Alkmaarsche Courant. No. 223 1332 Honden! fier en dertigste Jaargang. WOENSDAG 21 SEPTEMBER. DE MILLIOENENNOTA. Pluimveeteelt. 460e STAATSLOTERIJ - .39 imtetdand Aanvankelijk geraamd tekort f 147.6 millioen, later verminderd tot 22 mil lioen. Aan de gister door den minister van finan cien ingediende nota betreffende den toe stand van 's lands financien is het volgen de ontleend: De begrooting voor den gewonen dienst 1933 wijst aan in uitgaven 572.857.368, in ontvangsten 518.223.483, nadeelig sal do geraamd op 54.633.885. Dit cijfer is echter noch het tekort dat aanvankelijk op de begrooting voor 1933 moest worden ge raamd, noch het tekort dat daarop ten slotte geraamd zal worden. Het eerstgenoemde tekort is 147.6 millioen. Het laatstgenoem de is 22 millioen. Het cijfer van 54.6 millioen is slechts een station op den weg der dekking en heeft niet meer dan toevallige be- teekenis. Het dankt zijn ontstaan aan het feit, dat een deel der overbruggingsmaat regelen reeds in de begrootingscijfers uit gaven en inkomsten kon worden uitge drukt en dat ten aanzien van een ander deel om technische redenen voorshands met een aankondiging moest worden volstaan. Voor een juist inzicht wordt meegedeeld, waaruit het tekort van 147.6 millioen is samengesteld. Het betreft hier vier factoren: lo. Het tekort van 10.3 millioen, dat reeds op de begrooting voor 1932 geraamd wordt en dus, bij gelijk blijvende uitgaven en inkomsten, ook op de begrooting voor 1933 drukt. Dat tekort was nog blijven bestaan na de verschillende maatregelen, die in den loop van het jaar reeds werden genomen tot ver hooging der inkomsten. 2o. De stijging der geraamde uitgaven van 1932 op 1933 voor den leeningdienst (hoofdstuk VIIA), de uitkeering aan het ge meentefonds (VUB) en het spoorwegtekort i(IX) met respectievelijk ƒ106, 20.2 en 20.1 millioen, tezamen 50.9 millioen. Te genover deze stijging van uitgaven staat dan ook een aanmerkelijke stijging van de midde len van hetzelfde hoofdstuk, wegens rentebe taling aan het Rijk. Overigens moge er op worden gewezen, dat onder de genoemde ƒ50.9 millioen niet is vermeld het bedrag, dat als „normaal ac cres" der uitgaven ingevolge den bevolkings aanwas kan worden beschouwd, hoewel ook dit bedrag een automatische stijging vormt. Dit jaarlijksch accres wordt gewoonlijk op ongeveer 10 millioen geschat, waarvan rond 4 millioen op Onderwijs. 3o. De daling der geraamde middelen van 1932 op 1933 met 68.4 millioen. He! vergelijkingspunt is hier de met 6.5 mil lioen verhoogde raming voor 1932. Deze derde factor is de gewichtigste. Zelfs kan men zeggen, dat ook de tweede factor voor een zeer groot deel tot daling der mid delen welke dan dus een hooger bedrag beloopt dan 68.4 millioen is terug te brengen. Met name is de stijging van de uit keering aan het gemeentefonds een gevolg van de daling der opbrengst van de gemeen tefondsbelasting en de opcenten op de vermo gensbelasting. Ooi: de aanzienlijke uitgaaf voor dekking van net spoorwegtekort is te wijten aan een terugloopen van inkomsten, ditmaal niet van het Rijk zelf, maar van een semi-publiekrechtelijk bedrijf. De daling der middelen ad 68.4 millioen geeft derhalve nog slechts een zeer onvolledig beeld van wat de daling van het algemeene peil der inkom sten voor den stand vdn het budget van 1933 beteekent. Dit klemt nog te meer, indien men bedenkt, dat verschillende middelen, aan de afzonder lijke hoofdstukken ten goede komende col legegelden, enz. bij deze begrooting ver hoogd zijn en deze beten niet hieronder bij de dekkingsmiddelen worden in rekening ge bracht, maar het onderhavige cijfer van f 68.4 millioen drukken. 4o. De 18 millioen uit het reservefonds, die aan de middelen van 1932 zijn toegewe zen en het tekort over dat jaar ten slotte heb ben gereduceerd. Weliswaar zal, volgens het toen uitgesproken voornemen, thans hetzelfde geschieden, maar op de ingediende begroo ting van uitgaven en inkomsten komen deze f 18 millioen toch vanzelf niet tot uiting. Zij vormen een verlengstuk van de onder lo. ge noemde 10.3 millioen, in zoover ook zij een tekortcijfer aangeven, dat feitelijk reeds op de begrooting voor 1932 drukte en vandaar automatisch op die voor 1933 overgaat. Het sub lo, 2o, 3o en 4o vermelde bijeen genomen, blijkt derhalve, dat op de begroo ting voor 1933 een tekort geraamd moest worden van 10 3 f 50.9 68.4 f 18 147.6 millioen. Ter dekking van dit tekort zijn de volgende maatregelen genomen: lo. Een besparing op de uitgaven tot een bedrag van 66 millioen, indien als uit gangspunt genomen wordt de bij de begroo ting voor 1932 door de Staten-Generaal ge voteerde uitgaven. Wordt als uitgangspunt genomen wat juister is diezelfde uitga ven, verminderd met de straks vermelde 7 2 millioen, dan geldt het een besparing van 57 millioen. 2o. Een salarisverlaging ad 14.5 mil- ,ioen- i 3o. Een versterking der middelen met 36 millioen. 4o. Een tegoedschrijvir.g aan den diens, voor 1933 van 18 millioen uit het reserve fonds. Een gezamenlijke dekking alzoo van ~>j 14 5 36 18 125-5 mil lioen, zoodat een tekort overblijft van 147.6 125.5 millioen f 22.1 mil lioen. De maatregelen, genoemd sub 2e en 4e kon den nog niet in de begrootingscijfers verwerkt worden, tengevolge waarvan het formeel* tekort op het oogenblik 54.6 millioen be draagt. D» Nota geeft verschillende opmerkingen over de dfckkingsmaatregelen. Over de sa- larisvermmdering met 14.5 millioen wordt gezegd, dat zij overeenkomst met het bedrag, dat de op 26 October 1931 ingestelde staats commissie had voorgesteld. Weliswaar had zij een bedrag van 24 millioen genoemd, doch hierin was begrepen zoowel de som van 7 millioen tijdelijke korting, welke reeds in 1932 in werking trad, als die van 2.5 millioen, welke de sinds jaren bestaande 3 pCt. aftrek voor ongehuwden opleverde. De resteerende bate van het voorstel der com missie was alzoo 24— f 9,5 14.5 millioen. De commissie had dit bedrag van f 14.5 millioen wenschen te vinden door de be staande tijdelijke korting met degressie voor lager bezoldigden en gehuwden, te vervan gen door een definitieve en uniforme korting van 8 pCt. en door daarnaast den bestaanden 3 pCt. aftrek voor ongehuwden te vervangen door een 5 pCt. aftrek. De regeering wenscht het laatste punt over te nemen; het eerste daarentegen niet. Zij is van meening, dat de driejarige korting met degressie, zooals die verleden jaar werd vastgesteld, ongewijzigd kan blijven. Overneming van het desbetref fende voorstel der commissie zou reeds thans vastleggen dat de salarissen blijvend moeten worden verminderd; zou de gedurende drie jaren voorgenomen degressie tusschentijds beëindigen en zou den pensioengrondslag, welke tot dusver onveranderd bleet in de verlaging betrekken. De regeering ziet tot een en ander niet voldoende aanleiding en is daarom te rade gegaan, de veneischte ver mindering van lasten aan te brengen door het bestaande verhaal der pensioenpremie voor het eigen pensioen met 5 pCt. te verhoogen en dus te brengen op 8 pCt. In het nieuw voorgestelde artikel der Pensioenwet blijft het verhaal, evenals tot dusver, een facultatief karakter dragen. Door de gevolgde methode wordt niet al leen verkregen, dat de tijdelijke korting in den destijds gekozen vorm kan worden gehand haafd en dat de pensioengrondslag intact blijft, maar ook dat de provinciën en ge meenten, voor zoover deze tijd ook haar tot verdere voorzieningen omtrent de wedden mocht nopen, en zij thans het wettelijk maxi mum-percentage reeds verhalen, meer vrijheid krijgen bij de keus van den door haar te volgen weg. Zooals reeds gezegd, is de regeering voor nemens, naast de vermelde verhooging van het premieverhaal, een herziening van het be zoldigingsbesluit te bevorderen, waardoor de 3 pCts. -aftrek voor ongehuwden wordt ver anderd in een 5 pCts. aftrek. Beide maatregelen zullen respectievelijk op brengen 12.8 millioen en 1.7 millioen. Te zamen derhalve de bovengenoemde 14.5 millioen. Wat het indexcijfer betreft, kan er op wor den gewezen, dat een vergelijking van de laatst verschenen opgaven Juni 1932 met die van December 1928 (tijdstip van in werkingtreding van het vigeerende bezoldi- gingsbes'uit) ondanks enkele maatregelen, die een, trouwens geringe werking in tegenover gestelde richting hebben geoefend, een daling aantoont met 16 pCt. De gezamenlijke wedde- verminderingen, ten vorigen jare en thans aangebracht, blijven ver beneden dit cijfer. Waar derhalve de begrooting voor 1933 nog allerminst de volle vrucht kan zien rijpen van de ondernomen besparingen, en waar niettemin ook thans een sluitend budget moet worden bevorderd, kan een tijdelijke over brugging door versterking van de middelen niet worden gemist. In de eerste plaats is hiervoor in aanmer king gebracht de heffing van opcenten op een directe belasting. De directe belasting die zich in de gegeven omstandigheden het best voor de opcenten- heffing leent, is de gemeentefondsbelasting, niet slechts omdat in die belasting, in onder scheiding van andere, een huwelijksaftrek een plaats gevonden heeft, wat in dezen zorgvollen tijd een te waardeeren element vormt, maar ook omdat de enorme daling van de opbrengst der gemeentefondsbelas- het Rijk voor hoogst abnormale uitgaven plaatst, uitgaven, die bij sommigen reeds de vraag hebben doen rijzen, of niet door een ingrijpende korting op de wettelijke uitkee ring aan dezen door den wetgever niet be doelden toestand een einde behoort te worden gemaakt. Indien een ingrijpende percentsgewijze kor ting op de uitkeeringen niet in aanmerking komt, is een ander middel van redres, dat zich vanzelf aanbiedt, een tijdelijke verster king van de fondsbelasting. Hierdoor zal het fonds in meerdere mate „selfsupporting" worden dan dit anders gedurende deze felle crisis het geval kan zijn. Als gevolg van een en ander wil de regee ring over het aanstaande belastingjaar 30 opcenten heffen op alle aanslagen in voor melde belasting. Dit aantal van 30 zal voor de hoogere in komens geleidelijk tot 150 stijgen. De stijging van het aantal opcenten is al dus geregeld, dat bij iedere 1000 inkomen boven de 30,000 één opcent méér geheven wordt, tot een maximum van 150. Dit abnor maal hooge maximum vindt zijn rechtvaardi ging, behalve in het karakter van noodoffer, dat deze heffing draagt, in de omstandigheid dat de progressie in de hoofdsom der ge meentefondsbelasting vrij matig is. De opbrengst van de voorgestelde opcen ten over het belastingjaar 1933'34 wordt geraamd op 24 millioen. Het 2/3 deel hier van, dus ƒ16 millioen, zal ten goede komen aan de rijksbegrooting voor 1933. Het gemeentefonds wordt, behalve door de gemeentefondsbelasting, gevoed door 50 op centen op de vermogensbelasting. Deze 50 opcenten vormen de „Erganzungs- steuer" van de gemeentefondsbelasting. Het schijnt redelijk, de heffing der overbrug- gingsopcenten ookJuerop toepassing te doen vinden. Voorgesteld^ ordt daarom, 30 ex- tra-opcenten te heffen op alle aanslagen in de vermogensbelasting, hetgeen neerkomt op een heffing van 60 pCt. van de bovenge noemde 50 opcenten uit de vigeerende wet. De opbrengst van de extra-opcenten op de vermogensbelasting wordt voor het belas tingjaar 1933'34 geraamd op 3 millioen. Het 2/3 deel daarvan zal jen goede komen aan de Rijksbegrooting voor 1933. Als gezamenlijke opbrengst van de voor gestelde verzwaring der directe heffingen kan alzoo gerekend worden op een jaarop brengst van 27 mllioen. Het budget van 1933 wordt hierdoor met 18 millioen ont last. De 36 milioen aan middelenversterking bovengenoemd, zal gevonden worden uit de heffing gedurende één jaar van 30 opcen ten op alle invoerechten en op den bierac cijns 26 millioen). De Nota geeft een nadere aanduiding, in hoeverre de regeering geacht kan worden zich aan te sluiten bij het rapport-Welter en geeft vervolgens verschillende beschouwin gen. Hierbij wordt ontkend de juistheid van de bewering als zou belastingverzwaring aan alle pijnlijke versoberingsmaatregelen kunnen doen ontkomen. Met nadruk wordt ook opgekomen „tegen de door enkelen verkondigde dwaalleer", als zou een verlaging van de wedden, in dezen tijd van gedaald indexcijfer en terugloopen- de staatsinkomsten, een onbillijke achterstel ling van 's lands dienaren zijn bij de overige bevolking. Die overige bevolking ondergaat de vermindering harer inkomsten in de parti culiere maatschappij, evenals zij twaalf ja ren geleden dèèr haar inkomsten heeft zien toenemen. De minister van financiën wijdt voorts een woord aan enkele vragen, die den laatsten tijd gerezen zijn nopens de leeningspolitiek van den Staat. De stelling is bepleit, dat hei budget behoorde ontlast te worden door een verlaging van de rente der Staatsschuld Anderzijds is als schaduwzijde hiervan naar voren gebracht dat door zulk een verlaging vooral kleine spaarders en nuttige instellin gen zouden worden getroffen. Beide opvat tingen schijnen van de veronderstelling uit te gaan, alsof de door den Staat te betalen rente goeddeels van hemzelf afhangt. Dat berust op een misvatting. De overheid leent steeds, evenals ieder particulier, tegen de laagst mogelijk rente, waartegen zij geld krij gen kan. De overheid is daartoe zelfs nog meer gehouden dan anderen, daar zij de ren te uit de vaak met groote moeite opgebrachte belastingipenningen betaalt. Indien zij een leening van hooger rentetype kan aflossen door een leening van lager rentetype aan te gaan, hetzij dan bij dezelfde hetzij bij nieuwe geldgevers, m.a.w. wanneer zij conver teeren kan mag zij zulks geen dag uitstel len. Aldus is het ten allen tijde verstaan, zoowel door het rijk als door de andere pu bliekrechtelijke lichamen. Iedere conversie, die mogelijk is, is tevens geboden. Naar dez: gedragslijn is door het rijk ook gedurende het laatstverloopen jaar gehandeld. Ook in de toekomst zal deze gedragslijn blijven gevolgd. Terugkomende op de cijfers der ingedien de begrooting, wijst de minister er ten slorie op, dat het resteerende tekort van 22 mil lioen ongeveer overeenstemt met het bedrag (ruim 20 millioen), dat in het aanstaande begrootingsjaar als extra-last op het budget zal drukken ter dekking van het spoorwegte kort over 1922. ;Dit spoorwegtekort is thans een der donke re punten op de Rijksbegrooting. Het zal tot de vermelde hoogte in het loopende jaar stijgen, ondanks door de directie reeds inge voerde bezuinigingen en ondanks een loons verlaging, welke over een half jaar heeft ge golden. De verdere toekomst Een kort woord over de verdere toekomst moge hieraan nog worden toegevoegd. Zooals uit het voorafgaande blijkt, zal voor de na 1933 komende begrooting, op de basis van de huidige gegevens, moeten gere kend worden op een tekort van 55 milli oen. Daarbij is het uitgegaan van de drieër lei onderstelling: lo. dat het spoorwegtekort verdwenen is; 2o. dat de thans ter hand ge nomen besparingen volledig geëffectueerd zijn en 3o. dat de op dit oogenblik voorgestel de fiscale overbruggingsmaatregelen zijn vervallen. Indien aan deze drie voorwaar den voldaan is, zal immers tegenover het bo vengenoemde tekortcijfer van 127 millioen staan een dekkingscijfer van 72 millioen, zoodat een tekort overblijft van 55 milli oen. Dit laatste cijfer zal met 10 millioen kun nen worden verminderd, indien de weeldever- teringsbelasting, zooals in de bedoeling ligt, tot een blijvende heffing wordt gemaakt Maar het zal anderzijds met 16 millioen stijgen, zoodra <de gedeeltelijke stopzetting van de uitkeeringen aan het invaliditeitsfonls en het pensioenfonds moet beëindigd worden Een en ander beduidt derhalve een toekom stig tekort van 61 millioen. Opheffing of beperking van dit tekort. Vier wegen laten zich denken ter ophef fing of bepierking van dit tekort: lo. een kentering in den ongunstigen loop der middelen; 2o. een verder gaande blijvende besparing op de uitgaven; 3o. een verduurzaming van de op dit oogenblik voorgedragen belastingverzwa ring, in dezen óf in een anderen vorm; 4o. een wegvallen van het abnormaal uit gavenaccrès hetwelk begonnen is de begroo ting voor 1933 met 50,9 millioen te ver hoogen. Wat den vierden factor aangaat, mag >n dit verband alleen gedacht worden aan de verhoogde bijdrage aan het gemeentefonds Wat de overige drie factoren aangaat, zal de derde wel nauwelijks voor overwinning in aanmerking komen. Het zal derhalve groo tendeels van de werking van den eersten fac tor afhangen, in hoever een verder gaande blijvende besparing op de uitgaven zal kun nen worden vermeden. De conclusie, waartoe een blik in de toe komst op dit oogenblik voert, kan geen ande re zijn dan dat naast krachtige doorvoering van de thans ter hand genomen versobe ringsmaatregelen, zoodat deze binnen den kortst mogelijken tijd hun volledig effec: krijgen, noodzakelijk is een ernstig onder zoek naar mogelijkheden van verdere bespa ring. De regeering is van die noodzakelijkheid ovcrt":Td en in die richting werkzaam DE FRAUDE OP SCHIERMONNIKOOG MET ZEEHONDENPREMIES. Omtrent deze fraude wordt aan de Leeuw Cit. gemeld: Voor iederen aangebrachten zeehond werd een premie uitbetaald van 2. De» dieren moeten bij den aanvoer nog voorzien zijn van de beide voorpooten, zulks voor een betere controle. Is het om de een of andere reden niet mogelijk, den geheelen zeehond aan te voeren, dan kan men volstaan met den aan voer van de huid, mits deze nog voorzien is van de beide voorpooten. De uitbetaling heeft plaats door den burgemeester; deze kan die echter overdragen aan een ambtenaar. Deze ambtenaar moet dan een verklaring afgeven, dat de zeehond of de huid hem is gebracht, de burgemeester moet deze verkla ring voor gezien teekenen, en de ambtenaar kan dan bij den gemeente-ontvanger de pre mie ontvangen en deze afdragen aan de jagers. Nu viel het den laatsten tijd op, dat er op Schiermonnikoog zeer veel premies werden betaald, in de maanden Juli en Augustus niet mir.der dan 1000, wat gezien het betrekkelijk geringe aantal van deze dieren in den omtrek van het ei'and, een onmogelijk groot aantal is Een streng onderzoek werd ingesteld met het gevolg dat de ambtenaar, een zekere M werd gearresteerd. Twee zeehondenjagers werden eveneens aan een streng verhoor on derworpen. 't Blijkt, dat behalve deze menschen nie mand bij het geval betrokken is. De beide ja gers, twee visschers uit Zoutkamp, die even eens zijn gearresteerd, houden vol. dat hun bij lange na niet de premies voor 6000 zee honden zijn uitbetaa'd, en dat de ambtenaar derhalve de overige .n zijn eigen zak moet hebben gestoken, wat deze laatste ontkent Hij zou wel degelijk a'le premies hebben uit betaald. Er zouden hier drie gevallen moge lijk zijn: 1. De ambtenaar heeft inderdaad een deel der premies in einen zak gestoken. 2. De ambtenaar en de beide jagers hebben onder één hoedje gespeeld en gedrieën pre mies geïnd voor niet aangebrachte zeehon den. 3. De beide jagers hebben gefraudeerd door b.v. huiden op te koopen in Duitsch'and waar men ceen zppbnndwnrpmips uitN>taaH Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door onze abonné's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Diergaardesingel 96a te Rotterdam. Postzegel voor antwoord inslui ten en blad vermelden. Het komende tentoonstellingsseizoen. Jammer genoeg is de zomer spoedig voor bij en beginnen ae kippen al verschijnselen van verandering te toonen, minder leg en hier en daar al rui. De kuikens beginnen zoo zoetjes aan al op echte kippen te gelijken en sommige hardloopers leggen zelfs al wel een eitje. Met het groeien der kuikens slinken de kasmiddelen, aan den eenen kant steeds grooter wordende kuikens die meer eten, aan den anderen kant weinig inkomsten. Vele z.g bedrijfspluimveehouders hebben ihans een extra zware tijd te doorstaan. De raspluimveehouder of beter gezegd de tentoonstellingsfokker, begint echter thans meer en meer op dreef te komen. Voor hem is thans een interessante tijd, daar hij steeds beter de kwaliteit der door hem gefokte jonge dieren kan gaan beoordeelen. Hij begint in zijn vakbladen reeds de aankondigingen der tentoonstellingen te lezen en in ons land lie ten zoowel Ornithopliilia in Utrecht als Avicultura in 's-Gravenhage en de R.P.V.V te Rotterdam een hoopvol geluid hooren. On danks de malaise zullen dus twee der groot ste tentoonstellingen van ons land doorgaan, de groote wintershow te Utrecht en daarna, als op allerlei tentoonstellingen de fokkers hun materiaal al tegen elkaar vergeleken hebben, komt het groote slotfeest, de elite tentoonstelling, dit jaar van R.P.V.V. en Avicultura samen in onze deftige residentie. Wie dus dit jaar den moed niet heeft laten zakken en getracht heeft mooie kippetjes, duiven of konijnen te fokken krijgt de kans en bestudeert nu iederen dag de vorderingen die het jonge geslacht maakt. Maar ook hij die niet tevreden -'s met den nationalen prijs krijgt zijn kans. Hannover, de mooiste en grootste tentoonstelling van West-Europa zal ook dit jaar in October zijn poorten openen voor zijn z.g. jong-pluimvee-tentoon- stelling en de beroemde tentoonstelling van Februari in Parijs is eveneens al aangekon digd. En nog verder gaat de fokkersblik. In September 1933 zal te Rome de wereld tentoonstelling ter gelegenheid van het Inter- nationale-Pluimvee-Congres geopend worden en in vele landen maken de organisaties zich al op om te zorgen dan het beste \an het bes te te vertoonen. Daa: te Rome betreft het geen prijzen, daar gaat het om de eer en de belangen van het land. Een wereld-tentoönstelKng legt, al is de opzet dan ook hoofdzakelijk een demonstra tie ter gelegenheid van een congres, thans den nadruk op handelsbelangen. Een goede in zending kan voor de talrijke, internationale kennis een groot handelsbelang voor een land zijn en vandaar dan cok, dat men zich in vele landen thans reeds ijverig bezig houdt met het prepareeren voor de tentoonstelling in 1933. Wie in September zijn dieren in con ditie wil hebben moet zich thans al voorbe reiden. Prent U de door mij genoemde mijl palen maar in het hoofd: Hannover, Utrecht. 's-Gravenhage, Parijs, Rome en probeer op een dezer plaatsen met Uw dieren of per soonlijk aanwezig te zijn. Vele pessimisten zullen nu gaan zeggen da: ik blijkbaar de ma laise vergeel in mijn enthousiasme voor de aanstaande tentoonstellingen, doch dat is niet zoo. Ik weet net zoo goed als ieder an der dat de toestand treurig is, maar niette min zijn de tentoonstellingen noodig en nut tig. Nuttig uit een zakelijk oogpunt en ook omdat zij vele menschen een dag van rustige afleiding bezorgt, hen belang doet stellen in het leven der dieren, in mooie kleuren en vofmen. Een enkel dier van den aanfok van dit jaar kan den waren fokker in verrukking brengen. Aan den andere kant kan hij nu soms ook de stroppen constateeren die hij door den aan koop van fokmateriaal gelden heeft. Men heeft bijvoorbeeld een nieuwe haan gekocht om eigen vorm of kleur te verbeteren en nu de jonge dieren grooter worden, blijkt het een misgreep geweest te zijn. Het fokken van eer ste klas tentoonstellingsdieren is uiterst moei lijk en vereischt veel kennis. Schijnbaar vol maakte dieren geven bij paring soms leelijke producten en het werk van een geheel iaar is dan verloren. Trekking 100.000 1 10.000 1000 400 200 f 100 169 1073 1804 2670 3608 4722 5622 6253 7540 10435 11664 12472 13463 14927 16017 16943 18381 19307 20193 21323 22122 23264 23280 131 765 1077 1228 1609 2056 2819 3261 3626 4011 4455 4666 4919 5348 5683 5944 6234 6713 7069 7671 8159 8507 8894 9098 9626 10076 10355 10751 11175 1157'1 12086 12592 12967 13294 13509 13805 14058 14388 14698 15118 15508 15876 16250 16436 16868 17123 17646 18251 18526 18944 19279 19616 19861 20434 20774 21154 21567 21822 22253 22695 23227 23737 23990 (Niet officieel! vaii Woensdag. 21 September 1932 5e klasse. 3e ljjst HOOGE PRIJZEN 10317 4489 2466 9250 9291 10230 3023 5011 516 5616 5992 20495 22866 1282 8980 17024 20827 21240 5 Prtlzen van f 70 225 462 685 760 810 916 927 1074 1121 1292 1445 1656 1703 1768 1844 1866 1971 2027 2344 2415 2578 2702 2972 2994 3028 3128 3169 3368 3720 4132 4210 4378 4583 4697 4717 4849 5135 5382 5397 5490 5519 5541 5672 5684 5768 5770 5804 5047 5991 6339 6909 7306 7324 7345 7393 7434 7548 7792 7793 7818 8116 8239 8574 8786 8818 9022 9151 9386 9934 10209 10614 10640 10824 10832 10857 11195 11738 11989 12007 12048 12162 12252 12265 12315 12474 12524 12612 12801 13092 13264 13298 13661 13710 14195 14404 14521 14727 14821 15051 15371 15374 15518 15565 15694 15900 16111 16441 16449 16487 16520 16626 16721 17014 17577 17696 17882 17915 18089 18333 18587 18833 '9894 19047 19068 19132 19144 19751 19808 19837 19895 20049 20064 20081 20209 20307 20436 20538 20736 21087 21285 21427 21433 21526 21636 21799 21896 21928 22162 22471 22653 22692 22802 22868 22940 23312 23451 23584 23771 23856 23923 23953 189 771 1079 1244 1542 2251 2839 3351 3670 4035 4459 4755 5072 5363 5689 5969 6331 6746 7219 7686 8204 8533 8901 9122 9643 10086 10359 10786 11343 11753 12127 13C32 13303 13529 13845 14078 14457 14751 15138 15530 16008 16260 16660 16953 17152 17650 18352 18543 18951 19284 19626 19904 20489 20815 21186 21571 21889 22288 22732 23321 23770 201 789 1082 1304 1552 2289 2851 3402 3862 4049 4460 4772 5100 5394 5711 6055 6483 6769 7313 7804 8268 9002 9222 9695 10112 10369 10794 11365 11775 12137 1-7P1 13075 13308 13624 13885 14094 14465 14862 15310 15556 16058 16269 16705 16961 17181 17742 18392 18581 18988 19344 19683 19943 20518 20912 21218 21688 21909 22325 22790 23407 23785 NIETEN 305 414 829 1168 1335 1658 2398 2919 3430 3910 4334 4492 4847 5205 5559 5780 6087 6538 6955 7494 7889 8394 8697 9065 9340 9801 790 1117 1328 1558 2352 2870 3416 3881 4143 4477 4845 5166 5416 5716 6075 6535 6799 7349 7814 8346 8618 9038 9303 9709 10116 10157 10396 10644 10869 10882 11406 11412 118°l 11874 12152 12194 13086 13158 13419 13441 13682 13706 13968 13992 14134 141^2 14565 14630 14930 14991 15313 15317 15567 15572 16105 16125 16286 16299 16728 16793 16971 16989 17362 17405 17785 17800 18435 18463 18602 18619 19069 19172 19406 19435 19701 19705 20211 20289 20628 20682 20955 20975 21310 21351 21703 21739 22041 22074 22436 22445 22911 22941 23411 23469 23816 23836 433 960 1214 1339 1659 2683 3101 3449 3962 4355 4530 4855 5294 5600 5812 6121 6590 7014 7504 7940 8435 8745 9068 9430 9918 10192 10681 10948 11434 11863 12203 ■"•<•67 13208 13475 13720 13993 147415 14639 15074 15408 15585 16147 16333 16848 17049 17565 18051 18473 18677 19175 19461 19711 20373 20720 21017 21401 21780 22083 22557 229.79 23538 23890 438 1006 1221 1348 1777 2724 3102 3590 3993 4395 4539 4889 5318 5656 5835 6142 6607 7019 7533 8094 8469 8829 9071 9463 9937 10194 10697 10949 11444 11929 12573 12891 13211 13482 13757 14017 14312 14654 15099 15442 15645 16161 16338 16859 17106 17604 18053 18492 18829 19207 19475 19755 20405 20721 21077 21460 21785 22188 22619 23094 23686 23911 689 1068 1222 1374 1786 2748 3129 3591 4007 4405 4552 4902 5349 5662 5861 6207 6702 7043 7631 8149 8497 8869 0080 9493 9967 10210 10717 11137 11500 11930 12581 12926 13292 13485 13761 14042 14325 14659 15116 15471 15678 16188 16355 16860 17122 17608 18056 18500 18885 19257 19507 19827 20412 20747 21151 21478 21802 22194 22623 23139 23718 23964 Beurijispluinivteiiouder en de tentooiist. t- lingsfokker leven thans in spanning, de een moet zich staande houden bij hoope uitgaven en verminderde inkomsten, de ander moet zijn jonge dieren schiften om geen onwaardige die re verder op te fokken en zijn oog gericht houden op het komende tentoonstellingssei zoen. DR. TE HFNNFPE. Jiackt&ecuMea NOOKDSUHAKWOUDt, 20 Sept. 1022. 44700 K.G. Aardappelen: Gr. Schotsche 80 90 cent, Sch. Muizen 5080 cent, Drie lingen 1.501.80, Duken 0.701, Eigenheimers 8090 cent, BI. Eigenheimers 11.30; 5200 KG. Spercieboonen 2.408.40; 25200 K.G. Uien: Gele Nep 5.906.40 Drielingen 2.40 3, Uien 2.30—3, Grove Uien 2.50 2.90; 400 K.G. Peen 1.70, kl. Peen 90 cent; 1400 K.G. Kroten 0.600.80; 8500 K.G. Roode Kool 0.601.20; 12100 K.G. Gew. Witte Kool 0.70; 8500 K.G. Gele Kool 0.60—f 2.30, alles per 100 K.G. EIERENVEILING TEXEL. TEXEL, 19 Sept. 1932. Op de heden ge houden eierenveiling waren in totaal 67397 stuks kipeieren aangevoerd, waarvan de prij zen als volgt: 5862 K.G. (per 100) 4.25 4.70, 6266 4.505, kleine eieren 2.504.20, oude kippen 3638 cent per K.G. TEXEL, 19 Sept. 1932. Op de heden ge houden weekveemarkt waren aanvoer en prij zen als volgt: 58 Lammeren 45; 72 Schapen 810; 66 Rammen 1540; 30 korven oude kippen 4070 cent; 11 Schrammen, 2 koeien en 4 kalveren, waarvan de prijzen niet genoteerd. PURMEREND, 20 Sept. 1932. „Afslag, vereeniging Beemster, Purmerend en Omstre ken". Aardappelen: Schotsche muizen 24— 39 cent, BI. Eigenheimers 20—64 cent per kist, 25 K-G.; Slaboonen: dubbele 0.46 1.38, dubb. z. dr. 0.65—1.67, enkele 30 cent en enkele z. dr. 47 cent p. kist, 15 K.G.; Snijboonen: Stok 0.301.60, Stam (breede) 0.30—2.35 per zak, 15 K.G.; Bloemkool 15 per 100; Roode Kool 5.90 per 100; Sla 2—4.40 per 100 krop; Andijvie 2050 cent per kist; Worte len 5.10—6.40 per 100 bos; Uien 62 cent per 25 K.G. Appels: Zoete Bellefleur 6 10 per 100 K.G. Peren: Beurré Lebrun 612, Duchess Williams 413, Gie- ser Wildeman 5—9, Seigneur d'Esperen 1030, Triomphe de Vienne 826, alles per 100 K.G. BEVERWIJK, 19 Sept. 1932. Kassnijboo- ner. 43 cent, natuur 3%21 Y, cent, dik 4 14 cent, tros 5—17 cent, rentegevers 5—25 cent, dun m. dr. 5—7 Yt cent, id. z. dr. 5—11 cent, pronk 4—8 cent, tomaten 2—10 cent, spinazie 8—17 cent, Postelein 17—20 cent, zure appels 10 cent per K G., andijvie per 100 struik 0.60—2; Sla per 100 krop 2 5, Bloemkool 1.5O-10.50, Meloenen 14—22 cent, Knollen 6 cent, komkommers (gaaf) 5—10 cent, komkommers (rijp) 1 4 cent, gr. kool en roode kool 3—7 cent per stuk; Wortelen per 100 bos f 3.50—9; Prei idem 4.50—9; Druiven per 50 K G. 28—43. WARMENHUIZEN, 20 Sept. 1932. Sch. Muiz en 0.60—1; Drielingen 120—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1932 | | pagina 9