaan.
De raspluimveehouder of beter gezegd de
tentoonstellingsfokker, begint echter thans
meer en meer op dreef te komen. Voor hem is
thans een interessante tijd, daar hij steeds
beter de kwaliteit der door hem gefokte jonge
dieren kan gaan beoordeelen. Hij begint in
zijn vakbladen reeds de aankondigingen der
tentoonstellingen te lezen en in ons land lie
ten zoowel Ornithopliilia in Utrecht als
Avicultura in 's-Gravenhage en de R.P.V.V
te Rotterdam een hoopvol geluid hooren. On
danks de malaise zullen dus twee der groot
ste tentoonstellingen van ons land doorgaan,
de groote wintershow te Utrecht en daarna,
als op allerlei tentoonstellingen de fokkers
hun materiaal al tegen elkaar vergeleken
hebben, komt het groote slotfeest, de elite
tentoonstelling, dit jaar van R.P.V.V. en
Avicultura samen in onze deftige residentie.
Wie dus dit jaar den moed niet heeft laten
zakken en getracht heeft mooie kippetjes,
duiven of konijnen te fokken krijgt de kans
en bestudeert nu iederen dag de vorderingen
die het jonge geslacht maakt. Maar ook hij
die niet tevreden -'s met den nationalen prijs
krijgt zijn kans. Hannover, de mooiste en
grootste tentoonstelling van West-Europa
zal ook dit jaar in October zijn poorten
openen voor zijn z.g. jong-pluimvee-tentoon-
stelling en de beroemde tentoonstelling van
Februari in Parijs is eveneens al aangekon
digd. En nog verder gaat de fokkersblik. In
September 1933 zal te Rome de wereld
tentoonstelling ter gelegenheid van het Inter-
nationale-Pluimvee-Congres geopend worden
en in vele landen maken de organisaties zich
al op om te zorgen dan het beste \an het bes
te te vertoonen. Daa: te Rome betreft het
geen prijzen, daar gaat het om de eer en de
belangen van het land.
Een wereld-tentoönstelKng legt, al is de
opzet dan ook hoofdzakelijk een demonstra
tie ter gelegenheid van een congres, thans den
nadruk op handelsbelangen. Een goede in
zending kan voor de talrijke, internationale
kennis een groot handelsbelang voor een
land zijn en vandaar dan cok, dat men zich
in vele landen thans reeds ijverig bezig houdt
met het prepareeren voor de tentoonstelling
in 1933. Wie in September zijn dieren in con
ditie wil hebben moet zich thans al voorbe
reiden. Prent U de door mij genoemde mijl
palen maar in het hoofd: Hannover, Utrecht.
's-Gravenhage, Parijs, Rome en probeer op
een dezer plaatsen met Uw dieren of per
soonlijk aanwezig te zijn. Vele pessimisten
zullen nu gaan zeggen da: ik blijkbaar de ma
laise vergeel in mijn enthousiasme voor de
aanstaande tentoonstellingen, doch dat is
niet zoo. Ik weet net zoo goed als ieder an
der dat de toestand treurig is, maar niette
min zijn de tentoonstellingen noodig en nut
tig. Nuttig uit een zakelijk oogpunt en ook
omdat zij vele menschen een dag van rustige
afleiding bezorgt, hen belang doet stellen in
het leven der dieren, in mooie kleuren en
vofmen.
Een enkel dier van den aanfok van dit jaar
kan den waren fokker in verrukking brengen.
Aan den andere kant kan hij nu soms ook de
stroppen constateeren die hij door den aan
koop van fokmateriaal gelden heeft. Men
heeft bijvoorbeeld een nieuwe haan gekocht
om eigen vorm of kleur te verbeteren en nu de
jonge dieren grooter worden, blijkt het een
misgreep geweest te zijn. Het fokken van eer
ste klas tentoonstellingsdieren is uiterst moei
lijk en vereischt veel kennis. Schijnbaar vol
maakte dieren geven bij paring soms leelijke
producten en het werk van een geheel iaar is
dan verloren.
Trekking
100.000
1 10.000
1000
400
200
f 100
169
1073
1804
2670
3608
4722
5622
6253
7540
10435
11664
12472
13463
14927
16017
16943
18381
19307
20193
21323
22122
23264
23280
131
765
1077
1228
1609
2056
2819
3261
3626
4011
4455
4666
4919
5348
5683
5944
6234
6713
7069
7671
8159
8507
8894
9098
9626
10076
10355
10751
11175
1157'1
12086
12592
12967
13294
13509
13805
14058
14388
14698
15118
15508
15876
16250
16436
16868
17123
17646
18251
18526
18944
19279
19616
19861
20434
20774
21154
21567
21822
22253
22695
23227
23737
23990
(Niet officieel!
vaii Woensdag. 21 September 1932
5e klasse. 3e ljjst
HOOGE PRIJZEN
10317
4489
2466 9250 9291 10230
3023 5011
516 5616 5992 20495 22866
1282 8980 17024 20827 21240 5
Prtlzen van f 70
225 462 685 760 810 916 927
1074 1121 1292 1445 1656 1703 1768
1844 1866 1971 2027 2344 2415 2578
2702 2972 2994 3028 3128 3169 3368
3720 4132 4210 4378 4583 4697 4717
4849 5135 5382 5397 5490 5519 5541
5672 5684 5768 5770 5804 5047 5991
6339 6909 7306 7324 7345 7393 7434
7548 7792 7793 7818 8116 8239 8574
8786 8818 9022 9151 9386 9934 10209
10614 10640 10824 10832 10857 11195 11738
11989 12007 12048 12162 12252 12265 12315
12474 12524 12612 12801 13092 13264 13298
13661 13710 14195 14404 14521 14727 14821
15051 15371 15374 15518 15565 15694 15900
16111 16441 16449 16487 16520 16626 16721
17014 17577 17696 17882 17915 18089 18333
18587 18833 '9894 19047 19068 19132 19144
19751 19808 19837 19895 20049 20064 20081
20209 20307 20436 20538 20736 21087 21285
21427 21433 21526 21636 21799 21896 21928
22162 22471 22653 22692 22802 22868 22940
23312 23451 23584 23771 23856 23923 23953
189
771
1079
1244
1542
2251
2839
3351
3670
4035
4459
4755
5072
5363
5689
5969
6331
6746
7219
7686
8204
8533
8901
9122
9643
10086
10359
10786
11343
11753
12127
13C32
13303
13529
13845
14078
14457
14751
15138
15530
16008
16260
16660
16953
17152
17650
18352
18543
18951
19284
19626
19904
20489
20815
21186
21571
21889
22288
22732
23321
23770
201
789
1082
1304
1552
2289
2851
3402
3862
4049
4460
4772
5100
5394
5711
6055
6483
6769
7313
7804
8268
9002
9222
9695
10112
10369
10794
11365
11775
12137
1-7P1
13075
13308
13624
13885
14094
14465
14862
15310
15556
16058
16269
16705
16961
17181
17742
18392
18581
18988
19344
19683
19943
20518
20912
21218
21688
21909
22325
22790
23407
23785
NIETEN
305 414
829
1168
1335
1658
2398
2919
3430
3910
4334
4492
4847
5205
5559
5780
6087
6538
6955
7494
7889
8394
8697
9065
9340
9801
790
1117
1328
1558
2352
2870
3416
3881
4143
4477
4845
5166
5416
5716
6075
6535
6799
7349
7814
8346
8618
9038
9303
9709
10116 10157
10396 10644
10869 10882
11406 11412
118°l 11874
12152 12194
13086 13158
13419 13441
13682 13706
13968 13992
14134 141^2
14565 14630
14930 14991
15313 15317
15567 15572
16105 16125
16286 16299
16728 16793
16971 16989
17362 17405
17785 17800
18435 18463
18602 18619
19069 19172
19406 19435
19701 19705
20211 20289
20628 20682
20955 20975
21310 21351
21703 21739
22041 22074
22436 22445
22911 22941
23411 23469
23816 23836
433
960
1214
1339
1659
2683
3101
3449
3962
4355
4530
4855
5294
5600
5812
6121
6590
7014
7504
7940
8435
8745
9068
9430
9918
10192
10681
10948
11434
11863
12203
■"•<•67
13208
13475
13720
13993
147415
14639
15074
15408
15585
16147
16333
16848
17049
17565
18051
18473
18677
19175
19461
19711
20373
20720
21017
21401
21780
22083
22557
229.79
23538
23890
438
1006
1221
1348
1777
2724
3102
3590
3993
4395
4539
4889
5318
5656
5835
6142
6607
7019
7533
8094
8469
8829
9071
9463
9937
10194
10697
10949
11444
11929
12573
12891
13211
13482
13757
14017
14312
14654
15099
15442
15645
16161
16338
16859
17106
17604
18053
18492
18829
19207
19475
19755
20405
20721
21077
21460
21785
22188
22619
23094
23686
23911
689
1068
1222
1374
1786
2748
3129
3591
4007
4405
4552
4902
5349
5662
5861
6207
6702
7043
7631
8149
8497
8869
0080
9493
9967
10210
10717
11137
11500
11930
12581
12926
13292
13485
13761
14042
14325
14659
15116
15471
15678
16188
16355
16860
17122
17608
18056
18500
18885
19257
19507
19827
20412
20747
21151
21478
21802
22194
22623
23139
23718
23964
Beurijispluinivteiiouder en de tentooiist. t-
lingsfokker leven thans in spanning, de een
moet zich staande houden bij hoope uitgaven
en verminderde inkomsten, de ander moet zijn
jonge dieren schiften om geen onwaardige die
re verder op te fokken en zijn oog gericht
houden op het komende tentoonstellingssei
zoen.
DR. TE HFNNFPE.
Jiackt&ecuMea
NOOKDSUHAKWOUDt, 20 Sept. 1022.
44700 K.G. Aardappelen: Gr. Schotsche 80
90 cent, Sch. Muizen 5080 cent, Drie
lingen 1.501.80, Duken 0.701,
Eigenheimers 8090 cent, BI. Eigenheimers
11.30; 5200 KG. Spercieboonen
2.408.40; 25200 K.G. Uien: Gele
Nep 5.906.40 Drielingen 2.40
3, Uien 2.30—3, Grove Uien 2.50
2.90; 400 K.G. Peen 1.70, kl. Peen 90
cent; 1400 K.G. Kroten 0.600.80;
8500 K.G. Roode Kool 0.601.20;
12100 K.G. Gew. Witte Kool 0.70; 8500
K.G. Gele Kool 0.60—f 2.30, alles per 100
K.G.
EIERENVEILING TEXEL.
TEXEL, 19 Sept. 1932. Op de heden ge
houden eierenveiling waren in totaal 67397
stuks kipeieren aangevoerd, waarvan de prij
zen als volgt: 5862 K.G. (per 100) 4.25
4.70, 6266 4.505, kleine eieren
2.504.20, oude kippen 3638 cent per
K.G.
TEXEL, 19 Sept. 1932. Op de heden ge
houden weekveemarkt waren aanvoer en prij
zen als volgt: 58 Lammeren 45; 72
Schapen 810; 66 Rammen 1540;
30 korven oude kippen 4070 cent; 11
Schrammen, 2 koeien en 4 kalveren, waarvan
de prijzen niet genoteerd.
PURMEREND, 20 Sept. 1932. „Afslag,
vereeniging Beemster, Purmerend en Omstre
ken". Aardappelen: Schotsche muizen 24—
39 cent, BI. Eigenheimers 20—64 cent per
kist, 25 K-G.; Slaboonen: dubbele 0.46
1.38, dubb. z. dr. 0.65—1.67, enkele 30
cent en enkele z. dr. 47 cent p. kist, 15 K.G.;
Snijboonen: Stok 0.301.60, Stam
(breede) 0.30—2.35 per zak, 15 K.G.;
Bloemkool 15 per 100; Roode Kool
5.90 per 100; Sla 2—4.40 per 100
krop; Andijvie 2050 cent per kist; Worte
len 5.10—6.40 per 100 bos; Uien 62 cent
per 25 K.G. Appels: Zoete Bellefleur 6
10 per 100 K.G. Peren: Beurré Lebrun
612, Duchess Williams 413, Gie-
ser Wildeman 5—9, Seigneur d'Esperen
1030, Triomphe de Vienne 826,
alles per 100 K.G.
BEVERWIJK, 19 Sept. 1932. Kassnijboo-
ner. 43 cent, natuur 3%21 Y, cent, dik 4
14 cent, tros 5—17 cent, rentegevers 5—25
cent, dun m. dr. 5—7 Yt cent, id. z. dr. 5—11
cent, pronk 4—8 cent, tomaten 2—10 cent,
spinazie 8—17 cent, Postelein 17—20 cent,
zure appels 10 cent per K G., andijvie per
100 struik 0.60—2; Sla per 100 krop 2
5, Bloemkool 1.5O-10.50, Meloenen
14—22 cent, Knollen 6 cent, komkommers
(gaaf) 5—10 cent, komkommers (rijp) 1
4 cent, gr. kool en roode kool 3—7 cent per
stuk; Wortelen per 100 bos f 3.50—9;
Prei idem 4.50—9; Druiven per 50
K G. 28—43.
WARMENHUIZEN, 20 Sept. 1932. Sch.
Muiz en 0.60—1; Drielingen 120—